OM ONS HEEN LuitsnSendssh Overzicht HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 27 SEPTEMBER 1921 TWEEDE BLAD Holland tusschen Maas en IJ. Een te uiigeöraidu tentoonstelling Joost Jauss BeelSsnyaer Kaartenzien Droogmaking van ne Haarlemmermeer. het Stedelijk Museum te Am- is. Dat is bij voorbeeld het geval met sterdam is een tentoonstelling inge richt over liet bovengenoemde onder werp- Natuurlijk zijn het voorname lijk kaarten (ter opluistering dienen modellen van molens, scheepjes enz.) en allicht zou de leek die er binnen komt, verward door de groote hoe veelheid kaarten en zijn eigen gebrek nan kennis, spoedig weer op de vlucht gaan. Blijkbaar heeft het Koninklijk Node rl andsch Aardrijkskundig Ge nootschap, dat de tentoonstelling or ganiseerde, dit gevaar voorzien en daarom in den catalogus een toelich ting doen opnemen, waarvan ik niets anders zou willen en mogen zeggen, dan dat zij zeer belangrijk ie. Alle lof aan Dr. A. A. Beekman, die het stuk schreef. Maar één gebrek heeft het: 't is te uitvoerig. Stel u een wel willend bezoeker voor, die vol belang stelling, maar geen lcaartenkenner ls: hij koopt een catalogus en treedt de tentoonstellingszalen binnen. Al gauw heeft hij behoefte aan meer toe lichting, dan die bij do nummers zelf gegeven wordt, dus slaat hij de in leiding op en wordt tot zijn ontzetting gewaar, dat die 161 bladzijden be slaat. Het duizelt hem, hij kijkt de honderde kaarten en daarna de bijna honderde bladzijden lectuur eens aan tn slaat tóch op de vlucht, om het boekdeel eerst eens door te wer ken, voordat hij zich aan de beschou wing van de kaarten waagt. Maar de uren zijn kort en het leven is druk en zijn tweede bezoek wordt op de rekening der eeuwigheid afgeboekt. Als deze soort van tentoonstellin gen bestemd ie voor nog anderen dan do deskundigen (en ik kan mij niet voorstellen, dat het Aardrijkskundig Genootschap bij voorkeur open deu ren bestormt) dan lijken zo mij te uitgebreid. Wordt een expositie als deze in drieën gesplitst, dan kan ook de toelichting veel kleiner zijn en neemt de ontwikkelde leek er ze- kor veel meer dan thans, van mee naar huis. Ook de tentoonstelling zelf zou er bij winnen. Alen zou niet meer allerlei interessante inzendin gen zoo hoog behoeven te hangen, dat zij feitelijk niet behoorlijk kun nen worden bekeken, noch andere bijdragen van be teelten ia behoeven weg te bergen Ln portefeuilles. Het zal dan wat langer duren, voordat een onderwerp is afgehandeld, maar daar de oudste kaart dateert uit de 14de eeuw, is er klaarblijkelijk geen haast bij de zaak. En nog berust die oudste kaart op fantasie. Ze is niet in dien tijd vervaardigd, maar geconstrueerd naar gegevens uit die dagen, welke misschien niet alle voor onomstoote- lijk waar kunnen gelden, al kan na tuurlijk uit oorkonden, giftbrieven en dergelijke veel worden afgeleid. Een zeer belangrijke, authentieke kaart van Noordholland en Westfriesland is die van Joost Jansz, bijgenaamd Beeldsnijder uit het jaar 1575. Jan van Jagen heeft die in 1778, naar hij zelf verzekert „met alle nauwkeurig heid", gevolgd en het is deze kaart, die 6impeltjes op wit hout geprikt, al dodelijk op de tentoonstelling de aandacht trekt. Het nut van een expositie als deze is natuurlijk vooral aardrijkskundig en historisch, maar blijft daartoe toch niet beperkt. Van groot belang is het, dat ook om practische rede nen het onderwerp in studie blijft, vooral in ons land, waar zoo vaak water in land veranderd werd, ter wijl de grootste onderneming die ooit werd gezien, vóór do deur staat, de droogmaking van de Zuiderzee. Wij hebben nog niet vergeten, dat de droogmaking van de Haarlemmer meer in zoover een teleurstelling is geweest, dat op verschillende plaat sen de hoedanigheid van het land ver beneden de verwachting bleef: Zuivere aanteekening en vergelijking is ook nuttig in verband met eig>en- aardige krachten der natuur: door inklniiüng daalt dc bodem „sommi gen zeggen dat de zeespiegel rijst) anueren daarentegen beweren dat ei een z.g. seculaire daling bestaat, dat wil zeggen één, die