HAARLEM'S DAGBLAD
Uit de Wereld.
ZATERDAG 24 DECEMBER 1921 TWEEDE BLAD
VERHALEN UIT DE MIDDELEEUWEN.
VAN DEN VOS REINAEROE.
II.
Nadat Bruun door een donker woud
was gegaan en door een woesternij en
over een hoogen berg was getrokken,
kwam hij bij den burcht Maupertius.
Reinaerls toevluchtsoord, als hij in nood
zat. Voor den voormuur „ginc bi sitten
over sinen staart" en sprak: „Ben je
thuis. Reinaert? Ik ben Bruun, 's-konïngs
bode. De koning gelast u met .mij mee
te komen en vóór hem te verschijnen;
doet ge dat niet. dan zal hij uw leden
doen breken op het rad."
Zoodra Reinaert deze woorden hoor
de, sloop hij in zijn donkerste hol om te
overdenken, hoe hij met Bruun. „den fei
len vract," den spot zou drijven. Na een
poos kwam zijn antwoord: „Heer
Bruun" zei hij. „zeer geliefde vriend, gij
liadt u de-moeite kunnen sparen dezen
langen weg af te leggen: ik zou
zeif gekomen zijn. maar mijn buik is
I zoo overladen met ecu vreemde, nieuwe
l spijs, dat ik niet kan zitten of staan."
Maar wat heb je dan gegeten?"
vroeg dc beer hegeerig.
Slechten kost. Maar wat zal
u zeggen: een arm man is nu eenmaal
geen voornaam heer, hij moet eten wat
hij liever zou laten staan.
Door den nood gedrongen moet
verschc honigraten eten, daarvan heb ik
een grooten voorraad: maar als ik ze
binnen heb. dan heb ik er pijn eri onge
mak van.
Goejc help, lieve vos Reinaert. heb
]c zoo'n minachting voor honing? Maar
dat is een zoete, een voortreffelijke
spijs. Edele Reinaert, welbeminde neef,
als ge mij aan honing helpt, dan zal ik
11 mijn leven lang liefhebben.
Gij drijft den spot met me.
Neen, waarlijk niet.
Welnu dan, als ge honing wilt, dan
zal ik zooveel verschaffen, dat gij het
niet met u tienen kunt opeten; als ik
maar wist, dat ik daarmee een gene
genheid kon winnen.
Gaarne gaf Bruun de verzekering, dat
hij dan van zijn kant voor Reinaert zou
zijn een trouw en goed vriend. Daarop
trad de vos naar buiten en sprak:
Laten we dan niet langer wachten,
lk zal u voorgaan.
Al pratend kwamen zij aan het erf van
een timmerman, Lamfroït genaamd.
Daar lag een eik. dien Lamfroit wilde
klieven. De boom was al gedeeltelijk
gespleten en naar timmermans manier
had de werkman er twee wiggen inge
slagen.
In dezen boom, zei Reinaert, is
overvloed van honing, maar lieve oom,
'Overeet u niet.
Wees maar niet bang, matigheid
ls altijd goed.
Tegelijk stak hij zijn hoofd en zijn
twee voorste voeten in den eik oni naar
de zoete spijs te zoeken; op hetzelfde
oogenblik brak Reinaert met inspanning
van alle krachten de wiggen uit den
boom, deze sloeg dicht en Bruun. die te
laat begreep dat hij bedrogen was, bleef
gevangen- In de verte zag Reinaert
Lamfroit aankomen met twee bijlen over
den schouder.
Oom Bruun, riep hij. liier komt
Lamfroit, gij hebt gegeten, hij brengt u
drinken.
Daarop ging hij. zonder zich verder
oni zijn oom te bekommeren, naar Mau
pertius terug.
Nauwelijks werd Lamfroit den ge
vangen beer gewaar, of hij liep naar het
naaste dorp, en keerde weldra terug,
gevolgd door alle dorpsbewoners, dc een
gewapend met een bezem, de ander met
een dorschvlcgel, wees een ander met
een hark of met een slok. Maar
vóór allen uit liep Lamfroit zwaai
end met een scherpe bijl. Met
geweld rukte nu Bruun eerst zijn hoofd
cn daarna zijn voeten uit den eik, maar
dit kwam hem te staan op het verlies
van een oor cn van zijn twee wangen en
van zijn twee handschoenen (de huid van
zijn voorpooten) met dc klauwen. Bruun
was nu wel los. maar zijn voeten deden
hem zulk een pijn, dat hij niet kon loo-
pen, cn van alle kanten regende het sla
gen; het ergst werd bij toegetakeld
door Lamfroit Om diens geduchte sla
gen te ontgaan nam Broun een sprong
kwam terecht onder een troep „oude
wiven" en wierp er vijf, In een breede,
diepe rivier, die daar langs liep. Van de
algeinccnc verwarring maakte bij ge
bruik om ook in de rivier te springen en
zich met den stroom te laten afdrijven.
