Over de Meer. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 11 FE3KUARI 1922 TWEEGE BLAD AJa gevallen erootheden, die de verzenen teeen de prikkels sloegen, poo zagen we dé amlxachtsheeren na de revolutie 1795. Thans zullen we ben zien m al hun glorie, zooala ze een halve eeuw vroeger reiaden door hun ambachten doorluchtigheidjes van hun waardigheid zich bewust en als zij voonbiirijden onlblooten de domeiingen hot hoofd en de dorpsre genten. door den predikant gevolgd, gaan hen in eerbiedige houding tege moet,. Commissarissen der stadsheerlijk heden brachten jaarlijks een bezoek aan de dorpen om er d:e verschillende rekeningen te hoorei), op te nemen en te sluiten on mogelijke klachten in ont vangst te nemen. Krachtens hun in structie waren zij gehouden schrifte lijk verslag van hun bevindingen aan bur g eme ester en uit te brengen, en dat hobiben ze trouw gedaan. Ik voeg er dit bij, omdat men wel ©ens den in druk krijgt, dat een achttiend'ceuw- Bclie instructie een verzameling voor schriften was, die de betrokken amt- t< aren o-pwoon waren niet CD te vol- gen- ub uwji vaarten moesten oen d» viif joaj- geïnspecteerd worden, maar ln 1757 bleek, d&t dit in 1750 voor het laatst was gebeurd. Waarop de heeren. In dergelijke aangelegenheden altoos gemoedelijk besluiten het werk maar weer eens op te nomen en „desolve ibimie vaarten mede te inspecteeren, ©mnie all verder verloop te voorko men." Deze inspectiereizen moesten in Mei plaats hebben, maar, door „di verse inconveniënten en beletselen", werd bet wel eens Augustus, zelfs No vembervoor in en van wal stak. Nog maals: het eobiint, dat die van de achttiende eeuw meer tijd hadti'en dan wij om er „beletselen" op na te hou den. die hen verhinderden hun ambts bezigheden waar te nemen, hetgeen wat anders is daJi wanneer wij door ani'blsbezigheden verhinderd zijn an dere plichten na te komen. Voor men van wal stag, want com missarissen reisden te water," met het groote jacht dier Admiraliteit te Am- terdum, zoo ze het geluk hadden, dat een van hen tevens lid van dit college was, anders met „dezer stads oude ijinnejacht". In het eerste geval waag den ze zricvh op de Meer, met het stads- jacht daarentegen maakten ze den om weg over Leiden door den Rijn naar Alfen om vandaar uit de heerliilthe- den te bereiken. Moesten bruggen en huizen geschouwd worden, die met het groote jacht, niet te bereiken wa ren, dan werd het kieine jacht mee op sleeptouw genomen en de hoeren stapten er in over. zoodra de onvol doende diepte van het water dit eisch- te. Konden zij op deze wijze het doel nog niet bereiken, don vervolgden de reizigers hun tocht jn rijtuigen, die hen ter plaatse opwachtten. Zoo werd het inspecteeren der binnenvaarten een moeiaame onderneming en het is niet te verwonderen dat zü die er aan deelnamen, aanspraak meenden te mogen maken op een uitneihenden maaltijd aan boord, waarvan ik u peen beschrijving geef. omdat ge n van een amlbaclitaheerlijken eetlust tooh nooit een juiste voorstelling zult kunnen maken. Het ligt overigens voor de hand, dat zoo'n reisje, van een paar dagen meestal, aan de stad geld kostte „ende zal voor ieder ordi naire rijze worden gevalideerd een ge tal van zes dagen, te rekenen voor ieder der vier heeren vijftien gulden daegs. de reis en teerkosten daaron der gerekend". Of de stadsfabryk, de stads timmerman en de stadrta.nd.tne- ter, die het genoegen hadden da hee ren te vengezellen, ook een „douceur" ontvingen, wordt niet gemeld. ln de eerste dagen van November 1741 brachten commissarissen der stadsheerlijkheden een bezoek aan Nieuwveen, de voornaamste aller heerlijkheden over de Moer, thans nog een aardig dorp aan de lijn Uithoorn- Al f en. .toe komstdorp je wegens zijn granen en suikerbieten, vee- en zuivel producten", zooals Jan Feith meent in zijn beecrijving van „De Haar- lemmermieerlijnen." De heeren zullen er de rekening van stuiversgelden, een belasting op het vervenen, afhooren. Ze zijn in den vroegen morgen van huis gegaan om des namiddags te vier uur de plaats hunner bestemming te kunnen bereiken. Ken achtbaar gezel schap Willem Gerling. president- burgenieeater. Mr, Cornells Ascanius van