Hmms Oimuii Buitenlandsch Overzicht TWEEDE BLAD Douderiig 16 Februari 1922 Instantanés. IK HEB MIJN POLS CEBROKEN. (Nadruk verboden). Weeet gerust, lezers, ik zal u niet vervelen met klachten of beschrijvin gen over een ongeval, dat heel ge woon, heel alledaagsch en heel niet belangrijk is. Maar mijn ondervin ding, dat een ramp of laat ik in dit geval liever zegge» een „rampje" nooit alleen komt, brengt mtj er toe deze instantané te schrijven. Een polB te breken ie alleronaangenaamst en hinderlijk, maar vat niet ieder weet, dat is de Jast van de publieke belangstelling, die je met zoo'n ge broken pols moet mededragen. Dat is dt nieuwste ouedrvinding, die ik he den heb opgedaan. Hel begon al dadelijk, toen ik mijn deur uitstapte. Een dame nadert mij heel meewarig. Haar oogen rusten vol medelijden op mijn verbonden arm en hair 6tem klinkt droef mai. „VYui is uat, meneer Schuil! Hebt u ii ongeluk gehad!" ik oef'in vol ambitie het heele vei haai, verrel haar precies hoe en waar te. geueurd is. Hoofdschuddend luis tert zij toe. Zij vraagt mij van allee: ai ik erge pijn heb gehad, ol mijn fa- B<uie niet vreeselijk geschrokken is, of ik lang met mijn gebroken pols heb rondgeloopen, of ik al weer sla pen kan, of ik ooit weer op het ne ienk te komen en als ik al haar vra gen naar plicht en geweien heb beant woord, moet ik nog tens beginnen met te vertellen, hoe het toch eigen lijk precies gekomen is. Zij verzekert mij bij herhaling, dat lk toch héél erg dankbaar moet zijn, omdat ik op mijn linker en niet op tnijn rechter pols gevallen ben en als is even veel malen dit met een giim- Iach heb beaamd, mag ik eindelijk na vijf minuten verder gaan. Ik ben nog ndet bij den hoek onze straal, of een mijnheer, dien lk misschien éénmaal in mijn leven beb gesproken, springt van zijn fiets in snelt op mij toe. „Wei meneer Schuil, hoe heb ik T nou! Je pols gebroken? Hoe is dat toch gekomen Ik begin met nieuwen moed, vertel weer precies, hoe het gebeurd is; hoe lk viel, hoe ik opstond, b e ik verder liep en al maar hoofdlu.ikkend luis tert de mijnheer, wiens stem ik een maal in mijn leven gehoord had, mee warig toe. „Ja, ja, 'n ongeluk zit in 'n klein hoekje!" Het is dezelfde opmerking vam de dame voor onze deur. „Een geluk, dat het uw linker pols is ju, dat is het! vou, 'tbeste ermeo, hoor, 'tbestet" „Dank u! Adieu Ik loop door. Drie huizen verder ela ik al weer stil. Een belangstel lend lezer, die van hei ongeluk in do kranv hau gelezer. „Dat is ook wat, meneer SchuilUw pols gebroken, en zoo op het Ijs!" Ik, gelaten, en al wat minder ge duldig: „Ja, ja. „1 jongejonge, zoo rij je gezond en teo lig je met 'n gebroken pols!" „Zegt u dat wel!" n Ongeluk z:t loch in 'n klein hoekie Deze opmerking meen ik meer te hebben eehoord. Toch knik ik glim lachend. alsof het voor de eerste maal is ..Wat 'n bof dat u op uw linkerpols bent gevallen I" Bescheiden en beleefd merk ik op, dat ik liever op geen van mijn twee polsen zou ziin gevallen. l>an meen ik verder te mogen gaan, ais de belang- eteUer.de lezer wordt vervangen door een dame. tegenover wie ik eenige verplichtingen heb. Dies doe ik op haar vraag, hoe dat toch gekomen is met mijn pols, gelaten en geduldig weer het heele verhaal. „Meneer Schuil 1 Meneer Schuil I" en waarschuwend gaat haar gehand- schoen d vingertje naar boven, ,,'t is eigenlijk onverantwoordelijk op uw leeftijd en dan altijd op het ijs!" H©t is missoliien heel goed bedoeld, mar ik kan de opmerking slechts half waardeeren. Ik tracht mij te verde digen. „Ja, ia, u denkt altijd nog, dat u jong is, maar als je tegen de vijftig Baat loopeD I" Wat kunnen sommige menschen je met de beste intenties tooh al Ier-on aangenaamste dingen zeggen. Beleefd echter glimlach ik. „U moogt nog Heel erg dankbaar AJi, nu komt het geluk var» oen lin ker pols! Die linker pols is toch wei echt het stiefkind vian je ledematen. Omdat ik het al zoo goed weet, zeg ik het zelf maar. „Is het niet waar! Dat zou voor u als schrijver nog veel erger zijn ge weest Och ja, 'n ongeluk is nooit zoo groot, of