Over de Meer.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 11 FE3KUARI 1922 TWEEGE BLAD
AJa gevallen erootheden, die de
verzenen teeen de prikkels sloegen,
poo zagen we dé amlxachtsheeren na
de revolutie 1795. Thans zullen we
ben zien m al hun glorie, zooala ze
een halve eeuw vroeger reiaden door
hun ambachten doorluchtigheidjes
van hun waardigheid zich bewust en
als zij voonbiirijden onlblooten de
domeiingen hot hoofd en de dorpsre
genten. door den predikant gevolgd,
gaan hen in eerbiedige houding tege
moet,.
Commissarissen der stadsheerlijk
heden brachten jaarlijks een bezoek
aan de dorpen om er d:e verschillende
rekeningen te hoorei), op te nemen en
te sluiten on mogelijke klachten in ont
vangst te nemen. Krachtens hun in
structie waren zij gehouden schrifte
lijk verslag van hun bevindingen aan
bur g eme ester en uit te brengen, en dat
hobiben ze trouw gedaan. Ik voeg er
dit bij, omdat men wel ©ens den in
druk krijgt, dat een achttiend'ceuw-
Bclie instructie een verzameling voor
schriften was, die de betrokken amt-
t< aren o-pwoon waren niet CD te vol-
gen-
ub uwji vaarten moesten oen d»
viif joaj- geïnspecteerd worden, maar
ln 1757 bleek, d&t dit in 1750 voor het
laatst was gebeurd. Waarop de heeren.
In dergelijke aangelegenheden altoos
gemoedelijk besluiten het werk maar
weer eens op te nomen en „desolve
ibimie vaarten mede te inspecteeren,
©mnie all verder verloop te voorko
men." Deze inspectiereizen moesten in
Mei plaats hebben, maar, door „di
verse inconveniënten en beletselen",
werd bet wel eens Augustus, zelfs No
vembervoor in en van wal stak. Nog
maals: het eobiint, dat die van de
achttiende eeuw meer tijd hadti'en dan
wij om er „beletselen" op na te hou
den. die hen verhinderden hun ambts
bezigheden waar te nemen, hetgeen
wat anders is daJi wanneer wij door
ani'blsbezigheden verhinderd zijn an
dere plichten na te komen.
Voor men van wal stag, want com
missarissen reisden te water," met het
groote jacht dier Admiraliteit te Am-
terdum, zoo ze het geluk hadden, dat
een van hen tevens lid van dit college
was, anders met „dezer stads oude
ijinnejacht". In het eerste geval waag
den ze zricvh op de Meer, met het stads-
jacht daarentegen maakten ze den om
weg over Leiden door den Rijn naar
Alfen om vandaar uit de heerliilthe-
den te bereiken. Moesten bruggen en
huizen geschouwd worden, die met
het groote jacht, niet te bereiken wa
ren, dan werd het kieine jacht mee
op sleeptouw genomen en de hoeren
stapten er in over. zoodra de onvol
doende diepte van het water dit eisch-
te. Konden zij op deze wijze het doel
nog niet bereiken, don vervolgden de
reizigers hun tocht jn rijtuigen, die
hen ter plaatse opwachtten. Zoo werd
het inspecteeren der binnenvaarten
een moeiaame onderneming en het is
niet te verwonderen dat zü die er aan
deelnamen, aanspraak meenden te
mogen maken op een uitneihenden
maaltijd aan boord, waarvan ik u
peen beschrijving geef. omdat ge n
van een amlbaclitaheerlijken eetlust
tooh nooit een juiste voorstelling zult
kunnen maken. Het ligt overigens
voor de hand, dat zoo'n reisje, van
een paar dagen meestal, aan de stad
geld kostte „ende zal voor ieder ordi
naire rijze worden gevalideerd een ge
tal van zes dagen, te rekenen voor
ieder der vier heeren vijftien gulden
daegs. de reis en teerkosten daaron
der gerekend". Of de stadsfabryk, de
stads timmerman en de stadrta.nd.tne-
ter, die het genoegen hadden da hee
ren te vengezellen, ook een „douceur"
ontvingen, wordt niet gemeld.
ln de eerste dagen van November
1741 brachten commissarissen der
stadsheerlijkheden een bezoek aan
Nieuwveen, de voornaamste aller
heerlijkheden over de Moer, thans nog
een aardig dorp aan de lijn Uithoorn-
Al f en. .toe komstdorp je wegens zijn
granen en suikerbieten, vee- en zuivel
producten", zooals Jan Feith meent
in zijn beecrijving van „De Haar-
lemmermieerlijnen." De heeren zullen
er de rekening van stuiversgelden, een
belasting op het vervenen, afhooren.
