GERRIT JAN VAN GASTEREN, HAARLEM'S DAGBLAD DJWSDAG 13 DECEMBER 1921 TWEEDE BLAD Rubriek voor Vrouwen. KINDERKLEEDINC. Eenvoudige kle-cren. Baby-pakjes. Oudere meisjes. Kinderhoeken. „Eenvoud is Eet kenmerk van Eet ware sdEoone", ze-g,t de spreekwijze, maar ook bij dezen regel ontlbrekien de uitzonderingen, die hem bevestigen, niet. Wij bedoelen hiermee de mode voor sommige vrouwen dc meesien uien er verreweg op haar voordeeligst uit, wanneer zij smaakvolle maar een voudige kleeren dragen. En toch zijn er enkele, die, wanneer zij wat zijn „op gesierd", eers.t op haar best zijn. En als zij dit dan ook weten, kunnen zij eioh daarnaar kleeden, zonder Ibang behoeven te zijn om er opzichtig uit te zien haar „stijl" 'brengt nu eenmaal idat voor vellen te mooie goed, met zich mee. Bij kinderen is het echter een heel ander geval. Er is eigenlijk geen enkel kind, dat in een opgedirkte jurk een aardigen indruk maakt, en hoe kleiner zij zijn, hoe duidelijker dit 'blijkt. Eigen lijk is er voor een baiby dan ook niet anders dan wi,t het zachte, teere [kleurtje van Eet lrindjo maakt, dat iedere kleur bleek maakt, of het moest een heel lioht rose of blauw zijn. Wor den zij echter grooter, dan beginnen de kleuren van zelf te komen, en dan is een „loopertje" in een gekleurd pak vaak een plaatje. Voor de kleine jongens, die als ge zellige broeken)aunetjes al door de wereld gaan, zoodra zij kunnen loopen, zijn de gebreide pakjes tegenwoordig zeer in trek het broekje met de slob kousjes, het kieltje en de muts. Toch is het l'ang niet voor alle kinderen even aardig. Want in dc eerste plaats neemt de zuinige huismoeder zoo'n stelletje wel eens op den groei. Weg is het aar dige effect. Het moet precies passen, en nu rekt bet wel op den duur, zoodat het bij de snelgroeiende jongens nog leen tijdje mee kan, maar lang dragen zij het toch niet, en daar zoo'n pakje niet goedkoop is, zal lang niet iedere moeder het kunnen bekostigen, wan neer het maar zoo kort dienst doet. Bovendien zijn lang niet alle kinde reu vllug genoeg om hel te dragen: er zijn nu eenmaal plompo kinderen ook, en die zien er veel aardiger uit in ©en geztellig herenjasje, dan in het nauw sluitende, gewreide pak. Op denzelfden leeftijd kunnen de meisjes al de gebreide jurkjes dingen. Maar het is met de korte jurkjes die zoo vlug staan, wel aan te bevelen om er een directoire-broekje onder te dra gen. Heel vaak worden tegenwoordig idie broekjes bij winterjurken in de zelfde stof genomen, waardoor zij na tuurlijk het minst opvallen. Eigenlijk kunnen deze practische kleedingstuk- ken al van heel klein af gedragen wor den, en ook de grootere meisjes hdb- h'en er ecu heerlijk warme dracht aan. Wat wij verleden week schreven over gebreid goed voor volwassenen, geldt natuurlijk net zoo g-oed voor kin deren hoewel het erg warm staat, mo gen wij niet vergeten, dat de mazen buiten veel kouden wind doorlaten, dus dat het zondor meer als uitgaanspak gebruikt, niet warm genoeg is. Maar (daarvoor zijn dan tegenwoordig ook voor de heel kleintjes al wit-geibreide jumpertjes, d'ie onder ander goed ge dragen worden. Want over het algemeen geeft een kin'd weinig om de kou en daarom moet .de onoeder er op letten of het soms ook te weinig aan heeft. Zoo zagen wij onlangs een klein meisje van een jaar of drie met lage kousjes, waar de bloote heentjes blauw en rood van de kou bo venuit kwamen. Waarom kleedde die moeder dat kin'd zoo? Om het te har den? Dat moet wel zoo zijn, want het etaat allesbehalve aardig; maar zelfs van het, een tijdüang als zoo voortref felijk beschouwde harden, is men den laatsten tijd alweer min of meer terug gekomen! Al willen de Fransdhe modebladen ons ook doen gelooven, dat de hals uitsnijding dh tamelijk puntig over de schouders is, em van voren evenals van achteren rond, ook voor kleine meisjes zeer flatteus is in de huidige mode, ■toch is dat in de me'este gevallen niet