!RubrEek voor onze Jeugd Uit de Wereld. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 29 OCTOBER 192! VIERDE BLAD iin een bijzonderen medewerker). VERHALEN UIT OE DE ROMAN VAN WALEWEIN. Op zoek naai- hot zwaard met do twee ringen. Avonturen onderweg. Bij koning Amo- raen. Nieuwe tocht. Met liet aonbrekou van den dag kwam Walewein aan oen woud vol zingende wol/gels. Ilij was er nog niet ver ingereden toen hij iemand luid hoorde klagen. He ridder gaf zijn paard de sporen en reed op het ge luid af. Daar kwam hem tegemoet ©en schoon jonkman, gezeten op een ellendig oud en mager paard. Wale wein groette hem vriendelijk en vroeg hem de oorzaak van zijn leed. liet is nu twintig jaar geleden, zoo luidde liet antwoord, dat mijn broe der gedood is door een man, die ook nnj, waar hij mij ook ziet, bespot en hoont. Nu heb ik hem uitgedaagd tot een tweekamp in 'tegenwoordigheid van don koning; maar het is de ge woonte in ons land, dat alleen een .ridder een ridder mag luitüagenw daarom heb ik al mijn bezitting gege ven in 's konings hand en was op weg naar koning Arthur om mij tot ridder te laten slaan, toen Ui aan den tol niet ver van hier beroofd werd van mijn halsbeurs on mijn goed paard. Onmiddellijk steeg do edele Wale wein af en gaf den ander zijn paard Gringolette, en de jonkman dankbaar en welgemoed zijn tocht voort naar koning Arthur. Te voet verder gaand, zag WaLo- wein weldra een sterk kasteel, aan een rivier gelegen. Nauwelijks had de burchtheer, dezlfdo, dio den knaap beroofd had, hem in het oog gekre gen, of hij reed hem tegemoet, geze ten op een sterk ros en eischte Waie- weins zwaard en wapenrusting. Na een langen feilen strijd, werd de roover gedood en Walewein reed het kasteel binnen, voordat de por tier de poort kon sluiten. Nadat hij den portier gedood had, nam hij de sleutels en sloot do poort, daarna ging hij met getrokken zwaard liet kasteel binnen en versloeg de geheele bezetting daar hij niet wilde dat de tol in stand zou blijven. Daarna sloot hij opnieuw alle dauron en de poort en wierp de sleutels in d© rivier. Op zijn verderen tocht zng hij een menigte ridders, die op- weg wareai naar een koninklijk kasteel in de na bijheid. Het was do ridder, die door den „knape" was uitgedaagd, verge zeld van zijn vrienden - - magen. De ridder reed fier het strijdperk binnen en wadi tie geruimen tijd, maar zijn tegenstander verscheen niet. Reeds wilde hij het strijdperk verlaten, toen de knaap, op Gringolette gezeten, kwam aanstorm op.. Spoedig daarop nam do kamp een aanvang en na een verwoeden strijd bleef de door koning Arthur tot ridder geslagen knaap overwinnaar. Op verraderlijke wijze drongen niu de vrienden van den ver- 6lagsine het perk binnen en vielen den overwinnaar aan. Dat was Walewein te veel. Iiij mengde zich in den strijd cm stelde een groot aantal der aan vallers buiten gevecht. Ook de koning kwam met vijfhonderd ridders te hulp. maar de aanvallers waren wel achttien honderd man sterk. Toch bleef do overwinning aan de zij van het recht. Met groote eer werd Walewein door den koning en de koningin op het kasteel ontvangen, maar zoodra den volgenden morgen het gezang van den leeuwerik weerklonk, kleedde en wapende zich de held on ondanks den vriendelijken aandrang van zijn gast heer on gastvrouw trok hij verder. Op zekeren dag kwam hij aan den oever der zee en zag op eenigen af stand van de kust een rotsachtig eiland, waarop zich een kasteel ver hief jnet verscheidene torens wan schitterend marmer. Eon spoor van hoefslagen in het oeverzand wees hem den weg naar een plaats van waar bij te paard het eiland bereikte. Vóór liet kasteel hield hij zijn paard in en steog af. Ook hier werd de ridder met groote eer ontvangen. De gastheer, koning Amoraem, had eenmaal Wale wein aan koning Arthurs hof outmost, on van anderen veel