m
i1&
I
m
i
if?
O
m
iH
H:
m m
1 1
J1 i
IS
7U
iP§ 9
T
s'S
A
f'
i
*3
Ie
Plummer's Patent
FaMIehsrlcMen
Kerk en ScSaoï
Schaakrubriek
s
mi,
i.
k
k
W:
M
m
I
i
SP1
i
k
iiJl
PRINS MA UK ITS. Ja «1st is we»'
«eu droevige tijd voor je geweest. Geluk*
ltig, dut wofiler au wat vooruit gaat. Bo-
toek je moeder elkea dag? Nu begrijp ik
ook, waarom ik *00 lang uiete \aa jo
hoorde. Misschien willen oom ea tante
\oortaan "s Zaterdag» do Rubriek wel
,voor je bewaren.
BUURMEISJE. 1» er bericht geko
men vau oom en tante uit Indiéf Ik kan
me begrepen, dat je naar die Wajangpop
verlangt. Jullie bobben maar een slimme
poee, die weet de prettigste plekjes dado-
Ipk te vindon.
MAGNOLIA. Ja hoor, ik kau me je
moeder best berinneren. Ik zal het heel
Uardig vinden, als mam» tno cons komt
npzoeken. Wat jammer, dat te zoo suk
kelt. Zyn jullie al lang in Holland! Ik
vind het erg leuk, dat jo mee gaat doen.
KNIKKERMEISJE mag haar schuil
naam houden.
BIJDEHANDJE. 'k Vind 't wel oeu
beetje dom om je naam te vergeten. Maar
nu gebeurt bet ïmraors niet meer. Alios is
Vergeven en vergeten.
WILDE BOB. Je raadsel is good,
mnar moeilijk.
ORCHIDEE. Jo raadsels zijn goed.
BRUINTJE. Die raadsels zyn uitsto-
kond oor je Aardrijkskundige kenuis. Dat
heb je uu zelf oudervouden. Is het al leest
geweest op school! Eu was het leuk7 Ik
heb jo leeftijd onder je werk gezet.
VLIEGENIER. Ja, jo ketting hub ik
ontvangen en nagezien. Er waren or die
meer namen hadden dan jy, maar er
waren er ook, die minder namen haddou,
Ben ju nog rood! Of trekt het al wat
weg! 't 1» gelukkig niet zoo'n ernstige
ziekte. Leuk, dat Kleppermaa eu Stuea-
door bö je »u do klas zitten. Fyn hoor, dat
de kippen nu al gann leggen. Ea dan zoo'n
reuze c-j.
MATROOS. 't 1'roi.ligo speelgoed
was gauw verdwenen hé? Ik kan mu be
grepen, dat je 's nachts sliep nis ecu
roosje, o neen, als eon 11 atroosje. Hoe is
het met het pleegzusje!
VRIJER. Jo schrijft zoo'n net
briefje cn zulko knoeierige raadsels. Een
volgenden keer mooic-i hè Puit-en 't zand
treintje was het zeker vuil genoog bij
jullie.
FUCHSIA. Ik deuk, dat do kindoren
juichten, toen do sneeuw kwam eu do moe
ders, toen zo verdween. De schoenmakers
zullen wel bljj zijn goweest, want dut gaf
werk aan den winkel. Jo orakeltaal is
good. Ik vond jo schrift nog al knap. Dus
dat valt mee, hè!
ANEMOON. Dat is snoezig postpapier.
Je hebt al zoo vaak mee mogen loton,
maar jo behoorde tot nog mot ondor de
gelukkigen. In Februari geef ik een nieu
wen wedstrijd, 't Is met de sneeuw weer
korte vreugd geweest. Maar je hebt er
toch lekkertjea van genoten.
ZEESTER. Je raadsels zjjn goed. Wat
ga jo keurig schrijven!
DAHLIA mag haar schuilnaam houden.
T1EKIE en P1ENE. Nog eventjes go-
duld met den uitslag. Wat kan die Boukje
flink wandelen. Heeft ze ook nog gesleed!
Ja, de Velzenaartjos worden bij om op
genomen. Een grootc familio is wol zoo
gezellig.
WILDZANG. Het wordt tyd, dat jii
meedoet, als jo al zoo vaak do raadsels
hebt opgelost. Je nioogt dezen schuilnaam
hebben. Toen ik zoo oud was nis jij, woon
de ik nan den overkant op nummer 1.
AZALEA. Hoe aardig ik het vind,
als moeder mij schrijft, t-och zio ik graag
je eigen handje, dun weet ik, dat alles
weer geleden is. BLjjft het goed mot jo
gaan7 Wat ben jo weer heerlijk verwond.