zoo. Misschien kunen de Fransche kin dertjes dat beter dragen dan de Ho.1- landsche, of het papier is geduldig, en de afgebeelde meisjes zijn eigenlijk een verkleining van haar volwassen seksegienooten. Maar voor de meoste kinderen is het ronde halsje het aardigst, en dan moet 'het bijna tot aan den halswortel komen een heel bescheiden puntje kan voor sommige meisjes ook nog wel vlug staan. De aülerkleinste van zes en zeven jaar zien er leuk uit in hun loshangende, rechte jurkjes, waaromheen soms al leen een koord of een smal riempje zoo ruim mogelijk wordt gebonden. „De Vrouw en haar Huis" geeft een heel eenvoudig jurkje van gestreept goed het bovendeel is zoo gemaakt, dat de «trecpen verticaal loopen, tot even onder het middel. De korte mouw tjes zijn aangeknipt en het modelletje is geheel reoht. Het onderste deel van het jurkje is van horizontaal-gestreept goed, en het directoire-broekje is van dezelfde stof gemaakt. Voor de wat oudere ""meisjes geldt ■ook de lage taillelijn, die zoowel voor mantels als voor jurken gebruikt wordt. Bij deze laatste valt het goed ieen klein beetje over op de ceintuur, zoodat het eigenlijk alleen maar den indruk geeft van heel ruim te zijn. Te veel bont op kindermantels staat niet aardigdit maakt ze ouwelijk, en de kinderen die wij onlangs zagen met grijze bontmanteltjes aan en witte bontmuisjes op, maakten een indruk van heel kleine, volwassen meisjes. Een smal bontje, wanneer het erg koud is, as eigenlijk het eenige in dien geesi woor een kind. Want bont eischt een onberispe lijke behandeling, en dc meeste meis jes die wij haar mantel zien aantrek ken, stoppen geen mouwen of iets in, snaar „sjorren" het kleedingstuk zoo gauw mogelijk aan, en later weer uit. En bij een dergelijke behandeling 'komt er van bont niet veel terecht. Tenslotte is de hoe.denkwest.ie nog een belangrijk iets voor kinderen. Voor 'de kleinere staan de ronde mutsjes het aardigst of de kaïboutexkapjes met een kleine pompon bovenop. En voor de oudere zijn er de ronde hoedjes met enkele en eenvoudige linlgarneerirug of een klein bloemetje. Kinderen zijn niet moeilijk te -klee- tden, wanneer de kleuren die genomen worden maar niet al te fel zijn, de mo delletjes recht en tamelijk nauw, de lijnen veelal rond, en de Weertjes niei te veel op den groei. Wanneer het kind al te hard groeit in een tijd, maak dan de jurken zoo, dat zij overal gemakke lijk uitgelegd kunen worden met bree- de naden en flinke zoomen. En wanneer ge iets van een oud'er kind voor een kleintje geschikt vindt, verander er dan desnoods een kleinig heid aan iets „nieuws", is voor een kind zoo'n heerlijk bezit. E< E* PEEREBOOM* HILLEGOM. BevallenG. B. Staats—Lensen z. J. Klinkenberg, Huisman d., A. M. van DorpBoot z., C. W. Bpoelder Schilt z., J. H. van TrigtSmit z„ A. H. JonkheerPoet d., M. C. Vermeij van der Valk d., M. J. van Kam penWassenaar d. OverledenR. de Wolf wed. P. v. d. Geest 64 i., F. Brouwer, man 74 jaar., E. UijtemdaaJde Groot 82 j., ,K. do Graaf m., 5 maanden, J. A. Mus m. 49 j.t H, C, D'ofclben m. 3 BENNEBBOBK. BevallenH. M. de Wintervan Lierop d.. Nu ®et Ik mij mot vreugde voor mijn schrijftafel, nu ik het mag hebben over mijn ouden vriend Van Gasteren. Want, nietwaar, Van Gasteren? ik heb het recht je zoo te noemen. Hij is de vriend van velen, de directeur van on zen Stadsschouwburg. Ik wist dit reeds lang en ik he'b 'het sterker dan ooit gevoeld uit den warmen, harte'lijken loon, die sprak uit alle brieven, welke bij mij binnenkwamen, in antwoord op onze uitnoodiging om een commissie te vormen tot huldiging van den popu- lairen, bijna 70-jarigen G er rit Janl Gerrit Jan, zoo heet hij in de coonecl- kringen, Gerrit Jan, zoo heet hij ook bij zijn vele vrienden en kennissen ie Haarlem. Zouden er vele personen in onze Spaarne-S'taid zijn, die in breeden kring zóó populair zijn als onze schouw burgdirecteur? Ik zou bijna durven zeggen Van Gasteren