Hmms Oimuii
Buitenlandsch Overzicht
TWEEDE BLAD
Douderiig 16 Februari 1922
Instantanés.
IK HEB MIJN POLS CEBROKEN.
(Nadruk verboden).
Weeet gerust, lezers, ik zal u niet
vervelen met klachten of beschrijvin
gen over een ongeval, dat heel ge
woon, heel alledaagsch en heel niet
belangrijk is. Maar mijn ondervin
ding, dat een ramp of laat ik in
dit geval liever zegge» een „rampje"
nooit alleen komt, brengt mtj er toe
deze instantané te schrijven. Een
polB te breken ie alleronaangenaamst
en hinderlijk, maar vat niet ieder
weet, dat is de Jast van de publieke
belangstelling, die je met zoo'n ge
broken pols moet mededragen. Dat is
dt nieuwste ouedrvinding, die ik he
den heb opgedaan.
Hel begon al dadelijk, toen ik mijn
deur uitstapte. Een dame nadert mij
heel meewarig. Haar oogen rusten
vol medelijden op mijn verbonden
arm en hair 6tem klinkt droef
mai.
„VYui is uat, meneer Schuil! Hebt
u ii ongeluk gehad!"
ik oef'in vol ambitie het heele vei
haai, verrel haar precies hoe en waar
te. geueurd is. Hoofdschuddend luis
tert zij toe. Zij vraagt mij van allee:
ai ik erge pijn heb gehad, ol mijn fa-
B<uie niet vreeselijk geschrokken is,
of ik lang met mijn gebroken pols
heb rondgeloopen, of ik al weer sla
pen kan, of ik ooit weer op het ne
ienk te komen en als ik al haar vra
gen naar plicht en geweien heb beant
woord, moet ik nog tens beginnen
met te vertellen, hoe het toch eigen
lijk precies gekomen is.
Zij verzekert mij bij herhaling, dat
lk toch héél erg dankbaar moet zijn,
omdat ik op mijn linker en niet op
tnijn rechter pols gevallen ben en als
is even veel malen dit met een giim-
Iach heb beaamd, mag ik eindelijk
na vijf minuten verder gaan.
Ik ben nog ndet bij den hoek
onze straal, of een mijnheer, dien lk
misschien éénmaal in mijn leven
beb gesproken, springt van zijn fiets
in snelt op mij toe.
„Wei meneer Schuil, hoe heb ik T
nou! Je pols gebroken? Hoe is dat
toch gekomen
Ik begin met nieuwen moed, vertel
weer precies, hoe het gebeurd is; hoe
lk viel, hoe ik opstond, b e ik verder
liep en al maar hoofdlu.ikkend luis
tert de mijnheer, wiens stem ik een
maal in mijn leven gehoord had, mee
warig toe.
„Ja, ja, 'n ongeluk zit in 'n klein
hoekje!"
Het is dezelfde opmerking vam de
dame voor onze deur.
„Een geluk, dat het uw linker pols
is
ju, dat is het!
vou, 'tbeste ermeo, hoor, 'tbestet"
„Dank u! Adieu
Ik loop door. Drie huizen verder
ela ik al weer stil. Een belangstel
lend lezer, die van hei ongeluk in do
kranv hau gelezer.
„Dat is ook wat, meneer SchuilUw
pols gebroken, en zoo op het Ijs!"
Ik, gelaten, en al wat minder ge
duldig:
„Ja, ja.
„1 jongejonge, zoo rij je gezond en
teo lig je met 'n gebroken pols!"
„Zegt u dat wel!"
n Ongeluk z:t loch in 'n klein
hoekie
Deze opmerking meen ik meer te
hebben eehoord. Toch knik ik glim
lachend. alsof het voor de eerste maal
is
..Wat 'n bof dat u op uw linkerpols
bent gevallen I"
Bescheiden en beleefd merk ik op,
dat ik liever op geen van mijn twee
polsen zou ziin gevallen. l>an meen ik
verder te mogen gaan, ais de belang-
eteUer.de lezer wordt vervangen door
een dame. tegenover wie ik eenige
verplichtingen heb. Dies doe ik op
haar vraag, hoe dat toch gekomen is
met mijn pols, gelaten en geduldig
weer het heele verhaal.
„Meneer Schuil 1 Meneer Schuil I"
en waarschuwend gaat haar gehand-
schoen d vingertje naar boven, ,,'t is
eigenlijk onverantwoordelijk op uw
leeftijd en dan altijd op het ijs!"
H©t is missoliien heel goed bedoeld,
mar ik kan de opmerking slechts half
waardeeren. Ik tracht mij te verde
digen.
„Ja, ia, u denkt altijd nog, dat u
jong is, maar als je tegen de vijftig
Baat loopeD I"
Wat kunnen sommige menschen je
met de beste intenties tooh al Ier-on
aangenaamste dingen zeggen. Beleefd
echter glimlach ik.
„U moogt nog Heel erg dankbaar
AJi, nu komt het geluk var» oen lin
ker pols! Die linker pols is toch wei
echt het stiefkind vian je ledematen.
