Van onzen reizenden Redacteur Uit de Wereld. GEMENGD. NIEUWS Letteren en Kunst HA&RLEBfl'S DAGBLAD ZATERDAG 31 DECEftt&Ef? 1921 DERDE BLAD (Nieu we reeks.) No. 57 Huize Assisie. Gesticht vOor zwakzinnigen te Udenhout. Hoe snel en onverwachts gaan soms ©nzc gedachten! Het was op den avond ▼an het eerste feest-coucert van Bach. Mevrouw Noordewier had juist„Ach, Jesu, war ich schon bei diil" gezon gen. In stille, ontroerde aandacht had ik neergezeten en geluisterd. De laat ste tonen waren verstorven en terwijl het pub'iek s.aande de zangeres in spontane geestdifch tocjuirh'.c, dacht ik Hoe rij* „n xuuol is toch hel leven! Hoe gelukkig rijn wij, menschen, dat wij deze pure, ie>ne muziek, deze op perste schoonheid mogen genieten! Doch opeens zag ik mij zelf terug in een kleine ziekenzaal. Naast mij stond een broeder van de Franciscaner Orde in zijn bruine pij. Om mij heen, in hun witte bedden, lagen ongelukkige zwakzinnigen, bulpeloozo stakkerds, «lic wezenloos keken naar den Francis caner monnik en mij en niets deden dan ongearticuleerde geluiden uitstoo- len. Ook die ongelukkigcn waren men schen en met onweerstaanbaren drang kwam daar plots in de concertzaal de zelfde vraag in mij op, die mij geen oogeublik bad losgelaten bij mijn be zoek aan den Huize Assisie: „Waarom dit? Waarom dit?" Het was wel een zeer droeve rond gang, die rondgang door het geslicht van zwakzinnigen bij Udenhout. Hier staal men voor het onherstelbare, waar zelfs de grootste liefde en de meest aandoenlijke toewijding geen genezing en redding meer kunnen brengen. In Huize Assisie is het eenigc doelhel bestaan van deze ongelukkige wezens zoo dragelijk mogelijk te maken. Met de grootste vriendelijkheid was ik ontvangen door den broeder-over ste. Vol eenvoud vertelde hij mij van zijn werk en liet leven van opoffering, dat de broeders daar ia hun afzonde ring met de aan de hun zorgen toe vertrouwde patiënten leiden. Het is een kleine wercid op zich zelf, deze Roomsch-Katholieko inrichting met haar eigen watertoren, haar eigen stal len, haar eigen veestapel en haar eigen bouwgronden cn tuinen, een wereld van teedere zorg cn kinderlijke zorge loosheid levens. Want dat is wel de sterkste indruk, dien ik van mijn rond gang door Huize Assisie heb meege nomen, dat al deze patiënten, hoe be klagenswaardig en hulpeloos ook, als zorgelooze kleine kinderen daar leven ouder de hoede van hun verplegers. Onbewust van hun toestand leiden zij daar in Huize Assisie hun primitief be staan, dat men nauwelijks leven kan noemen. Zij kennen geen groote vreug de, maar ook geen groot verdriet, deze zwakzinnigen, zij blijven kinderen in hun denken cn hun doen tot aan hun laatsten dag. „Zijn zij ongelukkig?" zoo vroeg ik mijzelf af, toen ik ze daar,, iong en oud, in de groote zalen onder de va derlijke hoede van hun verplegers zag spelen. De broeder-overste, die mij rond geleidde, meende van niet. Het groote geluk kennen zij niet; wat lief de is, weten zij niet; verlangen, hopen, gelooven, het bestaat voor hen niet. Do schoonheid van het leven zal altijd een gesloten boek voor hen blijven. Maar het groote leed evenzeerl Wat weten zij van wroeging en berouw, van eenzaamheid en dood, van zielepijn en liefdesmart? Zij leven allen als on schuldige kleine kinderen bij het oogenblik. Voor hen bestaat geen gisteren en geen morgen, geen verle den en geen toekomst, zij dragen Goddank! hun ongeluk onbewust. Hoeveel grooter is het leed van hen, die deze hulpelooze, jammerlijke ach terlijkheid dagelijks moeten aanzien bij een wezen, dat hun dierbaar isl Daar om zijn inrichtingen als Huize Assisie tc Udenhout, waar zwakzinnigen wor den opgenomen cn verpleegd, in dub belen zin van zoo waarlijk pliilantro- pischen aard. Van genezen is in Huize Assisie nauwelijks sprake. Dc taak van de Franciscaner broeders gaat niet veel verder dan verzorgen en verplegen. In zoover is de arbeid in zttlk een inrich ting ook veel minder dankbaar dan iD een instituut voor blinden of doof stommen, waar iedere dag voor de pa tiënten een nader