HAARLEM'S DAQBLAD Schaakrubriek m H- k K k Hoog bezoek. Ingezonden De Voorvader van den Honden Pimpernel JATIRDA* 7 MEI 1821 VIER DB BLAC Opleaeinfen, vragen en*., te zenden aan den fohaakredaeteur van Haarlem's Dagblad, Groote Heutstraaft S3, Haarlem. EINDSPELSTUDIE No. 18*). C. C. W. MANN (Haarlem). IP Ut 1P 8 'tj i m pf U 1 Hl m gp mm, (Jplosslag Seherisprobleoa lo. 3. Stand der stukken WHKh4, Del, Lfl, 13, 1*. g5, h3. Zwart i Kgl, Thl, e2, 16, g3, g6. h2, 1. Del—el, •2xfi Toren; 2. DelXg3f, elx!2 Loo per; f. KhixgS en Zwart is pat. e2xll Dame; 2. Kh4xgS en z el f ma t door 2. Dflxel. e2xll Paard; 2. Del—12f, en z e 1 f p a t. g3g22. Lllx«2f. Goed opgelost door: J. Hoogeveen, 13. A. Snelleman en J, M. vaaderWal, allen te Haarlem. Correspondentie. Haarlem. A. F. Jr. De titel van bedoeld leerboek isPractised Schaak boek", vierde, verbeterde druk, door A. A. J. Ridderhofuitgegeven door Gebr. Kluitman, to Alkmaar (1920). Ad PropEeem No. 9S. De componist deelt made, dat de witte Koningin op Cl en niet op el moet staan. H. H. Oplossers worden verzocht daarmede rekening te willen houden. Wit speelt en wint. Stand der stukken Wlti Kil, Td4, Pe4, a2, a6, c4, d2, g Zwart i Ke6, D14, a3, a5, a4, *7, 12. Eerste publicatie. Partij No. 97. De 9e matchpartij tusschon Capa- blanca en Lasker wa§ als volgt: Wlti Zwart: R. Capablanca. Dr. La3ker. fiowalprt Dams-gamblst. d2—d4 1 d7d5 P«l-f3 2 e7e6 c2—c4 a c7—c5 c4Xd5 4 «6Xd5 Pblc3 5 Pb8—c6 g2-gS 6 Pg8-f6 Ln-ga 7 Lc8e6 0-0 8 Lf8-e7 d4Xc5 9 Le7xc5 Lc g5 10 dö-d4 Pc3—e4 11 Lc5-e7 Pe4Xf6+ 12 Le7xf6 Lg5xf6 13 Dd8Xf6 Ddl—al 14 0-0 Da4- h5 15 Ta8—b8 Tfl—dl 16 h7hG Pf3—el 17 Tf8—e8 Tdl—d2 18 Le6-g4 Tal-cl 19 Te8eö Db5-d3 20 Tb8—e8 Lg2—f3 21 Lg4xf3 PelXf3 22 Te5—a4 Tel—c4 23 DIG—eö Pf3Xd4 24 Pc6Xd4 JV r ra i 8 O. „TiVnes" teekent bij deze partij De san „In deze partij begon Lasker zijn verdediging met betgeen in waarheid de Stonewall kan genoemd worden (wij zijn het met de „Times" niet eens; do ,,Stonewall"= steenen muur is 1. d2, d42. 14 en na fi. c5; 3. e3, Pc6; 4. c8, eö5. P13, Ldo ij. Ld3, 16 maakt Zwart de opening tot een z.g. „dubbelen Stonewall", Red.) Indien de ruil der centrum- pionnen nog wat uitgesteld was, zou hem dit den tijd gegeven hebben zijn Looper naar b7 te ontwikkolen. Deze ruil is hoogst ongewoon, zoo vroeg in de partij, maar, zooals men zal zien, werkte Capablanca een wel overwogen plan uit. Lasker's Dame-pioa werd door 4. c4xdö, eöxdó geïsoleerd en daarna verzamelde Capablanca al zijn krachten voor eaa aanval op dezen pion. De ontwikkeling van den Looper naar g2 is een door Rubinstein veel vuldig toegepaste methode en daarom Rubinstein-variant genoemd. Capa blanca spoelde precies eender tegen dr. Olland (onzen meester uit Utrecht Red.) in hot overwinningstornooi te Hastings (1919). Maar toen speelde dr. Olland (Zwart) 10.Lc5—e7, Capablanca ia staat stellende tot 11. Pf3-d4 en ten slotte door een aan val op den Koningsvleugel op krach tige wijze to winuen. In deze partij ipeelt La9ker den sterkeren zet 10. d5—d4. waardoor Wit's e-pion achter moet blijven. Door 19. LgÖxfG werd oeu verdedigende figuur aan pion— d4 ontnomen. De Dame-zet (14. Da4) pende het Paard op c6 en Indian Laskor gespeeld had 15.DIG—e7 zou gevolgd zijn 16. P13— eö, PcGxeö; 17. Db5xe5, T18 d818. Tfl-dl en Wit won den d-pion. Opnieuw ontmoette de inge- nieuse aanval een correcte verdediging. Zonder twijfel zag Lasker iu, dat de d-pion vroeg el laat moest vallen en dus begon hij met zijn 17den zet een tegenaanval op Wit'e zwakken e-pion. De winst van een pion voor Wit, door 18. Lg2xc6, zou maar tijdelijk aijn geweest, daar, na 18.b7xc6 19. DböXcö, D16—eó; 20. Dc6—c9, LeG—1521. Pel—d3, Zwart zijn pion zou terugwinnen. Daarom was 18. Tdld2 beter, daar deze zet in de verdediging van den e-pion en den b pion voorzag, 19. Talcl stelde later Wit tot Telc4 in etaat, waardoor Lg2—13 tot bet psychologische moment