Omdat ik het al zoo goed weet, zeg
ik het zelf maar.
„Is het niet waar! Dat zou voor u
als schrijver nog veel erger zijn ge
weest Och ja, 'n ongeluk is nooit zoo
groot, of er komt nog 'n gelukje bij I"
en met een handdruk neemt zij af
scheid.
Goddank, eindelijk ben ik vrij I
Ik wandal opgelucht verder. Zelfs
aan den horizon zie lk geen bekenden
meer. Het terrein is duo veilig en ge
rust loop ik door.
Daar tikt mij iemand' op mijn lin
ker schouder. Lk kijk omeen oude
kennis staat achter mij.
„Kerel wat is dat nou 1 Hoe kom je
nou zoo stomWie breekt er nou z'n
pols?"
llii wandelt met mij op. Voor de
viifde maal doe ik het verhaal. Ik ken
het nu van buiten.
„Ja, ja, ik weet er aUes van. Mijn
vrouw heeft ook eens haar pols ge
broken. Ook op het ijsDat was in
den winter van "171".... en geduldig
luister ik toe. Het was natuurlijk veel
erger dan van mij.
,,'t Was haar rechter, zie je I Jij mag
van geluk spreken en den Hemel
danken, diat het je linker is!"
Van den overkant komt vlug een
beer op ons toeschieten.
„Mer.eer Schuil IMener Schuil!"
Ik wacht slachtofferlijk.
„Nee maar, wat 'n pech! Wat Ti
pechMijn vrouw las het in de krant
en die zei dadelijkdie arme me
neer Schuil 1 Zou het zijn rechter of
zijn linker po!s zijn? 't Is gelukkig
de linker, zie ik, hè? Wel, wel. hoe is
dat nou zoo gekomen I"
Lk begin vol moed voor den zooveei
sten keer heit verhaal, maar het In
teresseert hem blijkbaar niet het
minst, want bii hot begin valt hij me
al in de rede.
.Ja, ia, vertel mij maar niks! ver
tel mij maar niks! Ik weet precies,
wat het is. Ik heb zelf m'n been ge
broken. hier vlak boven m'n enkel,
met fietsenNee, man, dat was 'n
oiin. 'n pijn, och, daar is 'n pols nog
niks bij. Ik lag gewoonweg te brullen.
Tien weken plat op bed gelegen. Ja,
ia, 'n ongeluk zit in 'n klein hoekje.
Zoo ben jo gezond en zoo ben je hul
peloos a's 'n kindIk weet er alles
vr.n lk weet er alles van
Hij had gelukkig maar heel weinig
tijd, moest dus verder. Maar wat
geeft het, alls hij dadelijk vervangen
woixit door een vriendelijke*) ouden
heer, dien ik nog nooit te voren zelfs
heb g07iii.ii. Hij staat op eens vlak
voor mi' nr> vraagt plechtig
,,'n a>ao."toiler van het ijs, me
neer?"
Het kviinikt misschien ondankbaar-
teg-enovtg zoo veel belangstel
ling, maar lik had op dat oogeniülik
neiging te ahtvvooaxlm: „St...K, me
neer! Maar toen ik zijn eerwaardig,
wjendeujik gezicht zag, Meid ik mij
zelf in en antwoordde op eten zelfden
pledlitigen toon: „Helaas, mijnheer!
„Ja, ja, jonge man, mijn vader
aai liet al: het ijs, het ijs, het ijs kost
menschenvleisöli I
Met dat „jonge man" maakte
oude heer heel veel goed. Ik dacht
aan de dunne van 5 mii-nuten geleden
en llret speet mij, dat zij ar niet bij
„Maar ik zio het ai", ging de oude
Jiecr steeds even plechtig door,
„het is gelukkig uw linker arm en
niet uw rechter! Toen ik zoo oud nog
was at6 u, toon heb ik ook eens mijn
arm gebroken. Ja, ja, het is een pijn
lijke liistonie, een pijnlijke historie!
Dat zetten, niet waar? dat zet tui is
niet voor de poes!» U hoeft mij niets
te vertellen. Ik weet er alles van.
Het beste, jonge man, het beste, en
voortaan maar wat voorzichtiger!"
Moet iik nog verder gaan? Most ik
u nog vertellen, wat mijn kapper zei,
de bureaulist, van den schouwburg,
de tooneelmeester, dt stoker, de
tooneelknecht, de juffrouw van de
vestiaire, de suppoost, de mijnheer
van hel postkantoor, de melkboer,
de groenteboer, de eieresnboer, de
turfboer, de juffrouw uit de apotheek
mijn co'lega var» de krant. 30 maal
heb ik vandaag gehoord alsof ik,
arme, hel niet aan den lijve had ge
voeld dat een ongeluk in 'n klein
hoekjo Egt, dat lk dankbaar most
zijn, omdat ik op mijn linker en r.iet
op m'n rechter pols ben gevallen,
dal ik geen jonge man van twiutig
me>ïr ben, dat het ijs menschen-
vh itoli kost en dat het nog erger had
gekund. En hoe vee! menschen ik
vunduag niet heb oumoet.wier vaders
ol moeders, mannen of vrouwen,
zoons of dochters, broers of zusters,
ooms of tantas, neven of nichten, ook
eens of meermalen hun po'se», ar
men of boenen hebben gebrokenI lk
ben den tel kwijt, geraakt. Het is, of
ieder meent, mij geon "-rooter pie;
te kunnen doen dan mij van been-,
ai in- of polsbreuken te vertellen.