Is 't eeit pop in Beiersche kleederdracht!
Nog wel gefeliciteerd met moeders ver
jaardag. 'k Hoop maar, dat het een echt
vreug. edagje geweest is. Wat hooft moe
der vf n jo gekregen 7
LIN P. Ditmaal was je prettig vroeg.
Je we. strjjdwcrk mag nog meerekenen Is
moede weer do oude! Ea is Kees sl naar
school geweest! Dat was ecu saaie tijd
voor j-. Heb jo nog gesleed! 't Hindert
nooit, ;f de raadsels door elkaar staan.
O RN AT ES. Het zou vreeseljjk jam
mer zin, als zus weg moest uit Katwijk,
Toor z.» beeleinaal genezen was. Ik hoop
maar, dat het met die geldkwestie in orde
komt.
ROBBEDOES. De laatste was juist
do leukste. Is do repetitie goed afgcloo-
pen? Hoe is het met Cosmo cn Alpen-
viooltje! Vanavond zie jo ina niet, mis
schien op de volgende uitvoering.
SPARTAAN. Je raadsels zjjn goed.
Verlang je naar de piano les? 't Eorsto be
gin is wel wat taai, maar 't is voor later
zoo prettig, als je het kunt.
STL7CADOOR. Ja, ik dacht al: dat
ig eea heel toepasselijke naam.
MINETJE mag haar schuilnaam hou
den. Zeker ecu poesenvriendinnetjo!
P. S. Jongen wat beu jy weer leo-
lyk te pas gekomen. Hoe is het er nu mee!
Kan jo naar school toe! Wou jy zoo graag
oen Aardrüksknnde-wedstrjjd hebben! Ik
zal er eens over denken.
BEPP113 S. Wanneer ben je jarig! AI
twaalf jaar! Wat was je een klein peuter-
tje, toen je pas met do Kubrick meedeed.
2k heb je nog zoo op een portretje slaan.
MEUfl. Misschien is er wel een Ru-
briekertje, dat „Langs een Omwegheeft
uitgeknipt en het je leenen wil. Vraag hot
maar ecus in de Kuil-Rubriek. Maar dan
je adres opgeven.
MIGNON mag haar schuiluaam houden.
DUIZENDSCHOON. Nu zag jo werk
er keurig uit. Je raadsels stonden by my
wel opgeteekeud.
EDELWEISS. Als ik den uitslag
ran dezon wedstrijd vermeld, schrijf i';
meteen een nieuwen wedstrijd uit. Fijn
Ik zal jo «el weer laten rocken cn snuf
felen.
ROODBOItSTJE. Jo raadsel is goed-
LENTEBODF. cn SNEEUWBALLETJE
Nu het z,oo'u chocolndepool werd, was
ik maar bly, dnt do suoeuw weg was. Hoo
is het nu met moeder! Ja zo veer opge
knapt? 'Wat zjjn jullie voorspoedig inct
je kuikoiiB. Ja, ik vindt liot aardig, als do
Rubriek zich uitbreidt. Ecu grooto hüis-
houdiug geeft gezelligheid.
NEERLANDIA. -- Zoo, ben jij ecu jon
gen! Daar zal voortaan goed om deuken.
WILLEM III. 'k Hoop voor je, dat
het morgen vootbnlweertje is. Heb je aog
gesleed! Hoe is 't nu mot do keelpijn!
POESENMOEDBUTJE. Als Bosch
viooltje dit loest, weet ze meteen, dat je
in Graz geboron beat, maar lat *r in Woe-
neu hebt gewooud, in do Noumaycrgasse.
Nu hot zal my benieuwen of jullie elkaar
DENAPPELTJE. Je zondt het ze-
kor erg prettig viuden, als Pooseumoedor-
tje nog een poosje mocht blijven! Maar
zo verlangt misschien wol eea beetje naar
KRULLEBOL. Neen, ik heb je brief
je niet gekregen. Hoo kwam je zoo ver
strooid, om het in een verkcordo bus to
gooien! Hoo is het met grootvader! 't Is
maar te hopen, dat by met don schrik vrjj
W. v. d. L. Als hot werk maar be
valt, dat is het voornaamste. Wat eeu
heerlijk gevoel hè, zolf verdiend gold in
handen ta krygen. Ik hoop nu maar dat
alles goed blyft gaan.
THEEROOS. Jullie sproken zeker
nog vaak over do Groniugscho reis. Har
telijk geluk gewenseht met je verjaardag.
Ik hoop, dat het een heerlijk dagje voor je
zal zjju.
BOZEHOENTJE. Je mag best met
potlood schryvcu, want je echryft zoo
duidelijk.
