m i1& I m i if? O m iH H: m m 1 1 J1 i IS 7U iP§ 9 T s'S A f' i *3 Ie Plummer's Patent FaMIehsrlcMen Kerk en ScSaoï Schaakrubriek s mi, i. k k W: M m I i SP1 i k iiJl PRINS MA UK ITS. Ja «1st is we»' «eu droevige tijd voor je geweest. Geluk* ltig, dut wofiler au wat vooruit gaat. Bo- toek je moeder elkea dag? Nu begrijp ik ook, waarom ik *00 lang uiete \aa jo hoorde. Misschien willen oom ea tante \oortaan "s Zaterdag» do Rubriek wel ,voor je bewaren. BUURMEISJE. 1» er bericht geko men vau oom en tante uit Indiéf Ik kan me begrepen, dat je naar die Wajangpop verlangt. Jullie bobben maar een slimme poee, die weet de prettigste plekjes dado- Ipk te vindon. MAGNOLIA. Ja hoor, ik kau me je moeder best berinneren. Ik zal het heel Uardig vinden, als mam» tno cons komt npzoeken. Wat jammer, dat te zoo suk kelt. Zyn jullie al lang in Holland! Ik vind het erg leuk, dat jo mee gaat doen. KNIKKERMEISJE mag haar schuil naam houden. BIJDEHANDJE. 'k Vind 't wel oeu beetje dom om je naam te vergeten. Maar nu gebeurt bet ïmraors niet meer. Alios is Vergeven en vergeten. WILDE BOB. Je raadsel is good, mnar moeilijk. ORCHIDEE. Jo raadsels zijn goed. BRUINTJE. Die raadsels zyn uitsto- kond oor je Aardrijkskundige kenuis. Dat heb je uu zelf oudervouden. Is het al leest geweest op school! Eu was het leuk7 Ik heb jo leeftijd onder je werk gezet. VLIEGENIER. Ja, jo ketting hub ik ontvangen en nagezien. Er waren or die meer namen hadden dan jy, maar er waren er ook, die minder namen haddou, Ben ju nog rood! Of trekt het al wat weg! 't 1» gelukkig niet zoo'n ernstige ziekte. Leuk, dat Kleppermaa eu Stuea- door bö je »u do klas zitten. Fyn hoor, dat de kippen nu al gann leggen. Ea dan zoo'n reuze c-j. MATROOS. 't 1'roi.ligo speelgoed was gauw verdwenen hé? Ik kan mu be grepen, dat je 's nachts sliep nis ecu roosje, o neen, als eon 11 atroosje. Hoe is het met het pleegzusje! VRIJER. Jo schrijft zoo'n net briefje cn zulko knoeierige raadsels. Een volgenden keer mooic-i hè Puit-en 't zand treintje was het zeker vuil genoog bij jullie. FUCHSIA. Ik deuk, dat do kindoren juichten, toen do sneeuw kwam eu do moe ders, toen zo verdween. De schoenmakers zullen wel bljj zijn goweest, want dut gaf werk aan den winkel. Jo orakeltaal is good. Ik vond jo schrift nog al knap. Dus dat valt mee, hè! ANEMOON. Dat is snoezig postpapier. Je hebt al zoo vaak mee mogen loton, maar jo behoorde tot nog mot ondor de gelukkigen. In Februari geef ik een nieu wen wedstrijd, 't Is met de sneeuw weer korte vreugd geweest. Maar je hebt er toch lekkertjea van genoten. ZEESTER. Je raadsels zjjn goed. Wat ga jo keurig schrijven! DAHLIA mag haar schuilnaam houden. T1EKIE en P1ENE. Nog eventjes go- duld met den uitslag. Wat kan die Boukje flink wandelen. Heeft ze ook nog gesleed! Ja, de Velzenaartjos worden bij om op genomen. Een grootc familio is wol zoo gezellig. WILDZANG. Het wordt tyd, dat jii meedoet, als jo al zoo vaak do raadsels hebt opgelost. Je nioogt dezen schuilnaam hebben. Toen ik zoo oud was nis jij, woon de ik nan den overkant op nummer 1. AZALEA. Hoe aardig ik het vind, als moeder mij schrijft, t-och zio ik graag je eigen handje, dun weet ik, dat alles weer geleden is. BLjjft het goed mot jo gaan7 Wat ben jo weer heerlijk verwond. Is 't eeit pop in Beiersche kleederdracht! Nog wel gefeliciteerd met moeders ver jaardag. 