Ecrn pols breek je heusch niet voor
je genoegen 1 Maar do belangstelling
voor den arm in den zwarten doek
dat ie do lweed-e-ongeweten-ramj>,
die er aan vast zit. Misschien kom ik
nog eens zoo ver een wit plakkaat
op mijn jus te spelden nuda jnctlc-
ü-eeling:
I k heb rn ij n pols ge
broken.
Ik weet, dat het 'n
bof is, want liet is
m ij n linker.
Verzoeke van rouw
beklag verschoond
te blijvea
J. B. SCHUIL.
Lichamelijks Opvoeding.
TVn
De grootte der vitale capaciteit
en haar toenemdmr door mid
del van lichaamsoefeningen,
o.a. door roeien het me
ten van borstomvang.
Noe veie op te loeeen vraag
stukken.
Mijn laatste artikel eindigdte met dé
mededeeüntr, wat men onder vitale ca
paciteit heeft te verstaan cn hoe deze
door lichaamsoefeningen gunstig
wordt beïnvloed. Daar de ma-U dér
vitale capaciteit bepaald wordt door
de hoeveelheid lucht, olie men door
sterke uitademine kan opvangen na
voorafgaande diepe inademing,
noemt men haar ook wel de verplaats
bare lucht. Oun een denkbeeld te
geven, hoe groot ongeveer deze hoe
veelheid is, kunnen metingen van
professor Sohmidt dienen. Deze heeft
gedurende een reeks van jaren met
den spirometer de longencapaciteit
gemeten v^n deelnemers aan turn-
cureufi6en vian 2030-iarigen leeftijd
en vond'ais gemiddelde maat 338S
oem., dus noe geen 3 1/2 liter. De ge
ringste waarneming was 2200, de
hoogste 5500 ccm. Ais gemiddelde
toename na het doorloopen van een
halfiaarlijkschen cursus voDd hij 415
ccm. Hij teekent er evenwel bij aan,
dat in dit cijfer niet in de eerste
plaats een vergrooting van de borst
holte moet worden gezien: doch veel
meer een verhoogde geschiktheid tot
diep in en- uitademen, als gevolg van
oefening der spieren. Dit bleek ook
daaruit, dat bij hen, die vroeger reeds
veel aan lichaamsoefeningen hadden
deelgenomen in hel geheel geen of
slechte geringe toename der capaci-
teitcniers bereikt werd. In ieder ge
val aoht hii een capaciteit van 3800
4600 ccm. voor jongelui, die geregeld
l-icbameliike oefening nemen, de
meest voorkomende- De cijfers, die
Kolb vond bn onderzoek van de leden
van de Berlijhscbo roeiclub, zuilen
ongetwijfeld door onze roeien» met
voldoening worden gelezen, want de
ze gaan ver uit boven die der turners
hij vond ais gemiddelde voor <Le
zwaar gebouwde roeiers 6600 com, en
voor de meer tengere 4700 ccm. Men
mag hier uit niet rneea' concLudeeren
aan er staat, nl. dat roeien bliiiklbaar
de vitale capaciteit meer doet toene
men dan turnen. Men hoedé zdoh voor
do gevolgtrekking, dat roeien beter
zou zijn dan de beoefening van gym
nastiek. Voor een oogeavbilók aanne
mende, dat een vergelijking mogelijk
zou ziin, die leidde tot een uitspraak
in den zin van het eene is «beter dian
het andere, dan sou, om daartoe te.
geraken, tooh nog heel wat meer ia
vergeliiJcing moeten konten d'an de
toeneming der vitale capaciteit door
deze ibeidie vortmen van llohoamsoefe-
ninean alleen. Overigens meen ik, dat
ook om nog vele andere redenen, de
roeisport onder de lichaamsoefenin
gen een der eerste plaatsen be
kleedt.
Ook in België zdjn steeds verschil
lende aamteekeningen gomaakt om
trent de leerlingen, welke een cursus
volgden aan de Ecole Normale dé
Gymnasiique et d' Escrime te Brussel,
zoowel bij den aanvang al» bij het ein
de van den curaus. Deze instelling le
vert de gymnastiek- en schenntastruc-
teure voor het Belgische leger,
die er voor wat de gymnastiek betreft
in 7 maanden werden gevormd. Uit
deze aanteekeningen heb ik van de
leerlingen van drie cursussen, te na
men tellende 101 leerlingen, de gemid
delde vitale capaciteit berekend aan
het einde van de» cursus, waarvoor ik
4252 ccm. vond. De leeftijd der deel
nemers varieerctó van 17 tot 27 jaar
zij waren derhalve iets jonger dan do
leerlingen van prof. Schmidt en be
reikten bij het einde van een cursus
een belangrijk hooger vitale capaci
teit. De opmetingen aan de schooi te
Brussel werden verricht door Dr. A.
de Marneffe ,den leer aar in physiolo
gic aan die inrichting.
