OM ONS HEEN
LuitsnSendssh Overzicht
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 27 SEPTEMBER 1921
TWEEDE BLAD
Holland tusschen Maas en IJ.
Een te uiigeöraidu tentoonstelling Joost Jauss BeelSsnyaer
Kaartenzien Droogmaking van ne Haarlemmermeer.
het Stedelijk Museum te Am- is. Dat is bij voorbeeld het geval met
sterdam is een tentoonstelling inge
richt over liet bovengenoemde onder
werp- Natuurlijk zijn het voorname
lijk kaarten (ter opluistering dienen
modellen van molens, scheepjes enz.)
en allicht zou de leek die er binnen
komt, verward door de groote hoe
veelheid kaarten en zijn eigen gebrek
nan kennis, spoedig weer op de vlucht
gaan. Blijkbaar heeft het Koninklijk
Node rl andsch Aardrijkskundig Ge
nootschap, dat de tentoonstelling or
ganiseerde, dit gevaar voorzien en
daarom in den catalogus een toelich
ting doen opnemen, waarvan ik niets
anders zou willen en mogen zeggen,
dan dat zij zeer belangrijk ie. Alle
lof aan Dr. A. A. Beekman, die het
stuk schreef. Maar één gebrek heeft
het: 't is te uitvoerig. Stel u een wel
willend bezoeker voor, die vol belang
stelling, maar geen lcaartenkenner ls:
hij koopt een catalogus en treedt de
tentoonstellingszalen binnen. Al
gauw heeft hij behoefte aan meer toe
lichting, dan die bij do nummers zelf
gegeven wordt, dus slaat hij de in
leiding op en wordt tot zijn ontzetting
gewaar, dat die 161 bladzijden be
slaat. Het duizelt hem, hij kijkt de
honderde kaarten en daarna de bijna
honderde bladzijden lectuur eens aan
tn slaat tóch op de vlucht, om
het boekdeel eerst eens door te wer
ken, voordat hij zich aan de beschou
wing van de kaarten waagt. Maar de
uren zijn kort en het leven is druk
en zijn tweede bezoek wordt op de
rekening der eeuwigheid afgeboekt.
Als deze soort van tentoonstellin
gen bestemd ie voor nog anderen dan
do deskundigen (en ik kan mij niet
voorstellen, dat het Aardrijkskundig
Genootschap bij voorkeur open deu
ren bestormt) dan lijken zo mij te
uitgebreid. Wordt een expositie als
deze in drieën gesplitst, dan kan
ook de toelichting veel kleiner zijn
en neemt de ontwikkelde leek er ze-
kor veel meer dan thans, van mee
naar huis. Ook de tentoonstelling
zelf zou er bij winnen. Alen zou niet
meer allerlei interessante inzendin
gen zoo hoog behoeven te hangen,
dat zij feitelijk niet behoorlijk kun
nen worden bekeken, noch andere
bijdragen van be teelten ia behoeven
weg te bergen Ln portefeuilles. Het
zal dan wat langer duren, voordat
een onderwerp is afgehandeld, maar
daar de oudste kaart dateert uit de
14de eeuw, is er klaarblijkelijk geen
haast bij de zaak.
En nog berust die oudste kaart
op fantasie. Ze is niet in dien tijd
vervaardigd, maar geconstrueerd
naar gegevens uit die dagen, welke
misschien niet alle voor onomstoote-
lijk waar kunnen gelden, al kan na
tuurlijk uit oorkonden, giftbrieven en
dergelijke veel worden afgeleid. Een
zeer belangrijke, authentieke kaart
van Noordholland en Westfriesland
is die van Joost Jansz, bijgenaamd
Beeldsnijder uit het jaar 1575. Jan
van Jagen heeft die in 1778, naar hij
zelf verzekert „met alle nauwkeurig
heid", gevolgd en het is deze kaart,
die 6impeltjes op wit hout geprikt,
al dodelijk op de tentoonstelling de
aandacht trekt.
Het nut van een expositie als deze
is natuurlijk vooral aardrijkskundig
en historisch, maar blijft daartoe
toch niet beperkt. Van groot belang
is het, dat ook om practische rede
nen het onderwerp in studie blijft,
vooral in ons land, waar zoo vaak
water in land veranderd werd, ter
wijl de grootste onderneming die ooit
werd gezien, vóór do deur staat, de
droogmaking van de Zuiderzee. Wij
hebben nog niet vergeten, dat de
droogmaking van de Haarlemmer
meer in zoover een teleurstelling is
geweest, dat op verschillende plaat
sen de hoedanigheid van het land
ver beneden de verwachting bleef:
Zuivere aanteekening en vergelijking
is ook nuttig in verband met eig>en-
aardige krachten der natuur: door
inklniiüng daalt dc bodem „sommi
gen zeggen dat de zeespiegel rijst)
anueren daarentegen beweren dat ei
een z.g. seculaire daling bestaat, dat
wil zeggen één, die alleen in het lange
tijdsverloop van een eeuw kan wor
den opgemerkt.
