Buitenlandsefi Öwiïcfit DE BOTSING BIJ DE FRANSCHE EN BRITSOHE BELANGEN. EISCHEN DE FRANSCHEN TE WASHINGTON VEEL /tfUIKBOOTEN OM GEWAPEND TE ZIJN IN EÉN EVENTUEELEN OORLOQ MET ENGELAND? DUIKBOOTEN BOUWEN OF SCHULDEN BETALEN? FRANKRIJK WIL NIET, DAT ENGELAND ALLEEN DE ROL VAN ARBITER INZAKE CONFLICTEN MET D U ITS CH LAND VERVULT, Het spant tussohon En geland en Frankrijk in deze dagen. Allereerst komen er heel wat haken en oogcn in verband met de duikboot- quaesiie op de conferentie te Washing- ton- i Wil Frankrijk niet van zijn duikboot- eischen afzien, omdat het zich wapenen •wil als er eens een oorlog met Enge land zou komen? Hei wordt gemompeld. Nu is er zelfs al in de conferentie te Washington over gesproken. Volgens niet-officieele berichten heeft Lord Lee in de zitting der mari tieme commissie uit een Fransch tijd schrift een artikel voorgelezen van ka pitein Castes, officier van den Fran- schen marinestaf, waarin deze ver, klaart dat het eenige wapen, hetwelk Frankrijk bezit om zijn kusten te ver dedigen en in geval van oorlog de Britsche marine aan te vallen cn te vernietigen, de duikboot is. Admiraal De Bon en Sarraut, de Fransche gedelegeerden, loochenden onmiddellijk, dat dit denkbeeld do mce- ning van den Franschen marinestaf zou ferentie maakt men de opmerking, dat, om de beteekenis te begrijpen, die de openbare meening in Frankrijk aan het duikboot-vraagstuk schenkt, er aanleiding bestaat te bedenken, dat de lengte van de kust, die er verdedigd moet worden voor Frankrijk en zijn ko loniën 24.000 kilometers is.- De Vereenigde Staten van Amerika hebben, met inbegrip van Alaska, slechts 1S.000 K.M. kust te verdedi gen en Italië, dat men te Washington met frankrijk gelijk had willen stellen, heeft met zijn koloniën slechts 8500 K.M. kust. Er is al gezegd laat Frankrijk geen -kapitalen aan duikbootea uitgeven, maar zijn schuld betalen. Gedurende het debat over de mari tieme quaestie zeide Sarraut dat den Franschen te verstaan is gegeven, dat tij goed zouden doen hun schulden te betalen. Sarraut merkte op Wij gevoe len geen schaamte voor deze schulden, en beschouwen ze met trots, gelijk een gewonde man zijn lidteekens. (Opgemerkt zij h\gjr dat de Fransche schuld 300 milliard francs bedraagt). Wat den verderen arbeid van de conferentie te Washington. Jjetreft, wordt nog gemeld: Do gedelegeerden -van vijf groote •mogendheden, die in vlootcommissie zitting hebben, hechtten allen hun de finitieve goedkeuring aan het Arno rilcaauscho voorstel, waarbij do totale ■ton n oma at voor de schepen ten be hoeve van het vliegtuigtransport wordt gesteld op 135.00 ton voor Ame rika en Engeland, 81.000 ton voor Ja pan en 60.000 ton voor Italië en Frank fijlc. Dit voorstel houdit ook in, dat öe maximale toixnenmaat per schip wordt gesteld op 27.000 ton, terwijl het kalibrr der op deze schepen ge monteerde kanonnen niet zwaarder mag zijn dan 8 inch» Voorts heohtte ook Japan zijn goed keuring aan de reeds door Amerika en Engeland aanvaarde resolutie om de tonnenmaat van lichte kruisers en andere hulpschepen te beperken tot ÏO.OOO ton per schip, terwijl het kali ber van het geschut hoogstens 8 inch mag zijn. Nu do conferentie te Cannes eerstdaags zal beginnen, blijkt dat ook daar de Fransche en Engelsche belan gen met elkaar botsen. ïu het „Journal" wijst de oud-mi nister van Oorlog van Frankrijk Le- fèvre de aan Lloyd George toegeschre. ven plannen betreffende een uitweg uit de moeilijkheden af en waar schuwt Engeland dat er grenzen zijn aan Framkrijk's toegeven. Lefóvro haalt een passage aan uit de „Obser ver", het blad, dat met den Engel- 'schen premier in verbinding staat, waarin gezegd wordt: „Wij moeten, een nieuwe poging doen om Frankrijk voor onze zaak te ■winnen. De politieke positie van Briand is even zwak als die van Lloyd George eteck is: daarom aarzelt de Fransche pramier om groote conces sies te doen waartoe hij persoonlijk wel genegen zou zijn. Engeland moet zijn breed-opgeaette politiek tenkoste van alles doorzetten". Soit, zegt