HAARLEM'S DAGBLAD
De nieuwe wet op bet Middelbaar Onderwijs.
Buitenlandse!! Overzicht
l-'eisïïleton
De ftvortïuren
van Barnabas
DINSDAG 17 JANUARI 1922 TWEEDE BLAD
Den tiiluu Octobor 1921 ia door den Mi
nister vim Onderwijs b\j de Tweede Ka
mer ingediend een nieuwe wet op bet
Middelbaar Onderv.ys, die van het groot
ste belang belooft to worden voor een aan-
tienlyk en steeds toenemend gedeelte ven
het Noderlandsche volk.
liet zal daarom niet ondienstig zijn ®eu
overzicht van den inhoud dezer .wet te
geven.
Do iioogcro Burgerscholen, in het lev
geroepen door do Wet Thorbecke van
Mei 1SG3, hebben in ruimen kring nut ge-
eticht; het is niet overdreven te zeggen,
dat do toenemende ontwikkeling van ons
volk in de laatste halve eeuw en de voor
uitgang op het gebied van wetenschap
zoowel als op dat van handel en nijverheid
voor een groot dool aan die wet te di
ken zijn. Tal vuu ondernemende leiders
van groote instellingen van nijverheid,
verkeer en handel, zoo goed ais mannen
van lietcekeuis voor «te wetenschap zyn
door de H.B.S. gevormd.
liet spreekt vanetlf, dat de ©lachen,
welke een steeds grostwido en zich ver
nieuwende maatschappij stelt, niet de
zelfde blijven; reed» sedert lang voldoet
de Wet Thorboeko niet meer. Door do ont
wikkeling dor natuurwetenschappen on de
Btijgondo wanrdooring van het natuur-
wetenschappelijk onderzoek is steedB meer
de natuurwetenschappelijke vorming naast
do humanistische in cere gekomen; meer
en meer is do H. B. S. geworden een school
voor voorbereidend Hooger Onderwijs.
Hcedu sedert vele jaren levert do II. B. tS.
rnim do helft haror leerlingen af aan Uni
versiteiten eu Hooge8cholen; voor de over
blijvi'iido helft behoort ze overeenkom
stig do eigenlijke bedoeling van den wet-
jevcr algemeen ontwikkelend eindon
derwijs te geven. Deze tweeslachtigheid
vuu het doel der H. B. scholen heeft
schadolijk gewerkt. Hoewel het Wis-
Natuorkuudig onderwijs het leeren op
merken en waarnemen aankweekt en
wetenschappelijke methode van onderzool;
eu beschouwing bevordert, zoodat het op
don voorgrond 6taan daarvan wel voordco
len medebrengt, ook voor hen die mot in
de wig- en natuurkundige vakken door
gaan, valt niet h? ontkennen, dat tal
jongelieden, wier aanleg in een a.i-lere
richting ligt, zich op de H. B. S. te zeer
niet <lio vakken moest bezighouden. Ben
tekort aan taal- en letterkundig onderwas
voor deze cutcgorio van leerlingen, maar
vooral ook een innerlijke onbevredigd
heid met liun studio was daarvan dikwy'ls
een gevolg. Menige klacht van „overla
ding" is hierdoor te verklaren. Difiereu-
tieering van het onderwys, overeenkomstig
don natuurlijken aanleg en de oeganfdheid
,der leerlingen is dan ook een dringende
eisch.
1 u ile uiomorio van toelichting op het
nieuwe wetsontwerp worden als verdere
bezwaren tegen do bestaande organisatie
van het Middelbaar en voorbereidend M.
O. genoemd do onvoldoende aansluiting
van liet Lager anti het voortgezet ouder
wijs iuzoudorhoid het bezwaar vaa den
te plotscliogon ovorgang van klassconder-
wijzor tot afzondorlyko leeraren voor cll;
vak eu do mooilijkhei i voor tie ouders
om voor hun 12-jarig kind eau kc ,ze tns-
'sehen Gymnasium en H. B. S. te doen. In
derdaad stnut oji dien leeftijd ae aanleg
ngg niet voldoende vast om uit te maken,
welke der beide scholen het mearj voor
dcu leerling past. Hot is dan ois we!
te begrijpen, dat de ste-tV.ing vuu bijzon
dero lycea, buiten co wet om, met de
hoofdbedoeling een tweejarig uitstel van
keuzo te verkrijgen, door tal van ouden,
act vreugde werd begroet.
Andere bczwareu b.v. de onvoldoende
rcgeüug van do opleiding der leeraren en
van «lo bevoegdheid tot het geven van
middelbaar onderwijs buiten beschou
wing gelaten, is ten slotte nog een groote
leemte in de bestaande wet, dat deze hot
ouderwijs aan meisjes geheel ongeregeld
laat.
Do laatste tevens eerste officieelo
poging tot reorganisatie van ons middel
baar- en voorbereidend hooger onderwijs
is gedaan door do door Minister Kuypcr
icLioomde Inecnscliakeliugseomuiissie, wel
nu in 1910 haar rapport uitbracht. De
voorstellen dezer commissie, welke in on-
dorvvyskringeu weinig instemming vonden,
zijn, in een wetsontwerp belichaamd, in
lhlö door Minister Heemskerk by do Ka
mer iugediend. Hoewel dit ontwerp ceuigc
maanden geleden ingetrokken is, zonder
In behandeling te zyn gekomen, is toch
het. work dezer commissie van groot nut
geweest:. In menig opzicht n.l. heeft Mi
nister ile Visser vnn dien arbeid gebruik
gemaakt.