komen beteekent tot ongeweten en onvermoede schoonheid. Voor de verpleegden in Huize Assisie is elke dag gelijk; het is het meest pri mitieve bestaan van den vroegen mor gen lot den laten avond, onbegrepen en onbewust. Toen ik de Franciscaner broeders daar werkzaam zag, tusschcn al dezo levende doodcu, toen heb ik wel zeer grooten eerbied gevoeld voor een 200 opofferende levenstaak. Welk een geestkracht en welk een geloof is er voor noodig om zich af te zonderen van de wereld en zulk een bijna bovén- menschelijken plicht met liefde en blij heid eiken dag weer te vervullenI En welk een dank zijn de ouders en de verwanten van al deze ongelukkige pa- ticnteD verschuldigd aan de mannen, die zich met zoo groote toewijding ge ven aan zulk prachtig liefdewerk. 293 zwakzinnigen worden er thans in Huize Assisie verpleegd. Het zijn voor namelijk armlastigen, waarvan de ver- pleegkosten Goo gulden per jaar door de provincies of de gemeenten worden betaald. Zoo hebben de pro vincies Noord- en Zuid-Holland met de irichting te Udenhout contracten ge sloten tot opneming en verpleging van respectievelijk 40 cn 75 patiënten. Er zijn onder deze patiënten kleintjes van a 3 jaar en oude mannetjes van 70, aar hulpbehoevende kinderen zijn ze bijna allen. Voor zoover het mogelijk is, leeren de oudere patiënten een handwerk en het was roerend om te zien met hoe grenzeloozen ijver deze zwakzinnigen hun arbeid voornamelijk matten vlechten en tuinwerk verrichtten. Er waren cr, die zich nauwelijks den tijd gunden even van hun werk op tc die bijna kregelig werden, als men ze stoorde. Rusteloos arbeidden zij al maar door, alsof het leven er van af hing. Anderen echter werden dadelijk afgeleid, kwamen onmiddellijk naai ons de vreemdelingen toe, toon den ons kinderlijk blij, wat zij hadden gemaakt. Het werken 7.00 vertelde mij de toezicht houdende broeder, is voor deze zwakzinnigen geen opoffe ring. Integendeel 1 Zij beschouwen hei als een spel en beginnen er altijd weer 'en opgeruimd en opgewekt aan.* Van eigenlijk onderwijs is op Huize Assisie feitelijk geen sprake. Wel lee- sommigen der patiënten van de broeders wat lezen of schrijven en doen voor zoover dat mogelijk is Communie, maar het meerendeel is niet in staat ecnig onderwijs te vol gen. Toch bestaan er plannen om in de toekomst ook op Huize Assisie een grootcre plaats aan het onderwijs in te ruimen en gediplomeerde onderwij- aan de inrichting te verbinden. Tot nu toe worden zooals de be handelende, vaste geneesheer mij mededeelde, te Udenhout voornamelijk 3 categorieën van zwakzinnigen ver pleegd cn wel de absoluut idioten, de imbecielen en de debielen. Bij de eerste twee categorieën is alle onder wijs zoo goed als uitgesloten. Den debielen dat zijn zij, die in hun ont wikkeling op een zekere hoogte zijn blijven staan is dikwijls nog wel iets bij te brengen. Opmerkelijk is het echter, dat hun ontwikkeling door gaans absoluut eenzijdig is, zoodat het soms wel mogelijk is bun bijvoorbeeld lezen te leeren, terwijl zij toch niet in staat blijken te zijn te leeren schrij ven. Dc debielen zijn ook de eenigen, die nog wel eens in de maatschappij terugkeeren bij de anderen is dat zoo goed als uitgesloten. Wat echter in Udenhout ontbreekt, is een afdeeling voor achterlijken, zooals de inrichting Emmaus is te Ermel-o. Volgens den geneesheer van Huize Assisie bestaat een zoodanige inrichting voor Katholieken in Neder land nog niet en het is daarom het plan om in dezen zin uitbreiding te ge ven aan het Huis Assisie, opdat ook deze achterlijken die dus geestelijk meer ontwikkeld zijn dan de andere categorieën te Udenhout verpleging en misschien genezing kunnen vinden. Op mij'n vraag, of de duurdere tijden deze philantropische inrichting ook moeilijkheden hadden gebracht, kreeg ik ten antwoord, dat de financiëele toe stand van Huize Assisie geen zorgen baarde. „Ondanks de betrekkelijk lage ver- pleegkosten" zoo zei mij de broe der-overste, „kunnen wij toekomen. U moet niet vergeten, dat hier op Huize Assissie alles louter liefdewerk