kon worden utgesteld. Toen kwam do aanval met stukken togen d4 cn da tegenaanval met drie officieren tegen e'J. Bekte Wit nog eens pion—e2 met den Koning (Kil), dan kwam 24.DeG—h3f. Da voortzetting nu 24.Pc6xd4 had vermoedelijk kunnen zijn25. Tc4xd4, Te4Xd4; 26. DdSxdi, De6xa2; 27. Dd4—d7, Da2—blf; 28. Td2—dl, Dbl—e4. Het slotgevecht om de d- en e-pion- nen was buitengewoon interessant". BiineS-séQnoe, Wij horianeron aan de blind-séance van 6 partijen, welke heden. Zater dagavond, om zeven uur, gegeven zal worden door den heer Rud, J. Loman uit 's-Gravenhaga in café „De Kroon", Grooto Markt, alhier. Zooals men weet houdt deze séance verband met het 35-jarig bestaan van de I-Iaarlemscha Schaakveroeniging. Belangstellenden hebben vrijen toe gang. O.olossl.tg Prob5e«rn No. 90. Stand der stukken Witi Kb6, T12, Ld5. Ld6, P16. ZwartKd4, 1. LdG—b4, Kd4-e5; 2. T12-f3, Ke5-d4; 3. Lb4—c3f. Kd4 a n d e r s 2. P16-g4 if), Kcv 3, Tf3—d2f. Goed opgelost door Jac. J. Bert, P. Fabriek, J. Hooge- veen en B. A. Snellemau, allen te Haarlem; H. W. v. Dori, N. W. L. Everts en Joh. v. Teunenbroek, allen te Schoten. Gedurende de Laau(o_ weken was het zeer druk en bedrijvig iu Krulzuolduiu. Er was ecu nieuwe school gebouwd, omdat de. oude bouwvallig en langzamerhand lo klein was geworden voor do talrijke, steeds iu aantal toenemende Kruinioldiimmer-kin- dertjes. En uu had de vroedschap er erg op gc- staaii.dai de opening van dit gebouw, het welk in het plaatselijke blad als ..een sieraad voor de gemeente", was gekwalifi ceerd, oenigsziiiD officieel en zoo mogelijk, mot ©enig feestelijk vertoon zou plaats heb ban. Daarom had de burgemeoótor den minis ter tijdig verzocht, deze openingsplechtig heid hij te wonen, en het nieuwe schoolge bouw inbt oen enkel woord, wol te willen inwijden. Tol grooto blijdschap van de Edel achtbare raadsleden van Kruimcldam, had Zijne Excellentie.bericht gezonden, deze uit- noodigiug te aanvaardc-n, hetgeen zooals later bleek - niet zoo hijzonder was. daar de minister op deu voor de opening bepaalden dag. toch iu de nabije, hoofdsjad moest zijn. to: het bezichtigen van een pluimvee-ten toonstelling. Van het oogenblik van het bekend worden vut» Zijne Excellence's bezoek af. was even wel de rust uil Kruimeldam verdwenen. Er werd aanhoudend vergaderd, een feestcommis sie benoemd en planuen gemaakt, alles ter core van het nooge bezoek, teneinde Zijne Excellentie een schitterende ontvangst te be reiden. Als gewoonlijk, werden bij do voor bereidingen allerlei intriges gesmeed, om to trachten alkaar vliegen af te vangen. De oor gold natuurlijk de gemeente, maar deze en geno verwachtte toch, dat oen weinig van die glaus en praal zou afstralen op hem zelf, door zoo mogelijk den minister iets mcer_ te mogen naderen dan de anderen, om Zijne Excellentie van zeer nabij te kunnen aan schouwen, of, liever nog. een woord tot hem te mogen spreken. Maar ja. de meesten be grepen wel, dat dit bijzondoro voorrecht slechts voor enkelen zou zijn weggelegd, en daarom deden zij hun best, oui althans in de eer.c of andere commissie zitting -te krijgen, cn zoo'mogelijk dan, als voorzitter. Een van de weinigen, dio op het hooge He-zoek luimlvr gesteld waren, dio er feitelijk erg tegen op zag, was. de wethouder Gras- hoek, een rustend hoepelmaker, die al tal van jaren lid van den gemeenteraad on. als oudste wethouder, aangewezen was den bur gemeester te vervangen. Endit zou Gras- hnck nu ook moeten doen tijdens hot mi ni; terièel bezoek, aangezien do burgemeester zie':, in hot buitenland bevond, en om gezond heidsredenen, niet in staat was tijdig terug te keeren. Nu wvw de wethouder een man van den ouden stempel, hij had zeer zelden dc plaats zijner inwoning, die tevens die van zijn geboorte was. verlaten, en hij kende hooge personages, zooals ministère, alleen -..ui hooren spreken, en van aangcziclU tot aangezicht gezien, had hij dergelijke