W. BLOMBERG-ZEEMAN,
v, cL Vinnescr. 21 z.
Haarlem, 21 Jauaari 1923.
door
J. M. JACOBS.
Plummer zal een poosje zwijgend ju
mijn leunstoel, toon vloog hij plotse
ling op en schudde mij allerhartelijkst
de hand. Ik vvaa niet al te zeer ver
baasd ik ben vrijwel gewend aan
Plummer's vlagen van afwezigheid
zoo nu en dan.
„Je hebt, meen ik, al zoo iets ge
daan toen ie binnenkwamherin
nerde ik hem vriendelijk. Als eenig
antwoord wilde hij de operatie nog
eens herhalen, hetgeen ik echter po
sitief weigerde.
..Ik feliciteer je m'n vriendzei
hij.
Ik dacht ever na.
„Tk ben er mij niet bewust van, dat
er renige reden bestaat mij te felicitee-
ren," merkte ik treurig op. „Behalve
natuurlijk, dat ik altijd verrukt ben,
jou te zien."
„Mijn foruin is gemaaktriep hij
opgewonden uit.
„Werkelijk!" zei ik met waardige
kalmte.
„En het jouwe ook!" was de ver
bluffende voorspelling.
„Hoe zit dat!" riep ik uit, verlan
gend naar verdere bijzonderheden
waarom ter wereld had dc man zoo'n
tiid noodig om zijn pijp te stoppen!
„Ik zou best new wat kunnen gebrui
ken voor het einde van de week.
voegde ik er peinzend aan toe.
Hij schudde h«t hoofd. Niet zoo
vlug. ik ben pas gisternacht op het
idee gekomen. Maar ik moet er min
stens 10.000 gulden voor hebben en
geen cent minder. Em jij moet mij
helpen!"
„Ik verzeker ie" bagon ik aarze
lend. Hij zwaaide Uiohtig inet z'n pijp.
„Starling is de man voor ie geld", op
perde ik.
„Bah!" deed hij. .Starling mag
dan tonnen geld hebben, maar hiï mist
een ding, dat jij hebt, of liever
drie."
„Hij heeft niet drie flinke, stevige
zeep-schuwende deugnieten 1"
„Zeg!" Ik werd woedend. „Wat ik
ie verzoeken mag, iaat mijn jongens
er buiten
Hij lachte. „Doe niet zoo dwaas,
man Je jongens moeten mij helpen I"
„Vraag het dan aan Marsh die
heeft er een half dozijn
„Ik hab geen kleine lievelingetjes
noodig maar..." Ik werd weer nijdig.
„Ach loop toch rond I Laat mij toch
uitspreken protesteerde hij. „Ik zou
hot ie in het geheel niet gevraagd heb
ben. maar Mary hoeft er eenige dwaze
bezwaren tegen, dat ik bet probeer op
mijn doohtrtjes."
.Maar was is het dan toch?" vroeg
ik wantrouwig. Ben middel tegen in
fluenza?"....
„Geen syllabe tegen eenig levend
wezen, tot ik het voorloopig patent
heb gekregen I" bedong hij en ik gaf
plechtig miin woord.
„Ein nu", begon hij gewichtig, ..nu
vraag ik ie als vader van een gezin,
wat geeft de grootste zorg in het
grootbrengen van jongens?"
„Ze te eten geven", antwoordde ik
direct. Te oordeelen naar de uitdruk
king van misnoegen op z;in gezicht,
v :is ik tr mijlen van rf „Dnn i
v.;i.w --uir»e» ik uil-hu.-.p.d cn
sae. hij glimlachte.
„Not-ourlijki-iep luj met oen
triompbaiitciijken klap op zijn knie
uit. „Kijk, en dat gaan we nu alle
maal veranderen en denk eens aan,
wat dat voor do wereld ze1 ibet (teke
nen I" ging hij op indrukwekkenden
toon verder.
„Ja," antwoordde ik, terwijl ik mij
verwonderd afvroeg of hij lijdende
waa aan de naweeën vau do influenza
of dat hij er mij tusschen nam.
Zijn gezicht was even 111 rust. „Heb
ie «el eens uitgerekend", begon hij
weer. „hoevele jaren vau je werkzaam
leven je in je badkamer hefct door ge
bracht?"