is. An dere gestichten hebben verplegers, die door de hoogere loonen ook duurder betaald moeten worden. En daarbij komt dan nog dc acht-urige werkdag, waardoor meer personeel moet worden Hier, in onze inrichting, hebben allen hun taak vrijwillig op zich genomen. Het is onze plicht en onze roeping. Loon van de menschen verlangen wij niet. Wat zouden wij trouwens meer verlangen? Wij zijn hier immers allen gelukkig 1" Eenvoudig, zonder emphase zei hij me dit. Toen ik even later door het mooie, tonige Brabantscke landschap reed, het lachende leven weer tege moet, toen zag ik in mijn gedachten al die stoere mannen in hun bruine pijen tusschen al die onnoozele groote cn kleine kindcien. Ik stelde mij v- hoe dat leven moest zijn, dag in dag uit. En telkens moest ik denken die woorden van een broeder-overste „Wij zijn hier immers allen gelukkig!' J. B. SCHUIL, VERHALEN UIT DE MIDDELEEUWEN. VAN DEN VOS REIN AERO E. Tibert te Maupertuis. Op de muizenjacht. Reinaert voor de derde maal gedaagd. Zijn schuldbekentenis. Hoe hij zijn berouw toonde. Aankomst ten hove. Teberts angst vermeerderde nog. toen hij aan zijn linkerhand St. Mar tins vogel (de kraai) zag voorbijvlie gen, hoewel hij haar verzocht had, by wyze van gunstig voorteoken, langs zijn rechterhand haar weg te nemen. Toch hield hij zich flink cn liet niets van zijn angst merken. To Maupertuis gekomen, vond hij Reinaert, die in overmoedige houding den nieuwen bodo ontving. Deze groette Reinaert beleefd on deelde hem mee> dat de Ko ning hem op verbeurte van zijn leven gebood onmiddellijk mee te komen ten hove. Reinaert groette hem hoffelijk te rug, (wat kostten hem schocne woor den?) en noodigdc hem uit den nacht in zijn kasteel door te brengen. „Onder al mijn bloedverwanten.' sprak hij verder, „is er niemand, in wien ik meer vertrouwen stel dan in U. Bruin, die vraat, is ook hier geko men, maur die leek ine joo wreed cn sterk, dat ik voor geen geld den weg met hem had durven aanvaarden. Met u durf ik dat wel; laten we dus mor gen gaan mot het aanbreken van den dag." Na eenigen tegenstand begon Tibert, die liever dadelijk gegaan was, te wankelen. Maar wat zouden we eten, Rei naert, als ik bleef, vroeg bij. Daarmee zit ik wel wat in <fo ar. liet is een kwade tijd, wat dat betreft. Ik zou u een stuk honingraat kunnen aanbieden houdt u daarvan Neen, hcelcmaal niet. Heb je niets anders in huis? Mot een vette uis zou ik meer dan tevreden zijn. Een vette muis, Tibert? Ik weet hier in de nabijheid een schuur, waar ze bij karrevrachten te vinden zijn. Ik hoorde laatst den eigenaar klagen, dat ze hem zijn huis uitdreven. Wil je mui- hebben Of ik die wil? Zwijg daarvan, Rei naertAls je me brengt waar muizen zijn, kan je op mijn vriendschap re kenen, al had je inijn geheele familie gedood. Als dat zoo is, kom dan maar eeen laten we dadelijk gaan. Nu had Reinaert den vorigen dag in de schuur ingebroken cn een vetten haan geroofd. Martinet, de zoon van den eigenaar, had bij het gat een strik gezet om den inbreker te vangen, als hij terug mocht komen. Dit wist Rei naert, en toen zij bij do schuur geko men waren, zei hij tot Tibert: Beste neef, kruip in dit gat. Hoor je, hoe dc muizen piepen?" Na eenige aarzeling sprong Tibert naar binnen, maar op hetzelfde oogen blik voelde hij de strik om zijn hals hij wilde wegloopen, maar werkte ei zich slechts te vaster in. Hij begon jammerlijk te schreeuwen, zoodat Rei naert het buiten hoorde. Vind je ze lekker, de muizen? en yet? spotte hij. Als Martinet wist, dat je zoo heerlijk zat te smullen van dit wildbraad, hij zou je een smakelijke saus daartoe bereidenhet is zoo'n beleefde jongen, d>e Martinet. Maar Tibert. je zingt hoe langer hoe mooier Doen ze dat allera&dl zoo ten liove Eén ding is jammer: Isengrijn, die ge- meene dief, die moordenaar, moest bij je zijn cn evenveel pleizier hebb m als jij Tibert intusschen gilde zoo luid, dat Martinet ontwaakte. Deze wekte het geheele gezin, vader, moeder en de kinderen, en Tibert werd deerlijk toe getakeld. Eindelijk gelukte het hem