voorna me titularissen nooit. Doch doze antecedenten behoefden evenwel voor den wethouder Gras- hoek nog geen aanleiding tot ongerustheid te zijn voor dit hooge bezoek. Er was im mers een secretaris in het stadje, dio den waarnemend burgemeester alle inüchliugeu z'-u kuaucn verstrekken. Jonkheer Rietvoorn, die als volontair op de secretarie was geko men, cn eerstdaags zelf tot burgemeester hoopte benoemd te worden, had meer dan een- do gelegenheid gehad met hooge digni tarissen in aanraking te komen, zoodat hij van alle ceremoniën voldoemio op dc hoogte geacht kon worden. Ook was er nog een klerk op 't stadhuis, die als ondor-officicr van de marechaussée, dikwijls b(j liet bezoek van vorstelijke personen, in dc onmiddellijke na bijheid van de plechtigheid was geweest, ora daarover met ecnig oordeel mee te kunnen praten. Zoodat, wanneer wethouder Grasbeek zijn licht had willen opsteken over de ont vangst van Zijne Excellentie, hij daartoe slechts zijn oor to luisteren had ic leggen bij bovengenoemde stedelijke ambtenaren. Maar daar zat nu juist do groote -zwarig heid. want de hoor Gra-shoek, die indertijd veel geld had verdiend, omdat hij was een degelijk, vakkundig hoepelmaker, arbeid- z*?ui, vlijtig, strikt eerlijk, dood goed en ui termate zuinig, dii-zelfdo Grashoek had bij die t»l v*o goede eigenschappen, ook een onaangename onhebbelijkheid, bij woo same- HJk onverbeterlijk eigenwijs. In zlja rak wa» dit nog «X daaraan toe. hij was ua eenmaal als hoepelmaker moeiUjk -te overtreffen, mam ook iu andere omstandigheden, de ge meente of particuliere ca keu aangaande, nr.ia hij van niemand raad aan en ging hij zijn eigen, eenmaal voortgenornen weg. En da; rum zal dat hooge bezoek hem dwarsbij had dat nooit meegemaakt, en 7.'n eigenwijze koppigheid, of wol koppige eigenwijsheid, verbond hem informaties te nemen bij dc per sonen, d-e bet konden weten. Intuaichen was het, zooala gezegd, bijzon der druk en bedrijvig in Kruimoldam. Er werd onmiddellijk voor het station, waar Zijnt Excellentie zou anivoerea, een groote cerepoort gebouwd, langs den intochtswcg allerlei versieringen aangebracht, groene slin gers nan palen niet vlaggetjes, het stadhois u-.ec illuminatie-glazen behangen en op een weiland, een boog staketsel gebouwd, waar aan des avonds, tot slot van de feestelijk heden, een brilliant vuurwerk zou worden afgestoken. _H« hoofd van de school, die reeds ora z'n boog en leeftijd pensioen had aangevraagd en gekregen, was expteaselijk nog cenlgo weken in functie gebleven, om den kinderen een feestlied te kunnen instu- dteren, waarvan de e oorden door meester weren gedicht, ea die met zwierige krul- en rondsi-uriftletters. op ©en iiaïf vol camera wa- re.i vermeld, welk jiapii r iitx-uMixl was. om vóór het zingen van het lied. Zyae Excel lentie ter hand gesteld te kunnen worden. Bet liarmonic-g--/i-hobap had twee mar- 8riien uil het „blauwe boekje", benevens de hymne„Lang zul hü teven", terdege inge studeerd. Er waren plannen in voorbereiding tot het fonnceren van een ©erewacht te paard,doch dit laatste liuktc nog eren, aan gezien do directie van dc brouwerij „Da Sjhinx" vooralsnog weigerachtig bleef de parrdenvoor dat dool af te staan. De pad vinders zouden den intocht weg afzetten en veiderhier cn daar bebulpzaauizijn. Twee aar dige padvindstorljes, Moriet.jo van den Post directeur eu Anneke van deit Notaris, zou den Zijne Excellentie bloemen en een krans aanbieden. En ofschoon van lieverlede do daz van het bezoek tneor en meer naderde, scheen alles er op te wijzen, dat de voorbe reidingen niets te wciwchen hadden overgela ten en dat alles tijdig in orde zou zijn. Eindelijk was dc groote dag aangebroken. Het weer hield zich best ën dreigde Toor- loopig geen spelbreker te worden. Om on nabij hot stadhuis wa» de bedrijvigheid hot grootst. De straten kregen nog een extra veegje en alle ongerechtigheden werden in een wagen