Toen hij een halve mijl was weggedre
ven, kroop hij aan land en ging steunend
en hijgend op den oever liggen. Terwijl
hij daar lag als een toonbeeld van jam
mer, kwam Reinaert. die onder het heen
gaan een vet hoen van Lamfroit had ge
vangen en op een eenzaam plekje had
verorberd, naar dc rivier om zich wat
te verfrisschen. Bij het zien van Bruun,
werd hij w oedend en begon te schimpen
op Lamiroit, die zich zulk een prachti-
gen buit had laten ontgaan. Daarna
trad hij naderbij om te zien, hoe het met
Bruun stond, en toen hij hem daar ziek
en gewond zag liggen, begon hij hem te
hoonen:
Ha, riep hij uit, ken je Reinaert den
ribaut (schelm)? Wil je hem zien? Hier
is hij! Geliefde vriend, in welke orde
wilt ge u begeven, dat ge deze roode
kaproen draagt?
Bruun, die zich te ziek en te ellendig
voelde om den spotter te antwoorden,
liet zich weer in de rivier vallen en met
den stroom afdrijven. Na een poos
kwam hij opnieuw aan land en ging op
het oeverzand liggen. Hoe nu terug te
keeren naar den Koning? Loopen kon
hij niet: ziehier welk middel hij be
dacht. Hij ging overeind zitten en door
liet maken van schuifelende bewegingen
legde hij inwendig diep beschaamd, een
eind weegs af: als hij moe werd, rolde
hij een poos, tot hij eindelijk, afwisse
lend schuifelend en rollend ten hove
kwam, waar hij den koning smeekte hem
te wreken op Reinaert. die hem in* dien
staat gebracht had. De koning zwoer
een duren eed, dat hij zijn dienaar zou
wreken en liet daarna de hoogste heeren
ontbieden ten einde te beraadslagen op
welke wijze er recht zou geschieden. De
meerderheid was van oordeel, dat Rei
naert ten tweeden maal moest worden
ingedaagd en rieden den koning Tibert
den Kater met deze zending te belasten.
Deze raad dacht den koning goed, maar
Tibert maakte bezwaar -.Ik ben", zei
hij, „een arm zwak wezen, zoo Heer
Bruun, sterk en moedig als hij is, Rei
naert niet heeft kunnen meekrijgen, hoe
zal ik het doen?" Maar de Koning bleef
aandringen.
„Al zijt ge niet groot. Heer Tibert, gij
zijt wijs en kundig, en menigeen bereikt
met list, wat hij met geweld niet zou
kunnen gedaan krijgen."
Er bleef Tibert niets anders over dan
te gehoorzamen, en niet een somber
voorgevoel aanvaardde hij den tocht.
een volgend artikel zullen we zien,
hoe hij zich van zijn opdracht kweet.
Ter afwisseling bieden we den lezer
de volgende
Puzzle.
Iemand gaat zijn oudere broer op
diens verjaardag gcliikwcnsclieu. Hij is
zelf ook jarig en dc broers felicitceren
elkaar hartelijk.
Wel, zegt de oudste na een poosje,
ik heb daar straks eens zitten nareke
nen en weet je. wat ik gevonden heb?
ik ben vandaag tweemaal zoo oud als jij
was. toen ik zoo oud was als jij nu
bent.
Neen maar, antwoordt de jongste,
dat is ook toevallig- Ik ben ook aan liet
rekenen geweest, en weet jc wat ik ge
vonden bcb? Als ik zoo oud ben, als jij
nu bent, zijn wc samen op één jaar na
precies een cenw oud.
Kan de lezer hieruit ook opmaken,
hoe oud de twee jarige broers varen,
toen ze ook zaten te praten?
SMsmenws
VOLKSUNIVERSITEIT.
Verschenen is het tweede programma
(voor de cursussen na de Kerstvacantie)
van de Volksuniversiteit voor Haarlem
en Omstreken.
Er worden weer luiztercursus-
sen en werkcursussen gehouden.
Interessante onderwerpen en lezingen
zijn er bij.
Zoo zal Dr< C. Spoelder, rector
het gymnasium alhier, spreken c...
„Mythenen Sagen der Oudheid" en Sein
Dresden, van Amsterdam, een „Over
zicht van de ontwikkeling der Instru
mentale Muziek" geven (ontstaan en
ontwikkeling der instrumentale vormen
op het eind van de ïóe en in 't begin der
17e eeuw in Italic, Engeland en Frank
rijk; de plaats en de beteekenis van Joh.
Seb. Bach als instrumentaal componis
Haydnen Mozart; Beethoven en zijn wer
ken; de modernen van de rge en 20e
eeuw, enz.). Deze 8 lezingen zullen wor
den toegelicht door voorbeelden, viool-
en vleugelconcerten.
Dr. G. A. v. d. Bergh van Eysinga, te
Santpoort, zal behandelen „Het ont
slaan van bet Christendom" en mevr.
W. L. BoldinghGoemans, te Haarlem:
„De herleving der Vlaamsche Letteren
en de Vlaamsche Beweging sedert 183c".
Tot zoover over de luistercursussen.
De werkcursussen, waarvan, zooal;
wij vroeger al meldden, het aantal deel-
nemerst beperkt is (in den regel nie,
meer dan 30) en waarop de cursisten
een meer werkzaam aandeel aan het on
derwijs kunnen nemen door het stellen
van vragen enz. geven ook veel nuttigs,
wetenswaardigs en schoons.
Wij geven hier eenige onderwerpen:
.Vaste sterren, dubbelsterren, verander
lijke en nieuwe sterren, sterrenhoopen
en nevelvlekken" (docent Dr. G. C. A.