den strik door te bijten en te ontko men, maar met verlies van een oog. Met liet aanbreken van den dag kwam Tibert terug bij den koning. Deze riep zijn baronnen op om te be raadslagen, wat hem nu te doen stond. Grimbert de das, do zoon van Rei naert» broeder, eischte voor zijn oom het recht op van iederen vrijen man om driemaal voor het gerecht gedaagd te worden, voordat men hem mocht ver- oordeelen. Maar, wie zal hem dagen, sprak d° koning. Wie is hier, die zijn oog of zijn wangen op het spel zou willen zet ten tegen dit felle creatuur? Sire, als gij het gebiedt, zal ik het stuk bestaaD, antwoordde hij. De koning gaf zijn toestemming, en Grimbert trok naar Maupertuis. Daar vond hij Reinaert en vrouw Ermelijn met hun welpjes. Hij groette zijn oom en zijn moei en daarna deed hij zijn boodschap. Dit is, zei hij, do derde maal dat gij gedaagd wordt. Komt gij nu niet mee, dan wordt over drie dagen uw kasteel bestormd en niet alleen gij zelf, maar ook uw vrouw en kinderen zul'en od smadelijke wijze het leven verlie zen. Ik raad u duskom met mij ten hove, het is niet do eerste maal, dat gij groote gevaren to boven gekomen ijt; ook ditmaal is liet best moge lijk, dat gij in veiligheid en met *8 koniugs goedvinden het hof weer verlaat. Reinaert zag in, dat zijn neef ge lijk had. Hij nam hartelijk cn hoffe lijk afscheid van vrouwe Hermelijn, beval haar de zorg aan voor zijn twee zonen Reinaerdijn met de aan komende snorharen over „sijo muul- kijn overal", en Rosseel, ,.den sco- nen dief.'. Diep bedroefd en bezorgd bleef vrouwe Hermelijn met haar kin deren achter. Toen Reinaert met zijn neef op oe heide kwam. sprak hij: Welbeminde neef Grimbert, mijn vrees is groot. Ik wensch mijn vele misdaden te belijden en daar er geen geestelijke in de nabijheid is, zal ik mijn bekentenis afleggen aan u. Dat is goed, oom, antwoordde Grimbert; maar dan moet gij beginnen met te beloven, dat gij u nooit meer zult schuldig maken aan diefstal of roof, anders baat het geen zier. Dat weet ik. Hoor mij dus aan. 1 nu volgde het verhaal van zijn velerlei wandaden. Ik heb misdaan te gen alle dieren, die nu leven," zei hij. Verder vertelde hij van de vele stre ken, die hij had uitgehaald tegen zijn oom Bruun, tegen Tibert en Cante- cleer en Isengrijn, en toonde diep berouw. Grimbert was een wijs man. Hij ried zijn oom, voortaan braaf en vroom te leven en deed hem zweren, dat hij geen roof oC diefstal meer zou be gaan. Daarop trokken zij verder. Nu stond een eind buiten den weg, dien zij gingen en die naar 's konings hof lcid- lc, een schuur met een menigte hoen ders. Dat wist Reinaert, „die felle creature", en hij zei Langs dezen weg komen wij niet ten hove. Zoo lokte hij zijn neef met zich mee, tn den weg af, en langs d eschuur. Daarbuiten liepen vele boenders naar voedsel te zoeken en op eenigen af stand van de andere liep een jonge, e baan. Mei één sprong was Rei- rt bij hem, zoodal de vceren er af stoven. Grimbert verweet hem ernstig en verontwaardigd deze nieuwe w: daad en herinnerde hem zijn belofte. Gij hebt gelijk, zei Reinaert, schijnbaar deemoedig. Ik had het ver gelen. En zij trokken verder over een smal le brug, maar telkens en telkens keek Reinaert om naar de hoenders kon bet niet laten .En dat duurde zoo voort tot zij weer op den grooten weg terug waren en Reinaert dc hoenders niet meer kon zien. Toen zij 'ikoniogs hof begonnen tc naderen, werd Reinserts komst be kend cn alle dieren maakten zich ge reed om als klager tegen hem op te treden. Ondanks zijn innerlijke angst "nam Reinaert een houding aan, zoo onvervaard en fier, alsof hij 's konings zoon was en zich niets te verwijten had; en stoutmoedig trad hij voor den ko ning. In een volgend artikel zullen we zit hoe het hem ten hovc ging. Oplossing van do puzzlo uit het vorig Zaterdagavondblad. Dc lezer herinnert zich wellicht deze puzzle. Ze kwam hierop neer. De oud ste broer zegt tot den jongsteik ben tweemaal zoo oud als jij was, toen ik zou oud was als jij nu bent. De jongste antwoordtAls ik zoo oud ben als jij u