verzameld. De bode was bezig een langen, roeden looper de trappen van liet bordes af 1e rollen. Een van de stadsreini gers. gemakkelijk op z'n bezem leunend, stond die bezig boden aandachtig gade te slaan, gedurig kauwend op een zware pruim tabak. Waar is d t voor, WuUem? vroeg hij, een stapje naderbij komend. Wel..voor de menist erSnap jo dat niet? was het antwoord. Voor de menister, herbaalde de straat veger. wat dan?..Benne jullie dan bang, dat 't stooppie smerig zal worre? De bode keerde zich kwaad om en w ierp cea vernederenden, diep minachtenden blik naai den man met den bezem. Wat mot die menister hier nou eigenlijk doen? informeerde deze belangstellend ver der. De nieuwe school opeuen! antwoordde de bode. hautain on mot ecu air van ge wicht, weet jo ditt niet? Dc ecbool openruake? meesmuilde de reinïgingsman, nou, da's ook wat.... kenne jullïc- dal dan zelf niot? Och, loop naar de. pomp! was het be scheid van den bode. die van een verder debat met zoo'n onwetende afzag, vooral ook, daar hij den loco-burgemeester, den heer Grashoek, het stadhuis zag naderen. De boel in orde. Wullem? informeerde Zijn Edelachtbare, blijkbaar nog al in z'n nopjes, do trappen van hot gemeentehuis be klimmend. Dat zal waar weze. meneer de wethou der. antwoordde de bode glunder, alles in do puntjes, hoor! Maar de bruuawicn. jong!Hoe is't daarmee? vroeg dc wethouder verder. Ik heb tien flesachenwas het ant woord, en bovenste beste, hoor!..Degelijk spul! Koman, koman! zei de heer Grashoek, da's knap.... dan benue me content. En dan heb ik 'n vijftig sigaren, zou dat genoeg zijn? vroeg de bode nog. Nou, dat zou 'k wel denken. Wulleml concludeerde de waarnemend burgemeester, maar der zit© toch baadjes om, niet waar? En wat 'n mooiegoud met rood en 'n kroontje der op! Host!.. Prachtig! IJa's dan in orde. Nadat de wethouder de sigaren gezien en nogmaals zijn tevredenheid betuigd had, stap te hij naar het raam van dv burgemeesters kamer, dat op bet plein uitzag. Nou. wat mot die? mompelde hij voor zich, toen hij een telegrambesteller op een fiets het stadhuis zag naderen. Jonkheer Rietvoorn, die den besteller blijkbaar ook had opgemerkt, ging hem tege moet on nam een telegram voor den burge meester in ontvangst. Zoo'n kaerel, dacht Grashoek, bemoeit zich toch overal mee. ïiij stormde de kamer uit. den secretaris tegemoet. Voor wie i« dat tillegrarn? bulderde hij. 'n Dienstbericht voor den burgemeester van KruimeJditm. Do burgemeester ben Ik op *t oogen blik, meneer Rietvoorn! beet dc wethouder toe. Wilt u dan maar nota van den inhoud nemen, meneer do burgemeester! san secretaris, het telegram overreikend. D.u zal T! vlnnigdo de wethouder, ter wijl hij do enveloppe openscheurde. Hij las het bealcht zacht voor zich, „Kom met eigen rijtuig. Niet met spoor. Afhalen due niot noodig. Zorg voor lunch op het stadhui*. TJJd zeer oeperkt. ..Voor den minister, „De Secretaris-generaal". Grashoek bleef eeitige oogenbllkkcn met do depêche in zijn handen draaien, en herhij haar toen. Dc gobcelc inhoud scheen hem blijkbaar niet zoo heel klaar to zijn. Eigen gerij en niet met spoor kón!Eu dat Zijne Excellentie dan n afgehaald behoefde te worden, lag voor dc hand. Tot zoover was het teiegram vrij dui delijk. Maar dan.... dan kwam dat, niet dat malle woord: „Zorg voor lunch.." Wat drommel! Wat was dat?.... De wethouder krabde zich vorlcgen achter 't oor. Den secretaiis vragen wat dat woonl betcekcndo, stond hom natuurlijk tegen de borst. Dat. voor geen geld. Maar hij hoopte, dal de jonkheer het zelf zou verklaren, wanneer hij hem het tele gram liet lezen, en daarom overhandigde bij de depêche listiglijk den secretaris. Deze las den inhoud tamelijk luid en ge articuleerd, zooilat Grashoek een en ander nog eens duidelijk hoordehij vernam daar bij teven», dat do secretaris dat vroemde woord niet zooals hij het had gedaan, niet een G op het einde van het woord, maar