er komt nog 'n gelukje bij I" en met een handdruk neemt zij af scheid. Goddank, eindelijk ben ik vrij I Ik wandal opgelucht verder. Zelfs aan den horizon zie lk geen bekenden meer. Het terrein is duo veilig en ge rust loop ik door. Daar tikt mij iemand' op mijn lin ker schouder. Lk kijk omeen oude kennis staat achter mij. „Kerel wat is dat nou 1 Hoe kom je nou zoo stomWie breekt er nou z'n pols?" llii wandelt met mij op. Voor de viifde maal doe ik het verhaal. Ik ken het nu van buiten. „Ja, ja, ik weet er aUes van. Mijn vrouw heeft ook eens haar pols ge broken. Ook op het ijsDat was in den winter van "171".... en geduldig luister ik toe. Het was natuurlijk veel erger dan van mij. ,,'t Was haar rechter, zie je I Jij mag van geluk spreken en den Hemel danken, diat het je linker is!" Van den overkant komt vlug een beer op ons toeschieten. „Mer.eer Schuil IMener Schuil!" Ik wacht slachtofferlijk. „Nee maar, wat 'n pech! Wat Ti pechMijn vrouw las het in de krant en die zei dadelijkdie arme me neer Schuil 1 Zou het zijn rechter of zijn linker po!s zijn? 't Is gelukkig de linker, zie ik, hè? Wel, wel. hoe is dat nou zoo gekomen I" Lk begin vol moed voor den zooveei sten keer heit verhaal, maar het In teresseert hem blijkbaar niet het minst, want bii hot begin valt hij me al in de rede. .Ja, ia, vertel mij maar niks! ver tel mij maar niks! Ik weet precies, wat het is. Ik heb zelf m'n been ge broken. hier vlak boven m'n enkel, met fietsenNee, man, dat was 'n oiin. 'n pijn, och, daar is 'n pols nog niks bij. Ik lag gewoonweg te brullen. Tien weken plat op bed gelegen. Ja, ia, 'n ongeluk zit in 'n klein hoekje. Zoo ben jo gezond en zoo ben je hul peloos a's 'n kindIk weet er alles vr.n lk weet er alles van Hij had gelukkig maar heel weinig tijd, moest dus verder. Maar wat geeft het, alls hij dadelijk vervangen woixit door een vriendelijke*) ouden heer, dien ik nog nooit te voren zelfs heb g07iii.ii. Hij staat op eens vlak voor mi' nr> vraagt plechtig ,,'n a>ao."toiler van het ijs, me neer?" Het kviinikt misschien ondankbaar- teg-enovtg zoo veel belangstel ling, maar lik had op dat oogeniülik neiging te ahtvvooaxlm: „St...K, me neer! Maar toen ik zijn eerwaardig, wjendeujik gezicht zag, Meid ik mij zelf in en antwoordde op eten zelfden pledlitigen toon: „Helaas, mijnheer! „Ja, ja, jonge man, mijn vader aai liet al: het ijs, het ijs, het ijs kost menschenvleisöli I Met dat „jonge man" maakte oude heer heel veel goed. Ik dacht aan de dunne van 5 mii-nuten geleden en llret speet mij, dat zij ar niet bij „Maar ik zio het ai", ging de oude Jiecr steeds even plechtig door, „het is gelukkig uw linker arm en niet uw rechter! Toen ik zoo oud nog was at6 u, toon heb ik ook eens mijn arm gebroken. Ja, ja, het is een pijn lijke liistonie, een pijnlijke historie! Dat zetten, niet waar? dat zet tui is niet voor de poes!» U hoeft mij niets te vertellen. Ik weet er alles van. Het beste, jonge man, het beste, en voortaan maar wat voorzichtiger!" Moet iik nog verder gaan? Most ik u nog vertellen, wat mijn kapper zei, de bureaulist, van den schouwburg, de tooneelmeester, dt stoker, de tooneelknecht, de juffrouw van de vestiaire, de suppoost, de mijnheer van hel postkantoor, de melkboer, de groenteboer, de eieresnboer, de turfboer, de juffrouw uit de apotheek mijn co'lega var» de krant. 30 maal heb ik vandaag gehoord alsof ik, arme, hel niet aan den lijve had ge voeld dat een ongeluk in 'n klein hoekjo Egt, dat lk dankbaar most zijn, omdat ik op mijn linker en r.iet op m'n rechter pols ben gevallen, dal ik geen jonge man van twiutig me>ïr ben, dat het ijs menschen- vh itoli kost en dat het nog erger had gekund. En hoe vee! menschen ik vunduag niet heb oumoet.wier vaders ol moeders, mannen of vrouwen, zoons of dochters, broers of zusters, ooms of tantas, neven of nichten, ook eens of meermalen hun po'se», ar men of boenen hebben gebrokenI lk ben den tel kwijt, geraakt. Het is, of ieder meent, mij geon "-rooter pie; te kunnen doen dan mij van been-, ai in- of polsbreuken te vertellen. Ecrn pols