'k Hoop maar, dat het een echt vreug. edagje geweest is. Wat hooft moe der vf n jo gekregen 7 LIN P. Ditmaal was je prettig vroeg. Je we. strjjdwcrk mag nog meerekenen Is moede weer do oude! Ea is Kees sl naar school geweest! Dat was ecu saaie tijd voor j-. Heb jo nog gesleed! 't Hindert nooit, ;f de raadsels door elkaar staan. O RN AT ES. Het zou vreeseljjk jam mer zin, als zus weg moest uit Katwijk, Toor z.» beeleinaal genezen was. Ik hoop maar, dat het met die geldkwestie in orde komt. ROBBEDOES. De laatste was juist do leukste. Is do repetitie goed afgcloo- pen? Hoe is het met Cosmo cn Alpen- viooltje! Vanavond zie jo ina niet, mis schien op de volgende uitvoering. SPARTAAN. Je raadsels zjjn goed. Verlang je naar de piano les? 't Eorsto be gin is wel wat taai, maar 't is voor later zoo prettig, als je het kunt. STL7CADOOR. Ja, ik dacht al: dat ig eea heel toepasselijke naam. MINETJE mag haar schuilnaam hou den. Zeker ecu poesenvriendinnetjo! P. S. Jongen wat beu jy weer leo- lyk te pas gekomen. Hoe is het er nu mee! Kan jo naar school toe! Wou jy zoo graag oen Aardrüksknnde-wedstrjjd hebben! Ik zal er eens over denken. BEPP113 S. Wanneer ben je jarig! AI twaalf jaar! Wat was je een klein peuter- tje, toen je pas met do Kubrick meedeed. 2k heb je nog zoo op een portretje slaan. MEUfl. Misschien is er wel een Ru- briekertje, dat „Langs een Omwegheeft uitgeknipt en het je leenen wil. Vraag hot maar ecus in de Kuil-Rubriek. Maar dan je adres opgeven. MIGNON mag haar schuiluaam houden. DUIZENDSCHOON. Nu zag jo werk er keurig uit. Je raadsels stonden by my wel opgeteekeud. EDELWEISS. Als ik den uitslag ran dezon wedstrijd vermeld, schrijf i'; meteen een nieuwen wedstrijd uit. Fijn Ik zal jo «el weer laten rocken cn snuf felen. ROODBOItSTJE. Jo raadsel is goed- LENTEBODF. cn SNEEUWBALLETJE Nu het z,oo'u chocolndepool werd, was ik maar bly, dnt do suoeuw weg was. Hoo is het nu met moeder! Ja zo veer opge knapt? 'Wat zjjn jullie voorspoedig inct je kuikoiiB. Ja, ik vindt liot aardig, als do Rubriek zich uitbreidt. Ecu grooto hüis- houdiug geeft gezelligheid. NEERLANDIA. -- Zoo, ben jij ecu jon gen! Daar zal voortaan goed om deuken. WILLEM III. 'k Hoop voor je, dat het morgen vootbnlweertje is. Heb je aog gesleed! Hoe is 't nu mot do keelpijn! POESENMOEDBUTJE. Als Bosch viooltje dit loest, weet ze meteen, dat je in Graz geboron beat, maar lat *r in Woe- neu hebt gewooud, in do Noumaycrgasse. Nu hot zal my benieuwen of jullie elkaar DENAPPELTJE. Je zondt het ze- kor erg prettig viuden, als Pooseumoedor- tje nog een poosje mocht blijven! Maar zo verlangt misschien wol eea beetje naar KRULLEBOL. Neen, ik heb je brief je niet gekregen. Hoo kwam je zoo ver strooid, om het in een verkcordo bus to gooien! Hoo is het met grootvader! 't Is maar te hopen, dat by met don schrik vrjj W. v. d. L. Als hot werk maar be valt, dat is het voornaamste. Wat eeu heerlijk gevoel hè, zolf verdiend gold in handen ta krygen. Ik hoop nu maar dat alles goed blyft gaan. THEEROOS. Jullie sproken zeker nog vaak over do Groniugscho reis. Har telijk geluk gewenseht met je verjaardag. Ik hoop, dat het een heerlijk dagje voor je zal zjju. BOZEHOENTJE. Je mag best met potlood schryvcu, want je echryft zoo duidelijk. W. BLOMBERG-ZEEMAN, v, cL Vinnescr. 