bent, zijn we samen 99 jaar. Ge raagd wordthoe oud waren de broers toen ze zoo praatten? Uit hetgeen de oudste zegt, blijkt, dat als men van zijn leeftijd aftrekt het dubbele verschil van beider leeftijd, zijn halve leeftijd overblijftmet an dere woorden, dat de geheele leeftijd den oudste gelijk is aan 4 maal hef verschil der twee leeftijden. Die van den jongsten is dus 3 maal dat ver schil. Uit hetgeen dc jongste zegt, blijkt, dat als zijn leeftijd 4 maal het verschil bedraagt (en dus die van den oudsten 3 maal dat verschil) zij samen zullen zijn 99 jaar. Hieruit volgt dat 1 maal het verschil gelijk is aan 11 jaar. Zij waren dus 4 maal n en 3 maal jaar, of 44 cn 33. P8rs-UverzlcM STAATKUND1CE BRIEVEN. Mr. b. vuu Hu ulo» is weder oen. nieuwe reeks zijnet' „Staatkundige Brieven begonnen. 1-Iij handelt in den eersten dv/.>.r over de Grondwetsher ziening, die nu aanhangig is en doet een beroep op de leden der Eerste Kamer om deze herzieningsvo rstellen te varwropen, omdat ze, zouals hij te kennen geeft, in de po f i die de Eerste Kamer is over Staatsrecht in neemt, een ni.et gown scute waardee- ring brengen. Hij schrijft -verder: Groot genoegen zal zeker aan de meerderheid der bevolking doen, in dien daardoor de schadeloosstelling voor de leden der Tweede Kamer blijft gelijk zij is. Cher dtze verhoo- giug van uitgaaf bij cl.n tegen woord i- gen stand dar schatkist zo.i een refe rendum wel een voor de heeren ongun stig resultaat geven. Het voorstel, dat ubetreffende deze schadeloosstelling voor de Eerste Ka mer ligt, is indredaad onoprecht- De leden der Tweede Kamer heeten ook voortaan slechts een schadeloosstel ling te krijgen, terwijl zij zoo goed als allen daarvan een grooter of klei ner bedrag als Inkomen kunnen be schouwen en onder het begrip scha deloosstelling toch wel kwalijk pen sioen en nc^ niindor de bij het voor stel mogelijk gemaakte pensioenen voor weduwen en weezeo kunnen wor den begrepen. Mot eon bij een oud-hoogleeraar ln de reohtsgeleerdlioid kwalijk begrij pelijke naïveteit motiveert Visser van Llzendoorn (Hnad. p. 8t>4) zijn stem dezer voege. „Ik kan mij zeer goed met het voor stel van de Regeering veerenigen, om dat het geeft een betere bezoldiging voor de werkzaamheden mi tevens een bezoldiging zoo laag dat niemand met eenigen grond kan beweren, dat hij door hiervoor te stemmen iets onbe hoorlijks doet". Tniuvm was er een schadeloosstel ling vast te Stellen «n was dit woord hier gekozen om te doen uitkomen, dat de betrekking onbezoldigd zou zijn. Hij en wie hit met hem eens wa ren, hadden tenminste moeten voor stellen ook die qualificatie te veran deren. Het beihoud van den naam van scha deloosstelling kan ook van invloed zijn bij de heffing der inkomstenbe lasting. Wordt thans hier belasting geheven van 'I geen een Kamerlid van zijn f 3000, na aftrek der voor hen aan de waarneming verbonden uitgaven overhoudt? Of wordt die som wegens haar wettelijke qualifi catie bij de bepaling van het inkomen geheel buiten aanmerking gelaten? fn htt laatste geval hebben onze re genten, die toch stellig bedoelen hun inkomen met f 2000 en dat van hun President met f 7000 te verhoogen, door het behoud van een onjuisten naam zich tevens vrijdom van inkom stenbelasting verzekerd. 't Schijnt mij, ook wegens de hier bij betrokken heginselquaestie de moeite waard, dat omirent dit punt zekerheid worde verkregen. DE 80C.-DEM, EN R.-K, Onder het ofsclirift „Compagnon gevraagd", schrijft de Rotter dammer: Wie niet wat overgespaard geld zich in zakfcn wil begeven, kan in sommi ge bladen dagelijks advertenties uit knippen, waarin oen deelgenoot ge vraagd wordt in e;n prima solide handels- an induatrieele onderne ming. Voorzichtigheid is echter geraden! Bij onderzoek van antecedenten en vooruitzichten blijkt niet zelden, dat men met een verlootte zaak te doem heeft of met een min of meer fantas- tisohen uitvinder, die gouden bergen belooft en er aan gelooft, maar alleen teleurstelling zal brengen. Aan zoo'n odnoitenlie: „compag non gevraagd" doet het besluit van het sociaal-democratische congres den ken, waarin de S. I). A. P. zich als gegadigde aanbiedt voor de positie van regeer ingspartij. De eonc handelszaak is met ee" sma delijk bankroet geëindigd; zon nu niet een compagnon met wat geld te vin den zi.in, om liet smvm te probeeren met een nieuw bedrijf? Na het faillissement van den revi_ lutiewinkel schijnt het bete* maar weer in consiitutioneele politiek te gaan dooi. Wiu waagt zich er aan met zulk een vennoot?" Het Centr i.