Ze zijn in den vroegen morgen van
huis gegaan om des namiddags te vier
uur de plaats hunner bestemming te
kunnen bereiken. Ken achtbaar gezel
schap Willem Gerling. president-
burgenieeater. Mr, Cornells Ascanius
van Sypasieyn, oud-burgemeester en
titu'alr-aoioachtsheer, Mr. Jacob Gil
les. pensionaris en Mr. Dammas Gul-
dowagen. secretaris der stad, dit zijn
oe „edelachthaarhodens" wier doen
en laten op ale heen- en terugreis uit
voerig beschreven wordt, uitvoeriger
dan hum bevindingen in zake de reke
ning der stuiversgelden. Als eing het
hier om hun interessante persoonlijk
heden en niet om het onderzoek, dat
ze kwamen instellen, vermeldt het
rapport van dit laatste weinig meer
dan wiutik hier volgen laat: „niet al
leen de geïnteresseerde veeniuilden,
maar ook de ambachtsbewaarders en
de opgezüteni'ii waren ten hoogst© ver
heugd cn betuigden eenparigliik hun
ne blijdschap, dat zij eens mogten
hoorei) en weten waar het geld van
hun verveende landen was gebleven,
en hoe daarmede tot dusverre was ge
hand ©lid! en vorder stont gehande) t te
werden doordien zij nooit van 't doen
van cenige relocniuge dienaangaande
had de gehoort, nog geweten waar het
geld was gebleven
Wij zouden in een ro.pport over een
zaak waarin blijkbaar „something rot
ten" is Iets meer verwachten dan deze
luttele opmerking, die nog bovendien
den indruk wekt als had die rappor
teur deze ambachtsheer en willen voor
stellen als beschermers der kleine
luiden. Hij ho-udt zich echter met dc
zaak' niet langer op maar vindt het
belangrijk cenoeo om te vermelden,
dat de heerem „vermits het den gehee-
len dag zeer mooi weer en na het sai-
soen een extraordinaire dag was, na
den eten meest achterop gezeten en
tot verwondering gezien (hadden), dat
doorgaans in alle de landen ongemeen
veel gras was en dat overal de beesten
nog in de weiden liepeu evenals in
het hart van den zomer". Het mogen
korvnersoogen zijn geweest, die hier
het vee beschouwden. Ook burgemees
ters hielden zich wel eens bezig met
de vetweiderij. Droeg Deymans water
poort haar naam niet naar den burge
meester, die daar van stadswege een
brug over de stadsgracht liet leggen,
od dat hij, zonder een omweg te ma
ken, bij zijn koeien zou kunnen ka
men. die Langs den singel liepen te
grazen 1
Drie dagen later, toen de terugtocht
werd aanvaard, was het weer een zo-
meraohe dag. Commissarissen besloten
bun jacht vooruit te zenden naar
's Moolenaars, een hei-berg aan den
Rijn bij Oudbhoorn, en daarheen te
wandelen om onderweg de droogma
king bij Ter Aar in oogenschouw te
nemen. De schout en de predikant,
die zioli van zulk een lange wandeling
weinig goeds voorspel een, boden dc
heeren aan hen te rijden, maai- zij
volharden hii hun besluit. Slechts
stemden zii er in toe, d»at de rijtuigen
hen zouden volgen-, voor het geval dat
een der wandelaars er gebruik van
zou wiUen maken. Zoo zien wij dan
op dien Zomerschen Novemberdag
van liet jaar 1741 de H-aarlemsche re
genten de polderwegen betreden, eet)
afstand van ruim drie uur gaans te
voet afleggen, onmiddellijk gevolgd
door den predikant in zijn rijtuig cn
den schout in zijn sjees, van welke
voertuigen voegt de rapporteur er
triomfantelijk bij geen der heeren
gebruik heeft gemaakt. En te 'a Moo
lenaars aangek-omen, waren ze heel
niet moe, alleen maar wat warm ge
worden van de wandeling, en „droog
den er eeil takkebosje". Ziet ge ze niet
zitten bij de schouw, gepruikt, «rerokt,
gegespt, een giip roolcend, terwijl ze
zich het zweet van het edelachtbare
voorhoofd: afvegen Een loone<je
om door Cornelia Troost vereeuwigd
te worden 1
Wel was bet een prestatie voor een
welgedane ambachtsheer, en het
komt mij voor. dat deze gedenkwaar
dige wandeling ook als zoodanig
"wordt vermeld.. Maar welke beuze
larijen durfde men toch in een offi
cieel rapport opnemen Kn hoe droe
vig steken luerbii af de taJ.ooze klach
ten over slecht bestuur en etordie be
heer, di©, blijkens andere rapporten,
schering en inslag waren. Wie ze ge
lezen heeft, spreekt nooit meeir van
den „goeden" ouóen tijd. Klachten
over verwarring in de kohieren, waar
door. jaren achtereende eene inge
land' belasting betaalt voor den an
deren over de liooge leges, die „van
tnd tot tijd komen te acoresseeren"
©vei- het „stilzwijgend oontinueeren
van colleges waarvan elk jaar de
bedt moest aftreden. Ren voorbeeld
van slordige administratie 'I liet bij
houden der diaconierekening was hot
werk van den schoolmeester en wie
zich hel beold van den achttieuae-
eouvvschen dorpsechoo.iuee&ter voor
den geest roeot, zooals die in de spec
tatoriale geschriften van dien Lijd ge-
teekend wordt, begrijpt aanstonds wat
dit zeggen wil. Temidden der grootste
wanorde gaf de man, die dikwijls zelf
nog moest leeren lezen en schrijven,
les ln het „snellen, schrijven, rekenen,
godsdicaiet en zedekunüe" en onder
de hand schreef hij voor den schout,
onderteakend© hii collectebriefjes of
werkte hii aan verschillende rekenin-
ee,n. Geen wonder, aai u&anu tel
kens „grote oonfufit" werd- ontdekt.