met eeu 6 had uitgesproken. Het was dus een 1 u n s, die de minister op hei stadhuis wilde hebben. In zooverre had het diplomatiek optreden van den wethouder aithans eenig succes opgeleverd. Doch verder bleef hjj even wijs. of liever even dom, want de secretaris scheen geen aanvechting te ge voelen, tot nadere uitleggingen over te gaan. Toen hakt© do w naar nemend burgemces ter den knoop subiet door, door al vast i«gelend op te treden. Dan zal ik zorgen, dat de ©erewacht en de bovenmeester met de kinderen, von het stntiion teruggeroepen worden, enne... dan zult u wel voor de luns zorgen, niet waart vereoobt hij. Ik?... vroeg de Jonkheer ten hoogste gebelgd, bent u gek Moet tk daar voor zorgen I 't Is maar, dat alles goed in orde komt verschuldigde Grashoek zich. Maar meneer... daar he'oiu uw perso neel voor... dat is werk voor den bode... dat moei u dien man, die tevens congierse is, opdragen. Hmt Jat Nou!... hakkelde Grashoek, dan moet Wullem der maar voor zorgen. De wethouder keerde den secretaris kwaad don rug too en begaf zich naar den bode, om dien liet verzoek van den minis ter op to dragen. Wullem! rfi-p hij, jong, je motte zor- dat do luns up 't stadhuus is... Zieri ollentie de menister hei 't beveelt, jong! De watiet vroeg de bode, met hoog;: verwonderd gezicht. De luns! hnhaalde Grashoek, dm weet je wel... jij kenne der wel voor zorge, zei do sikkertaris. Meneer de... burgemeester... Waarnemend, jong waarnemend, vie, Grashoek in. Nou ja!... Meneer de waarnemend burgemeester dan... ik het neg nooit van me leven van een luns gehoord.en 'k mag omvallen, als 'k weet wat 't ie. Ja hoor es... 'k heb nou geen tied... mot jo maar zprge, dat je 't an do weet komt... Wat weergal Ik kan niet over voor zorge. Intussohen was do veldwachter op het stadhuis gekomen, om nadere instruoties voor do afzetting te halen. Die policienian zou het wel weten, meende de looo-bur- gemeester. dan moest de bp do het maar aan hem vragen. Woet jij wat een luns ia, Kobus f vroeg de bode. Ei-n luns! «ohroode de veldwachter. Ja! antwoordde de bode, de menister mot er straits eon hebben, astie hier komt. Een luns. instureerdo de veldwachter jar on bij do veld artillerie had gediend - ia, zak erica zegge, een soortement spie die in de as van oen wagen wordt gesto ken, asdat het wiel der niet af zal loopen. Wel jandorie! bromde de burg emoe ter, die goed geluisterd had bij deae oxpli catie, die kaerel weet alles-., een spie, om het rad van den wagen tegen houden wel, grutte met -troop... nou ben 'k er... En triomfankelijk wendde hij zioh tot den bode. Wullem, begriep oe 't nou... de mc nister bet tillegrafeert, datie met eigen ge rij zal komme... ca nou zal ie van een van z'n wielen de lun- kwiet zijn... en nou wil-die hier 'n ander hebbe... da's toch zoo klaar as 'n klontje Loop maar gauw naar den wagenmaker jong... en haal me 'n luns... do menister zal tevreden zijn. Daar zal meneer do sikkertaris van opkij ken, da'k «ai niet noodig heb... En met een ïuiogo borst en een uitda gende flikkering in z'n oogen, antwoordde hij jonkheer Ri' voorn, toen deze hein oven later opmerkzaam maakte, dat er hoegenaamd geen voorbereidingen voor den lunch waren getroffen. Laat dit maar aan mijn over, meneer Dat komt in orde! Kort daarop keerde de bode terug, voor zien van drio el uk» ijzeren spieën voor assen van verschillende voertuigen. Do wagenmaker het me der drio moe gegeven, verduidelijkte de bode, omdat-ie niet wist met. wellc spul of z'n exsollentie komt... hij docht wel: met de ope kot-!?, zeid-ie... daar is leuze voor... cn dcuxe is voor 'n coupéelje... en de andere is voor 'n hltlekarretje... die voor 'n Jan Pleeier het io me maar niet- meegegeven, omdat zen Excellentie daar wel niet wee komme zal, zeid-ie. Best WuUem!... In orde jong!... Nou kan 'lo menister uitzoeken. Tteg ze maar in de burgemeesterskamer... Meneer de jonkheer zal vreemd opkijken. 