heeft geen vij anden, hij heeft alleen maar vrienden. Hij is misschien de gemoedelijkste, de joviaalste, de gezelligste en de meest optimistische burger van Haarlem. Hl) kalmeert de heele wereld, zelfs den meest zenuwachtigen dilettant, als hij met zijn sonoor stemgeluid zegt „Maak u maar naet ongerust! Komt in orde, hoor!" en wanneer hij zijn brec- do hand op je schouder legt en jo daarna steeds erven hartelijk de deur uitpraat, dan hen je wel niet al tijd volkomen overtuigd, maar je zou toch nooit tegen zooveel joviale gemoe delijkheid in nog één woord durven te genspreken. Hoeveel menschen heeft Van Gasteren in zijn leven al niet met zijn breede hand op den schouder de deur uitgeleid en verzekerd, dat z« „ge rust konden zijn" en „dat alles in orde kwaml" En laten wij het maar dadelijk aeggen het komt -meestal ook altijd in orde, en wanneer het aièt 'heelemaal in orde mocht komen wat een enkele maal ook gebeurt dan heeft 'hij je zenuwachtig gemoed toch voor enkele oogen'blikken met zijn optimisme en kalme gemoedelijkheid gerust 'gesteld. Van Gasteren is één van do perso nen, die als devies in hun wapen de woorden van Jan Pieiersz. Coen anogen dragen Ende désespereert niet! Het allermisera'belste blanco schouwburg- plan, waarop zelfs met een vergroot glas geen blauw streepje te ontdekken valt, is niet in etaat onzen schouwburg directeur zijn geloof in de toekomst ie ontnemen. „Ik wanhoop nog nietl" hoe vaak heb ik het den 'heer Van Gas teren hooren zeggen, ook als er bij mij zelfs geen sprankje hoop meer overgebleven was. En toch ben ik heusch geen zwartkijker. Maar tegen den rooskleurigen kijk, het blijde ver- trouweu van onzen bijna 70-jarigen di recteur kan zelfs mijn optimisme niet op. „Met den heer Van Gasteren'is i< van, de gemoedelijke gezelligheid van onzen ouden schouwburg in ons Stads theater overgegaanl" zoo ongeveer heeft wijlen Jhr. Sandberg, onze oud- burgemeester in zijn openingsrede in den Stadsschouwburg gezegd en dit woord was gesproken naar ons aller hart. Een van de eerste eischen van ©en goed tooneelspeler is, dat hij het tooneel weet te „vullen". Van Gasteren doet meer i hij Vult niet z{jn peirsoon een heelen schouwburg Is liet niet, of de gezellige gemoedelijkheid ons tegemoet komt, waneer wij ons theater op het YVilsonspkdn 'betreden en wij den heer Van Gasteren 'daar in de vestibule Voor het bespreekbureau zien staan? Er is in de verschijning van Van Gasteren iets patriarchaals, dat vertrouwen wekt en tot kalmte stemt. Wanneer in ons land vrederechters bestonden, dan zou Van Gasteren allereerst voor dat ambt in aanmerking komen. Hij is één van dóe personen, dde door zijn prettige, joviale gemoedelijkheid den meest opgewonden, driftigen mede- mensch ontwapent* Misschien zullen er onder de lezers zijn, (die na deze inleiding maenen, dat de heer Van Gasteren niet anders dan gemoedelijkheid en kalmeerende be daardheid is 1 En wanneer men hem door Haarlem's straten ziet wandelen met zijn rusiigen, 'opgewekten gang, dan zou men dit ook bijnat gaan geloo ven, Toch is niets minder waar dan datl Ieder, die wel eens ©en (kijkje ach ter de schermen 'heeft genomen, weet wel beter. Onze directeur kan nu en dan ouderwetsch „uit de slof schie ten", zoo dat alie coulissen op 'het too neel er van staan te beven, maar ik heb hem er des te liever om. Deze bijna 70-jarige heeft de eeuwige jeugd; hij heeft soms nog de drift en het tem perament van een 30-jarigen jongeling. De storm duurt echter nooit lang. Van Gasteren weet niet, wat rancune be- teekent en als hij je na een oogen- blik van g-erechtvaardigden of onge- rechtvaardigden toorn de band reikt, dan kan men er op aan, dat hij allee vergeven en vergeten heeft. Ik hou.d van Van Gasteren om zijn zonnig optimisme, zijn jonge levensblij heid, zijn gulle hartelijkheid, izijn ge zellige gemoedelijkheid, zijn eenvoud en zijn bescheidenheid, ja, om zijn een voud en