Lefevu-e, maar dan zal En geland daarin alleen staan. Indien, de Engelsche voorstellen ten doel hebben ons te doen afzien van onae rechten of afstand te laten doen van onze waarborgen, zullen wij ongevoelig blijven voor alle Engelsche pogingen, zelfs voor het aanbod van een Engel schen waarborg tegen een Duitschen aanval en de vorming van een neu trale zone, die toch vooral tot gevolg, zoo al niet tot doel, heeft ons van den Rijn weg te werken. Drie jaar geleden had Engeland, Frankrijk een militairen waarborg kunnen geven; het heeft toen gebruik genreakt van de weigering der Ameri kanen om hun voorbeeld te volgen. Thans beteekent die militaire waar borg, hoe belangrijk ook, niet meer zooveel als in 1914. Immers die mili taire hulp zou zich pas doen gevoe len in de vierde of vijfde maand. En daarop kunnen Frankrijk, België, Po len en Tsjeoho-SJowakije hun veilig heid niet steunen. Zij zijn verplicht lie zélf te waarborgen In afwach ting van de Engelsche hulp. Br is geen enkele grond voor de rol van arbiter, zoo besluit Lefóvre, welke Engelaxud zoo gaarne op zioh zou ne men in de neutrale Rijnzone, tusschen Duitsehland en Frankrijk. Dit zou de verwezenlijking zijn van een oud droombeeld: Engeland de weegschaal houdende tusschen twee gelijke krach ten op het continent. Maar daartoe behoeft Frankrijk zich niet te leenen. B'eter is de „Observer" te waarschu wen, dat men zich daar vargist, in dien het rekent op onze onderwerping, waarvoor zijn niet 1300.000 Franschen in den dood gegaan bij de verdediging van do vrijheid dor wereld, die van Engeland in het bijzonder. Wat de economische conferentie te Parijs betreft wordt gemeld: De economische conferentie heeft in beginsel vorm en werking vastgesteld van een internationaal consortium, welks oprichting zij voorstelt voor het herstel van het intern ationaal crediet in Europa. Dit lichaam gevormd door particuliere actie, zou o.i. tot taak hebben de behartiging -van de quaestie deur water- en spoorwegen in d© nieu we staten, die niet beschikken over behoorlijke verbiindingswegiein; het, consortium zou de beschikking moe ten krijgen over een kapitajal van 20 millioen p. st., verdeeld over Enge land, Frankrijk, Italië, Amerika en Duitscliland, waarbij ziloh met lager bijdragen zouden voegen België en Nederland. Het ontworpen consortium zou ver tegenwoordigende instellingen kunnen vestigen in landen, waar de commer cieels toestand te wonschen laat en zou verder deelneming kunnen aan vaarden in waren in plaats van in deviser, van landen, waar het geld zeer gedeprecieerd is. Varsproid nieuwe DE SPOORWEGSTAKING IN UIT8CHLAND. De besprekingen, die Vrijdagmiddag in het rij ksverkeei'sministerie tusschen v&rLegm-woordigers van de rijks-auto. riteiten dn de vaJcveroenigingen van spoorwegpersoneel begonnen en met korte tueschenpoozen tot 11 uur des avonds voortduurden, hebben een gun stig- verloop gehad, zoodat men op een vreedzame bijlegging van de staking mag rekenen. Van den beginne af was aan beide zijden een ernstig streven merkbaar om do algemeene staking en de noodlottige gevolgen daarvan te vermijden. De Duitscho Bond van Spoorwegpersoneel liet den eisch tot uitbetaling van een voorschot, die de eigenlijke aanleiding tot liet uitbreken van de staking was geweest, vallen. Een r&ek-s andere voorstellen, die van de vakvereeniging vain Duitsch spoor weg- en staats personeel uitging, werd door den rijksverkeersministor bereid willig al3 baei3 voor nieuwe onder handelingen aangenomen. Van piin- cipieele beteekenis was de aanneming door beide partijen van een motie, waarin gezegd wordt, dat tussclien de oudea-teekenaars van hot looncon- tract met kans op succes besprekingen worden gevoerd, an dat daaa-om ge waarschuwd wordt, gaan afzonderlij ke besprekingen in liet rijk te hou den. Uit' Dussol'dörf wordt De spoorwegstaking heeft vermoe delijk haar hoogtepunt reeds weer achter den rug. Het blijkt steeds dui delijker, dat het personeel er door deze wilde staking niet in zal slagen, dc