By liet wet8ontworp.de Visser wordt
mot do hiorbovon aangegoven bezwaren
ter dogo rekening gehouden. Uitstel van
do bero'pskeuzo en een sterke differen-
tieeriug van het onderwy3 zyn do hoofd
beginselen. Hot stelsel van een geiueen-
Bcbappelyken grondslag van twee jaren
met gelylc onderwya voor alle scholen, (het
Gymnas.uw nlloen uitgezonderd) en zonder
amlerwys in Latijn on Grieksch, mot daar
na eon 8?litsiug in drio eu later nogmaals
een bifu.-cntio dor verschillende richtin
gen, brengt grooto verbetering, èn door
hot uitstel vaa keuze vnn richting èn door
lat het onderwijs zich beter naar den
aanleg der leerlingen kan voegon- Hoe de
minister aan het bezwaar van de te ingrij-
peude verandering in ondcrwijsmothode
by overgang van ue lagere n.iar do mid
delbare school tegemoet deukt te komen,
valt uit de wet met af to leiden. Vermoe-
celyk zal een zoodauigo regeling der be
voegdheden getroffen worden, dat in de
lagere klassen.
lagere klassen het enderwys in verschil
lende vakken inéén hand kan komen, t Is
te hopen, dat in dit geval de eischen van
vakkennis en ontwikkeling, ook aan den
leernar dor lagere klassen te stellen, niet
tè zeer verlaagd worden.
Middelbaar Onderwijs wordt volgens
het wetsontwerp gegeven aan
Lycea, Hooger© Burgerscholen, Mid
delbare sahol-en voor meisjes, alsook
aan da GvxoKasia. Het onderwijs aan
do Hooger© Ha-ndelsechoien is niet in
de wot oDgenoioGO. Intusschen heeft
de minister d9 gelegenheid openge
houden. om, indien dit gewensclit
mocht bUiken, dit type van soliolen in
het lyceumverband op te nemen. Het
gymnasiaal onderwijs, thans Hooger
onderwijs genoemd, wordt voortaan,
evenals het onderwijs aan de eerstge
noemde onderwijsinrichtingen, hij de
wet op liet, M. O. geregeld. Het Gym
nasium moet volgens den minister be
houden 'bliiven, „omdat de ervaring,
met de Lycea opgedaan, zich nog
over te weinig jaren en te weinig
scholen uitstrekt, om te kunnen con-
cludeeren, dat zij onder alle oxnstan
digheden de gymnasia zullen kunnen
vervangen", een verdediging van het
recht van bestaan der Gymnasia,
welke den voorstanders van een klas
sieke vorming wel niet zal voldoen.
Slechts aan gemeenten van meer dan
40.000 inwoners wordt de verplich
ting opgelegd tot het oprichten of in
standhouden van een inrichting van
klassiek onderwijs, hetzij een Lyceum
-met klassieke afdeeline (A) of een
gymnasiumkleinere plaatsen zijn tot
oprichting van zoodanige onderwijs
instelling niei verplicht. Het Gymna
sium met onderwijs in het Grieksch
en Latijn ook in de eerste twee klas
sen zal in de toekomstige organisatie,
in tegenstelling met het Lyceum, ge
ïsoleerd komen te staan overgang van
het gymnasium naar een der andere
typen van scholen of omgekeerd, zal
niet gemakkelijk zijn. De onderwin
ding zal leeren, of deze onderwijsin
richting niettemin haar recht van be
staan zal behoud en. Daartoe zal noodig
zijn, dat vele ouders van oordeel zijn,
dat men slechts van een waarlijk klas
sieke opvoeding kan spreken, als het
onderwijs in het Latijn reeds in de
lste klasse aanvangt, en dat in Latijn
en Grieksch niet in een viertal jaren
wordt samengedrongen. Vermelding
verdient, dat nergens in de wet de
stichting van een H. B. S. met vijf
jarigen cursus verplioht is gesteld.
Dituschen kan en zal de H.B.S. als
zolfstandige onderwijsinrichting blij
ven bestaanze wordt dan echter
gereorganiseerd en geheel gelijk aan
<le hieronder te noemen afdeeling C
van het lyoeurn, met inbegrip van den
onderbouw.
Wat nu de thans voorgestelde in
richting van het Dvceum betreft, dit
bestaat, geliik reeds opgemerkt is, uil
een onderbouw met tweejarigen cur-
sus, ir< welken liet onderwijs voor alle
leerlingen geliik is en een bouw, die
in drie afdeelingen gesplitst is-
Een afdeelingA met vierjari
gen cursus, die de opleiding bedoelt te
geven van het humanistisch «rvmna
si um (het Latijn en Grieksch worden
dus in vier leerjaren samengebracht)
en die evenals het Gymnasium in de
twee hoogste leerjaren in twee rich
tingen I en II gesplitst is. In I, be
stemd voor a.s. theologen, litteratoren
en juristen, staat op den voorgrond
het onderwijs in de letterkundige en
historische vakken, in II, bedoeld
voor a.s. wis- en natuurkundigen, me
dici. ingenieurs en wederom juristen,
dat in de wis- en natuurkundige vak
ken.