21 z. Haarlem, 21 Jauaari 1923. door J. M. JACOBS. Plummer zal een poosje zwijgend ju mijn leunstoel, toon vloog hij plotse ling op en schudde mij allerhartelijkst de hand. Ik vvaa niet al te zeer ver baasd ik ben vrijwel gewend aan Plummer's vlagen van afwezigheid zoo nu en dan. „Je hebt, meen ik, al zoo iets ge daan toen ie binnenkwamherin nerde ik hem vriendelijk. Als eenig antwoord wilde hij de operatie nog eens herhalen, hetgeen ik echter po sitief weigerde. ..Ik feliciteer je m'n vriendzei hij. Ik dacht ever na. „Tk ben er mij niet bewust van, dat er renige reden bestaat mij te felicitee- ren," merkte ik treurig op. „Behalve natuurlijk, dat ik altijd verrukt ben, jou te zien." „Mijn foruin is gemaaktriep hij opgewonden uit. „Werkelijk!" zei ik met waardige kalmte. „En het jouwe ook!" was de ver bluffende voorspelling. „Hoe zit dat!" riep ik uit, verlan gend naar verdere bijzonderheden waarom ter wereld had dc man zoo'n tiid noodig om zijn pijp te stoppen! „Ik zou best new wat kunnen gebrui ken voor het einde van de week. voegde ik er peinzend aan toe. Hij schudde h«t hoofd. Niet zoo vlug. ik ben pas gisternacht op het idee gekomen. Maar ik moet er min stens 10.000 gulden voor hebben en geen cent minder. Em jij moet mij helpen!" „Ik verzeker ie" bagon ik aarze lend. Hij zwaaide Uiohtig inet z'n pijp. „Starling is de man voor ie geld", op perde ik. „Bah!" deed hij. .Starling mag dan tonnen geld hebben, maar hiï mist een ding, dat jij hebt, of liever drie." „Hij heeft niet drie flinke, stevige zeep-schuwende deugnieten 1" „Zeg!" Ik werd woedend. „Wat ik ie verzoeken mag, iaat mijn jongens er buiten Hij lachte. „Doe niet zoo dwaas, man Je jongens moeten mij helpen I" „Vraag het dan aan Marsh die heeft er een half dozijn „Ik hab geen kleine lievelingetjes noodig maar..." Ik werd weer nijdig. „Ach loop toch rond I Laat mij toch uitspreken protesteerde hij. „Ik zou hot ie in het geheel niet gevraagd heb ben. maar Mary hoeft er eenige dwaze bezwaren tegen, dat ik bet probeer op mijn doohtrtjes." .Maar was is het dan toch?" vroeg ik wantrouwig. Ben middel tegen in fluenza?".... „Geen syllabe tegen eenig levend wezen, tot ik het voorloopig patent heb gekregen I" bedong hij en ik gaf plechtig miin woord. „Ein nu", begon hij gewichtig, ..nu vraag ik ie als vader van een gezin, wat geeft de grootste zorg in het grootbrengen van jongens?" „Ze te eten geven", antwoordde ik direct. Te oordeelen naar de uitdruk king van misnoegen op z;in gezicht, v :is ik tr mijlen van rf „Dnn i v.;i.w --uir»e» ik uil-hu.-.p.d cn sae. hij glimlachte. „Not-ourlijki-iep luj met oen triompbaiitciijken klap op zijn knie uit. „Kijk, en dat gaan we nu alle maal veranderen en denk eens aan, wat dat voor do wereld ze1 ibet (teke nen I" ging hij op indrukwekkenden toon verder. „Ja," antwoordde ik, terwijl ik mij verwonderd afvroeg of hij lijdende waa aan de naweeën vau do influenza of dat hij er mij tusschen nam. Zijn gezicht was even 111 rust. „Heb ie «el eens uitgerekend", begon hij weer. „hoevele jaren vau je werkzaam leven je in je badkamer hefct door ge bracht?" .Ztg er eens Plummer!" riep ik on geduldig uit, „als het je plan is hel menscheliik geslacht in de toekomst te ontlasten van wasschen, bat ik is den mogen zeggen, dat dit idee hee- lemaal niet origineel i?, on dat je daar pooit patent op zult kri«"Oii, in de Noord poolstreken en in het oosten van Londen heeft die gewoonte at sinds onheugelijke tijden burgerrecht verkregen „Je bent er naast, manriep hij vol