Sypasieyn, oud-burgemeester en titu'alr-aoioachtsheer, Mr. Jacob Gil les. pensionaris en Mr. Dammas Gul- dowagen. secretaris der stad, dit zijn oe „edelachthaarhodens" wier doen en laten op ale heen- en terugreis uit voerig beschreven wordt, uitvoeriger dan hum bevindingen in zake de reke ning der stuiversgelden. Als eing het hier om hun interessante persoonlijk heden en niet om het onderzoek, dat ze kwamen instellen, vermeldt het rapport van dit laatste weinig meer dan wiutik hier volgen laat: „niet al leen de geïnteresseerde veeniuilden, maar ook de ambachtsbewaarders en de opgezüteni'ii waren ten hoogst© ver heugd cn betuigden eenparigliik hun ne blijdschap, dat zij eens mogten hoorei) en weten waar het geld van hun verveende landen was gebleven, en hoe daarmede tot dusverre was ge hand ©lid! en vorder stont gehande) t te werden doordien zij nooit van 't doen van cenige relocniuge dienaangaande had de gehoort, nog geweten waar het geld was gebleven Wij zouden in een ro.pport over een zaak waarin blijkbaar „something rot ten" is Iets meer verwachten dan deze luttele opmerking, die nog bovendien den indruk wekt als had die rappor teur deze ambachtsheer en willen voor stellen als beschermers der kleine luiden. Hij ho-udt zich echter met dc zaak' niet langer op maar vindt het belangrijk cenoeo om te vermelden, dat de heerem „vermits het den gehee- len dag zeer mooi weer en na het sai- soen een extraordinaire dag was, na den eten meest achterop gezeten en tot verwondering gezien (hadden), dat doorgaans in alle de landen ongemeen veel gras was en dat overal de beesten nog in de weiden liepeu evenals in het hart van den zomer". Het mogen korvnersoogen zijn geweest, die hier het vee beschouwden. Ook burgemees ters hielden zich wel eens bezig met de vetweiderij. Droeg Deymans water poort haar naam niet naar den burge meester, die daar van stadswege een brug over de stadsgracht liet leggen, od dat hij, zonder een omweg te ma ken, bij zijn koeien zou kunnen ka men. die Langs den singel liepen te grazen 1 Drie dagen later, toen de terugtocht werd aanvaard, was het weer een zo- meraohe dag. Commissarissen besloten bun jacht vooruit te zenden naar 's Moolenaars, een hei-berg aan den Rijn bij Oudbhoorn, en daarheen te wandelen om onderweg de droogma king bij Ter Aar in oogenschouw te nemen. De schout en de predikant, die zioli van zulk een lange wandeling weinig goeds voorspel een, boden dc heeren aan hen te rijden, maai- zij volharden hii hun besluit. Slechts stemden zii er in toe, d»at de rijtuigen hen zouden volgen-, voor het geval dat een der wandelaars er gebruik van zou wiUen maken. Zoo zien wij dan op dien Zomerschen Novemberdag van liet jaar 1741 de H-aarlemsche re genten de polderwegen betreden, eet) afstand van ruim drie uur gaans te voet afleggen, onmiddellijk gevolgd door den predikant in zijn rijtuig cn den schout in zijn sjees, van welke voertuigen voegt de rapporteur er triomfantelijk bij geen der heeren gebruik heeft gemaakt. En te 'a Moo lenaars aangek-omen, waren ze heel niet moe, alleen maar wat warm ge worden van de wandeling, en „droog den er eeil takkebosje". Ziet ge ze niet zitten bij de schouw, gepruikt, «rerokt, gegespt, een giip roolcend, terwijl ze zich het zweet van het edelachtbare voorhoofd: afvegen Een loone&ltje om door Cornelia Troost vereeuwigd te worden 1 Wel was bet een prestatie voor een welgedane ambachtsheer, en het komt mij voor. dat deze gedenkwaar dige wandeling ook als zoodanig "wordt vermeld.. Maar welke beuze larijen durfde men toch in een offi cieel rapport opnemen Kn hoe droe vig steken luerbii af de taJ.ooze klach ten over slecht bestuur en etordie be heer, di©, blijkens andere rapporten, schering en inslag waren. Wie ze ge lezen heeft, spreekt nooit meeir van den „goeden" ouóen tijd. Klachten over verwarring in de kohieren, waar door. jaren achtereende eene inge land' belasting betaalt voor den an deren over de liooge leges, die „van tnd tot tijd komen te acoresseeren" ©vei- het „stilzwijgend oontinueeren van colleges waarvan elk jaar de bedt moest aftreden. Ren voorbeeld van slordige administratie 'I liet bij houden der diaconierekening was hot werk van den