.Ztg er eens Plummer!" riep ik on
geduldig uit, „als het je plan is hel
menscheliik geslacht in de toekomst
te ontlasten van wasschen, bat ik is
den mogen zeggen, dat dit idee hee-
lemaal niet origineel i?, on dat je daar
pooit patent op zult kri«"Oii, in de
Noord poolstreken en in het oosten
van Londen heeft die gewoonte at
sinds onheugelijke tijden burgerrecht
verkregen
„Je bent er naast, manriep hij
vol veriohtin.g uit. „Mijn idee is juist,
meer reinigen door het minder bewer
kelijk to maken
„O, oen nieuw soort zecpl" kreeg ik
een plotselinge ingeving. Maar hij
keek zoo wild. dat ik mijn excuses
maakte en hem zïin gang liet gaan.
„Ik kom niet met een oorspronke
lijk denkbeeld." begon hij weer,
„maar alleen de toe parsing or van is
nieuw. Ik zal ie zeggen hoe ik op het
idee gekomen ben. Je weet. hoe we
de laatste weken aan het schoonma
ken geweest zon. van buiten en van
binnen, van boven en beneden en zoo
voort?" Ik knikte. ,Je moet ook de
stofmacblne gezien hebben in den
voortuin."
„Nou en of!" lachte ik. „Bn ande
ren ookGisteren nog hoorde ik de
oude mevrouw Pott tegen juffrouw
Somper zeggen, dnt er iemand bil je
thuis zeker bijna dood moest zijn.
Jaar ie met een groote machine van
bulten af in een verschrikkelijk tem-
00 zuurstof aan het inpompen was!"
O, zoo!" lachte hij. „Maar al'es wat
ik te doen heb, is het beginsel van dc
stofzuigmachine, uit te strekken tot
do menschelijke reiniging."
„Pardon Ik keek verbaasden
torn ging hij m i uitleggen, hoe hij
«loh zijn opzienbarende ontdekking
"edacht had; waardoor de bewerke
lijkheid van bacon tot het minimum
beperkt zou worden en zeep niet moor
noodig zou zijn.
..Je weet natuurlijk hoe zoo'n ding
in de kamer werkt", begon hii. „Je
pompt alle lucht weg en alle stof vliegt
„Je wilt tocli niet zeggen, dat ie dat
op een menschehik wezen wilt nrobee-
ren?" riep ik onthutst uit. Hot zou
niets minder dan een moord zijn
Ik heb Plummer nog nooit zoo zien
When.
„Ik wil z'n huid schoonmaken, niet
zijn m&ag, ouwe suffert!" brulde hij.
„Ik gebruik het ding niet inwendig
voor hem. maar uitwendig natuurlijk
tusschen zijn kleoren en zijn huid.
Ik geef toe, dat het denkbeeld mij
ineens ijskoud liet. Hoewel, ik uioet
toegeven, het was betooverend te den
ken. dat ie al de weldaden van een
bad kon ondergaan, zonder zed's je
boord af te doen! Voor zoover ik na
kon gaan, had je enkel een doek om
ie nek te doen. en een soort slang op
je rug en met een half dozijn s'agen,
was ie zoo rein gezogen als de pas ge
vallen sneeuw. Maar. hoewel ik peen
enkel houdbaar bewijs kon aanvoe
ren. waarom het st-ofzuigprincipedat
zulke uitstekende resultaten bij kar
petten gaf. niet even heilzaam o» de
menschelijke huid zou kunnen wer
ken, was ik toch te veel opgevoed in
het ouderwetsche idee ten gunste van
zeep en water op geregelde tijden en
ruijn natuur verzette zich W-gen al'e
soorten van stofzuigmachines. Maar
die grappenmaker Plummer, mis
schien hechtte hii daar minder aan
in ieder geval wild© ik zijn uitvin
ding toch wel eens in werking zien.
Ik zei, dat ik het dolgraag zou komen
zien, en dat ik den volgendon morgen
direct na het ontbijt zou komen, als
hii het in werking kon stellen.
„Ja, dat is het nu iuisit, waar ik je
hulp voor roodig heb", zei hii, „Zie
ie. ik heb niemand, op wien ik het
kan Drobeeron."
„O. is het dat?" zei ik wantrou
wend. .Waarom probeer je het niet
op jezelf?"
„Ach. wat een nonsens!" riep hij
verontwaardigd uit. „Het is no« maar
een kwestie van kleinigheden er
zijn nog een paar geringe det-v^s, die
ik nog niet hedemaal h-öb uitge
werkt. Om kort te gaan wil ie je
oudste zoon meebrengen, waardoor
ziin naam verbonden zal worden aan
de grootste uitvinding van deze
eeuw
„Wat!" riep ik uit. „Onze Bob! De
oogappel van zijn moeder!"
„Dank ie soms, dat ik van plan ben
den deugniet te pulvèriaeeren?"
vroee hii terug. Het zal hem niet
meer kwaad doen dan een Turkscli
bad en ie zult hem nauwelijks herken
nen."