alleen in het lange tijdsverloop van een eeuw kan wor den opgemerkt. Wat liet bekijken van deze kaarten niet gemakkelijk maaikt is, dat er vele zijn geteekend met het Noorden onder en het Zuiden boven,- terwijl ons oog het tegenovergestelde gewoon een kaart van de landen en merc-n, gelegen tusschen Amsterdam en Half weg uit 1564 eigenaardiger nog is een kaart van 't baljuwschap van Kennemerland, die overdwars getee kend is. Bijzonder aardig is een kaart uit 1627 „van den dorpe van Spaem- damme, alsoe hotselve tegenwoordlgh gelegen is en de met eijne huysen be timmert staet" het wordt bijna een schilderijtje om te zten, hoe het dorp geschaard is als 't ware om de vermaarde kolk heen. Zeer eigenaar dig is een handvest van Graaf Floris V omtrent de afdamming van hot Sj>aarne en de vestiging van een, heemraadschap van den Spaarndam. Natuurlijk is op do tentoonstelling veel over onze 6treek te zien en bo vendien was Dr. Beekman in do in leiding mild inet zijn medecleelingcn over de contrije van Haarlem; zelfs gaat bij vrij uitvoerig de stichting van dc stad en de geschiedenis van hare waterkeering na. Uitgebreide bijzon derheden worden ook gegeven van de Haarlemmermeer, waarvoor op de tentoonstelling heelwat wand vlakte is ingeruimd. Dat meer, ook wel het Groote Meer genoemd, stond door het Spaarne in verbinding met het Y en moet een buitengewoon woeste watervlakte geweest zijn. De schipperij, gedwongen als zij was om dien weg naar het zuiden, via Gouda, te kiezen, had noch met de Haarlem mermeer, noch met het Y veel op; dc Haarlemmermeer was don ook een echte landverslindster, zóó erg, dat omstreeks I486 het dorp Nieuwerkerk door de bevolking moest worden ver laten, omdat het op 't puint stond, door de golven te worden verzwol gen. Toen eenmaal de plaats ont ruimd was, ls het vonnis spoedig vol trokken. Om het voortgaan van den afslag, zegt Beekman, tegen te gaan, „werd wel hier en daar eenige ver dediging met hout en puin aange bracht, maar deze was onvoldoende. Waarschijnlijk nam men geen krachtiger middelen ie baat. omdat pas twee eeuwen later, in 1839, de ge- Beemster in 1G12 en de verschijning van het Haerlemmer-Meer-Boeck van Leeghwater, er ernstig over dacht, om ook het Haarlemmermeer te gaan droogmaken." Als wij bedenken, dat pas twe eeuwen later, in 1839, de ge dachte uitgroeide tot een besluit, dan is het eigenaardig om dat te lezen. Allerlei kleingeestige bezwaren wer den geopperd: Leiden was bang voor sohade bij het verdwijnen van do vis- scherij op het Meer en Haarlem vreesde voor het omliep worden van het Spaarne,a.ls een kanaal naar zee met uitwateringssluizen naar Katwijk zou worden aangelegd. Dua kwam ei niet van. En er verliep heelwat tijd, vóórdat besloten werd om het meer te bedwin gen, want eerst in 1767 werd een ste vige dijk gemaakt aan den zuid oostkant. Het werk kostte, voor dien tijd, handen met geld, maar 't loonde de moeite, want tot de droogmaking toe heeft het Meer nog maar weinig uitbreiding gekregen. Dat droogmaken was al lang be kend en verricht. Waarschijnlijk al ln de 14de eeuw voor het eerst, met kleine stukken land, die roisscli wel aan particulieren hebben toebe hoord. Het werd dan met lage kaden van het omringende water afgeschei den en het overtollige water op de meest primitieve manier uit den nieu wen „polder'1 verwijderd, namelijk met handmolens, paardenmolens zelfs met hoosbakkc-n. De uitvinding van de windwatermolens dateert van de 15de eeuw en het eerste stoomge maal, van 1776, stond te Rotterdam en heette de „vuurmaohine van Ste ven Hoogendijk". Er ligt een teeke- ping van op de tentoonstelling. Groot succes kan deze evenwel niet gehad hebben, want toen in 1821 baron van Lyndem van I-Iemmen een verhande ling over de droogmaking van de Haarlemmermeer schreef, trok juist daarom bijzonder de aandacht, omdat daarin voor het eerst do ge- heele windbeinaling verworpen en stoombemaling voorgesteld werd. Toch zou miss cl den ook toen nog niet aan de droogmaking begonnen zijn, wanneer niet inderdaad Meer het te bont had gemaakt: Nov. 1836 joeg een