Wat liet bekijken van deze kaarten
niet gemakkelijk maaikt is, dat er
vele zijn geteekend met het Noorden
onder en het Zuiden boven,- terwijl
ons oog het tegenovergestelde gewoon
een kaart van de landen en merc-n,
gelegen tusschen Amsterdam en Half
weg uit 1564 eigenaardiger nog is
een kaart van 't baljuwschap van
Kennemerland, die overdwars getee
kend is. Bijzonder aardig is een kaart
uit 1627 „van den dorpe van Spaem-
damme, alsoe hotselve tegenwoordlgh
gelegen is en de met eijne huysen be
timmert staet" het wordt bijna
een schilderijtje om te zten, hoe het
dorp geschaard is als 't ware om de
vermaarde kolk heen. Zeer eigenaar
dig is een handvest van Graaf Floris
V omtrent de afdamming van hot
Sj>aarne en de vestiging van een,
heemraadschap van den Spaarndam.
Natuurlijk is op do tentoonstelling
veel over onze 6treek te zien en bo
vendien was Dr. Beekman in do in
leiding mild inet zijn medecleelingcn
over de contrije van Haarlem; zelfs
gaat bij vrij uitvoerig de stichting van
dc stad en de geschiedenis van hare
waterkeering na. Uitgebreide bijzon
derheden worden ook gegeven van
de Haarlemmermeer, waarvoor op
de tentoonstelling heelwat wand
vlakte is ingeruimd. Dat meer, ook
wel het Groote Meer genoemd, stond
door het Spaarne in verbinding met
het Y en moet een buitengewoon
woeste watervlakte geweest zijn. De
schipperij, gedwongen als zij was om
dien weg naar het zuiden, via Gouda,
te kiezen, had noch met de Haarlem
mermeer, noch met het Y veel op; dc
Haarlemmermeer was don ook een
echte landverslindster, zóó erg, dat
omstreeks I486 het dorp Nieuwerkerk
door de bevolking moest worden ver
laten, omdat het op 't puint stond,
door de golven te worden verzwol
gen. Toen eenmaal de plaats ont
ruimd was, ls het vonnis spoedig vol
trokken. Om het voortgaan van den
afslag, zegt Beekman, tegen te gaan,
„werd wel hier en daar eenige ver
dediging met hout en puin aange
bracht, maar deze was onvoldoende.
Waarschijnlijk nam men geen
krachtiger middelen ie baat. omdat
pas twee eeuwen later, in 1839, de ge-
Beemster in 1G12 en de verschijning
van het Haerlemmer-Meer-Boeck van
Leeghwater, er ernstig over dacht,
om ook het Haarlemmermeer te gaan
droogmaken." Als wij bedenken, dat
pas twe eeuwen later, in 1839, de ge
dachte uitgroeide tot een besluit, dan
is het eigenaardig om dat te lezen.
Allerlei kleingeestige bezwaren wer
den geopperd: Leiden was bang voor
sohade bij het verdwijnen van do vis-
scherij op het Meer en Haarlem
vreesde voor het omliep worden van
het Spaarne,a.ls een kanaal naar zee
met uitwateringssluizen naar Katwijk
zou worden aangelegd. Dua kwam ei
niet van.
En er verliep heelwat tijd, vóórdat
besloten werd om het meer te bedwin
gen, want eerst in 1767 werd een ste
vige dijk gemaakt aan den zuid
oostkant. Het werk kostte, voor
dien tijd, handen met geld, maar
't loonde de moeite, want tot de
droogmaking toe heeft het Meer nog
maar weinig uitbreiding gekregen.
Dat droogmaken was al lang be
kend en verricht. Waarschijnlijk al
ln de 14de eeuw voor het eerst, met
kleine stukken land, die roisscli
wel aan particulieren hebben toebe
hoord. Het werd dan met lage kaden
van het omringende water afgeschei
den en het overtollige water op de
meest primitieve manier uit den nieu
wen „polder'1 verwijderd, namelijk
met handmolens, paardenmolens
zelfs met hoosbakkc-n. De uitvinding
van de windwatermolens dateert van
de 15de eeuw en het eerste stoomge
maal, van 1776, stond te Rotterdam
en heette de „vuurmaohine van Ste
ven Hoogendijk". Er ligt een teeke-
ping van op de tentoonstelling. Groot
succes kan deze evenwel niet gehad
hebben, want toen in 1821 baron van
Lyndem van I-Iemmen een verhande
ling over de droogmaking van de
Haarlemmermeer schreef, trok
juist daarom bijzonder de aandacht,
omdat daarin voor het eerst do ge-
heele windbeinaling verworpen en
stoombemaling voorgesteld werd.
Toch zou miss cl den ook toen nog
niet aan de droogmaking begonnen
zijn, wanneer niet inderdaad
Meer het te bont had gemaakt:
Nov. 1836 joeg een zuidooster storm
het Meerwator over kaden en wegen
tot aan de poorten van Amstord:
en met Kerstmis van hetzelfde jaar
f raakte een gedeelte van Lelden onder
water, bij een orkaan uit hei noord
oosten.
