GERRIT JAN VAN GASTEREN,
HAARLEM'S DAGBLAD
DJWSDAG 13 DECEMBER 1921
TWEEDE BLAD
Rubriek voor Vrouwen.
KINDERKLEEDINC.
Eenvoudige kle-cren.
Baby-pakjes. Oudere
meisjes. Kinderhoeken.
„Eenvoud is Eet kenmerk van Eet
ware sdEoone", ze-g,t de spreekwijze,
maar ook bij dezen regel ontlbrekien de
uitzonderingen, die hem bevestigen,
niet. Wij bedoelen hiermee de mode
voor sommige vrouwen dc meesien
uien er verreweg op haar voordeeligst
uit, wanneer zij smaakvolle maar een
voudige kleeren dragen. En toch zijn
er enkele, die, wanneer zij wat zijn „op
gesierd", eers.t op haar best zijn. En
als zij dit dan ook weten, kunnen zij
eioh daarnaar kleeden, zonder Ibang
behoeven te zijn om er opzichtig uit te
zien haar „stijl" 'brengt nu eenmaal
idat voor vellen te mooie goed, met zich
mee.
Bij kinderen is het echter een heel
ander geval. Er is eigenlijk geen enkel
kind, dat in een opgedirkte jurk een
aardigen indruk maakt, en hoe kleiner
zij zijn, hoe duidelijker dit 'blijkt. Eigen
lijk is er voor een baiby dan ook niet
anders dan wi,t het zachte, teere
[kleurtje van Eet lrindjo maakt, dat
iedere kleur bleek maakt, of het moest
een heel lioht rose of blauw zijn. Wor
den zij echter grooter, dan beginnen de
kleuren van zelf te komen, en dan is
een „loopertje" in een gekleurd pak
vaak een plaatje.
Voor de kleine jongens, die als ge
zellige broeken)aunetjes al door de
wereld gaan, zoodra zij kunnen loopen,
zijn de gebreide pakjes tegenwoordig
zeer in trek het broekje met de slob
kousjes, het kieltje en de muts. Toch
is het l'ang niet voor alle kinderen even
aardig. Want in dc eerste plaats neemt
de zuinige huismoeder zoo'n stelletje
wel eens op den groei. Weg is het aar
dige effect. Het moet precies passen,
en nu rekt bet wel op den duur, zoodat
het bij de snelgroeiende jongens nog
leen tijdje mee kan, maar lang dragen
zij het toch niet, en daar zoo'n pakje
niet goedkoop is, zal lang niet iedere
moeder het kunnen bekostigen, wan
neer het maar zoo kort dienst doet.
Bovendien zijn lang niet alle kinde
reu vllug genoeg om hel te dragen: er
zijn nu eenmaal plompo kinderen ook,
en die zien er veel aardiger uit in ©en
geztellig herenjasje, dan in het nauw
sluitende, gewreide pak.
Op denzelfden leeftijd kunnen de
meisjes al de gebreide jurkjes dingen.
Maar het is met de korte jurkjes die
zoo vlug staan, wel aan te bevelen om
er een directoire-broekje onder te dra
gen. Heel vaak worden tegenwoordig
idie broekjes bij winterjurken in de
zelfde stof genomen, waardoor zij na
tuurlijk het minst opvallen. Eigenlijk
kunnen deze practische kleedingstuk-
ken al van heel klein af gedragen wor
den, en ook de grootere meisjes hdb-
h'en er ecu heerlijk warme dracht aan.
Wat wij verleden week schreven
over gebreid goed voor volwassenen,
geldt natuurlijk net zoo g-oed voor kin
deren hoewel het erg warm staat, mo
gen wij niet vergeten, dat de mazen
buiten veel kouden wind doorlaten, dus
dat het zondor meer als uitgaanspak
gebruikt, niet warm genoeg is. Maar
(daarvoor zijn dan tegenwoordig ook
voor de heel kleintjes al wit-geibreide
jumpertjes, d'ie onder ander goed ge
dragen worden.
Want over het algemeen geeft een
kin'd weinig om de kou en daarom moet
.de onoeder er op letten of het soms
ook te weinig aan heeft. Zoo zagen wij
onlangs een klein meisje van een jaar
of drie met lage kousjes, waar de bloote
heentjes blauw en rood van de kou bo
venuit kwamen. Waarom kleedde die
moeder dat kin'd zoo? Om het te har
den? Dat moet wel zoo zijn, want het
etaat allesbehalve aardig; maar zelfs
van het, een tijdüang als zoo voortref
felijk beschouwde harden, is men den
laatsten tijd alweer min of meer terug
gekomen!
Al willen de Fransdhe modebladen
ons ook doen gelooven, dat de hals
uitsnijding dh tamelijk puntig over de
schouders is, em van voren evenals van
achteren rond, ook voor kleine meisjes
zeer flatteus is in de huidige mode,
■toch is dat in de me'este gevallen niet
zoo. Misschien kunen de Fransche kin
dertjes dat beter dragen dan de Ho.1-
landsche, of het papier is geduldig,
en de afgebeelde meisjes zijn eigenlijk
een verkleining van haar volwassen
seksegienooten.