zuidooster storm het Meerwator over kaden en wegen tot aan de poorten van Amstord: en met Kerstmis van hetzelfde jaar f raakte een gedeelte van Lelden onder water, bij een orkaan uit hei noord oosten. Naar dezen baron Van Lyndem is een van de drie stoomgemalen ge noemd, die na de droogmaking het overtollige water verwijderden de twee andere zijn genoemd naar den man, die den eersten stoot tot d» droogmaking gaf, Leeghwater en naar den landmeter Krukius, die zich later Cruquius schreef on die veel tot het plan van droogmaking bijge dragen heeft. Maar ook de stoom, 'destijds een gewaagde nieuwigheid, is alweer achterhaald. Do Lynden ia geèlectri- fioeard en de Cruqutua ia niet meer geregeld In t werk, maar dient ais Laat ik aan de iiriciding nog deze bijzonderheid ontlecnen, dat de opper vlakte van den polder binnen de Ringvaart 18277 hectare bedraagt; het geheele werk van de droogleg- I ging heeft f 13.789,377 gekost. Wie nu deze en andere bijzonder heden kent, beziet met veel meer be langstelling de kaarten in het Am- sterdamsclie Museum, zij worden voor. hem als 't ware levend. Vooral om dat menige kaartenmaker met groote liefhebberij gewerkt en ware kunst werkjes geschapen heeft. Van pre ciesheid, van kleur of van opvatting. In een volgend nummer^zal ik nog enkele opmerkingen maliën over deze tentoonstelling. Dr. Beelunan houdt op vier Zaterdagen te 2 uur rond gang oi) de tentoonstelling en lezin gen, namelijk over de onder weipen het polderland, het ontstaan en de droogmaking van het Haarlemmer meer, de waterkeering langs liet Y en de Mans en de waterwegen door het oude Holland. De toegang tot de tentoonstelling is vrij. J. C. P. Rubriek voor Vrouwen. OVER VERLICHTING. Eloctrlcllelt. Kaarson en schemerlampen. Te sohol licht. Roukvaatjes. Wanneer wij tegenwoordig bij het binnenkomen in een kamer het knopje van het electrisch licht maar even be hoeven om te draaien om hot geheele vertrek te verliohten, denken wij er meestal weinig bij, hoe betrekkelijk kort geleden de verlichting in de huizen nog zeer schaars was. Alleen wan neer het ons noodgedwongen eens overkomt om bijvoorbeeld kaarsen te moeten branden omdat het licht wei gert, dan merken wij weer hoe groot de vooruitgang op dat gebied toch wel is. Want wie zou tegenwoordig nog bij een enkel kaarsje kunnen of willen werken Bn dan zijn de tegenwoordige nog zoo oneindig veel bc-tcr dan cie vetkaarsen, d'ie telkens gesnoten moee ten worden en die lang niet altijd een pleizierige geur verspreidden. Toch zijn er nog wel speciale geval len waarin wij de kaarsen verkiezen boven het electrisch Jicht, omdat het een zooveel zachter en gedempter schijn verspreidt. Wat vaak aanleiding geeft tot grooter gezelligheid. Maar dan moet men vooruit wel weten, dat cr niet geschreven behoeft te worden, want anders 13 al dat mooie licht maar lastig. Zoo is het vooral bii avondvisi tes en soupers altijd zeer in trekhet zachte, gele licht maakt de omtrekken van alio voorwerpen in de kamer wa ziger en de hoeken vervagen er door. Het schijnt intusschen meer speciaal een liefhebberij van vrouwen te zijn dan van mannendeze laatste houden meer van een helle belichting cn zij vinden dat schemerlicht hinderlijk, om dat zij er niet voldoende bij kunnen zien naar hun zin. De kaarsen verlichting heeft ook iets zeer intiems bij een middag- of avond theevisite. De gastvrouw behoeft cr werkelijk geen kan-aeiaars voor aan te schaffen wanneer zij die niet heeft -. een oud-porceleinen theebus of een vaasje- kunnen evengoed dienst doen om gezelligheid zeer te verhoogen. Voor haar, die Ln,het bezit van eenige schemerlampen zijn, is .dit ook altijd een aardige verlichtingwanneer een der lampen in de buurt van buffet uf theetafel wordt gezet en de andere dan in den donkersten hoek, dan geeft dat vaak dezelfde intieme sfeer, ads met kaarsen. Br mogen echter niet te licht sterke lampen gebruikt worden, an ders wordt het licht gauw te overvloe dig en daardoor hinderlijk voor de oogen. Dit is trouwens een der onaangena me dingen van kunstlichtdoor het verkeerd hangen van