schoolmeester en wie zich hel beold van den achttieuae- eouvvschen dorpsechoo.iuee&ter voor den geest roeot, zooals die in de spec tatoriale geschriften van dien Lijd ge- teekend wordt, begrijpt aanstonds wat dit zeggen wil. Temidden der grootste wanorde gaf de man, die dikwijls zelf nog moest leeren lezen en schrijven, les ln het „snellen, schrijven, rekenen, godsdicaiet en zedekunüe" en onder de hand schreef hij voor den schout, onderteakend© hii collectebriefjes of werkte hii aan verschillende rekenin- ee,n. Geen wonder, aai u&anu tel kens „grote oonfufit" werd- ontdekt. CommiEsaris&en hadden af eens mon delinge voorschriften gegeven, aie eerst tien iaar later door sclirifie- liike vervangen werden, omdat het „te vreesen was, dat dieselve uyl 't geheu gen souden geraken, indien die met schriftelijk herhaald werclen". Blij kens deze instructie een soort hand leiding voor eerstheg inn tuiden den rendant voorschreef, had hii nage noeg alles verwa-asloosd wat tot een riohtig beheer strekken kon. Voor eerst moest hii een „capitaalboek of blaffert" aanleggen &n daarin „yder effect op ©en appart blad" schrijven met den prijs waarvoor huizen en landerijen verhuurd waren. Verder werd hem aanbevolen de „laterissen der rekeningen op te trekken, over te brengen, 't totaal van den ontfangli en uvtgaaf uyt te drukken en de sioo- ten agter de reekeningen na behooren ter neer te stéllen." Eindelijk werd hem op het hart gedrukt bij de jaar- liikeche rekening een staat van restan ten over te leggen „houdende specifi- celiik alle porten van die afsonderlijk, mei uytdrukking van de somma, en van de personen, ten wiens lasten deselve restanten sijn, alsmede ter wat saake en om wat reeden dezelve niet ingevordert hdbben konnen werde." Het zou echter nog vier jaar duren, voordat men kon besluiten de Raarlemsche Instructie op te volgen en er kwam eerst verbetering in dsn toestand, toen ,de publieke rekening Jer diaconie gedaan werd'.' ten over staan van Mr. Jacob Gilles, die de arnbaebtsheeren bij deze gelegenheid vertegen woord igd e. Wii weten waarlijk niet wat hier opmerkelijker is, de gebrekkige admi nistratie of het onvoldoende toe zicht, dat erop uitgeoefend werd. En het is op elk gebied onveranderlijk hetzelfde slechte toestanden en onvol doende geregelde verhoudingen. Of men leest van wegen, die „niet dan met schrik en gevaar met een rijtuig te gebruiken zijn", van een örand- schouwe die in geen drie jaar gehou den was, ofschoon ze tweemaal per iaar moert plaats hebben, of van slui zen. die door onbevoegden verwijd worden, h.et is alles openbarine van een onhoudbaar stelsel. Alsof niemand wist waaraan hii zich te houden had en het verantwoordelijlchrtdeibesef was zoek geraakt. De verslagen der in spectiereizen van commissarissen der stadheerliilched.en zijn ware k-achten- boeken. waarin de bevolking als het ware haar ontevredenheid uil-te over de bestaande gebreken. Maar dde taal werd niet verstaan menigmaal staat ale het resultaat van ampele discussie vermeld„hii pro-visie gelaten op den ouder voet.' 2kio bleef ook de verwarring „op den voet" voortgaan en geen heerlijk gezag was in staat hier orde te schep pen. Totdat de groote omwenteling kwam en ook over deze polderlanden een storin ging. die het oude en ge brekkige omver wierp. opdat het plaats zou maken voor het nieuwe. H. E. KNAPPERT. StaSsElenws' - jom de gemeenschap een eeuigszras DE POLITIE-QUAESTIE. doende bescherming ie kunnen w; De llaariem&che PoIUievereeniging i',0af5n; „Verbeieiing ons sirenen" londh>> den 1-eed e"n adres waarin zij kei,- >"«c''d=o vMlvuli.». he, polmt- iins geelt, dal zi, met leedwezc'n bet "OWkoiMii MkttSe».ll«a raadsbesluit venium om het corpó 2"ePb van rei gel eele agenienperso- po.nieagcr.ti'i) inet 14 te verminderen üeel de yrtje dagen werden ingeuouden en om de poliuescJiool te sluiten. fa liel 1U dienst werd gesteld. Voor- Naar de nieenuig van adressante kun 7ceu werd dan bij dergeujke gevallen dit besluit niel andere dan een veria-1het personeel der Vakschool gerequi- ging van het peil van ontwikkelingrcerd. dor dieiiarei VuJ. politic ten gevolge' 1 enslotie geeft de Memorie een over hellen, wat h. i. schade zal berokke-1 welk aantal personeel er noodig nen aan de gemeenschap. lis om: ie. een voldoende en geregelde Daarom wordt den raad verzocht bewaking voor de gemeente Haarlem te te willen oveigaan tót intrekking van waarborgen; 2e. een zoo goed mogelij- bovenhcdocid besluit en tot wéder in- ke persoonsbeveiliging van den agent voering oer pclitievakschool. Voorts van politie te verzexeren en 3e. een op- de daarvoor benoudigde gelden op- leiding te geven opdat het voor zijn nieuw op de Begrooting te brengen, moeilijke laak berekend is en blijft. Lu ten eir.