Maar voor de meoste kinderen is
het ronde halsje het aardigst, en dan
moet 'het bijna tot aan den halswortel
komen een heel bescheiden puntje kan
voor sommige meisjes ook nog wel
vlug staan.
De aülerkleinste van zes en zeven jaar
zien er leuk uit in hun loshangende,
rechte jurkjes, waaromheen soms al
leen een koord of een smal riempje
zoo ruim mogelijk wordt gebonden.
„De Vrouw en haar Huis" geeft een
heel eenvoudig jurkje van gestreept
goed het bovendeel is zoo gemaakt,
dat de «trecpen verticaal loopen, tot
even onder het middel. De korte mouw
tjes zijn aangeknipt en het modelletje
is geheel reoht. Het onderste deel van
het jurkje is van horizontaal-gestreept
goed, en het directoire-broekje is van
dezelfde stof gemaakt.
Voor de wat oudere ""meisjes geldt
■ook de lage taillelijn, die zoowel voor
mantels als voor jurken gebruikt
wordt. Bij deze laatste valt het goed
ieen klein beetje over op de ceintuur,
zoodat het eigenlijk alleen maar den
indruk geeft van heel ruim te zijn.
Te veel bont op kindermantels staat
niet aardigdit maakt ze ouwelijk, en
de kinderen die wij onlangs zagen met
grijze bontmanteltjes aan en witte
bontmuisjes op, maakten een indruk
van heel kleine, volwassen meisjes. Een
smal bontje, wanneer het erg koud is,
as eigenlijk het eenige in dien geesi
woor een kind.
Want bont eischt een onberispe
lijke behandeling, en dc meeste meis
jes die wij haar mantel zien aantrek
ken, stoppen geen mouwen of iets in,
snaar „sjorren" het kleedingstuk zoo
gauw mogelijk aan, en later weer uit.
En bij een dergelijke behandeling 'komt
er van bont niet veel terecht.
Tenslotte is de hoe.denkwest.ie nog
een belangrijk iets voor kinderen. Voor
'de kleinere staan de ronde mutsjes het
aardigst of de kaïboutexkapjes met een
kleine pompon bovenop. En voor de
oudere zijn er de ronde hoedjes met
enkele en eenvoudige linlgarneerirug of
een klein bloemetje.
Kinderen zijn niet moeilijk te -klee-
tden, wanneer de kleuren die genomen
worden maar niet al te fel zijn, de mo
delletjes recht en tamelijk nauw, de
lijnen veelal rond, en de Weertjes niei
te veel op den groei. Wanneer het kind
al te hard groeit in een tijd, maak dan
de jurken zoo, dat zij overal gemakke
lijk uitgelegd kunen worden met bree-
de naden en flinke zoomen.
En wanneer ge iets van een oud'er
kind voor een kleintje geschikt vindt,
verander er dan desnoods een kleinig
heid aan iets „nieuws", is voor een
kind zoo'n heerlijk bezit.
E< E* PEEREBOOM*
HILLEGOM.
BevallenG. B. Staats—Lensen z.
J. Klinkenberg, Huisman d., A. M.
van DorpBoot z., C. W. Bpoelder
Schilt z., J. H. van TrigtSmit z„ A.
H. JonkheerPoet d., M. C. Vermeij
van der Valk d., M. J. van Kam
penWassenaar d.
OverledenR. de Wolf wed. P. v.
d. Geest 64 i., F. Brouwer, man 74
jaar., E. UijtemdaaJde Groot 82 j.,
,K. do Graaf m., 5 maanden, J. A.
Mus m. 49 j.t H, C, D'ofclben m. 3
BENNEBBOBK.
BevallenH. M. de Wintervan
Lierop d..
Nu ®et Ik mij mot vreugde voor mijn
schrijftafel, nu ik het mag hebben
over mijn ouden vriend Van Gasteren.
Want, nietwaar, Van Gasteren? ik heb
het recht je zoo te noemen. Hij is de
vriend van velen, de directeur van on
zen Stadsschouwburg. Ik wist dit reeds
lang en ik he'b 'het sterker dan ooit
gevoeld uit den warmen, harte'lijken
loon, die sprak uit alle brieven, welke
bij mij binnenkwamen, in antwoord op
onze uitnoodiging om een commissie te
vormen tot huldiging van den popu-
lairen, bijna 70-jarigen G er rit Janl
Gerrit Jan, zoo heet hij in de coonecl-
kringen, Gerrit Jan, zoo heet hij ook
bij zijn vele vrienden en kennissen ie
Haarlem. Zouden er vele personen in
onze Spaarne-S'taid zijn, die in breeden
kring zóó populair zijn als onze schouw
burgdirecteur? Ik zou bijna durven
zeggen Van Gasteren heeft geen vij
anden, hij heeft alleen maar vrienden.