Naar dezen baron Van Lyndem is
een van de drie stoomgemalen ge
noemd, die na de droogmaking het
overtollige water verwijderden de
twee andere zijn genoemd naar den
man, die den eersten stoot tot d»
droogmaking gaf, Leeghwater en
naar den landmeter Krukius, die zich
later Cruquius schreef on die veel tot
het plan van droogmaking bijge
dragen heeft.
Maar ook de stoom, 'destijds een
gewaagde nieuwigheid, is alweer
achterhaald. Do Lynden ia geèlectri-
fioeard en de Cruqutua ia niet meer
geregeld In t werk, maar dient ais
Laat ik aan de iiriciding nog deze
bijzonderheid ontlecnen, dat de opper
vlakte van den polder binnen de
Ringvaart 18277 hectare bedraagt;
het geheele werk van de droogleg-
I ging heeft f 13.789,377 gekost.
Wie nu deze en andere bijzonder
heden kent, beziet met veel meer be
langstelling de kaarten in het Am-
sterdamsclie Museum, zij worden voor.
hem als 't ware levend. Vooral om
dat menige kaartenmaker met groote
liefhebberij gewerkt en ware kunst
werkjes geschapen heeft. Van pre
ciesheid, van kleur of van opvatting.
In een volgend nummer^zal ik nog
enkele opmerkingen maliën over deze
tentoonstelling. Dr. Beelunan houdt
op vier Zaterdagen te 2 uur rond
gang oi) de tentoonstelling en lezin
gen, namelijk over de onder weipen
het polderland, het ontstaan en de
droogmaking van het Haarlemmer
meer, de waterkeering langs liet Y en
de Mans en de waterwegen door het
oude Holland.
De toegang tot de tentoonstelling is
vrij.
J. C. P.
Rubriek voor Vrouwen.
OVER VERLICHTING.
Eloctrlcllelt. Kaarson
en schemerlampen. Te
sohol licht. Roukvaatjes.
Wanneer wij tegenwoordig bij het
binnenkomen in een kamer het knopje
van het electrisch licht maar even be
hoeven om te draaien om hot geheele
vertrek te verliohten, denken wij er
meestal weinig bij, hoe betrekkelijk
kort geleden de verlichting in de huizen
nog zeer schaars was. Alleen wan
neer het ons noodgedwongen eens
overkomt om bijvoorbeeld kaarsen te
moeten branden omdat het licht wei
gert, dan merken wij weer hoe groot
de vooruitgang op dat gebied toch wel
is. Want wie zou tegenwoordig nog bij
een enkel kaarsje kunnen of willen
werken Bn dan zijn de tegenwoordige
nog zoo oneindig veel bc-tcr dan cie
vetkaarsen, d'ie telkens gesnoten moee
ten worden en die lang niet altijd een
pleizierige geur verspreidden.
Toch zijn er nog wel speciale geval
len waarin wij de kaarsen verkiezen
boven het electrisch Jicht, omdat het
een zooveel zachter en gedempter
schijn verspreidt. Wat vaak aanleiding
geeft tot grooter gezelligheid. Maar
dan moet men vooruit wel weten, dat
cr niet geschreven behoeft te worden,
want anders 13 al dat mooie licht maar
lastig. Zoo is het vooral bii avondvisi
tes en soupers altijd zeer in trekhet
zachte, gele licht maakt de omtrekken
van alio voorwerpen in de kamer wa
ziger en de hoeken vervagen er door.
Het schijnt intusschen meer speciaal
een liefhebberij van vrouwen te zijn
dan van mannendeze laatste houden
meer van een helle belichting cn zij
vinden dat schemerlicht hinderlijk, om
dat zij er niet voldoende bij kunnen
zien naar hun zin.
De kaarsen verlichting heeft ook iets
zeer intiems bij een middag- of avond
theevisite. De gastvrouw behoeft cr
werkelijk geen kan-aeiaars voor aan te
schaffen wanneer zij die niet heeft -. een
oud-porceleinen theebus of een vaasje-
kunnen evengoed dienst doen om
gezelligheid zeer te verhoogen.
Voor haar, die Ln,het bezit van eenige
schemerlampen zijn, is .dit ook altijd
een aardige verlichtingwanneer een
der lampen in de buurt van buffet
uf theetafel wordt gezet en de andere
dan in den donkersten hoek, dan geeft
dat vaak dezelfde intieme sfeer, ads met
kaarsen. Br mogen echter niet te licht
sterke lampen gebruikt worden, an
ders wordt het licht gauw te overvloe
dig en daardoor hinderlijk voor de
oogen.