breek je heusch niet voor je genoegen 1 Maar do belangstelling voor den arm in den zwarten doek dat ie do lweed-e-ongeweten-ramj>, die er aan vast zit. Misschien kom ik nog eens zoo ver een wit plakkaat op mijn jus te spelden nuda jnctlc- ü-eeling: I k heb rn ij n pols ge broken. Ik weet, dat het 'n bof is, want liet is m ij n linker. Verzoeke van rouw beklag verschoond te blijvea J. B. SCHUIL. Lichamelijks Opvoeding. TVn De grootte der vitale capaciteit en haar toenemdmr door mid del van lichaamsoefeningen, o.a. door roeien het me ten van borstomvang. Noe veie op te loeeen vraag stukken. Mijn laatste artikel eindigdte met dé mededeeüntr, wat men onder vitale ca paciteit heeft te verstaan cn hoe deze door lichaamsoefeningen gunstig wordt beïnvloed. Daar de ma-U dér vitale capaciteit bepaald wordt door de hoeveelheid lucht, olie men door sterke uitademine kan opvangen na voorafgaande diepe inademing, noemt men haar ook wel de verplaats bare lucht. Oun een denkbeeld te geven, hoe groot ongeveer deze hoe veelheid is, kunnen metingen van professor Sohmidt dienen. Deze heeft gedurende een reeks van jaren met den spirometer de longencapaciteit gemeten v^n deelnemers aan turn- cureufi6en vian 2030-iarigen leeftijd en vond'ais gemiddelde maat 338S oem., dus noe geen 3 1/2 liter. De ge ringste waarneming was 2200, de hoogste 5500 ccm. Ais gemiddelde toename na het doorloopen van een halfiaarlijkschen cursus voDd hij 415 ccm. Hij teekent er evenwel bij aan, dat in dit cijfer niet in de eerste plaats een vergrooting van de borst holte moet worden gezien: doch veel meer een verhoogde geschiktheid tot diep in en- uitademen, als gevolg van oefening der spieren. Dit bleek ook daaruit, dat bij hen, die vroeger reeds veel aan lichaamsoefeningen hadden deelgenomen in hel geheel geen of slechte geringe toename der capaci- teitcniers bereikt werd. In ieder ge val aoht hii een capaciteit van 3800 4600 ccm. voor jongelui, die geregeld l-icbameliike oefening nemen, de meest voorkomende- De cijfers, die Kolb vond bn onderzoek van de leden van de Berlijhscbo roeiclub, zuilen ongetwijfeld door onze roeien» met voldoening worden gelezen, want de ze gaan ver uit boven die der turners hij vond ais gemiddelde voor <Le zwaar gebouwde roeiers 6600 com, en voor de meer tengere 4700 ccm. Men mag hier uit niet rneea' concLudeeren aan er staat, nl. dat roeien bliiiklbaar de vitale capaciteit meer doet toene men dan turnen. Men hoedé zdoh voor do gevolgtrekking, dat roeien beter zou zijn dan de beoefening van gym nastiek. Voor een oogeavbilók aanne mende, dat een vergelijking mogelijk zou ziin, die leidde tot een uitspraak in den zin van het eene is «beter dian het andere, dan sou, om daartoe te. geraken, tooh nog heel wat meer ia vergeliiJcing moeten konten d'an de toeneming der vitale capaciteit door deze ibeidie vortmen van llohoamsoefe- ninean alleen. Overigens meen ik, dat ook om nog vele andere redenen, de roeisport onder de lichaamsoefenin gen een der eerste plaatsen be kleedt. Ook in België zdjn steeds verschil lende aamteekeningen gomaakt om trent de leerlingen, welke een cursus volgden aan de Ecole Normale dé Gymnasiique et d' Escrime te Brussel, zoowel bij den aanvang al» bij het ein de van den curaus. Deze instelling le vert de gymnastiek- en schenntastruc- teure voor het Belgische leger, die er voor wat de gymnastiek betreft in 7 maanden werden gevormd. Uit deze aanteekeningen heb ik van de leerlingen van drie cursussen, te na men tellende 101 leerlingen, de gemid delde vitale capaciteit berekend aan het einde van de» cursus, waarvoor ik 4252 ccm. vond. De leeftijd der deel nemers varieerctó van 17 tot 27 jaar zij waren derhalve iets jonger dan do leerlingen van prof. Schmidt en be reikten bij het einde van een cursus een belangrijk hooger vitale capaci teit. De opmetingen aan de schooi te Brussel werden verricht door Dr. A. de Marneffe ,den leer aar in physiolo gic aan die inrichting. Waarschijnlijk kan ik hiermede wel volstaan om een denkfbeeld te geven van de grootte der vitale