Valewink, van Amsterdam), „Geluid en
licht niet elkaar vergeleken" (docent Dr.
J. J. Haak, Haarlem), „Grondbeginselen
der Scheikunde" (Ir. M. Voorzanger, al
hier), „De weg tot het wijsgcerig den
ken" (Dr. J. D. Bierens de Haan, te
Aerdenhout). Onder leiding van Dr.
G. E. Opstellen, leeraar aan het Bloe-
mendaalsch Lyceum, zal een letterkun
dig werk gelezen en besproken worden:
of Gorter's „Mei" óf gedichten van De
Genestet.
DE BRUGWACHTERS
In aansluiting op ons bericht in het
vorig nummer deelt men ons mede.
dat de Zandersbrug a&n de Nieuwe
Gracht voorheen bediend werd door
een man in vasten dagdienst. Deze
brugwachter is intusschen met pen
sioen ontslagen. Kinds dien tijd moes
ten twee man van het reserveperso-
neel den dienst waarnemen als er geen
verlofgangers aan de andere bruggen
waren. Was dit wel het geval, dan
werd de Zandersbrug bediend door de
brugwachters der Catbarynebrug, het
geen dezen Zomer gedurende 3 1/2
maand geschied is.
KERSTDIENST IN DE NE1)
HERV. KERK. Bij den dienst len
Kerstdagavond 6 uur in de Groots
Kerk, voorganger Ds Vunderink, zal
mevrouw Van Tïenhovcn eenige o td-
Hollandsche Kerstliederen zingen, en
dc heet' Kduard Bielc, cello spelen,
met orgelbegeleiding door mej. Barbas
DE HERIJK Gedeputeerde. Sta
ten van Noord-Holland hebben be
paald dat. de herijk der maten en ge
wichten in de volgende gemeenten zal
plaats hebben op de data er achter
vermeld
Haarlem op 20, 21, 22, 23, 24, 25, 27,
28, 29 cn 30 Maart, op 3. 4, 5, 6, 7, 10,
11, 12, 13, 19, 20, 24, 25, 26. 27. en 28
April, op 2, 3, 4, 5. 8, 9, 10, 11, 15, 16,
17, 18, 19, 22 en 23 Mei.
Schoten op 8, 9, 12, 13, 14 en 15
Juni.
Bloeinendaal, zitting te Overveen op
fl Juni, zitting te Bloemendaal op 7
Juni.
eemstede, zitting tt*d >rp Heemste
de op 10 en 11 Julizitting te „Bosch
en Vaart" op 12 Juli.
Bennebroek op 13 en 14 Juli.
Spaartidam op 24 Mei.
Zandvcort op 29, 30 en 31 Mei.
Gemeente Haarlemmermeer, zittirg
1 te Nieuw Vennep op 17, 18 ën 19 Juli
zitting te Hoofddorp op 24, 25, 26, 27,
29 eD 29 Juli.
Velsen, zitting te IJmuiden 19, S
21, 22, 23 en 24 Junizitting te VoIbcu
op 26, 27, 28 en 29 Junizitting te
Santpoort op 3 en 4 Juli.
Haarlemmerliede en Spaarnwoude,
zitting te Halfweg op 6 en 6 Juli.
Beverwijk op 12, 13, 14, 16 en
September.
GEVONLEN VOORWERPEN, Te
rug te bekomen bij Zuster Kunst, Ge
sticht nabij Santpoort, armbandhorloge;
Hoek, Voorhelmplein 21, beursje; C. v.
d. Veldt, Generaal Joubertstraat 43,
bril; J. Deeling, Ccciliasteeg 8, cein
tuur; J. Kruit, Lange Raamstraat nr.
12 B rood, handschoen W. Eelte, De
Clercqstraat 138, hoed A. de Jager, Wol
straat 7 rood, handschoenP. H.
Kneynsberg, Garenkokerskade 26, hond;
D. W. Hovenier, Vooruitgangstraat nr.
23zw., hondje; Hooglugt, Papentoren-
vcst 16, hondjeM. Wories Tette
rodestraat IOC rood, kinderhanschoon
Van Steyn, Westergracht 97 rood, hand
schoen J. Verhagen, Rustenburgerlaan
41, mes v. c. schaar; C. v. d. Steen,
Kampersingel 24, knipmes A. C. Kem-
me, Tetterodestraat 75, popC. Hart,
Nic. Beetssiraat 11, paardeschuierJ.
Swart, Harmenjanswcg 49, kinderporte-
monnaieP. van Zijp. Burretstraat nr.
portemonnaieC. v. d. Haar,
Voorhelmstraat jórood, schaartje; C.
B. Koks, M. v. Heemskerkstraat 35,
taschje.
Uit üe ümstrekeii
VELSEN.
Op het rapport van het verhan
delde in de afdeelineen vaat den raad
over het onderzoek van de begrooting
voor 1922 ia thans het antwoord van
B. en W. verschenen. Wij bepalen
ons tot de vermelding van het belang
rijkste
In de algemeene beschouwingen,
wordt het ooilege van B. en W. in een
enkel geval de burgemeester alleen
aangevallen.