CommiEsaris&en hadden af eens mon
delinge voorschriften gegeven, aie
eerst tien iaar later door sclirifie-
liike vervangen werden, omdat het „te
vreesen was, dat dieselve uyl 't geheu
gen souden geraken, indien die met
schriftelijk herhaald werclen". Blij
kens deze instructie een soort hand
leiding voor eerstheg inn tuiden den
rendant voorschreef, had hii nage
noeg alles verwa-asloosd wat tot een
riohtig beheer strekken kon. Voor
eerst moest hii een „capitaalboek of
blaffert" aanleggen &n daarin „yder
effect op ©en appart blad" schrijven
met den prijs waarvoor huizen en
landerijen verhuurd waren. Verder
werd hem aanbevolen de „laterissen
der rekeningen op te trekken, over te
brengen, 't totaal van den ontfangli
en uvtgaaf uyt te drukken en de sioo-
ten agter de reekeningen na behooren
ter neer te stéllen." Eindelijk werd
hem op het hart gedrukt bij de jaar-
liikeche rekening een staat van restan
ten over te leggen „houdende specifi-
celiik alle porten van die afsonderlijk,
mei uytdrukking van de somma, en
van de personen, ten wiens lasten
deselve restanten sijn, alsmede ter
wat saake en om wat reeden dezelve
niet ingevordert hdbben konnen
werde." Het zou echter nog vier jaar
duren, voordat men kon besluiten de
Raarlemsche Instructie op te volgen
en er kwam eerst verbetering in dsn
toestand, toen ,de publieke rekening
Jer diaconie gedaan werd'.' ten over
staan van Mr. Jacob Gilles, die de
arnbaebtsheeren bij deze gelegenheid
vertegen woord igd e.
Wii weten waarlijk niet wat hier
opmerkelijker is, de gebrekkige admi
nistratie of het onvoldoende toe
zicht, dat erop uitgeoefend werd. En
het is op elk gebied onveranderlijk
hetzelfde slechte toestanden en onvol
doende geregelde verhoudingen. Of
men leest van wegen, die „niet dan
met schrik en gevaar met een rijtuig
te gebruiken zijn", van een örand-
schouwe die in geen drie jaar gehou
den was, ofschoon ze tweemaal per
iaar moert plaats hebben, of van slui
zen. die door onbevoegden verwijd
worden, h.et is alles openbarine van
een onhoudbaar stelsel. Alsof niemand
wist waaraan hii zich te houden had
en het verantwoordelijlchrtdeibesef
was zoek geraakt. De verslagen der in
spectiereizen van commissarissen der
stadheerliilched.en zijn ware k-achten-
boeken. waarin de bevolking als het
ware haar ontevredenheid uil-te over
de bestaande gebreken. Maar dde taal
werd niet verstaan menigmaal staat
ale het resultaat van ampele discussie
vermeld„hii pro-visie gelaten op
den ouder voet.'
2kio bleef ook de verwarring „op
den voet" voortgaan en geen heerlijk
gezag was in staat hier orde te schep
pen. Totdat de groote omwenteling
kwam en ook over deze polderlanden
een storin ging. die het oude en ge
brekkige omver wierp. opdat het
plaats zou maken voor het nieuwe.
H. E. KNAPPERT.
StaSsElenws' -
jom de gemeenschap een eeuigszras
DE POLITIE-QUAESTIE. doende bescherming ie kunnen w;
De llaariem&che PoIUievereeniging i',0af5n;
„Verbeieiing ons sirenen" londh>>
den 1-eed e"n adres waarin zij kei,- >"«c''d=o vMlvuli.». he, polmt-
iins geelt, dal zi, met leedwezc'n bet "OWkoiMii MkttSe».ll«a
raadsbesluit venium om het corpó 2"ePb van rei gel eele agenienperso-
po.nieagcr.ti'i) inet 14 te verminderen üeel de yrtje dagen werden ingeuouden
en om de poliuescJiool te sluiten. fa liel 1U dienst werd gesteld. Voor-
Naar de nieenuig van adressante kun 7ceu werd dan bij dergeujke gevallen
dit besluit niel andere dan een veria-1het personeel der Vakschool gerequi-
ging van het peil van ontwikkelingrcerd.
dor dieiiarei VuJ. politic ten gevolge' 1 enslotie geeft de Memorie een over
hellen, wat h. i. schade zal berokke-1 welk aantal personeel er noodig
nen aan de gemeenschap. lis om: ie. een voldoende en geregelde
Daarom wordt den raad verzocht bewaking voor de gemeente Haarlem te
te willen oveigaan tót intrekking van waarborgen; 2e. een zoo goed mogelij-
bovenhcdocid besluit en tot wéder in- ke persoonsbeveiliging van den agent
voering oer pclitievakschool. Voorts van politie te verzexeren en 3e. een op-
de daarvoor benoudigde gelden op- leiding te geven opdat het voor zijn
nieuw op de Begrooting te brengen, moeilijke laak berekend is en blijft. Lu
ten eir.üe het politiecorps op de daar- overzicht besluit dat 319 maa noodig
voor noodzakelijk geachte sterkte to zijn.
brengen. I Lr werd, aldus de Memorie, echter.