üe het politiecorps op de daar- overzicht besluit dat 319 maa noodig voor noodzakelijk geachte sterkte to zijn. brengen. I Lr werd, aldus de Memorie, echter. Bij het adree is een uitvoerige Me- uit bezuinigiDgsoogpunt, volstaan met "ie van Toelichting gevoegd. Dez© ,84 man, hetwelk mogelijk was, door- Mernorie ontvouwt-Ir, den breede dat - geestelijke omwikkeling en vakkennis voor den politieman dringend noodig it, en dat ook de samenleving daarbij groot belang heeft, ln het belang der maatschappij is het, zoo wordt be toogd, dat tr een goede politie is. Op liet moeilijke van de taak van den po'itieagent wordt de aandacht gevestigd en lio© om die taak naar behooren tt kunnen uitvoeren een al- geineene ontwikkeling noodig is. Wil de politie nan haar steeds moeilijker wordende taak steeds meer en meer kunnen voldoen, dan zullen, wordt Hungevoerd, haar dienaren daartoe behooren te worden opgeleid op een speciaal daarvoor te btichten vak cursus. De Memorie gaat dan voort: Adres santen verbergen dan ook geheel niet bun groote teleurstelling, dat door Uw college het besluit is gonomen de bestaande vakcursus voor de politie gemeente op te heffen. Zij zijn er van ovenugd, dat hiermede een >t3p m achleiwaansche richting is geuaau, wat niet anders dan de Ge meenschap ten schade kan en in de toekomst za.i blijken te zijn. Adressanten zijn het geheel eens, met wat de Leer burgemeester dezer gemeente ais hoofd der po.itie in zijn oricf van 21 November 1921 over de poiitievuksc.nool zegt en heeft adres santen en gerustet.jk mogen zijn zeg gen, het 8 d 5 c li e Haarlemsclie politiecorps een groote teleurstelling geweest, te vernemen, dat niettemin uw college toch gemeend heeit dit advies vnn den heer burgemeester niet te moeten opvolgen. Uit Je verslagen in de pers over de zittingen van uw college is aan adres santen gebleken, dat een der motie- toi opheffing geweest is do kos ten aan deze inrichting verbonden. Adressanten zijn van meening, dat waar'noodig en mogeiijk op het ge ni een te lijk budget moet worden be- zuinigu. Zij nemen echter de vrijheid, alö hun meening r.aar voren te bren gen, dat op iédere beg-rooting posten voorkomen, waarop niet bezuinigd kan en o<-k niet mag worden. Tot een oezer categorieën behoort >k de opleiding der agenten van po litie in uwe gemeente c. q. de instand houding Jer Potitlevakscliool. Een zoo grpot,: een zoo belangrijk maat- sch appél ij'k beiang is daarbij, betrok ken, zoools adressanten in het vooraf-' guandc- in het kort hebben trachten' aar: ,t tunnei:, uat de daarvoor be stemde geiden alleszins gemotiveerd van de belastingbetalende burgerij kunnen en mogen gevorderd worden. I Zij zijn er vasi van overtuigd, dat de j opheffing van de Vakschool zal leiden tot een ernstigen teruggang -— in de toekomst van liet geestelijk peil der dienaren van politie in uwe gemeente. Dit zal tot gevolg hebben, dat het vertrouwen, dat de Haarlemschc politie momenteel bezit bij de overgrooto meer derheid der burgerij, op danige wijze zal gaan tanen, om. eindelijk geheel te loor te gaan. En voor de samenleving in haar geheel, zoowel als voor de po litie afzonderlijk, kan dit niet anders dan hoogst schadelijk zijn. Vervolgens betoogt de Memorie dat door de inkrimping van personeel de sociale positie van den agent van politie in gevaar is gebracht. Met do minste stribbeling, wordt gezegd, bijv. orde verstoring, werkstaking, uitsluiting of anderszins, zal het nu gebeuren, dat do wekelijksche rustdag van het perso neel .wordt ingehouden, teneinde het dat de gemeente liaaarlem in de ste jaren aanspraak maakte op een po litiecorps, dat zijn