capaciteit on de mate, waarin deze door lichaams oefeningen kan worden beïnvloed. Ken andore manier ecu oen indruk t.e krijgen van het. vermogen van do longen, is het meten van den omtrek van de borstkas 'bij in- en uitademing. Het verschil 'dezer ge-tallen zou ons iets kunnen zeggen omtrent de lon gen. Ook deze metingen zijn aan do school te Brussel verricht bii dezóifdo cujv.wten Hierboven bedoeld. Tk zal mijn 107-619 niet festie vallen met meer derc ciifers da» in dit opstel reeds zijn genoemd. Laat ik derhalve vol staan met de mededeeling, dat al» ge volg van het doorloopen van den cur sus het verschil in omtrek bij in- en uitademing van de -borstkas bleek te zijn toegenomen. Voorts heb ik mij afgevraagd of er eenig verband was to ontdekken tusschen de getallen, diie deze toename aangeven en het ver schil in vitale capaciteit bij aankomst en vertrek der leerlingen. Men zou theoretisch willen verwachten, dat zulk een verband bestond en wel in dien zin, dat een min of meer evenre dige toename bii beide metingen zou zi ui te oojistateeren, maar het lijkt er niet op. Ook zou het va» belang zijn om te weten of, afgezien van de Ute- name door middel van lichaamsoefe ningen, in het algemeen een groote vitale oapaciteit gepaard gaat met een groot verschil in boa-stkasomvang bij In- en uitademing. Deze conclusie zou ik eerder durven trekken op grond vu» de cijfers der 101 gymnasten, maar toch ook al weer »iet met groo- to zekerheid. Ten slotte zou ik mij kunnen voorstellen ,dat de nuchtere leek ons toevoegt„het is heel aardig, al die getolletjes te verzamelen en te bekijken, maar hoe staat het met do practiik? Is het gebleken dat iemand met groote vitale capaciteit of met groot verschil ln omtrek van dc borstkas bii in en uitademing ook groote r uithoudingsvermogen kan ontwikkelen en heeft men omgekeerd bij die menschen, welke zonder eenige training van beteektmis. zich plots ont popten als zeer snelle loopers of be zitters van een schier onuitputtelijk uithoudingsvermogen er zijn zul- ken wel een» dergelijke metingen verricht of andere onderzoekingen go- daan?" Wanneer onder mijn lezers zulke nuchtere leeken zijn, dan moei ik hun het antwoord schuldig Lijven en herhalen mat ik al meer heb ge zegd, diat in de vraagstukken ,'rr li chamelijke opvpedlng wel reeds ge studeerd is, maar nog bij lanve niet genoeg. Al zullen wij op ons Riike Centraal Instituut voor lichamelijke opvoeding, omdat wij zuinig moeten zijn /wij hebben Immers tot enkele weken geleden ver boven onzen stand geleefd) nog wel een tiental jaren moeten wachten, men ka» er gerust od ziin, dat d-o wetenschap voort schrijdt. Is er in Berlijn sedert het vorige iaar niet een hoogesohooJ voor lichaamsoefeningen in verklng, en ls in datzelfde iaar niet een internatio nale artsen vereen ie in g tot stand ge komen met de bijzondere bedoeling de vraagstukken der lichamelijke opvoe- dir- te beetudeeren De publicaties over tal van belangrijke aangelegen heden, deze materie-betreffende, kun nen wij dus in de naaste toekomst tegemoet zien. Wij hebben er dan maar keunis van te nemen en er ons voordeel mee te doen. Kan het goed- kooper H. L. WARNIER. DE DUITSCHE RtJKSDAC NAM MET 220 (OF 230) TECEN 185 STEMMEN EEN MOTIE VAN VERTROUWEN IN HET KABINET- WIRTH AAN. 18 LEDEN ONTHIELDEN ZICH VAN 8TEMMINC. HET KABINET DANKT DEZE OVERWINNINC AAN OE CONFE RENTIE TE CENUA. DE TOESTAND IN IERLAND. Het Dultsche ministerie- Wirth heett een motie van vertrouwen gekregen maar.... het heeft gespannen. De (rijkskanselier Wirth heeft niet het pleit gewonnen, doch de conferentie i Genual De motie va» vertrouwen der regee- ringBpartijen is met 230 tegen 185 stommen en 16 ooiuiouoingen aange nomen. OpperviakK.g zou men daar uit wellicht opmaken, oat ale pessi mistische verwachtingen zich niet hen ben bewaarheid en dat ten sin tic Wtirui en ue Rtjksregeering een flin ke overwinning hebben behaald. Wie echter de stemming en u© daar tan voorafgegane debatten heeft me degemaakt,zal ZOO SO.lil Uc C^.i'c-S- pondeint va» 't AJg. Handelsblad van