Buitenlandsefi Öwiïcfit
DE BOTSING BIJ DE FRANSCHE EN BRITSOHE BELANGEN.
EISCHEN DE FRANSCHEN TE WASHINGTON VEEL /tfUIKBOOTEN
OM GEWAPEND TE ZIJN IN EÉN EVENTUEELEN OORLOQ MET
ENGELAND?
DUIKBOOTEN BOUWEN OF SCHULDEN BETALEN?
FRANKRIJK WIL NIET, DAT ENGELAND ALLEEN DE ROL VAN
ARBITER INZAKE CONFLICTEN MET D U ITS CH LAND VERVULT,
Het spant tussohon En
geland en Frankrijk
in deze dagen.
Allereerst komen er heel wat haken
en oogcn in verband met de duikboot-
quaesiie op de conferentie te Washing-
ton- i
Wil Frankrijk niet van zijn duikboot-
eischen afzien, omdat het zich wapenen
•wil als er eens een oorlog met Enge
land zou komen?
Hei wordt gemompeld.
Nu is er zelfs al in de conferentie te
Washington over gesproken.
Volgens niet-officieele berichten
heeft Lord Lee in de zitting der mari
tieme commissie uit een Fransch tijd
schrift een artikel voorgelezen van ka
pitein Castes, officier van den Fran-
schen marinestaf, waarin deze ver,
klaart dat het eenige wapen, hetwelk
Frankrijk bezit om zijn kusten te ver
dedigen en in geval van oorlog de
Britsche marine aan te vallen cn te
vernietigen, de duikboot is.
Admiraal De Bon en Sarraut, de
Fransche gedelegeerden, loochenden
onmiddellijk, dat dit denkbeeld do mce-
ning van den Franschen marinestaf zou
ferentie maakt men de opmerking, dat,
om de beteekenis te begrijpen, die de
openbare meening in Frankrijk aan
het duikboot-vraagstuk schenkt, er
aanleiding bestaat te bedenken, dat de
lengte van de kust, die er verdedigd
moet worden voor Frankrijk en zijn ko
loniën 24.000 kilometers is.-
De Vereenigde Staten van Amerika
hebben, met inbegrip van Alaska,
slechts 1S.000 K.M. kust te verdedi
gen en Italië, dat men te Washington
met frankrijk gelijk had willen stellen,
heeft met zijn koloniën slechts 8500
K.M. kust.
Er is al gezegd laat Frankrijk geen
-kapitalen aan duikbootea uitgeven,
maar zijn schuld betalen.
Gedurende het debat over de mari
tieme quaestie zeide Sarraut dat den
Franschen te verstaan is gegeven, dat
tij goed zouden doen hun schulden te
betalen. Sarraut merkte op Wij gevoe
len geen schaamte voor deze schulden,
en beschouwen ze met trots, gelijk een
gewonde man zijn lidteekens.
(Opgemerkt zij h\gjr dat de Fransche
schuld 300 milliard francs bedraagt).
Wat den verderen arbeid van
de conferentie te
Washington.
Jjetreft, wordt nog gemeld:
Do gedelegeerden -van vijf groote
•mogendheden, die in vlootcommissie
zitting hebben, hechtten allen hun de
finitieve goedkeuring aan het Arno
rilcaauscho voorstel, waarbij do totale
■ton n oma at voor de schepen ten be
hoeve van het vliegtuigtransport
wordt gesteld op 135.00 ton voor Ame
rika en Engeland, 81.000 ton voor Ja
pan en 60.000 ton voor Italië en Frank
fijlc. Dit voorstel houdit ook in, dat
öe maximale toixnenmaat per schip
wordt gesteld op 27.000 ton, terwijl
het kalibrr der op deze schepen ge
monteerde kanonnen niet zwaarder
mag zijn dan 8 inch»
Voorts heohtte ook Japan zijn goed
keuring aan de reeds door Amerika
en Engeland aanvaarde resolutie om
de tonnenmaat van lichte kruisers en
andere hulpschepen te beperken tot
ÏO.OOO ton per schip, terwijl het kali
ber van het geschut hoogstens 8 inch
mag zijn.
Nu do
conferentie te Cannes
eerstdaags zal beginnen, blijkt dat ook
daar de Fransche en Engelsche belan
gen met elkaar botsen.
ïu het „Journal" wijst de oud-mi
nister van Oorlog van Frankrijk Le-
fèvre de aan Lloyd George toegeschre.
ven plannen betreffende een uitweg
uit de moeilijkheden af en waar
schuwt Engeland dat er grenzen zijn
aan Framkrijk's toegeven. Lefóvro
haalt een passage aan uit de „Obser
ver", het blad, dat met den Engel-
'schen premier in verbinding staat,
waarin gezegd wordt:
„Wij moeten, een nieuwe poging
doen om Frankrijk voor onze zaak te
■winnen. De politieke positie van
Briand is even zwak als die van Lloyd
George eteck is: daarom aarzelt de
Fransche pramier om groote conces
sies te doen waartoe hij persoonlijk
wel genegen zou zijn. Engeland moet
zijn breed-opgeaette politiek tenkoste
van alles doorzetten".