Een afdeeling B. eveneens
met vierjarigen cursus, aan welk© de
orm gegeven zal worden van het
hier te land© nog onbekende Real-
gvmnasium. In deze afdeeHng wordt
niet de Grieksche taal, wèl hei Latijn
onderwezen de Staatswetenschappen
worden uitdrukkelijk als onderwijs-
vakken genoemd. Zc is bestemd voor
een deel der a.s. juristen, inzonder
heid voor die welke zich in het econo
mische. financieel© of commercieels
leven zullen begeven, en voor moder
ne litteratoren.
Een afdeeling C, met drieja
rigen cursus (behoudens goedkeuring
van den minister wordt de vrijheid
gelaten er een vierjarigen cursus van
te maken), welke te zamen met den
tweejarigen onderbouw een onderwijs
inrichting vormt in hoofdzaak over
eenkomende met de tegenwoordige H.
B. S. met 5-j. c. Echter wordt ook de
ze afdeeling C. in tegenstelling met
de tegenwoordige H.B.S. in de laat-
ste 2 leerjaren gesplitst in twee rich
tingen I en II. In 1 staat het onder
wijs in de letterkundige en eoonomi-
sche. in II dat in de wis- en natuur
kundige vakken op den voorgrond.
Het volledige Lyceum is dus een
eenheidsschooT; de klassieke en de
natuurwetenschappelijke vorming zijn
in één onderwijsinrichting vereenigd.
Terecht verwacht de minister veel
goeds van den invloed, dien de ver
schillende geestesrichtingen op elkaar
zullen uitoefenen.
Volledig behoeft het Lyceum niet
te zijn; het zal echter naast de af
deeling C minstens één der afd. A
of B moeten tellen. De afd. C kan
met een tweejarigen onderbouw ge
heel afzonderlijk bestaanze heet
dan H. B. 8. met B-jarigen cursus.
De stichting van de afd. B., in den
vorm zooals dit wetsontwerp dien
bedoelt, wordt door vele voorstan
ders van een klassieke vorming sterk
afgekeurd. Van verschillende zijden
wordt do vrees uitgesproken, dut
deze afdeeling de werkelijk klassieke
afdeeling A zal ontvolken, omdat ze
in vele gevallen gemakkelijker tot het
doel zal leiden.
In deskundige kringen (men zie
o.a. de desbetreffende oproeping van
orzen stadgenoot dr. Spoelder en
anderen, in het Avondblad van de
Nieuwe Rotterdammer Courant van
Zaterdag 7 Januari j.l.) ziet men in
de stichting van afd. B. die een
slecht surrogaat voor de klassieke
opleiding zal geveneen groot ge
vaar voor do klassieke vorming in
ons vaderland.
Behalve de afd. B verdient ook aid
C (overeenkomondo met de H. B. S.
met 5-j. c.) een afzonderlijke bespre
king. Van zeer groot belang is de
splitsing van deze in een Wiskundige
en een Litterair-economische afdee
ling. Hiermede wordt recht gedaan
aan het groot getal leerlingen, Jat,
zonder van plan te zijn in de Wis-
ea Natuurkundige of technische rich
ting verder te gaan, de H. B. S. tot
het einde toe volgt, al brengt het vol
gen van die vakken voor hen soms
groote moeilijkheden mede. Deze
leerlingen zullen zich ia de toekom
stige afd. C I meer naar hun aanleg
kunnen ontwikkelen, waardoor, naar
te verwachten is, hun arbeid bevredi
gender en het resultaat daarvan be
ter zal worden, terwijl bovendien
door de toegepaste selectie het on
derwijs in de exacte vakken in de
afd. C II meer tot zijn recht zal bo
men.
Terwijl deze laatste afdeeling in
hoofdzaak de gewenschte voorberei
ding zal geven aan hen, die in de fa
culteiten der Wis- eD Natuurkunde en
die der Geneeskunde (evenals af J.
A II) en ook aan hen die die aan de
Technische Hoogeschool zullen gaan
studeeren, zal, naar de minister
meent, .,do afd. O I een uitnemende
voorbereiding kunnen geven voor do
onderscheidene bedrijven der maat
schappij, waarop Thorbecke het oog
had, voor posterijen en telegrafie,
voor registratie cn directe belastin
gen, voor notariaat, en handelshooge-
school, voor candidaat-Indisch amb
tenaar,voor de school voor Maatschap
pelijk werk. voor ambtenaar bij de
ministeries, bij de Raden van arbeid,
Rijksverzekeringsbank, Rijkspost
spaarbank, openbare leeszalen en
bibliotheken". Ook acht de minister
haar geschikt om de gewenschte al-
gemeene ontwikkeling te geven aan
hen, die niet verder studeeren, maar
later toch geroepen kunnen worden
om in hun omgeving aan het maat
schappelijk leven actief deel te ne
men en do gewenschte voorontwikke
ling te waarborgen aan hen, die zich
voor een middelbare acte in de lit
teraire, historische en economische
vakken willen bekwamen of zich na
een aanvullingsexamen in het Latijn
aan universitaire examens in rechten
of nieuwe letteren willen onderwer
pen. Eindelijk^ ook zal deze afdeeling
volgens de memorie van toelichting
voldoende geschikt personeel kunnen
leveren san bank- en handelsinstel
lingen, voorzoover deze laatste niet
de speciale vooropleiding eischen,
welke de handelsscholen beoogen te
geven.