Bij het adree is een uitvoerige Me- uit bezuinigiDgsoogpunt, volstaan met
"ie van Toelichting gevoegd. Dez© ,84 man, hetwelk mogelijk was, door-
Mernorie ontvouwt-Ir, den breede dat -
geestelijke omwikkeling en vakkennis
voor den politieman dringend noodig
it, en dat ook de samenleving daarbij
groot belang heeft, ln het belang der
maatschappij is het, zoo wordt be
toogd, dat tr een goede politie is.
Op liet moeilijke van de taak van
den po'itieagent wordt de aandacht
gevestigd en lio© om die taak naar
behooren tt kunnen uitvoeren een al-
geineene ontwikkeling noodig is. Wil
de politie nan haar steeds moeilijker
wordende taak steeds meer en meer
kunnen voldoen, dan zullen, wordt
Hungevoerd, haar dienaren daartoe
behooren te worden opgeleid op een
speciaal daarvoor te btichten vak
cursus.
De Memorie gaat dan voort: Adres
santen verbergen dan ook geheel niet
bun groote teleurstelling, dat door
Uw college het besluit is gonomen de
bestaande vakcursus voor de politie
gemeente op te heffen. Zij zijn
er van ovenugd, dat hiermede een
>t3p m achleiwaansche richting is
geuaau, wat niet anders dan de Ge
meenschap ten schade kan en in de
toekomst za.i blijken te zijn.
Adressanten zijn het geheel eens,
met wat de Leer burgemeester dezer
gemeente ais hoofd der po.itie in zijn
oricf van 21 November 1921 over de
poiitievuksc.nool zegt en heeft adres
santen en gerustet.jk mogen zijn zeg
gen, het 8 d 5 c li e Haarlemsclie
politiecorps een groote teleurstelling
geweest, te vernemen, dat niettemin
uw college toch gemeend heeit dit
advies vnn den heer burgemeester
niet te moeten opvolgen.
Uit Je verslagen in de pers over de
zittingen van uw college is aan adres
santen gebleken, dat een der motie-
toi opheffing geweest is do kos
ten aan deze inrichting verbonden.
Adressanten zijn van meening, dat
waar'noodig en mogeiijk op het ge
ni een te lijk budget moet worden be-
zuinigu. Zij nemen echter de vrijheid,
alö hun meening r.aar voren te bren
gen, dat op iédere beg-rooting posten
voorkomen, waarop niet bezuinigd
kan en o<-k niet mag worden.
Tot een oezer categorieën behoort
>k de opleiding der agenten van po
litie in uwe gemeente c. q. de instand
houding Jer Potitlevakscliool. Een
zoo grpot,: een zoo belangrijk maat-
sch appél ij'k beiang is daarbij, betrok
ken, zoools adressanten in het vooraf-'
guandc- in het kort hebben trachten'
aar: ,t tunnei:, uat de daarvoor be
stemde geiden alleszins gemotiveerd
van de belastingbetalende burgerij
kunnen en mogen gevorderd worden.
I Zij zijn er vasi van overtuigd, dat de
j opheffing van de Vakschool zal leiden
tot een ernstigen teruggang -— in de
toekomst van liet geestelijk peil der
dienaren van politie in uwe gemeente.
Dit zal tot gevolg hebben, dat het
vertrouwen, dat de Haarlemschc politie
momenteel bezit bij de overgrooto meer
derheid der burgerij, op danige wijze
zal gaan tanen, om. eindelijk geheel te
loor te gaan. En voor de samenleving
in haar geheel, zoowel als voor de po
litie afzonderlijk, kan dit niet anders
dan hoogst schadelijk zijn.
Vervolgens betoogt de Memorie dat
door de inkrimping van personeel de
sociale positie van den agent van politie
in gevaar is gebracht. Met do minste
stribbeling, wordt gezegd, bijv. orde
verstoring, werkstaking, uitsluiting
of anderszins, zal het nu gebeuren, dat
do wekelijksche rustdag van het perso
neel .wordt ingehouden, teneinde het
dat de gemeente liaaarlem in de
ste jaren aanspraak maakte op een po
litiecorps, dat zijn taak begreep, waar
toe de Vakschool' niet weinig heeft bij
gedragen.
Het is echter betreurenswaardig, dat
er een groot verloop in het corps plaats
heeft, waardoor vele goede krachten
naar elders vertrokken of zuiks nog
nachten ic doen, omreden in vele an
dere gemeenten in den lande een hoo-
gere bezoldiging wordt gegeven dan in
de gemeente Haarlem.