Soit, zegt Lefevu-e, maar dan zal En
geland daarin alleen staan. Indien, de
Engelsche voorstellen ten doel hebben
ons te doen afzien van onae rechten
of afstand te laten doen van onze
waarborgen, zullen wij ongevoelig
blijven voor alle Engelsche pogingen,
zelfs voor het aanbod van een Engel
schen waarborg tegen een Duitschen
aanval en de vorming van een neu
trale zone, die toch vooral tot gevolg,
zoo al niet tot doel, heeft ons van
den Rijn weg te werken.
Drie jaar geleden had Engeland,
Frankrijk een militairen waarborg
kunnen geven; het heeft toen gebruik
genreakt van de weigering der Ameri
kanen om hun voorbeeld te volgen.
Thans beteekent die militaire waar
borg, hoe belangrijk ook, niet meer
zooveel als in 1914. Immers die mili
taire hulp zou zich pas doen gevoe
len in de vierde of vijfde maand. En
daarop kunnen Frankrijk, België, Po
len en Tsjeoho-SJowakije hun veilig
heid niet steunen. Zij zijn verplicht
lie zélf te waarborgen In afwach
ting van de Engelsche hulp.
Br is geen enkele grond voor de rol
van arbiter, zoo besluit Lefóvre, welke
Engelaxud zoo gaarne op zioh zou ne
men in de neutrale Rijnzone, tusschen
Duitsehland en Frankrijk. Dit zou de
verwezenlijking zijn van een oud
droombeeld: Engeland de weegschaal
houdende tusschen twee gelijke krach
ten op het continent. Maar daartoe
behoeft Frankrijk zich niet te leenen.
B'eter is de „Observer" te waarschu
wen, dat men zich daar vargist, in
dien het rekent op onze onderwerping,
waarvoor zijn niet 1300.000 Franschen
in den dood gegaan bij de verdediging
van do vrijheid dor wereld, die van
Engeland in het bijzonder.
Wat
de economische conferentie
te Parijs
betreft wordt gemeld:
De economische conferentie heeft in
beginsel vorm en werking vastgesteld
van een internationaal consortium,
welks oprichting zij voorstelt voor het
herstel van het intern ationaal crediet
in Europa. Dit lichaam gevormd door
particuliere actie, zou o.i. tot taak
hebben de behartiging -van de quaestie
deur water- en spoorwegen in d© nieu
we staten, die niet beschikken over
behoorlijke verbiindingswegiein; het,
consortium zou de beschikking moe
ten krijgen over een kapitajal van 20
millioen p. st., verdeeld over Enge
land, Frankrijk, Italië, Amerika en
Duitscliland, waarbij ziloh met lager
bijdragen zouden voegen België en
Nederland.
Het ontworpen consortium zou ver
tegenwoordigende instellingen kunnen
vestigen in landen, waar de commer
cieels toestand te wonschen laat en
zou verder deelneming kunnen aan
vaarden in waren in plaats van in
deviser, van landen, waar het geld
zeer gedeprecieerd is.
Varsproid nieuwe
DE SPOORWEGSTAKING IN
UIT8CHLAND.
De besprekingen, die Vrijdagmiddag
in het rij ksverkeei'sministerie tusschen
v&rLegm-woordigers van de rijks-auto.
riteiten dn de vaJcveroenigingen van
spoorwegpersoneel begonnen en met
korte tueschenpoozen tot 11 uur des
avonds voortduurden, hebben een gun
stig- verloop gehad, zoodat men op een
vreedzame bijlegging van de staking
mag rekenen. Van den beginne af was
aan beide zijden een ernstig streven
merkbaar om do algemeene staking
en de noodlottige gevolgen daarvan te
vermijden. De Duitscho Bond van
Spoorwegpersoneel liet den eisch tot
uitbetaling van een voorschot, die de
eigenlijke aanleiding tot liet uitbreken
van de staking was geweest, vallen.
Een r&ek-s andere voorstellen, die van
de vakvereeniging vain Duitsch spoor
weg- en staats personeel uitging, werd
door den rijksverkeersministor bereid
willig al3 baei3 voor nieuwe onder
handelingen aangenomen. Van piin-
cipieele beteekenis was de aanneming
door beide partijen van een motie,
waarin gezegd wordt, dat tussclien
de oudea-teekenaars van hot looncon-
tract met kans op succes besprekingen
worden gevoerd, an dat daaa-om ge
waarschuwd wordt, gaan afzonderlij
ke besprekingen in liet rijk te hou
den.
Uit' Dussol'dörf wordt
De spoorwegstaking heeft vermoe
delijk haar hoogtepunt reeds weer
achter den rug. Het blijkt steeds dui
delijker, dat het personeel er door
deze wilde staking niet in zal slagen,
dc gewonschte resultaten te bereiken.