gewonschte resultaten te bereiken. Bovendien heeft een spoorwegpubliek, omdat de ga vol gen eener dergelijke stalling aan de bevolking giroote on aangenaamheden berokkenen. Reeds thans, weinige dugeüi pa het uitbre ken van de staking in het Rijnlandsoh- Westfaalsche industriegebied, wordt de bevolking bedreigd door ernstige gevaren, want d elevenamiddelentoe- poer geschiedt niet regelmatig meed1; met name de melk voor de kinderen blijft uit. I11 de naaste toekomst zou men inet een catastrophe rekening moeten houden. Dit wordt ook ingezien door de go- matigde politieke leiders van de eta- Icing, die de hewc-ging trachten te be teugelen. Anderzijds beproeven do Links-radicale elementen, voorname- lijk de communisten, zelf de leiding in handen te kriygon .en het verkeer met geweld stop te zetten. Wanneer do intergeallieerd© commissie in het bezatte Rijniand geen stakingswerbod had uitgevaardigd, zouden de plan nen der communisten veel meer kans van slagen hebben gehad. Het verkeer in het bezette gebied vindt overal on gestoord plaats. Ook heden is de post uit geheel Duitsehland en uit het bui tenland te Dus&eldorf bezorgd. E ELLENDE IN HONGARIJE. Uit Boedapest wordt gemeld: De ex-minister Huszar schil derde in de Nationale Vergadering de ont vettende ellende in de stad Boedapest. Binnen korten tijd stierven 280 fami- mil ies ern nog 100 andere personen den hongerdood. Daarbij komt dat do bui- tenlandsohe missies dreigen haar on dersteuning 111 te trekken, indien de regeomig niet ingrijpt. De ex-min is- tea- eisohte, dat de Hongaren den Oudejaarsdag als offerdag zouden ge bruiken. De minister van volkswelvaart be- estigde de verklaringen van den ex- minister en deelde mede, dat de kin- der-ellende in één woord versclixikke- lijk is. Zuo zijn bijv. in een zaal In een ziekenhuis die bestemd ia voor 50 personen, meer dan 400 kinderen ondergebracht. Niettegenstaande al deze ellende hebben de buitenlandsoh» missies gedreigd haar ondersteuning te zullen staken. Nog nooit is een volk zoozeer bedreigd als thans het Hon- gaarsche. Bovendien eischt de com missie van herstel nog 500 millioen. Terwijl het salaris van liet Hongaar- scli.e staatshoofd 3 mihoen kronen per jaar bedraagt, bedraagt het salaris van eeai Engelschen luitenant in één maand 8 millioeai. Dat jaarlijksch in komen van een Bomgaarschen minis ter is niet voldoende om het onder houd 'Van een Engelschen luitenant in eén week te bekostigen, en het jaar- lij ksch (inkomen van een Hongaar- sohen staatsambtenaar bedraagt even veel als drie dagen loon van een En gelschen arbeider. REVOLUTIE IN PORTUGAL? In verband met de revolutieg-eruch- ten uit Portugal komen nu ook ge ruchten dat jjet ministerie afgetreden DE MOORD OP ERZBERCER. Naar het „Berl. TagePlatt" verneemt, heeft onlangs te Offenburg een be spreking plaats gehad omtrent den stand van het onderzoek in de nioord- zaak-Erzberger en het daarmee verbon den onderzoek inzake de s.g, geheime organisatie IC. Aan deze bespreking nalnen deellde Badensche minister van Justitie, de rijkscommissaris voor de openbare orde, de „Oberstaatsan- walte" van Karlsruhe e.a. plaatsen en de beide Badensche rechters van in- ctie, die het onderzoek "hebben ge leid in de zaak-Erzberger en de aange legenheid der geheime organisaties. Op deze bijeenkomst werd een besluit ge nomen omtrent de verdere behandeling der quaestie. Het onderzoek tegen de geheime or ganisaties is in hoofdzaak geëindigd. Er is gebleken, dat de organisatie C. zich inderdaad over het heele land uit strekt en over alle provincies van Prui sen, met inbegrip van het bezette ge bied, alsmede over alle landen niet uitzondering van Baden verbreid is. Men kan verwachten, dat binnenkort een aanklacht zal worden ingediend. Wat het onderzoek tegen de moor denaars en hun medepliohrigen be treft, dit is nog niet geëindigd cn er valt niet te voorzien, wanneer in deze aangelegenheid een uitspraak zal wor den gedain. Intusschen kan reeds wor den gezegd, dat bij het onderzoek lot dusver niet alleen zeer belastend mate riaal tegen de voortvluchtige daders is verzameld, maar dat ook belangrijke feiten zijn vastgesteld omtrent hun medeplichtigen en de politieke motie ven, enz., die tot de daad hebben ge leid. Dit materiaal zal door verdere onderzoekingen nog- worden aange vuld.