-m betoogt, dat het doel van do S. D. A. P. is om de ka tholieke arbeiders en de democraten onder de roode banier te brengen en voor den aucianl-deiiiocraltschen zege wagen te spannen en zegt dan verder: „Er is niet veel kans op en de so cialistische woordvoerders luchtten dan ook bij de jongste Kamer-debat ten hun ontstommin-- en ergernis te genover do katholiek; afgevaardig den, speciaal diegenen, welke uit ar- beïderskringeu zijn voortgekomen. Het 'verschijnsel is niet nieuw en het bewijst telkens weer, hoezo r d prin- cipïeele tegenstel'ingen blijven be staan en d?> politieke etrijd niet tot een klassenstrijd kon worden terug gebracht. Onder dez» omstandigheid is een 1 rede als die van mr. Troe'slra niet meer dan een slag in de lucht HET LEVEN TE MOSKOU. De b ij zonderee correspondent van de „Daily Chronicle" te Moskou schrijft: De straatmarkten, die bij de hervatting van den particulieren ban de,, weer gehouden worden, geven eenig inzitint in het leven van het Russische volk. Voor de ineenstorting werden zij bijna uitsluitend bezocht door menschen uit de lagere klassen en vertoonden zij de luidruchtige too- neelen van -oven en bieden op inder daad Oostersche wijze. Een haastige blik zou nog dienzelf den indruk teweegbrengen. Tusschen de in de modder opgeslagen kraam- jes, die soms in rijen staan van een halve mijl lengte dringt en worstelt een menigte, groolcndeels gekleed in gelapte lange kleed en zonder mouwen of vuile schaapsvellen, de been en in lompen gewikkeld en sloffen van boomschors. Dit zijn de koopers, die druk gesti culeer end onderhandelen over den koop van brood, groenten, eieren en boter. Na vier jaren onderdrukking van hun natuurlijk instinct zijn zij tot hun oude gewoonten teruggekeerd als kinderen, die uit het schoollokaal op de speelplaats konxn. F^rst bij de koopers bespeurt men iets van de uitwerking der verschrik kelijke revollutie onder de andere klassen van het Russische volk. De wereld heeft bijna, tot vervelens toe gelioord van de ellende en den kom mer van groothertoginnen, die onder benarde omstandigheden in balling schap leven en va» groothertogen die als huurlingen dienst doen iin vreemde legers. Men heeft den indruk gekregen, dat de leden der „betere kringen", die de revolutie hebben overleefd, uit het land gevlucht zijn en dat Rusland een land is van „soldaten, matrozen, ar beiders en boeren". Maar de buiten wereld heeft slechts zeer weinig ver nomen over het lot van de tienduizen den anderen, die in Rusland zijn ge bleven, toen het feit dat men niet tot een van bovengenoemde categorieën behoorde, zoo niet een misdaad dan looh een ernstige onvoorzichtigheid was de lagere aristocratie, de men schen, die een vrij beroep uitoeenden en de winkeliers. De tweede van deze drie klassen werd „gecotmnuniseerd", d-w.z. dal doktoren en advocaten rechtstreeks voor den staat moesten werken en in ruil hiervoor voedsel en kleeding kregen. Ook vele winkeliers traden in dienst der sovjets en werden te werk gesteld bij de administratie en de distributie. En de anderen? „Ga morgen naar een van de mark ten" zeide mij een vriend, die Rus land door een langdurig verblijf kent. „Daar zult ge de balve aristocratie va nMoskou zien" en hij noemde ver schillende namen op, waarvan som mige in het buitenland goed bekend zijn. Ik ging er heen en ik vond er ge makkelijk wat ik zocht. Op den hoek van oen straat stoud een lange rij vrouwen, die opvielen door haar ver sleten en gescheurde kleeding. Men kon echter zien, dat haar kleeren van andere stof en ook van ander maaksel