veriohtin.g uit. „Mijn idee is juist, meer reinigen door het minder bewer kelijk to maken „O, oen nieuw soort zecpl" kreeg ik een plotselinge ingeving. Maar hij keek zoo wild. dat ik mijn excuses maakte en hem zïin gang liet gaan. „Ik kom niet met een oorspronke lijk denkbeeld." begon hij weer, „maar alleen de toe parsing or van is nieuw. Ik zal ie zeggen hoe ik op het idee gekomen ben. Je weet. hoe we de laatste weken aan het schoonma ken geweest zon. van buiten en van binnen, van boven en beneden en zoo voort?" Ik knikte. ,Je moet ook de stofmacblne gezien hebben in den voortuin." „Nou en of!" lachte ik. „Bn ande ren ookGisteren nog hoorde ik de oude mevrouw Pott tegen juffrouw Somper zeggen, dnt er iemand bil je thuis zeker bijna dood moest zijn. Jaar ie met een groote machine van bulten af in een verschrikkelijk tem- 00 zuurstof aan het inpompen was!" O, zoo!" lachte hij. „Maar al'es wat ik te doen heb, is het beginsel van dc stofzuigmachine, uit te strekken tot do menschelijke reiniging." „Pardon Ik keek verbaasden torn ging hij m i uitleggen, hoe hij «loh zijn opzienbarende ontdekking "edacht had; waardoor de bewerke lijkheid van bacon tot het minimum beperkt zou worden en zeep niet moor noodig zou zijn. ..Je weet natuurlijk hoe zoo'n ding in de kamer werkt", begon hii. „Je pompt alle lucht weg en alle stof vliegt „Je wilt tocli niet zeggen, dat ie dat op een menschehik wezen wilt nrobee- ren?" riep ik onthutst uit. Hot zou niets minder dan een moord zijn Ik heb Plummer nog nooit zoo zien When. „Ik wil z'n huid schoonmaken, niet zijn m&ag, ouwe suffert!" brulde hij. „Ik gebruik het ding niet inwendig voor hem. maar uitwendig natuurlijk tusschen zijn kleoren en zijn huid. Ik geef toe, dat het denkbeeld mij ineens ijskoud liet. Hoewel, ik uioet toegeven, het was betooverend te den ken. dat ie al de weldaden van een bad kon ondergaan, zonder zed's je boord af te doen! Voor zoover ik na kon gaan, had je enkel een doek om ie nek te doen. en een soort slang op je rug en met een half dozijn s'agen, was ie zoo rein gezogen als de pas ge vallen sneeuw. Maar. hoewel ik peen enkel houdbaar bewijs kon aanvoe ren. waarom het st-ofzuigprincipedat zulke uitstekende resultaten bij kar petten gaf. niet even heilzaam o» de menschelijke huid zou kunnen wer ken, was ik toch te veel opgevoed in het ouderwetsche idee ten gunste van zeep en water op geregelde tijden en ruijn natuur verzette zich W-gen al'e soorten van stofzuigmachines. Maar die grappenmaker Plummer, mis schien hechtte hii daar minder aan in ieder geval wild© ik zijn uitvin ding toch wel eens in werking zien. Ik zei, dat ik het dolgraag zou komen zien, en dat ik den volgendon morgen direct na het ontbijt zou komen, als hii het in werking kon stellen. „Ja, dat is het nu iuisit, waar ik je hulp voor roodig heb", zei hii, „Zie ie. ik heb niemand, op wien ik het kan Drobeeron." „O. is het dat?" zei ik wantrou wend. .Waarom probeer je het niet op jezelf?" „Ach. wat een nonsens!" riep hij verontwaardigd uit. „Het is no« maar een kwestie van kleinigheden er zijn nog een paar geringe det-v^s, die ik nog niet hedemaal h-öb uitge werkt. Om kort te gaan wil ie je oudste zoon meebrengen, waardoor ziin naam verbonden zal worden aan de grootste uitvinding van deze eeuw „Wat!" riep ik uit. „Onze Bob! De oogappel van zijn moeder!" „Dank ie soms, dat ik van plan ben den deugniet te pulvèriaeeren?" vroee hii terug. Het zal hem niet meer kwaad doen dan een Turkscli bad en ie zult hem nauwelijks herken nen." I Ik vlóóg wöedond dp, bij dat twijfel- .