een lamp, kan de lichtbron te veel in de oogen schijnen, wat natuurlijk in het geheel niet goed is. Veel leveranciers raden dan ook al aan om electriscbe lampen te nemen een matglazen puntof dit nu echter wel veel helpt, hebben wij nooit kunnen bemerken, wel dat het schijn sel op de tafel eronder beter on aan genamer is. Bij piano- en bureau-lam pen is de hinderlijkheid nog grooter, omdat hier de lamp zoo vlak bij het muziekboek of bij het schrijfwerk staat: daarom worden deze den laat- sten tijd met twee zoogenaamde „knie tjes" gemaakt, die ervoor dienen om de lamp naar willekeur te verstellen, zoo dat 't licht alleen op het boek valt en de oogen in de schaduw van het kapje blijven. Het Soya-kruïkje dat zoo uitstekend als kandelaar dienst kan doen, is ook geschikt om er een electrisch lampje van te maken. Opzij, onderin wordt een gaatje geboord, waardoor de draad naar boven worat getrokken en hier bevestigd aan de fitting voor 't lampje. Van ijzerdraad kan uitstekend een ge raamte voor het kapje gefabriceerd wordeneen nauwe cirkel rust op den bovenrand van dc hals van het kruikje hiervandaan loopen eenige stralen ijzerdraad naar een grootere cirkel, en twee punten hiervan worden telkens verbonden door half-bolle lijnen. Om het stijf met eon of andere zijde tc overtrekken, is dit eigen fabrikaat waarschijnlijk niet nauwkeurig ge noeg, maar er kan heel goed een klein, gebatikt zijden zakdoekje overheen worden gelegd. Dit wordt dan boven aan, desnoods met een enkele steek vastgelegd om het verschuiven to voor komen, en aan de vier hoeken ver zwaard met oen paar houten kralen. Een lampje met een lichtsterkte van vijf en twintig kaars is hiervoor ruim schoots voldoende; zulke kleine lamp jes moeten niet te veel lioht versprei den. Is het lampje te hoog en vreest men voor omvallen, dan is het <le een voudigste manier om het kruikje met eenige kiezelsteenen of wat fijn, droog zand te verzwaren. Op deze manier kunnen van aardige, kleurige kruikjes, die niet te groot en te plomp zijn, heel goed schemerlampjes gemaakt worden. Over liet algemeen is een lamp van honderd kaareen voldoende voor een kamer waarin gewerkt wordt. Het is maar lastig om gewend te zijn aan vee! meer licht, want komt men dan eens bij anderen, die met wat minder tevreden zijn, dan heeft men direct het gevoel alsof het to donker is voor de oogen. Een luxueus artikel is nog het reuk vaatje, dat meestal een zeer bescheiden parfum verspreidt. Het voorwerpje is meestal van een of ander mooi aarde werk gemaaktbinnenin bevindt zich een lampje cn wat reukwater. Wordt nu liet lampje ingeschakeld, dan •ordt het water warm en verspreidt „en fijnen geur. Voor het verdrijven van een benauwde etenslucht uit een kamer zijn deze reukvaatjes erg ge schikt, maar zij zün nog wel wat heel duur in den aanschaf. De tijd echter, est electrisch licht tot de luxe-artikelen behoort, is voorbij, en in de nieuw© huizen komt het allemaal den laat sten tijd. Vandaar dan ook, dat er vanzelf op den duur wel meer goedkoops artikelen op dit gebied zul len komen en in ieder geval kunnen wij ze soms nl heel geschikt zelf maken, zondier dat zij zoo duur worden. E. E. PEEREBOOM. DE TOESTAND IN IERLAND. Het a.s. antwoord aan Da Valera. Venvacht wordt zoo lezen wc in een telegram uit Londen dat de nota «ter regeering aan 11© Valera do zen Woensdag zal bereiken. De be woordingen zijn nauwkeurig door elk lid iler regeeriag overwogen. Daar eenige ministers te Genève of in an dere plaatsen buiten Engeland ver toeven, is vertraging onvermijdelijk- 11 et zou onjuist zijn uit deze vertra ging af te leiden, 'dat de nota uitvoe rig zal zijn of een polemisch karakter zal dragen. Zij zal stellig kort en ter zake zijn. Lloyd George's antwoord. De „Daily Express", verneemt, dat act laatste antwoord van de regeering aan de Valera in hot algemeen eon verzoenenden geest ademt, doch zeer stevig gesteld is. Het is editor in geen geval con ultimatum. Do rogeering maakte bekend, dat er alle ro den was om to hopen, dat een bevredigen de oplussmg van het vraagstuk zou wor den