Nu eens door een of twee leden van
den raad dan weer door een geheele
afdeeling. De antwoorden van b. en
W. plaatsen wij tusschcn haakjes.)
Ben lid wilde iri de afdcelingen
geen algemeene beschouwingen hou
den maar stelt zich op het standpunt
dat het wel mogelijk is dat hii dat nog
in den raad doet. (Kunnen
hem dan niet antwoorden omdat de te
behandelen punten niet kunnen wor
de onderzocht.)
Een lid vortd bet antwoord op het
rapport van de afdeehngen bij de be
grooting in 1920 niet voldoende (Had
dat bij de behandeling van die begroo-
ting ter sprake kunnen brengen).
Datzelfde lid vindt dat B. c-n
zich gemakkelijk van verschillende
zaken afmaakt. (Kan niet op worden
ingegaan .wanneer geen feiten wor
den genoemd).
De raadsstukken worden niet vroeg
genoeg aan de leden toegezonden.
(Daar knnenn B. en W. soms ook
niets aan doen, 'bovendien geschiedt
toezending op een laat tijdstip soms
om tot vlugge afdoening van zaken te
komen. Do ratul heeft het in zijn
macht otp dergelijke zaken aan te
houden, óm gelegenheid te hebben z
beter te'ljestudeereii).
De funct.iën in het college, van B. en
W. zijn niet goed verdeeld'. Dc wet
houder van financiën is niet de rechte
man 00 de rechte plaats, w as vroeger
als hoofd van het distributiebureau
bijna de dupe eewórden van oneer
lijke administratie door een ambte
naar. (Bij de verkiezing van den laat-
sten wethouder vonden Tï- on W. geen
aanleiding de function opnieuw te ver
deelen, zoodanig dat aan t'en der zit
tende wethouders een andere afdee-
ling zou worden gegeven. Daaruit
volgde dat een drel der werkzaamhe
den van deD burgemeester, die het
met andere dingen te druk had, din
gen die niet aan een wethouder over
te dragen zijn, de portefeuille van fi
nanciën aan den nieuwen wethouder
overdroeg. De samenwerking van het
geheele college in ftuanciee'e zaken is
bovendien zoodanig dat rij waarbore
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Op een morgen van de afgcloopen
week vond ik bij mijn ontbijt een brief
■uit Den Haag, waarvan de inhoud hier
onveranderd en compleet volgt, zonder
cenig commentaar, omdat dc brief voor
zichzelf spreekt.
Hooggeachte Heer Frdelio,
Het zal UEd. bekend zijn, dat in de
laatste weken, vooral sinds een zekere
bezuinigingscommissie, die ik overigens
niet bcoordcelen zal, haar rapport uit
bracht, de reputatie van de heeren amb
tenaren van dc Regeerhtgsbureaux on
derworpen is aan een critiek, die ik
eveneens hier onbesproken zal laten. Tot
dit ten onrechte gesmade corps heb ik
de eer en het voorrecht tc behooren, in
welken rang doet niet ter zake, laat het
DEd. genoeg zijn te weten, dat (voorals
nog) de Ministerszclcl door mij niet
rvordt ingenomen, maar dat ik ook de
kruk van den jongstcn ambtenaar sinds
vele jaren zeer ccivol heb verlaten. Gij
zult mij wel ten goede houden, dat ik
mijn qualitcit, niet nader aanduid, noch
mijn naam nocin redenen biervan zijn,
dat ik tot dusverre nimmer .'n couran
ten schreef en derhalve niet geheel en
al weet, hoe mij in deze onbekende we
reld tc gedragen. Daar het ergste, wat
een Regcerings-ambtenaar kan overko
men, is een minder gunstig figuur tc
maken, daar hij hiermee de geheele Re-
gecring min of meer zou blameeren,
wcnsch ik mijn incognito te bewaren,
hetgeen Gij mij wel niet ten kwade zult
duiden. Te minder, omdat ik iets van
belang heb te zeggen, namelijk een ver
dediging te leveren van den Regee-
rings-departcments-aiubtenaar als zoo
danig, tot geruststelling van de Natie
in het algemeen en v.tn den Belasting
betaler in het bijzonder.
Het is evenwel mogelijk, dat UEd.
verlangt te vernemen, hoe ik aan UEds.
gewaardeerd adres gekomen bendit
verlangen billijk achtende kan ik U
rocdedeclen, dat Uw naam op dc Witte,
welke ik des namiddags te drie cn een
half uur gewoon ben te bezoeken, is
genoemd door personen van stand cn die
ik gewoon ben te icspcctccren, als een
man. die gewend is. ziin onderwerpen'
te behandelen met al den ernst en de
waardigheid, die den Nederlander van
Deftigcn Huize, waartoe ik ook U onge
twijfeld mag rekenen te behooren, 200
goed staat. In dit gezelschap, zoo meen
de lk (en U zult mi.i dezen hoofdletter
voor een enkele maal permitteeren) kon
ik mij niet anders, dan op mijn plaats
gevoelen.