andere meening zijn en slechts kunnen coustaieeren, dat deze meer derheid eern volkomen verrassing was geen overwinning voor Wirth lie- teekent, doch voor Genua. - was eerst veel gedebatteerd. Toen de president eindelijk de discussie sloot en de stemming moest volgen, was dn toestand zoo ongunstig v ooi- het kabinet, dat het meer dan over volle Huis, waar een onverdraaglijke- hitte en een zeer nerveuze spanning heerschten, in eun overwegende mier derhoid de rageerimg reeds als verlo ren beschouwde. De situatie was nl, de volgende: De vijf moties van wantrouwen van Za terdag waren weer teruggenomen oi gewijzigd. Men had weer alle moge- lijkte en onmogelijke calculaties ge maakt en zelfs de groote coaliti9 was weer geheel onverwachts uit het duis ter der part ij verwarring te voorschijn gehaald. Wat er echter precies gebeur de wist niemand juist te zeggen en de Duitsche bladen brachten, zooals ge- wooniijK, tendentieuze berichten. Slechts twee symptomen waren er voor dan nauwkeurige» opmerker waarneembaar: lo. de kalme hou ding van het hoofdorgaan der D. V. P de „Deutsche Allg. Ztg.", waarin de hoofdredacteur een opvatting bleek te huldigen, die er duidelijk op weee, dat niet alle 'eden der partij rto ,.SdhapfniacheTéi"viUiStresems,nn til zijn aanhangers tegen de regeering ol liever tegen Wirth wilden meemaken en 2o. de verzoenende toon der onaf hankelijke socialistische provinciale pers, waarin men kon lezen, dat het ook dan onafhankelijken leiders van Crispiens en Dittmanns richting: veel moeite zou kosten om alle fractieleden to overtuigen van de mogelijkheid een kanselier tegelijkertijd op het gebied dor buitenlandsche politiek krachtig te steunen en op dat der binnenland- sch-e ten val te brengen. Zonder deze beide stroomingen had de kanselier bij de stemming, nadat 'Beiexscbc Volkspartij. En de laatste ook dc Baiersche Volkspartij onver twijfel verdween, toen deze fractie liet wacht had medegedeeld, dat zij zich vciklaren, dat zij zich van stemming van stemming zou onthouden, slechts zou onthouden. kunnen rekenen op c.a. 210 tegen 205 Nu gevoelden Hermann Muller voor stemmen bij 16 onthoudingen van de jde S. P. D. en Marx voor het centrum Beiersclie Volkspartij de noodzakelijkheid een laatste poging De leider der Duitsch-nationalen Heirgt had tot Wirth de vraag ger.cat of de redactie van het votum van rertróuwen der regeermgspartije». „do rijksdag keurt ae regeerings^- klaring goed" ook in overeenstem ming was met den wemsch va» den kanselier naar volkomen duideiijK- heid. Naar zijn meaning was dat niet het geval (gelach in het midden der zaal». Want de rijkskanselier moc-st elschen, dat niet alleen de verklaring omtrent, maar ook het optreden dei regeering gedurende de staking de goedkeuring van den Rijksdag zou wegdritge»- De onafhankelijke Crispiein nam el- ken twijfel weg omtrent de vraag, of zijn fractie de zaak nogmaals zou heb ben overvwogen. Hij deelde lntegen deel op demagogische wijze mede, dat er nog veel meer materiaal aanwezig was (bij hem natuurlijk), waaruit zon blijken, dat de regeering met „rück- sichtslose" strengheid tegen de be ambten, die gestaakt hadden, optrad en zelfs „zwarte lijsten" had laten aanleggen. Hij meende, dat onder zul ke omstandigheden de U. S. P. D. de rogeering in geen geval kon steunen. Zou zij daardoor ten val worden ge bracht on door een reactionaire ver vang*?.», dan zouden de meerderheide socialisten daarvan de schuld zijn, dit door hun coalitiepolitiek van Gürlitz een dergelijke regeering hadden me golijk gemaakt. Blijkbaar rekende Crispien ook reeds op oem onvoldoende meerder heid voor de regeering bij de stem ming. Want hij riep de rechterzijde in groote opgewondenheid toe: „Gij hebt den klassenstrijd gewild, met de scherpste middelen, welnu, ge wilt den strijd hebben!" Rijkskanselier Wirth stond nu op om kort en bondig mede te dcelen, dat de motie vao vertrouwen van Zaterdag voor de xegeering volkomen duidelijk en ondubbelzinnig was en dat hei bij hem niet gin* om de staking der spoorwegbeambten, maar om den