vernomen om trent de ridderlijke daden van „der avonturen vader" (Walewein). Nu hoopte hij, dat deze voor hém een tocht zou ondernemen, waarvan h. het doel nog niet zeide. Gelukte de tocht, dan zou hij hem zijn goed zwaard gaven, het zwaard met de twee ringen, waarnaar koning Won- MIODELEEUWEN. der en zijn zoon zoozeer verlangden. „Dit zwaard zoo vervolgdo de ko ning, „heeft wonderbare eigenschap- pon. ,Wie bet voert, is onoverwinne lijk, maar alleen een waardige mag het dragen, voor ieder ander is het doadelijk". Walewein was verheugd, dat hem aldus do gelegenheid geschonken werd liet aaaird, dat liet doel van zijn tocht uitmaakte, te verwerven en vposg den koning, welken toch hij in ruil daarvoor moest ondernemen. Gij snoet, Heer Walewein, een jonkvrouw gaan halen, die gij niet kent, de sdtoonste, die op de wereld bestaat. Zij heet Isabels. Haar vader, koning Assentijn, hout haar opgeslo ten in een onneembaar kasteel, om ringd door twaalf muren, elk voor zien van viermaal twintig torens en van een poort van kopor en ander metaal; aan elke poort staan tachtig welgewapende mannen. lederen mor gen gaat de jonkvrouw zich vermeien in den tuin, waar allerlei zuidvruch ten giroeien en leliën bloeien en rezen en andero bloemen. In een prieel staat een gouden boom mot breadem voet, bij draagt holle gouden takken en bladeren en aan elk blad cein gou den schel. Op eiken tak zit een gou den vogeltje en onder den boom Is een holte, waar zestien mannen acht blaasbalgen in beweging brengen; komt nu de wind door den hollen boom, don zingen alle vogels en klin ken allo klokjes zoo schoon, dat wie het mag liooren, al was hij doodelijk gewond, alle smart vergeten zou. Ook staat daar, onder een olijfboom, een fontein waarvan het water een won dere eigenschap heeft: wie daarvan c-en droppel mag drinkeD, al ware hij stokoud, wordt Jveer even sterk en jeugdig alsof hij dertig jaar was. Walewein t\verklaarde ejoli onmid dellijk bereid om den tocht te onder nemen. Het vftfi inmiddels laat ln den nacht geworden. Allen gingen ter ruste, maar bij het aanbreken van den dag stond Walewein op. Weldra ontwaakten ook de anderen: Grlngo- ieito werd voorgebracht en meit zijn goed i'os onder zich en het zwaard met de twee ringen aan zijn zijde, aanvaardde Walewein zijn nieuwen tocht na hoffelijk afscheid ie hebben genomen Man. den koning en de an dere heeren. In een volgend artikel bon n we de verdere avonturen van \Y I wain te verhalen. Stooiüvaarüïoritöten STOOMV.-MIJ. NEDERLAND. Bruce (uitr.) arr. 26 Oct. te Port Said. KON. NEO. STOOMBOOT-MIJ. Hebe vertr. 26 Oct. van Cadix naar Ceuta. Helena vertr. 27 Oct. van Amsterd'am naar Bordeaux. Nero -arr. 26 Oct. van Amsterdam te Kopenliagen.- Saturnus vertrok 27 Oct. van Amster dam naar Rotterdam. KON. WEST-INDISCHE MAILDIENST. Ceres vertrok 24 Oct. van Guayaquil naar Manta.- Nickcric* (uitx.) vertrok 26 Oct. van Madera. KON. HOLL. LLOYD. Rijnland arr. 27 Oct. van Buenos- Ayres te Amsterdam. HOLLAND—AMERIKA LIJN. Andijk, van Rotterdam naar Gal veston, arr. 26 Oct. te Tampico. Rotterdam, van Rotterdam naar New- York, vertrok 27 Oct. 11 uur 15 voorm. van Plymouth. Vechtdijk vertrok 35 Oct. van Seattle naar Rotterdam. HOLLANDOOST-AFRIKA-LIJN. Baarn vertr. 24 Oct. van Zanzibar naar Mozambique. ROTTERDAMZUID-AMERIKA LIJN. Poeldijk (thuisr.) vertrok 22 Oct. van Santos. ROTT. LLOYD. Besocki (thuisr.) vertrok 26 Oct. van Port Said. STV. MIJ. OCEAAN. Glaucus, van Japan naar Rotterdam, vertrok 25 Oct. van Port Said; Keemun arr. 27 Oct. van Japan te Rot terdam; Raadsels (Dam jrajuhels rijn alle ingeiond»» 4qo< ioefooa on malajM die „Voor Onze Jeaad" lawn. De naman dat kindeten, die c4j toói Woensdagmiddag 4 un goodo opinuingaa Maden, worden in lui .volgende ooqumi bekend gemankt Iedere maand worden onder dn heete oplossers twee boeken in praejubaad ,vcr- taafl is (Ingezonden door Duinkerker.) Mijn geheel bevindt zich in de onmid dellijke nabijheid van Haarlem en be staat uit 20 letters. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7. is een stad in Ne derland. 6, 7, 8, 2 is een meisjesnaam. 5i 6, 7, 8, 9, 10 is een kustplaats in Friesland, li, 12, 13, 14 is een water. iSj 6, 6, 20 is een vrucht. '5. '6, 17, 18, 19, 20 was eertijds 2. (Ingezonden door Piet Spoor.) Mijn is te helft is in iedere huishou ding. Mijn 2de helft is noodzakelijk voor eea buitenlandsche reis. Mijn ge heel is een veilige wegwijzer voor den zeeman. 3. (Ingezonden door Roosje.) Ik ben een plaats in het graafschap Zutfen. Onthoofd me en ik ben een plaats in de Veluwe. 4. (Ingezonden door Anemoon.) Ik ben een spreekwoord en besta uit 28 letters.- - j, 10, 11 is speelgoed. 24, 25, 4, 5 is een kleur. 2, 21, 12 is een getal. 28, 18, 3 is een kieedingstuk. 27, 27, 24 is een lichaamsdeel. 2ij 16, 17, 15 moet bewerkt worden. 6, 14, 13, S. 7. 8 wonden bebroed; 9. 19, 20 behoort tot pluimvee; 26, 22 is een lidwoord. 33 is een klinker. 3, 4, 5, 28 is een hoogte. 5. (Ingezonden door Mosroosje.) Ik ben half water, half land en mijn geheel is een provincie in Nederland. 6. (Ingezonden door Edelweiss.) Ik ben een deel van 't geheel. Ont neem mijn hoofd cn ik word door vrou- gedragen; Raadseloplossingen De raadseloplossingen der >rige week zijn 1.- Walvis ch.- 2. Ka doe de la toe, 3. Petten. 4.- Kalender. 5. Eigen haard is goud waard. 6. a. Neen moe; b. Op een kouden morgen ir> een koude kamer koud ont vangen worden of een IJsco in den Noordpool opeten c. Illuminatied. De loopplanke. XII: Goede oplossingen ontvangen van Azalea 5, Abrikoos 6, Framboos 6, Mi nerva 6, Het Trio 6, Montibretia 6, Roosje 2, Lathyrus 5, Lentebode 5, Sneeuwballetje 5, Secundo 6, Cravate 6, Maanelfje 5, Zeearend 5. Zwemstertje 5, BJoemenfee 6, Bak kruid je 5, Rompel- steeltjc 6, Vliegenier 5, Witte muis 5, Zonnebloem 5. Kruizemuntje 5, Bille ken 5, Jopie Slicn 6, Ancm-oon 6, Prinses Atalanta 4, Goudkopje 4, Dirk en Piel Oschatz 5, Spartaan 5, Matroos 6, Aphro dite 6, Apollo 6, Campanula 6, Hulst takje 4, Floris V 6, Zwartoogje 6, Sneeuwklokje 6, Duinroosje 6, Viooltje 6, Wilgenroosje 6, De Schipperin 6, El zenkatje 6, D. en A. Buijtendijk 6, Mig non 5, Tiekie en Piene 6, -Goudvischje 5, Spring in 't veld 5, Orchidee 6, Ko renbloem 6, Kerstklokje 5, Schipper 4, Columbus 5, Melatti 6, Friso 6, Lente knopje 5, Hyacinth 6, Vliegende Hollan der 6, Adelaar 6,Excelsior 5, 5. D. Kuiper 6, Zonnebloem 6, Brem 6, Thee roos 6, Vergeet mij nietje 6, Michiel de Ruyter 6, Willem III 6, Denappeltje 6, Poesenmoedertje 6, Sprietel 5, Bosch viooltje 5, Lina Punt 6, Voetballer 6, Visscher 6, Roel de Rakker 6.- Ds Ws&slrgd AZALEA, oud 10 jaar, zond in een snoezig baby-popje en een kastje van lucifersdoosjes. 14183 SEN 0IWE6 (Vervolg.) „Het wordt je tijd. Greet. Dag, juf frouw." „Dag, jufrouw! Dag, Greetjel We zullen er dan maar verder het beste van hopen." „Dag, juffrouw," groette Greet, ei genlijk blij, dat ze van dat nare mensch af was. Met een bedrukt gezicht zat xe school voor zich uit te kijken. Haar ge dachten waren ver weg. „Nog drie absenten," sprak de onder wijzer. „Ze hebben alle drie de roodvonk," zei een jongen van de voorste bank; „Dat zou leelijk wezen," zei de onder wijzer op bedenkelijken toon.