Dit is trouwens een der onaangena
me dingen van kunstlichtdoor het
verkeerd hangen van een lamp, kan de
lichtbron te veel in de oogen schijnen,
wat natuurlijk in het geheel niet goed
is. Veel leveranciers raden dan ook al
aan om electriscbe lampen te nemen
een matglazen puntof dit nu
echter wel veel helpt, hebben wij nooit
kunnen bemerken, wel dat het schijn
sel op de tafel eronder beter on aan
genamer is. Bij piano- en bureau-lam
pen is de hinderlijkheid nog grooter,
omdat hier de lamp zoo vlak bij het
muziekboek of bij het schrijfwerk
staat: daarom worden deze den laat-
sten tijd met twee zoogenaamde „knie
tjes" gemaakt, die ervoor dienen om de
lamp naar willekeur te verstellen, zoo
dat 't licht alleen op het boek valt en
de oogen in de schaduw van het kapje
blijven.
Het Soya-kruïkje dat zoo uitstekend
als kandelaar dienst kan doen, is ook
geschikt om er een electrisch lampje
van te maken. Opzij, onderin wordt
een gaatje geboord, waardoor de draad
naar boven worat getrokken en hier
bevestigd aan de fitting voor 't lampje.
Van ijzerdraad kan uitstekend een ge
raamte voor het kapje gefabriceerd
wordeneen nauwe cirkel rust op den
bovenrand van dc hals van het kruikje
hiervandaan loopen eenige stralen
ijzerdraad naar een grootere cirkel, en
twee punten hiervan worden telkens
verbonden door half-bolle lijnen. Om
het stijf met eon of andere zijde tc
overtrekken, is dit eigen fabrikaat
waarschijnlijk niet nauwkeurig ge
noeg, maar er kan heel goed een klein,
gebatikt zijden zakdoekje overheen
worden gelegd. Dit wordt dan boven
aan, desnoods met een enkele steek
vastgelegd om het verschuiven to voor
komen, en aan de vier hoeken ver
zwaard met oen paar houten kralen.
Een lampje met een lichtsterkte van
vijf en twintig kaars is hiervoor ruim
schoots voldoende; zulke kleine lamp
jes moeten niet te veel lioht versprei
den. Is het lampje te hoog en vreest
men voor omvallen, dan is het <le een
voudigste manier om het kruikje met
eenige kiezelsteenen of wat fijn, droog
zand te verzwaren. Op deze manier
kunnen van aardige, kleurige kruikjes,
die niet te groot en te plomp zijn, heel
goed schemerlampjes gemaakt worden.
Over liet algemeen is een lamp van
honderd kaareen voldoende voor een
kamer waarin gewerkt wordt. Het is
maar lastig om gewend te zijn aan vee!
meer licht, want komt men dan eens bij
anderen, die met wat minder tevreden
zijn, dan heeft men direct het gevoel
alsof het to donker is voor de oogen.
Een luxueus artikel is nog het reuk
vaatje, dat meestal een zeer bescheiden
parfum verspreidt. Het voorwerpje is
meestal van een of ander mooi aarde
werk gemaaktbinnenin bevindt zich
een lampje cn wat reukwater. Wordt
nu liet lampje ingeschakeld, dan
•ordt het water warm en verspreidt
„en fijnen geur. Voor het verdrijven
van een benauwde etenslucht uit een
kamer zijn deze reukvaatjes erg ge
schikt, maar zij zün nog wel wat heel
duur in den aanschaf.
De tijd echter, est electrisch licht tot
de luxe-artikelen behoort, is voorbij, en
in de nieuw© huizen komt het allemaal
den laat sten tijd. Vandaar dan ook,
dat er vanzelf op den duur wel meer
goedkoops artikelen op dit gebied zul
len komen en in ieder geval kunnen wij
ze soms nl heel geschikt zelf maken,
zondier dat zij zoo duur worden.
E. E. PEEREBOOM.
DE TOESTAND IN IERLAND.
Het a.s. antwoord aan
Da Valera.
Venvacht wordt zoo lezen wc in
een telegram uit Londen dat de
nota «ter regeering aan 11© Valera do
zen Woensdag zal bereiken. De be
woordingen zijn nauwkeurig door elk
lid iler regeeriag overwogen. Daar
eenige ministers te Genève of in an
dere plaatsen buiten Engeland ver
toeven, is vertraging onvermijdelijk-
11 et zou onjuist zijn uit deze vertra
ging af te leiden, 'dat de nota uitvoe
rig zal zijn of een polemisch karakter
zal dragen. Zij zal stellig kort en ter
zake zijn.
Lloyd George's antwoord.
De „Daily Express", verneemt, dat act
laatste antwoord van de regeering aan de
Valera in hot algemeen eon verzoenenden
geest ademt, doch zeer stevig gesteld is.
Het is editor in geen geval con ultimatum.
Do rogeering maakte bekend, dat er alle ro
den was om to hopen, dat een bevredigen
de oplussmg van het vraagstuk zou wor
den verkregen.
Churchill over het lersche vraagstuv.