Hij is misschien de gemoedelijkste, de
joviaalste, de gezelligste en de meest
optimistische burger van Haarlem. Hl)
kalmeert de heele wereld, zelfs den
meest zenuwachtigen dilettant, als hij
met zijn sonoor stemgeluid zegt
„Maak u maar naet ongerust! Komt in
orde, hoor!" en wanneer hij zijn brec-
do hand op je schouder legt en jo
daarna steeds erven hartelijk de
deur uitpraat, dan hen je wel niet al
tijd volkomen overtuigd, maar je zou
toch nooit tegen zooveel joviale gemoe
delijkheid in nog één woord durven te
genspreken. Hoeveel menschen heeft
Van Gasteren in zijn leven al niet met
zijn breede hand op den schouder de
deur uitgeleid en verzekerd, dat z« „ge
rust konden zijn" en „dat alles in orde
kwaml" En laten wij het maar dadelijk
aeggen het komt -meestal ook altijd in
orde, en wanneer het aièt 'heelemaal
in orde mocht komen wat een enkele
maal ook gebeurt dan heeft 'hij je
zenuwachtig gemoed toch voor enkele
oogen'blikken met zijn optimisme en
kalme gemoedelijkheid gerust 'gesteld.
Van Gasteren is één van do perso
nen, die als devies in hun wapen de
woorden van Jan Pieiersz. Coen anogen
dragen Ende désespereert niet! Het
allermisera'belste blanco schouwburg-
plan, waarop zelfs met een vergroot
glas geen blauw streepje te ontdekken
valt, is niet in etaat onzen schouwburg
directeur zijn geloof in de toekomst ie
ontnemen. „Ik wanhoop nog nietl"
hoe vaak heb ik het den 'heer Van Gas
teren hooren zeggen, ook als er bij
mij zelfs geen sprankje hoop meer
overgebleven was. En toch ben ik
heusch geen zwartkijker. Maar tegen
den rooskleurigen kijk, het blijde ver-
trouweu van onzen bijna 70-jarigen di
recteur kan zelfs mijn optimisme
niet op.
„Met den heer Van Gasteren'is i<
van, de gemoedelijke gezelligheid van
onzen ouden schouwburg in ons Stads
theater overgegaanl" zoo ongeveer
heeft wijlen Jhr. Sandberg, onze oud-
burgemeester in zijn openingsrede in
den Stadsschouwburg gezegd en dit
woord was gesproken naar ons aller
hart. Een van de eerste eischen van
©en goed tooneelspeler is, dat hij het
tooneel weet te „vullen". Van Gasteren
doet meer i hij Vult niet z{jn peirsoon een
heelen schouwburg Is liet niet, of de
gezellige gemoedelijkheid ons tegemoet
komt, waneer wij ons theater op het
YVilsonspkdn 'betreden en wij den heer
Van Gasteren 'daar in de vestibule Voor
het bespreekbureau zien staan? Er is
in de verschijning van Van Gasteren
iets patriarchaals, dat vertrouwen wekt
en tot kalmte stemt. Wanneer in ons
land vrederechters bestonden,
dan zou Van Gasteren allereerst voor
dat ambt in aanmerking komen. Hij
is één van dóe personen, dde door zijn
prettige, joviale gemoedelijkheid den
meest opgewonden, driftigen mede-
mensch ontwapent*
Misschien zullen er onder de lezers
zijn, (die na deze inleiding maenen, dat
de heer Van Gasteren niet anders dan
gemoedelijkheid en kalmeerende be
daardheid is 1 En wanneer men hem
door Haarlem's straten ziet wandelen
met zijn rusiigen, 'opgewekten gang,
dan zou men dit ook bijnat gaan geloo
ven, Toch is niets minder waar dan
datl Ieder, die wel eens ©en (kijkje ach
ter de schermen 'heeft genomen, weet
wel beter. Onze directeur kan nu en
dan ouderwetsch „uit de slof schie
ten", zoo dat alie coulissen op 'het too
neel er van staan te beven, maar ik
heb hem er des te liever om. Deze
bijna 70-jarige heeft de eeuwige jeugd;
hij heeft soms nog de drift en het tem
perament van een 30-jarigen jongeling.
De storm duurt echter nooit lang. Van
Gasteren weet niet, wat rancune be-
teekent en als hij je na een oogen-
blik van g-erechtvaardigden of onge-
rechtvaardigden toorn de band
reikt, dan kan men er op aan, dat hij
allee vergeven en vergeten heeft.