VVanneer ik dezen schrijf is het precies
half elf op de pendule van mijn bureau,
alwaar ik (dit om U mijn positie te doen
schatten) geheel alleen zit. Te tien uur,
toen ik deze kamer betrad en den bode
jas, hoed en stok gaf om die in de vooi
mij gereserveerde kleerkast te hangen,
te tien uur dan ben ik aangevangen met
het lezen van mijn ochtendblad. Het is
mij ter oorc gekomen, dat kortzichtige
lieden reeds daarin een teeken zien van
laat ik het noemen gebrek aan belang
stelling in het Welvaren van den Staat,
terwijl toch juist liet tegendeel het ge
val is. Verlangt men niet van ons, Amb
tenaren, dat wij geheel cn al op dc hoog
te zijn van wat cr in de wereld omgaat,
dat wij, om het kort te zeggen, toon
beelden van algemeene. ontwikkeling
zijn? En is daarvoor de lezing der cou
rant, die bij het ontbijt door huiselijke
aangelegenheden en besprekingen be
zwaarlijk ten volle bestudeerd kan wor
den, niet onmisbaar? Hield ik mij daar
aan niet, dan zou hei immers kunnen
voorkomen dat onze Minister, wiens ze
tel in deze helaas wankele tijden zoo
zwak kan staan, afgetreden en vervan
gen was buiten mijn weten en dat ik de
nieuwe Excellentie op de gang ontmoet
te, zonder mij er van bewust tc zijn, da;
ik hem behoorde ie groeten!
Hier moet de gang van mijn missive
een oogenblik onderbroken worden, daar
de bode van den Secretaris-Generaal een
dikke portefeuille met stukken naast mij
neerlegt („ja, bode, dc Sccretaris-
Generaal zal eeuigen tijd op de stukken
moeten wachten, omdat ik, zooals je ziet,
in besogne ben.") Het courantlezen is.
om verder te gaan, dus een integreerend
deel van des ambtenaars bestaan, voor
al ook omdat hij genoodzaakt is, daar
in den stand der fondsen na tc gaan, oni
te weten wat hij koopen of verkoopen
moetalken op deze wijze kan hij zijn
financieclc positie in de wereld hand
haven cn dc soliditeit naar buiten ver
tonnen, die bjj ccn Deftige Positie be-
hoort.
Coneludeerende mag ik dus zeggen,
dat het lezen van de couraDt op het
bureau tot onze onvermijdelijke bezighe
den behoort.
Een andere grief, die ons wordt ge
maakt is deze, dat alles wat ons ter be
arbeiding wordt toevertrouwd, zoo lang
duurt, of 20oaIs vulgaire lieden plegen te
zeggen (ik zelf heb het in tram of trein
wel moeten aanhooren) „jc krijgt niets
uit hun handen". In de eerste plaats is
deze uitdrukking verkeerd, omdat de
bron van onzen arbeid, het Intellect, in
de hersens zetelt, derhalve in het hoofd,
maar bovendien wie zijn het, die dit
verwijt tot ons richten? Personen veelal,
die aan het hoofd staan van wisselval
lige ondernemingen, welke ten gevolge
van tijdsomstandigheden of mededin
ging van andere soortgelijke lieden, niet
geacht kunnen worden op onwrikbare
basis te zijn gevestigd, zoodat zij wel
gedwongen ziin hun taak, wanneer ik
die zoo noemen mag, in haast te vol
brengen, omdat wellicht binnen ze;
weken of drie maanden hun onderne
ming niet meer bestaat. Hoe geheel
anders is dc positie van den Ambtenaar!
Dc Staat is vast en onwrikbaar, hij was
er vóór honderd jaar en zal er na hon
derd jaar nog ziin als ik heden mui
dag, na de koffie en morgenochtend, na
de nachtrust, op mijn bureau terugkeer,
vind ik den Staat bij kan niet afbran
den, door concurrentie niet gedwongen
zijn om te liquideeren. kortom ons op
geenerlei wijze afhandig worden ge
maakt. Deze, het woord dringt van zelf
naar de lippen, deze continuïteit
van den Staat maakt overhaasting b:j
onzen arbeid onnoodig en ongcwensch;.
te meer omdat daaraan een voorschrift
is verbonden, waaraan bij het zoo gehee-
ten vrije bedrijf geen behoefte schijnt te
bestaan.
Ik verzoek L* thans opnieuw verlof,
hooggeachte Heer, den gang van miin
betoog nog eenmaal te mogen verbreken,
omdat mijn collega binnenkomt, met
wien ik eenige besprekingen heb te hou
den over belangrijke familie-aangelegen
heden, waarmee ik U uit discretie niet
behoef lastig te vallen, maar waarvan
ik U den sluier toch even mag oplichten
door de mededeeling, dat mijn collega
een zoon heeft en ik een dochter en dat
dc jongelui elkander gevonden hebben
(„gooien morgen, collega, ga zitten en
laat ons ccn oogenblik praten!")
Den draad van mijn betoog vervol
gende, veroorloof ik mij, UEd. mede te
deelen, dat de bespreking over het aan
staand huwelijk tot wederzjjdsche tevre
denheid afgcloopen is. Mag het niet ook
een Staatsbelang worden geacht, dat de
kinderen uit gevestigde f.imilkn met elk
ander een huwelijk aangaan, dat op mo-
reele en fmancicele grondslagen behoor
lijk gefundeerd is? Gij zult mij toestem
men, geachte heer, dat zoodanige be
spreking dc drie kwartier, die et aan ge
wijd werden, volkomen wettigen.