- „En Greet, weet jij iets van Beb?" „Ze heeft het geloof ik ook," ant woordde Greet op half fluisterenden toon. Telkens hoorde ze weer de woor den van de huisjuffrouw „Ze kan best doodgaan." Dien middag ontbrak in de klas die vroolijke, ongedwongen stemming. De gedachten der meesten dwaalden af naar de zieke leerlingen. Een enkele dacht misschien ook„Vandaag zij, morgen ik." En toen ze den volgenden morgen op school kwamen, vertelde meneer Breeuwer hun, dat ze weer naar huis mochten gaan. Het aantal roodvonk-pa tientjes was al weer vermeerderd cn nu werd het raadzamer gevonden voorloo- pig een paar klassen vacanrie te geven. Vacanlie! Anders een woord vol blijd schap en vreugd. Anders een luid, vroo- lijk troepje, dat jubelend de vrijheid te gemoet gaat. Nu niets van dit alles. Stil, rustig, in kleine groepjes liepen ze slenterend de Raaks af; met gedempte stemmen spraken ze, ernstig als groote mcnschen, ging ieder ten slotte naar huis. Greet liep de Zijlstraat door. Ze herinnerde zich opeens, dat 2e een brief in haar lasch had voor vader. Groot moeder had hem gisterenavond geschre ven, er was toen geen enkele postzegel in huis geweest. Ze had een dubbeltje mee gekregen. Dus nu vlug even naar biuncn wippen, 't Stond vol voor het loket van den zegelverkoop. Landerig zette G-reet zich op de bank neer. Daar zat Loes Schaarsberg ook. Loes zat ia haar klas. Ze ging door voor ec-n saaie Piet. Maar, wie nu haar levendig ge zichtje bestudeerde, zooals het gebukt was over een briefkaart, terwijl de pen vlug voortbewoog, zou dat heusch niet beamen. Greet wist wel, dat Loes op een dorpje bij Alkmaar woonde. Ze was bij een tante in huis. Ze schreef nu zeker naar haar ouders, misschien wel, dat ze vandaag nog thuis kwam. Ze vond het vast nog fijn, dat ze vacantie had.- Als zij, Greet, vandaag eens naar huis kon! Sien had misschien wel appelbeignets gebakken. Ze hadden immers zooveel appels. Wat zou ze stoeien met de jon- gensl En daarna zou ze naast moeder gaan zitten op het bankje bij den haard en ze zouden samen praten over Beb. En misschien zou moeder zeggen „Laat Beb straks, als ze beter is, maar bij ons komen. Buitenlucht versterkt." Als ze beter is! Plotseling was Greet tot de werkelijkheid teruggekeerd. Ze ging immers niet naar huts. Misschien bleef ze hnar heele leven wel hier. Ze rilde. Onwillekeurig keek ze naar Loes. Ze schreef nota bene kris kras door de regels heen. Als zeals ze ook.... eens schreef naar moeder, dat ze kwam? Maar als vader dan eens terug schreef, dat ze niets op haar bezoek gesteld wa ren? Dan zou ze spijt hebben, yreese- lijke spijt. Dan zou ze nooit, nooit meer schrijven en van haar heele leven niet meer terugkomen. Kom, ze ging haar postzegel koopen.- Driftig stond ze op. Terwijl 20 stond te wachten, ginK het door baar hoofd, dat ze even de Kleine Houtstraat door moest loopen, om te zien, waar die Gasthuispoort was. Ziezoo, ze had den zegel. Opgeplakt. Vlug de trap af en in de bus geworpen. Het Noheltje maar door, d^n het Jaco- bijatje en de Oude Gracht af. In welke Houtstraat was het? Ze stond bij den bakkerswinkel en wachtte even. „Weet jij waar 't Gasthuis is?" vroeg ze aan een jongetje, dat een mand bood schappen torste; ,,'t Gasthuis? Van zeivers op den Gast- huisvest." „Och, nee, die poort, waat de barak ken zijn." „O daar. Me nichie lig daar ook." De jongen begon nu een uitgebreid verhaal te doen van zijn nichie. „Wanneer mag je haar bezoeken?" vroeg Greet. „Alle dagen, behalve 's Zaterdags." „O, alle dagen. Dan ga 'k nu even." „Ben je gek. 's Ochends mag je niet. Aüeinig 's middags om drie ure." „O," zei Greet op teleurgestelden toon. ,,'k Mot vort. Booschappe doen voot me baas. Atjuus." „Dag!" riep Greet. „Zeg, maar waar is die poort nu?" „O, daar! Een endje verder de straat in. Rechts liouwe!" Greet liep door. Waar was het toch? O, daar zeker. De poort stond open. En een zuster ging juist naar binnen, „Zuster!" ï.Raep Je?*' „Kent u Bep Klaassen?" „Een roodvonk-patientje? Gisteren ge bracht?" „Ja, juist. Ze is mijn vriendin." „Ze is nog al erg riek. Wil je graag eventjes kijken?" „Ja, dolgraag." „Ga maar mee. Veel zul je er echter niet van zien." Als een hondje liep Greet achter de zuster aan. W'at een akelig, ongezellig plaat sje.