ge- heelen toesiand des vaderlands. Daar mee bedoelde hij natuurlijk Genua. Nadat minister Gröncr, die van links- radicale zijde weder met den kreet „hondsvot" begroet werd, de nieuwe bewering van Crispien had weerlegd en dr. Petersen voor de democraten de geering nogmaals had verdedigd, en na een kort protest der beide commu nistische fracties, deed Dittmann een nieuwen uitval en beweerde, dat Gro- ner wellicht andere instructies had ge geven, doch dat Duiischland nog steeds door eenige tienduizenden hoogexe ambtenaren werd geregeerd en niet door de ministers. Dc situatie had nog slechts een klei- ophcldering ncodig de houding der Onze Lachhoek YERDACHT! Bezoeker: Woont hier meneet Leerlust, do student? H o s p i I a Meneer Leerlust woont hier wel, maar ik wist niet, dat hij stu dent was- Ik heb altijd gedacht, d«t hij nachtwaker was, omdat hij 's nachts nooit thuis is en overdag altijd slaapt Zijn vrouwtje: Je bent uib lieve schat, nietwaar inannie? M a n n i e Niet als het meer kost dan vijf en twintig gulden te doen om eveniueele twijfelaars bij d» naburige oppositiepartijen tot betere in zichten te brengen. Muller dreigde met een rechtschc re- geering, Marx met een mislukking dei conferentie van Genua. Maar in ge dachten berekende ieder aio tegen 205. De president, Löbe, het natuurlijk eerst over het votum van vertrouwen stemmen, daar de eveniueele aanne ming immers de stemming over de vijf moties van wantrouwer, overbodig zou ademlooze spanning keek de tri bune, die men nog nooit zoo voj ge- had, naar de stembus, alsof men de vóór- en tegenstemmers wilde lellen Men meende tot zijn verrassing te zien, dai Breitscheid van de onafhankelij- ken en Kardoff van de D. V. P„ wier houding twijfelachtig was, een rood biljet in de bus wierpen en dus ook de regeering in haar buitenlandsche po litiek in den steek lieten. Maar de nauwlettende toeschouwer kon ook zien, hoe verschillende andere en van de beide fracties merkwaar dig nerveus werden, zoodra de bus in hun richting kwam en het liefst baddca willen doen, alsof zij een rood biljet er wierpen, om het dan toch ongemerkt door een wit te vervangen. Hei giog niet meer om Wirth, het ging om Ge- Genua ten val te brengen scheen voor deze twijfelaars toch cea te gioote verantwoordelijkheid. Zoo kwam de grootste van allo rra»- singen: een meerderheid van l'JO tcg.-n 185 (de Beiersche Volkspartij stemde eenparig blanco;, welke eloebu daardoor s verklaren, dat inderdaad oi.govoez 15 leden der D. V. P. en vyf oi.-.fhan- kelgken voor de verantwoord .-.lykbeid eener kabinetscrisis, die voor de oude po litiek noodlottig zou zjjn geweest, zjjo teruggedeinsd. De regeeringsfracties kwamen wcdci baar humeur en begroetten den uit slag met een luid „bravo!", waaraan m de algemeece verrassing ook o-'uigo be zoekers der tribune deelnamen. Volgens de ,3oa Korresponuenz zou n kleine telfout de overwinniug vun het kabinet-Wirth nog grooter lubben doen schijnen, dan z\j was. Do -iofinitiove uitslag zou volgeiiB dit blad niet 2.30 doch stemmen vóór de regcering zyn, roo dst de meerderheid niet 45, doch JS was. ln parlementaire kringen verluidt, dat binnen acht a veertien dagen eeu ruQitwo motie van vertrouwen voor hot kabinet- Wirth zal worden ingediend, eu wel uit sluitend ten opzichte van de buitunland- sche politiek van het kabinet. Nanr hot heet, zal dan ook de D. V. P. vóór het kabinet stemmen, zoodat dit dan to Go- uua de groote meerderheid van het volk zal vertegenwoordigen. Do Iersche toestand vertoont teekenen vuu verbetering. Col lins, het hoofd der Znidolijke voorjoop.co rogeering, kwam te Londen nuii, cim u >'t de Britsche ministers to beraadslagen ca deelde hun mede, dat het hem gelukt was de vrijlating te bewerken van 15 der VI- stermannon, die onlangs door dc Sinn Pein benden waren weggevoerd, eu «inl hjj hoopte, binnen eenige uren de vrijla ting der overige gevangenen c -g t« brengen. Dit zou dc spanning aannicrkviuk cr- niinderen en Churchill verklaarde heden avond in het Lagerhuis, dat hij eeu d<r- deljjke handeling hoopte