Laat ons evenwel, met Uw goedvinden,
tcrugkecrcn tot dc onmisbare voorwaar
de, die aan onzen arbeid dient verbon
den te zijn, ik bedoel de accuratesse, de
meest volledige stiptheid. Het schijnt in
het particuliere bedrijf voor te komen
(daar mijn familie van dc zeventiende
eeuw af niets dan Staats-ambtenarcn
opleverde, heb ik het niet bij ervaring,
maar liet is mij door vrienden verteld)
het schijnt, herzeg ik, in het particu
lier bedrijf voor te komen, dat daar
brieven, missives cn apostilles wordon
behandeld, beantwoord cn opgeborgen,
zonder dat zij in daarvoor geschikte boe
ken worden ingeschreven en voorts naar
behooren genummerd. Men mug en kan
iemand niet ten kwade duiden, dat hij
minder vergevorderd is, dan wij zelf,
maar ik wcnsch hier met dankbaarheid
en voldoening tc verklaren, dat al dc
stukken op dit departement, telken male
wanneer zij van de ccne naar de andere
afdeeling gaan, worden ingeschreven in
klappers en registers, bovendien voor
zien van nummers en parafen, zoodat
men te allen tijde hun loop nagaan cn
elke minuut van den dag ieder stuk
vinden kan. Toen ik (UEd. veiguime
mij deze persoonlijke herinnering) tot hot
ambt dat ik nu bekleed, werd geroepen
en dc jongere ambtenaren mij kwamen
gelukwenschen, heb ik juist over deze
stiptheid en accuratesse een rede tot hen
gehouden, waarin ik het volgende be
ginsel heb ontwikkeld „ieder stuk be
trekking hebbende op den Staat, is een
Staatsstuk het is dus noodzakelijk, dat
zelfs een briefje van een Staats-schoon-
maakster, waarin zij bericht dat zii, ten
gevolge van een aanval van bof, ver
hinderd is in de zesde afdeeling te ko
men schoonmaken, maar aanstaanden
Maandag weer hersteld hoopt tc zijn
het is dus noodig, dat ook dit briefje,
hetwelk ik niet ann l. een Sianreinissv
Wedt vóór 'n göed financieel "beheer.!
De wethouder van openbare wer
ken mae zich niet beschouwen als een
vertegenwoordiger van eon politieke
partij. (Behoort tot de competentie
van den raad en de politieke partijen,
heeft niete te maken met het beleid,
van B. en W.)
Gevraagd wordt hoe B. on W. den
ken over het uitvoeren van niet-reai-
dabele werken, zooals gas en waterlei
ding in wegen waaraan geen huizen
staan. (Brandbluaaohing maakt het
nodie dat overal in de gemeente wa
terleiding ligt; alle ingezetenen moe
ten kunnen profiteeren van economi
sche en hygiënische voordeelen der
gemeente. Bovendien ligt het voor de
hand, dat aan die wegen meer ge
bouwd zal worden wanneer gas en
water aanwezig zijn.)
De zaken betreffend© volkshuisves
ting worden systematisch naar bene
den gedrukt- (Wordt beslist ontkend.
De financieele toestand der gemeente
dwingt tot voorzichtigheid.)
Een lid zou willen, dat de woning-
bouwvereenigingein zouden likwidëe-
ren om zoodoende de huizen allemaal
aan de gemeente te brengen. Er
wordt op verschdende manieren ge
knoeid. (Liquidatie kan niet plaats
vinden zonder den wit der vereeni-
gingen. Van knoeierijen is B. en W.
niets bekend., feiten moeten worden
genoemd).
Voor dc nieuwe aiuis zullen 87 wo
ningen moeten verdwijnen. Aange
drongen wordt biervoor 87 andere te
krijgen. (Is reeds in vooraien door
een raadsbesluit van 29 Nov. j.l.)
Het optreden van den burgemees
ter in dc raadsvergaderingen wordt
niet goedgekeurd. De burgemeester
wil de leden intimideeren. De burge
meester schenkt niet genoeg aandacht
aan hetgeen door de leden gesproken
wordt, houdt onderhand besprekin
gen aan de bestuurstafel. De burge
meester werkt zich niet genoeg in de
stukken in, vraagt, vaak inlichtingen
aan den secretaris. Ecu der vorige le
den had het vorige jaar den burge
meester een pluimpje gegeven, kon
dit hu niet doen (Woorden van waar
deering laten zioli niet afdwingen. Bij
de uitingen of amendementen van
den raad is het noodig dat soms veror
deningen of wetten worden geraad
pleegd. De burgemeester treedt wel
eens streng ©d. maar doet dit niet
voor z'n plezier, maar om de leiding
van den raad niet over te geven aan
het lid dat eventueel den grootsten
mond Miikt te bevitten Laat dc raad
liever terstond Snterpelleeren wanneer
men meent, dat het opreden van den
burgemeester niet deugt. Intimidatie
is allerminst de bedoeling geweeH, 't
toepassen van ordemaatregelen kan
na waarschuwing plicht worden. Het
verwijt va nte weinig homogeniteit in
het collego van B. en W. ka nhet col-
loge als zoodanig niet treffen, omdat
het niet ziehzelf aanstelt, maar de sa
menstelling aap den raad is overgela
ten. De raad zolf heeft vertegenwoor
digers van verschil'ende politieke
partijen in het collego gebracht).
Allerzielen zou volgens een der
plaatselijke bladen in het vervolg ver
boden worden. (De burgemeester is
niet verantwoordelijk voor berichten
in couranten).
