HAARLEM'S DAGBLAD Uit de Wereld. ZATERDAG 24 DECEMBER 1921 TWEEDE BLAD VERHALEN UIT DE MIDDELEEUWEN. VAN DEN VOS REINAEROE. II. Nadat Bruun door een donker woud was gegaan en door een woesternij en over een hoogen berg was getrokken, kwam hij bij den burcht Maupertius. Reinaerls toevluchtsoord, als hij in nood zat. Voor den voormuur „ginc bi sitten over sinen staart" en sprak: „Ben je thuis. Reinaert? Ik ben Bruun, 's-konïngs bode. De koning gelast u met .mij mee te komen en vóór hem te verschijnen; doet ge dat niet. dan zal hij uw leden doen breken op het rad." Zoodra Reinaert deze woorden hoor de, sloop hij in zijn donkerste hol om te overdenken, hoe hij met Bruun. „den fei len vract," den spot zou drijven. Na een poos kwam zijn antwoord: „Heer Bruun" zei hij. „zeer geliefde vriend, gij liadt u de-moeite kunnen sparen dezen langen weg af te leggen: ik zou zeif gekomen zijn. maar mijn buik is I zoo overladen met ecu vreemde, nieuwe l spijs, dat ik niet kan zitten of staan." Maar wat heb je dan gegeten?" vroeg dc beer hegeerig. Slechten kost. Maar wat zal u zeggen: een arm man is nu eenmaal geen voornaam heer, hij moet eten wat hij liever zou laten staan. Door den nood gedrongen moet verschc honigraten eten, daarvan heb ik een grooten voorraad: maar als ik ze binnen heb. dan heb ik er pijn eri onge mak van. Goejc help, lieve vos Reinaert. heb ]c zoo'n minachting voor honing? Maar dat is een zoete, een voortreffelijke spijs. Edele Reinaert, welbeminde neef, als ge mij aan honing helpt, dan zal ik 11 mijn leven lang liefhebben. Gij drijft den spot met me. Neen, waarlijk niet. Welnu dan, als ge honing wilt, dan zal ik zooveel verschaffen, dat gij het niet met u tienen kunt opeten; als ik maar wist, dat ik daarmee een gene genheid kon winnen. Gaarne gaf Bruun de verzekering, dat hij dan van zijn kant voor Reinaert zou zijn een trouw en goed vriend. Daarop trad de vos naar buiten en sprak: Laten we dan niet langer wachten, lk zal u voorgaan. Al pratend kwamen zij aan het erf van een timmerman, Lamfroït genaamd. Daar lag een eik. dien Lamfroit wilde klieven. De boom was al gedeeltelijk gespleten en naar timmermans manier had de werkman er twee wiggen inge slagen. In dezen boom, zei Reinaert, is overvloed van honing, maar lieve oom, 'Overeet u niet. Wees maar niet bang, matigheid ls altijd goed. Tegelijk stak hij zijn hoofd en zijn twee voorste voeten in den eik oni naar de zoete spijs te zoeken; op hetzelfde oogenblik brak Reinaert met inspanning van alle krachten de wiggen uit den boom, deze sloeg dicht en Bruun. die te laat begreep dat hij bedrogen was, bleef gevangen- In de verte zag Reinaert Lamfroit aankomen met twee bijlen over den schouder. Oom Bruun, riep hij. liier komt Lamfroit, gij hebt gegeten, hij brengt u drinken. Daarop ging hij. zonder zich verder oni zijn oom te bekommeren, naar Mau pertius terug. Nauwelijks werd Lamfroit den ge vangen beer gewaar, of hij liep naar het naaste dorp, en keerde weldra terug, gevolgd door alle dorpsbewoners, dc een gewapend met een bezem, de ander met een dorschvlcgel, wees een ander met een hark of met een slok. Maar vóór allen uit liep Lamfroit zwaai end met een scherpe bijl. Met geweld rukte nu Bruun eerst zijn hoofd cn daarna zijn voeten uit den eik, maar dit kwam hem te staan op het verlies van een oor cn van zijn twee wangen en van zijn twee handschoenen (de huid van zijn voorpooten) met dc klauwen. Bruun was nu wel los. maar zijn voeten deden hem zulk een pijn, dat hij niet kon loo- pen, cn van alle kanten regende het sla gen; het ergst werd bij toegetakeld door Lamfroit Om diens geduchte sla gen te ontgaan nam Broun een sprong kwam terecht onder een troep „oude wiven" en wierp er vijf, In een breede, diepe rivier, die daar langs liep. Van de algeinccnc verwarring maakte bij ge bruik om ook in de rivier te springen en zich met den stroom te laten afdrijven. Toen hij een halve mijl was weggedre ven, kroop hij aan land en ging steunend en hijgend op den oever liggen. Terwijl hij daar lag als een toonbeeld van jam mer, kwam Reinaert. die onder het heen gaan een vet hoen van Lamfroit had ge vangen en op een eenzaam plekje had verorberd, naar dc rivier om zich wat te verfrisschen. Bij het zien van Bruun, werd hij w oedend en begon te schimpen op