- Blijf jij hier even staan. En wacht dap maar een oogenblikje." (Wordt vervolgd.) Brieïenims Brieven aan de Redactie van de Kin- der-Afdocling moeten gezonden wordea aan Merr. BLOMBERG—ZEEMAN, v> d. Vinnesuaat 21 rd. (Ia de bus eooiea sender eaazebet iesl) ROEL DE RAKKER. Is Van W. al aan dc gang geweest? Erg aardie van hem, dat hij je wil helpen. Nog wel ge feliciteerd me: je verjaardag. Zijn je wenschen vervuld? LINA P. Is de kous klaar gekomen? En vordert moeder met de schoonmaak? Daar verlang je natuurlijk hard naar. JuiHe waren wel laat met den brief, 't was op 't nip pertje. Wat aardig, dat je er zoo'n klein vriendinnetje op nahoud:'. BOSCH VIOOLTJE. Een gebreide bal is altijd leuk voor de Baby-af deeling. De vol gende week vermeld ik de Raads^lprii- zen. Dus nog écn weekje geduld. Jam mer, dat je boeken niet gekomen zijn. Je moet Montbretia maar eens schrij ven. Als je van huis bent, is een brief zoo'n heerlijke troost. Dat weet je im mers bij ervaring.- MEVR. v. d. L. D. 'k Vond het prettig weer wat van u te hooren. U heeft u in dien tijd dus zeer verdienstelijk gemaakt. Wanneer we doen, wat onze band vindt om re doen, lijkt het leven zoo eenvoudig. W c wei nig tijd hebben om te piekeren, leven ook heusch onbezorgdei. Wel jammer, dat uw jongen het niet heeft gebolwerkt. Heeft hij al wat anders op het oog? Of u mee mag doen aan den Sint Nicik-ias- wedsirijd? Wat graag. LENTEBODE en SNEEUWBALLETJE. Zijn de want jes klaar? En is Sneeuwballetje al aan de dekjes begonnen? Slabbetj*es vind ik ook altijd zeer geschikt. Duinvioodtje en Sneeuwklokje hadden verleden jaar zul ke snoezige gemaakt. Ja, stuur me alles maar tegelijk. —'LATHYRUS. Ben je al met Roosje aan het werk? Of is het nog plannen maken? Ga je fLink vooruit op de les? MINERVA. Dus dat wordt nog een heele verzameling. Nu is het juist weer om bij een lekker kopje thee wat "gezellig te handwerken. Ik zal het heel prettig vinden als je me trouw schrijft. ROOSJE. Is het hacdwerk- mandje leuk uitgevallen? En zit het spel denkussentje er al in? Willen juHie aan ieder stukje naam en leeftijd hechten? MONTBRETIA. Ja, het ukgaansweertje behoort tot het verléden. Nu is het echt herfst. Alles op zijn tijd, kind. Maak jij maar een nachtzak, dat is een heel nuttig: cadeau. Ik hoop, dat ik uit Kat wijk nog wat van je hoor. Van harte het beste! HET TRIO. Dat was wc! een triestige feestdag. Zoo gaat het vaak '1 leven. En daar moeten we ons bij neerleggen. Dit weertje is goed voor onzen wedstrijd. Zijn jullie prettig aan '1 werk? AZALEA. Ik vond het heel aardig, dat jc van je spaargeld een popje hebt gekocht. Ben je het nu aan 't aankleeden? Zoo'n kastje van luci fersdoosjes kan vast leuk worden. Je kunt er ook wel een byoulerie-kastje van maken voor een meisje, om haar ver schillende sieraden in te bergen; ook kan het als haken- en knoopenkastje dienst doen. ZOMERTAKJE en AL- BADA. Neen, ik wist niet, dat je op de machine knoopen aan kan zetten. Zitten ze dan goed vast? Ik feliciteer Al- bada nog wel met haar verjaardag. Ja, dat meisje mag best meedoen. Laat ze zich maar opgeven. Is de das haast klaar? Bevalt dc nieuwe juffrouw goed? ADELAAR. Je raadsels zijn goed. LENTEKNOPJE. Dus dat was een in teressante vertooning. Ben je nog naar het museum geweest? FRISO. Dc schooltasch is natuurlijk dagelijks in gebruik. Vorder je flink met piano spelen? Waarom ga je van zang af? En heeft er aan gescheeld? MELAT TI. Er stond wel geen naam onder den brief, maar naar den inhoud te oordec- ien is hij van jou. Je hebt al heel wat is gezien. Zoo gaat liet, als je verre reizen doet. Je hebt het op zoo'n groo te boot wel heel goed. Vond je Nun- speet geen prachtige plaats? De dorps school was nog wel erg primitief. Op welke school ga je nu? COLUMBUS. Werkt de zaklantaarn nog goed? En hoe vaak heeft het mannetje al een gering de neus gehad? KERSTKLOK JE. Ik ben zeer benieuwd om je hanawerkkistje Je hoeft je er heusch r.