De in de toekomst "zeker zeer tal
rijke leerlingen van de afd. C. vau
het lyceum zullen, gelijk reeds opge
merkt is, in tegenstelling met de be
zoekers der afdeelingen A. en B.,
hun studie in vijf jaar kunnen "ol-
tooien, indien althans niet te zeer
gebruik gemaakt wordt van de in de
wet, geboden gelegenheid om de stu
die ook voor dio afdeeling tot 6 jaar
uit to breiden. Inderdaad schijnt, nu
de O afdeeling gesplitst zal worden,
nog minder dan vroeger reden te be
staan tot verlenging van den cursus
duur.
Dg door den Onderwijsraad in uit
zicht gestelde „Gleichberechtigung"
der einddiploma's is door den mi
nister niet overgenomen. Het eind
diploma van een lyceumafdeeling
opent dus slechts de gelegenheid tot
studie in bepaald aangegeven facul
teiten. Het verschil in cursusduur der
verschillende afdeelingen, maar meer
nog de schade, welke de studie der
klassieke talen door zulk een gelijk
stelling zou ondervinden, zijn voor
den minister een reden geweest zich
tegèn eeh' gelijkstelling der diploma's
te verzetten. Intussehcn zal door bet
instellen van naar wij hopen, niet
te moeilijke aanvullingsexamens
do studiebovoegdheid uitgebreid kun
nen worden, zoodat iemand, die wil
gaan studeeren in een andere rich
ting dan die, waartoe dc door hem
gekozen afdeeling gelegenheid geeft,
de gemaakte fout zonder te groote
bezwaren zal lawinen herstellen.
Uit liet voorafgaande is duidelijk,
dat aan den eisch van uitstel der be
roepskeuze en van sterke differen-
tieering van het onderwijs bij dit
wetsontwerp voldaan is. Veel meer
dan thans zal de leerling het onder
wijs kunnen genieten, dat met ijn
aanleg overeenkomt. Verhooging van
de lust tot arbeiden zal daarvan het
gevolg zijn, terwijl de leeraar tot
grooter bevrediging zijn omlerw.js
zal kunnen geven, omdat, meer dan
thans, leerlingen met eenzelfde aan
leg en bestemming in een afdeeling
vereenigd zullen zijn.
Het verdient nog opmerking, dat
aan alle middelbare Bcholen de vrij
heid gelaten wordt om, behojdms
goedkeuring van den minister, een
tamelijk groot getal 'csuren \oor
de lycea bijv. 6 oer week - 'o be
stemmen voor het onderwijs in vak
ken, ter keuze van de i chool. Behal
ve aan verstandelijke en lichamelijke
opvoeding zal dus, .olgeus den mi
nister, meer aandacht geschonken
kunnen worden aan de godsdienstige,
moreele en aesthetischo opvoeding.
Vermoedelijk gevoelt de minister zelf
dat de eischen aan de viddelhare
scholen te stellen, niet zullen gedoo-
gen, in dit opzicht to ver te gaan. In
de memorie van toelichting wordt al-
tahns opgemerkt, dat de z.g. „vrijs
uren" ook gebruikt kunnen vctden
voor uitbreiding van het onder vijs in
de wettelijk voorgeschreven vtlken.
wat inderdaad zal het peil van het
onderwijs niet al te zeer dalen aiet
zal kunnen uitblijven.
Terwille van de ineenschakeling van
het onderwijs krijgt de H. B. S. met
3-j. c., in welker 3de klasse eind-onder-
wijs gegeven wordt, en die ook bij deze
nieuwe wet blijft beslaan, denzelfden
onderbouw als de verschillende Ly-
ceum-afdeelingen, zoodat overgang ook
van deze naar andere onderwijs-inrich-
ringen mogelijk blijft. Ook de H.
met 4-jarigen cursus de Wet noemt
ook die en alle middelbare onder
wijsinrichtingen voor meisjes krijgen
dien tweejarigen onderbouw.
Hoe is nu het onderwijs ?oor de
meisjes geregeld?
In de wet wordt behalve het Lyceum
•voor meisjes ook de z.g. „Middelbare
school voor Meisjes" genoemd. Het
Lyceum zal van het gewone gemengde
Lyceum in dit opzicht verschillen, dat
ook de afd. C. van 4-jarigen duur zal
zijn, en dat de splitsing in de richtin
gen I en II niet voor de hoogste twee,
maar voor de hoogste drie klassen
wordt doorgevoerd. Een en ander na
tuurlijk met de bedoeling, een rustiger
gang van het onderwijs te verzekeren.