De minister van kolonian Winston
Ohurchiil hoeft t© Dundee, zijn kies
district, 'oor ec-n gehoor van ongeveer
vijfduizend personen een rede gehou
den, waarin hij uitvoerig dc Icrsche
kwestie besprak. Een groot aantal
werklouz;ci demonstreerden buiten t
vergudoringgebouw tegen den minis
ter en trachtten de zaal binnen te
dringen. Dit werd evenwel door de
politie belet. Na afloop van de verga
dering verliet de minister liet gebouw
door een achterdeur en reed in een
auto, vergezeld van politie, naar zijn
hotel.
inzake de kwestie heeft hij o.a. het
volgende verklaard:
i De regèerlng was zeer teleurgesteld
over De Valera's afwijzend antwoord
oj> het aanbod van Dominion Ilome
Rule aan Ierland. Het aanbod was
niet dat van een partijrege-irïng die
een groote oppositie tegen zich heeft,
doch gesoliieddo met instemming van
do beide groote regeeringpartijen. Hot
zou bij de bestaande regceringswetteu
onmiddellijk kunnen worden uitge
roerd.
Dat het niet werd aanvaard, is ook
t© betreuren, omdat liet constttution-
neel is en in begin.vi tot de uiterste
grens gaat. Indien liet wordt afgewe
zen kan niets anders worden aange
boden. Wel bunnen kleinigheden in
sommige details van het aanbod wor
den besproken, maar men moet vast
houden aan liet beginsel van trouw
aan den koning, hetzij als koning van
Ierland, hetzij als koning van Groot-
BrlttanniS.
Dit is een cardinaal punt want het
betreft ïerlands associatie met het En-
gelsche gemeenebest cn daarvan zal
de regeering geen duimbreed kunnen
toegeven.
Sjireker rond weinig grond voor het
bestaande optimisme. Als ons aanbod
werkelijk zou wordn afgewezen, ver
volgde hij, dam zal onze houding niet
aangenaam zijn. Wij zijn aam. het
eind van ouzo concessies geltomen.
Wat zou er het gevolg van zijn, in
dien Ierland zich als een onafhanke
lijke republiek vestigde? Dat zou stel
lig tot een burgeroorlogaanleiding
geven.Ierland zou in twee vijandelijke
kampen worden verdeeld en er zou
een werkelijke oorlog uitbreken Iede
re Ier in het Britsche rijk zou een
vijandelijke vreemdeling worden. Dat
zou een afschuwelijk en absurd voor
uitzicht zijn. Door Ierland souvereinc
cn onafhankelijke rechten te geven
zou liet Engelsche rijk worden uiteen-
gescheurd. Eu in de naaste toekomst
zou stellig een oorlog worden voorbe
reid.
Hoewel verlangend naar vrede en j
vriendschap met het Icrsche volk, zou
den wij in het uiterste geval toch al
onze krachten inspannen. Een confe
rentie is thans nog liet eenige middel,
dat zulk ©en rump zal kunnen voor
komen.
De Valera heeft, hetzij vrijwillig,
hetzij gedwongen, verklaerd, dat zijn
gedelegeerden alleen een conferentie
zouden kunnen bijwonen, als vertegen
woordigors van een afzonderlijken en
onafhankelijken staat. Ik ben bereid
in ieder opzicht rekening te houden
met zijn moeilijkheden.
Ik kan u namens de regeering de
verzekering geven, dat van onzen
kant geen pedanterie, haarkloverij of
woordenzifterij practische stappen
naar den vrede zullen verhinderen.
Doch ais het fundamenteel beginsel,
waarvan wij niet afwijken, wordt aan
getast, is het goed openhartig te spre-
ktn. Dai is veel beter dan valsdio
hoop te voeden. Ook is liet vee! beter,
het duidelijk te maken, dat geen ver
dere concessies kunnen worden ge
daan.
Tot zoover Churchill. Het merk
waardige in zijn rede is, dat hij
spreekt van trouw aan den koning als
Koning van Ierland of van Groot-Brii-
tanuië, een kwestie, die hij zeide.
Muins niet dieper te kunnen bespre
ken»
Eon bcinontplGffins.
Bij hel ontploffen van een bom te Bel
fast Zondagnacht werden twee personen
gedood en achttien gewond.
Maandag zijn nieuwe troepen en
antser-auto's te Belfast aangekomen
'en einde bij het handhaven der orde
behulpzaam te zijn.
Er werd opnieuw geschoten. Twee
mannen met e n kaakfractuur zijn
het hospitaal binnengebracht. Een
groep arbeiders werd door de menigte
aangevallen; verscheiden van hen wer
den ernstig gewond. Tijdens de onge
regeldheden werd c-r vrij veelvuldig
op de soldaten geschoten, die zoek
lichten gebruikten en nu en dan ge
noodzaakt waren het vuur op de
vijandige menigte te openen.
HET OPTREDEN VAN FASCISTEN
IN ITALIë.