Bovendien heeft een spoorwegpubliek,
omdat de ga vol gen eener dergelijke
stalling aan de bevolking giroote on
aangenaamheden berokkenen. Reeds
thans, weinige dugeüi pa het uitbre
ken van de staking in het Rijnlandsoh-
Westfaalsche industriegebied, wordt
de bevolking bedreigd door ernstige
gevaren, want d elevenamiddelentoe-
poer geschiedt niet regelmatig meed1;
met name de melk voor de kinderen
blijft uit. I11 de naaste toekomst zou
men inet een catastrophe rekening
moeten houden.
Dit wordt ook ingezien door de go-
matigde politieke leiders van de eta-
Icing, die de hewc-ging trachten te be
teugelen. Anderzijds beproeven do
Links-radicale elementen, voorname-
lijk de communisten, zelf de leiding
in handen te kriygon .en het verkeer
met geweld stop te zetten. Wanneer
do intergeallieerd© commissie in het
bezatte Rijniand geen stakingswerbod
had uitgevaardigd, zouden de plan
nen der communisten veel meer kans
van slagen hebben gehad. Het verkeer
in het bezette gebied vindt overal on
gestoord plaats. Ook heden is de post
uit geheel Duitsehland en uit het bui
tenland te Dus&eldorf bezorgd.
E ELLENDE IN HONGARIJE.
Uit Boedapest wordt gemeld:
De ex-minister Huszar schil derde
in de Nationale Vergadering de ont
vettende ellende in de stad Boedapest.
Binnen korten tijd stierven 280 fami-
mil ies ern nog 100 andere personen den
hongerdood. Daarbij komt dat do bui-
tenlandsohe missies dreigen haar on
dersteuning 111 te trekken, indien de
regeomig niet ingrijpt. De ex-min is-
tea- eisohte, dat de Hongaren den
Oudejaarsdag als offerdag zouden ge
bruiken.
De minister van volkswelvaart be-
estigde de verklaringen van den ex-
minister en deelde mede, dat de kin-
der-ellende in één woord versclixikke-
lijk is. Zuo zijn bijv. in een zaal In
een ziekenhuis die bestemd ia voor
50 personen, meer dan 400 kinderen
ondergebracht. Niettegenstaande al
deze ellende hebben de buitenlandsoh»
missies gedreigd haar ondersteuning
te zullen staken. Nog nooit is een volk
zoozeer bedreigd als thans het Hon-
gaarsche. Bovendien eischt de com
missie van herstel nog 500 millioen.
Terwijl het salaris van liet Hongaar-
scli.e staatshoofd 3 mihoen kronen per
jaar bedraagt, bedraagt het salaris
van eeai Engelschen luitenant in één
maand 8 millioeai. Dat jaarlijksch in
komen van een Bomgaarschen minis
ter is niet voldoende om het onder
houd 'Van een Engelschen luitenant in
eén week te bekostigen, en het jaar-
lij ksch (inkomen van een Hongaar-
sohen staatsambtenaar bedraagt even
veel als drie dagen loon van een En
gelschen arbeider.
REVOLUTIE IN PORTUGAL?
In verband met de revolutieg-eruch-
ten uit Portugal komen nu ook ge
ruchten dat jjet ministerie afgetreden
DE MOORD OP ERZBERCER.
Naar het „Berl. TagePlatt" verneemt,
heeft onlangs te Offenburg een be
spreking plaats gehad omtrent den
stand van het onderzoek in de nioord-
zaak-Erzberger en het daarmee verbon
den onderzoek inzake de s.g, geheime
organisatie IC. Aan deze bespreking
nalnen deellde Badensche minister
van Justitie, de rijkscommissaris voor
de openbare orde, de „Oberstaatsan-
walte" van Karlsruhe e.a. plaatsen en
de beide Badensche rechters van in-
ctie, die het onderzoek "hebben ge
leid in de zaak-Erzberger en de aange
legenheid der geheime organisaties. Op
deze bijeenkomst werd een besluit ge
nomen omtrent de verdere behandeling
der quaestie.
Het onderzoek tegen de geheime or
ganisaties is in hoofdzaak geëindigd.
Er is gebleken, dat de organisatie C.
zich inderdaad over het heele land uit
strekt en over alle provincies van Prui
sen, met inbegrip van het bezette ge
bied, alsmede over alle landen niet
uitzondering van Baden verbreid is.
Men kan verwachten, dat binnenkort
een aanklacht zal worden ingediend.
Wat het onderzoek tegen de moor
denaars en hun medepliohrigen be
treft, dit is nog niet geëindigd cn er
valt niet te voorzien, wanneer in deze
aangelegenheid een uitspraak zal wor
den gedain. Intusschen kan reeds wor
den gezegd, dat bij het onderzoek lot
dusver niet alleen zeer belastend mate
riaal tegen de voortvluchtige daders is
verzameld, maar dat ook belangrijke
feiten zijn vastgesteld omtrent hun
medeplichtigen en de politieke motie
ven, enz., die tot de daad hebben ge
leid. Dit materiaal zal door verdere
onderzoekingen nog- worden aange
vuld.-
Stadsnieuws
JUBILEUM-G. J. VAN CASTEREN.