verkregen. Churchill over het lersche vraagstuv. De minister van kolonian Winston Ohurchiil hoeft t© Dundee, zijn kies district, 'oor ec-n gehoor van ongeveer vijfduizend personen een rede gehou den, waarin hij uitvoerig dc Icrsche kwestie besprak. Een groot aantal werklouz;ci demonstreerden buiten t vergudoringgebouw tegen den minis ter en trachtten de zaal binnen te dringen. Dit werd evenwel door de politie belet. Na afloop van de verga dering verliet de minister liet gebouw door een achterdeur en reed in een auto, vergezeld van politie, naar zijn hotel. inzake de kwestie heeft hij o.a. het volgende verklaard: i De regèerlng was zeer teleurgesteld over De Valera's afwijzend antwoord oj> het aanbod van Dominion Ilome Rule aan Ierland. Het aanbod was niet dat van een partijrege-irïng die een groote oppositie tegen zich heeft, doch gesoliieddo met instemming van do beide groote regeeringpartijen. Hot zou bij de bestaande regceringswetteu onmiddellijk kunnen worden uitge roerd. Dat het niet werd aanvaard, is ook t© betreuren, omdat liet constttution- neel is en in begin.vi tot de uiterste grens gaat. Indien liet wordt afgewe zen kan niets anders worden aange boden. Wel bunnen kleinigheden in sommige details van het aanbod wor den besproken, maar men moet vast houden aan liet beginsel van trouw aan den koning, hetzij als koning van Ierland, hetzij als koning van Groot- BrlttanniS. Dit is een cardinaal punt want het betreft ïerlands associatie met het En- gelsche gemeenebest cn daarvan zal de regeering geen duimbreed kunnen toegeven. Sjireker rond weinig grond voor het bestaande optimisme. Als ons aanbod werkelijk zou wordn afgewezen, ver volgde hij, dam zal onze houding niet aangenaam zijn. Wij zijn aam. het eind van ouzo concessies geltomen. Wat zou er het gevolg van zijn, in dien Ierland zich als een onafhanke lijke republiek vestigde? Dat zou stel lig tot een burgeroorlogaanleiding geven.Ierland zou in twee vijandelijke kampen worden verdeeld en er zou een werkelijke oorlog uitbreken Iede re Ier in het Britsche rijk zou een vijandelijke vreemdeling worden. Dat zou een afschuwelijk en absurd voor uitzicht zijn. Door Ierland souvereinc cn onafhankelijke rechten te geven zou liet Engelsche rijk worden uiteen- gescheurd. Eu in de naaste toekomst zou stellig een oorlog worden voorbe reid. Hoewel verlangend naar vrede en j vriendschap met het Icrsche volk, zou den wij in het uiterste geval toch al onze krachten inspannen. Een confe rentie is thans nog liet eenige middel, dat zulk ©en rump zal kunnen voor komen. De Valera heeft, hetzij vrijwillig, hetzij gedwongen, verklaerd, dat zijn gedelegeerden alleen een conferentie zouden kunnen bijwonen, als vertegen woordigors van een afzonderlijken en onafhankelijken staat. Ik ben bereid in ieder opzicht rekening te houden met zijn moeilijkheden. Ik kan u namens de regeering de verzekering geven, dat van onzen kant geen pedanterie, haarkloverij of woordenzifterij practische stappen naar den vrede zullen verhinderen. Doch ais het fundamenteel beginsel, waarvan wij niet afwijken, wordt aan getast, is het goed openhartig te spre- ktn. Dai is veel beter dan valsdio hoop te voeden. Ook is liet vee! beter, het duidelijk te maken, dat geen ver dere concessies kunnen worden ge daan. Tot zoover Churchill. Het merk waardige in zijn rede is, dat hij spreekt van trouw aan den koning als Koning van Ierland of van Groot-Brii- tanuië, een kwestie, die hij zeide. Muins niet dieper te kunnen bespre ken» Eon bcinontplGffins. Bij hel ontploffen van een bom te Bel fast Zondagnacht werden twee personen gedood en achttien gewond. Maandag zijn nieuwe troepen en antser-auto's te Belfast aangekomen 'en einde bij het handhaven der orde behulpzaam te zijn. Er werd opnieuw geschoten. Twee mannen met e n kaakfractuur zijn het hospitaal binnengebracht. Een groep arbeiders werd door de menigte aangevallen; verscheiden van hen wer den ernstig gewond. Tijdens de onge regeldheden werd c-r vrij veelvuldig op de soldaten geschoten, die zoek lichten gebruikten en nu en dan ge noodzaakt waren het vuur op de vijandige menigte te openen. HET OPTREDEN VAN FASCISTEN IN ITALIë. De „TLmes" verneemt uit Milaan: De leden van de Fransche militaire missie die door de Jtaliaansehe re geering is uitgenoodigd tot bijwoning .