Waarschijnlijk kan ik hiermede wel
volstaan om een denkfbeeld te geven
van de grootte der vitale capaciteit on
de mate, waarin deze door lichaams
oefeningen kan worden beïnvloed.
Ken andore manier ecu oen indruk
t.e krijgen van het. vermogen van do
longen, is het meten van den omtrek
van de borstkas 'bij in- en uitademing.
Het verschil 'dezer ge-tallen zou ons
iets kunnen zeggen omtrent de lon
gen. Ook deze metingen zijn aan do
school te Brussel verricht bii dezóifdo
cujv.wten Hierboven bedoeld. Tk zal
mijn 107-619 niet festie vallen met meer
derc ciifers da» in dit opstel reeds
zijn genoemd. Laat ik derhalve vol
staan met de mededeeling, dat al» ge
volg van het doorloopen van den cur
sus het verschil in omtrek bij in- en
uitademing van de -borstkas bleek te
zijn toegenomen. Voorts heb ik mij
afgevraagd of er eenig verband was to
ontdekken tusschen de getallen, diie
deze toename aangeven en het ver
schil in vitale capaciteit bij aankomst
en vertrek der leerlingen. Men zou
theoretisch willen verwachten, dat
zulk een verband bestond en wel in
dien zin, dat een min of meer evenre
dige toename bii beide metingen zou
zi ui te oojistateeren, maar het lijkt er
niet op. Ook zou het va» belang zijn
om te weten of, afgezien van de Ute-
name door middel van lichaamsoefe
ningen, in het algemeen een groote
vitale oapaciteit gepaard gaat met een
groot verschil in boa-stkasomvang bij
In- en uitademing. Deze conclusie zou
ik eerder durven trekken op grond
vu» de cijfers der 101 gymnasten,
maar toch ook al weer »iet met groo-
to zekerheid. Ten slotte zou ik mij
kunnen voorstellen ,dat de nuchtere
leek ons toevoegt„het is heel aardig,
al die getolletjes te verzamelen en te
bekijken, maar hoe staat het met do
practiik? Is het gebleken dat
iemand met groote vitale capaciteit of
met groot verschil ln omtrek van dc
borstkas bii in en uitademing ook
groote r uithoudingsvermogen kan
ontwikkelen en heeft men omgekeerd
bij die menschen, welke zonder eenige
training van beteektmis. zich plots ont
popten als zeer snelle loopers of be
zitters van een schier onuitputtelijk
uithoudingsvermogen er zijn zul-
ken wel een» dergelijke metingen
verricht of andere onderzoekingen go-
daan?" Wanneer onder mijn lezers
zulke nuchtere leeken zijn, dan moei
ik hun het antwoord schuldig Lijven
en herhalen mat ik al meer heb ge
zegd, diat in de vraagstukken ,'rr li
chamelijke opvpedlng wel reeds ge
studeerd is, maar nog bij lanve niet
genoeg. Al zullen wij op ons Riike
Centraal Instituut voor lichamelijke
opvoeding, omdat wij zuinig moeten
zijn /wij hebben Immers tot enkele
weken geleden ver boven onzen stand
geleefd) nog wel een tiental jaren
moeten wachten, men ka» er gerust
od ziin, dat d-o wetenschap voort
schrijdt. Is er in Berlijn sedert het
vorige iaar niet een hoogesohooJ voor
lichaamsoefeningen in verklng, en ls
in datzelfde iaar niet een internatio
nale artsen vereen ie in g tot stand ge
komen met de bijzondere bedoeling de
vraagstukken der lichamelijke opvoe-
dir- te beetudeeren De publicaties
over tal van belangrijke aangelegen
heden, deze materie-betreffende, kun
nen wij dus in de naaste toekomst
tegemoet zien. Wij hebben er dan
maar keunis van te nemen en er ons
voordeel mee te doen. Kan het goed-
kooper
H. L. WARNIER.
DE DUITSCHE RtJKSDAC NAM MET 220 (OF 230) TECEN 185
STEMMEN EEN MOTIE VAN VERTROUWEN IN HET KABINET-
WIRTH AAN. 18 LEDEN ONTHIELDEN ZICH VAN 8TEMMINC.
HET KABINET DANKT DEZE OVERWINNINC AAN OE CONFE
RENTIE TE CENUA.
DE TOESTAND IN IERLAND.
Het Dultsche ministerie-
Wirth heett een motie van
vertrouwen gekregen
maar.... het heeft gespannen.
De (rijkskanselier Wirth heeft niet
het pleit gewonnen, doch de conferentie
i Genual
De motie va» vertrouwen der regee-
ringBpartijen is met 230 tegen 185
stommen en 16 ooiuiouoingen aange
nomen. OpperviakK.g zou men daar
uit wellicht opmaken, oat ale pessi
mistische verwachtingen zich niet hen
ben bewaarheid en dat ten sin tic
Wtirui en ue Rtjksregeering een flin
ke overwinning hebben behaald.