bescheidenheid vooral. Van Gasteren wil nooit meer schijnen dan hij is. Van Gasteren is en ik hoop niet, 'dat ik met deze woorden alle di lettanten tegen mij zal krijgen de eenige werkelijk bescheiden rederijker, dien ik .tot nu toe iu mijn leven ont moet heb. Er bestaat in de wereld geen, laat ik voorzichtigheidshalve zeggen, „zelfbewuster" wezen dan een rederij ker. Welnu, aan al deze rederijkers, al deze liefhebbers zou ik den heer Van Gasteren als voorbeeld willen stellen. „De meeste rederijkers," zoo zei Van Gasteren mij eens, „denken, dat het een eer voor het publiek .is, als het naar hem komt kijken, maar het is juist andersom! De rederijkers moeten Wij zijn, als het publiek zoo vriendelijk is om naar hun spel te willen komen eienl Want zoo veel bijzonders is het waarachtig niet, wat wij, liefhebbers, den mensohen te zien gevenl" Kan het bescheidener cn dat voor iemand, die meer dan 50 jaar komedie heeft gespeeld, van alle Haarlemmers de meeste personeele prijzen heeft be haald en bijna 40 jaar voorzitter is van een vercenigdng, die om haar verdien ste het predicaat „Koninklijk" heeft gekregen. Och, als alle rederijkers en rederijksiers eens van zoo groote too- neelkennis blijk gaven! Want om tot deze -uitspraak te komen, moet men wel volkomen beseffen, hoe ontzaggelijk moeilijk komedie spelen is 1 Van Gas teren weet dit! Hij heeft zijn heele le ven van het tooneel gehouden als slechts weinigen; hij heeft een diepe bewondering in zijn hart bewaard voor de workdlijk grooten en hij li's zich volkomen bewust, hoe ontzaglijk ver de rederijker daarvan afstaat. En eoch, niet waar? heeft hij met zijn warme, sonore stem op het liefhebberij-tooneel in zijn goeden tijd tot de alledbesten be hoort I Zijn rederijkersroem heeft hem nooit zijn zelfkennis doen verliezen en hierin heeft 'hij zich één van de ver- siandigsten en een van de moest werke lijk© „artistieken" getoond I Van Gasteren is een -prettig, gezellig causeur. Het is niet toevallig, dat man nen als Róssing, Justus van Maurik en Theophffle de Bock tot zijn intieme vrienden hebben hehoord! Ellken mid dag tegen vieren kwaanen zij in de perste jaren van zijn directeurschap bij hem op zijn kantoortje in den schouw burg aan den Jansweg en uren konden samen „hoornen" over het tooneel en den „goeden.ouden tijd". Hoe dik wijls heb ook ik tegenover hem geze ten en met genoegen geluisterd naar zijn verhalen over Tjasink, Roohol en Peeteils, Louis Moor en Driessens, Mte- iw KleineGarlman en Sophie de Vries, Judels en Veltman, eerst in de 'koffiekamer aan den Jansweg, toen zijn goedie, lieve vrouw nog leefde en do laatste jaren in de directiekamer van on-zen Stadsschouwburg! Is 'het zijn prettige, warme stem, zijn „gezellig heid", zijn „vaderlijke" toon, die aan ons discours dikwijls zulk e'en intiem karakter geeft? Al's Van Gasteren be gint te vertellen, dan kan ik soms xit- luisteren, sooals ik het aLs jongen deed, wanneer een oud familielid te praten begon over den tijd, „toen h ij nog jong was"! Want als Van Gasteren 'begint te vertellen over hel tooneel, zooals het vroeger was, dan komt daar opeens *©en stukje geschiedenis tol je van het oude tooneel en -het oude Haar lem, waarvan wij, jongeren want het is met leeftijd altijd „betrekke lijk" alleen »oo nu en dan maar iets hebben gelezen. Van den tijd, toen de „houten kast" nog op 'het Houtplein -stond en het daar zoo gemoedelijk bij de voorstellingen toeging, toen er nog komedie werd gespeeld in de Doelen en gezongen werd in de groote concert zaal van de Kroon! Wie van de „geïm porteerde" Haarlemmers weet van al die oude toestanden eigenlijk iets af? Omdat ik vermoed, dat velen zich er voor uuerefsseeren, wat Van Gasteren mij vertelde uit zijn „ouden tijd" cn van zijn directeurschap in den schouw burg aan den Jansweg, geef ik hem in een afzonderlek artikel hiervoor zelf het woord! Zijn prettige stem, zijn jo- vialen, vaderlijken