De „TLmes" verneemt uit Milaan:
De leden van de Fransche militaire
missie die door de Jtaliaansehe re
geering is uitgenoodigd tot bijwoning
.-an de herdenking van de nagedach
tenis van de Fransche soldaten, die
op Italiaan sell grondgebied zijn ge
sneuveld, stond op liaar reis van Tu
rijn naar Yenetic bloot aan vijandige
demonstraties van een kleinen doch
iuidmchtigei 1 troep nationalisten c-n
fascisten. Toen de missie te Venetië
de kerk van San Marco verliet, werd
zij uitgejouwd. Een der betoogers
werd door den Fransdien gezant te
Rome Barrère, die bij deze plechtig
heid tegenwoordig was, bij den kraag
gegrepen. Het publiek was zeer ver
ontwaardigd over het optreden der
nationalisten. Generaal Diaz en de
minister van oorlog spraken op het
kerkplein de menigte toe en keurden
hot optreden der bc-toogeu's af. Eenige
betoogers zijn gearresteerd.
HET SPAANSCHE OFFENSIEF IN
MAROKKO MISLUKT?
De „Intransigeant' publiceert een
bericht van zijn particulieren corres
pondent uit Portsay, dat het Spasti
sche offensief in Marokko na ccn ge
recht van 10 dagen is mislukt.
EEN ALBANEESCHE AANVAL OP
JOECOSLAVISCH CEBIED.
Uit Belgrado wordt aan de Frank
furter Zeitung'' gemeld: Troepen van
de regeering van Tirana, die volko
men op militaire wijze uitgerust en
van artillerie voorzien zijn, zijn tor
steriele van duizend man de demarca
tie-Unie aan de Zwart Djin overge
trokken en acht kilometer diep in
Joegoslavië doorgedrongen. Dc zwak
ke Joegoslavische bezettingen moeeten
oor de sterkere Albaneesche troepen
terugtrekken.
Dc Joegoslavische regeering heeft
gelast maatregelen te nomen om <Ie
Albaneezen over de demarcatie-linie
terug te dringen. Zij heeft de groote
mogendheden en den Volkenbond van
de herhaalde overvallen der Albanee-
zen in kennis gesteld.
EEN AANSLAC OP EEN FRANSCH
KAMERLID.
Een onbekende heeft te Darijs dr:e
revolverschoten geiost op het Kamer
lid IUvage, die een redo had gehou
den ter gelegenheid van het overrei
ken van een embleem aan een socio-
listisclie vereeniging.
liet Kamerlid is vrij ernstig aan het
hoofd gewond.
ARBEIDSONLUSTEN.
Uit Hochst wordt gemeld: Zoowel
Griesheim als in Hochst hebben de
arbeiders ae toegangen tel de fabrie
ken onder bewaking geplaatst en de
employés belet binnen te gaan. De
orde is overigens nergens verstoord.
De onderhandelingen, welke door
den Landraad en de wethouders van
dc stad Hochst mei de vertegenwoor
digers van het stakingsLtsiuur ei. ue
ahreroenigingen hebben plaats gé-
had, leidden tot een overeenkomst,
volgens welke de waterleiding, de gas
fabriek en de electriscbe centrale het
k zullen Voortzetten. Eveneens zal
gezorgd worden voor de voedering
van dc paarden 111 de serum-afdee-
liriig. Het oleum-bcdrijf, dat wanneer
liet' eenmaal onderbroken is, slechts
na maanden herval kan worden, blijft
intact.
Zooals men zich herinnert, hadden
dc- arbeiders van de Gneshtlmér Wéf-
ke en de llochstar Farbwcrke het di-
1 cctie-gebouw overvallen en dc direo
tie concessies afgeperst. Dc verkge-
versbond in de chemisclie industrie
had daarop alle arbeiders ontslagen»
DE DUITSCHE SOCIALISTEN EN
DE VOLKSPARTIJ.
l>e eerste officieel., tap tot vorming
van een rageeringscoalitio \--.n sociaal
democraten met de Dultsche volks*
paitij is gedaan.
Rijkskanselier dr. Wirth iicui de
leiders van de coalitie-partijen tot
een bespreking uitgenoodigd o;n met
hen in de eerste plaats do fundanu-n-
iceic vraag te overwogen onder welke
voorwaarden de thans uit centrum,
democraten en sociaal-democraten be
sta an de rijks-regeering door toe-tre»
ding van de Dultsche volkspartij zou
kunnen worden uitgebreid.
DE VERSCHILLENDE MOORD
AANSLAGEN TECEN ERZBERCER.
De „Fxeiheit" publiceert eenige pas
sagets uit het bekende boek van Nos
ke: „van Kiel tot Kapp waaruit
blijkt dat reeds in 191'J ln Weunar
een moordaanslag op Erberger word
beraamd. Nosko spreekt van een offi
cier, die hem op zekeren (lag verwij
ten over het vredesverdrag heeft ge
maakt en daarbij over Erzberger
heeft gesproken, zooals hij in de
D u Osch-n at ion ale pers had gelezen.