van de zijde «let Noordelijke regeering. die oeu aantal Sinn Feioers in hechtenis had gc:ionen( die gewapend waren aangetroffen oj> lie» grondgebied van Ulster. Chrucbill mankt# verschil tusschen de gevangenen, die wet tig door de Noordelyke n-geenng wares gearresteerd en heD, die door de Sin» Feinera waren weggevoerd, maar hoop» bljjkbaar de Noordelijke rcgccnrg tc overreden, op dit punt tce te geven. Ten ein-lc het gevcar voor een conflict tusschen de aanhangers vun Noor.: rij Zuid-Ierland te verminderen, -tolden dr Britsche ministers Toor, dat verbindings officieren zouden woi b u opgesteld lur:gi de grens, die met elkaar in verbum! rno. ten blijven en de onrust doen bedaren Collins heeft namens den Vrijstaat dif voorstel toegestemd en ook uit Ulster it bericht ontvangen, dat men het anavnar^ heeft. In het Parlement gevraagd, of de Brit Bche regeeriug met bet oog op de be staande toestanden in Ierland roornej mens was, voort te gaan met Let wet» ontwerp, waarbij do macht aan dc rogco- ring van Zuid-Ierland word overgedragen antwoordde Chamberlaiu bevestigend. Hg voegde er bjj, dat do betreurenswaardig< staat van zaken eca bewjjs was, dat bc! dringend noodig was, aan do lomelu voorloopige regcering volledige wettigt bevoegdheid te verleenen 0111 dc wan orde te doen ophouden. L' euHïIeion De Avonturen vast Barnabas naar het Engelsch van JEFFERY FARNOL (geautoriseerde vertaling, nadruk streng verboden). 53) „Lieve, lieve vader!" zuchtte ze. „Zou hij erg veranderd zijn) Ie hij ge zond, goed gezond?" „Ja, hij is goed gtezaod," antwoord de Barnabas, „maar heusch, jo kunt hier niet blijven „lk moet wel", antwoordde zij, „lk kan met mijn naaimerk net genoeg verdienen om mij zelf te onderhouden en die arme kleine Niek is zoo vrien delijk geweest, zoo zacht en behulp zaam al doet hij erg ruw, en ai heeft hij een harde slem. Ik geloof dat hij de goedhartigste man is die er bo- etaat. Eerst wou hij niet eens geld van ine aannemen, tot ik hem dreigde, dai ik ergens anders heen zou gaan. „Maar hoe ben je ooit hier terecht gekomen 1" „Mi!o heeft me hier gebracht". „Dat kleine daBcnechtje van den Viscount 5" „Ja, maar hij bc o->fde dat hij nooit aan hèm zou verlellan waar ik was en Milo houdt altijd woord. En u, meneer Beverlev. u wilt me dat o<d< wel beloven, nietwaar?" „Bedoel je om nooit aan den Vis count to vertellen waar je bent?" Clemency knikte. „Ja," 2ei Barnabas. „Dat wil ik wel beloven, maar alleen op voorwaarde dat je mij voortaan als je broer be- scuouwt. Dat je mij wilt toestaan je ie helpen, wanneer ik maar kan, en dat jo je altijd tot mij zult wenden als je hulp noodig hebt. Wil je mij dat belo ven, Clemency?" En Barnabas stak zijn hand uit. „Ja," antwoordde ze, terwijl ze hem glimlachend in de eerlijke oogen keek, „ik geloof, dat ik cr troisck op zal zijn zulk een broer te hebben 1" En ze legde haar hand in de zijne. „Gaat u weg?" vroctf de schoenma ker, die den laatsten spijker uit zijn mond haalde, toen Barnabas do donke re werkplaats weer in kwam. „Ja." zei Barnabas, „en als u denkt dat rnijn laarzen goed genoeg zijn, zou ik u graag een hand willen geven." „Wat 1" riep dc ander uit. „Nick de schoenmaker een hand geven, meneer? IMaar u 'oort tot dc Deftigheid en die haat ik d'r koppc gingc d'r af as ik tue zin kreeg, heusch en me hand is zoo smcrijj laat ik 'm even wal afve gen zoo meneer, as u het dan wil! en ik 'oop u nog es weer te zien. Maar, de Fransozen hadden toch ge lijk er gaat niks boven de giellctien, zeg ik maar. Goeie middag, meneer." Toen liep Barnabas weer naar buiten in bet smalle, vuile steegje en deed de deur achter zich dicht, maar hij had nog geen tien passen gedaan, toen hij Clemency zijn naam hoorde roepen, en hij haastte zich weer terug. „Meneer Beverley," zei ze. „Ik wou u nog iets anders vragen over mijn vader „Ja," zei Barnabas, toen /o aarzelde. „Deukt hij dat ik weet hij dat ik hoéwei ik met een schurk ben wegge- loopen, ook weer vin henx ben weg. geloopen weet hij dat „Hij weet dat je een lief, rein meisje bent," zei