Ik hou.d van Van Gasteren om zijn
zonnig optimisme, zijn jonge levensblij
heid, zijn gulle hartelijkheid, izijn ge
zellige gemoedelijkheid, zijn eenvoud
en zijn bescheidenheid, ja, om zijn een
voud en bescheidenheid vooral. Van
Gasteren wil nooit meer schijnen dan
hij is. Van Gasteren is en ik hoop
niet, 'dat ik met deze woorden alle di
lettanten tegen mij zal krijgen de
eenige werkelijk bescheiden rederijker,
dien ik .tot nu toe iu mijn leven ont
moet heb. Er bestaat in de wereld geen,
laat ik voorzichtigheidshalve zeggen,
„zelfbewuster" wezen dan een rederij
ker. Welnu, aan al deze rederijkers, al
deze liefhebbers zou ik den heer Van
Gasteren als voorbeeld willen stellen.
„De meeste rederijkers," zoo zei Van
Gasteren mij eens, „denken, dat het
een eer voor het publiek .is, als het
naar hem komt kijken, maar het is
juist andersom! De rederijkers moeten
Wij zijn, als het publiek zoo vriendelijk
is om naar hun spel te willen komen
eienl Want zoo veel bijzonders is het
waarachtig niet, wat wij, liefhebbers,
den mensohen te zien gevenl"
Kan het bescheidener cn dat voor
iemand, die meer dan 50 jaar komedie
heeft gespeeld, van alle Haarlemmers
de meeste personeele prijzen heeft be
haald en bijna 40 jaar voorzitter is van
een vercenigdng, die om haar verdien
ste het predicaat „Koninklijk" heeft
gekregen. Och, als alle rederijkers en
rederijksiers eens van zoo groote too-
neelkennis blijk gaven! Want om tot
deze -uitspraak te komen, moet men wel
volkomen beseffen, hoe ontzaggelijk
moeilijk komedie spelen is 1 Van Gas
teren weet dit! Hij heeft zijn heele le
ven van het tooneel gehouden als
slechts weinigen; hij heeft een diepe
bewondering in zijn hart bewaard voor
de workdlijk grooten en hij li's zich
volkomen bewust, hoe ontzaglijk ver
de rederijker daarvan afstaat. En eoch,
niet waar? heeft hij met zijn warme,
sonore stem op het liefhebberij-tooneel
in zijn goeden tijd tot de alledbesten be
hoort I Zijn rederijkersroem heeft hem
nooit zijn zelfkennis doen verliezen en
hierin heeft 'hij zich één van de ver-
siandigsten en een van de moest werke
lijk© „artistieken" getoond I
Van Gasteren is een -prettig, gezellig
causeur. Het is niet toevallig, dat man
nen als Róssing, Justus van Maurik en
Theophffle de Bock tot zijn intieme
vrienden hebben hehoord! Ellken mid
dag tegen vieren kwaanen zij in de
perste jaren van zijn directeurschap bij
hem op zijn kantoortje in den schouw
burg aan den Jansweg en uren konden
samen „hoornen" over het tooneel
en den „goeden.ouden tijd". Hoe dik
wijls heb ook ik tegenover hem geze
ten en met genoegen geluisterd naar
zijn verhalen over Tjasink, Roohol en
Peeteils, Louis Moor en Driessens, Mte-
iw KleineGarlman en Sophie de
Vries, Judels en Veltman, eerst in de
'koffiekamer aan den Jansweg, toen zijn
goedie, lieve vrouw nog leefde en do
laatste jaren in de directiekamer van
on-zen Stadsschouwburg! Is 'het zijn
prettige, warme stem, zijn „gezellig
heid", zijn „vaderlijke" toon, die aan
ons discours dikwijls zulk e'en intiem
karakter geeft? Al's Van Gasteren be
gint te vertellen, dan kan ik soms xit-
luisteren, sooals ik het aLs jongen
deed, wanneer een oud familielid te
praten begon over den tijd, „toen h ij
nog jong was"! Want als Van Gasteren
'begint te vertellen over hel tooneel,
zooals het vroeger was, dan komt daar
opeens *©en stukje geschiedenis tol je
van het oude tooneel en -het oude Haar
lem, waarvan wij, jongeren want
het is met leeftijd altijd „betrekke
lijk" alleen »oo nu en dan maar iets
hebben gelezen. Van den tijd, toen de
„houten kast" nog op 'het Houtplein
-stond en het daar zoo gemoedelijk bij de
voorstellingen toeging, toen er nog
komedie werd gespeeld in de Doelen en
gezongen werd in de groote concert
zaal van de Kroon! Wie van de „geïm
porteerde" Haarlemmers weet van al
die oude toestanden eigenlijk iets af?
Omdat ik vermoed, dat velen zich er
voor uuerefsseeren, wat Van Gasteren
mij vertelde uit zijn „ouden tijd" cn
van zijn directeurschap in den schouw
burg aan den Jansweg, geef ik hem in
een afzonderlek artikel hiervoor zelf
het woord! Zijn prettige stem, zijn jo-
vialen, vaderlijken toon, zijn bonhomie
«al de lezer, helaas I moeten missen.