- Stadsnieuws JUBILEUM-G. J. VAN CASTEREN. Zeer vele vrienden van den heer G.- J van Gasteren, den wakkeren directeur van onzen Stadsschouwburg, waren Zaterdagmiddag in dien schouwburg samengekomen, om hein, bij gelegen heid vaa zijn zeventigsten verjaardag, huldigen en hem dank te brengen voor alles, wat door hem zoovele jaren lang voor het tooneelleven te Haarlem Onder de talrijke aanwezigen waren wethouder Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, voorzitter van de Commissie van Beheer van den Stadsschouwburg, do gemeente-secretaris Mr. Th. A. Wesstra, verschillende gemeenteraads leden en bestuurs- en gewone leden van de afdeeliug Haarlem en Omstre ken van het Nederlandsch Tooneelver- bond< Te ongeveer twee uur werd de jubi laris, feestelijk getooid met een bloem in zijn knoopsgat, met zijn familie leden (van wie aan de dames bouquet-1 ten waren-aang-eboden) door den heer De Kanter, secretaris van dc afd. Haar lem van het Tooneelverbond, binnen geleid. Het gezelschap nam plaats op de eerste rij fauteuils de balcon, recht tegenover het tooneel. Het publiek ont ving den heer Van Gasteren staande net hartelijk applaus. De jubilaris dankte buigend en met joviaal hand gebaar./ Daarop begon het eerstya gedeelte van de huldigingde don heer Van Gasteren aangeboden feestvoorstelling, waarover onze medewerking voor het tooneel, de heer J. B. Schuil, den lezer in dit nummer van ons blad inlicht. Na afloop van de voorstelling werd de jubilaris uitgenoodigd van zijn eereplaats af te dalen naar het too neel. Hier waohlte hem een hartelijke huldebetuiging. Eerste spreker was Jhr.- A. W.- G. van Riemsdijk, algemeeu vooiziiter van het Nederlandsch Tooneelverbiaj, die er aan herinnerde, wat door den heer Van Gasteren vroeger is gepresteerd als directeur van den schouwburg aan den Jansweg. Hij was altijd bereidwil lig voor anderen en dit had tea gevolge dat zijn medeburgers ook steeds hem gaarne hielpen. Had hij voor zijn schouwburg meubelen of requisieten nood'ig hij had er sleohts om te vra gen en zij werden hem verschaft. IT et was dan ook een goede daad van liet gemeentebestuur, aldus spr., dat het, nu drie en een half jaar geleden, den heer Van Gasteren tot directeur van den nieuwen Stadsschouwburg be noemde. Spr. eindigde -met den jubi laris, dien „zeer verdienstelijken Haar lemmer", als stoffelijk blijk van waar- dcering namens zeer vele vrienden een fraai bronzen beeld en een enveloppe met inhoud aan te bieden, vergezeld van een album, bevattende de namen der gevers. Mr. Heerkens Thijssen deed de blo-e menhulde van 't gemeentebestuur ge paard gaan van een toespraak, waarin hij in herinnering bracht, dat de heer Van Gasteren indertijd door B. en W. werd voorgedragen als dc door het Collego het meest geschikt geachten candidaat uit ecu lange lijst van solli citanten en de Raad dacht er blijkbaar ovenzoo over als B. en W. En het ge meentebestuur, vervolgde spr., heeft een goede keuze gedaan, waarvan het nooit spijt heeft gehad. Het zal nooit vergeten, dat de heer Van Gasteren de man is geweest, die de gemeente den overgang naar den nieuwen toe stand op tooneelgebied zoo gemakke lijk heeft gemaakt. De heer M. Merens, voorzitter van de afd. Haarlem van het Tooneelver- bond, ging in zijn toespraak terug naar 1S70, het jaar van den Fransch- Duitschen oorlog. Toen was de heer Van Gasteren zijn korporaal geweest en spr. had het goed met hem kunnen vinden.