I Ik vlóóg wöedond dp, bij dat twijfel-
.-duige compliment, toen de kleine
deugniet 011s juist zelf in de rede viel.
„Zeg. papszei hij. terwijl hij mijn
studeerkamer Innneutuimeldle. ,.0,
das, meneer Plummer, is uw. nieuw
ste model stoomboot al klaar?"
„Nu nog niet lie dentaal sta
melde tniiti vindingrijke vriend.
„Maar?" hij had een gelukkige inge
ving. „Zou ie hem graag hebben, zoo
als hii nu is?"
„Graag!- riep Bob verrukt.
„Kom dan maar morgenochtend
zoo vroeg mogelijk, dan aal ik hem
je geven", zei Plummer.
Den volgenden morgen maakte Bob
mii ai om zes uur wakker, om mij to
vertellen, dat &1 de klokken in huis
veel te langzaam gingen, hij was min
stens ai twee uur wakker nu, hij
zou de meest grondige verschooning
hebben, die hij ooit in zijn leven had
gehad.
We vonden onzen genialen vriend
midden in zijn ontbijt, en hii was
zoo verrukt ons te zien, dat hij ver
klaarde geen stuk meer te kunnen
eten. Hii haalde zijn haJf-voHooide
boot te voorschijn, op het gezicht
waarvan Bob zoo dolblij was, dat hij
zich zoo gewillig aan Plummer over
gaf al» een lammetje den scheerder.
De uitvinder geleide hem naar con
armstoel nam een rol dik band en
knielde bij hem neer. „Moet je zijn
boenen vastbinden," vroeg ik wan
trouwend. „Plummer stelde mij met
een glimlach gerust. „Alleen de pij
pen van zijn broek." zei hij. Toen liet
hij een klein buisje, dat aan een rub-
bereind was vastgemaakt in den rug
van den iongen glijden. „Aay!" Bob
schrok even van het koude ding. maar
liet gewillig toe, dat de ander de rest.
die er uitzag als een oude fietsband,
om zijn nek legde. Plummer keek
heel voldaan naar zijn werk en liep
toen naar de deur. ..Nu ga ik naar
beneden om de machine in werking te
stellen", zei hii vriendelijk.
„Maar wat moet ik doen?" vroeg
Bob.
„Alleen maar stil zitten en vroolijk
kiiken," antwoordde Plummer, ter
wijl hii met zijn hand wuifde en hij
verdween.
Bob grinnikte tegen mij, en ver
diepte zich toen in de aanschouwing
van zijn nieuwe speelgoed. Ik keek
iuist naar de krant op de tafel, toen
er plots een vreeselijke schreeuw van
Bob kwam. 011 hii vloog op. alsof liii
gewond was. „Oh, oh," hii danste do
kamer rond en stootte vreeslijke ge
luiden uit.
„O. vader je. vadertje-schreeuwde
hii. terwijl hii zwaar ademde cn wan
hopig aan den rubberband trok. Maar
voor ik bij hem was kwam Plummer
glimlachend binnen, en Bob ronde <>i>
hem af als een dolleman en schopte
hc-m zoo hard t/ kon. De verschrikte
uitvinder wage «je terug en viel over
de ontbijttafel, en Bob werd zoo rood
dat ik ieder oogenblik bang was, dat
hii zou stikken. Ondertuascken deed
ik wanhopige pogingen om het ding
los te Krijgen en eindelijk kreeg ik
hetbroodmes te pakken en sneed den
band door. Bob viel op den grond en
de arme Plummer smeekte, het appa
raat niet verder stuk te maken, daar
het niet van hem was. Maar het vol
gend moment was Beft) de kamer uit
gerend. met nog zooveel cr van als er
nog aan hem hing.
Plummer heeft het gisteravond ge
waagd om weer eens te komen. Ge
lukkig was mijn vrouw naar den
schouwburg. Ik brak ziin uitleggin
gen en tegenbcschuldigingeai kort en
krachtig af. Ik merk ni&t veel van
..blank a's verech geyaüen aieeuw",
2ei ik grimmig, „bont en blauw drukt
de situatie beter uit."
..Ik weet nu wat de fout is", zei li'.]
vertrouwelijk. „Het zit hem in den
kraag, ik heb nu een nieuw, niet po
reus costuum uitgevonden, en mis
schien zou hii er niet op te**en heb
ben. het ding nog eern te probeeran.
„Dat moet ie hem zelf maar eens
vragenzei ik grimmig, met de hand
aan die bel.
„'t Hoeft niet speciaal Bob te zijn"
hi-ald hii mii eon beetie zenuwachtig
tegen. „Misschien is Bob wa.t te onge
duldig. Maar denk ie. dat Teddy?"