Verder zegt Noske. „Den volgenden
nacht trachtte een officier met (vuige
soldaten in liet slot te Weimar tot de
•ertrekken van Erzberger door te
dringen, nadat hij te voren in ver
schillen de hotels naar Erzberger had
gevraagd. Daar dc lieden knuppels
droegen, was er wel geen sprake van,
dat in geval een ernstige moordaan
slag was beraamd, muur laet was een
poging om Erzbergor lastig te vallen,
die in elk geval ten scherpste moet
worden veroordeeld. Erzberger kon
het slot ongehinderd verlaten.
Toen ik van de zaak hoorde, dacht
ik onmiddellijk aan mijn officier. Wie
het onderzoek naar den beraamden
overval heeft geleid, weet ik niet en
an een resultaat heb ik niets verno
men".
De „Freiho-it" vult de rot-dedceliit
gen van Noske aan cn zegt: „Erzber
ger luchtte toeoi voor de rijksweer
naar Berlijn, waai' inmiddels reeds
den volgenden dag loden van de rijks-
wo;r trachtten hem in zijn werkka
mer aan hel ministerie van financiën
door geweerschoten en in zijn sluap-
kamer door hangranaien te dooden".
Noske gaat verdei- voort: „Na eeni
ge weken zag ik in de nationale ver
gadering den jongen officier' weer.
Toon ik hem op den mn af zei, dat
h ij medeplichtig was aan eten misluk
ten aanslag op Erzberger, zeide hij.
ir y i i H t o n
4)
Beide vrienden moesten erkennen,
dal het plan uitstekend was en nadat
de graaf hun verder aangeduid had,
hoe zij het poortje konden bereiken,
gingen zij met een stevigen handdruk
heen. Graaf do Tournol bleef alleen
achter en hij beide Ferdinand, die
weldra wist, wat hem te doen stond.
II ij begreep wel niet, waarom de twee
hoeren op zoo geheimzinnige manier
in de vertrekken van zijn meester ge
bracht moesten worden, maar als
goed bediende vroeg hij goc-n redenen,
doch verklaarde slechts, dat alles zou
geschieden, als de graaf het bevolen
had.
Intusschen waren lord Nibblington
en baron de Linar ont bij mogelijke
verspieders geen argwaan te wekken
te zamen naar hun club gegaan, van
waar de eerste spoedig weder heen
g:ng, terwijl de baron er nog een
uurtje bleef. Zij hadden afgesproken
v.aar zij elkaar, tegen «lat het duister
werd, weder zouden ontmoeten en te
gen dien tijd waren zij beiden ter
plaatse aanwezig in zeer eenvoudige
kleediing.
„Ik heb mijn revolver bij mij gesto
ken", zei do Linar.
„Ik ben ook gewapend", antwoord
de lord Nibblington, terwijl zij voort
liepen, „en ik hoop vurig, dat er de
zen nacht iets gebeuren moge. Gij
kunt niet golooven hoe opgewekt ik
mij gevoel, nu wij een gewichtige en
gevaarlijke taak aanvaard hebben.
Het is toch maar waarheid, dat het
gevaar iets verlokkends heeft".
„Ik zou ook niets zoo onaangenaam
vinden, dan dat al onze moeite tever-
geefsch zou zijn. Maar geloof me, als
gij, evenals ik, die dame gehoord
hadt, gij zoudt overtuigd zijn, dat dit
allee groote ernst is".
„Ik bon cr van overtuigd", ant
woordde de lord.
„Ik gaJ duizend gulden om te we
ten, wie de dame ls, die mij waar
schuwde en in welke betrekking zij
staat tot de moordenaars, die zich zelf
den naam „Broeders des Verderfs"
gegeven hebben".
„Wij zullen niet rusten voor alles
is opgelost, voor wij ook het meisje
kennen, dat de Tournel uit hun han
den gered heeft. Als dat meisje haar
spraakvermogen terug kreeg, mis
schien dat wij dan achter TO?1 gehei
men komen zouden van de schurken,
die Parijs onveilig maken".
„Waarschijnlijk is. het juist daar
om, dat de schurken de Tournel uit
deai weg willen ruimen en zoo spoe
dig mogelijk. Zij vreezen natuurlijk,
dat het kind hunne geheimen verra
den zal".
De beide vrienden bereikten zoo
met eikaar sprekend, de tuindeur
waarvan do graaf gesproken had en
daar wachtte Ferdinand hen reeds.
Hij geleidde hen naar de vertrekken
van zijn meester, zonder dat zij door
andere bedienden werden opgemerkt.
Graaf de Tournel heette hen liartelijk
welkom. De terugkomst van zijn bond-
genooten verheugde hern, want hij ge
voelde zich belvlemd. Hij was volstrekt
niet bang, doch de gedachte, dat ieder
oogenblik de hand eens sluipmoorde
naars hem kon troffen, werkte toch
niet opwekkend. Het gevaar Ledreig-
de hem, doch hij wist niet in welke
gedaante cn juist het geheimzinnige
folterde hem. Hij bekende dit open
hartig aan zijn vrienden dook lord
Nibblington antwoordde:
„Kom, gij loopt weinig gevaar. Een
gewaarschuwd man, zegt liet spreek
woord, telt voor twee en hier zijn we
met z'n drieën gewaarschuwd en wel
gewapend.