Adressanten doen daarom een ernstig
beroep op den raad, mede te willen
werken tot een voortdurend op hooger
geestelijk peil brengen der agenten van
politie, naast een steeds meer en meer
aanbrengen van de daartoe noodige
vakkenis zoo uitgebreid mogelijk
en weder opnieuw de 'gelden toe te
siaan, Doodig voor de wederoprichting
der nu opgeheven Politievakschool en
bet Politiecorps op de daarvoor noodza
kelijk geachte sterkte te brengen.
ALC. NED. VROUWENBOND.
Dezor dagen ia te Haarlem de al-
gtemec-ne vergadering gehouden van
do A.N.V.O. voor het va&tstaJen van
de candidatenliist voor de Tweed©
Karner-
Gekozen werden mevrouw Nine
Minn ©ma, Zandvoort, mevr. C. B.
Mjnderhoud, "Rotterdam, inevr. A.
Schier—Rutters, Amsterdam, en
mevrouw Tine Roozendaal, Wormer-
veer.
„0. J. CREMER".
Naar wij vernemen, zal door de let
terlievende vereenigiiig „J. J. Cre-
mer" on Dinsdag 28 Febr. a.s. een
weldaigheidBvoorsteling worden gege
ven ten voordeele van de afdeelniig
Haarlem „Witte Kruis" met mede
werking van 't Strijkje der H. B. S.-
Vereeniging, waar zal worden opge
voerd „Het GorieraaJsvrouwtj-e
'bliisnel in vietr 'bedrijven.
Uit öe ümstï'tskea
Onze Lachliosk
DIENSTVAARDIG HEID.
Jantje-, Vader, zei u laatst niet
dat u een iizeren punt aan uw wan
delstok wiótfé laten maken.
Vader: Ja, dat is waar ook.
Goed dnl je daaraan denkt!
Jantje: ]k zal hem dan maar
even naar den smid brengen, vaderi
Vader: Dat vind ik nu to.ch aar
dig van je. dat je uil jezelf eens iet»
voor vader doen wilt....
J an tie: Neen, dat is liet niet.
Maar buiten staan een jaar jongens,
die met me vechten willen. En als ik
nu met een stok aankom, durven z©
niet 1
MODERN.
Mevr. A. Hoe lang heb jij je
laatste dienstoode gehad?
Mevr. B. Juist zóó lang dat zij
net even tit-J had om te zeggen dat zij:
weer heenging 1
De beer Zeestraten, wethou
der, brengt in liet middeo, dat ook
bij zijn orders voor het rijden van
't vuilni6 nunr de belt gegeven heeft.
Tol de volgende vergadering wordt
aangehouden de behandeling van bet
pport oer raadscommissie inzake
n wijziging in de politieverordening,
opdat de Burgemeester als hoofd der
politie dit rapport eerst kan hesUi-
deeren.
Aan de orde komt een voorstel der
.eoignuisatie der brandweer wegens
de totstandkoming der waterleiding.
Voor het gedeelte der gemeente, dat
aan de waterleiding is aangesloten,
■ordt voorgesteld de brandweer ta
oen bestaan uit een opper-brand-
meoster, drie brandmeesters, twee
spuitgasten en acht vrijwillige slang-
houders
De heer Van Lierop vindt
dit laatste aantal te klein; hij wensoht
het aantal van acht op zestien te ver-
"ubbelen.
Goedgekeurd wordt het voorstel tof
aankoop van verschillend materiaal
voor do brandweer. Een en onder tot
een bedrag van ruim 2ÜU.
blijven hiermee 100 be
neden de begroóting der brandweer
en zullen bovendien de grootst moge
lijke zinnigheid betrachten.
De heer Prins vraagt op wel-
wijze deze zestien vrijwilligere
verkregen kunnen worden.
Da V c. 0 r z i l.'t e r antwoordt,
it er allijd bij een brand genoeg
mensehen zijn, die behulpzaam wil-
11 wezen.
De hen H u i s m a n wil een op
roep pubiiceeren, maar vraagt welke
vergoeding zij zullen ontvangen.
Voorzitter antwoordt,
n behoorlijke vergoeding gege
ven zal worden, zoodat die mensehen
geen schade zullen lijden.
De heer Van Lierop wenscht
een absoluut vrijwillige brandweer,;
zonder eenige vergoeding.
Dc V 0 0 r ilt ier vindt dit voor
stal zeer sympathiek.
Het voorstel van den heer Van Lie
rop wordt zonder hoofdelijke stem
ing aangenomen.
D© heer Van Aalst wenscht
nachts een grooteren druk der wa
terleiding
De Voorzitter belooft, dat
daarvoor maatregelen genomen zul-
n werden.
Rondvraag.
De heer Van Aalst vestigt d«
ht op een patiëntje, dat reeds
BENNEBROEK.
GEMEENTERAAD.
De gemeenteraad van Bennebroek
kwam Vrijdagavond 8 uur in open
bare vsiga.deriiig bijoen. Voorzitter
ie de Burgfme.estêr. de heer N.
Tiiman.
Alle loden waren aanwezig.