„Ik denk van niet!" zei ik beslist.
UIT ANDERE DAGBLADEN.
Getrouwd10 DecemberM. Blom
en E. E. van Zuvlen, Semanang.
Bevallen 18 Jan.S. Baruch
Arons d.. Amsterdam. Smits—-G-ies-
bers z.. Dongen. 19 Jan.Hartog-
Plaut <L, Amsterdam. Yinke—
Sterba Hilversum.
Overleden J. v. d. Klei 67 j.. Am
sterdam. 17 JanuariI. Leef&iua 7
m., Leeuwarden. 18 Jan. -. A. C.
Schwartz, Amsterdam. P. M. B.
van den Bergh, wed. A. W. Bah ra,
67 j,. Amsterdam. C. Campagne
wed. J. A. van Krieken 88 j., Am
sterdam. J. Gauvaren—-Furtli 62 j.
Amsterdam. 19 Jan.wed. R. van
Gelder-Mandaat 65 i„ Amsterdam.
NED. HERVORMDE KERK.
Beroepen te Liendeu ds. N. War-
molt to Wezep; te St. Annaland
(Z.) ds. P. Moerman to Mocreapello.
GEREFORMEERDE KERKEN.
Beroepen te Sprang en Vrijhoovo-Ca-
nclta en te Molenaarsgraaf c.a. ds.
D. K. Wielenga to Kampen.
Aangenomen het beroep (2e maal)
te Nunspeet ds. R. de Jager te Oolt-
gensplaat.
GEREF. GEMEENTEN. - Beroe
pen te Meliskerko ds. W. den Hengst
te Leiden.
MEDKDB ELI NOEN.
1000 Kilo nuttig* last
CHASSIS Compl m. koetswerk
f3800,- i 4300,-
1 Prijzen incl. afneemb. wielen,
luchtbanden (enkele voor, dub
bele achter), reservewiel m. band.
De Importeur J. LEONARD LANO,
Jam Stadhouderskade 114
Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak-
redaoteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem
PROBLEcftl Wo. 127*)
H. W. v. DORT (Schoten).
-.£•
Mat in twee ze'ten.
Stand der stukken
WitKh5, Da8, Td4, Th4, Ld2, Pa'J. PeK, b3, c4, g2.
Zwart i Kc5, Dhl, TI7, Lc7, Ld5, Pc3, b4. bG, e5, eG, g5, h«.
Eerste publicatie.
EINDSPEL No. 18.
In de zesde partij van de match Capablanca Marshall, gespeeld !n 1905
ontstond na den 27slon z"t van Wit (Capablancn), Dgli—f de volgende stand
Daarna ruilde Marshall hal Paard do»r Lgö<fö, oinJat hij den Dame
pion moest dekkenRaadsheer k6 was echter ook een noodzakelijke figuur
voor de verdediging van den Koningsvleugel. terwijl g7 thans een aauvuls-
punt wordt. Er volgde 28. g4Xfa, TeG -do; 39. DM—h5 (miaicuien waren
D!3—g4 en Thé—h, stsrkei), Tas—ai; 30. Du5—gö, P17—uG; 31. Th4x'.6
(een beslissend offer), gïxh6 (op Pg8xh6 volgt 32. Le3xh6, g7Xh6; 33.
Th lx li 6 of 32. ThlXhtf. g7XnG; 33. Le3Xh6f, Kl8-e7; 34 Db6-g7f en 35.
Dg7Xa7); 32. Le3XhGf. Kf8-e7 (op PgSXh6 volgt 3J ThiXhGeuZwcitsia.it
machteloos tégenover de dreiging ó4. fü6—h&f); 33. DgG—g7f, Ke7— eb; 34.
Dg7xg8f, Ke8—d7; 35. Dga—n7fl (mede in vsruand met den volgenden zet
een schitterend slot), Ddb—e736. LhG—f8!, De«xh7; 37. ThlXhTf, Kd7—
eÖ; 38. Th7Xa7 en Zwart gaf op.
Oplossing Probleem No. 123.
Stand der stukken:
Wit: Kb7, Dal, Tel, Td3, Lh2, P«8, Phö, b3, d4, e6, 12, gij.
Zwarte Kd5, Tf4, Le4, Pg2, d7, e7, f3, tb.
1. Tel—el.
KdöxeGf 2. d4—dbf.
Le4 - d3; 2. TelX»6T.
Fg2~; 2. Ph XI4T.
d7xe6; 2. Dal—a-.f.
ander»; 2. Peb—elf.