Lamiroit, die zich zulk een prachti- gen buit had laten ontgaan. Daarna trad hij naderbij om te zien, hoe het met Bruun stond, en toen hij hem daar ziek en gewond zag liggen, begon hij hem te hoonen: Ha, riep hij uit, ken je Reinaert den ribaut (schelm)? Wil je hem zien? Hier is hij! Geliefde vriend, in welke orde wilt ge u begeven, dat ge deze roode kaproen draagt? Bruun, die zich te ziek en te ellendig voelde om den spotter te antwoorden, liet zich weer in de rivier vallen en met den stroom afdrijven. Na een poos kwam hij opnieuw aan land en ging op het oeverzand liggen. Hoe nu terug te keeren naar den Koning? Loopen kon hij niet: ziehier welk middel hij be dacht. Hij ging overeind zitten en door liet maken van schuifelende bewegingen legde hij inwendig diep beschaamd, een eind weegs af: als hij moe werd, rolde hij een poos, tot hij eindelijk, afwisse lend schuifelend en rollend ten hove kwam, waar hij den koning smeekte hem te wreken op Reinaert. die hem in* dien staat gebracht had. De koning zwoer een duren eed, dat hij zijn dienaar zou wreken en liet daarna de hoogste heeren ontbieden ten einde te beraadslagen op welke wijze er recht zou geschieden. De meerderheid was van oordeel, dat Rei naert ten tweeden maal moest worden ingedaagd en rieden den koning Tibert den Kater met deze zending te belasten. Deze raad dacht den koning goed, maar Tibert maakte bezwaar -.Ik ben", zei hij, „een arm zwak wezen, zoo Heer Bruun, sterk en moedig als hij is, Rei naert niet heeft kunnen meekrijgen, hoe zal ik het doen?" Maar de Koning bleef aandringen. „Al zijt ge niet groot. Heer Tibert, gij zijt wijs en kundig, en menigeen bereikt met list, wat hij met geweld niet zou kunnen gedaan krijgen." Er bleef Tibert niets anders over dan te gehoorzamen, en niet een somber voorgevoel aanvaardde hij den tocht. een volgend artikel zullen we zien, hoe hij zich van zijn opdracht kweet. Ter afwisseling bieden we den lezer de volgende Puzzle. Iemand gaat zijn oudere broer op diens verjaardag gcliikwcnsclieu. Hij is zelf ook jarig en dc broers felicitceren elkaar hartelijk. Wel, zegt de oudste na een poosje, ik heb daar straks eens zitten nareke nen en weet je. wat ik gevonden heb? ik ben vandaag tweemaal zoo oud als jij was. toen ik zoo oud was als jij nu bent. Neen maar, antwoordt de jongste, dat is ook toevallig- Ik ben ook aan liet rekenen geweest, en weet jc wat ik ge vonden bcb? Als ik zoo oud ben, als jij nu bent, zijn wc samen op één jaar na precies een cenw oud. Kan de lezer hieruit ook opmaken, hoe oud de twee jarige broers varen, toen ze ook zaten te praten? SMsmenws VOLKSUNIVERSITEIT. Verschenen is het tweede programma (voor de cursussen na de Kerstvacantie) van de Volksuniversiteit voor Haarlem en Omstreken. Er worden weer luiztercursus- sen en werkcursussen gehouden. Interessante onderwerpen en lezingen zijn er bij. Zoo zal Dr< C. Spoelder, rector het gymnasium alhier, spreken c... „Mythenen Sagen der Oudheid" en Sein Dresden, van Amsterdam, een „Over zicht van de ontwikkeling der Instru mentale Muziek" geven (ontstaan en ontwikkeling der instrumentale vormen op het eind van de ïóe en in 't begin der 17e eeuw in Italic, Engeland en Frank rijk; de plaats en de beteekenis van Joh. Seb. Bach als instrumentaal componis Haydnen Mozart; Beethoven en zijn wer ken; de modernen van de rge en 20e eeuw, enz.). Deze 8 lezingen zullen wor den toegelicht door voorbeelden, viool- en vleugelconcerten. Dr. G. A. v. d. Bergh van Eysinga, te Santpoort, zal behandelen „Het ont slaan van bet Christendom" en mevr. W. L. BoldinghGoemans, te Haarlem: „De herleving der Vlaamsche Letteren en de Vlaamsche Beweging sedert 183c". Tot zoover over de luistercursussen. De werkcursussen, waarvan, zooal; wij vroeger al meldden, het aantal deel- nemerst beperkt is (in den regel nie, meer dan 30) en waarop de cursisten een meer werkzaam aandeel aan het on derwijs kunnen nemen door het stellen van vragen enz. geven ook veel nuttigs, wetenswaardigs en schoons. Wij geven hier eenige onderwerpen: .Vaste sterren, dubbelsterren, verander lijke en nieuwe sterren, sterrenhoopen en nevelvlekken" (docent Dr. G. C. A. Valewink, van Amsterdam), „Geluid en licht niet elkaar vergeleken" (docent Dr. J. J. Haak, Haarlem), „Grondbeginselen der