'Jai beloof ik je. Dat dat zaakie zoo fijn voor n.e kaar is gekomxne... En wethouder Grazlioek wreef genoeg lijk zijn door he; harde werken vereelte handen en stak daarna een (eestsigaar op met 'n bandje, ten «inde de kwaliteit vast eens ie kunnen keureu. De minister had zich klaarblijkelijk nog meer verlaat, want het was reeds ver ove» twaalven, toen dc Kruüneldammers in de omtrok van bet stadhui werden opge schrikt door «enige schrille kreten uit een snerpendo claxon van een auto, die vrij snel, wolken stof opjagend, voor het ge meentehuis stilhield. Do minister verontschuldig© zich, was opgehouden, had groote llaast, verzocht spoed te maken, zou dadelijk school in wijden eu hoopte dan vlug te kunnen" lunchen, daar Z. E. had beloofd een na- bijzijnde plaats ook nog even te bezoeken. Dat gehaast en die drukte maakte wet houder Grashoek wat zenuwachtig, vooral Z. E. was gekomen in zoo'n wagen Doch overigens liep allee prachtig. Z. E. bleek nog al goed gehumeurd te zijn, vond de hulde van de eohoolkinde- ren alleraardigst. Marietjo cn Anneke, die heel niet verlegen de krans en de bloe men hadden aangel-oden, kregen elk ceö ministrJeel hsjidie. En toen begaven <le hooge gasten zich naar bet stadhuis er*' dachten aldaar eens heerlijk te kunnen ontbijten, want de bnitenlucht maakt hongerig, maar om met een onzer be. kendate dichters te spieken het '.iep andere. De minister bleek echter een hoogst ge moedelijk man te zijn, en laoht smakelijk' by het 7aen van die velschillende lunzen, die de waarnemend burgemeester hern voorlegd^ doeh het illustere gezelschap proeette het uit, terwijl ook Z. E. moeite moest doen om het niet uit te sehaterer, toen de wethouder zic-h in allen ootmoed verontschuldigde, „dat-ie niet weten hncj. dat menister met zoo'n. atink-stuuf-ina- rhino zou komme, want daar had ie nou geon luns voor". Onderwijl had de secretaris zorg gedra gen, dat er voor de hooge gasten, in het' hotel „De Roskam", een stevig en alles zins smakelijk tweede ontbijt gereser veerd stond. Eerst toen werd het den Wethouder Graahoek duidelijk, wat Z. B. nu eigen lijk met de lunch had bedoeld. Van ingezonden stukken, geplaatst ef niet geplaatst, wordt de kopü den inzeilde» tarn? gegeven. jot den inhoud dezer rubriek «telt da Redactie zioh niet aansprakelijk. Geaohte Redactie. Verzoeke beleefd opneming van het vol gende antwoord aan den heer H. O» Schollen wcr. van den P. G. B. te Haarlem op zijn ingesonden stukje dd. 4 Mel J.l, De heer 8. heeft het verslag van de ver gadering der N. V. op Maandag 25 April j.L waar de heer Joustra sprak, gelezen en hom is, door enkel© perepnen dio de vergadering bijwoonden, medegedeeld dat 'it verslag juist was. Welnu 8. ik wil u wel zeggen, dat het verslag in het algemeen juist was, maar u kan toch weten datn iet alles wordt en kan worden opegenomen ia een persver slag. Ik heb dan ook na voorlezing van de ingekomen brieven ais antwoord, om voor bet debat iemand aanwezig te doen zijn gezegd „Van den P. O. B. is geen bericht Inge komen, wel heb ik hier een persberichtje waarin zij te kennen geeft, niet te komen dobatteeren dit bericht ja kan toch moeilijk als antwoord op ons schrijven worden aan genomen". De verslaggever dien avond aanwezijf zal dit kunnen bevestigen. ™it het eigenaardig bericht betreft dae dit blad van 29 April hebt aangetrof fen. en waarin volgens u zou staan dat u geen bericht-had gezonden, het volgende: Ik heb getracht oen bericht naar uw lo zing te vinden, dóch vond alleen een be richt waarin voorkwam, dat uw schrijven 27 April was ontvangen, d.w.z. 2 dagen nadat de vergadering gehouden was. Nu liet jammer dat u verklaard hier niet er op in te gaan, andere wilde u mij wellicht aantoonen waar het door u aan gehaalde berichtje stond. Dat wij ons wel vergissen, dat is waar, een groote vergissing was het, toen wij meenden in het belang van het spoorwegpersoneel met u te kunnen