Barnabas, toen zij weer zweeg, „hij kent de waarheid, en ver langt niets liever dan je weer terug te vinden, mijn zuster!" Toen hij dit zeide, zag Barnabas een uitdrukking van onuitsprekelijke vreugde in haar oogen komenhij ontblootte het hoofd, keerde zich om, en liep vlug het steegje uit. Toen hij weer in de smalle, vuile straat was gekomen, kreeg hij plotseling Shrig in het oog, die tegen een paal stond geleurd en met zijn ronde oogen naar de vervallen huizen aan den over kant keek, terwijl er op zijn gewoon lijk zoo onbewogen gezicht een uitdruk king van groote verbazing en verwat- ring was te lezen. „Dus u is mij gevolgd?" ziep Bar nabas uit. „Nou, meneer, nou u het zegt ja, ik ben zoo vrij geweest. Dit is ge woonlijk een erg ongunstige buurt en de luobt hier is heel slecht voor Ha ten we zeggen horloges en dasspelden! Zulke dingen hebben de gewoonte om hier plotseling te verdwynen!" Toen bij dit gezegd had, liep Shrig naast Barnabas verder, blijkbaar diep in ge dachten verzonken, want er kwamen veel rimpels in zijn voorhoofd. „Waarom is u zoo stil, meneer Shrig?" vroeg Barnabas, toen ze op de brug liepen. „ornaat ik bezig be» een vraagstuk oji to lossen, meneer. Ik beb al een lieelen tijd geprobeerd om dc' zaken met elkaar m verband ts brengen en nu probeer ik er een conclusie uit te trekken. Dus u kent Nick de schoen maker, meneer?'' „Een uur geleden kende ik hem nog niet" „Ziet u, meneer, toen u bij hem was be» ik zoo vrij geweest oin eens naar binnen te kijken door het raam. „Zoo?" ,,&i toon heb ik dat knappe meis je gezien". „Zoo?" „En ik heb haar ook uw naam hoo- ron zeggen Beverley, geloof ikl" „Ja en?" „BeverleyI" herhaalde Shrig. ..Ja". „Maai1 u heet Barty!" „Dat is zoo, maar ln Londen ben ik bekend onder den naam Beverley, meneer Shrig." .Tooli niet toch niet de be kende Beverley? Niet fle rijke dandy? Toch niet de Beverley die niet «le hin- tle mis race moo. zal doeai?" „Ju", zei Barnabas, „dat ben ik waarom?" ..Nou wat ben ik dan eeoi ezell" riep Sb rig uil, terwijl hij zijn bonten muts afnam en op den grond smeet; hij bukte zioh, raapte haar op e» aotto haar dadelijk weer op het hoofd. „Nu wat la er aan de hand?" „Aan de hand, meneer!" zei Shrig. „Wat er aan do hand is? Nou, dat m'n heele mooie geval, naar dc maan ls, heel om aai verknoeid er zal niets van komen cr kan niets va» komen er mag niets van komen". „Maar wat ter wereld bedoelt a toch?" Bedoelen, meneer? Ik bedoel dat als nummer één de moordenaar is eu nummer twee de medeplichtige, dan is nummer drie het ongelukkige slachtoffer maar wacht eens even!" Op oen rustig plekje van de Markt bleef Shrig staan, stak zijn hand in zijn borstzak en haalde het kleine boekje te voorBclujn. „Meneer", zei hij, terwijl hij er in bladerde „toen ik dien brief uit den zak van den jongen Ban-ymuine leende, ben ik zoo vrij geweest 0111 hem over t*- schnjven in mijn kleine boekje hier staat hot, leest u maar eens!'' Barnabas keek nanr de bladzijde die hij aanwees en las daar deze woorden keurig geschreven. „Waarde Bai'rymainc". ,Ik heb zoo'n idee dat Beverley udet op de race van den vijftienden zal uitkomen! Op 't oogenblik is hij in Hawkhurst, op bezoek bij Cteone. Hij la bij je zuster! Als je neg niet van gedachten veranderd bent over een zeken- plan dan zouden wc geen plek kunnen vinden die er beter ge schikt voor is. Als je er nog -tceds oj» staat om liem uit den weg le rui men, (em ik weet hoe koppig je bent, waar liet jouw et-r of die van Cleone betreft) dan is het daar buiten da méést geschikte plants en ik zal net je meegaan hoewel ik er van over tuigd beu dat hi) niet kan vechten en onder het een ot andere voorwendsel woigeren zal cm met je te ducltecr -n. Maar breng in ieder geval je jiisto- len mee de mijne worden net go- rep areerd. Als altijd je vrteml Wilfred Chichester. „Dus u ziet wel. meneer", zuchtte Shrig, terwijl hij h l boekje weer in rijn zak stopte, ..mijn lseete opzet is weg. het kan niet doorgaA». Want als de jonge B. nummer Een. d«

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5