ïit mee Kalm aan maar. GOUD VISCHJE en SPRING IN 'T VELD. Jullie ruil-aanvraag kon ik niet plaat sen, omdat je geen adres opgaf. Denk daar de volgende week om. Een r.a •.•:leu- boekje komt ook wel te pas. TIEKIE cn PIENE. „Langs een Omweg" duurt nu niet mee: zoo heel laag. Is zeker net als met een feuilleton, als het erg spannend wordt, staat er zoo tergend: Wordt vervolgd. Zoo, was dat jullie 00111, die die mooie lichtbeelden ver toonde. JuHie waren cr zeker zelf ook; Wat leuk, dat hij ze bij jullie thuis komt vertoonen. DE SCHIPPERIN. Ja, de zomer is voorbii. Wc hebben ook al haast November. Nu thuis ruaar de ge zelligheid zoeken en daar het zonnetje laten schijnen. Is hel popje al in de kleeren? DUINROOSJE. Zeker, breng het Woensdag maar. SNEEUW KLOKJE. Hoe is het er mee? Doet de hand nog pijn? En hoe kwam je nu zoo te vallen? FLORIS V. Gelukkig, dat moeder wat opknapt. Wordt de koorts nu ook minder? Wensch moeder van mjj van harte beterschap. HULSTTAKJE. Zoo, kleine vergee:-aL Maar nu was het in orde. Wat snoezig, zeg, een popje met echt haar. Haar uit kammen en opmaken vindt ieder meisje heerlijk. Je hebt maar leuke plannen. -- CAMPANULA. Ik stel me zoo voor, dat we, vertoevende in een vreemd land, toch af en toe last van heimwee krijgen naar het oude vaderland met de oude, bekende plekjes cn de oude, goede vrienden. Zijn de handschoenen al in ge- bruik? Dat is ook wel geschikt voor den Sint Nicolaas-wcdstrijd. APHRO DITE. De tijd gaat snel. Dat is de ver zuchting van ieder, die zoo graag meer had willen doen, dan hij gedaan heeft. Dat gymnastiek-uurtje is dus een echt ontspanningsuur. Het hoofd mag wel eens rusten. Als ik kan wil ik graag de uitvoering bijwonen. MATROOS. Ik geloof, dat jij echt van de gezelligheid houdt. Nu ik ook, hoor. Thuis moeten we 't zoeken en thuis zullen we 't vin den. Zoo 's wintersavoncs is de huiska mer toch maar 't allerprettigste plekje. Nu hoop ik maar voor jc. dat je goed gezond blijft. Die waterpokken heb je ten minste gehad cn die komen zelden voor een tweede maal terug. SPAR TAAN. Leuk, dat je een poppenkast maakt. Dat kan een mooi stuk worden voor de algemeene speelgoedkast, 't Is nu te koud voorbeen tocht naar Zand- voort. Je hebt je karretje zeker nog niet opgehorgen. Je raadsel 'begreep ik niet goed. Wil je 't me eens verklaren? PRINSES ATTALANTA. Floeveel dekjes heb je wel gemaakt? Bij mij snort de kachel nog niet. Maar ik begin er wel naar te verlangen. ANEMOON. Ik ben benieuwd, wat cr uit he: lapje gegroeid is. Een serviesje is ook wel kom. Gelukkig, dat jullie geen last hebben van de verveling. JOPIE SLIM. Jij hebt ook wei werk. Gaat al les naar wensch? KRU1ZEMUNTJE.- Alleraardigst, dat grootmoeder ook nog een duit in 't zakje heeft gedaan. Ja, ik ken dat spel wel. Ik geloof ook heusch, dat ik naar een laag pakhuis moet om- WITTE MUIS. Hartelijk vast gefeliciteerd met je verjaardag. Wat een vreugdedag. En nu Woensdag de voort zetting. Woonde je maaT naast me, dan kwam ik ook op het poffertjesmaal. VLIEGENIER. Hoe lokker ik hutspot ook vind, het lijkt totaal niets op de oplossing.- Nu zal je er om moeten la chen. Zoo'n enkd heel moeilijk raad seltje moet er eens tusschen door Mui pen. Wat scheelt grootmoeder? Ligt ze hier in Haarlem in 't Ziekenhuis? Als je eens een prijs wint, zou ik maar om „Dik Trom" vragen. KRUIDJE ROER MIJ NIET. Misschien wil Krul. lobol je zelf wel eens schrijven. Toen ik in Balk logeerde, was een zwager van mij daar Rijks-ontvanger. Maar die woonde toen nog een eindje van het Dok tershuis af. Toen was er ook een an dere dokter. 