-an de herdenking van de nagedach tenis van de Fransche soldaten, die op Italiaan sell grondgebied zijn ge sneuveld, stond op liaar reis van Tu rijn naar Yenetic bloot aan vijandige demonstraties van een kleinen doch iuidmchtigei 1 troep nationalisten c-n fascisten. Toen de missie te Venetië de kerk van San Marco verliet, werd zij uitgejouwd. Een der betoogers werd door den Fransdien gezant te Rome Barrère, die bij deze plechtig heid tegenwoordig was, bij den kraag gegrepen. Het publiek was zeer ver ontwaardigd over het optreden der nationalisten. Generaal Diaz en de minister van oorlog spraken op het kerkplein de menigte toe en keurden hot optreden der bc-toogeu's af. Eenige betoogers zijn gearresteerd. HET SPAANSCHE OFFENSIEF IN MAROKKO MISLUKT? De „Intransigeant' publiceert een bericht van zijn particulieren corres pondent uit Portsay, dat het Spasti sche offensief in Marokko na ccn ge recht van 10 dagen is mislukt. EEN ALBANEESCHE AANVAL OP JOECOSLAVISCH CEBIED. Uit Belgrado wordt aan de Frank furter Zeitung'' gemeld: Troepen van de regeering van Tirana, die volko men op militaire wijze uitgerust en van artillerie voorzien zijn, zijn tor steriele van duizend man de demarca tie-Unie aan de Zwart Djin overge trokken en acht kilometer diep in Joegoslavië doorgedrongen. Dc zwak ke Joegoslavische bezettingen moeeten oor de sterkere Albaneesche troepen terugtrekken. Dc Joegoslavische regeering heeft gelast maatregelen te nomen om <Ie Albaneezen over de demarcatie-linie terug te dringen. Zij heeft de groote mogendheden en den Volkenbond van de herhaalde overvallen der Albanee- zen in kennis gesteld. EEN AANSLAC OP EEN FRANSCH KAMERLID. Een onbekende heeft te Darijs dr:e revolverschoten geiost op het Kamer lid IUvage, die een redo had gehou den ter gelegenheid van het overrei ken van een embleem aan een socio- listisclie vereeniging. liet Kamerlid is vrij ernstig aan het hoofd gewond. ARBEIDSONLUSTEN. Uit Hochst wordt gemeld: Zoowel Griesheim als in Hochst hebben de arbeiders ae toegangen tel de fabrie ken onder bewaking geplaatst en de employés belet binnen te gaan. De orde is overigens nergens verstoord. De onderhandelingen, welke door den Landraad en de wethouders van dc stad Hochst mei de vertegenwoor digers van het stakingsLtsiuur ei. ue ahreroenigingen hebben plaats gé- had, leidden tot een overeenkomst, volgens welke de waterleiding, de gas fabriek en de electriscbe centrale het k zullen Voortzetten. Eveneens zal gezorgd worden voor de voedering van dc paarden 111 de serum-afdee- liriig. Het oleum-bcdrijf, dat wanneer liet' eenmaal onderbroken is, slechts na maanden herval kan worden, blijft intact. Zooals men zich herinnert, hadden dc- arbeiders van de Gneshtlmér Wéf- ke en de llochstar Farbwcrke het di- 1 cctie-gebouw overvallen en dc direo tie concessies afgeperst. Dc verkge- versbond in de chemisclie industrie had daarop alle arbeiders ontslagen» DE DUITSCHE SOCIALISTEN EN DE VOLKSPARTIJ. l>e eerste officieel., tap tot vorming van een rageeringscoalitio \--.n sociaal democraten met de Dultsche volks* paitij is gedaan. Rijkskanselier dr. Wirth iicui de leiders van de coalitie-partijen tot een bespreking uitgenoodigd o;n met hen in de eerste plaats do fundanu-n- iceic vraag te overwogen onder welke voorwaarden de thans uit centrum, democraten en sociaal-democraten be sta an de rijks-regeering door toe-tre» ding van de Dultsche volkspartij zou kunnen worden uitgebreid. DE VERSCHILLENDE MOORD AANSLAGEN TECEN ERZBERCER. De „Fxeiheit" publiceert eenige pas sagets uit het bekende boek van Nos ke: „van Kiel tot Kapp waaruit blijkt dat reeds in 191'J ln Weunar een moordaanslag op Erberger word beraamd. Nosko spreekt van een offi cier, die hem op zekeren (lag verwij ten over het vredesverdrag heeft ge maakt en daarbij over Erzberger heeft gesproken, zooals