De zelfstandige afd, C krijgt, tezamen
met den 2-jarigen onderbouw, den
naam van ,,H. B. S. met zesjarigen
cursus voor Meisjes". Uit den aard der
zaak zijn de rechten, aan de diploma's
van het meisjes-lyceum verbonden, de
zelfde als die van de gemengde Lycea.
Voor de „Middelbare school voor meis
jes", die, met inbegrip van den 2-jari
gen onderbouw, een 5-iatigcn cursus
zal hebben, zijn de rechten van het
eind-diploma niet in de wet vastgelegd.
Het is zeer te hopen, dat door een ge
makkelijk stelsel van vrijstellingen en
aanvullinggsexatncns de toegang van
deze „Middelbare school voor meisjes"
tot de Universiteiten vcor bijzondere
gevallen althans mogelijk wordt ge
maakt, daar anders te vreezen is, dat
deze onderwijsinrichting den strijd om
het bestaan niet zal kunnen volhouden.
Dit zou zeer te betreuren zijn, omdat
juist dit type van school met haar al
gemeen vormend eindonderwijs, da:
volgens den minister zal moeten vol
doen aan de eischen, weike het maat
schappelijk leven aan de beschaafde
vrouw in het algemeen stelt, een waar
lijk vrouwelijke opleiding zal kuDnen
geven.
'gemeenten beneden '40.000 inwoners
iaat, is het gevaar allerminst denkbeel
dig, dat openbare middelbare onder
wijsinrichtingen in bijzondere zullen
worden veranderd. Ook zal de gelegen
heid voor de bijzondere scholen oru een
hooger schoolgeld te heffen dan de
openbare, op het openbaar M. O. een
zeer nadeeligea invloed uitoefenen. Im
mers 2al de bijzondere school de leerlin
gen die geen of zeer weinig schoolgeld
betalen, kunnen weren. De openbare
middelbare school zou dan voornamelijk j
bevolkt worden door dc kinderen uit d(
minst ontwikkelde kringen dc bijzon
dere school zou dc beter gesituccidej
tot zich trekken.
Moge het gezonde beginsel van opea-
baar middelbaar onderwijs goed on-'
derricht voor de geschiktcn, zondel
aanzien des persoons, zooveel levens
kracht hebben, dat het de belcmme.
ringen zal overwinnen, welke bet onge
twijfeld in ruime mate zal ondemndem
H. VAN MOURIK BROEKMAN.
HAPLEITEN OVER DEN VAL VAN HET MINI8TERIE-BRIAND,
WAT MEN ER IN DU1TSCHLAND VAN DENKT, VERWACHT
VREEST OF HOOPT.
WELKE POLITIEK ZAL POINCARé TECEN LLOYD CEORCE
VOEREN?
EEN MILITAIR VERBOND?
Het wachten
van
is nu op de eerste daden
De Franech© pers wijdt nog lange
beschouwingen aan de crisis.
Na verklaard te hebben,, dat Briand
is heengegaan, zooals hij onderhan
deld heeft, n.l. zoxnler oprechtheid en
zonder waardigheid en na aan Lloyd
George verzekerd te hebben, dot
Frankrijk Briand heeft doen vallen,
omdat hij op het puilt stond de
lente met Engeland te rumoeren
geeft het „Journal dee Débais" een
lofrede op Poincaré.
„Raymond Poincaré behoort onge
twijfeld tot degenen, die het meest
beantwoorden uan den algemeenen
wensch. Niemand betwist de groote
gaven, de hooge cultuur, de arbeids
kracht van den oud-preeident van ae
republiek. Hel gevaar van Poincaré
is niet om beschouwd ta worden als
een middelmatig mensch, maar inte
gendeel om verwachtingen te wekken,
wetke alle talenten van de wereld wel
licht niet bij machte zyn te verwezen
lijken. Het gaat er niet om, en ii«;t
moet er ook niet om gaan, een groote
verandering van richting te nemen
of met de vuist op tafel te slaan.
Maar het gaat er oan om dit stand
punt te doen begrijpen; dit te doen
zegevieren voor zoover mogelijk in
verband met de eerbiediging vau onze
verplichtingen en met de wederzijo-
scht égards, welke men tussehen
vrienden en allies voor eikaar-beboert
te hebben. Het beet© middel om daar
toe te komen is een wijziging in me
thode, niet in oriëntatie. De interna
tionale politiek kan eleciits erbij win
nen, wanneer zij gevormd wordt zon
der pralerij (naar xnen weet moet
Poincaré niets hebben van conferen
ties enz. zooa'is die tot dusverre plaats
hadden). Wij moeten geen diploma
tieke successen najagen, welke de
deelnemers kwetsen meer dan dege
nen dienen, die zo behalen; noch ro
den aarel au werenwelke verdroogd
zijn nog voordat ze eenig nuttig effect
konden hebben.
„Raymond Poincaré. die al het wel
en we© van de politiek gekend heeft,
is verheven boven overwegingen van
eigenliefde of eerzucht, indien hij de
ondankbare, maar vitale taak van liet
nationale herstel $ot een goed einde
brengt, dan zuJ hij voor de tweede
maal zioh voor het vaderland verdien
stelijk hebben gemaakt.