Goed opgelost door:
Jac. J. Bart, P. Fabriek, F. Fra ikewitz (ook nog no. 121). J. Hoogevoen,
M. J. Hoogland, A. D. v. Krieken. H. J. Lenaarts, W. C Verbon, allen ta
Haarlem; K. S egerist, te Santpoort; 14. W. v. Doit en Joh. van Teu
nenbrosk, beiden te Schoten; J. A. Stais, te Volseroord.
Vierkamp t© Triberg.
Hieronder volgt een overzicht vau den in ds afgeloopen weken gespeeldea
wedstrijd te Triberg, welke door den Russischeu meester Aljechiu, die dezer
dagen in ons midden wns, is «eleiu
1. 2.
4.
l'oiaai
1. Rubinsieui
-
V.ull
mi
1110
8 1
2. Bogoljul.ow
Vm 1°"
-
17. AG
7,011
6 11/111
8. Spieliuann
010
J1V, 1
7.7.7.1
ti 11/111
4- Selcsoiew
DOOI
7. R'O
".",7,0
-
4 IV
eens geld schuldig geweest en hot
doet er ten slotte weinig toe. Een uur
geleden heb ik er den kwajongen, Mi-
lo, naar toe gestuurd en hij zal
het me zeker wel voorschieten. Maar
ik ben je toch heel dankbaar, bc.to
jongen, werkelijk waar. Maar och,
wat dom van me ik heb je nog
niets aangeboden. Wat wil je drin
ken
„Niets, Dick. Eigenlijk gezegd,
kwam ik hier om je iets te vragen
„Wat dan!"
.,lk zou zoo graag wllen dat je ka
pitein Slingsby vroeg om rnij aan Jas
per Gaunt voor te stellen".
„Zoo?" zc de Viscount terwijl hij
zich oprichtte. „Je bedoelt ter willo
van dien
„Van Barrymaine ja".
„Het is het is krankzinnig", zei
Devenham.
„Dat beb je al eens eerder gezegd,
Dick".
,.Ben je van plan om er me©
door te gaan?"
„Natuurlijk
„Dus je lienc nog steeds vast van
plan om vriendschap te sluiten met
een
„Vaster dan ooit, Dick".
„Terwille van Haar"
„Terwille van Haar. .Ta, Dick", zei
Barnabas, die een beetje ongeduldig
begon t© worden, „ik ben van plan
nem te bevrijden uit de macht van
Gaunt en hem van Chichester te ver
lossen als ik kan".
„Maar Chichester is zoowat de
eenige vriend die hij nog over heeft,
Bev".
Integendeel, ik geloof dat Chi
chester ziin ergstcn vijand Is".
•,M;iar best© ketel! Chichester
is de eenige die hem in zijn schande
nog de hand boven liet hoofd houdt
maar waarom hij het doet, snap ik
niet".
„Ik geloof dat ik je de reden daar
van wel met één enkel woord kaD
zeggen", zei Barnabas.
„Nu. Bev, wat is het dan?"
„Cleone!'1 De Viscount schrok.
„Wat denk je dan Onmo
gelijk! De kerel zou nooit de minete
kana bij haar hebben, eo veracht bom.
dut weet ik.
„Ein ze is bang voor hem? Wat be
doel je daarmee, Bev?"
„Llc bedoel dat ze haar broar ver
afgood, al is hij dat ook allerminst
waard."
„Haar stiefbroeder. Bev".
„En ter wille van hem zou ae haar
heele fortuin willen opofferen en zich
zelf!"
„En t"
„Welnu, Dick, Chiehceter weet dit
en handelt in overeenstemming daar
mee".
„Hoe dan
„In de eerste pleats leert hij Barry-
atna drinken I
„Daar had hij niet veel ie«scn in
noodig, Bev".
„Verder heeft hij hem in zijn macht
op de een of andere manier, tenmin
ste Barrymaine Ls baa-g voor bom, dat
weet Ut. Ais zijn tijd gekomen is, zal
Chichester de zuster zien ta krijgen
door middel van haar liefde voor haar
broer on voor hij dat doet, Dick i
Barnabas zweeg en balde de vuisten.
„Wat dan. Bev?"
„Zal ik hem vermoorden. Dick".
„Je bedoelt zeker: met hom duel-
leeren?"
„Dat zou op hetzelfde neerkomen",
zei Barnobaa kalm.
„En hoe stel je je nu voor, dat je
Barrymaine kumt redden?"
„In de eerste plaats zal ik zijn
schulden betalen".
„En dan?'1
„Hem meenomen".
„Wanneer?"
„Morgen, ale 't kan hoe eerder
hoe beter.'"
„En zou je dan de race laten loo-
pen. Bev?"
„Ja", zei Barnabas met oen zucht,
„zelfs dat, als het moeft."