samenwerken. Ik beloof echter dat wij dergelijke vergissingen niet meer zullen maker». als minderwaardig voorstellen, lag niet in miin bedoeling, ik kan u niet en het meerondeel van onze leden zal u wel niet kennen, echter zij zul- evenals i'< na lezing van uw 9tukje a naar waarde kunnen schatten. Over dat lasteren, leugens rondstrooien zal ik nn maar heen stappen, ik wil u ech ter alleen er nog op wijzen, dat door ons geen oorzaak is opgegeven waarom u schrijven pas 27 April ten onzen werd ont vangen, dit ia niet aan ons, maar aan a i-im dit verder te onderzoeken. .Tuist om dat u schrijven aan den avond van 25 April niet wa3 ontvangen en Hc dit in heï openbaar had medegedee-eld. stelden wij hot op prijs later te verklaren. dat het hoewel zeer laat, toch in ons bezit was gekomen. J. W. H. PRINS. Voorzitter Afd. Haarlem der Ned. Ye» van Spoor en Tramwegpersoneel. INGEZONDEN ME DEI FeuïDieton '{Een avontuur van den Lachenden Kavalier). Naar liet Engelsch van BARONESS ORCZY. 72) Maar slechts enkelen. En of er wer kelijk groote voorraden, wapens en aimmitie in den molen verborgen wa ren, daar viel niets van te zeggen van buiten af. In ieder geval zag alles «r nu dood sell en verlaten uit. De bouwvallige molen stond op een hoog punt in de zandvlakte en be- heerschte ais liet ware de Veluwe. In liet westen, waar de Stadhouder vandaan zou komen liep de grond zacht glooiend naar beneden in de richting van Bameveld, Ede, Amers foort en Utrecht; maar aan den ach terkant van liet gobouw, naar het oosten toe, was de helling steiler; er 'G£ een smalle vallei vlak achter. In deze vallei, verborgen voor do toerende oogen dor spionnen, had Stoutemburg gekampeerd voor hij naar Amersfoort optrok en hier liet «ij nu ook weer het grootste deel van zijn troep ouder hevel van Nicolats Beresteyiiy; hij zelf nam met een lijf wacht van vijftig man zijn intrek in den ouden molen. Zijn plan was eenvoudig genoeg. De vijftig man zouden zich in en rond om het gebouw verborgen houden, totdat de Stadhouder kwam. Deze zou niemand zien, denken dat de molen verlaten was en regelrecht in de val loopen. Bij het eerste schot moesten de manuien die beneden in de vallei kampeerden met veel wapengekletter en krijgskreten den heuvel opstor men. De troepen van den Stadhouder, die in 't geheel niet op zulk een aanvul waren voorbereid zouden in de groot ste verwarring geraken en in de pa niek die onherroepelijk volgen moest, zou de overwinning niet moeilijk zijn. Stoutenbuijg zou er zelf voor zorgen dnt de Stadhouder niefc kon ontsnaip- pen. Welkom thuis! was zijn half iro nische triomfantelijke begroeting van Gilda geweest, toen haar koets stilstond on hij van zijn paard kwam haar den molen binnen te bren gen. Zij gaf ge ai antwoord maar Het haar hand in de zijne rusten en liep met vasten trod door de nauwe deur die toegang verschafte tot het inwen dige van den molen. Zij keek onder zoekend om zicli heen, zonder oon zweem van angst TTet scheen zelfs wel .(sof ze een oogi-iibhk glimlachte. Zag zo m haar herinnering toen dien anderen molen in Rijswijk, waar drie maanden geleden zooveel ge beurd was en waar deze verwaande tyran zulk een treurige rol gespeeld had.' Misschien. Het is zeker dat ze zich rustig tot hem wendde en op liendelijken toon sprak. Ik ben erg moe, zeide ze met een zucht eu zou gaarne wat alleen wil len zijn, als u mij toe wilt staan dat mijn kamenier mij helpt? Uwe wenschan zijn wet voor mij, antwoordde hij opgewekt. lk ver zoek u dit vervallen gebouw alleen als eon tijdelijke verblijfplaats te be schouwen, waar hektas, niets gedaan kan worden om het u behagel ijk te maken. Ik hoop dat ge niet door de koude zult lijden. Natuurlijk zal ik u all eon laten. De zolder, bovenaan die smalle trap, staat geheel tot uwe beschikking en uwe kamenier zal on middellijk bij u komen. Hij riep dadelijk aan de deur 6n een oogenblik later verscheen Maria. Stout«nbura