taak begreep, waar toe de Vakschool' niet weinig heeft bij gedragen. Het is echter betreurenswaardig, dat er een groot verloop in het corps plaats heeft, waardoor vele goede krachten naar elders vertrokken of zuiks nog nachten ic doen, omreden in vele an dere gemeenten in den lande een hoo- gere bezoldiging wordt gegeven dan in de gemeente Haarlem. Adressanten doen daarom een ernstig beroep op den raad, mede te willen werken tot een voortdurend op hooger geestelijk peil brengen der agenten van politie, naast een steeds meer en meer aanbrengen van de daartoe noodige vakkenis zoo uitgebreid mogelijk en weder opnieuw de 'gelden toe te siaan, Doodig voor de wederoprichting der nu opgeheven Politievakschool en bet Politiecorps op de daarvoor noodza kelijk geachte sterkte te brengen. ALC. NED. VROUWENBOND. Dezor dagen ia te Haarlem de al- gtemec-ne vergadering gehouden van do A.N.V.O. voor het va&tstaJen van de candidatenliist voor de Tweed© Karner- Gekozen werden mevrouw Nine Minn ©ma, Zandvoort, mevr. C. B. Mjnderhoud, "Rotterdam, inevr. A. Schier—Rutters, Amsterdam, en mevrouw Tine Roozendaal, Wormer- veer. „0. J. CREMER". Naar wij vernemen, zal door de let terlievende vereenigiiig „J. J. Cre- mer" on Dinsdag 28 Febr. a.s. een weldaigheidBvoorsteling worden gege ven ten voordeele van de afdeelniig Haarlem „Witte Kruis" met mede werking van 't Strijkje der H. B. S.- Vereeniging, waar zal worden opge voerd „Het GorieraaJsvrouwtj-e 'bliisnel in vietr 'bedrijven. Uit öe ümstï'tskea Onze Lachliosk DIENSTVAARDIG HEID. Jantje-, Vader, zei u laatst niet dat u een iizeren punt aan uw wan delstok wiótfé laten maken. Vader: Ja, dat is waar ook. Goed dnl je daaraan denkt! Jantje: ]k zal hem dan maar even naar den smid brengen, vaderi Vader: Dat vind ik nu to.ch aar dig van je. dat je uil jezelf eens iet» voor vader doen wilt.... J an tie: Neen, dat is liet niet. Maar buiten staan een jaar jongens, die met me vechten willen. En als ik nu met een stok aankom, durven z© niet 1 MODERN. Mevr. A. Hoe lang heb jij je laatste dienstoode gehad? Mevr. B. Juist zóó lang dat zij net even tit-J had om te zeggen dat zij: weer heenging 1 De beer Zeestraten, wethou der, brengt in liet middeo, dat ook bij zijn orders voor het rijden van 't vuilni6 nunr de belt gegeven heeft. Tol de volgende vergadering wordt aangehouden de behandeling van bet pport oer raadscommissie inzake n wijziging in de politieverordening, opdat de Burgemeester als hoofd der politie dit rapport eerst kan hesUi- deeren. Aan de orde komt een voorstel der .eoignuisatie der brandweer wegens de totstandkoming der waterleiding. Voor het gedeelte der gemeente, dat aan de waterleiding is aangesloten, ■ordt voorgesteld de brandweer ta oen bestaan uit een opper-brand- meoster, drie brandmeesters, twee spuitgasten en acht vrijwillige slang- houders De heer Van Lierop vindt dit laatste aantal te klein; hij wensoht het aantal van acht op zestien te ver- "ubbelen. Goedgekeurd wordt het voorstel tof aankoop van verschillend materiaal voor do brandweer. Een en onder tot een bedrag van ruim 2ÜU. blijven hiermee 100 be neden de begroóting der brandweer en zullen bovendien de grootst moge lijke zinnigheid betrachten. De heer Prins vraagt op wel- wijze deze zestien vrijwilligere verkregen kunnen worden. Da V c. 0 r z i l.'t e r antwoordt, it er allijd bij een brand genoeg mensehen zijn, die behulpzaam wil- 11 wezen. De hen H u i s m a n wil een op roep pubiiceeren, maar vraagt welke vergoeding zij zullen ontvangen. Voorzitter antwoordt, n behoorlijke vergoeding gege ven zal worden, zoodat die mensehen geen schade zullen lijden. De heer Van Lierop wenscht een absoluut vrijwillige brandweer,; zonder eenige vergoeding. Dc V 0 0 r ilt ier vindt dit voor stal zeer sympathiek. Het voorstel van den heer Van Lie rop wordt zonder hoofdelijke stem ing aangenomen. D© heer Van Aalst wenscht nachts een grooteren druk der wa terleiding De Voorzitter belooft, dat daarvoor maatregelen genomen zul- n werden. Rondvraag. De heer Van Aalst vestigt d« ht op een patiëntje, dat reeds BENNEBROEK. GEMEENTERAAD. De gemeenteraad van Bennebroek kwam Vrijdagavond 8 uur in open bare vsiga.deriiig bijoen. Voorzitter ie de Burgfme.estêr. de heer N. Tiiman. Alle loden waren aanwezig. D© Voorzitter deelt mede, dat: Hjd in een sanatorium te Kat- de gemeente-secretaris, de heer J. van-w'jk verpleegd wordt. De verpleeg- Scheersj op 'advies van zijn dokter selden l '21 per week worden een maand verlof zal moeten nemen. v_e|'?