Ue Viscount ging achterover liggen
tn staarde naar den hemel van zijn
ledikant -- en hij keek nog 6teeds in
die richting toen hii zei:
„En dnt zou je allemaal doen
„Ter wille van Haar", zei Barnabas
zacht „Bovendien, ik hei» liet haar
beloofd, Dick
„En je hebt haar maar ééns gezien.
Bev
„Tweemaal. Dick".
Weer wo/> het stil, terwijl de Vis
count naar den hemel van zijn ledi
kant staarde en Barnabas naar d« ge
balde vuist, die op zij® knie lag.
„Beverley", zei Devenham plotse
ling, „wat een vastberaden kerel ben
je je laat je ook niet gauw dwars-
booxnon in je plannen!"
„Och zie ik houd van haar,
J Dick."
j „Ba, Bev, zal ik je eens vertellen
wat ik begin te golooven?"
„Ja, Dick."
„Nu, ik begin lo gelooven, dat jij.
in weer woel van e mij en hm
van al de anderen in weerwil van
haarzelf, desnoods haar toch nog
zult krijgen".
„En zal ik je eens vertellen wat ik
begin te gelooven, Diok?"
„Ja".
„Ik begin te gelooven, dat je liaar
nooit hebt liefgehad".
„Wat?" riep Beverley uit. terwijl
hij haastig overeind kwam. „Wat?
haar nooit liefge... Maar BeverleyI
Hoe kom jo daar nu 4n vredesnaam
bij!"
„Door Clemency!" zei Barnabas.
De Viscount staarde hem aan, deed
zijn mond open cn weer dicht, streeK
met zijn hand door do haren ea liet
zich weer achterover in de kussens
vallen,
„Dus", zei Barnabas de volharden-
de, „nu weet je waarom ik Jasper
Guunt zoo graag wil ontmoeten".
„Guuntzei Devenham op droo-
niLiigen toon. „Gaunt I'
ll apitein Slingsbv «roet vanmiddag
naar hem toe, k-nmiruste dat zei je.
eu ik dacht misschien
„Süngsbyl O dat is zoo. ik zou liet
heeleinaal vergeten oin half vier
moet het wagentje voorkomen. Wil je
cnij een plezier docni cn iiera een por I
niet je stok geven, Beverley? Wees
maar niet bang, pook er maar op I s.
kerel er is heel wat voor noodig
eer Sling wakker wordt".
Na een poosje slaagde Bannaibas er
in de slapende Slingsby wakker te
maken, die terwijl hij liet hoofd op
lichtte, sufferig knipoogde en op be-
leedigdon toon vroeg:
„Wat gebeurt er in vredesnaam al- j
lemaai?"Toen hij heftig gegeeuwd had I
Cu weer wat bijgekomen waa, begon
hij onder de rustbank vandaan te krui
pen en toen hij Barnabas in het oog
kreeg, sprong hij overeind en bogroet-
to hem hartelijk.
„Zoo, Beverley!" riep hij uit, hoe
|fituat het leven? Ik ben blij dat je mij
j wakker hebt gömaakt, ik droomde net
I he&l akelig. Ik dacht dat „de Schurk"
z'n rechter voorpoot verstuikt hnd en
niet aan de race kon meedoen. Wat
zijn droomen toch ellendige dingen,
zeg!"
I „Boste SliüA". zei de Viscount „het
is precies kwart over drieën."
„O ja, zeg? Wat zou dat?"
„En om vier uur heb je geloof.ik
een afspraak met Gaunt".
„Gaunt I" herhaalde de kaoiiein
verschrikt, en Barnabas zag alle op
gewektheid uit zijn gezicht verdwij
nen, „Gaunt ja, ik zeg ik bRd
het bijna vergelen, Devenham".
Om iialf vier komt je wagentje voor,
is 't niet?"
„Ja, en ik heb geen tijd meer ^oor
een bad maar ik moest me eigen
lijk wel scheren en o, kijk m'n <'a*
eens
„Je kunt alles, wat je noodig hebt,
in rnijn kleedkamer vinden, Sling".
De kapitein knikte dankbaar en ven
dween dadelijk m de aangrenzende ka
mer, waar zij hem al spoedig hoorden
puffen, brommen e® blazen. Met ver
heffing van stem riep de Viscount t»
gen hem:
„O, zeg, Sling, Beverley wil met je
mee." De kapitein hield op e® toen hij
sprak, klonk zijn stem heesch ©n on*
geloovig.
„Nee, zeg, wat is dat nou?"
„Hij wil dat je hem aan Jaapei
Gaunt voorstelt."
(Wordt vervolgd).