Scheikunde" (Ir. M. Voorzanger, al hier), „De weg tot het wijsgcerig den ken" (Dr. J. D. Bierens de Haan, te Aerdenhout). Onder leiding van Dr. G. E. Opstellen, leeraar aan het Bloe- mendaalsch Lyceum, zal een letterkun dig werk gelezen en besproken worden: of Gorter's „Mei" óf gedichten van De Genestet. DE BRUGWACHTERS In aansluiting op ons bericht in het vorig nummer deelt men ons mede. dat de Zandersbrug a&n de Nieuwe Gracht voorheen bediend werd door een man in vasten dagdienst. Deze brugwachter is intusschen met pen sioen ontslagen. Kinds dien tijd moes ten twee man van het reserveperso- neel den dienst waarnemen als er geen verlofgangers aan de andere bruggen waren. Was dit wel het geval, dan werd de Zandersbrug bediend door de brugwachters der Catbarynebrug, het geen dezen Zomer gedurende 3 1/2 maand geschied is. KERSTDIENST IN DE NE1) HERV. KERK. Bij den dienst len Kerstdagavond 6 uur in de Groots Kerk, voorganger Ds Vunderink, zal mevrouw Van Tïenhovcn eenige o td- Hollandsche Kerstliederen zingen, en dc heet' Kduard Bielc, cello spelen, met orgelbegeleiding door mej. Barbas DE HERIJK Gedeputeerde. Sta ten van Noord-Holland hebben be paald dat. de herijk der maten en ge wichten in de volgende gemeenten zal plaats hebben op de data er achter vermeld Haarlem op 20, 21, 22, 23, 24, 25, 27, 28, 29 cn 30 Maart, op 3. 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 19, 20, 24, 25, 26. 27. en 28 April, op 2, 3, 4, 5. 8, 9, 10, 11, 15, 16, 17, 18, 19, 22 en 23 Mei. Schoten op 8, 9, 12, 13, 14 en 15 Juni. Bloeinendaal, zitting te Overveen op fl Juni, zitting te Bloemendaal op 7 Juni. eemstede, zitting tt*d >rp Heemste de op 10 en 11 Julizitting te „Bosch en Vaart" op 12 Juli. Bennebroek op 13 en 14 Juli. Spaartidam op 24 Mei. Zandvcort op 29, 30 en 31 Mei. Gemeente Haarlemmermeer, zittirg 1 te Nieuw Vennep op 17, 18 ën 19 Juli zitting te Hoofddorp op 24, 25, 26, 27, 29 eD 29 Juli. Velsen, zitting te IJmuiden 19, S 21, 22, 23 en 24 Junizitting te VoIbcu op 26, 27, 28 en 29 Junizitting te Santpoort op 3 en 4 Juli. Haarlemmerliede en Spaarnwoude, zitting te Halfweg op 6 en 6 Juli. Beverwijk op 12, 13, 14, 16 en September. GEVONLEN VOORWERPEN, Te rug te bekomen bij Zuster Kunst, Ge sticht nabij Santpoort, armbandhorloge; Hoek, Voorhelmplein 21, beursje; C. v. d. Veldt, Generaal Joubertstraat 43, bril; J. Deeling, Ccciliasteeg 8, cein tuur; J. Kruit, Lange Raamstraat nr. 12 B rood, handschoen W. Eelte, De Clercqstraat 138, hoed A. de Jager, Wol straat 7 rood, handschoenP. H. Kneynsberg, Garenkokerskade 26, hond; D. W. Hovenier, Vooruitgangstraat nr. 23zw., hondje; Hooglugt, Papentoren- vcst 16, hondjeM. Wories Tette rodestraat IOC rood, kinderhanschoon Van Steyn, Westergracht 97 rood, hand schoen J. Verhagen, Rustenburgerlaan 41, mes v. c. schaar; C. v. d. Steen, Kampersingel 24, knipmes A. C. Kem- me, Tetterodestraat 75, popC. Hart, Nic. Beetssiraat 11, paardeschuierJ. Swart, Harmenjanswcg 49, kinderporte- monnaieP. van Zijp. Burretstraat nr. portemonnaieC. v. d. Haar, Voorhelmstraat jórood, schaartje; C. B. Koks, M. v. Heemskerkstraat 35, taschje. Uit üe ümstrekeii VELSEN. Op het rapport van het verhan delde in de afdeelineen vaat den raad over het onderzoek van de begrooting voor 1922 ia thans het antwoord van B. en W. verschenen. Wij bepalen ons tot de vermelding van het belang rijkste In de algemeene beschouwingen, wordt het ooilege van B. en W. in een enkel geval de burgemeester alleen aangevallen. Nu eens door een of twee leden van den raad dan weer door een geheele afdeeling. De antwoorden van b. en W. plaatsen wij tusschcn haakjes.) Ben lid wilde iri de afdcelingen geen algemeene beschouwingen hou den maar stelt zich op het standpunt dat het wel mogelijk is dat hii dat nog in den raad doet. (Kunnen hem dan niet antwoorden omdat de te behandelen punten niet kunnen wor de onderzocht.) Een lid vortd bet antwoord op het rapport van de afdeehngen bij de be grooting in 1920 niet voldoende (Had dat bij de behandeling van die begroo- ting ter sprake kunnen brengen). Datzelfde lid vindt dat B. c-n zich gemakkelijk van verschillende zaken afmaakt. (Kan niet op worden ingegaan .wanneer geen feiten wor den genoemd). De raadsstukken worden niet vroeg genoeg aan de leden toegezonden. (Daar knnenn B. en