- Zoo wa3 het altijd gebleven. Verder roemde spr., den jubilaris als verdienstelijk acteur van „Cre- en nis uitnemend schouwburg directeur, die de jongeren 3tecds met raad cn daad ter zijde stond, waar voor velen, als Willem van de Veer en Louis van Gasteren (deze was ook aan wezig) hem thans nog dankbaar zijn. "aniens de afdeeling bood de heer Me ns een krans aan. De heer P. van Ooy hulcllg-Se den ju bilaris als een der beste kraoliten van dc Kon, Letterlievende Verecniging „Cremer", Steeds was hij voor „Cre- mer" in de weer, altijd had hij nieuwe plannen, De heer Hazevoet, bureaulist van den Stadsschouwburg, die ook aan den Jansweg zooveel ja-ren met den -heer Van Gasteren heeft samengewerkt, sprak namens het géheelc personeel van den schouwburg. Spr. bood. den ju bilaris een bureaustoel en een voeten zak aan en sprak jn verband met dit laatste geschenk den wensoh uit, dat het nog vele jaren zou duren „eer Oome Gerrit k-ouwe beenen kreeg". Dave rend gelach in de zaal en op het too neel, natuurlijk! Toen trad de ruim tachtigjarige Louis Moor naar voren. Het was eeu ge- INGEZONDEN MBDEDEELINGEN not, deze veteraan, die daar kaars recht slond ais een man ia de kracht van het leven, te hooien spreken, Hij herinnerde acn het woord vau Zoro- asther, dat men wijsheid, deugd en kracht moet bezitten, om op den naaiu ,mensch" aanspraak te mogen maken, 'aartoe, meende spr,, de heer Van Gasteren dus volkomen gerechtigd is. „Werk met lust, niet roem, maar blijf dezelfde menschl" eindigde spr., die namens het Rottordamsch en Hofstad- tooneel den jubilaris met een krans huldigde. „Van der Horst is ongesteld en bo vendien een looneeldirecteur heeft het Ln ons land nog al erg druk (niet dat hij dfiér nu ziek van geworden is, hoorl)" zei Jan Musch, in zijn aardige, opgewekte speech, „maar hij heeft mij toch vanmorgen opgeoeld en mij op gedragen, u te zeggen, wat 'a aller aardigst mensch wij u vinden en hoe wij het waardeeren dat u steeds zoo met ons, acteurs, medeleeft. Blijf nog lang in het genot van uw ijzersterke gezondheid, blijf nog lang directeur van den stadsschouwburg!" Namens Het Schouwtooneel bood Musch een krans aan. Dit deed ook de heer Dumont, die daarbij voo'r do hoofden van lakken van dienst der gemeente Haarlem het woord voerdeverder werd de jubilaris nog gehuldigd namens Haarlem's Tooneel, Zang en Vriendschap, Door Inspan ning Uitspanning, de H. H. B, S. V. en Jacob van Lennep, De heer De Kanter bood namens de Haarlemsche Tooneelclub een bureau lamp aan en vereerde den heer Haze voet, die, zeide spr., dezer dagen ook een jubileum had gevierd, een stoffelijk f blijk, van waardeeriag. Tenslotte sprak de heer J. B. Schuil, secretaris van de Commissie van Be heer van den Stadsschouwburg. „Zoo lang ik het Haarlemsche tooneelleven ken," zoo richtte spr. zich tol den ju bilaris, „zijt gij er het middelpunt van geweest. Als u eens heen zöudt gaan, zou het mij zijn, of de intimiteit uit den schouwburg was verdwenen. Van harte wensch ilc, dat ik nog lang als secre taris van de Commissie van Beheer met u zal samenwerken," Spr. las daar na tal van telegrammen van geluk- wensch voor, o.m. van Else Mauks, Jan C, do Vos, Victor Faassen, Frits Bouwmeester, Christine Poolman, Wil lem en Jacqueline RoyaardsSand- berg, „En nu moet ik toch zeker ook nog wat zeggen?" aldus begon de heer Van Gasteren, die steeds meer „in de bloemetjes" was komen te staan, ge moedelijk als altijd, zijn kort dank woord. „Het is zoo moeilijk. Want waar zal ik woorden vinden?" Ik ben overstelpt. Ik dank u allen recht har telijk, in 't bijzonder het gemeente bestuur en de heeren Van Riemsdijk, Schuil cn De Kanter, die het initiatief tot deze huldiging hebben genomen. Ik dank u I" En daarop volgde het breede gebaar dat wij van den heer Van Gas teren kennen. Na afloop van de huldiging hield de jubilaris receptie in den foyer, waar zeer velea hem kwamen complimenv teeren,- Het Tooneel HET FEEST VAN DBN HEER VAN GASTEREN. Een schitterend leest hebben wij den lieer Van Gasteren voorspeld, een schitterend feest is het geworden. Een middag, waaraan hij -zeker tot zijn laatsten dug met innige danlcbaairbeid 2al terugdenken. Toen li ij met zijn kinderen en klein kinderen op het balcon van onzen Stadsschouwburg verscheen, moet liij hebben gevoeld hoe de genegenheid