De Belgische pers is ook vol be
langstelling. Wat heeft België van
Brian ds heengaan to verwachten,
schrijft het christeD-democratischc
orgaan „Democrate".
Het antwoord luidt: Niets. Want
Poincaré als hij Briand opvolgt, zal
de besprekingen te Cannes hervatten,
zoo niet onmiddellijk dan toch Jalei.
De thans voorgestelde oplossingen
zuilen worden aangenomen hoe- de
'utsc ex -s mogen jammeren en
let Fra is ie 1 irlement zal er zijn
zegel aan hechten, omdat het te een en-
male onm gelijk is moer te verkrijgen
v ja de Duitschers en Briand zal ach
teraf bemerken, dat zijn ontslag geen
anderen invloed zal hebben gehad dan
dat de Duitschers meer 110» dan vroe
ger hun heil zullen gaan zoeken in
sluwe manoeuvres om den boiu'ge-
nooten -nog meer concessies af te per
sen. Beter war© het geweest, indien
Briand te Cannes zijn elders getoonde
koelbloedigheid had bewaard.
Het Ministerie-Poiincaré wordt in
de Duitscho pers besproken a's een
nationaal bloc vormend kabinet,
waarbij opgemerkt wordt, dat van
alle personen behalve Poincaré slechts
Barthou tot nu toe Minister van Ooi-
log er. thans vice-president en minis
ter voor Elzas-Lotharingen is geweest.
De „Berliner MontasspOst" reken-
voor Frankrijk met een periode v;ut
isoleering, hetgeen evenmin in het be
lang is van Frankrijk als van de
wereld.
De „Deutsche Allgenieine Zeiung'
In het bovenstaande zijn dp voor het
groote publiek belangrijkste bepalingen
van het wetsontwerp aangegeven. De
regeling der opleiding en bevoegdheid
van de leeraren met den eisch van
paedagogische voorbereiding en de
oorgesteldc veranderingen in het stel
sel van het toezicht oji de middelbare
scholen, hoe belangrijk ook voor hen
die bij het onderwijs betrokken zijn,
zal de meeste lezers van dit blad slechts
matig interesseeren. Het nemen van
maatregelen om een voldoenden toe
vloed van leeraren te verzekeren, is
trouwens meer urgent dan een verbe
tering in de opleiding.
Het wetsontwerp bevat een hoofd
stuk, gewijd aan het bijzonder middel
baar onderwijs. Het is niet te ontken
nen, dat de nieuwe wet op het M. O.
naast belangrijke technische verbete
ringen bepalingen inhoudt, die dc toe
komst van het openbaar middelbaar
onderwijs zeer onzeker maken. Bij de
vrijheid, welke de wet in dit opzicht aan vreest hclzoifde. Duitsclilacd's belang
is het tot stand komen van ©en En-
gelscJi-Franscli bondgenootschap,
daar Duitschlamd van een geïsoleerd
Frankrijk alles te vreczen heeft.
„Dio Freiheit", het blad der Onal-
hankelijken, meent dat het tot ©tand
komen van het Kabinet cn de aanvul
van het Fransohe Nationalisme de
noodzakelijklieid van een krachtige
internat! on ai© politiek der proletu
riers bewijzen.
Omtrent zijn
politiek tegenover
Engeland
heeft de nieuwe Fransche premier een
interview gegeven aan de „Daily
Mail" en daarin gezegd, dat hij volko
men geneigd is, wanneer Engeland wil
meewerken aaa wat voor Frankrijk de
(wee voornaamste quaestics zijn, name
lijk het herstel en de nationale veilig
heid, met de Engelschc vrienden en
boaógenooten samen te werken op alle
wijzen, waardoor de vrede kan w« rden
versterkt, mits de door de bestaande
verdragen gcschajjen rechten werden
ontzien. Omtrent het verdrag met En
geland zei hij, dai dc gepublicterde
tekst hem geen voldoening geeft. Een
zijn voornaamste tegenwerpingen
er tegen is het eenzijdige karakter er
van, dat aan Frankrijk den schijn heeft
van beschermd te moeten wor-fen,
waaraan dc beschermer een zekere «<>n-
tróle op de handelingen van den be
schermeling" zou kunnen willen nt-
leenen.
„De Telegraaf" schrijft
„Poincaré is, zijn presidcntscl ap
eenmaal geëindigd, gebukt gegaan «ia-
der de wijze waarop Frankrijk en In
geland van lieverlede van elkaar v« r-
vreemdden, èn n. a. v. Tolen, èn v;u
Opper-Silezië, èn van koning FaisjiL
van het Nabije Oosten, èn vooritl
door het optreden der Franschen t<-
genover S©vjei-Rus[Land)(ivant Poic
caré heeft van den beginne af dei
steun, aan Wrangel verleend, veroof
deeld.