Zeer vele vrienden van den heer G.- J
van Gasteren, den wakkeren directeur
van onzen Stadsschouwburg, waren
Zaterdagmiddag in dien schouwburg
samengekomen, om hein, bij gelegen
heid vaa zijn zeventigsten verjaardag,
huldigen en hem dank te brengen
voor alles, wat door hem zoovele jaren
lang voor het tooneelleven te Haarlem
Onder de talrijke aanwezigen waren
wethouder Mr. J. N. J. E. Heerkens
Thijssen, voorzitter van de Commissie
van Beheer van den Stadsschouwburg,
do gemeente-secretaris Mr. Th. A.
Wesstra, verschillende gemeenteraads
leden en bestuurs- en gewone leden
van de afdeeliug Haarlem en Omstre
ken van het Nederlandsch Tooneelver-
bond<
Te ongeveer twee uur werd de jubi
laris, feestelijk getooid met een bloem
in zijn knoopsgat, met zijn familie
leden (van wie aan de dames bouquet-1
ten waren-aang-eboden) door den heer
De Kanter, secretaris van dc afd. Haar
lem van het Tooneelverbond, binnen
geleid. Het gezelschap nam plaats op
de eerste rij fauteuils de balcon, recht
tegenover het tooneel. Het publiek ont
ving den heer Van Gasteren staande
net hartelijk applaus. De jubilaris
dankte buigend en met joviaal hand
gebaar./
Daarop begon het eerstya gedeelte
van de huldigingde don heer Van
Gasteren aangeboden feestvoorstelling,
waarover onze medewerking voor het
tooneel, de heer J. B. Schuil, den lezer
in dit nummer van ons blad inlicht.
Na afloop van de voorstelling werd
de jubilaris uitgenoodigd van zijn
eereplaats af te dalen naar het too
neel.
Hier waohlte hem een hartelijke
huldebetuiging.
Eerste spreker was Jhr.- A. W.- G.
van Riemsdijk, algemeeu vooiziiter van
het Nederlandsch Tooneelverbiaj, die
er aan herinnerde, wat door den heer
Van Gasteren vroeger is gepresteerd
als directeur van den schouwburg aan
den Jansweg. Hij was altijd bereidwil
lig voor anderen en dit had tea gevolge
dat zijn medeburgers ook steeds hem
gaarne hielpen. Had hij voor zijn
schouwburg meubelen of requisieten
nood'ig hij had er sleohts om te vra
gen en zij werden hem verschaft. IT et
was dan ook een goede daad van liet
gemeentebestuur, aldus spr., dat het,
nu drie en een half jaar geleden, den
heer Van Gasteren tot directeur van
den nieuwen Stadsschouwburg be
noemde. Spr. eindigde -met den jubi
laris, dien „zeer verdienstelijken Haar
lemmer", als stoffelijk blijk van waar-
dcering namens zeer vele vrienden een
fraai bronzen beeld en een enveloppe
met inhoud aan te bieden, vergezeld
van een album, bevattende de namen
der gevers.
Mr. Heerkens Thijssen deed de blo-e
menhulde van 't gemeentebestuur ge
paard gaan van een toespraak, waarin
hij in herinnering bracht, dat de heer
Van Gasteren indertijd door B. en
W. werd voorgedragen als dc door het
Collego het meest geschikt geachten
candidaat uit ecu lange lijst van solli
citanten en de Raad dacht er blijkbaar
ovenzoo over als B. en W. En het ge
meentebestuur, vervolgde spr., heeft
een goede keuze gedaan, waarvan het
nooit spijt heeft gehad. Het zal nooit
vergeten, dat de heer Van Gasteren
de man is geweest, die de gemeente
den overgang naar den nieuwen toe
stand op tooneelgebied zoo gemakke
lijk heeft gemaakt.
De heer M. Merens, voorzitter van
de afd. Haarlem van het Tooneelver-
bond, ging in zijn toespraak terug
naar 1S70, het jaar van den Fransch-
Duitschen oorlog. Toen was de heer
Van Gasteren zijn korporaal geweest en
spr. had het goed met hem kunnen
vinden.- Zoo wa3 het altijd gebleven.
Verder roemde spr., den jubilaris als
verdienstelijk acteur van „Cre-
en nis uitnemend schouwburg
directeur, die de jongeren 3tecds met
raad cn daad ter zijde stond, waar
voor velen, als Willem van de Veer en
Louis van Gasteren (deze was ook aan
wezig) hem thans nog dankbaar zijn.
"aniens de afdeeling bood de heer Me
ns een krans aan.