van heel 'die viollq zaal naar liem uitging. Zeer en oprecht gemeend was het hartelijk applaus, dat van alle rangen opklonk, toen men den syrn- pathièken ouden heer met zijn beken den vr i en del ijken glimlach daar zag staan. Heel het publiek was blij hem te zien en ham te kunnen toonen, hoe zeer het zijn persoon en zijm Werken waardeert. E11 toon ik heaii 'daar voor don aanvang dor voorstelling tueschem zijn twee dochters, zijin schoonzoons en zijn heide kleindochtertjes zag zit- tem, toen viel het mij op, welk een de coratieve figuur onze schouwburgdi recteur tooh is. Van Garten-en heeft iets gemeen met de groota acteurs, met een Bouwmeester en een Moor: hij schept en hij doet dit geheel onbewust obmospheetr óm zich heen. Hij was gehoed ©11 al zonder eenige gewildheid op deze huldigingavoor- steMing de jubilaris en nooit hadden de fauteuils de balcon een feestelijker aanzicht als Zaterdagmid dag, toen onze directeur daar zelf ia peisoon had plaats genomen. „Mijn klein kinderen sproken eiken dag over m'a feest!" zoo zei (1e lieer Van Gasteren mij een-igo weken gele den. Zij zullen daar ben ik zeker van jarm «n jaren later nog over dit feest spreken en, als zij oud zijn geworden, zullen zij nog met trots en met aandoening in ban stem vertol- Jen van dezen middag, waarvan zij dun earst volkomen de beteek-enis in haar volle waarde zullen begrijpen, /ij zullen niet /ontroering dan spreken oyer hun besten, braven grootvader, die in Haarlem zóó bemind was, dat Hij op zijn zevontigsten verjaardag ojwlor bloemen letterlijk bedolven werd en honderde brieven en telegrammen uit alle dcelen van het land ontving, zij ajullen dan vertellen van dezen moöien feestdag, waarop grootvader zoo hartelijk en met wooirdeu vol van oprechte waard-ecring werd toegespro ken door tal van spreker wel vijf. tien! die allen kransen en cadet:. aandroegen en van de artisten de hekendst-en uit dien tijd! die u.t verschillende plaatsen waren overge- aomctn om te spelen ter eero van z ij n feest, zij zullen ook vertellen van het oogenblik, dat grootvader zelf ant woordde en alen .dankte voor de hul- mg e" van het gejuich dat van alle r&ngen opging en van het „lang zal ie loven!" dat in dien vollen schouw burg weerklonk, toon grootvader had uiigesproken. Zij zullen de herinne ring aan dezen dag bewaren als iets wonderlijk moois ©n zij zullen altijd hun grootv;bdür bijIven zien, zoo-als iii j daar stond op het tooneel tussclien 7-i.in bloemen en zijn kransen en zijn cadeaux, met op den achtergiond dien U'ooten kring van herren, die allen daar waren, alleen om heiu te huldi gen. En zij zullen met aandoening vertellen, hoe ©en heel oud-acteur, een man van S2 jaar met e©n mooie, de coratieve figuur en een prachtigen, grijaan kop tot grootvader zei: „Blijf wie je bent, een best, braaf mensch'I' en met trots zullen zij tot hun kindc ren dam rfeggen: Op dien dag hebben wij gezien, hoe grootvader in Haar lem bemind en vereerd werd!" Hot was een mooie feeetvoorsielling, ook door het programma, dat werd gogev/en. Zoodra men wist, dat de lieer Van Gasteren ging jubileeren, waren alle gezelschappen dadelijk he boid hun medewerking aan dit feest te verleenea. Zoo had ook onmiddel lijk d,e heer Royaards zich bereid verklaard over te lcoman en van de medewerking vau I-Iet Nederlandsch Tooneel moest enkel worden algezien, omdat de feestdag' samenviel niet do generale repetitie van dm Gysbroghf van Aemstel. De middag werd geopend met de opvoering van Crisis, do dramatisch© schets van mevr. A. C. Craandijk Schuil door de dames Van Eysden en Tartaud. Dat juist deze 2 artistam Marie van Eysdon-Vink en Alida Tar taud op zijn feest medewerkten, heeft de heer Van Gasteren op zeer hoogen prijs gesteld. Z ij n Rotte r-;l a m- m>ors! I ik weet - c Va,n Gaste ren daar altijd over spreekt.. De Za terdagavonden van do Rotterdam mers, hel waren reeds in den tijd van den Jansweg d© mooie avonden voor den heer v. Gasteren. Met ontroering kan Van Gasteren mij nog steeds ver- lellen, hoe