Als president heeft Poincaré het be
leefd, welk een geweldigen rugsteut
Engeland aan Frankrijk verschafte. Mi
litair gesproken, indertijd. Maar Poin
caré, die een bewonderaar is van de
Engelschen, heeft en zijn gcschrif-
bewijzen het steeds begrepen, dal
de ideaal-steun, die zyn land zich bij
de vrienden van over het Kanaal moet
verzekeren, een is niet van militaire
behoefte en draag tot onmiddellijk zelf
behoud, maar een van recht begri|> en
erkenning van sanhmoorigbeid. Daar-
wil hij beide volken opvoeden
tot een verbond. Men moe:, zegt hij,
de diplomaten in dit opzicht vooral
niets opdringenmen moet het ver
bond met opvatten als uitgangspunt,
doch als langzaam te bereiken doel.
Tevoren dient men alle hangende moei
lijkheden te liquideeren.
Poincaré houdt volstrekt vast aan
het Fransche recht op schadevergoe
ding, en daarmee aan "s lands bevoegd
heid om zich de garantie van dat recht
te behouden. Hij stelt het recht op
betaling evenwel naast de betaling zelf;
het komt er, zegt hij, minder op aan of
ndaag o? morgen een paar mil-
lioen meer of minder krijgen, mits
Frankrijk maat in de gelegenheid blijft,
komt de nood aan don man, zijn
recht te realisecren.
Het einddoel van den nieuwen pre
mier is echter een logiscli gegroeide al
liantie met Engeland gebleven. Dio
geleidelijkheid, waarop Poincaré
daarbij doelt, kan men intussclien nu
niet nicer zoo letterlijk nemen. Poin
caré, die een man van dadenpolitiek
is, zal zeker'inzien dat dc „liquidatie
der hangende moeilijkheden" zich al
goeddels aan 't voltrekken is, cn dat de
kans op een alliantie zich des te acuter
aanbiedt, nu ze onafscheidelijk vast
zit aan den eisch van ontwapening L'e
„geleidelijkheid" men mag verwach
ten dat PoincaTë deze opvatting hul-,
dïgt is al voor een grool gedeelte
achter den rug.
De Engelschc pers, die thans luide
stemmeu doet hoorec vóór de alliantie
met Frankrijk, heeft in dit opzicht uit
het drama van Briand's heengaan
naar het Engalsch vau
JEFFERY FARNOL
(geautoriseerde vertaling, nadruk
etreng veriiodcnj.
29)
„En zumit u mij da'vLc-., hoé geld
foor wilicn scnieleuï'
„Op één voorwaarde!
Weer koken ze elkaar ataa en weer
llocg Barry main zyn oog&n n©er; ml;
ojiendo cn sloot zijn vuisten en zot ten
Blotle:
„En is dio 'voorwaarde: Cleono".
..Neen", zei Bnrnabae heftig.
...Wat clan wel?"
„Dat u vauai dit oogeriblik afziet
wan drank en van Chichester
twee sleohle dingen",.
„Nu on wat nog meer? Wat dan
v-voor 11 zoifï Well; voordeel kunt u
daarbij hebben? Kont, spreek op
wat ia uw eigenlijk© Lew©: greden?"
f „Do hoop dat u den ©on of anderen
dacr do lief do van uw zuster weer
waardig zult zijn".
„Waardig, luenccr!" riep Bnrry-
m.'rir.ii bons uit. „Armoede is geen
schando."
„Neon maar dan blijven Chiches
ter en da cognac nog over".
„Wilt u m-mijn viïeaid beleedigen?"
„Dat is onmogelijk u heeft geen
wriend behalve de heer Smivole
hier".
„Maar", begon Barrymalne op
hai titochteiijken toon „ik zeg u.."
„En ik zeg u dat dat mijn twee
eeuige voorwaarden zijn", zei Barna
bas. „Als u die aanneemt kunt u een
nieuw leven beginnen. Het staat in
uw macht om de man te worden die
u zou kunnen zijn, om weeT de ach
ting 111 de oogtvi van anderen te win
nen, die u Jr'ort-a Jieefi want als
u maar vastbesloten is, is niets onmo
gelijk".
Terwijl hij sprak zag Barnabas dat
Öwrymaina zyn hoofd oplichtte; bij
ging rechtop zitten en er kwoim een
nieuwe glans in zijn oogen.
„Een nieuw leven", mompelde hij.
„Daar weer terug komen hen allu-
maal trotsc-eren met hun hatelijke
grofheden! Weet u zeker dot u mij
niet te veel belooft weet u zeker
dat het niet te laat is?"
„Vast en zeker", oei Barnabas.
„Maar deuk er aan dat alles ten
slotte van uzelf afhangt" on hij
wees op de half leego flesch. „Neemt
u mijn voorwaarden aan?"
„Ja ja ik beloof het ul"
„Goef mij dan uw hand. Vandaag
nog zaf ik Jasper Gaunt gaan opzoe
ken".
En Ronald Barrymaine, die nu ste
vig op zijn bceiieu stond, guf Barna
bas een hond. Maar op dat zelfde
oogenblik was Barnabas er zich van
bewust dat de deur achter hem zacht
jes open ging h.j zag d© schitte
ring uit Bariymainc'a oogen verdwij
nen, voedde zijn iuuid week en slap
worden, en toen hij zich omdraaide,
zag hij dat Chichester glimlachend Oo
den drempel stond.
HOOFDSTUK XXX,
Er volgde een oogenblik van ge
spannon stilt© en toen, terwijl Barna
bas weer op zijn stoel ging zitten,
laohto Chichester zachtjes en kwam
de kamer in.