toon, zijn bonhomie «al de lezer, helaas I moeten missen. Maar xij, die Van Gasteren kennen en woe kent hem in Haarlem nie:? zullen die er zich wel bij kunnen denken* Spoil 811 IMstrüilsn DAMES-HOCKEY. ROOD EN WIT—BLOEMEN DAAL 1 (3-1). Zondagmiddag 2 uur stonden de beide Haarlemsche clubs Rood cn Wit cn Blccmendaal op 't terrein in Heemstede gereed om elkaar te be vechten, omgeven door een dikken uiist. De elftallen stelden zich als volgt op: Rood-Wit: Mej. I. Carp (doel} Mej. R. Aberson en Mevr. Quarlee van Ufford (backs); Mej. M. Dekker, mej. M. Loman eu mej. E. de Josse- lin de Jongh (midden)^ mej. A. Cnoop Koopmans, mej. L. Laau, mej. A. van der Valk (raid), mej. S. de Josselin de Jongh, mej. L. Booin (vóór). Bloemeudaal was samengesteld uit de dames: T. Schoonheyt, T. v. Zij- verden, T. Brauns, B. v. Bremen, B. v. 01st, L. Worries, M. Craan- dijk, N. van Breemen, O. van Beugen Bik, F. v. 't Wout en T. do Graaf. Nauwelijks had de heer E. de Clercq gefloten, of er ontwikkelde zich een enthousiast spel wat ook bij '11 wedstrijd als dezo te verwachten was. Onze Lacbhoek OORZAAK EN GEVOLG. Jansen was een enthousiast vooi lichamelijke ontwikkeling met behulp van een Saiidow-apparaut. „Een prachtige vinding", zei hij. „De mensch wordt er gezonder door, hij wordt krachtiger cn zijn leven lan ger." „Maar onze voorouders dan?" vroeg een van zii-n kennissen. „Die hadden toep geen spierontwikkelaars „Nee", zei Jansen triomfantelijk j „en waar zijn zij nu? Allemaal dood". IN DE BIOSCOOP. Het meisje „Maar Frans, héb j# zoo weinig gevoel, dat je pepermunt kunt zitten eten onder een liefdes scène? Nadat de Bloemendaalsche voor hoede eenige prachtkansen gemist had, gelukte het eindelijk aan mej. N. v. Breemen om met een keurig schot haar partij de leiding te ge ven. Doch slechts voor korten tijd, want nog geen 2 minuten later scoor de mej. S. de Josselin de Jongh den gelijlonaker. Beide partijen vrslapten nu merk baar. Nog wist mej. A. v. d. Valk vóór de rust den stand op 21 voor Rood-Wit te brengen, waarmee rust intrad. Na een korte pauze werd het spe' hei-vat. Bij Bloemendaal wilde 't ware vuui er maar niet inkomen, zoodat 't niet te verwonderen was, dat Mej. A. v. d. Valk den voorsprong nog tot 31 vergrootte. Op het laatst kwam Bloemendaal nog een paar keer opzetten, maar kon toch niet met succes de hechte verdediging van de tegenpartij door breken. Rood-"Wit heeft welverdiend dezt overwinning behaald. Maar er moet gezegd worden, dat de blauwe trui tjes niet veel geluk hadden. VOETBAL. SERIEWEDSTRIJDEN „LEI DUIN". Van 2 tot 3 uur speelden LEIDUIN II—P.E.N. II (2—1). Om ruim 2 uur komen de elftallen volledig in het void. Terstond na den aanvang zien wij, dat de beide partijen aan elkaar gewaagd zijn, echter komt langzamerhand Leiduin iets in do meerderheid, wat zij in liet eerste speel halfuur in een doelpunt weet uit te drukken. Als er van doel verwisseld is ziep wij hetzelfde spel, wederom is Lei- duin een weinig in de meerderheid en weet nogmaals te doelpunten. (2—0. P, E. N. II geeft den moed geens zins op en waarlijk zien wij haar heel spoedig den achterstand ver kleinen, (21). In dezen stand komt geen veran dering meer. Thans komen tegen elkaar in hel veld —TRAMVOGELS III—'VOOR WAARTS (1—0). Voorwaarts is volledig, Tramvogeh verschijnt slechts met 10 spelers. Do eerste aanvallen zijn dao ook voor Voorwaarts, echter weten zij hun overwicht niet in doelpunten uit te drukken, zoodat, wanneer het eer ste speel-haliuur verstreken is, de stand nog juist als bij den aanvang 00 is. Na de rust is net met het overwicht van Voorwaarts gedaan, de partnen gaan nu keurig tegen elkaar op. Ongeveer een kwantier voor hot oindo zien we Tramvogels voorhoede het leder keurig opbrengen en uit den voorzet van den wingspeler wordt de hal in 't Voorwaarts-doel gekopt (10). Als het eind daar is hebben de Tramvogels een kleiue, zwaar be vochten 1O-overwinning behaald. De drie keurige prijzen voor de eerste afdeeling en evenzoo een drie tal prijzen voor de 2 afdeeling vooi deze seriewedstrijden door Leidnin ter beschikking gesteld, liggen tor bezichtiging in tie étalage van den sigarenwinkelier Rot, te Heemstede. 