D© Voorzitter deelt mede, dat: Hjd in een sanatorium te Kat-
de gemeente-secretaris, de heer J. van-w'jk verpleegd wordt. De verpleeg-
Scheersj op 'advies van zijn dokter selden l '21 per week worden
een maand verlof zal moeten nemen. v_e|'?©ed gedeeltelijk door het. Witte
Op voorstel van den Voorzit- Kruis, eenige particulieren en den
ter weidt de heer C. Loeff, amb- Tader. De gelden raken evenwel op,
tenaar ter. Secretarie, gedurende die zoodat vv.inneer niet verder geholpen
maand bij acclamatie benoemd tot tij- wordt. het kind met 1 Maart weer
deiijk eccrotaris en ontvanger, zulks >1;mr huis zou moeten komen. Het- is
buiten bezwaar dar gerne<Vite-finan- evor.wel g(.wenscht, dat het meisje
ciën. minsten? tot Juni in dat sanatorium
De heer Loeff legt in handen van kan büjveu. Hij vraagt, of de geineen
den Voorzitter de vereisohte eeden te eeu maand da kosten op zich kan
nemen. Dit zou 90 kosten.
Naar aauleiding van een klacht
van den heer Van Aalst over
den weg naar de vuilnisbelt, deelt
do Voorzitter mee, dat hij
zijn aandacht zal wijden aan den toe
stand van dien weg, die verhard moet
worden, maar niet met stukken glas
en stukken van oude kachel®, enz.,
zeoa.16 lot dusver geschied is.
De heeren Prins en Van
Aalst vestigen nogmaals do aan
dacht op den gevaarlijken toestand
van dien weg.
Dit verzoek wordt toege6taan.
De Rand gaat daarna nog in gehei
me zitting.
VELSEN.
De vierde lezing van de vijf, die de
commissie voor winterlezinffeii dezen
winter heeft uitgeschreven, zal Don
derdag 16 Febr. a.s. gehouden wor
den in het gebouw voor Chr. Belangen
optreden zal Ds. J. D. Boerkoel, te
Velse 11. met bet onderwerp: C. S.
Adama van Schelt erna.
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
„Zeg mij rnefc wien gij omgaat en ik
zal u zeggen wie gij zijt," is do wijze
Bpveuk van e.en wijzen man. Als een
voudig mensch zou ik daarnaast deze
eenvoudige spreuk willen stellen
„zeg mij,
ik zal u zeggen, wie gij zijt Dit even
ware woord is het gevolg van een ad
vertentie, die ik gevonden heb van een
Cabaret in Amsterdam, dat aankon
digt ,.het doorzagen van een levende
dame". Dit doorzagen ia blijkba_ar
niet bedoeld in overdra.'btelijken zin,
namelijk als het ver>--.Did zeuren van
een Droogstoppel, van wien bet slacht
offer, eenmaal ontsnapt, pleegt te zeg
gen „de kerel heeft mij doorge-
taaird". maar als een illusie, waar
schijnlijk met spiegels, in elk geval
niet de eeno of andere truc verkregen.
Maar die dan toch den indruk geven
moet, dat do (lame in werkelijkheid
doorgezaagd wordt.
Wat, een amusement! En wat zou
den de zes andere „attracties" wel
wezen, die bovendien door hetzelfde
cabaret worden beloofd? Veel vertrou
wen heb ik er niet in en liet beste
lijkt, me maar, om de deur van dat
cabaret voorbij te gaaD en de baan
vrij tc laten aan wie het denkbeeld,
dat er een dame heusch wordt, doorge
zaagd, een aantrekkelijkheid vinden.
Precies als een acteur, die in een film
gespeeld heeft als man zonder bee-
Jen. Hoo hij dat gedaan gekregen
heeft wordt ons smakelijk verteld. Hij
heeft er kans toe gezien, om ziju on-
derbeenen op te vouwen tegen zijn
dijen, do stompen die daardoor sche,-
uen te ontstaan in leeren kokers te
Wringen en daaronder houten klos
sen te laten maken. Een acrobatische
toer, dien ik niet graag zou probee-
ren 11a te doen. Maar wat van die
Kunstemakerij de attractie uitmaakt,
1 vermaakt en
knn
grijpen.
een gewoon mensch niet goed be
De griep neemt af, in hoeveelheid
en in hevigheid. Dat is een voordeel
van ieder nadeel, dat er een eind aan
komen moet. Of met andere woorden
de gezondheid wordt het meest ge
waardeerd door wie pas ziek geweest
ia. De griep heeft nog wel andere in
directe voordeelen de medici, die het
vorige jaar in heel Nederland heel wei
nig te doen hadden, hebben een perio
de van drukte gekend, de apothekeis
dito dito en dan is er nog een voor
deel. waarvan ik niet weet of het in
't algemeen maatschappelijk oogpunt
wel een voordeel niag heeten, maar
dat toch een gemak is.
Laat ik tot, toelichting zeg
gen. dat hierbij te pas ko
men een metaalfabrikant, een
loodgieter en een dame. De lood
gieter treedt het eerst op. Hij schrijft
aan den mctaalfabrikant. „Mijne Hoe
ren. Zes weken geleden bestelde ilc U
eenige werktuigen, waarvan U promp
te levering beloofde en heb ik (1) deze
nog altijd niet ontvangen. Gelieve mij
omgaand te melden, wanneer ik de
toezending tegemoet, kan zien.