waren, dan die der boerenbevolking. Eén blik was voldoende om mij er van te overtuigen, dat dit de lieden waren waarop mijn vriend had ge doeld. Zij verschillen evenwel van hun boersche zusters, als een blanke van een neg6r Alle leeftijden waren ver tegenwoordigd; ik zag meisjes van twintig, evenzeer als oude vrouwen van zeventig, doch op aller gezichten, jong of oud, las ik de sporen van lichamelijk en geestelijk lijden. Ik meende te zien, dat zij zich schaam den. Toen ik echter naderbij kwam en een der dames aansprak, kwam ik tut de ontdekking, dat het meer een gevoel van vrees was dan van schaamte en biina iedere poging, om iets omtrent haar verteden te vernemen, bleef dan ook vrijwel vruchteloos. Een van haar, die een kleinen on ooglijke» bontkraag te koop aanbood, vertelde mij na «enige aorzeldng, dat zij de vrouw was van een tsaristisch generaal, doch meer Met zij niet los. Het was echter met moeilijk te gissen, welk een diepe tragedie achter dit doffe zwijgen verborgen was. Aan het einde der droeve rij stond een meisje, dat opviel door haar knap en be schaafd uiterlijk. Toen zij echter be merkte, dat onze oogesi op haar ge vestigd waren, sloeg zij haastig den hoogen kraag van haar mantel ot>, goodat wij zoo goed als niets meer va mihaar gezicht konden zien, behalve angstig om zich hoon ziende oogien. DE SPÖO RWECSTAKIN C IN UITSCHLANO. Woensdagnacht heeft liet hoofdbe stuur van den Duitechen bond van spoorwegpersoneel toesloten, de sta king in versterkten vorm te procla- meeren voor de districten Keulen, Es sen en Eberfeld. Dit besluit is echter voorwaardelijk genomen voor hei ge val de i-ogeering niet toegeeft. En nu heeft de regeering weliswaar bekend Laten maken, dat zdj niet toegeven kón. maar het feit, dat tot dusver de aangekondigde proclamatie niet is uit gevaardigd. wijst er op, dat de spoor- wegmannen nog Diet wanhopen aan de mogelijkheid van ee schikking. Eto van rcgceringswege heeft men. naar aangenomen mag worden, den band ook nog niet geheel willen doorsnij den. Tc groote belangen staan toch op hei spelDuitechland verkeert zco meldt het N. v. d. D. op dit oogen blik waarlijk niet in een positie om zoo ernstige verliezen te lijdetn als het gevolg zouden zijn van een scherp conflictverliezen, die zeker in de honderden miUioenen zouden loopen, indien de staking algemeen werd en eenigszins lang duurde. 'Intusschen wordt er, zij het zonder officieels proc'amatie, al heel wat ge staakt. Do berichten daarover komen vooral uit westelijk Duitsclilandel- Iers schijnt dc stemming nog meest voor aan het werk blijven tc zijn. Die. toestand wordt natuurlijk ingewikkel der door de bezetting van den linker- Rijnoever, waar de Entente in eik- geval zal trachten te zorgen voor in standhouding van het groote verkeer. De gedelegeerde van de stakers, die met de intergea 11 ieerde comraiseie in het bezette gebied hebben onderhan deld, hebben van deze de toezegging gekregen, dat zii niet zal ingrijpen, als de transporten voor de Geallieerden maar niet worden belemmerd. In nadere telegrammen lezen we nog Aan de staking nemen tot dusver slechts arbeider» deelde centrale lei ding der vakvereenigingen van Duit- sehe spoorwerkera en de staats-eeëm- ployeerden weigeren mee te doen. In een vergadering der arbeiders van de spoorwegwerkplaatsen te Dres den is besloten, vooreerst niet tot sta king over te gaan, nadat ook de lei dersder vakvereenigingen zich daarte gen verklaard hadden. In het snoorwegdistrct Keulen heb ben zich slechts weinig spoorwegar beiders bii de wilde staking aangeslo ten. Ook in Esecn zijn tot nu toe nog geen stakingsbewegingen te banier ken. Aan de Telegraaf wordt nog ge meld In een door de christelijke organi satie uitgevaardgde proclamatie wordt gezegd, dat de Duitsche lwnd van spoorwegarbeiders door middel van een Putsch beproeft, dat geheele spoor wegverkeer stop te zetten, zonder re kening te houden niet dc gevaren, welke het Duitschc rijk bedreigen, terwijl zii vooral in hot bezette gebied een verderfelijke agitatie veroorza