hartelijk en lief mevr. Van Eysden en mevr. Tartaud altijd voor zijn goede, brave vrouw zijn geweest en daarom was hun medewerking li«m nog iets meer dan een artistieke trien delijkheid. Voor ons was het bovendien een vreugde, omdat wij d'eze twee- actrices in ec-n kort éénbedrijfsstukje hebben mogen zien samenspelen, zóó ontroe rend en zoo innig, als wij het ons bij na niet herinneren. Het is wat moei lijk voor mij om in deze rubriek mijn oordeel over Crisis uit to spre ken. A,ls het zoo zeer „in dc familie" is, niet waar?, dan zal men allidht denken, dat ik er niet geheel objectief over lean oordeeten. Toch weet ik ze ker, dat ik dit stuikje, ook als liet niet „van de familie" was, zou prijzen om den ge concentre c r (i cn bouw, het ge voelig sentiment en den knappen dia loog, van de oude mevrouw nu cn dan ïilieen wat te rhetariscTi. Laat ik in dit geval edhter do opinio van oen ander mogen geven, het ooi'deel van den heer Louis Moor, den alti.d nog jeugdigen nestor van onze IIol- ian-dfiche tooxiieelspelers, die mij zander iets van onze „relaties'' af te weten van Crisis zeide: „Dat stukje hoeft mij ontroerd ik heb in tijden niet zoo'n knappe schets gezien, In 20 minuten geeft de auteur een heel drama, waarvoor anderen 5 bedrijven 1100dig hebben. Het leven van die twee vrouwen staat door d'ie korte B am abas keak naar haar; hij beefde, re moest neerslaan; tóch 'ging ze door liet haai' los en sprong overeind. „Ilc geloof', zei hij', terwijl hij ach omdraaide om zijn stok op te rapen, „ilc geloof "dat we maar weg moesten gaan". Maar het meisje bleef op den grond .knielen en keek hem van onder haar vochtige wimpers aan. „U, laat me los!" zei ze verbaasd. „U was zoo, hulpeloos!" zei Barna bas. „En. u Is hier gekomen om uw broer". „O maar u twijfeki© eerst aan mij, u dacht dat ik hier gekomen was ,&m 'lien dien ellendeling te ontmoe ten". „Vergeel Barnabas smco- kende. „Wnarom sou Ik doenj„ „Omdat ilc u lief hk>. „Dat hebben al zooveel m- -- gezegd", zuchtte ze. „Maar ilc", zei Barnabas, „ik be». 'de laatste, en de laatsten zullen dje eersten zijn en ik heb u lief, omdat u zoo eerlijk, rein en dapper is". „Liefde!" riep ze uit. „Nu al? En u heeft mij nog maar eens gezien!" „Ja", knikte hij, en daarom kunt u we! zeker verwachten, dat ik u te zijner tiid ook zal aanbidden". - Bern abas stond op zijn 6i,ok ge leund, een lange, indrukwekkend o gedaante; hij sprak zacht, maar zijn stem trilde in baar ooren, en er was 'cis in zijn oogen waarvoor ze do lp/- met vragen. „Mij aanbidden? Wanneer?" „Als u mijn vrouw is". Weer zweeg ze en trok met haar kleine handje zenuwachtig aan het gras." „Is u zoo zeker van mij vroeg ze ten slotte. „Neen alleen van mijzelf". „Aha! bet is dus uwe bedoeling mij hier een belofte af te dwingen?" „Neen". „Waarom niet?" „Omdat het avond is en zoo een zaam» Ik zou niet willen dat u weer bang voor mij werd. Maar den een of anderen dag zaj. ik bij u komen ais de zon hoog aan den hemel staat en er mensdhen im de buurt zijn. Dan zal ik het u vragen". „En als ik weiger?" „Daar zal ik wachten". „Tot ik met iemand andera trouw '"j^t u van, meening verandert". 'ilc vt.QQ.[ wel dat ilc weiger cm zal", sc'hijnlijk is"% d"t dot hoed waar- Waarom?" „Orudat Ik zoo ohw^ daarom vond ik het ook'if ben. En als u knielt terwijl ik sta". 'wettig „En het gras Is erg vooTUu. zuchtte ze. de zwervende zanger tusschen hen staan en keek met zijn zonderlinge, heldere oogen van den een naar den ander. „Wacht I" zei hij. „De wijze gees ten hebben mij verteld, dat zij dio liier voor u knielt, begeerd om haar schoon heid em gezocht om haar geld, ook in de toekomst zoo voor u zal knielen. En iemand zeilfe ik, de anme Bü'Iy zal tusschen u in, staan en uwe handen in elkaar leggen en u vragen samen door het leven te gaan, ver trouwend op elkanders liefde en kracht net als Billy nu doet. En mis schien zuilt u in dat uur naar de stom luisteren, want de tijd brengt vele veranderingen, de trotsdh» lieden worden vernederd en de nederlgen