Hoogachtend, Staaf Co."
Per koerende komt er antwoord
van den fabrikant. „Den Heeren Staaf
en Co. Wij ontvangen Uwe klacht be-
tieffende levering van werktuigen en
stelden (1) wij deze in handen van on
zen fabriekschef, zoodat, U de leve
ring- thans ten spoedigste tegemoet
kunt zien. De reden dei' vertraging
is hierin gelegen, dat do heerschcride
ziekte ons gcruimen tijd van een deel
vau ons personeel heeft beroofd en
hebben (1) wij dientengevolge deze
werktuigen niet in voorraad kunnen
maken Wij vertrouwen (1) U deze r©
den billijken zult.
Hoogachtend Gebr. Stang."
„De heevscheude ziekte!" zegt Stanf
nijdie:, als hij dezen brief ontvangt.
,,'t Wordt tegenwoordig alles maar op
de griep gesehoven, ik geloof er niet,
veel van I" En Staaf raadt, het goed,
want do werktuigen zijn bij gebroe
ders Stang wel degelijk in voorraad,
mnnr de jongste bediende op bet ma
gazijn heeft de bestelling per ongeluk
in zijn zak gehouden en daar moet
toch een mouw aan gepast worden.
Om het geval nog waarschijnlijker te
maken zal Stang na het verzenden van
den brief nog een paar dagen met de
levering wachten.
Dit is het eerste bedrijf. In het twee
de wordt Staaf, de loodgieter, de
hoofdpersoon. Tingting, do telefoon
gaat over. „Staaf en Co.", zegt de
loodgieter, de hoorn opnemende. Aan
net andere einde is de dame, dio zich
beklaagt. „Drie dagen geleden heb ik
u al gevraagd 0111 iemand te sturen, die
naar een lek kun Idjken en er is nog
niemand geweest". „Mevrouw",
zegt Staaf en legt bijna de hand op
het hart, van pure waarachtigheid,
„wij hebben hier zóóveel getob gehad
met ziekte 't kon niet eerder, maar
morgen komt er bepaald iemand. U
kan er op aanVastMevrouw
praat nog wat door en in de werk
plaats staat liet personeel, dat 't ge
sprek hoort, elkaar aan te stooten.
„Heb jij grien gehad. Kees?" .,11c
niet, jij Jaap?" „Ik ook niet, mnnr
Willem misschien". Dank je wel,"
20gC Willem, de leerling met do van
gezondheid blakende koonen. „Dan is
't, do baas zelf geweest, maar ik heb
't niet gemerkt". „Ssstt...", zegt do
baas nijdig, die door 't gefluister afge
leid niet precies volgen kan wat de
dame zegt. Eindelijk, t°t zijn groote
genoegen, is 't gesprek uit. „Kees, ga
jij maar dadelijk even naar mevrouw
X... of nee, wacht maar liever tot
morgen". Kees grinnikt in zijn baard.
Hij begrijpt best, waarom bij niet da
delijk mag gaan. Dan zoti mevrouw
X. het heelemaal niet gelooven van
die griep op do werkplaats.
Ze gelooft het toch wel niet, maar
kan toch moeilijk zeggen: „Staaf, dat
jok je I" Alles wordt maar op de griep
geschoven, pruttelt ze, wanneer zij
aan haar schrijfbureautje gaat zitten
om wat achterstallige correspondentie
af te doen tante Marie en zus Wille-
mien en nicht Liesbeth, och, och, wat
zijn die brieven al oud, ze schaamt
zich haast over de vertraging. Maar
het papier, is geduldig en de vulpen
niet minder en daar staat het al, eev haast niet mogelijk weer op te 6taan
't weet„Lieve tante Marie, ik zou
al eerder op uw hartelijk briefje ge
antwoord hebben, wanneer niet de
heerschende ziekte vertraging had
veroorzaakt...."
Zoo blijft in bet raidden wat de
griep dan wel op haar geweten heeft.
Tante Marie moet dat zelf maav be
denken.
De gladde straten, waarmee wij in
dezen winter, ik wil zeggen in deze
winters (want het is de derde sedert
1 November 1921) ja, hoe zullen we het
noemen gezegend of geplaagd, laat
ons dan maar zeggen begiftigd wor
den, beeft ons aanleiding gegeven tot
krasse vergelijkingen. „Net een glet-
scher", heb ik liooren zeggen van
plekken, die weliswaar zóó glad wa
ren, dat je er nauwelijks op je voeten
kon blijven staan. Maar een echte
gletscher is toch nog wel wat anders,
vooreerst lang niet altijd zoo glad als
de Haarlemsche straten zijn geweest,
vuil grijs dikwijls en dan bezaaid met
groote vormeiooze brokken, dio er
in de verte niet heel geducht uitzien,
maar van dichtbij hooger dan een huis
met twee verdiepingen blijken te we
zen. Bij wijzo van afwisseling ko-
meu er op zoo'n gletscher ook spleten
voor, die van biuoon een blauwen
weerschijn hebben en eén diepte, die
niemand schatten lean. Neen, de
gladde plekjes, waarover wii, in"Haar
lem en omstreken loopen te stumpe
ren, lijken evenveel op een echten
gletscher, als een keisteentje uit den
Hout op de pyramiden van Egypti
Vergeleken met de streken van c
wige sneeuw-en-ijs is ons heelo Neder-
landsche wintertje maar kinderspul.