1 December zou ik grazg je wedstrijdwer-k willen hebben. Je hebt al nuttige dingen klaar, 't Is prettig, dat tante je de behulpzame hand wil bieden. Een sjaal me: een pauwereer, dat kan mooi zijn. Heerlijk, dat je in gewicht vooruit gaat. Hoe lang bliif ie nog? Dacht jij dat ik geen andere Ru- briekertjes buiten Haarlem had? Ik heb ze in Amersfoort. Vogelenzang, Benne- broek. Santpoort, Zandvoort, Spaarn- dam enz. Daarom kan ik je geen brief over de post sturen, want dan riepen al die anderenWaarom mij niet? Maar is dit nu geen reuzebrief? BLOE- MENFEE. Ja, dat was gemakkelijk voor Rompelsteeiltje, dat jij meteen haar brief bezorgde. Kent je broertje Kruidje roer mij niet? Anders moeten ze maar eens kennis gaan maken, dan hebben ze gezelligheid aan elkaar. Je raadsel is goed. ROMPELSTEELTJE. Wat heeft er aan gescheeld? Alles, wat je opnoemt, is welkom. Als de wedstrijd zoo prettig gaat, zullen de inzendingen er zeker keurig uitzien. Wat gezellig ral 3 Cts. per regel. Feuilleton OORSPRONKELIJKE DETECTIVE ROMAN door WILLIAM HOLT. 32) Dut gezicht had hij eer gezien, op ecu portret. Een seconde Bedacht hij zicli, juist, dat was de- broeder van Signora Chiariiia. Hij lag even als zijn beide malikers nog steeds op den vloer, maar richtte zich nu eenigszins op, voelende, dat men hem aanraakte. Signora Chiari- na bukte zich naast hem. „Denk aan uw belofte", fluisterde zij, „gij zult immers trachten mijn broer te redden". „Wij houden ons geroeid", fluister de de Linar terug. Ilij lette nu weder op hetgeen in de Baal beneden voorviel. Het scheen, dat zich een verdediger voor Gianni had opgedaan, „.Kapitein", zoo klonk het, „ik wil de graag iets in het midden brengen. Geloof mij, geen sympathie voor on ze vijanden bezielt mij. Ik ben dien nacht, toen wij u vervoerden, door een der ketellappers bijna gewurgd, nog vertoont mijn hals de littekenen daarvan. Ik zal gelukkig zijn, als wij ons op die kerels kunnen wreken. Maar Gianni was lang onze luitenant, als zoodanig lieeft hij u steeds ge steund, gij hebt hem u.w rechterhand genoemd. Ik wil zijn gedrag niet goed keuren, maar bedenk, liij stoorde uw plannen niet om eigen voordeel, doch ter wille ;van zijn zuster. Als ik een zuster had, nu ilc erken, <tat ik haar ook liever niet in ons bondgenoot schap opgenomen zag". „Ha, gij keurt zijn veiraad goed". „Dat zij verre, maar mij dunkt er is alle redenen om te pleiten voor veizachtende omstandigheden. Ik zou niet voor de doodstraf stammen, als Gianni op andere wijze onschadelijk te maken is". Eonige der mannen gaven him in stemming met het gesprokene te ken nen. „Gij pleegt ook verraad", riep Pie- tro opgewonden, „als gij den verra der 1 voorspreekt". „Gij laat al te duidelijk uw bedoe lingen kennen", antwoordde de vori ge spreker weer, „en kapitein ik pro testeer tegen deze lasterlijke aantij ging. Ik (meen, dat wij hier in vrij heid beraadslagen. Als Pietro zijn meening zeggen mag, dan moet ik evengoed do mijne kunnen uiten". „Gij hebt gelijk", antwoordde do markies, uiterlijk kalm en bedaard als steeds, „ik vind het mooi van u. dat gij Gianni tracht ts redden, maar vrienden ik geloof, dat het tevergeefs zal zijn. Want nog heb ik niet alles ge zegd. Als ik uitgesproken ban, zult gij volledig kunnen oordieeLan. De Broeders des Verdorfs waren tot he den onkwetsbaar en onvindbaar voor de politie. Wij hebban zoor voardieelige- zaken gemaakt, maar ik had een on derneming op het oog, die ons inil- lioenen op moest brengen en in één slag ons allen rijk kon maken. De zuster van Gianni zou door mijn be moeiingen huwen met een rijken ouden bankier hier in Parijs, die zijn eigen schatten niet kent. Gij begrijpt, dat huwelijk zou niet langer geduurd hebben dan noodig was om ons hei geld van den ouden man te verzeke ren. Hij zou spoedig uit den weg ge ruimd zijn. Dat plan heb ik niet kun nen verwezenlijken door den tegen stand van Gianni en zijn zustere. Ik zeg ook van zijn zusters, want Sig nora Chiarina