De heer P. van Ooy hulcllg-Se den ju
bilaris als een der beste kraoliten van
dc Kon, Letterlievende Verecniging
„Cremer", Steeds was hij voor „Cre-
mer" in de weer, altijd had hij nieuwe
plannen,
De heer Hazevoet, bureaulist van
den Stadsschouwburg, die ook aan den
Jansweg zooveel ja-ren met den -heer
Van Gasteren heeft samengewerkt,
sprak namens het géheelc personeel
van den schouwburg. Spr. bood. den ju
bilaris een bureaustoel en een voeten
zak aan en sprak jn verband met dit
laatste geschenk den wensoh uit, dat
het nog vele jaren zou duren „eer Oome
Gerrit k-ouwe beenen kreeg". Dave
rend gelach in de zaal en op het too
neel, natuurlijk!
Toen trad de ruim tachtigjarige
Louis Moor naar voren. Het was eeu ge-
INGEZONDEN MBDEDEELINGEN
not, deze veteraan, die daar kaars
recht slond ais een man ia de kracht
van het leven, te hooien spreken, Hij
herinnerde acn het woord vau Zoro-
asther, dat men wijsheid, deugd en
kracht moet bezitten, om op den naaiu
,mensch" aanspraak te mogen maken,
'aartoe, meende spr,, de heer Van
Gasteren dus volkomen gerechtigd is.
„Werk met lust, niet roem, maar blijf
dezelfde menschl" eindigde spr., die
namens het Rottordamsch en Hofstad-
tooneel den jubilaris met een krans
huldigde.
„Van der Horst is ongesteld en bo
vendien een looneeldirecteur heeft het
Ln ons land nog al erg druk (niet dat
hij dfiér nu ziek van geworden is,
hoorl)" zei Jan Musch, in zijn aardige,
opgewekte speech, „maar hij heeft mij
toch vanmorgen opgeoeld en mij op
gedragen, u te zeggen, wat 'a aller
aardigst mensch wij u vinden en hoe
wij het waardeeren dat u steeds zoo
met ons, acteurs, medeleeft. Blijf nog
lang in het genot van uw ijzersterke
gezondheid, blijf nog lang directeur
van den stadsschouwburg!" Namens
Het Schouwtooneel bood Musch een
krans aan.
Dit deed ook de heer Dumont, die
daarbij voo'r do hoofden van lakken van
dienst der gemeente Haarlem het woord
voerdeverder werd de jubilaris nog
gehuldigd namens Haarlem's Tooneel,
Zang en Vriendschap, Door Inspan
ning Uitspanning, de H. H. B, S. V.
en Jacob van Lennep,
De heer De Kanter bood namens de
Haarlemsche Tooneelclub een bureau
lamp aan en vereerde den heer Haze
voet, die, zeide spr., dezer dagen ook
een jubileum had gevierd, een stoffelijk f
blijk, van waardeeriag.
Tenslotte sprak de heer J. B. Schuil,
secretaris van de Commissie van Be
heer van den Stadsschouwburg. „Zoo
lang ik het Haarlemsche tooneelleven
ken," zoo richtte spr. zich tol den ju
bilaris, „zijt gij er het middelpunt van
geweest. Als u eens heen zöudt gaan,
zou het mij zijn, of de intimiteit uit den
schouwburg was verdwenen. Van harte
wensch ilc, dat ik nog lang als secre
taris van de Commissie van Beheer met
u zal samenwerken," Spr. las daar
na tal van telegrammen van geluk-
wensch voor, o.m. van Else Mauks,
Jan C, do Vos, Victor Faassen, Frits
Bouwmeester, Christine Poolman, Wil
lem en Jacqueline RoyaardsSand-
berg,
„En nu moet ik toch zeker ook nog
wat zeggen?" aldus begon de heer
Van Gasteren, die steeds meer „in de
bloemetjes" was komen te staan, ge
moedelijk als altijd, zijn kort dank
woord. „Het is zoo moeilijk. Want
waar zal ik woorden vinden?" Ik ben
overstelpt. Ik dank u allen recht har
telijk, in 't bijzonder het gemeente
bestuur en de heeren Van Riemsdijk,
Schuil cn De Kanter, die het initiatief
tot deze huldiging hebben genomen. Ik
dank u I" En daarop volgde het breede
gebaar dat wij van den heer Van Gas
teren kennen.
Na afloop van de huldiging hield de
jubilaris receptie in den foyer, waar
zeer velea hem kwamen complimenv
teeren,-
Het Tooneel
HET FEEST VAN DBN HEER
VAN GASTEREN.
Een schitterend leest hebben wij
den lieer Van Gasteren voorspeld, een
schitterend feest is het geworden. Een
middag, waaraan hij -zeker tot zijn
laatsten dug met innige danlcbaairbeid
2al terugdenken.