W. soms ook niets aan doen, 'bovendien geschiedt toezending op een laat tijdstip soms om tot vlugge afdoening van zaken te komen. Do ratul heeft het in zijn macht otp dergelijke zaken aan te houden, óm gelegenheid te hebben z beter te'ljestudeereii). De funct.iën in het college, van B. en W. zijn niet goed verdeeld'. Dc wet houder van financiën is niet de rechte man 00 de rechte plaats, w as vroeger als hoofd van het distributiebureau bijna de dupe eewórden van oneer lijke administratie door een ambte naar. (Bij de verkiezing van den laat- sten wethouder vonden Tï- on W. geen aanleiding de function opnieuw te ver deelen, zoodanig dat aan t'en der zit tende wethouders een andere afdee- ling zou worden gegeven. Daaruit volgde dat een drel der werkzaamhe den van deD burgemeester, die het met andere dingen te druk had, din gen die niet aan een wethouder over te dragen zijn, de portefeuille van fi nanciën aan den nieuwen wethouder overdroeg. De samenwerking van het geheele college in ftuanciee'e zaken is bovendien zoodanig dat rij waarbore Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Op een morgen van de afgcloopen week vond ik bij mijn ontbijt een brief ■uit Den Haag, waarvan de inhoud hier onveranderd en compleet volgt, zonder cenig commentaar, omdat dc brief voor zichzelf spreekt. Hooggeachte Heer Frdelio, Het zal UEd. bekend zijn, dat in de laatste weken, vooral sinds een zekere bezuinigingscommissie, die ik overigens niet bcoordcelen zal, haar rapport uit bracht, de reputatie van de heeren amb tenaren van dc Regeerhtgsbureaux on derworpen is aan een critiek, die ik eveneens hier onbesproken zal laten. Tot dit ten onrechte gesmade corps heb ik de eer en het voorrecht tc behooren, in welken rang doet niet ter zake, laat het DEd. genoeg zijn te weten, dat (voorals nog) de Ministerszclcl door mij niet rvordt ingenomen, maar dat ik ook de kruk van den jongstcn ambtenaar sinds vele jaren zeer ccivol heb verlaten. Gij zult mij wel ten goede houden, dat ik mijn qualitcit, niet nader aanduid, noch mijn naam nocin redenen biervan zijn, dat ik tot dusverre nimmer .'n couran ten schreef en derhalve niet geheel en al weet, hoe mij in deze onbekende we reld tc gedragen. Daar het ergste, wat een Regcerings-ambtenaar kan overko men, is een minder gunstig figuur tc maken, daar hij hiermee de geheele Re- gecring min of meer zou blameeren, wcnsch ik mijn incognito te bewaren, hetgeen Gij mij wel niet ten kwade zult duiden. Te minder, omdat ik iets van belang heb te zeggen, namelijk een ver dediging te leveren van den Regee- rings-departcments-aiubtenaar als zoo danig, tot geruststelling van de Natie in het algemeen en v.tn den Belasting betaler in het bijzonder. Het is evenwel mogelijk, dat UEd. verlangt te vernemen, hoe ik aan UEds. gewaardeerd adres gekomen bendit verlangen billijk achtende kan ik U rocdedeclen, dat Uw naam op dc Witte, welke ik des namiddags te drie cn een half uur gewoon ben te bezoeken, is genoemd door personen van stand cn die ik gewoon ben te icspcctccren, als een man. die gewend is. ziin onderwerpen' te behandelen met al den ernst en de waardigheid, die den Nederlander van Deftigcn Huize, waartoe ik ook U onge twijfeld mag rekenen te behooren, 200 goed staat. In dit gezelschap, zoo meen de lk (en U zult mi.i dezen hoofdletter voor een enkele maal permitteeren) kon ik mij niet anders, dan op mijn plaats gevoelen. VVanneer ik dezen schrijf is het precies half elf op de pendule van mijn bureau, alwaar ik (dit om U mijn positie te doen schatten) geheel alleen zit. Te tien uur, toen ik deze kamer betrad en den bode jas, hoed en stok gaf om die in de vooi mij gereserveerde kleerkast te hangen, te tien uur dan ben ik aangevangen met het lezen van mijn ochtendblad. Het is mij ter oorc gekomen, dat kortzichtige lieden reeds daarin een teeken zien van laat ik het noemen gebrek aan belang stelling in het Welvaren van den Staat, terwijl toch juist liet tegendeel het ge val is. Verlangt men niet van ons, Amb tenaren, dat wij geheel cn al op dc hoog te zijn van wat cr in de wereld omgaat, dat wij, om het kort te zeggen, toon beelden van algemeene. ontwikkeling zijn? En is daarvoor de lezing der cou rant, die bij het ontbijt door huiselijke aangelegenheden en besprekingen be zwaarlijk ten