-duige compliment, toen de kleine deugniet 011s juist zelf in de rede viel. „Zeg. papszei hij. terwijl hij mijn studeerkamer Innneutuimeldle. ,.0, das, meneer Plummer, is uw. nieuw ste model stoomboot al klaar?" „Nu nog niet lie dentaal sta melde tniiti vindingrijke vriend. „Maar?" hij had een gelukkige inge ving. „Zou ie hem graag hebben, zoo als hii nu is?" „Graag!- riep Bob verrukt. „Kom dan maar morgenochtend zoo vroeg mogelijk, dan aal ik hem je geven", zei Plummer. Den volgenden morgen maakte Bob mii ai om zes uur wakker, om mij to vertellen, dat &1 de klokken in huis veel te langzaam gingen, hij was min stens ai twee uur wakker nu, hij zou de meest grondige verschooning hebben, die hij ooit in zijn leven had gehad. We vonden onzen genialen vriend midden in zijn ontbijt, en hii was zoo verrukt ons te zien, dat hij ver klaarde geen stuk meer te kunnen eten. Hii haalde zijn haJf-voHooide boot te voorschijn, op het gezicht waarvan Bob zoo dolblij was, dat hij zich zoo gewillig aan Plummer over gaf al» een lammetje den scheerder. De uitvinder geleide hem naar con armstoel nam een rol dik band en knielde bij hem neer. „Moet je zijn boenen vastbinden," vroeg ik wan trouwend. „Plummer stelde mij met een glimlach gerust. „Alleen de pij pen van zijn broek." zei hij. Toen liet hij een klein buisje, dat aan een rub- bereind was vastgemaakt in den rug van den iongen glijden. „Aay!" Bob schrok even van het koude ding. maar liet gewillig toe, dat de ander de rest. die er uitzag als een oude fietsband, om zijn nek legde. Plummer keek heel voldaan naar zijn werk en liep toen naar de deur. ..Nu ga ik naar beneden om de machine in werking te stellen", zei hii vriendelijk. „Maar wat moet ik doen?" vroeg Bob. „Alleen maar stil zitten en vroolijk kiiken," antwoordde Plummer, ter wijl hii met zijn hand wuifde en hij verdween. Bob grinnikte tegen mij, en ver diepte zich toen in de aanschouwing van zijn nieuwe speelgoed. Ik keek iuist naar de krant op de tafel, toen er plots een vreeselijke schreeuw van Bob kwam. 011 hii vloog op. alsof liii gewond was. „Oh, oh," hii danste do kamer rond en stootte vreeslijke ge luiden uit. „O. vader je. vadertje-schreeuwde hii. terwijl hii zwaar ademde cn wan hopig aan den rubberband trok. Maar voor ik bij hem was kwam Plummer glimlachend binnen, en Bob ronde <>i> hem af als een dolleman en schopte hc-m zoo hard t/ kon. De verschrikte uitvinder wage «je terug en viel over de ontbijttafel, en Bob werd zoo rood dat ik ieder oogenblik bang was, dat hii zou stikken. Ondertuascken deed ik wanhopige pogingen om het ding los te Krijgen en eindelijk kreeg ik hetbroodmes te pakken en sneed den band door. Bob viel op den grond en de arme Plummer smeekte, het appa raat niet verder stuk te maken, daar het niet van hem was. Maar het vol gend moment was Beft) de kamer uit gerend. met nog zooveel cr van als er nog aan hem hing. Plummer heeft het gisteravond ge waagd om weer eens te komen. Ge lukkig was mijn vrouw naar den schouwburg. Ik brak ziin uitleggin gen en tegenbcschuldigingeai kort en krachtig af. Ik merk ni&t veel van ..blank a's verech geyaüen aieeuw", 2ei ik grimmig, „bont en blauw drukt de situatie beter uit." ..Ik weet nu wat