Toen li ij met zijn kinderen en klein
kinderen op het balcon van onzen
Stadsschouwburg verscheen, moet liij
hebben gevoeld hoe de genegenheid
van heel 'die viollq zaal naar liem
uitging. Zeer en oprecht gemeend was
het hartelijk applaus, dat van alle
rangen opklonk, toen men den syrn-
pathièken ouden heer met zijn beken
den vr i en del ijken glimlach daar zag
staan. Heel het publiek was blij hem
te zien en ham te kunnen toonen, hoe
zeer het zijn persoon en zijm Werken
waardeert. E11 toon ik heaii 'daar voor
don aanvang dor voorstelling tueschem
zijn twee dochters, zijin schoonzoons
en zijn heide kleindochtertjes zag zit-
tem, toen viel het mij op, welk een de
coratieve figuur onze schouwburgdi
recteur tooh is. Van Garten-en heeft
iets gemeen met de groota acteurs,
met een Bouwmeester en een Moor:
hij schept en hij doet dit geheel
onbewust obmospheetr óm zich heen.
Hij was gehoed ©11 al zonder eenige
gewildheid op deze huldigingavoor-
steMing de jubilaris en nooit
hadden de fauteuils de balcon een
feestelijker aanzicht als Zaterdagmid
dag, toen onze directeur daar zelf ia
peisoon had plaats genomen.
„Mijn klein kinderen sproken eiken
dag over m'a feest!" zoo zei (1e lieer
Van Gasteren mij een-igo weken gele
den. Zij zullen daar ben ik zeker
van jarm «n jaren later nog over
dit feest spreken en, als zij oud zijn
geworden, zullen zij nog met trots en
met aandoening in ban stem vertol-
Jen van dezen middag, waarvan zij
dun earst volkomen de beteek-enis in
haar volle waarde zullen begrijpen,
/ij zullen niet /ontroering dan spreken
oyer hun besten, braven grootvader,
die in Haarlem zóó bemind was, dat
Hij op zijn zevontigsten verjaardag
ojwlor bloemen letterlijk bedolven werd
en honderde brieven en telegrammen
uit alle dcelen van het land ontving,
zij ajullen dan vertellen van dezen
moöien feestdag, waarop grootvader
zoo hartelijk en met wooirdeu vol van
oprechte waard-ecring werd toegespro
ken door tal van spreker wel vijf.
tien! die allen kransen en cadet:.
aandroegen en van de artisten de
hekendst-en uit dien tijd! die u.t
verschillende plaatsen waren overge-
aomctn om te spelen ter eero van z ij n
feest, zij zullen ook vertellen van het
oogenblik, dat grootvader zelf ant
woordde en alen .dankte voor de hul-
mg e" van het gejuich dat van alle
r&ngen opging en van het „lang zal
ie loven!" dat in dien vollen schouw
burg weerklonk, toon grootvader had
uiigesproken. Zij zullen de herinne
ring aan dezen dag bewaren als iets
wonderlijk moois ©n zij zullen altijd
hun grootv;bdür bijIven zien, zoo-als
iii j daar stond op het tooneel tussclien
7-i.in bloemen en zijn kransen en zijn
cadeaux, met op den achtergiond dien
U'ooten kring van herren, die allen
daar waren, alleen om heiu te huldi
gen. En zij zullen met aandoening
vertellen, hoe ©en heel oud-acteur, een
man van S2 jaar met e©n mooie, de
coratieve figuur en een prachtigen,
grijaan kop tot grootvader zei: „Blijf
wie je bent, een best, braaf mensch'I'
en met trots zullen zij tot hun kindc
ren dam rfeggen: Op dien dag hebben
wij gezien, hoe grootvader in Haar
lem bemind en vereerd werd!"
Hot was een mooie feeetvoorsielling,
ook door het programma, dat werd
gogev/en. Zoodra men wist, dat de
lieer Van Gasteren ging jubileeren,
waren alle gezelschappen dadelijk he
boid hun medewerking aan dit feest
te verleenea. Zoo had ook onmiddel
lijk d,e heer Royaards zich bereid
verklaard over te lcoman en van de
medewerking vau I-Iet Nederlandsch
Tooneel moest enkel worden algezien,
omdat de feestdag' samenviel niet do
generale repetitie van dm Gysbroghf
van Aemstel.
De middag werd geopend met de
opvoering van Crisis, do dramatisch©
schets van mevr. A. C. Craandijk
Schuil door de dames Van Eysden en
Tartaud. Dat juist deze 2 artistam
Marie van Eysdon-Vink en Alida Tar
taud op zijn feest medewerkten, heeft
de heer Van Gasteren op zeer hoogen
prijs gesteld. Z ij n Rotte r-;l a m-
m>ors! I ik weet - c Va,n Gaste
ren daar altijd over spreekt.. De Za
terdagavonden van do Rotterdam
mers, hel waren reeds in den tijd van
den Jansweg d© mooie avonden voor
den heer v. Gasteren. Met ontroering
kan Van Gasteren mij nog steeds ver-
lellen, hoe hartelijk en lief mevr. Van
Eysden en mevr. Tartaud altijd voor
zijn goede, brave vrouw zijn geweest
en daarom was hun medewerking li«m
nog iets meer dan een artistieke trien
delijkheid.