Maar xij, die Van Gasteren kennen
en woe kent hem in Haarlem nie:?
zullen die er zich wel bij kunnen
denken*
Spoil 811 IMstrüilsn
DAMES-HOCKEY.
ROOD EN WIT—BLOEMEN DAAL
1 (3-1).
Zondagmiddag 2 uur stonden de
beide Haarlemsche clubs Rood cn
Wit cn Blccmendaal op 't terrein in
Heemstede gereed om elkaar te be
vechten, omgeven door een dikken
uiist.
De elftallen stelden zich als volgt
op:
Rood-Wit: Mej. I. Carp (doel}
Mej. R. Aberson en Mevr. Quarlee
van Ufford (backs); Mej. M. Dekker,
mej. M. Loman eu mej. E. de Josse-
lin de Jongh (midden)^ mej. A.
Cnoop Koopmans, mej. L. Laau,
mej. A. van der Valk (raid), mej. S.
de Josselin de Jongh, mej. L. Booin
(vóór).
Bloemeudaal was samengesteld uit
de dames: T. Schoonheyt, T. v. Zij-
verden, T. Brauns, B. v. Bremen,
B. v. 01st, L. Worries, M. Craan-
dijk, N. van Breemen, O. van Beugen
Bik, F. v. 't Wout en T. do Graaf.
Nauwelijks had de heer E. de
Clercq gefloten, of er ontwikkelde
zich een enthousiast spel wat ook bij
'11 wedstrijd als dezo te verwachten
was.
Onze Lacbhoek
OORZAAK EN GEVOLG.
Jansen was een enthousiast vooi
lichamelijke ontwikkeling met behulp
van een Saiidow-apparaut.
„Een prachtige vinding", zei hij.
„De mensch wordt er gezonder door,
hij wordt krachtiger cn zijn leven lan
ger."
„Maar onze voorouders dan?" vroeg
een van zii-n kennissen. „Die hadden
toep geen spierontwikkelaars
„Nee", zei Jansen triomfantelijk j
„en waar zijn zij nu? Allemaal dood".
IN DE BIOSCOOP.
Het meisje „Maar Frans, héb j#
zoo weinig gevoel, dat je pepermunt
kunt zitten eten onder een liefdes
scène?
Nadat de Bloemendaalsche voor
hoede eenige prachtkansen gemist
had, gelukte het eindelijk aan mej.
N. v. Breemen om met een keurig
schot haar partij de leiding te ge
ven. Doch slechts voor korten tijd,
want nog geen 2 minuten later scoor
de mej. S. de Josselin de Jongh den
gelijlonaker.
Beide partijen vrslapten nu merk
baar. Nog wist mej. A. v. d. Valk
vóór de rust den stand op 21 voor
Rood-Wit te brengen, waarmee rust
intrad.
Na een korte pauze werd het spe'
hei-vat.
Bij Bloemendaal wilde 't ware vuui
er maar niet inkomen, zoodat 't niet
te verwonderen was, dat Mej. A. v.
d. Valk den voorsprong nog tot 31
vergrootte.
Op het laatst kwam Bloemendaal
nog een paar keer opzetten, maar
kon toch niet met succes de hechte
verdediging van de tegenpartij door
breken.
Rood-"Wit heeft welverdiend dezt
overwinning behaald. Maar er moet
gezegd worden, dat de blauwe trui
tjes niet veel geluk hadden.
VOETBAL.
SERIEWEDSTRIJDEN „LEI
DUIN".
Van 2 tot 3 uur speelden
LEIDUIN II—P.E.N. II (2—1).
Om ruim 2 uur komen de elftallen
volledig in het void. Terstond na
den aanvang zien wij, dat de beide
partijen aan elkaar gewaagd zijn,
echter komt langzamerhand Leiduin
iets in do meerderheid, wat zij in liet
eerste speel halfuur in een doelpunt
weet uit te drukken.
Als er van doel verwisseld is ziep
wij hetzelfde spel, wederom is Lei-
duin een weinig in de meerderheid
en weet nogmaals te doelpunten.
(2—0.
P, E. N. II geeft den moed geens
zins op en waarlijk zien wij haar
heel spoedig den achterstand ver
kleinen, (21).
In dezen stand komt geen veran
dering meer.
Thans komen tegen elkaar in hel
veld
—TRAMVOGELS III—'VOOR
WAARTS (1—0).
Voorwaarts is volledig, Tramvogeh
verschijnt slechts met 10 spelers.
Do eerste aanvallen zijn dao ook
voor Voorwaarts, echter weten zij
hun overwicht niet in doelpunten uit
te drukken, zoodat, wanneer het eer
ste speel-haliuur verstreken is, de
stand nog juist als bij den aanvang
00 is. Na de rust is net met het
overwicht van Voorwaarts gedaan, de
partnen gaan nu keurig tegen elkaar
op. Ongeveer een kwantier voor hot
oindo zien we Tramvogels voorhoede
het leder keurig opbrengen en uit
den voorzet van den wingspeler
wordt de hal in 't Voorwaarts-doel
gekopt (10).