volle bestudeerd kan wor den, niet onmisbaar? Hield ik mij daar aan niet, dan zou hei immers kunnen voorkomen dat onze Minister, wiens ze tel in deze helaas wankele tijden zoo zwak kan staan, afgetreden en vervan gen was buiten mijn weten en dat ik de nieuwe Excellentie op de gang ontmoet te, zonder mij er van bewust tc zijn, da; ik hem behoorde ie groeten! Hier moet de gang van mijn missive een oogenblik onderbroken worden, daar de bode van den Secretaris-Generaal een dikke portefeuille met stukken naast mij neerlegt („ja, bode, dc Sccretaris- Generaal zal eeuigen tijd op de stukken moeten wachten, omdat ik, zooals je ziet, in besogne ben.") Het courantlezen is. om verder te gaan, dus een integreerend deel van des ambtenaars bestaan, voor al ook omdat hij genoodzaakt is, daar in den stand der fondsen na tc gaan, oni te weten wat hij koopen of verkoopen moetalken op deze wijze kan hij zijn financieclc positie in de wereld hand haven cn dc soliditeit naar buiten ver tonnen, die bjj ccn Deftige Positie be- hoort. Coneludeerende mag ik dus zeggen, dat het lezen van de couraDt op het bureau tot onze onvermijdelijke bezighe den behoort. Een andere grief, die ons wordt ge maakt is deze, dat alles wat ons ter be arbeiding wordt toevertrouwd, zoo lang duurt, of 20oaIs vulgaire lieden plegen te zeggen (ik zelf heb het in tram of trein wel moeten aanhooren) „jc krijgt niets uit hun handen". In de eerste plaats is deze uitdrukking verkeerd, omdat de bron van onzen arbeid, het Intellect, in de hersens zetelt, derhalve in het hoofd, maar bovendien wie zijn het, die dit verwijt tot ons richten? Personen veelal, die aan het hoofd staan van wisselval lige ondernemingen, welke ten gevolge van tijdsomstandigheden of mededin ging van andere soortgelijke lieden, niet geacht kunnen worden op onwrikbare basis te zijn gevestigd, zoodat zij wel gedwongen ziin hun taak, wanneer ik die zoo noemen mag, in haast te vol brengen, omdat wellicht binnen ze; weken of drie maanden hun onderne ming niet meer bestaat. Hoe geheel anders is dc positie van den Ambtenaar! Dc Staat is vast en onwrikbaar, hij was er vóór honderd jaar en zal er na hon derd jaar nog ziin als ik heden mui dag, na de koffie en morgenochtend, na de nachtrust, op mijn bureau terugkeer, vind ik den Staat bij kan niet afbran den, door concurrentie niet gedwongen zijn om te liquideeren. kortom ons op geenerlei wijze afhandig worden ge maakt. Deze, het woord dringt van zelf naar de lippen, deze continuïteit van den Staat maakt overhaasting b:j onzen arbeid onnoodig en ongcwensch;. te meer omdat daaraan een voorschrift is verbonden, waaraan bij het zoo gehee- ten vrije bedrijf geen behoefte schijnt te bestaan. Ik verzoek L* thans opnieuw verlof, hooggeachte Heer, den gang van miin betoog nog eenmaal te mogen verbreken, omdat mijn collega binnenkomt, met wien ik eenige besprekingen heb te hou den over belangrijke familie-aangelegen heden, waarmee ik U uit discretie niet behoef lastig te vallen, maar waarvan ik U den sluier toch even mag oplichten door de mededeeling, dat mijn collega een zoon heeft en ik een dochter en dat dc jongelui elkander gevonden hebben („gooien morgen, collega, ga zitten en laat ons ccn oogenblik praten!") Den draad van mijn betoog vervol gende, veroorloof ik mij, UEd. mede te deelen, dat de bespreking over het aan staand huwelijk tot wederzjjdsche tevre denheid afgcloopen is. Mag het niet ook een Staatsbelang worden geacht, dat de kinderen uit gevestigde f.imilkn met elk ander een huwelijk aangaan, dat op mo- reele en fmancicele grondslagen behoor lijk gefundeerd is? Gij zult mij toestem men, geachte heer, dat zoodanige be spreking dc drie kwartier, die et aan ge wijd werden, volkomen wettigen. Laat ons evenwel, met Uw goedvinden, tcrugkecrcn tot dc onmisbare voorwaar de, die aan onzen arbeid dient verbon den te zijn, ik bedoel de accuratesse, de meest volledige stiptheid. Het schijnt in het particuliere bedrijf voor te komen (daar mijn familie van dc zeventiende eeuw af niets dan Staats-ambtenarcn opleverde, heb ik het niet bij ervaring, maar liet is mij door vrienden verteld) het schijnt, herzeg ik, in het particu lier bedrijf voor te komen, dat daar brieven, missives cn apostilles wordon behandeld, beantwoord cn opgeborgen, zonder