Voor ons was het bovendien een
vreugde, omdat wij d'eze twee- actrices
in ec-n kort éénbedrijfsstukje hebben
mogen zien samenspelen, zóó ontroe
rend en zoo innig, als wij het ons bij
na niet herinneren. Het is wat moei
lijk voor mij om in deze rubriek mijn
oordeel over Crisis uit to spre
ken. A,ls het zoo zeer „in dc familie"
is, niet waar?, dan zal men allidht
denken, dat ik er niet geheel objectief
over lean oordeeten. Toch weet ik ze
ker, dat ik dit stuikje, ook als liet niet
„van de familie" was, zou prijzen om
den ge concentre c r (i cn bouw, het ge
voelig sentiment en den knappen dia
loog, van de oude mevrouw nu cn
dan ïilieen wat te rhetariscTi. Laat
ik in dit geval edhter do opinio van
oen ander mogen geven, het ooi'deel
van den heer Louis Moor, den alti.d
nog jeugdigen nestor van onze IIol-
ian-dfiche tooxiieelspelers, die mij
zander iets van onze „relaties'' af te
weten van Crisis zeide: „Dat stukje
hoeft mij ontroerd ik heb in tijden
niet zoo'n knappe schets gezien, In
20 minuten geeft de auteur een heel
drama, waarvoor anderen 5 bedrijven
1100dig hebben. Het leven van die
twee vrouwen staat door d'ie korte
B am abas keak naar haar; hij beefde, re moest neerslaan; tóch 'ging ze door
liet haai' los en sprong overeind.
„Ilc geloof', zei hij', terwijl hij ach
omdraaide om zijn stok op te rapen,
„ilc geloof "dat we maar weg moesten
gaan".
Maar het meisje bleef op den grond
.knielen en keek hem van onder haar
vochtige wimpers aan.
„U, laat me los!" zei ze verbaasd.
„U was zoo, hulpeloos!" zei Barna
bas. „En. u Is hier gekomen om uw
broer".
„O maar u twijfeki© eerst aan
mij, u dacht dat ik hier gekomen was
,&m 'lien dien ellendeling te ontmoe
ten".
„Vergeel Barnabas smco-
kende.
„Wnarom sou Ik doenj„
„Omdat ilc u lief hk>.
„Dat hebben al zooveel m- --
gezegd", zuchtte ze.
„Maar ilc", zei Barnabas, „ik be».
'de laatste, en de laatsten zullen dje
eersten zijn en ik heb u lief, omdat
u zoo eerlijk, rein en dapper is".
„Liefde!" riep ze uit. „Nu al? En
u heeft mij nog maar eens gezien!"
„Ja", knikte hij, en daarom kunt
u we! zeker verwachten, dat ik u te
zijner tiid ook zal aanbidden".
- Bern abas stond op zijn 6i,ok ge
leund, een lange, indrukwekkend o
gedaante; hij sprak zacht, maar zijn
stem trilde in baar ooren, en er was
'cis in zijn oogen waarvoor ze do lp/-
met vragen.
„Mij aanbidden? Wanneer?"
„Als u mijn vrouw is".
Weer zweeg ze en trok met haar
kleine handje zenuwachtig aan het
gras."
„Is u zoo zeker van mij vroeg ze
ten slotte.
„Neen alleen van mijzelf".
„Aha! bet is dus uwe bedoeling mij
hier een belofte af te dwingen?"
„Neen".
„Waarom niet?"
„Omdat het avond is en zoo een
zaam» Ik zou niet willen dat u weer
bang voor mij werd. Maar den een of
anderen dag zaj. ik bij u komen ais
de zon hoog aan den hemel staat en
er mensdhen im de buurt zijn. Dan zal
ik het u vragen".
„En als ik weiger?"
„Daar zal ik wachten".
„Tot ik met iemand andera trouw
'"j^t u van, meening verandert".
'ilc vt.QQ.[ wel dat ilc weiger cm zal",
sc'hijnlijk is"% d"t dot hoed waar-
Waarom?"
„Orudat Ik zoo ohw^
daarom vond ik het ook'if ben. En
als u knielt terwijl ik sta". 'wettig
„En het gras Is erg vooTUu.
zuchtte ze.
de zwervende zanger tusschen hen
staan en keek met zijn zonderlinge,
heldere oogen van den een naar den
ander.
„Wacht I" zei hij. „De wijze gees
ten hebben mij verteld, dat zij dio liier
voor u knielt, begeerd om haar schoon
heid em gezocht om haar geld, ook in
de toekomst zoo voor u zal knielen.