Als het eind daar is hebben de
Tramvogels een kleiue, zwaar be
vochten 1O-overwinning behaald.
De drie keurige prijzen voor de
eerste afdeeling en evenzoo een drie
tal prijzen voor de 2 afdeeling vooi
deze seriewedstrijden door Leidnin
ter beschikking gesteld, liggen tor
bezichtiging in tie étalage van den
sigarenwinkelier Rot, te Heemstede.
'euilleton
OOBSPRONKELIJ KE DETECTIVE
ROMAN
door WILLIAM HOLT.
70)
Di Cava haalde de zustor van zijn
vrouw naar Parijs, maar toen z-ij
wist wat hij met het meisje voor had,
heeft zij allee g-edaan om haar on
schuldige zuster uit zijn handen te
houden. De hoeren weten daar meer
van dan ik, het is vooral de verdien
ste va-u graaf de Tonrnel, dat het ge-
lukte liet meisje te beschermen
tegen di Cava en zijn helpers".
„Dus zij moest met Andrieu trou
wen. En zoo zou deze de millioonen
binnen krijgen, die hem anders moes
ten ontgaan", riep Nibblington.
„Juist. Maar nu komt de verwikke
ling, waarop mijnheer Rouan reeds
wees. Nog iemand andera don di Ca
va bemoeide zich met de millioenen
erfenis, liet was zijn neef. Waarom
bemoeide hij er zicih mee? Vermoede
lijk, wijl hij di Cava in het vaarwater
wilde zitten. Hij dacht ook op gemak
kelijke wijze dat huwelijk te kunnen
verhinderen. Immers hij wdet van hot
huwelijk van Chlarina en het was dus
onmogelijk, dat zij met den bankier
trouwde. Daarom kwam hij met, zijn
voorstellen bij wat ik maar noemen
aal do tegenpartij.
Zooale dl Cava tot A-ndriou zei: „ik
val het huwelijk dat u millioenen op
brengen zal, mogelijk maken", zoo
kwam do ander bij Rouan en zei hem:
Ik zal dat huwelijk van uw neef on
mogelijk maken. En hij kon er bijvoe
gen: dan zijt gij de uiiiverscele erfge
naam, dan zijn de millioenen voor u.
Maar laat mijnheer Rouan nu eerst
verder vertellen, wat hij deed".
„Gaarne' 200 nam Rouan nu weer
het woord. „Zie eens, ik ben geen
BChurk, ik heb eerlijk bekend, dat de
hebzucht mij parten speelde, de ge
dachte meester van do millioenen to
worden liet mij niet los. Maar tege
lijk stoctte liet mij tegen de borst,
dat ik zou moeten samenwerken met
iemand als die Italiaan, die mij, ik
wil hot wel bekennen, vrees inboe
zemde. Ik wist ook niet in hoever de
mededeelitngen te vertrouwen waren,
dat ik universeel erfgenaam zou wor
den. Toen na eenigeoi strijd met mij
zelnc, heb ik een besluit genomen, ik
meen nog ©een goed besluit. Ik ben
naar mijn neef Andrieu gegaan en ik
neb ronduit met hem gesproken. Ik
heli hem gezegd welk voorstel mij was
gedaan. Maar ik wilde een eerlijk
man blijven.
Welnu, toen is het tussohen 011s lot
een verklaring -gekomen en ik moet
u zoggen, mijn neef, die er mij bij
111'n oom uitgewerkt, vieil me
toch mee. llij heeft toen ook open
kaart tegenover mij gespeeld en mij
vferteld, dat hij zich in do mazen
"aai een 11M -gevangen gewelde, dat
di Cava om Lom spande. Hij beken
de mii, dat liij hem vreesde, rnaar
ook als 11c geslingerd werd tusschen
afkeer voor hem eoi begeerte naar het
bezit der millioenen. Wij stonden ein
delijk als eerlijk© mannen tegenover
elkaar en wij kwamen overeen in
plaats van vijanden bondgonooten te
worden., Andrieu zou niet ingaan op
d-o voorstallen van di Cava, ik niet
op hetgeen mij werd voorgespiegeld.
Wij zouden kalm afwachten wat, liet
geheim© testament zou bepalen. Waar
om als ee.i van ons de universeele erf
genaam werd, zouden wij niet deel en,
liever dan overeenkomsten aan te
gaan met eenige schurken, die aas in
hu.11 macht zouden krijgen. Wij beslo-
ten ons tegen hen te beschermen en
ik kwam du ar Voor op het kontoor van
mijn neef. Want deze vreesde di Cava
zeer, omdat hij een waarschuwing te
gen hem en zijn plannen ontvangen
had, vermoedelijk van signora Ghia-
rina".
„Wij voelden ons in de strikken
van die schurken verward en dat
dreef ons tot elkander. Helaas ik heli
niet kunnen verhinderen, dat mijn
neef vermoord werd."