'euilleton OOBSPRONKELIJ KE DETECTIVE ROMAN door WILLIAM HOLT. 70) Di Cava haalde de zustor van zijn vrouw naar Parijs, maar toen z-ij wist wat hij met het meisje voor had, heeft zij allee g-edaan om haar on schuldige zuster uit zijn handen te houden. De hoeren weten daar meer van dan ik, het is vooral de verdien ste va-u graaf de Tonrnel, dat het ge- lukte liet meisje te beschermen tegen di Cava en zijn helpers". „Dus zij moest met Andrieu trou wen. En zoo zou deze de millioonen binnen krijgen, die hem anders moes ten ontgaan", riep Nibblington. „Juist. Maar nu komt de verwikke ling, waarop mijnheer Rouan reeds wees. Nog iemand andera don di Ca va bemoeide zich met de millioenen erfenis, liet was zijn neef. Waarom bemoeide hij er zicih mee? Vermoede lijk, wijl hij di Cava in het vaarwater wilde zitten. Hij dacht ook op gemak kelijke wijze dat huwelijk te kunnen verhinderen. Immers hij wdet van hot huwelijk van Chlarina en het was dus onmogelijk, dat zij met den bankier trouwde. Daarom kwam hij met, zijn voorstellen bij wat ik maar noemen aal do tegenpartij. Zooale dl Cava tot A-ndriou zei: „ik val het huwelijk dat u millioenen op brengen zal, mogelijk maken", zoo kwam do ander bij Rouan en zei hem: Ik zal dat huwelijk van uw neef on mogelijk maken. En hij kon er bijvoe gen: dan zijt gij de uiiiverscele erfge naam, dan zijn de millioenen voor u. Maar laat mijnheer Rouan nu eerst verder vertellen, wat hij deed". „Gaarne' 200 nam Rouan nu weer het woord. „Zie eens, ik ben geen BChurk, ik heb eerlijk bekend, dat de hebzucht mij parten speelde, de ge dachte meester van do millioenen to worden liet mij niet los. Maar tege lijk stoctte liet mij tegen de borst, dat ik zou moeten samenwerken met iemand als die Italiaan, die mij, ik wil hot wel bekennen, vrees inboe zemde. Ik wist ook niet in hoever de mededeelitngen te vertrouwen waren, dat ik universeel erfgenaam zou wor den. Toen na eenigeoi strijd met mij zelnc, heb ik een besluit genomen, ik meen nog ©een goed besluit. Ik ben naar mijn neef Andrieu gegaan en ik neb ronduit met hem gesproken. Ik heli hem gezegd welk voorstel mij was gedaan. Maar ik wilde een eerlijk man blijven. Welnu, toen is het tussohen 011s lot een verklaring -gekomen en ik moet u zoggen, mijn neef, die er mij bij 111'n oom uitgewerkt, vieil me toch mee. llij heeft toen ook open kaart tegenover mij gespeeld en mij vferteld, dat hij zich in do mazen "aai een 11M -gevangen gewelde, dat di Cava om Lom spande. Hij beken de mii, dat liij hem vreesde, rnaar ook als 11c geslingerd werd tusschen afkeer voor hem eoi begeerte naar het bezit der millioenen. Wij stonden ein delijk als eerlijk© mannen tegenover elkaar en wij kwamen overeen in plaats van vijanden bondgonooten te worden., Andrieu zou niet ingaan op d-o voorstallen van di Cava, ik niet op hetgeen mij werd voorgespiegeld. Wij zouden kalm afwachten wat, liet geheim© testament zou bepalen. Waar om als ee.i van ons de universeele erf genaam werd, zouden wij niet deel en, liever dan overeenkomsten aan te gaan met eenige schurken, die aas in hu.11 macht zouden krijgen. Wij beslo- ten ons tegen hen te beschermen en ik kwam du ar Voor op het kontoor van mijn neef. Want deze vreesde di Cava zeer, omdat hij een waarschuwing te gen hem en zijn plannen ontvangen had, vermoedelijk van signora Ghia- rina". „Wij voelden ons in de strikken van die schurken verward en dat dreef ons tot elkander. Helaas ik heli niet kunnen verhinderen, dat mijn neef vermoord werd." „W| had daar belang bij'?" vroeg de Linar, „bij den dood van den bankier?" „De moordenaar was de neef van 1 di Cava", antwoordde Turner op