©ed gedeeltelijk door het. Witte Op voorstel van den Voorzit- Kruis, eenige particulieren en den ter weidt de heer C. Loeff, amb- Tader. De gelden raken evenwel op, tenaar ter. Secretarie, gedurende die zoodat vv.inneer niet verder geholpen maand bij acclamatie benoemd tot tij- wordt. het kind met 1 Maart weer deiijk eccrotaris en ontvanger, zulks >1;mr huis zou moeten komen. Het- is buiten bezwaar dar gerne<Vite-finan- evor.wel g(.wenscht, dat het meisje ciën. minsten? tot Juni in dat sanatorium De heer Loeff legt in handen van kan büjveu. Hij vraagt, of de geineen den Voorzitter de vereisohte eeden te eeu maand da kosten op zich kan nemen. Dit zou 90 kosten. Naar aauleiding van een klacht van den heer Van Aalst over den weg naar de vuilnisbelt, deelt do Voorzitter mee, dat hij zijn aandacht zal wijden aan den toe stand van dien weg, die verhard moet worden, maar niet met stukken glas en stukken van oude kachel®, enz., zeoa.16 lot dusver geschied is. De heeren Prins en Van Aalst vestigen nogmaals do aan dacht op den gevaarlijken toestand van dien weg. Dit verzoek wordt toege6taan. De Rand gaat daarna nog in gehei me zitting. VELSEN. De vierde lezing van de vijf, die de commissie voor winterlezinffeii dezen winter heeft uitgeschreven, zal Don derdag 16 Febr. a.s. gehouden wor den in het gebouw voor Chr. Belangen optreden zal Ds. J. D. Boerkoel, te Velse 11. met bet onderwerp: C. S. Adama van Schelt erna. Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. „Zeg mij rnefc wien gij omgaat en ik zal u zeggen wie gij zijt," is do wijze Bpveuk van e.en wijzen man. Als een voudig mensch zou ik daarnaast deze eenvoudige spreuk willen stellen „zeg mij, ik zal u zeggen, wie gij zijt Dit even ware woord is het gevolg van een ad vertentie, die ik gevonden heb van een Cabaret in Amsterdam, dat aankon digt ,.het doorzagen van een levende dame". Dit doorzagen ia blijkba_ar niet bedoeld in overdra.'btelijken zin, namelijk als het ver>--.Did zeuren van een Droogstoppel, van wien bet slacht offer, eenmaal ontsnapt, pleegt te zeg gen „de kerel heeft mij doorge- taaird". maar als een illusie, waar schijnlijk met spiegels, in elk geval niet de eeno of andere truc verkregen. Maar die dan toch den indruk geven moet, dat do (lame in werkelijkheid doorgezaagd wordt. Wat, een amusement! En wat zou den de zes andere „attracties" wel wezen, die bovendien door hetzelfde cabaret worden beloofd? Veel vertrou wen heb ik er niet in en liet beste lijkt, me maar, om de deur van dat cabaret voorbij te gaaD en de baan vrij tc laten aan wie het denkbeeld, dat er een dame heusch wordt, doorge zaagd, een aantrekkelijkheid vinden. Precies als een acteur, die in een film gespeeld heeft als man zonder bee- Jen. Hoo hij dat gedaan gekregen heeft wordt ons smakelijk verteld. Hij heeft er kans toe gezien, om ziju on- derbeenen op te vouwen tegen zijn dijen, do stompen die daardoor sche,- uen te ontstaan in leeren kokers te Wringen en daaronder houten klos sen te laten maken. Een acrobatische toer, dien ik niet graag zou probee- ren 11a te doen. Maar wat van die Kunstemakerij de attractie uitmaakt, 1 vermaakt en knn grijpen. een gewoon mensch niet goed be De griep neemt af, in hoeveelheid en in hevigheid. Dat is een voordeel van ieder nadeel, dat er een eind aan komen moet. Of met andere woorden de gezondheid wordt het meest ge waardeerd door wie pas ziek geweest ia. De griep heeft nog wel andere in directe voordeelen de medici, die het vorige jaar in heel Nederland heel wei nig te doen hadden, hebben een perio de van drukte gekend, de apothekeis dito dito en dan is er nog een voor deel. waarvan ik niet weet of het in 't algemeen maatschappelijk oogpunt wel een voordeel niag heeten, maar dat toch een gemak is. Laat ik tot, toelichting zeg gen. dat hierbij te pas ko men een metaalfabrikant, een loodgieter en