Met verwondering hebben dan ook de
zeldzame wandelaars die zich 's win
ters in onzen Hout wagen, daar een
jong meisje op 6kis, op sneeuwschoe-
nen gezien. Zij bewoog zich daarop
nog niet met snelheid en was dus
blijkbaar nog in de leerperiode. Laat
ons hopen, dat zij op de beon is ge
bleven, want, als je op sneeuwsclioe-
non omvalt in dikke sneeuw is het
en blijft er dus weinig anders
dan rustig te wachten op den barni
hartigen voorbijganger, die je de band
toesteekt.
Mogelijk is dit eerste paar skis
(spreek uit schies) de opkomst van een
nieuwe sport. Waarom zouden Bkiloo-
per8 niet van onze duintoppen afsui-
en do kolossale sproniren nemen,
die wij op plaatjes over Zwitsersche
wintersport met verbazing bekijken
Maar op sneeuwsclioeiien in den Hout,
neen, dat lijkt me zoo iets als een
muis op een hoogen hoed.
Suze Hopma had haar tasehje ver
loren, ergens laten liggen geloof ik
en haar man, anders de goedhartig
heid zelf, was uit zijn humeur. Het
een heel mooie tasch van zwaar
zilver, dio hij haar zelf vereerd had:
dus zei hij de onvriendelijkheden, die
een man gewoonlijk pleegt te zeggen
over damestasehjes, ofschoon hij die
bij gelegenheid cadeau geeft. Het- was
toch ook bespottelijk, dat een vrouw
geen behoorlijke berging had in baar
japon en waarom ze toch zoo slaafsch
de mode volgde. En zoo meer. Niet
veel; maar net genoeg om een vrouw,
dio iets meer temperament heeft dan
een stokviscb (en dat hebben de
meeste) totaal uit haar humeur te
brengen.
„De eenige reden", zei mevrouw
Hopma, „waaróm wij ons met taschjes
moeten behelpen, is dat onze mai
niet de beleefdheid bebbeu om
wij noodig hebben, in hun zakken
bergen".
„Onmogelijk," zei Hopma, ,,wij heb
ben al genoeg aan on: 0 spullen.
„Onwaar. Wat is het heelemaal, dat
wij hebben mee te nemen? Een zak
doek, een paar sleutels, een paar brie
ven, een dames-portenionnaie en ver
der niemendal. En dat beetje zou
een man njet in zijn ontelbare zakken
kunnen bergen 1"
Ontelbaar Zooveel 2ijn het er niet
eens".
„Weet je zelf wel hoeveel?"
Ilopma moest zijn onkunde beken
nen.
„Dertien 1"
Hopma schoot in den lach. „'t Lijkt
er niet naar!"
„Ilt zal ze je opnoemen. Twee in den
pantalon met eeu zakje op de heup
voor de portemonnaie. Dat is drie.
Vier buiten op het vest, met een m
de voering om er geld in te bergen.
Dat is vijf. Samen acht. In de colbert
ee zijzakken en een borstzak buiten-
op, twee 'linnenzakken. Dat is vijf. Sa
men dertien. Wat zeg je nou?"
Hopma stond versteld. Dat had hij
niet gedacht! Een oogenblik wist hij
niet wat hij zeggen moest. Toen riep
hij uit: „En ik kan cr geen enkelen
vnn missen 1"
Toen zei zijn vrouw triomfantelijk
•Juist, de zelfzuchtige man knn geen
enkele van zijn dertien bergplaatsen
missen. En als morgen zijn kleermaker
nog zes andere zakken or bij in zijn
kleeren weet to tooveren. dan heeft hii
er negentien en stopt die weer vot
rommel en kan er dan weer geen mis
sen. Maar bij moest dan ook zoo
rechtvaardig zijn, om geen aanmer
king te maken op dat eene, kleine,
onnoózele tasclijo dat zijn vrouw noo
dig heeft".
Daarna zeilde ze de kamer nit. Ala
zij niet gespróken had van „rommel",
zou Hópma denzejfden dag nog 'een
nieuw tasclije voor haar gekocht heb
ben.
Hij deed het den volgenden dag.
Een leer.mr in de klassieke taleni
aan het gymnasium wandelde dezer
dagen met zijn vrouw voorbij een
bontwinkel. Zij zag er een jrachtig
bont en zei
„Toe man, geef mij.dien mcoien
opossum cadeau."
Dc leeraar richtte even het oog op
de etalage en antwoordde daarop met
oen gestrenge stem, alsof hij vóór de
klasse stond :,,No npossumu s". 1)
FIDEL IO.
(l) Wij kunnen nieL