„W| had daar belang bij'?" vroeg
de Linar, „bij den dood van den
bankier?"
„De moordenaar was de neef van 1
di Cava", antwoordde Turner op deze-
vraag. „Dien nacht, toen gij drieen
die vergadering der Broeders hebt over
vallen, heeft signora Chiarina haai
man gered. Hij had een som gelds te
goed van den bankier. Zij had hem
te voren verzocht heel vroeg op zijn
kantoor te zijn. Want haar plan was
te voren gemaakt haar echtgenoot te
•edden. Zij wilde haar broer niet op-
liep dien nacht anders dan zij gehoopt,
offeren, maar evenmin haur man. Het
had, maar zij vluchtte met di Cava en
zij deed dit, nadat zij hem de belofte
had afgevergd,. Parijs te v erlaten. Hij
beloofde dit, een oogenblik meemend,
dat alles verloren was. Zij reden sa.-
incin naar Amlrieu, namen er het geld
dat hij voor her. had losgemaakt ln
rnj.vangst. iMaar de andere schuilt
wi.it ook hiervan, )iij drong binnen
het kontoor en- doodde den bankier.
I-lij meende, dat Chiarina en Di Cava
het eens geworden waren, dat zij be
reid was van di Cava ia scheiden om
met, den bankier in liet, huwelijk te
treden. Eu hij meende aldus door hun
berekening een streep te kunnen ha
len.
Di Cava liield zijn gegeven woord
niet, ik zou haast zeggen, natuurlijk
niet. H-tt was zijn neef, die hem te
hulp kwam, die een schitterend plan
ontwierp 0111 dc gevangenen te bevrij
den. en d,e gewonden ic- dood-en, ten
einde hen voor good het zwijgen op
te leggen en verraad te voorkomen.
Ge moet niet vergeten, dat zij over
veel hulpmiddelen beschikten. Maar
di Cava werd daardoor meer dan te
voren aan hem gebonden. E11 zij kwa
men overeen, dat beproefd zou worden
zich toch de miUioeneu te verwerven.
Want zij meenden, dat deze nu aan
Rouaan zouden vervallen. Hun bedoe
ling was, Rouan in hun macht te
krijgen. Evenwel de neof van d.i Cava
ei&clite nog, dat het, signora Chiari
na onmogelijk gemaakt zou worden
hen te verraden, want haar vertrouw
de hij niet. En di Cava 0111 hem te
bewijzen, dat hij alles doen zou om
millioenen te verwerven en dat hij
nu weer geheel mot hem samenwerk
te, stond toe, dat dc schurk signora
Chiarina zou bewaken en. zou beletten
dat zij zich met hun vijanden in ver
binding stelde. Zij vreesden dit, wijl
ze wisten dat dc signora ©en samen
komst met Rouan gehad zou hebben,
een samenkomst, die de lieeren ver
stoorden toen zij mij op de kamer van
Rouan o ver vóelen".
„Ja", zei die Tournel, „waarvoor
diende di.e samenkomst?"
„Dut zal ik u zeggen", zei Rouan. -
De oude helling uut ik de mülioe-
len van mijn zonderlingen oom zou
erven, was onjuist. Het is waar ik zou
te erven, indien Andrieu weigerde
-net de dame te trouwen, die mijn
oom voor zijn vrouw had bestemd.
Maar wat de ontrouwe notarisklerk
riet had verteld was dit. Mijn oom
had ook bepaald, dat ik mets zou
erven, indien Andrieu mocht sterven
binnen den bepaalden tijd. Misschien
hij van oordcel geweest, dat een
moord wel ©in mindere schatten be-
dteven is, misschien was hij bevreesd,
dat de zucht naar het geld -mij tot
een misdadiger zou maken".
„Veroorloof mij een opmerking",
_ji baron de Linar, „als gij den in
houd van liet verzegelde stuk niet
kende, dan drentlc deze bepaling niet
om u mogelijk <van een dergelijke mis
daad terug te houden".
„Dat is zeer juist opgemerkt. Even
wél onze zonderling© oom heeft vóór
hij stierl' èn aan mijn neef Andrieu
èn aan mij ©en briefje geschreven, dat
na zijn o-verlijden door den notaris
ons werd overhandigd. En daarin
schreef hij. dat hij zijn testaiuiaiil zoo
luid gemaakt, dat wij geen van beiden
er eenig belang bij konden hebben,
indien do under voor het jaar om was
mocht sterven op wat voor wijze ook.
Mijn oom heeft echter niet aan de
mogelijkheid kun non denken, dat een
ander mijn neef zou dooden in de
meening, dat ik daardoor de erfge
naam zou zijn. Maar de dood van
Andrieu kon mij geen voordeel bren
gen. En d-o heele <>1 zot van het sch tr-
lüenpaav berustte dus op een erg© mis
rekening. Ik wist natuurlijk niet, wat
zij van plan waren, maar wel vreesde
ik, dat ze mij nite loslaten zouden.