had Gilda intusschen bij ie smalle trap gebracht die naar den zolder leidde, flij bleef beneden staan en sloeg haar aandachtig gade, ter wijl zij kalm on rustig dc treden op ging. Wat zijt ge verstandig, mejuf frouw, zeide hij met een zucht van van voldoening. En wat zijt ge be koorlijk. Zc draaide ztcii even om cn keek op liem neer. Maar hij kon do uitdruk king van baar oogen niet verklaren. Nog nooit bad hij haar zoo mooi go- vonden. Tegen den donkeren, achter grond van die oude muren zag zo er als een teeire elf uit; haar hoofd was in een kap gewikkeld, waaruit haar kleine, ovale gezichtje te voorschijn kwam, zacht roso gekleurd als fijn poreelein. De groote bontmantel verborg de lijnen van haar elegante figuur, maar een hand rustte op de trapleuning en de andere zag hij als eon bloem tus- schen de plooien vaai den mantel. Hij had al zijn koele verstand noodig om te bedenken dat hij nu in de eerste plaats moest deuken aan het gevecht dat misschien over een paar uur al geleverd zou worden en waarvan zijn toekomst afhing. De blik waarmee hij haar aankeek was meer die van een overwinnaar clan van een minnaar. Do titel van het Engelsche tooneelatuk kwam hem plotseling weer in de gedachte: „De getemde feeks". Nioolaes had gelijk ^eliad. Vrouwen geven niets om zwak- kelingon. Zij voelen veel meer voor een man die haar de baas is. Met een enkel woord waarschuwde hij haar voor zo uit het gezicht ver dween. Straks zal er gevochten worden, zeide hii op onverschilligen toon. Gij behoeft u er niet ongerust over te schijnlijk. Slechts een naar musket schoten. Zult go niet bang ziju? Neen, antwoordde zij eenvoudig. Ik zal aiet bang zijn. Cc zult hior bij mij veilig zijn tot we onze reis naar bet oosten of r het zuiden kunnen voortzetten. Dat hangt er v.niaf hoe de Berg opge schoten is. Ze knikte even ten teeken dat ze hem begreep. Ik zal mij gereed houden, eei- de ze. Aangemoedigd door haar vriende lijken toon ging hij voort: En als wij hier samen vandaan gaan zal er een renbode naar Amers foort vertrekken met het bevel voor Jan om de stad te ontruimen. De bur gemeester zal aan zijn onderdanen kunnen verkondigen dut zij niets te vreezen hebben van een ridderlijken vijand die hun persoon en hum eigen dom zal respectvoren en die de poor ten van Amersfoort zai uitgaan niet even leege handen als waarmee hij 'gekomen Is. Toen boog hij diep en eerbiedig voor haar en ging op zij om Maria gelegenheid te geven haar meesteres te volgen. Gilda had zijn laatste toe spraak beantwoord met een nauw hoorbaar: Dank u, mijnheer. Toen liep zo vlug de trap op en verdween op de verdieping boven hem. Eon poosje bleef hij doodstil staan uRerde naar naar voetstappen op don zolder. De uitdrukking zijn magere, scherpe gezicht was nu vol komen tevreden. Succes eindelijk volledig succes. Nog geetn veertien da gen geleden was liij niets dan een te« leurgestelcSe zwerveling zonder te huis, zonder familie of vooruitzich ten, verafschuwd door de vrouw dia hij liefhad en door Diogenes, ziju grootsten vijand; een vogelvrij ver- klaarde in zijn eigen geboorteland. Nu was zijn medeminnaar dood en ieder eerlijk man zou hem verach ten niet eous medelijden mot hem hebben; en Gilda was bereid zijn vrouw te worden. En hij had alle hoop op het Stadhouderschap over de Ver- eonigde Provinciën. 5. En nu was het over twaalven en er heerschte absolute stilte zoowel ln, als buiten den molen. Stoutenburg had eon tijd staan praten met den offi cier die. hot bevel had over zijn lijf garde en liad zelf gezorgd dat do mannen veilig verborgen werden ach- ter ln den molen. De paarden ware»r naar het kamp gestuurd om te belet ten dat er, voor het goade oogenblik waa aangebroken, alarm werd ge go vern. Twee mannen liet hij op het uit gebouwde deel de wacht houden en uitkijken in dc richting waar dc Stad» houder vandaan moest komen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 13