Wie echter de stemming en u© daar
tan voorafgegane debatten heeft me
degemaakt,zal ZOO SO.lil Uc C^.i'c-S-
pondeint va» 't AJg. Handelsblad
van andere meening zijn en slechts
kunnen coustaieeren, dat deze meer
derheid eern volkomen verrassing was
geen overwinning voor Wirth lie-
teekent, doch voor Genua.
- was eerst veel gedebatteerd. Toen
de president eindelijk de discussie
sloot en de stemming moest volgen,
was dn toestand zoo ongunstig v ooi-
het kabinet, dat het meer dan over
volle Huis, waar een onverdraaglijke-
hitte en een zeer nerveuze spanning
heerschten, in eun overwegende mier
derhoid de rageerimg reeds als verlo
ren beschouwde.
De situatie was nl, de volgende: De
vijf moties van wantrouwen van Za
terdag waren weer teruggenomen oi
gewijzigd. Men had weer alle moge-
lijkte en onmogelijke calculaties ge
maakt en zelfs de groote coaliti9 was
weer geheel onverwachts uit het duis
ter der part ij verwarring te voorschijn
gehaald. Wat er echter precies gebeur
de wist niemand juist te zeggen en de
Duitsche bladen brachten, zooals ge-
wooniijK, tendentieuze berichten.
Slechts twee symptomen waren er
voor dan nauwkeurige» opmerker
waarneembaar: lo. de kalme hou
ding van het hoofdorgaan der D. V. P
de „Deutsche Allg. Ztg.", waarin de
hoofdredacteur een opvatting bleek
te huldigen, die er duidelijk op weee,
dat niet alle 'eden der partij rto
,.SdhapfniacheTéi"viUiStresems,nn til
zijn aanhangers tegen de regeering ol
liever tegen Wirth wilden meemaken
en 2o. de verzoenende toon der onaf
hankelijke socialistische provinciale
pers, waarin men kon lezen, dat het
ook dan onafhankelijken leiders van
Crispiens en Dittmanns richting: veel
moeite zou kosten om alle fractieleden
to overtuigen van de mogelijkheid een
kanselier tegelijkertijd op het gebied
dor buitenlandsche politiek krachtig
te steunen en op dat der binnenland-
sch-e ten val te brengen.
Zonder deze beide stroomingen had
de kanselier bij de stemming, nadat 'Beiexscbc Volkspartij. En de laatste
ook dc Baiersche Volkspartij onver twijfel verdween, toen deze fractie liet
wacht had medegedeeld, dat zij zich vciklaren, dat zij zich van stemming
van stemming zou onthouden, slechts zou onthouden.
kunnen rekenen op c.a. 210 tegen 205 Nu gevoelden Hermann Muller voor
stemmen bij 16 onthoudingen van de jde S. P. D. en Marx voor het centrum
Beiersclie Volkspartij de noodzakelijkheid een laatste poging
De leider der Duitsch-nationalen
Heirgt had tot Wirth de vraag ger.cat
of de redactie van het votum van
rertróuwen der regeermgspartije».
„do rijksdag keurt ae regeerings^-
klaring goed" ook in overeenstem
ming was met den wemsch va» den
kanselier naar volkomen duideiijK-
heid. Naar zijn meaning was dat niet
het geval (gelach in het midden der
zaal». Want de rijkskanselier moc-st
elschen, dat niet alleen de verklaring
omtrent, maar ook het optreden dei
regeering gedurende de staking de
goedkeuring van den Rijksdag zou
wegdritge»-
De onafhankelijke Crispiein nam el-
ken twijfel weg omtrent de vraag, of
zijn fractie de zaak nogmaals zou heb
ben overvwogen. Hij deelde lntegen
deel op demagogische wijze mede, dat
er nog veel meer materiaal aanwezig
was (bij hem natuurlijk), waaruit zon
blijken, dat de regeering met „rück-
sichtslose" strengheid tegen de be
ambten, die gestaakt hadden, optrad
en zelfs „zwarte lijsten" had laten
aanleggen. Hij meende, dat onder zul
ke omstandigheden de U. S. P. D. de
rogeering in geen geval kon steunen.
Zou zij daardoor ten val worden ge
bracht on door een reactionaire ver
vang*?.», dan zouden de meerderheide
socialisten daarvan de schuld zijn, dit
door hun coalitiepolitiek van Gürlitz
een dergelijke regeering hadden me
golijk gemaakt.
Blijkbaar rekende Crispien ook
reeds op oem onvoldoende meerder
heid voor de regeering bij de stem
ming. Want hij riep de rechterzijde
in groote opgewondenheid toe: „Gij
hebt den klassenstrijd gewild, met de
scherpste middelen, welnu, ge wilt
den strijd hebben!"
Rijkskanselier Wirth stond nu op om
kort en bondig mede te dcelen, dat de
motie vao vertrouwen van Zaterdag
voor de xegeering volkomen duidelijk
en ondubbelzinnig was en dat hei bij
hem niet gin* om de staking der
spoorwegbeambten, maar om den ge-
heelen toesiand des vaderlands. Daar
mee bedoelde hij natuurlijk Genua.