de fout is", zei li'.] vertrouwelijk. „Het zit hem in den kraag, ik heb nu een nieuw, niet po reus costuum uitgevonden, en mis schien zou hii er niet op te**en heb ben. het ding nog eern te probeeran. „Dat moet ie hem zelf maar eens vragenzei ik grimmig, met de hand aan die bel. „'t Hoeft niet speciaal Bob te zijn" hi-ald hii mii eon beetie zenuwachtig tegen. „Misschien is Bob wa.t te onge duldig. Maar denk ie. dat Teddy?" „Ik denk van niet!" zei ik beslist. UIT ANDERE DAGBLADEN. Getrouwd10 DecemberM. Blom en E. E. van Zuvlen, Semanang. Bevallen 18 Jan.S. Baruch Arons d.. Amsterdam. Smits—-G-ies- bers z.. Dongen. 19 Jan.Hartog- Plaut <L, Amsterdam. Yinke— Sterba Hilversum. Overleden J. v. d. Klei 67 j.. Am sterdam. 17 JanuariI. Leef&iua 7 m., Leeuwarden. 18 Jan. -. A. C. Schwartz, Amsterdam. P. M. B. van den Bergh, wed. A. W. Bah ra, 67 j,. Amsterdam. C. Campagne wed. J. A. van Krieken 88 j., Am sterdam. J. Gauvaren—-Furtli 62 j. Amsterdam. 19 Jan.wed. R. van Gelder-Mandaat 65 i„ Amsterdam. NED. HERVORMDE KERK. Beroepen te Liendeu ds. N. War- molt to Wezep; te St. Annaland (Z.) ds. P. Moerman to Mocreapello. GEREFORMEERDE KERKEN. Beroepen te Sprang en Vrijhoovo-Ca- nclta en te Molenaarsgraaf c.a. ds. D. K. Wielenga to Kampen. Aangenomen het beroep (2e maal) te Nunspeet ds. R. de Jager te Oolt- gensplaat. GEREF. GEMEENTEN. - Beroe pen te Meliskerko ds. W. den Hengst te Leiden. MEDKDB ELI NOEN. 1000 Kilo nuttig* last CHASSIS Compl m. koetswerk f3800,- i 4300,- 1 Prijzen incl. afneemb. wielen, luchtbanden (enkele voor, dub bele achter), reservewiel m. band. De Importeur J. LEONARD LANO, Jam Stadhouderskade 114 Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak- redaoteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem PROBLEcftl Wo. 127*) H. W. v. DORT (Schoten). -.£• Mat in twee ze'ten. Stand der stukken WitKh5, Da8, Td4, Th4, Ld2, Pa'J. PeK, b3, c4, g2. Zwart i Kc5, Dhl, TI7, Lc7, Ld5, Pc3, b4. bG, e5, eG, g5, h«. Eerste publicatie. EINDSPEL No. 18. In de zesde partij van de match Capablanca Marshall, gespeeld !n 1905 ontstond na den 27slon z"t van Wit (Capablancn), Dgli—f de volgende stand Daarna ruilde Marshall hal Paard do»r Lgö<fö, oinJat hij den Dame pion moest dekkenRaadsheer k6 was echter ook een noodzakelijke figuur voor de verdediging van den Koningsvleugel. terwijl g7 thans een aauvuls- punt wordt. Er volgde 28. g4Xfa, TeG -do; 39. DM—h5 (miaicuien waren D!3—g4 en Thé—h, stsrkei), Tas—ai; 30. Du5—gö, P17—uG; 31. Th4x'.6 (een beslissend offer), gïxh6 (op Pg8xh6 volgt 32. Le3xh6, g7Xh6; 33. Th lx li 6 of 32. ThlXhtf. g7XnG; 33. Le3Xh6f, Kl8-e7; 34 Db6-g7f en 35. Dg7Xa7); 32. Le3XhGf. Kf8-e7 (op PgSXh6 volgt 3J ThiXhGeuZwcitsia.it machteloos tégenover de dreiging ó4. fü6—h&f); 33. DgG—g7f, Ke7— eb; 34. Dg7xg8f, Ke8—d7; 35. Dga—n7fl (mede in vsruand met den volgenden zet een schitterend slot), Ddb—e736. LhG—f8!, De«xh7; 37. ThlXhTf, Kd7— eÖ; 38. Th7Xa7 en Zwart gaf op. Oplossing Probleem No. 123. Stand der stukken: Wit: Kb7, Dal, Tel, Td3, Lh2, P«8, Phö, b3, d4, e6, 12, gij. Zwarte Kd5, Tf4, Le4, Pg2, d7, e7, f3, tb. 1. Tel—el. KdöxeGf 2. d4—dbf. Le4 - d3; 2. TelX»6T. Fg2~; 2. Ph XI4T. d7xe6; 2. Dal—a-.f. ander»; 2. Peb—elf. Goed opgelost door: Jac. J. Bart, P. Fabriek, F. Fra ikewitz (ook nog no. 121). J. Hoogevoen, M. J. Hoogland, A. D. v. Krieken. H. J. Lenaarts, W. C Verbon, allen ta Haarlem; K. S egerist, te Santpoort; 14. W. v. Doit en Joh. van Teu nenbrosk, beiden te Schoten; J. A. Stais, te Volseroord. Vierkamp t© Triberg. Hieronder volgt een overzicht vau den in ds afgeloopen weken gespeeldea wedstrijd te Triberg, welke door den Russischeu meester Aljechiu, die dezer dagen in ons midden wns, is «eleiu 1. 