Voor betere voorbereiding bii zaken
van onderwijs wordt een commissie
gevraagd. (Er bestaat reeds een com -
iniseie van advies.)
Sommige leden, willen vertegen
woordigers van alle.politieke jxtrtijen
in de verschillende comm'éëiën TL e"
W. ziin er ook vooi'. De leden moeten
bii het stemmen van een lid voor de
commission hiermede rekening hou
den).
Een lid der tweede afdeeling deelde
mode. dat een verzoek tof samen
werking met B. cn W. door de )>estu-
ren van bijzondere scholen door B. en
W .niet beantwoord was. (B. en W.
doelen mede. dat geen verzoek was
ingekomen. Mocht dat komen, dan zal
zeker rekening worden gehouden met
en gewaardeerd het streven van die
besturen om tot bezuiniging bij on
derwijs te gerakenL
Een dor leden meent, dat de posten
van de begrooting niet goed ziin ge
raamd. (De posten zijn zoo juist mo
gelijk geraamd, er is naar gestreefd,
de ramingen zoodanig te maken, dat
snppletoire begrOuUngcii niet noodig
zijn.)
tc noemen, tc allen tijde, zelfs over hon
derd jaar, door lien die na ons komen,
in dc archieven kan worden tcruggevon-
den." Deze toespraak, geheel in de lijn
van hei gewichtige beginsel gehouden,
liet niet na onder de jongere ambtenaren
grooten indruk te maken ik schaam mij
niet, te zeggen, dat ik cr zelf dc tranen
van in dc oogen had. En juist dit prin
cipe van orde en regelmaat, tot het uiter
ste doorgevoerd, wordt aan de Regee-
ringsbureaux kwalijk genomen. Helaas,
1:1 welken tijd leven wij!
Tahijk en ongemotiveerd zijn de be
zwaren, die tegen ons in het midden
worden gebracht. Zonder twijfel kent gij
liet beeld van dc rots in zee, liet stuk
steen, dat tc midden van de kokende
branding onbeweeglijk blijft staan en
telkens zich weer- vertoont, ofschoon de
bruisende golven haar overstroomen.
Voortreffelijk past dit beekl op dc rust
en de kalmte der Regccringsbureaux.
Men verwijt ons, dat wij te korten tijd
arbeiden cn in dien tijd te weinig af
doen. Maar ik vraag u vat i» dc kwaal,
waaraan onze maatschappij lijdende is
en waaraan zij, zoo cr niet bijtijds ver
andering komt, tc gronde zal gaan?
Wat anders dan zenuwachtigheid, ge
jaagdheid, overspanning? De sanatoria
ziin overvol, de rnenschen verdringen
elkander op het spreekuur van de zenuw
artsen en verwijten ons tegelijkertijd,
dat wij niet zpn als nj. lk zou het als
ik kon allen willen toeroepen en verzoek
juist daarom Uw zoo gewaardeerde hulp
en tusschenkoms: „nicnschen. let op
ens, bewondert de rust en de kalmte,
waarmee wij onzen arbeid verrichten,
ziet in ons ccn voorbeeld, waaraan gij
allen u behoordet te spiegelen!"
Wanneer :k des namiddags te half
vier op dc Witte kom, dan is dat geens
zins omdat ik verlang naar het partijtje
auction bridge, dat ik .-inds jaren
gewoon ben, met beproefde vrienden te
spelen neen. dit is slechts de buiten
kant en daardoor dc minst belangrijke
van het vraagstuk. De binnenzijde, het
hart van de quaes t ic, bevat ons diep be
sef, dat de Staat slechts kan bestaan,
wanneer ij zijn ambtenaren van de de
partementen, rustig en kalm, dag in
.lag uit, zonder ons van ons stuk tc laten
brengen, voortschrijden op den weg,
dien wit ons hebben afgebakend („neen,
bode, ik. blijl niet, maar je kunt mij wel
een kop koffie brengen heeft dc Sc-
Een der leden meent, dat straatkot-
keu niet regelmatig worden schoon
gemaakt. Wa-nneer B. en W. vinden,
dat het gebruikte model atraatkolk-
niet deugt verzoekt dit lid daarvan
aan den raad mededeeling te doen.
(De putten worden regelmatig schoon
gemaakt en bii verstopping direct na
gezien. Voorstellen tot wijziging van
het systeem van putten komen te zij
ner tijd).
Een der leden vraagt een ophaal
dienst voor de gemeentebelastingen.
(Wanneer een beslissing is ingekomen
van de Kroon, op de vraag zelf voor.
het innen van de belasting te mogen
zorgdragen, kan dit vraagstuk onde»
oogen worden gezien).
Een der leden wena-ht verandering
in de verordening op het straatvegen.
(Deze verordening is pas herzien. De
commissie van voorbereiding van de
plaatselijke strafwetgeving zal de be
zwaren nog eens onder oogen zien).
Een der leden vraagt tot bet aan-
kooDen van grond voor sportterreinen
over te gaan. (In het nieuwe uitbrei-
digsplan ia rekening gehouden met
den aanleg van sportterreinen. Als
bron van inkomsten zien B. en W. er
geen hei' in ze zeff aan te leggen en te
ezploiteeren.)
Een der leden vraagt een arbeids
beurs te IJmuiden. (Hierover wordt
gecorrespondeerd met de regeering.