Nadat minister Gröncr, die van links-
radicale zijde weder met den kreet
„hondsvot" begroet werd, de nieuwe
bewering van Crispien had weerlegd en
dr. Petersen voor de democraten de
geering nogmaals had verdedigd, en
na een kort protest der beide commu
nistische fracties, deed Dittmann een
nieuwen uitval en beweerde, dat Gro-
ner wellicht andere instructies had ge
geven, doch dat Duiischland nog steeds
door eenige tienduizenden hoogexe
ambtenaren werd geregeerd en niet
door de ministers.
Dc situatie had nog slechts een klei-
ophcldering ncodig de houding der
Onze Lachhoek
YERDACHT!
Bezoeker: Woont hier meneet
Leerlust, do student?
H o s p i I a Meneer Leerlust woont
hier wel, maar ik wist niet, dat hij stu
dent was- Ik heb altijd gedacht, d«t hij
nachtwaker was, omdat hij 's nachts
nooit thuis is en overdag altijd slaapt
Zijn vrouwtje: Je bent uib
lieve schat, nietwaar inannie?
M a n n i e Niet als het meer kost
dan vijf en twintig gulden
te doen om eveniueele twijfelaars bij d»
naburige oppositiepartijen tot betere in
zichten te brengen.
Muller dreigde met een rechtschc re-
geering, Marx met een mislukking dei
conferentie van Genua. Maar in ge
dachten berekende ieder aio tegen 205.
De president, Löbe, het natuurlijk
eerst over het votum van vertrouwen
stemmen, daar de eveniueele aanne
ming immers de stemming over de vijf
moties van wantrouwer, overbodig zou
ademlooze spanning keek de tri
bune, die men nog nooit zoo voj ge-
had, naar de stembus, alsof men
de vóór- en tegenstemmers wilde lellen
Men meende tot zijn verrassing te zien,
dai Breitscheid van de onafhankelij-
ken en Kardoff van de D. V. P„ wier
houding twijfelachtig was, een rood
biljet in de bus wierpen en dus ook de
regeering in haar buitenlandsche po
litiek in den steek lieten.
Maar de nauwlettende toeschouwer
kon ook zien, hoe verschillende andere
en van de beide fracties merkwaar
dig nerveus werden, zoodra de bus in
hun richting kwam en het liefst baddca
willen doen, alsof zij een rood biljet er
wierpen, om het dan toch ongemerkt
door een wit te vervangen. Hei giog
niet meer om Wirth, het ging om Ge-
Genua ten val te brengen scheen
voor deze twijfelaars toch cea te gioote
verantwoordelijkheid.
Zoo kwam de grootste van allo rra»-
singen: een meerderheid van l'JO tcg.-n
185 (de Beiersche Volkspartij stemde
eenparig blanco;, welke eloebu daardoor
s verklaren, dat inderdaad oi.govoez
15 leden der D. V. P. en vyf oi.-.fhan-
kelgken voor de verantwoord .-.lykbeid
eener kabinetscrisis, die voor de oude po
litiek noodlottig zou zjjn geweest, zjjo
teruggedeinsd.
De regeeringsfracties kwamen wcdci
baar humeur en begroetten den uit
slag met een luid „bravo!", waaraan m
de algemeece verrassing ook o-'uigo be
zoekers der tribune deelnamen.
Volgens de ,3oa Korresponuenz zou
n kleine telfout de overwinniug vun
het kabinet-Wirth nog grooter lubben
doen schijnen, dan z\j was. Do -iofinitiove
uitslag zou volgeiiB dit blad niet 2.30 doch
stemmen vóór de regcering zyn, roo
dst de meerderheid niet 45, doch JS was.
ln parlementaire kringen verluidt, dat
binnen acht a veertien dagen eeu ruQitwo
motie van vertrouwen voor hot kabinet-
Wirth zal worden ingediend, eu wel uit
sluitend ten opzichte van de buitunland-
sche politiek van het kabinet. Nanr hot
heet, zal dan ook de D. V. P. vóór het
kabinet stemmen, zoodat dit dan to Go-
uua de groote meerderheid van het volk
zal vertegenwoordigen.
Do Iersche toestand
vertoont teekenen vuu verbetering. Col
lins, het hoofd der Znidolijke voorjoop.co
rogeering, kwam te Londen nuii, cim u >'t
de Britsche ministers to beraadslagen ca
deelde hun mede, dat het hem gelukt was
de vrijlating te bewerken van 15 der VI-
stermannon, die onlangs door dc Sinn
Pein benden waren weggevoerd, eu «inl
hjj hoopte, binnen eenige uren de vrijla
ting der overige gevangenen c -g t«
brengen.
Dit zou dc spanning aannicrkviuk cr-
niinderen en Churchill verklaarde heden
avond in het Lagerhuis, dat hij eeu d<r-
deljjke handeling hoopte van de zijde «let
Noordelijke regeering. die oeu aantal
Sinn Feioers in hechtenis had gc:ionen(
die gewapend waren aangetroffen oj> lie»
grondgebied van Ulster. Chrucbill mankt#
verschil tusschen de gevangenen, die wet
tig door de Noordelyke n-geenng wares
gearresteerd en heD, die door de Sin»
Feinera waren weggevoerd, maar hoop»
bljjkbaar de Noordelijke rcgccnrg tc
overreden, op dit punt tce te geven.