hij in de D u Osch-n at ion ale pers had gelezen. Verder zegt Noske. „Den volgenden nacht trachtte een officier met (vuige soldaten in liet slot te Weimar tot de •ertrekken van Erzberger door te dringen, nadat hij te voren in ver schillen de hotels naar Erzberger had gevraagd. Daar dc lieden knuppels droegen, was er wel geen sprake van, dat in geval een ernstige moordaan slag was beraamd, muur laet was een poging om Erzbergor lastig te vallen, die in elk geval ten scherpste moet worden veroordeeld. Erzberger kon het slot ongehinderd verlaten. Toen ik van de zaak hoorde, dacht ik onmiddellijk aan mijn officier. Wie het onderzoek naar den beraamden overval heeft geleid, weet ik niet en an een resultaat heb ik niets verno men". De „Freiho-it" vult de rot-dedceliit gen van Noske aan cn zegt: „Erzber ger luchtte toeoi voor de rijksweer naar Berlijn, waai' inmiddels reeds den volgenden dag loden van de rijks- wo;r trachtten hem in zijn werkka mer aan hel ministerie van financiën door geweerschoten en in zijn sluap- kamer door hangranaien te dooden". Noske gaat verdei- voort: „Na eeni ge weken zag ik in de nationale ver gadering den jongen officier' weer. Toon ik hem op den mn af zei, dat h ij medeplichtig was aan eten misluk ten aanslag op Erzberger, zeide hij. ir y i i H t o n 4) Beide vrienden moesten erkennen, dal het plan uitstekend was en nadat de graaf hun verder aangeduid had, hoe zij het poortje konden bereiken, gingen zij met een stevigen handdruk heen. Graaf do Tournol bleef alleen achter en hij beide Ferdinand, die weldra wist, wat hem te doen stond. II ij begreep wel niet, waarom de twee hoeren op zoo geheimzinnige manier in de vertrekken van zijn meester ge bracht moesten worden, maar als goed bediende vroeg hij goc-n redenen, doch verklaarde slechts, dat alles zou geschieden, als de graaf het bevolen had. Intusschen waren lord Nibblington en baron de Linar ont bij mogelijke verspieders geen argwaan te wekken te zamen naar hun club gegaan, van waar de eerste spoedig weder heen g:ng, terwijl de baron er nog een uurtje bleef. Zij hadden afgesproken v.aar zij elkaar, tegen «lat het duister werd, weder zouden ontmoeten en te gen dien tijd waren zij beiden ter plaatse aanwezig in zeer eenvoudige kleediing. „Ik heb mijn revolver bij mij gesto ken", zei do Linar. „Ik ben ook gewapend", antwoord de lord Nibblington, terwijl zij voort liepen, „en ik hoop vurig, dat er de zen nacht iets gebeuren moge. Gij kunt niet golooven hoe opgewekt ik mij gevoel, nu wij een gewichtige en gevaarlijke taak aanvaard hebben. Het is toch maar waarheid, dat het gevaar iets verlokkends heeft". „Ik zou ook niets zoo onaangenaam vinden, dan dat al onze moeite tever- geefsch zou zijn. Maar geloof me, als gij, evenals ik, die dame gehoord hadt, gij zoudt overtuigd zijn, dat dit allee groote ernst is". „Ik bon cr van overtuigd", ant woordde de lord. „Ik gaJ duizend gulden om te we ten, wie de dame ls, die mij waar schuwde en in welke betrekking zij staat tot de moordenaars, die zich zelf den naam „Broeders des Verderfs" gegeven hebben". „Wij zullen niet rusten voor alles is opgelost, voor wij ook het meisje kennen, dat de Tournel uit hun han den gered heeft. Als dat meisje haar spraakvermogen terug kreeg, mis schien dat wij dan achter TO?1 gehei men komen zouden van de schurken, die Parijs onveilig maken". „Waarschijnlijk is. het juist daar om, dat de schurken de Tournel uit deai weg willen ruimen en zoo spoe dig mogelijk. Zij vreezen natuurlijk, dat het kind hunne geheimen verra den zal". De beide vrienden bereikten zoo met eikaar sprekend, de tuindeur waarvan do graaf gesproken had en daar wachtte Ferdinand hen reeds. Hij geleidde hen naar de vertrekken van zijn meester, zonder dat zij door andere bedienden werden opgemerkt. Graaf de Tournel heette hen liartelijk welkom. De terugkomst van zijn bond- genooten verheugde hern, want hij ge voelde zich belvlemd. Hij was volstrekt niet bang, doch de gedachte, dat ieder oogenblik de hand eens sluipmoorde naars hem kon troffen, werkte toch niet opwekkend. Het