dat zij in daarvoor geschikte boe ken worden ingeschreven en voorts naar behooren genummerd. Men mug en kan iemand niet ten kwade duiden, dat hij minder vergevorderd is, dan wij zelf, maar ik wcnsch hier met dankbaarheid en voldoening tc verklaren, dat al dc stukken op dit departement, telken male wanneer zij van de ccne naar de andere afdeeling gaan, worden ingeschreven in klappers en registers, bovendien voor zien van nummers en parafen, zoodat men te allen tijde hun loop nagaan cn elke minuut van den dag ieder stuk vinden kan. Toen ik (UEd. veiguime mij deze persoonlijke herinnering) tot hot ambt dat ik nu bekleed, werd geroepen en dc jongere ambtenaren mij kwamen gelukwenschen, heb ik juist over deze stiptheid en accuratesse een rede tot hen gehouden, waarin ik het volgende be ginsel heb ontwikkeld „ieder stuk be trekking hebbende op den Staat, is een Staatsstuk het is dus noodzakelijk, dat zelfs een briefje van een Staats-schoon- maakster, waarin zij bericht dat zii, ten gevolge van een aanval van bof, ver hinderd is in de zesde afdeeling te ko men schoonmaken, maar aanstaanden Maandag weer hersteld hoopt tc zijn het is dus noodig, dat ook dit briefje, hetwelk ik niet ann l. een Sianreinissv Wedt vóór 'n göed financieel "beheer.! De wethouder van openbare wer ken mae zich niet beschouwen als een vertegenwoordiger van eon politieke partij. (Behoort tot de competentie van den raad en de politieke partijen, heeft niete te maken met het beleid, van B. en W.) Gevraagd wordt hoe B. on W. den ken over het uitvoeren van niet-reai- dabele werken, zooals gas en waterlei ding in wegen waaraan geen huizen staan. (Brandbluaaohing maakt het nodie dat overal in de gemeente wa terleiding ligt; alle ingezetenen moe ten kunnen profiteeren van economi sche en hygiënische voordeelen der gemeente. Bovendien ligt het voor de hand, dat aan die wegen meer ge bouwd zal worden wanneer gas en water aanwezig zijn.) De zaken betreffend© volkshuisves ting worden systematisch naar bene den gedrukt- (Wordt beslist ontkend. De financieele toestand der gemeente dwingt tot voorzichtigheid.) Een lid zou willen, dat de woning- bouwvereenigingein zouden likwidëe- ren om zoodoende de huizen allemaal aan de gemeente te brengen. Er wordt op verschdende manieren ge knoeid. (Liquidatie kan niet plaats vinden zonder den wit der vereeni- gingen. Van knoeierijen is B. en W. niets bekend., feiten moeten worden genoemd). Voor dc nieuwe aiuis zullen 87 wo ningen moeten verdwijnen. Aange drongen wordt biervoor 87 andere te krijgen. (Is reeds in vooraien door een raadsbesluit van 29 Nov. j.l.) Het optreden van den burgemees ter in dc raadsvergaderingen wordt niet goedgekeurd. De burgemeester wil de leden intimideeren. De burge meester schenkt niet genoeg aandacht aan hetgeen door de leden gesproken wordt, houdt onderhand besprekin gen aan de bestuurstafel. De burge meester werkt zich niet genoeg in de stukken in, vraagt, vaak inlichtingen aan den secretaris. Ecu der vorige le den had het vorige jaar den burge meester een pluimpje gegeven, kon dit hu niet doen (Woorden van waar deering laten zioli niet afdwingen. Bij de uitingen of amendementen van den raad is het noodig dat soms veror deningen of wetten worden geraad pleegd. De burgemeester treedt wel eens streng ©d. maar doet dit niet voor z'n plezier, maar om de leiding van den raad niet over te geven aan het lid dat eventueel den grootsten mond Miikt te bevitten Laat dc raad liever terstond Snterpelleeren wanneer men meent, dat het opreden van den burgemeester niet deugt. Intimidatie is allerminst de bedoeling geweeH, 't toepassen van ordemaatregelen kan na waarschuwing plicht worden. Het verwijt va nte weinig homogeniteit in het collego van B. en W. ka nhet col- loge als zoodanig niet treffen, omdat het niet ziehzelf aanstelt, maar de sa menstelling aap den raad is overgela ten. De raad zolf heeft vertegenwoor digers van verschil'ende politieke partijen in het collego gebracht). Allerzielen zou volgens een der plaatselijke bladen in het vervolg ver boden worden. (De burgemeester is niet verantwoordelijk voor berichten in couranten). Voor betere voorbereiding bii zaken van onderwijs wordt een commissie gevraagd. (Er bestaat reeds een com - iniseie van advies.) Sommige leden, willen