was de ziel van, dien tegenstand. Zij heeft Gifcami tegen ons gekeerd, zij is one, evenals hij, on trouw geworden en pleegt mede ver raad aan dc Brooders. Hedenmorgen is het tusschen ons tot een openlijke breuk gekomen. Ik had ontdekt, waar de graaf de Toumel liet meisje ver borgen had, dat wij zochten. En snij heeft het meisje op haar beurt ont voerd. Daarom vrienden, geen genade voor de yerradersfamilie, die ons allen in ongeluk storten zal, als wij eeu oogertbitk aarzelen. Op dit moment misschien beraadslaagt do zustor van Gianni met de drie edellieden en met de polit,ie-autpriteitenboe wij ihei best gevangen genomen wordun". Doze mededeeling van liet hoogste gewicht veroorzaakte ander de verga dering groote ontroering. „Dood aan de verraders" riepen onderscheidene stemmen, „de kapi tein heeft gelijk; Gianni moet ster ven". „Acht gij hein schuldig aan ver raad?" vroeg de markies. „Ja, ja klonk liet antwoord der meesten, slechts enkelen zwegen. „Moet hij sterven?" „Zeker". „En terstond", voegde Pietro er hij, ,,'t Gaat er spannen", fluisterde lord Nihblmgtoai, „de vont zal zich toch niet koelbloedig laten vermoor den, ha, hij Tetireert befliendig naar de deur;". „Hij moot sterven", herhaalde de kapitein, „ik als uw hoofdman stel voor Gianrri ter dood te veroordeelen aJs zijnde schuldig aan verraad van onze broederscliap. Wij zullen daar over stemmen". Maar voor het tot do stemming, waar van de uitslag niet twijfelachtig leem zijn, komen kon, gebeurde er iets onverwachte. Lord Nibblington - had «n revolver te voorschijn om iien te beduiden zicii gereed to hou den. „Naar beneden", fluisterde hij, „wij zullen die Gianni redden, tcv wille zijner zusters. Waar is de Signora? Do Signora was verdwenen, maai' eensklaps begreep men, met welk dool zij heengegaan was, want plot seling gingen de gaslampen uit, d.c de zaal beneden verlichtten en bevon den de Broeders zich ni de duist er- Een schreeuw van -woede ging op, het gerucht van eest worsteling aeed zich hooren, dan vernam men op eens den val van een zwaar li chaam, hét toeslaan van een deur en inen hoorde iemand snel de trappen oploopcn. „Grijpt liem", brulde de markies hem achterna, „makkers, doodt don ellendeling". „Parbleu", riep de Tournel, „de kerel is hen ontsnapt, hij "komt hier heen". inderdaad was dit het geval, maar reeds volgden hem eenige anderen, die trachtten den vluchteling te grij pen. „Naar de trap", riep de Linar en reeds was hij de kamen- uitgesneld en stond boven aan de trap. „Gienni, hierheen", riep hij. Dc geroepan stormde naar boven, maar pas was hij op de gang, toen hij ineenzonk. Op den grond lag hij en zag verwonderd naar de drie man nen, die daar zoo ineeais stonden om Vlucht riep hij, „zq zuilen u ider genade dooden. Ik ben ge wond, laat mij hier, maar redt mijn zusiers Men had gesn tijd hem antwoord geven. Eenige ivan de schurken wa it tot boven aan de trap gekomen, e: klonken schoten cn onder vreese- lijke vervloekingen rolde e«ii gewonde rviar beneden, terwijl dc undere zich bliksemsnel de trap lieten afglijden. „Ta, ta", riep lord Nibblington, „zij zijn nog niet boven, „wij kunnen ben weJ van de trap afhouden". Beneden klonken vloeken en ver- venschinger.. „Licht", schreeuwde de kapitein, „laat dan één van u de gaskraan we der opendraaien, die 13 natuurlijk diclilgedraaid!' „Ja markies di Cava, laat de lich ten opsteken," schreeuwde de Linar van boven, „gij geeft ons dan betere mikpunten voor onze kogels". „Ha, het zijn die vervloekte En gel schm on met zijn vrienden. Goed, zij zullen ons niet ontkomen, thans zijn zij in de val". „Groote hemel", mompelde de lord, „als de Signora maar in veiligheid is. Zij heeft de hoofdkaam dicht ge draaid. Als men haar heneden vindt wordt zjj ongetwijfeld vermoord (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 13