gevaar Ledreig- de hem, doch hij wist niet in welke gedaante cn juist het geheimzinnige folterde hem. Hij bekende dit open hartig aan zijn vrienden dook lord Nibblington antwoordde: „Kom, gij loopt weinig gevaar. Een gewaarschuwd man, zegt liet spreek woord, telt voor twee en hier zijn we met z'n drieën gewaarschuwd en wel gewapend. De Broeders des Verderfs meenem u alleen aan tc treffen, doch het zal hen niet meevallen". „Ja, ja", zei nu de 'Linar, „Nib blington heeft gelijk, de onbekende dame heeft ons wel een groot en dienst bewezen met haar waarschuwing, hot» wel de inlichtingen vollediger hadden kunnen zijn". „Ik vermoei nu al alnds een uur mijn hei-senen met de vraag, wie zij zou zijn, die zooveel belang ln mij stelt. Zij moet van zeer nabij met de Broeders bekend zijn", merkte de Tournel op. „Dat schijnt inderdaad liet geval", antwoordde lord Nibblington, „doen ook dit raadsel zullen wij oplossen". „Tuten wij het hopen", sprak de Linar. De vrienden zetten zich nu om af te wachten, wat er gebeuren zou. Zij kortten zicli don tijd met het ontwer pen van allerlei onderstel lin gen, de een al onmogelijker dan dc andere, aangaande de wijze, waarop de Broe ders des Verderfs trachten zouden de Tournol te dooden. Al liun onderstel- tin gien evenwel moesten zij weder ver werpen en hoe langer liet wachten duurde, hoe later en stiller 't werd, des to zenuwachtiger govoeldcn zij zich. Geen vrees bekeerschte de drie moe dige mannen, maar de wetenschap, dat een onzichtbaar gevaar lien be dreigde, beklemde hen. Eensklaps sprong de Linar op. „Luister", riep hij, „wat is dat?" Men luisterde en zwak klonk nu op straat de jammerklacht van ecvi vrouw. „Open liet raam", riep de Toumel. „cn laat ons zien, wat dit beduidt Maar de Engelschnp'ui weerhield zijn vrienden en zei: „Om hemels wil, doe dat niet „mis schien is het een list om u naar bui len te lokken. Wie weet of tegenover uw raam niet de moordenaar staat, gereed om u een kogel in het hart te jagen". Deze opmerking hield de beide an deren terug, niets was waarschijnlij ker dan dit Het weeklagen der vrouw was misschien êen sluw bedacht mid del van de moordenaars om den graaf, hun vijand, onder schot te krijgen. Was dit de bedoeling dan bleef het middel zonder uitwerking, want de drie vrienden bloven van het raam verwijderd en )Ciloonden zicii niet. Maar liet kostte hen moeite, want nog hooiden zij oen angstig geroep om hulp en hun ridderlijke deugd ge bood hen, do vrouw, die om hulp smeekte, te gaan helpen. In alle an dere omstandigheden zouden, zij dnn ook niet geweigerd hebben, en met den degen in de vuist op straat ge sneld zijn, om te zien wat er gaande was. „Het wordt mij te erg", zeide de graaf de Tournet, „zal ik voor mij') huis een vrouw laten mishandelen. Neen, dat strijdt tegen mijn eer. ga zian, of miin hulp noodig is. Wie weet, ls hot misschien niet de vrouw, d'.e ons voor dc „Broeders des Ver derfs"' gewaarschuwd heeft". „Welaan, draai hot licht neer zei de nu lord Nibblington, „ik zal voor zichtig een raom openen en uitkijken, wat het is. Gij, de Tournel, gij zult u Sn geen geval vertoonen". Deze wilde hiertegen nog iets in brengen, maar reeds had de lord het licht uitgeblazen en in het donker hoorden de beide anderen, dal hij zacht een raam opende. Hij meende nu op straat te zteii, zonder gezien te worden, maar pas had hij het hoofd buiten gestoken cn trachtte hij met zijn oogen de duisternis te doorboren toen eensklaps een fel licht op liern gericht werd. Onwillekeurig hield de lord de hand voor de OOgen om het licht af te weren, maar op hetzelfde oogenblik was het licht weder verdwe nen. De lord had één oogenblik in een helderen lichtstraal gestaan. „Terug!" riep ue Linar docdelijk ontsteld en lord Nibblington gaf daar- aan gehoor en sloot dc blnnenlui- ken. ,,Z.ij gij gedeerd?" vroeg de Toup- neJ met angst in zijn stem. „Volstrekt niet", antwoordde zija vriend kalm, „maar is cr iets ge beurd. Hebt gij iets bemerkt? Plotse ling werd het licht 0111 mij, meer weet ik niet". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 5