vertegen woordigers van alle.politieke jxtrtijen in de verschillende comm'éëiën TL e" W. ziin er ook vooi'. De leden moeten bii het stemmen van een lid voor de commission hiermede rekening hou den). Een lid der tweede afdeeling deelde mode. dat een verzoek tof samen werking met B. cn W. door de )>estu- ren van bijzondere scholen door B. en W .niet beantwoord was. (B. en W. doelen mede. dat geen verzoek was ingekomen. Mocht dat komen, dan zal zeker rekening worden gehouden met en gewaardeerd het streven van die besturen om tot bezuiniging bij on derwijs te gerakenL Een dor leden meent, dat de posten van de begrooting niet goed ziin ge raamd. (De posten zijn zoo juist mo gelijk geraamd, er is naar gestreefd, de ramingen zoodanig te maken, dat snppletoire begrOuUngcii niet noodig zijn.) tc noemen, tc allen tijde, zelfs over hon derd jaar, door lien die na ons komen, in dc archieven kan worden tcruggevon- den." Deze toespraak, geheel in de lijn van hei gewichtige beginsel gehouden, liet niet na onder de jongere ambtenaren grooten indruk te maken ik schaam mij niet, te zeggen, dat ik cr zelf dc tranen van in dc oogen had. En juist dit prin cipe van orde en regelmaat, tot het uiter ste doorgevoerd, wordt aan de Regee- ringsbureaux kwalijk genomen. Helaas, 1:1 welken tijd leven wij! Tahijk en ongemotiveerd zijn de be zwaren, die tegen ons in het midden worden gebracht. Zonder twijfel kent gij liet beeld van dc rots in zee, liet stuk steen, dat tc midden van de kokende branding onbeweeglijk blijft staan en telkens zich weer- vertoont, ofschoon de bruisende golven haar overstroomen. Voortreffelijk past dit beekl op dc rust en de kalmte der Regccringsbureaux. Men verwijt ons, dat wij te korten tijd arbeiden cn in dien tijd te weinig af doen. Maar ik vraag u vat i» dc kwaal, waaraan onze maatschappij lijdende is en waaraan zij, zoo cr niet bijtijds ver andering komt, tc gronde zal gaan? Wat anders dan zenuwachtigheid, ge jaagdheid, overspanning? De sanatoria ziin overvol, de rnenschen verdringen elkander op het spreekuur van de zenuw artsen en verwijten ons tegelijkertijd, dat wij niet zpn als nj. lk zou het als ik kon allen willen toeroepen en verzoek juist daarom Uw zoo gewaardeerde hulp en tusschenkoms: „nicnschen. let op ens, bewondert de rust en de kalmte, waarmee wij onzen arbeid verrichten, ziet in ons ccn voorbeeld, waaraan gij allen u behoordet te spiegelen!" Wanneer :k des namiddags te half vier op dc Witte kom, dan is dat geens zins omdat ik verlang naar het partijtje auction bridge, dat ik .-inds jaren gewoon ben, met beproefde vrienden te spelen neen. dit is slechts de buiten kant en daardoor dc minst belangrijke van het vraagstuk. De binnenzijde, het hart van de quaes t ic, bevat ons diep be sef, dat de Staat slechts kan bestaan, wanneer ij zijn ambtenaren van de de partementen, rustig en kalm, dag in .lag uit, zonder ons van ons stuk tc laten brengen, voortschrijden op den weg, dien wit ons hebben afgebakend („neen, bode, ik. blijl niet, maar je kunt mij wel een kop koffie brengen heeft dc Sc- Een der leden meent, dat straatkot- keu niet regelmatig worden schoon gemaakt. Wa-nneer B. en W. vinden, dat het gebruikte model atraatkolk- niet deugt verzoekt dit lid daarvan aan den raad mededeeling te doen. (De putten worden regelmatig schoon gemaakt en bii verstopping direct na gezien. Voorstellen tot wijziging van het systeem van putten komen te zij ner tijd). Een der leden vraagt een ophaal dienst voor de gemeentebelastingen. (Wanneer een beslissing is ingekomen van de Kroon, op de vraag zelf voor. het innen van de belasting te mogen zorgdragen, kan dit vraagstuk onde» oogen worden gezien). Een der leden wena-ht verandering in de verordening op het straatvegen. (Deze verordening is pas herzien. De commissie van voorbereiding van de plaatselijke strafwetgeving zal de be zwaren nog eens onder oogen zien). Een der leden vraagt tot bet aan- kooDen van grond voor sportterreinen over te gaan. (In het nieuwe uitbrei- digsplan ia rekening gehouden met den aanleg van sportterreinen. Als bron van inkomsten zien B. en W. er geen hei' in ze zeff aan te leggen en te ezploiteeren.) Een der leden vraagt een arbeids beurs te IJmuiden. (Hierover wordt gecorrespondeerd met de regeering. Mededeelingen aan den