De Broeders des Verderfs meenem u
alleen aan tc treffen, doch het zal
hen niet meevallen".
„Ja, ja", zei nu de 'Linar, „Nib
blington heeft gelijk, de onbekende
dame heeft ons wel een groot en dienst
bewezen met haar waarschuwing, hot»
wel de inlichtingen vollediger hadden
kunnen zijn".
„Ik vermoei nu al alnds een uur
mijn hei-senen met de vraag, wie zij
zou zijn, die zooveel belang ln mij
stelt. Zij moet van zeer nabij met de
Broeders bekend zijn", merkte de
Tournel op.
„Dat schijnt inderdaad liet geval",
antwoordde lord Nibblington, „doen
ook dit raadsel zullen wij oplossen".
„Tuten wij het hopen", sprak de
Linar.
De vrienden zetten zich nu om af
te wachten, wat er gebeuren zou. Zij
kortten zicli don tijd met het ontwer
pen van allerlei onderstel lin gen, de
een al onmogelijker dan dc andere,
aangaande de wijze, waarop de Broe
ders des Verderfs trachten zouden de
Tournol te dooden. Al liun onderstel-
tin gien evenwel moesten zij weder ver
werpen en hoe langer liet wachten
duurde, hoe later en stiller 't werd, des
to zenuwachtiger govoeldcn zij zich.
Geen vrees bekeerschte de drie moe
dige mannen, maar de wetenschap,
dat een onzichtbaar gevaar lien be
dreigde, beklemde hen. Eensklaps
sprong de Linar op.
„Luister", riep hij, „wat is dat?"
Men luisterde en zwak klonk nu op
straat de jammerklacht van ecvi
vrouw.
„Open liet raam", riep de Toumel.
„cn laat ons zien, wat dit beduidt
Maar de Engelschnp'ui weerhield
zijn vrienden en zei:
„Om hemels wil, doe dat niet „mis
schien is het een list om u naar bui
len te lokken. Wie weet of tegenover
uw raam niet de moordenaar staat,
gereed om u een kogel in het hart te
jagen".
Deze opmerking hield de beide an
deren terug, niets was waarschijnlij
ker dan dit Het weeklagen der vrouw
was misschien êen sluw bedacht mid
del van de moordenaars om den
graaf, hun vijand, onder schot te
krijgen.
Was dit de bedoeling dan bleef het
middel zonder uitwerking, want de
drie vrienden bloven van het raam
verwijderd en )Ciloonden zicii niet.
Maar liet kostte hen moeite, want
nog hooiden zij oen angstig geroep
om hulp en hun ridderlijke deugd ge
bood hen, do vrouw, die om hulp
smeekte, te gaan helpen. In alle an
dere omstandigheden zouden, zij dnn
ook niet geweigerd hebben, en met
den degen in de vuist op straat ge
sneld zijn, om te zien wat er gaande
was.
„Het wordt mij te erg", zeide de
graaf de Tournet, „zal ik voor mij')
huis een vrouw laten mishandelen.
Neen, dat strijdt tegen mijn eer.
ga zian, of miin hulp noodig is. Wie
weet, ls hot misschien niet de vrouw,
d'.e ons voor dc „Broeders des Ver
derfs"' gewaarschuwd heeft".
„Welaan, draai hot licht neer zei
de nu lord Nibblington, „ik zal voor
zichtig een raom openen en uitkijken,
wat het is. Gij, de Tournel, gij zult u
Sn geen geval vertoonen".
Deze wilde hiertegen nog iets in
brengen, maar reeds had de lord het
licht uitgeblazen en in het donker
hoorden de beide anderen, dal hij
zacht een raam opende. Hij meende
nu op straat te zteii, zonder gezien
te worden, maar pas had hij het hoofd
buiten gestoken cn trachtte hij met
zijn oogen de duisternis te doorboren
toen eensklaps een fel licht op liern
gericht werd. Onwillekeurig hield de
lord de hand voor de OOgen om het
licht af te weren, maar op hetzelfde
oogenblik was het licht weder verdwe
nen.
De lord had één oogenblik in een
helderen lichtstraal gestaan.
„Terug!" riep ue Linar docdelijk
ontsteld en lord Nibblington gaf daar-
aan gehoor en sloot dc blnnenlui-
ken.
,,Z.ij gij gedeerd?" vroeg de Toup-
neJ met angst in zijn stem.
„Volstrekt niet", antwoordde zija
vriend kalm, „maar is cr iets ge
beurd. Hebt gij iets bemerkt? Plotse
ling werd het licht 0111 mij, meer weet
ik niet".
(Wordt vervolgd).