deze- vraag. „Dien nacht, toen gij drieen die vergadering der Broeders hebt over vallen, heeft signora Chiarina haai man gered. Hij had een som gelds te goed van den bankier. Zij had hem te voren verzocht heel vroeg op zijn kantoor te zijn. Want haar plan was te voren gemaakt haar echtgenoot te •edden. Zij wilde haar broer niet op- liep dien nacht anders dan zij gehoopt, offeren, maar evenmin haur man. Het had, maar zij vluchtte met di Cava en zij deed dit, nadat zij hem de belofte had afgevergd,. Parijs te v erlaten. Hij beloofde dit, een oogenblik meemend, dat alles verloren was. Zij reden sa.- incin naar Amlrieu, namen er het geld dat hij voor her. had losgemaakt ln rnj.vangst. iMaar de andere schuilt wi.it ook hiervan, )iij drong binnen het kontoor en- doodde den bankier. I-lij meende, dat Chiarina en Di Cava het eens geworden waren, dat zij be reid was van di Cava ia scheiden om met, den bankier in liet, huwelijk te treden. Eu hij meende aldus door hun berekening een streep te kunnen ha len. Di Cava liield zijn gegeven woord niet, ik zou haast zeggen, natuurlijk niet. H-tt was zijn neef, die hem te hulp kwam, die een schitterend plan ontwierp 0111 dc gevangenen te bevrij den. en d,e gewonden ic- dood-en, ten einde hen voor good het zwijgen op te leggen en verraad te voorkomen. Ge moet niet vergeten, dat zij over veel hulpmiddelen beschikten. Maar di Cava werd daardoor meer dan te voren aan hem gebonden. E11 zij kwa men overeen, dat beproefd zou worden zich toch de miUioeneu te verwerven. Want zij meenden, dat deze nu aan Rouaan zouden vervallen. Hun bedoe ling was, Rouan in hun macht te krijgen. Evenwel de neof van d.i Cava ei&clite nog, dat het, signora Chiari na onmogelijk gemaakt zou worden hen te verraden, want haar vertrouw de hij niet. En di Cava 0111 hem te bewijzen, dat hij alles doen zou om millioenen te verwerven en dat hij nu weer geheel mot hem samenwerk te, stond toe, dat dc schurk signora Chiarina zou bewaken en. zou beletten dat zij zich met hun vijanden in ver binding stelde. Zij vreesden dit, wijl ze wisten dat dc signora ©en samen komst met Rouan gehad zou hebben, een samenkomst, die de lieeren ver stoorden toen zij mij op de kamer van Rouan o ver vóelen". „Ja", zei die Tournel, „waarvoor diende di.e samenkomst?" „Dut zal ik u zeggen", zei Rouan. - De oude helling uut ik de mülioe- len van mijn zonderlingen oom zou erven, was onjuist. Het is waar ik zou te erven, indien Andrieu weigerde -net de dame te trouwen, die mijn oom voor zijn vrouw had bestemd. Maar wat de ontrouwe notarisklerk riet had verteld was dit. Mijn oom had ook bepaald, dat ik mets zou erven, indien Andrieu mocht sterven binnen den bepaalden tijd. Misschien hij van oordcel geweest, dat een moord wel ©in mindere schatten be- dteven is, misschien was hij bevreesd, dat de zucht naar het geld -mij tot een misdadiger zou maken". „Veroorloof mij een opmerking", _ji baron de Linar, „als gij den in houd van liet verzegelde stuk niet kende, dan drentlc deze bepaling niet om u mogelijk <van een dergelijke mis daad terug te houden". „Dat is zeer juist opgemerkt. Even wél onze zonderling© oom heeft vóór hij stierl' èn aan mijn neef Andrieu èn aan mij ©en briefje geschreven, dat na zijn o-verlijden door den notaris ons werd overhandigd. En daarin schreef hij. dat hij zijn testaiuiaiil zoo luid gemaakt, dat wij geen van beiden er eenig belang bij konden hebben, indien do under voor het jaar om was mocht sterven op wat voor wijze ook. Mijn oom heeft echter niet aan de mogelijkheid kun non denken, dat een ander mijn neef zou dooden in de meening, dat ik daardoor de erfge naam zou zijn. Maar de dood van Andrieu kon mij geen voordeel bren gen. En d-o heele <>1 zot van het sch tr- lüenpaav berustte dus op een erg© mis rekening. Ik wist natuurlijk niet, wat zij van plan waren, maar wel vreesde ik, dat ze mij nite loslaten zouden. En dat had ik goed geraden, want