raad kunnen spoedig worden verwacht.) Een der leden vindt het niet goed. dat inkomsten worden geraamd uit be lastingen. die nog niet door den raad ziin goedgekeurd. Prtncipieele uit spraken van den raad zijn niet al tijd goed, omdat de voorlichting on voldoende kan ziin. (Onvoldoende voorlichting wordt beslist ontkend.De raad had de betreffende gemeentebla den kunnen raadplegen. Principieels besluiten hebben groote waarde, om dat bii piet goedkeuren der belasting de tijdroovend© voorbereiding niet hoeft plaats te vinden. AJs zoodanig is het een besparing van werkkrachten m sommige gevallen.) Een der leden begrijpt de strekking en bedoeling van de afdeelmgsverga- deringon niet. Hij meent dat liet de bedoeling is B. en W. gelegenheid te geven een antwoord voor te bereiden. (Inderdaad i» dit do bedoeling. Bij mondelinge behandeling is het plegen van overleg tusechen de leden van het college niet mogelijk, een antwoord kan in zulk een geval niet van B. en W. als college uitgaan, omdat de mee ningen van ieder afzonderlijk niet be kend zijn.) Tot zoover de algemeene beschouwingen. Oni misverstand te voorkomen dient tc worden ojyge- merkt, dat niet alle leden van den rad het optreden van den burgemees ter a/keuren. Het rapport is in zoover re onvolledig, dat het niet het aautal opgeeft. De meerderheid van den raad heeft zich in geen geval in der- gelijken zin uitgesproken. (Red.) BEVERWIJK Het politierapport maakt melding van de aanhouding van A. D., gesignaleerd in het ulg. poli tieblad. Hij had nog f 2 boete te be talen of 2dagen hechtenis to onder gaan. Hij betaalde liever en is weer op vrije voeten gesteld. ProcR-verbaal werd opgemaakt te gen G. K. die ,in strijd met de politi© verordening, op een hondenkar zat. BLOEMENDAAL -Gevonden voorwerpen. Terug to bekomen bij; A. van der Werff, Korte Kleverlaar: 18, Bloenieiidaa.l, ecu paar witte hand cehoenen A d.; Graaf. Kerkplein '2!. Bloemendaal, een R.K. kerkboekje G. Vallenduuk. Kiuheimweg 57, Bloe mendaal, een knipmesje cn potlood houder; F Bremer, Rampenlaan 11, Overveen, een etui met inhoud L. Huig. Jan Gijzenvnart 17a, Velsen. t en gele motorhandst hoen H. J. Ca» see, Kinheimweg 41, Bloemendaal, een rol pakpapierC Möring, Oranje boomstraat 60. Haarlem, een dames horloge aan het bureau van politie te Overveen, een huissleutel. Komen aanloopen bijKrimp, Ram penlaan 14, een doberinann pincher L. Pouwer, Lage Duin en Daalschc- weg 1, een bruine herdershond. cretaris-Generaal naar mij gevraagd? Zeg aan meneer, dat ik een half uur later van de koffie terugkom, omdat ik veel extra tijd aan dit belangrijke Staats stuk heb uiocten besteden.") ik vraag voor de derde maal verschooning, hoog geachte heer Fidclio. dat :k den draad van mijn betoog moet afbreken. Ik mag U niet langer van Uw kost baren tijd berooven en dank U brj voor baat voor de openbaarheid, die U wel zoo vriendelijk zult willen zijn, aan ruija bescheiden pennevrucht te geven. Even wel stel ik op den voorgrond, dat ik cp evcntucclc polemiek, zoo men die mocht willen beginnen, niet kan in gaan. De Deftigheid, waarop ons be staan is gegrondvest, verbiedt zoodanig twistgeschrijf ten eenen' male. Het kan zijn, dat UEd. op de ccne of andere wijze dc verwijdering, die tus- cchen ons, ambtenaren der depm temen ten en de rest van het Nedcriandsche vólk, weliswaar niet door ons toedoen is omstaan, zou willen dichten. Naar mijne overtuiging is dit ccn illusie. Mij is gezegd, dat onze bcg:.;ppen het be<t in het Ncderlanusche volk zouden doordrin gen, wanneer alle Nederlanders ambtc- crr'j werden, maar du is een dwaling, •.vaartegen n>et genoeg kan worden ge waarschuwd. Vooreerst is <lc Staats ambtenaar, der depattementen, «ca veel belangrijker persoonlijkheid dan de an dere Saai--ambtenaren daarbuiten cn kan hij zelfs niet in vergelijking worden r'biacht met provinciale-, gemeente- of andere soort van ambtenaren. En ten tweede moeten er, het weid mij verze kerd; verblinden bestaan, die het voor recht van het ambicnaatschap niet zou den waardceren cn het dus niet waard Met de meeste hoogachting verblijf ik. Hooggeachte lieer Fidclio, Uw dienstvaardige dienaar N. N. Geregistreerd onder No. 327 C., vak F. No. ij?.; L. .Voor kopie conform 11DEL1Ü.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 5