En iemand zeilfe ik, de anme Bü'Iy
zal tusschen u in, staan en uwe
handen in elkaar leggen en u vragen
samen door het leven te gaan, ver
trouwend op elkanders liefde en
kracht net als Billy nu doet. En mis
schien zuilt u in dat uur naar de stom
luisteren, want de tijd brengt vele
veranderingen, de trotsdh» lieden
worden vernederd en de nederlgen
verhoogd. Stil, de wijze geesten wor
den ongcduldigd, ik moet zingen; ik
hoor hen roepen in de hoornen en
moet maken dat ik weg kom. Maar
hoorZe hebben mij uw naam gezegd,
Barnabas? ja, ja, Bam Barnabas
-- de andere doet er niet toe, daar
zwijgen we over! Bairnalbae, aha nu
weet ik het, bij volle maan zullen we
elkaar weer ontmoeten, aide drie. Ja,
ja, dat is de nacht van de elven, als
de geesten door de lucht zweven. Dan
zal ik u nog veel meer vertellen,
pi aar nuZe roepen mij. Zij is
p*»
Barnabas deed een stap naar voren lieid. en mooi en door havr schoon-
,.a stak de hand uit om haar te hel-1 lijden "Age veel moeten lijden. Maar
pen maar terwijl hij dtt djeod, kwam om haar "U-.de mcnschcn sterker; en
zal ze zidh den een
of anderen dag moeten schamen.
Maar van schaamte komt men tot ne
derigheid vaarwel ilc moet weg
gaan. Tot ziens. Wij zullen elkaar m
Londen weerzoen, denlc ik ja, ja
in Londen. Oho oesters, oesters,
meneer?
Menig© ridder en edeLvrouwi
Prijst e<r mijn oesters fijn
Ook u zult zeggen, naau' ik vertrouw
'Dat er beter oesters niet zijn,
Oesters, wie koopt er mijn
oesters, oh!
En hij boog, keerde zioh om en
danste wee in de duisternis, en boven
het ritselen van do bladeren uit klonk
het gerinkel van al zijn knoopen,
steeds zachter, tot al'es stil was. En
nu zuchtte het meisje en stond op, en
naar Barnabas kijkend, zuchtte ze
weer maar heel zaoht. En Barnabas
stond nog verwonderd den vreemden
man na te staren, en dacht over zijn
onsamenhangende woorden. Zoo kon
het meisje zonder dat hij het merkte,
hein op haar gemak gadeslaan ze zag
het donker© krulhaar, db groot e,
schitterende oogen, de vooruitsteken
de kaak, de gevoelige neusvleugels, de
sterke mond. En zij had hem een
„boer" genoemd, „een weggeloopen
stalknecht" zo b!ad zelfs ze kon
het Iidteeken nog op zijn wang zien
Zou het hem erge pijn doen?"
„Cielc, natuurlijk ja, eon krank
zinnige arme kerel", zei Barnabas,
nog in gpdachten verzonken,
„En hij zei, dat u Barnabas heot-
te."
„O, ja, dat is zoo, dat beeft hij ge
zegd." zei Barnabas, terwijl bij langs
zijn kin wreef, „en dat is heel vreemd
want ik hem hem nooit eerder gezien
of van hem gehoord.
„Dus u heet werkelijk Barnabas".
„Ja. Barnabas Bar Beverley".
„Beverley?"
„Ja, Beverley. Maar nu moeten wa
aaan."
„Vertol mij eerst eens hoe u mijn
naam te weten is gekomen
„Van Horatio van Viscount De-
vonham."
„Kent u hem clan?"
„Ja, en wij kennen elkaar "ook" als
medeminnaars."
„Medeminnaars? Waarvan
„Van u zolf".
„Van mij Mjnar maar wat heeft
u hom dan verteld, mijnheer?"
„Ik heet Barnabas. En ik heb hem
verteld dat ik waarschijnlijk den een
of anderen dag met u zou trouwen."
„Heeft u hom dat verteld?"
„Ja, ik vond het mijn plicht, omdat
hij mijn vriend is."
„Uw vriend? sedert wanneer,
mijnheer?"
„Sedert vanochtend ongeveer tien
„Mijnheer, is u niet erg voorbarig;
„Mijnheer ia u niet een erg voorbarig
iemand
„,Dat begin ik ook te gelooven".
En ik heet Barnabas".
„■Sinds vanochtend tien uurDus u
kent mij nog langer."
„Ongeveer een uur langer."
Vlug keerde ze zioh van hem af,
maar hij had' nog even het kui'tje in
haar wang gezien. En naast olkaar
liepen ze naar de rand van de open
plek.
Toen hij bukte om de takken voor
haar uit elkaar te buigen, zag ze weer
de gloeiende plek op zijn wang en
toen ze dat zeag. sloeg ze haai- oogen
neer en zeide heel zachtjes op medelij*
denden toon
„Mijnheer, och mijnheer I"
„Ik heet Bamabas."
„Ik vrees ik doet uw wang
erge pijn, mijnheer Beverley?.
.jMeen, niet erg. En ik heet Bama
bas."
„tk bet was niet mijn bedoeling
om u..„ om...."
„Noen, neen, het was mijn sohaüd>
Ik ik maakte u bang en de pijn
is lieusch heelemaal over" stamel*
de hij terwijl hij de takken voor haar
op zij hic'cl. JVL^o"' ze bleef staan waar
ze stond, en haar gezichtje was heele
maal in haar kap verborgen. Einde
lijk sprak ze, en haar stem klonk heel
zacht
„Hselemaal over, mijnheer?"
„Heelemaal over en ilc heet
„Ik ben er blij om, Barna*
bas."
(Wordt vervolgd;);