een dame. De lood gieter treedt het eerst op. Hij schrijft aan den mctaalfabrikant. „Mijne Hoe ren. Zes weken geleden bestelde ilc U eenige werktuigen, waarvan U promp te levering beloofde en heb ik (1) deze nog altijd niet ontvangen. Gelieve mij omgaand te melden, wanneer ik de toezending tegemoet, kan zien. Hoogachtend, Staaf Co." Per koerende komt er antwoord van den fabrikant. „Den Heeren Staaf en Co. Wij ontvangen Uwe klacht be- tieffende levering van werktuigen en stelden (1) wij deze in handen van on zen fabriekschef, zoodat, U de leve ring- thans ten spoedigste tegemoet kunt zien. De reden dei' vertraging is hierin gelegen, dat do heerschcride ziekte ons gcruimen tijd van een deel vau ons personeel heeft beroofd en hebben (1) wij dientengevolge deze werktuigen niet in voorraad kunnen maken Wij vertrouwen (1) U deze r© den billijken zult. Hoogachtend Gebr. Stang." „De heevscheude ziekte!" zegt Stanf nijdie:, als hij dezen brief ontvangt. ,,'t Wordt tegenwoordig alles maar op de griep gesehoven, ik geloof er niet, veel van I" En Staaf raadt, het goed, want do werktuigen zijn bij gebroe ders Stang wel degelijk in voorraad, mnnr de jongste bediende op bet ma gazijn heeft de bestelling per ongeluk in zijn zak gehouden en daar moet toch een mouw aan gepast worden. Om het geval nog waarschijnlijker te maken zal Stang na het verzenden van den brief nog een paar dagen met de levering wachten. Dit is het eerste bedrijf. In het twee de wordt Staaf, de loodgieter, de hoofdpersoon. Tingting, do telefoon gaat over. „Staaf en Co.", zegt de loodgieter, de hoorn opnemende. Aan net andere einde is de dame, dio zich beklaagt. „Drie dagen geleden heb ik u al gevraagd 0111 iemand te sturen, die naar een lek kun Idjken en er is nog niemand geweest". „Mevrouw", zegt Staaf en legt bijna de hand op het hart, van pure waarachtigheid, „wij hebben hier zóóveel getob gehad met ziekte 't kon niet eerder, maar morgen komt er bepaald iemand. U kan er op aanVastMevrouw praat nog wat door en in de werk plaats staat liet personeel, dat 't ge sprek hoort, elkaar aan te stooten. „Heb jij grien gehad. Kees?" .,11c niet, jij Jaap?" „Ik ook niet, mnnr Willem misschien". Dank je wel," 20gC Willem, de leerling met do van gezondheid blakende koonen. „Dan is 't, do baas zelf geweest, maar ik heb 't niet gemerkt". „Ssstt...", zegt do baas nijdig, die door 't gefluister afge leid niet precies volgen kan wat de dame zegt. Eindelijk, t°t zijn groote genoegen, is 't gesprek uit. „Kees, ga jij maar dadelijk even naar mevrouw X... of nee, wacht maar liever tot morgen". Kees grinnikt in zijn baard. Hij begrijpt best, waarom bij niet da delijk mag gaan. Dan zoti mevrouw X. het heelemaal niet gelooven van die griep op do werkplaats. Ze gelooft het toch wel niet, maar kan toch moeilijk zeggen: „Staaf, dat jok je I" Alles wordt maar op de griep geschoven, pruttelt ze, wanneer zij aan haar schrijfbureautje gaat zitten om wat achterstallige correspondentie af te doen tante Marie en zus Wille- mien en nicht Liesbeth, och, och, wat zijn die brieven al oud, ze schaamt zich haast over de vertraging. Maar het papier, is geduldig en de vulpen niet minder en daar staat het al, eev haast niet mogelijk weer op te 6taan 't weet„Lieve tante Marie, ik zou al eerder op uw hartelijk briefje ge antwoord hebben, wanneer niet de heerschende ziekte vertraging had veroorzaakt...." Zoo blijft in bet raidden wat de griep dan wel op haar geweten heeft. Tante Marie moet dat zelf maav be denken. De gladde straten, waarmee wij in dezen winter, ik wil zeggen in deze winters (want het is de derde sedert 1 November 1921) ja, hoe zullen we het noemen gezegend of geplaagd, laat ons dan maar zeggen begiftigd wor den, beeft ons aanleiding gegeven tot krasse vergelijkingen. „Net een glet- scher", heb ik liooren zeggen van plekken, die weliswaar zóó glad wa ren, dat je er nauwelijks op je voeten kon blijven staan. Maar een echte gletscher is toch nog wel wat anders, vooreerst lang niet altijd zoo glad als de Haarlemsche straten zijn geweest, vuil grijs dikwijls en dan bezaaid met groote vormeiooze brokken, dio er in de verte niet heel geducht uitzien, maar van dichtbij