2. 4. l'oiaai 1. Rubinsieui - V.ull mi 1110 8 1 2. Bogoljul.ow Vm 1°" - 17. AG 7,011 6 11/111 8. Spieliuann 010 J1V, 1 7.7.7.1 ti 11/111 4- Selcsoiew DOOI 7. R'O ".",7,0 - 4 IV eens geld schuldig geweest en hot doet er ten slotte weinig toe. Een uur geleden heb ik er den kwajongen, Mi- lo, naar toe gestuurd en hij zal het me zeker wel voorschieten. Maar ik ben je toch heel dankbaar, bc.to jongen, werkelijk waar. Maar och, wat dom van me ik heb je nog niets aangeboden. Wat wil je drin ken „Niets, Dick. Eigenlijk gezegd, kwam ik hier om je iets te vragen „Wat dan!" .,lk zou zoo graag wllen dat je ka pitein Slingsby vroeg om rnij aan Jas per Gaunt voor te stellen". „Zoo?" zc de Viscount terwijl hij zich oprichtte. „Je bedoelt ter willo van dien „Van Barrymaine ja". „Het is het is krankzinnig", zei Devenham. „Dat beb je al eens eerder gezegd, Dick". ,.Ben je van plan om er me© door te gaan?" „Natuurlijk „Dus je lienc nog steeds vast van plan om vriendschap te sluiten met een „Vaster dan ooit, Dick". „Terwille van Haar" „Terwille van Haar. .Ta, Dick", zei Barnabas, die een beetje ongeduldig begon t© worden, „ik ben van plan nem te bevrijden uit de macht van Gaunt en hem van Chichester te ver lossen als ik kan". „Maar Chichester is zoowat de eenige vriend die hij nog over heeft, Bev". Integendeel, ik geloof dat Chi chester ziin ergstcn vijand Is". •,M;iar best© ketel! Chichester is de eenige die hem in zijn schande nog de hand boven liet hoofd houdt maar waarom hij het doet, snap ik niet". „Ik geloof dat ik je de reden daar van wel met één enkel woord kaD zeggen", zei Barnabas. „Nu. Bev, wat is het dan?" „Cleone!'1 De Viscount schrok. „Wat denk je dan Onmo gelijk! De kerel zou nooit de minete kana bij haar hebben, eo veracht bom. dut weet ik. „Ein ze is bang voor hem? Wat be doel je daarmee, Bev?" „Llc bedoel dat ze haar broar ver afgood, al is hij dat ook allerminst waard." „Haar stiefbroeder. Bev". „En ter wille van hem zou ae haar heele fortuin willen opofferen en zich zelf!" „En t" „Welnu, Dick, Chiehceter weet dit en handelt in overeenstemming daar mee". „Hoe dan „In de eerste pleats leert hij Barry- atna drinken I „Daar had hij niet veel ie«scn in noodig, Bev". „Verder heeft hij hem in zijn macht op de een of andere manier, tenmin ste Barrymaine Ls baa-g voor bom, dat weet Ut. Ais zijn tijd gekomen is, zal Chichester de zuster zien ta krijgen door middel van haar liefde voor haar broer on voor hij dat doet, Dick i Barnabas zweeg en balde de vuisten. „Wat dan. Bev?" „Zal ik hem vermoorden. Dick". „Je bedoelt zeker: met hom duel- leeren?" „Dat zou op hetzelfde neerkomen", zei Barnobaa kalm. „En hoe stel je je nu voor, dat je Barrymaine kumt redden?" „In de eerste plaats zal ik zijn schulden betalen". „En dan?'1 „Hem meenomen". „Wanneer?" „Morgen, ale 't kan hoe eerder hoe beter.'" „En zou je dan de race laten loo- pen. Bev?" „Ja", zei Barnabas met oen zucht, „zelfs dat, als het moeft." Ue Viscount ging achterover liggen tn staarde naar den hemel van zijn ledikant -- en hij keek nog 6teeds