En dat had ik goed geraden, want di
Cava had kans gezien te ontdekken,
waar ik na uw overval mijn intrek ge
nomen had. Hij vertoefde in vermom
ming in hetzelfde pension en op eein
avond heeft lnj in mijn kamer inge
broken, heeft hij mij overmand en. op
dezelfde wijze ongeveer zou liaj 10ij
gedwongen hebben zijn wil te doen,
als ltij liet hedenavond probeerde.
Maai- ik redde mij door een leugen.
Ik zei hem te weien, dat de erfenis
ook niet aan mij zou vervallen, dan
op dezelfde voorwaarde, dio de erfla
ter aan mijn neef gesteld had, name-
ijk dat ik met signora Chiarina in
liet huwelijk trad. Ik wist hem dit ge
loofwaardig voor te etelleu. Eu
sloeg ham een overeenkomst voor. Ik
•erklaarde mij bereid met signora
Chiarina in het huwelijk te treden,
als hij eerst van haar scheidde. Maar
ik stelde de voorwaarde, dat wij met
dien anderen schurk niets te maken
zouden hebben. De schurk nam de
-waarde aan. Hij liaaldo zijn
vrouw w-eg uit liet landhuis „Veld
zicht", toen de bewaker daar wegge
lokt was. Di Cava zou, om zijn doel
te bereiken, zonder gewetensbezwaar
de huishoudster gedood hebben, maai
bij deed het niet, want de huishoud
ster was zijn vrouw genegen. Het is
die andere, die haar uit woede cri
wraakzucht doodde, toen li ij do sig
nora ontvlucht von-l. Hij is liet die
wild van wraakzucht omdol hij zich
door di Cava bedrogen vond, ook ham
hier gedood heeft, tout bij gebonden
op zijn kamer lag. Dij is zeer stout
moedig, deze vrceseüjk© giftmenger
en hij durfde zich zelfs als dokter op
dringen, natuurlijk om de verblijf
plaats van do signora uit te vinden".
„Het is een ontzettende geschiede-
ais", riep Nibblington, „maar zeg
ons nu nog, als ge wilt, waarom heil.
di Cava u met den dood bedreigd, gij
waart toch met hem tot een overeen
komst gekomen?"
„Hij had de onmogelijkheid inge
zien zijn vrouw te bewegen in zijn
gemeen voorstel te treden, zij wild©
niet scheiden. Toen heeft di Cava mij
gezegd, dat hij weliswaar met de sig
nora gehuwd was, maar dat do be
wijzen daarvan met geldig ware®.
En hij wilde, dat ik dadelijk tegen
haar wil met haar in het huwelijk
zou treden. Hij zou alles regelen, liij
garand/eerde mij dat hel voor de wet
alles in orde zou komen. Het jaar,
dat mijn overleden oom stelde zal
spoedig voorbij zij-u, dan was de mil-
lioeneii-erfeiiis dadelijk aan ons, da
nclft er van voor hem. Ik weigerde.
Lie had immers nooit bedoeld zóo mis
dadig te zijn. Nu weten do heêrea.
alles".
„Waarachtig", zei de Touinel,
Rouan de liand toestekend, „gij moogt
dan in sommige opzichten gefaald
hebben, gij zijt niet do oc-rlooze schurk
aarvoor wij u hielden".
De detective zei vroolijk:
„Laten wij dc- glazen vullen cn drin
kein op den goeden afloop van den
strijd tegen do Broeders. Er loopen
daarvan nog een aantal rond, maar
nu di Cava dood is cn zijn neef ge-
-ungen, is hun, macht gebroken".
Zij klonken t© zaïnen, all©:-® John
deed niet mee.
Hij had in den beginne met oven-
vol aandacht gehiistred als de an
deren, doch sliep ol ©enigen tijd den
slaap der rechtvaardigen.
„Da jonge® ia dood op", zc-i Tur
ner. „hij heeft zijn rust wel verdiend,
tonder liem ware® wij zoover niet en
hadden er nog ergo dingen kiuinei'
gebeuren. II: had hem nog willen la«
(•'•11 vertellen, lioc hij zoo knap werk
leverde. Maar dat stéllen wie uit to»
een anderen keer."
Eenige maanden later bleek, dat
ignora Chiarina zonder meen' de er*,
g-.name was van de millioenen van
den zonderlingen oude® bankier.
Do moordenaar van Di Cava werd
ter dood veroordeeld, doch d© rechter
kon het vonnis niet doe® volvoeren,
ltij stierf in de gevangenis.
Een jaar later trouwde de Tournel
met de veel beproefd© weduwe van
deil hoofdman der Broeders. E11 Nib
blington huwde haar zustor. Het hu
welijk had op denzelfden dog plaat»
en de vier getuigen ware® d© Linar,
dokter Dupiiy, Turner en John, dio
zich daarin e© buitengewoon vereerd
gevoelden.
EI.ND E.