Mededeelingen aan den raad kunnen
spoedig worden verwacht.)
Een der leden vindt het niet goed.
dat inkomsten worden geraamd uit be
lastingen. die nog niet door den raad
ziin goedgekeurd. Prtncipieele uit
spraken van den raad zijn niet al
tijd goed, omdat de voorlichting on
voldoende kan ziin. (Onvoldoende
voorlichting wordt beslist ontkend.De
raad had de betreffende gemeentebla
den kunnen raadplegen. Principieels
besluiten hebben groote waarde, om
dat bii piet goedkeuren der belasting
de tijdroovend© voorbereiding niet
hoeft plaats te vinden. AJs zoodanig is
het een besparing van werkkrachten
m sommige gevallen.)
Een der leden begrijpt de strekking
en bedoeling van de afdeelmgsverga-
deringon niet. Hij meent dat liet de
bedoeling is B. en W. gelegenheid te
geven een antwoord voor te bereiden.
(Inderdaad i» dit do bedoeling. Bij
mondelinge behandeling is het plegen
van overleg tusechen de leden van het
college niet mogelijk, een antwoord
kan in zulk een geval niet van B. en
W. als college uitgaan, omdat de mee
ningen van ieder afzonderlijk niet be
kend zijn.)
Tot zoover de algemeene
beschouwingen. Oni misverstand te
voorkomen dient tc worden ojyge-
merkt, dat niet alle leden van den
rad het optreden van den burgemees
ter a/keuren. Het rapport is in zoover
re onvolledig, dat het niet het aautal
opgeeft. De meerderheid van den
raad heeft zich in geen geval in der-
gelijken zin uitgesproken. (Red.)
BEVERWIJK Het politierapport
maakt melding van de aanhouding van
A. D., gesignaleerd in het ulg. poli
tieblad. Hij had nog f 2 boete te be
talen of 2dagen hechtenis to onder
gaan. Hij betaalde liever en is weer op
vrije voeten gesteld.
ProcR-verbaal werd opgemaakt te
gen G. K. die ,in strijd met de politi©
verordening, op een hondenkar zat.
BLOEMENDAAL -Gevonden
voorwerpen. Terug to bekomen bij;
A. van der Werff, Korte Kleverlaar:
18, Bloenieiidaa.l, ecu paar witte hand
cehoenen A d.; Graaf. Kerkplein '2!.
Bloemendaal, een R.K. kerkboekje
G. Vallenduuk. Kiuheimweg 57, Bloe
mendaal, een knipmesje cn potlood
houder; F Bremer, Rampenlaan 11,
Overveen, een etui met inhoud L.
Huig. Jan Gijzenvnart 17a, Velsen.
t en gele motorhandst hoen H. J. Ca»
see, Kinheimweg 41, Bloemendaal,
een rol pakpapierC Möring, Oranje
boomstraat 60. Haarlem, een dames
horloge aan het bureau van politie
te Overveen, een huissleutel.
Komen aanloopen bijKrimp, Ram
penlaan 14, een doberinann pincher
L. Pouwer, Lage Duin en Daalschc-
weg 1, een bruine herdershond.
cretaris-Generaal naar mij gevraagd?
Zeg aan meneer, dat ik een half uur
later van de koffie terugkom, omdat ik
veel extra tijd aan dit belangrijke Staats
stuk heb uiocten besteden.") ik vraag
voor de derde maal verschooning, hoog
geachte heer Fidclio. dat :k den draad
van mijn betoog moet afbreken.
Ik mag U niet langer van Uw kost
baren tijd berooven en dank U brj voor
baat voor de openbaarheid, die U wel
zoo vriendelijk zult willen zijn, aan ruija
bescheiden pennevrucht te geven. Even
wel stel ik op den voorgrond, dat ik
cp evcntucclc polemiek, zoo men die
mocht willen beginnen, niet kan in
gaan. De Deftigheid, waarop ons be
staan is gegrondvest, verbiedt zoodanig
twistgeschrijf ten eenen' male.
Het kan zijn, dat UEd. op de ccne of
andere wijze dc verwijdering, die tus-
cchen ons, ambtenaren der depm temen
ten en de rest van het Nedcriandsche
vólk, weliswaar niet door ons toedoen is
omstaan, zou willen dichten. Naar mijne
overtuiging is dit ccn illusie. Mij is
gezegd, dat onze bcg:.;ppen het be<t in
het Ncderlanusche volk zouden doordrin
gen, wanneer alle Nederlanders ambtc-
crr'j werden, maar du is een dwaling,
•.vaartegen n>et genoeg kan worden ge
waarschuwd. Vooreerst is <lc Staats
ambtenaar, der depattementen, «ca veel
belangrijker persoonlijkheid dan de an
dere Saai--ambtenaren daarbuiten cn
kan hij zelfs niet in vergelijking worden
r'biacht met provinciale-, gemeente- of
andere soort van ambtenaren. En ten
tweede moeten er, het weid mij verze
kerd; verblinden bestaan, die het voor
recht van het ambicnaatschap niet zou
den waardceren cn het dus niet waard
Met de meeste hoogachting verblijf
ik. Hooggeachte lieer Fidclio, Uw
dienstvaardige dienaar
N. N.
Geregistreerd onder
No. 327 C., vak
F. No. ij?.; L.
.Voor kopie conform
11DEL1Ü.