hooger dan een huis met twee verdiepingen blijken te we zen. Bij wijzo van afwisseling ko- meu er op zoo'n gletscher ook spleten voor, die van biuoon een blauwen weerschijn hebben en eén diepte, die niemand schatten lean. Neen, de gladde plekjes, waarover wii, in"Haar lem en omstreken loopen te stumpe ren, lijken evenveel op een echten gletscher, als een keisteentje uit den Hout op de pyramiden van Egypti Vergeleken met de streken van c wige sneeuw-en-ijs is ons heelo Neder- landsche wintertje maar kinderspul. Met verwondering hebben dan ook de zeldzame wandelaars die zich 's win ters in onzen Hout wagen, daar een jong meisje op 6kis, op sneeuwschoe- nen gezien. Zij bewoog zich daarop nog niet met snelheid en was dus blijkbaar nog in de leerperiode. Laat ons hopen, dat zij op de beon is ge bleven, want, als je op sneeuwsclioe- non omvalt in dikke sneeuw is het en blijft er dus weinig anders dan rustig te wachten op den barni hartigen voorbijganger, die je de band toesteekt. Mogelijk is dit eerste paar skis (spreek uit schies) de opkomst van een nieuwe sport. Waarom zouden Bkiloo- per8 niet van onze duintoppen afsui- en do kolossale sproniren nemen, die wij op plaatjes over Zwitsersche wintersport met verbazing bekijken Maar op sneeuwsclioeiien in den Hout, neen, dat lijkt me zoo iets als een muis op een hoogen hoed. Suze Hopma had haar tasehje ver loren, ergens laten liggen geloof ik en haar man, anders de goedhartig heid zelf, was uit zijn humeur. Het een heel mooie tasch van zwaar zilver, dio hij haar zelf vereerd had: dus zei hij de onvriendelijkheden, die een man gewoonlijk pleegt te zeggen over damestasehjes, ofschoon hij die bij gelegenheid cadeau geeft. Het- was toch ook bespottelijk, dat een vrouw geen behoorlijke berging had in baar japon en waarom ze toch zoo slaafsch de mode volgde. En zoo meer. Niet veel; maar net genoeg om een vrouw, dio iets meer temperament heeft dan een stokviscb (en dat hebben de meeste) totaal uit haar humeur te brengen. „De eenige reden", zei mevrouw Hopma, „waaróm wij ons met taschjes moeten behelpen, is dat onze mai niet de beleefdheid bebbeu om wij noodig hebben, in hun zakken bergen". „Onmogelijk," zei Hopma, ,,wij heb ben al genoeg aan on: 0 spullen. „Onwaar. Wat is het heelemaal, dat wij hebben mee te nemen? Een zak doek, een paar sleutels, een paar brie ven, een dames-portenionnaie en ver der niemendal. En dat beetje zou een man njet in zijn ontelbare zakken kunnen bergen 1" Ontelbaar Zooveel 2ijn het er niet eens". „Weet je zelf wel hoeveel?" Ilopma moest zijn onkunde beken nen. „Dertien 1" Hopma schoot in den lach. „'t Lijkt er niet naar!" „Ilt zal ze je opnoemen. Twee in den pantalon met eeu zakje op de heup voor de portemonnaie. Dat is drie. Vier buiten op het vest, met een m de voering om er geld in te bergen. Dat is vijf. Samen acht. In de colbert ee zijzakken en een borstzak buiten- op, twee 'linnenzakken. Dat is vijf. Sa men dertien. Wat zeg je nou?" Hopma stond versteld. Dat had hij niet gedacht! Een oogenblik wist hij niet wat hij zeggen moest. Toen riep hij uit: „En ik kan cr geen enkelen vnn missen 1" Toen zei zijn vrouw triomfantelijk •Juist, de zelfzuchtige man knn geen enkele van zijn dertien bergplaatsen missen. En als morgen zijn kleermaker nog zes andere zakken or bij in zijn kleeren weet to tooveren. dan heeft hii er negentien en stopt die weer vot rommel en kan er dan weer geen mis sen. Maar bij moest dan ook zoo rechtvaardig zijn, om geen aanmer king te maken op dat eene, kleine, onnoózele tasclijo dat zijn vrouw noo dig heeft". Daarna zeilde ze de kamer nit. Ala zij niet gespróken had van „rommel", zou Hópma denzejfden dag nog 'een nieuw tasclije voor haar gekocht heb ben. Hij deed het den volgenden dag. Een leer.mr in de klassieke taleni aan het gymnasium wandelde dezer dagen met zijn vrouw voorbij een bontwinkel. Zij zag er een jrachtig bont en zei „Toe man, geef mij.dien mcoien opossum cadeau." Dc leeraar richtte even het oog op de etalage en antwoordde daarop met oen gestrenge stem, alsof hij vóór de klasse stond :,,No npossumu s". 1) FIDEL IO. (l) Wij kunnen nieL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5