Ten ein-lc het gevcar voor een conflict
tusschen de aanhangers vun Noor.: rij
Zuid-Ierland te verminderen, -tolden dr
Britsche ministers Toor, dat verbindings
officieren zouden woi b u opgesteld lur:gi
de grens, die met elkaar in verbum! rno.
ten blijven en de onrust doen bedaren
Collins heeft namens den Vrijstaat dif
voorstel toegestemd en ook uit Ulster it
bericht ontvangen, dat men het anavnar^
heeft.
In het Parlement gevraagd, of de Brit
Bche regeeriug met bet oog op de be
staande toestanden in Ierland roornej
mens was, voort te gaan met Let wet»
ontwerp, waarbij do macht aan dc rogco-
ring van Zuid-Ierland word overgedragen
antwoordde Chamberlaiu bevestigend. Hg
voegde er bjj, dat do betreurenswaardig<
staat van zaken eca bewjjs was, dat bc!
dringend noodig was, aan do lomelu
voorloopige regcering volledige wettigt
bevoegdheid te verleenen 0111 dc wan
orde te doen ophouden.
L' euHïIeion
De Avonturen
vast Barnabas
naar het Engelsch van
JEFFERY FARNOL
(geautoriseerde vertaling, nadruk
streng verboden).
53)
„Lieve, lieve vader!" zuchtte ze.
„Zou hij erg veranderd zijn) Ie hij ge
zond, goed gezond?"
„Ja, hij is goed gtezaod," antwoord
de Barnabas, „maar heusch, jo
kunt hier niet blijven
„lk moet wel", antwoordde zij, „lk
kan met mijn naaimerk net genoeg
verdienen om mij zelf te onderhouden
en die arme kleine Niek is zoo vrien
delijk geweest, zoo zacht en behulp
zaam al doet hij erg ruw, en ai heeft
hij een harde slem. Ik geloof dat hij
de goedhartigste man is die er bo-
etaat. Eerst wou hij niet eens geld van
ine aannemen, tot ik hem dreigde, dai
ik ergens anders heen zou gaan.
„Maar hoe ben je ooit hier terecht
gekomen 1"
„Mi!o heeft me hier gebracht".
„Dat kleine daBcnechtje van den
Viscount 5"
„Ja, maar hij bc o->fde dat hij nooit
aan hèm zou verlellan waar ik
was en Milo houdt altijd woord. En
u, meneer Beverlev. u wilt me dat
o<d< wel beloven, nietwaar?"
„Bedoel je om nooit aan den Vis
count to vertellen waar je bent?"
Clemency knikte.
„Ja," 2ei Barnabas. „Dat wil ik wel
beloven, maar alleen op voorwaarde
dat je mij voortaan als je broer be-
scuouwt. Dat je mij wilt toestaan je ie
helpen, wanneer ik maar kan, en dat
jo je altijd tot mij zult wenden als je
hulp noodig hebt. Wil je mij dat belo
ven, Clemency?" En Barnabas stak zijn
hand uit.
„Ja," antwoordde ze, terwijl ze hem
glimlachend in de eerlijke oogen keek,
„ik geloof, dat ik cr troisck op zal zijn
zulk een broer te hebben 1" En ze legde
haar hand in de zijne.
„Gaat u weg?" vroctf de schoenma
ker, die den laatsten spijker uit zijn
mond haalde, toen Barnabas do donke
re werkplaats weer in kwam.
„Ja." zei Barnabas, „en als u denkt
dat rnijn laarzen goed genoeg zijn, zou
ik u graag een hand willen geven."
„Wat 1" riep dc ander uit. „Nick de
schoenmaker een hand geven, meneer?
IMaar u 'oort tot dc Deftigheid en die
haat ik d'r koppc gingc d'r af as ik
tue zin kreeg, heusch en me hand is
zoo smcrijj laat ik 'm even wal afve
gen zoo meneer, as u het dan wil!
en ik 'oop u nog es weer te zien.
Maar, de Fransozen hadden toch ge
lijk er gaat niks boven de giellctien,
zeg ik maar. Goeie middag, meneer."
Toen liep Barnabas weer naar buiten
in bet smalle, vuile steegje en deed de
deur achter zich dicht, maar hij had
nog geen tien passen gedaan, toen hij
Clemency zijn naam hoorde roepen, en
hij haastte zich weer terug.
„Meneer Beverley," zei ze. „Ik wou
u nog iets anders vragen over mijn
vader
„Ja," zei Barnabas, toen /o aarzelde.