in die richting toen hii zei: „En dnt zou je allemaal doen „Ter wille van Haar", zei Barnabas zacht „Bovendien, ik hei» liet haar beloofd, Dick „En je hebt haar maar ééns gezien. Bev „Tweemaal. Dick". Weer wo/> het stil, terwijl de Vis count naar den hemel van zijn ledi kant staarde en Barnabas naar d« ge balde vuist, die op zij® knie lag. „Beverley", zei Devenham plotse ling, „wat een vastberaden kerel ben je je laat je ook niet gauw dwars- booxnon in je plannen!" „Och zie ik houd van haar, J Dick." j „Ba, Bev, zal ik je eens vertellen wat ik begin te golooven?" „Ja, Dick." „Nu, ik begin lo gelooven, dat jij. in weer woel van e mij en hm van al de anderen in weerwil van haarzelf, desnoods haar toch nog zult krijgen". „En zal ik je eens vertellen wat ik begin te gelooven, Diok?" „Ja". „Ik begin te gelooven, dat je liaar nooit hebt liefgehad". „Wat?" riep Beverley uit. terwijl hij haastig overeind kwam. „Wat? haar nooit liefge... Maar BeverleyI Hoe kom jo daar nu 4n vredesnaam bij!" „Door Clemency!" zei Barnabas. De Viscount staarde hem aan, deed zijn mond open cn weer dicht, streeK met zijn hand door do haren ea liet zich weer achterover in de kussens vallen, „Dus", zei Barnabas de volharden- de, „nu weet je waarom ik Jasper Guunt zoo graag wil ontmoeten". „Guuntzei Devenham op droo- niLiigen toon. „Gaunt I' ll apitein Slingsbv «roet vanmiddag naar hem toe, k-nmiruste dat zei je. eu ik dacht misschien „Süngsbyl O dat is zoo. ik zou liet heeleinaal vergeten oin half vier moet het wagentje voorkomen. Wil je cnij een plezier docni cn iiera een por I niet je stok geven, Beverley? Wees maar niet bang, pook er maar op I s. kerel er is heel wat voor noodig eer Sling wakker wordt". Na een poosje slaagde Bannaibas er in de slapende Slingsby wakker te maken, die terwijl hij liet hoofd op lichtte, sufferig knipoogde en op be- leedigdon toon vroeg: „Wat gebeurt er in vredesnaam al- j lemaai?"Toen hij heftig gegeeuwd had I Cu weer wat bijgekomen waa, begon hij onder de rustbank vandaan te krui pen en toen hij Barnabas in het oog kreeg, sprong hij overeind en bogroet- to hem hartelijk. „Zoo, Beverley!" riep hij uit, hoe |fituat het leven? Ik ben blij dat je mij j wakker hebt gömaakt, ik droomde net I he&l akelig. Ik dacht dat „de Schurk" z'n rechter voorpoot verstuikt hnd en niet aan de race kon meedoen. Wat zijn droomen toch ellendige dingen, zeg!" I „Boste SliüA". zei de Viscount „het is precies kwart over drieën." „O ja, zeg? Wat zou dat?" „En om vier uur heb je geloof.ik een afspraak met Gaunt". „Gaunt I" herhaalde de kaoiiein verschrikt, en Barnabas zag alle op gewektheid uit zijn gezicht verdwij nen, „Gaunt ja, ik zeg ik bRd het bijna vergelen, Devenham". Om iialf vier komt je wagentje voor, is 't niet?" „Ja, en ik heb geen tijd meer ^oor een bad maar ik moest me eigen lijk wel scheren en o, kijk m'n <'a* eens „Je kunt alles, wat je noodig hebt, in rnijn kleedkamer vinden, Sling". De kapitein knikte dankbaar en ven dween dadelijk m de aangrenzende ka mer, waar zij hem al spoedig hoorden puffen, brommen e® blazen. Met ver heffing van stem riep de Viscount t» gen hem: „O, zeg, Sling, Beverley wil met je mee." De kapitein hield op e® toen hij sprak, klonk zijn stem heesch ©n on* geloovig. „Nee, zeg, wat is dat nou?" „Hij wil dat je hem aan Jaapei Gaunt voorstelt." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 10