verhoogd. Stil, de wijze geesten wor den ongcduldigd, ik moet zingen; ik hoor hen roepen in de hoornen en moet maken dat ik weg kom. Maar hoorZe hebben mij uw naam gezegd, Barnabas? ja, ja, Bam Barnabas -- de andere doet er niet toe, daar zwijgen we over! Bairnalbae, aha nu weet ik het, bij volle maan zullen we elkaar weer ontmoeten, aide drie. Ja, ja, dat is de nacht van de elven, als de geesten door de lucht zweven. Dan zal ik u nog veel meer vertellen, pi aar nuZe roepen mij. Zij is p*» Barnabas deed een stap naar voren lieid. en mooi en door havr schoon- ,.a stak de hand uit om haar te hel-1 lijden "Age veel moeten lijden. Maar pen maar terwijl hij dtt djeod, kwam om haar "U-.de mcnschcn sterker; en zal ze zidh den een of anderen dag moeten schamen. Maar van schaamte komt men tot ne derigheid vaarwel ilc moet weg gaan. Tot ziens. Wij zullen elkaar m Londen weerzoen, denlc ik ja, ja in Londen. Oho oesters, oesters, meneer? Menig© ridder en edeLvrouwi Prijst e<r mijn oesters fijn Ook u zult zeggen, naau' ik vertrouw 'Dat er beter oesters niet zijn, Oesters, wie koopt er mijn oesters, oh! En hij boog, keerde zioh om en danste wee in de duisternis, en boven het ritselen van do bladeren uit klonk het gerinkel van al zijn knoopen, steeds zachter, tot al'es stil was. En nu zuchtte het meisje en stond op, en naar Barnabas kijkend, zuchtte ze weer maar heel zaoht. En Barnabas stond nog verwonderd den vreemden man na te staren, en dacht over zijn onsamenhangende woorden. Zoo kon het meisje zonder dat hij het merkte, hein op haar gemak gadeslaan ze zag het donker© krulhaar, db groot e, schitterende oogen, de vooruitsteken de kaak, de gevoelige neusvleugels, de sterke mond. En zij had hem een „boer" genoemd, „een weggeloopen stalknecht" zo b!ad zelfs ze kon het Iidteeken nog op zijn wang zien Zou het hem erge pijn doen?" „Cielc, natuurlijk ja, eon krank zinnige arme kerel", zei Barnabas, nog in gpdachten verzonken, „En hij zei, dat u Barnabas heot- te." „O, ja, dat is zoo, dat beeft hij ge zegd." zei Barnabas, terwijl bij langs zijn kin wreef, „en dat is heel vreemd want ik hem hem nooit eerder gezien of van hem gehoord. „Dus u heet werkelijk Barnabas". „Ja. Barnabas Bar Beverley". „Beverley?" „Ja, Beverley. Maar nu moeten wa aaan." „Vertol mij eerst eens hoe u mijn naam te weten is gekomen „Van Horatio van Viscount De- vonham." „Kent u hem clan?" „Ja, en wij kennen elkaar "ook" als medeminnaars." „Medeminnaars? Waarvan „Van u zolf". „Van mij Mjnar maar wat heeft u hom dan verteld, mijnheer?" „Ik heet Barnabas. En ik heb hem verteld dat ik waarschijnlijk den een of anderen dag met u zou trouwen." „Heeft u hom dat verteld?" „Ja, ik vond het mijn plicht, omdat hij mijn vriend is." „Uw vriend? sedert wanneer, mijnheer?" „Sedert vanochtend ongeveer tien „Mijnheer, is u niet erg voorbarig; „Mijnheer ia u niet een erg voorbarig iemand „,Dat begin ik ook te gelooven". En ik heet Barnabas". „■Sinds vanochtend tien uurDus u kent mij nog langer." „Ongeveer een uur langer." Vlug keerde ze zioh van hem af, maar hij had' nog even het kui'tje in haar wang gezien. En naast olkaar liepen ze naar de rand van de open plek. Toen hij bukte om de takken voor haar uit elkaar te buigen, zag ze weer de gloeiende plek op zijn wang en toen ze dat zeag. sloeg ze haai- oogen neer en zeide heel zachtjes op medelij* denden toon „Mijnheer, och mijnheer I" „Ik heet Bamabas." „Ik vrees ik doet uw wang erge pijn, mijnheer Beverley?. .jMeen, niet erg. En ik heet Bama bas." „tk bet was niet mijn bedoeling om u..„ om...." „Noen, neen, het was mijn sohaüd> Ik ik maakte u bang en de pijn is lieusch heelemaal over" stamel* de hij terwijl hij de takken voor haar op zij hic'cl. JVL^o"' ze bleef staan waar ze stond, en haar gezichtje was heele maal in haar kap verborgen. Einde lijk sprak ze, en haar stem klonk heel zacht „Hselemaal over, mijnheer?" „Heelemaal over en ilc heet „Ik ben er blij om, Barna* bas." (Wordt vervolgd;);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 6