„Deukt hij dat ik weet hij dat ik
hoéwei ik met een schurk ben wegge-
loopen, ook weer vin henx ben weg.
geloopen weet hij dat
„Hij weet dat je een lief, rein meisje
bent," zei Barnabas, toen zij weer
zweeg, „hij kent de waarheid, en ver
langt niets liever dan je weer terug
te vinden, mijn zuster!" Toen hij dit
zeide, zag Barnabas een uitdrukking
van onuitsprekelijke vreugde in haar
oogen komenhij ontblootte het hoofd,
keerde zich om, en liep vlug het steegje
uit.
Toen hij weer in de smalle, vuile
straat was gekomen, kreeg hij plotseling
Shrig in het oog, die tegen een paal
stond geleurd en met zijn ronde oogen
naar de vervallen huizen aan den over
kant keek, terwijl er op zijn gewoon
lijk zoo onbewogen gezicht een uitdruk
king van groote verbazing en verwat-
ring was te lezen.
„Dus u is mij gevolgd?" ziep Bar
nabas uit.
„Nou, meneer, nou u het zegt
ja, ik ben zoo vrij geweest. Dit is ge
woonlijk een erg ongunstige buurt en
de luobt hier is heel slecht voor Ha
ten we zeggen horloges en dasspelden!
Zulke dingen hebben de gewoonte om
hier plotseling te verdwynen!" Toen
bij dit gezegd had, liep Shrig naast
Barnabas verder, blijkbaar diep in ge
dachten verzonken, want er kwamen
veel rimpels in zijn voorhoofd.
„Waarom is u zoo stil, meneer
Shrig?" vroeg Barnabas, toen ze op de
brug liepen.
„ornaat ik bezig be» een vraagstuk
oji to lossen, meneer. Ik beb al een
lieelen tijd geprobeerd om dc' zaken
met elkaar m verband ts brengen en
nu probeer ik er een conclusie uit te
trekken. Dus u kent Nick de schoen
maker, meneer?''
„Een uur geleden kende ik hem
nog niet"
„Ziet u, meneer, toen u bij hem
was be» ik zoo vrij geweest oin eens
naar binnen te kijken door het raam.
„Zoo?"
,,&i toon heb ik dat knappe meis
je gezien".
„Zoo?"
„En ik heb haar ook uw naam hoo-
ron zeggen Beverley, geloof ikl"
„Ja en?"
„BeverleyI" herhaalde Shrig.
..Ja".
„Maai1 u heet Barty!"
„Dat is zoo, maar ln Londen ben
ik bekend onder den naam Beverley,
meneer Shrig."
.Tooli niet toch niet de be
kende Beverley? Niet fle rijke dandy?
Toch niet de Beverley die niet «le hin-
tle mis race moo. zal doeai?"
„Ju", zei Barnabas, „dat ben ik
waarom?"
..Nou wat ben ik dan eeoi ezell"
riep Sb rig uil, terwijl hij zijn bonten
muts afnam en op den grond smeet;
hij bukte zioh, raapte haar op e»
aotto haar dadelijk weer op het hoofd.
„Nu wat la er aan de hand?"
„Aan de hand, meneer!" zei Shrig.
„Wat er aan do hand is? Nou, dat
m'n heele mooie geval, naar dc maan
ls, heel om aai verknoeid er zal niets
van komen cr kan niets va» komen
er mag niets van komen".
„Maar wat ter wereld bedoelt a
toch?"
Bedoelen, meneer? Ik bedoel dat
als nummer één de moordenaar is eu
nummer twee de medeplichtige, dan
is nummer drie het ongelukkige
slachtoffer maar wacht eens even!"
Op oen rustig plekje van de Markt
bleef Shrig staan, stak zijn hand in
zijn borstzak en haalde het kleine
boekje te voorBclujn. „Meneer", zei
hij, terwijl hij er in bladerde
„toen ik dien brief uit den zak van
den jongen Ban-ymuine leende, ben
ik zoo vrij geweest 0111 hem over t*-
schnjven in mijn kleine boekje
hier staat hot, leest u maar eens!''
Barnabas keek nanr de bladzijde
die hij aanwees en las daar deze
woorden keurig geschreven.
„Waarde Bai'rymainc".
,Ik heb zoo'n idee dat Beverley
udet op de race van den vijftienden
zal uitkomen! Op 't oogenblik is hij
in Hawkhurst, op bezoek bij Cteone.
Hij la bij je zuster! Als je neg niet
van gedachten veranderd bent over
een zeken- plan dan zouden wc geen
plek kunnen vinden die er beter ge
schikt voor is. Als je er nog -tceds
oj» staat om liem uit den weg le rui
men, (em ik weet hoe koppig je bent,
waar liet jouw et-r of die van Cleone
betreft) dan is het daar buiten da
méést geschikte plants en ik zal net
je meegaan hoewel ik er van over
tuigd beu dat hi) niet kan vechten en
onder het een ot andere voorwendsel
woigeren zal cm met je te ducltecr -n.
Maar breng in ieder geval je jiisto-
len mee de mijne worden net go-
rep areerd.
Als altijd je vrteml
Wilfred Chichester.
„Dus u ziet wel. meneer", zuchtte
Shrig, terwijl hij h l boekje weer in
rijn zak stopte, ..mijn lseete opzet is
weg. het kan niet doorgaA». Want
als de jonge B. nummer Een. d«