„Redding uit den nood, hè, ©n cm
nieuw leven?' vroeg hij. „Ben jij de
gene die gered moét worden Ronald,
of is het Smivole of jullie allebei?"
Ronald Barrymaine zweeg, hij keek
naar den vloer en zijn bleek© wangen
werden plotseling donkerrood.
„Ik kan niet andera dan hooren
wat er gezegd werd toen ik de trap
opkwam", ging Chichester vriendelijk
voort, „ellendig donker is die trap..."
„Mattr «eer geschikt voor luistervin-
keu, naai- het schijnt!" voegde Bar
nabas er bij.
„Wat?" riep Barrymaine uit, ter
wijl hij opsprong, luisterde je aan
de deur wou je s-spiomieemi
wou je dat, Chichester?'' Maar daar
op kwam d© heer Smivole tusschen-
beide.
„Kom, Barry, Jxs>te jongen", zei
hij, „Wees kalm
„Kalm? Ik zeg dat lk niet door
iemand fcespionneerd wil worden!
Niet door jou, of door Chichester
door nieraund
„Natuurlijk niet, kerel", antwoord
de Smivole, terwijl hij Barrymaino's
gebalde vuist door zijn arm trok en
daar vast hield. „Dat wil ook nie
mand. En wat jou betreft, Chichester,
j© had op geen heter oogenblik kun
nen komen laat mij je aan onzen
vriend Beverley voorstellen".
„Heel vriendelijk, Sniivöle, maar we
hebben elkaar al eens eerder ont
moet", zei Chichester droogjes; „den
vorigen keor poseerde hij a.ls de Lan-
delijke Onschuld in ©en boerenpak,
vandaag schijnt hij voor den barro-
liartigen Samaritaan to spelen in een
gebloemd vest ©n er z?er op ge
steld te zijn om den «011 of ander te
redden, op zekere voorwaarden, na
tuurlijk!"
„En wat gaat jou dat aan?" riep
Barrymaine nijdig uit.
„Ntete, beete jongen, totaal niets,
bebalve dai je Uit vandaag mijn
vriend bent geweest en mij je ver
trouwen hebt geschonken".
„Ja. Dat heb ik ook heekmaal
onbegrensd en wat ik Je niet ver-
telde, daar kwam je tccli achter, aJ
weet ik niet hoe. N-niei dat ik iets t*
vreezen heb ik niet".
„Natuurlijk niet". Mimlachtc Chi
chester. „lk ben je vriend. Ronald, en
ik denk wel niet dat jc dat ooit zult
vergeten". Chichester sprak op kal
meerenden toon cn liet tikje dat hij
op Barrymaine's schouder gaf was
zacht als een liefkorzing, en toch
lcromp de jongen m elkaar «n de
hand die inj naar de f.esch uitstak
beefde plotseling.
„Ja", herhaalde Chi cheater oji nog
zachteren toon. „Ik ben je vriend,
Ronald en dat moot jo altijd ontbon
den ik donk wel niet dat je het
ooit vergct.cn zult". DU zeggende klop
te Chichester hem weer op' z.ijn schou
der ©n lccerdc zich om, om zijn Jioed
en stok weg to loggen. Barrymaine
zweeg, maar er was oen uitdrukking
in zijn oogen gekomen een uitdruk
king die Barnabas nooit eerder gezien
had en die hij nooit mw zou ver
geten, toen bultte Barrymaine zich om
do flesch te grijpen".
„Nu", zei hij, zonder op te zien,
„a-als j© mijn vriend bent, wat dan
nog 7"
„Maar, beste Jongen, ik hoor dat
j© uit al je moeilijkheden gered zuM
worden op ©en voorwaarde en
natuurlijk stel ik er geweldig veel be
lang in wal die voorwaarde wol zal
'„Meneer", zei Bamabne, „laat ik-
u gerust stollen. Mijn eoingo voor
waarde is dat Barrymaiu© afstand
doet van twee slechte dingen, name
lijk: drank en u zelf".
Het werd nu zoo doodstil in do ka
mer dat Barnabas het groote horioga
van Natty Bull in zijn zak kon hoo
ren tikken; Smivole keek verschikt
rond; Barrymaine bh», onfcow. gelijk
zitten, met het glas halverwog© zijn
mond. Toen lachte Chichester weer*
maar het lidteeken op zijn bleekei
wang was vuurrood en er was een,
derlgende uitdrukking in zijn kleina
oogen.
„E11 alleen daarvoor", z©i hij, ter-,
wijt hij ongoloovig het hoofd schud-:
de en daarvoor wil onze jo gdigo
Barmhartige Samaritaan dolgraag
tweehonderd duizend guldon b©ta
ten..." j
„Hij zal liet mij leenen", mompeldi'
Banymainc-, „hij zou hot mij leenenj
cn ik ik zou v-voor goed van die»
ellendige Jasp©r Gaunt af zijn".
..Laten we liever zeggen dat jo al
leen niaur van scholdeischcr vcraitd©
ren zou
..Zwijg, Chichpster
„O ja, nntuurlijk Ronald, als jo ion-