ken. Alle vakvcreenigHigspriniciix'9, aldus de proclamatie, worden losgela ten de centrale onderhandelingen te Berliin worden niet afgewacht met de andere organisaties van het spoor wegpersoneel wordt geen overleg ge pleegd Onder de huidige omstandig heden hebben communistische ele menten dc leiding van den bond in handen. De proclamatie eindigt met dc ver klaring. dat de christcüiken zich niet bii den Duitechen bond van spoorweg arbeiders zullen aansluiten. Niettemin zii» reeds hedenmorgen berichten over een uitbreiding der staking ontvangen uit Neus. Buren, Bon en Troisdorf. In de aangrenzende dr.strieten worden in verband met de gtaking geen goederen ter verzending aangenomen. De directeur van het district Elber- feld heeft reeds melding gemaakt van sabotage gevallen bii de spoorwegen. Br ziin eenige afdeelingen veiligheids politie aangekomen die de lijnen zul len bewaken. De Technische Nothilfc zal dienst verrichten op de emplace menten. DE SOCIALISTISCHE PARTIJEN IN DUITSCHLA NO De Duitsche Rijksdagpresident Loebe heeft i.n het Breslauer orga.ii.ii der sociaal-demo craten een pleidooi gehouden voor da vereeniging der beide sociaal-demo cratische partijen. STAKING IN DE WITBANK-MIJ- NEN IN ZUID AFRIKA De mijn werkers van het Witbankbékkeai beto nen zich met 177 tegen 58 stemmen ten gunste eener staking uitgesproken, in verband met de loonsverlaging van vijf shilling per ploeg, welke deze» dagen van kracht zal worden. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. „Avieultura" gec-ft een Ornithopiliiïa* nummer, dat voor ren groot deel gcwjj-3 1» aar de internationale tentoonstelling die „Ornitbophilia" ter viering van liaar 25- jarig jubileum houdt. Men vindt in dit nummer portretten van bestuursleden van de club en verscheidene kieken, be nevens artikelen met historische bijzon derheden aangaande de club. De verschil lende andere rubrieken en dit voor pluim- veeliefhebbors steeds belangwekkend pe riodiek zjjii ook weder rijlc ge-illnstreerd, Van „Florulii'' verscheen een spe ciaal tuiuarehitoctton nummer met enn plaat in kleurendruk van een mnurbeplan- ting. Verscheideue ponteokeningen, <lie laten zien welke mooie offerten kunnen worden verkregen bjj een oordeelkundigen tuinaanleg verbnogon de waarde van dit nummer. Van Cecrtrnida Cnrelsen is op genomen een bydrage over planteiigroe* peering. Voorts vele artikelen over onder scheidene onderworpen, waaruit veel to leeren valt voor don vakman, maar ook voot den liefhebber van tuinieren. In „ïndiö" weder eenigo bijzon derheden omtrent dr.n onbekenden stam der Oeriugoop in Centraal Nieuw-Guinea van J. Joogejans met eenige afbeeldin gen cn een vervolg van het artikel: Do competentie van deu Gouverueincnts- rechter in Ned.-Iudiè. In „Ilou Zee" een vervolg van do herinneringen aan dacoba van Beic/eii, van de omzwervingen in Mexico en van het verhaal: Het vreemde land. V'au J. Stamperius een bijdrage: ï>c helden ou/er kust. - Van „do Vlinder" weder oen Imj- langwekkond nummer. Het geeft een por tret met bijschrift van de zangeres Ma- T"nsCarlofortL Don een schets: £na iiotige Kerstdag; een bjjdrago van Max van Wcsel over cabaret te Berl-jn behalve een paar novellen de gewone rubrieken: De pohtieke heksenketel en Damespraatje. Tjebbo Franken, de arts literator, geeft in lijn steeds lezenswaar dige rubriek: „Boliklmiek des levens'-' weder een aardig schetsje. M. schrijft over Anatole France, wiens portret me is is opgenomen. ln „den Guldon Winckcl" een be schouwing van Nus Rost over het werk van Cb. L. Philippe „Uubu de Montpar- nases. naar aanleiding van dc Ned. ver taling van Gerard van Eekeren. Franz de Backer schrijft over G. Bernard Shaw 's Bjjbel. Voorts ook in dit periodiek <---u artikel gewijd aan Anatole Franco. „Ecu "Winckelbcdioudo(bekend pseudoniem) sehrjjft over Flaubert en Dostojefski ,-n Nederland. Vorder do gewone rubrieken. In do rubriek Boekenschouw" een bij drage van Van E. naar aanleiding va# idc uitgave van Verwcy-'a „Proza".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 9