di Cava had kans gezien te ontdekken, waar ik na uw overval mijn intrek ge nomen had. Hij vertoefde in vermom ming in hetzelfde pension en op eein avond heeft lnj in mijn kamer inge broken, heeft hij mij overmand en. op dezelfde wijze ongeveer zou liaj 10ij gedwongen hebben zijn wil te doen, als ltij liet hedenavond probeerde. Maai- ik redde mij door een leugen. Ik zei hem te weien, dat de erfenis ook niet aan mij zou vervallen, dan op dezelfde voorwaarde, dio de erfla ter aan mijn neef gesteld had, name- ijk dat ik met signora Chiarina in liet huwelijk trad. Ik wist hem dit ge loofwaardig voor te etelleu. Eu sloeg ham een overeenkomst voor. Ik •erklaarde mij bereid met signora Chiarina in het huwelijk te treden, als hij eerst van haar scheidde. Maar ik stelde de voorwaarde, dat wij met dien anderen schurk niets te maken zouden hebben. De schurk nam de -waarde aan. Hij liaaldo zijn vrouw w-eg uit liet landhuis „Veld zicht", toen de bewaker daar wegge lokt was. Di Cava zou, om zijn doel te bereiken, zonder gewetensbezwaar de huishoudster gedood hebben, maai bij deed het niet, want de huishoud ster was zijn vrouw genegen. Het is die andere, die haar uit woede cri wraakzucht doodde, toen li ij do sig nora ontvlucht von-l. Hij is liet die wild van wraakzucht omdol hij zich door di Cava bedrogen vond, ook ham hier gedood heeft, tout bij gebonden op zijn kamer lag. Dij is zeer stout moedig, deze vrceseüjk© giftmenger en hij durfde zich zelfs als dokter op dringen, natuurlijk om de verblijf plaats van do signora uit te vinden". „Het is een ontzettende geschiede- ais", riep Nibblington, „maar zeg ons nu nog, als ge wilt, waarom heil. di Cava u met den dood bedreigd, gij waart toch met hem tot een overeen komst gekomen?" „Hij had de onmogelijkheid inge zien zijn vrouw te bewegen in zijn gemeen voorstel te treden, zij wild© niet scheiden. Toen heeft di Cava mij gezegd, dat hij weliswaar met de sig nora gehuwd was, maar dat do be wijzen daarvan met geldig ware®. En hij wilde, dat ik dadelijk tegen haar wil met haar in het huwelijk zou treden. Hij zou alles regelen, liij garand/eerde mij dat hel voor de wet alles in orde zou komen. Het jaar, dat mijn overleden oom stelde zal spoedig voorbij zij-u, dan was de mil- lioeneii-erfeiiis dadelijk aan ons, da nclft er van voor hem. Ik weigerde. Lie had immers nooit bedoeld zóo mis dadig te zijn. Nu weten do heêrea. alles". „Waarachtig", zei de Touinel, Rouan de liand toestekend, „gij moogt dan in sommige opzichten gefaald hebben, gij zijt niet do oc-rlooze schurk aarvoor wij u hielden". De detective zei vroolijk: „Laten wij dc- glazen vullen cn drin kein op den goeden afloop van den strijd tegen do Broeders. Er loopen daarvan nog een aantal rond, maar nu di Cava dood is cn zijn neef ge- -ungen, is hun, macht gebroken". Zij klonken t© zaïnen, all©:-® John deed niet mee. Hij had in den beginne met oven- vol aandacht gehiistred als de an deren, doch sliep ol ©enigen tijd den slaap der rechtvaardigen. „Da jonge® ia dood op", zc-i Tur ner. „hij heeft zijn rust wel verdiend, tonder liem ware® wij zoover niet en hadden er nog ergo dingen kiuinei' gebeuren. II: had hem nog willen la« (•'•11 vertellen, lioc hij zoo knap werk leverde. Maar dat stéllen wie uit to» een anderen keer." Eenige maanden later bleek, dat ignora Chiarina zonder meen' de er*, g-.name was van de millioenen van den zonderlingen oude® bankier. Do moordenaar van Di Cava werd ter dood veroordeeld, doch d© rechter kon het vonnis niet doe® volvoeren, ltij stierf in de gevangenis. Een jaar later trouwde de Tournel met de veel beproefd© weduwe van deil hoofdman der Broeders. E11 Nib blington huwde haar zustor. Het hu welijk had op denzelfden dog plaat» en de vier getuigen ware® d© Linar, dokter Dupiiy, Turner en John, dio zich daarin e© buitengewoon vereerd gevoelden. EI.ND E.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 5