üumcti's Omblad
VIERLE BLAD
Zatursag 18 Februari 1922
btadsnieuws
DE TELEPHOON.
De AJeeioeen Secretaris van Pos
ten i en en Telegrafie, do heer Van
Rovcti te 's-Gravenha^e, schrijft ons
het volgende
ln uw brnd van 21 Januari wordt
in een artikel met hst opschrift „Oïq
ons boen'' de nieuwe regeling der te
lefoontarieven tc uwer stede aan een
critielc onderworpen. Het antwoord,
waartoe die critiek aanleiding geeft,
moge u ec.ii blijk zijn, dat ook critiek
on die hoofdzaken, ja, ln het bijzon
der op deze, op prijs wordt gesteld.
Echter bestaat er, naar ik ineen,
naast de twee door u genoemde moge
lijke ge\ olgen dier critiek, wijziging
of verwijzing naar die pruIJemand,
een derde, te weten handhaving der
getroffen regeling, wanneer deze op
poede gronden berust. En dit is naar
mii voorkomt hier het geval. Uwe
vergelijking van de belangen der aan
geslotenen aan een teleioor.net met
die van verzekerden meen ik onbe
sproken te mogen laten. Alleen kan
ik u verzekeren, dat een bedanken
van abonné's als u vreest, zich in de
praktijk niet voordoet. Wat uwe op
merkingen over de nieuwe tariefrege
ling betreft, een aboonomc-nts-tarief
komt mij voor dan werkelijk ge 1 ij k
te zijn, wanneer ieder aangeslotene
betaalt in verhouding tot het nut, dat
de aansluiting hem biedt en verder
voor bii»ondero a an. eg kosten zijtner
aansluiting oen billijke vergoeding
geeft. Aan .leze beide eischen voldoet
het nieuwe tarief geheel. Immers men
betaalt in verhouding tot liet aantel
gesnrekkon dat men voert, en men
vergoedt -.oor turns! udingen buiten
het minimnrateriefs-gebi-ed tot een af
stand van b K.M. f 2; van 5 tot 10
K.M. f 3 en boven 10 K.M. f 5 per
100 Meter of gedeelten daarvan.
Bij de rangschikking van de ge-
abonneerden in klassen wordt op bil
lijke witze te werk gegaan. Zoo wordt
in verband met mogelijke foutieve
verbindingen buiten schuld van den
aanvrager, in gesprek zijn van opge-
roepenen, navragen enz., een percen
tage van de aangevraagde verbindin
gen afgetrokken. Bii de gesprekken-
opnemmg wordt verder met buiten
gewone omstandigheden als seizoen-
drukte e.a. rekening gehouden:
iemand die slechts eenige gesprekken
mesr voert dan hel iu<um.inn-saijial
eener klasse wordt nadat vorenbe
doelde af teek is toegepast nog in de'
lagere klasse gebracht. Ingekomen
bezwaren tegen de rangschikking,
zullen nog in den loop van het eerste
halfjaar van 1922 ernstig worden on
derzocht en mocht de betrokken aan
sluiting dan inderdaad in een lagere
klasse blijken te nohooren, r]aai zal het
te veel ingevorderde te rekenen van
1 Januari 1922 Worden terugbetaald.
De wijziging van telefoonnummers
te Haarlem lioudt verband met
de overbrenging van een groot aantal
aansluitingen naar hulpburee'.en en
tevens met tie voorgenomen auloinati-
seering van het Haar'emsoh telefoon
net. De werkzaamheden ziin nog
slechts gedeellenik uitgevoerd en wor
den vertraagd door de ongunstige
weersgesteldheid. In den nieuwen
Gids voor het net Haarlem, welke
juist aan de geabonneerden is uitge
reikt. zijn, zooals u zult hebben ge
zien, de nieuwe nummers ongeno-
Tot zoover do opmerkingen van den
heer van Roven, waarmee ik ia zoo
ver ben ingenomen, dat er uit blijkt
van een nieuw standpunt: ingaan op
welomschreven klachten in het open
baar. Vroeger was men van meening.
dat een openbare dienst zich op vva*
genoemd werd „krantengeschrijf
zocht (op welke manier Ij. En mocht
het blijken, dat een abonné ln een
lagere klasse behoort dan krijgt hij
hel, te veel gevorderde terugbetaald.
Maar dat kan immers nooit b I ij-
n 1 De heele schatting zal afhan
gen van de persoonlijke vriendelijk
heid, gemoedelijkheid, welwülemd-
beid van hem die aanslaat. En hoe
groot zullen die eigenschappen zijn
(of blijven) met op den achtergrond
de Haageche opvatting, dat de tekor
ten moeten worden gedekt! Helaas,
ik voorzie voortdurende verhooging
van de kosten voor de geabonneerden.
En ging daarmee dan nog maar ver
betering van den dienst gepaard-
Maar het tegendeel is waar. De over
brenging van een groot aantal num
mers naar hulpbureel en heeft den
dienst voor die veten zeer verelecht,
door het tusschenschuiven van dat,
hulpbureel en het sluiten van aeu
dienst gedurende enkele Zondaguren.
Verslecht niet alleen voor de betrok
kenen zelf, maar ook voor degenen,
die ben opbellen.
Het epijt mij, dat ik 't zeggen moet,
maar do algeaneene opinie ie deze;
„was de Staat maar liever von den
telefoondienst afgeblevenl Bij do par
ticuliere maatschappij woe due goe<l-
kooper en boter".
3. C. P.
HET „VAK" VAN BEDELBRIEF-
SCHRIJVER.
Dit „vak" is aan 't achteruitgaan,
naar wij in het Tijdschrift voor Arm
wezen lezen.
Er zijn teekenen,duo er op wijzen.dat
epeci-ïii de bemiddelden meer en
meer tot het instellen van een on-
deizoek vóór het toekennen van een
gift overgaan. Zooa.s men weet kan
men, alvorens ondersteuning te ver-
leenen, informeeren bij het bureau
van den Armenraad, Jansweg 39, al
hier.
Ook de Amsterdainsche Armenraad
doet geregeld onderzoek voor vermo
gende particulieren en zeer dikwijls
blijkt het dan, dat hulp óf totaal, ól
in den voorgenomen voran onnoodig
is. Zulk eon geval was het volgende,
dat wij in het Tijdschrift beschreven
vinden.
Het Centraal Bureau voor Maat
schappelijk Hulpbetoon kreeg van
een bekend philantroop, met verzoek
oin advies een brief toegezonden vao
iemand, die zich aandiende als oud-
student, die indertijd zijn studie had
moeten afbreken door familie-om
standigheden, ziekelijk waa gewor
den en nu genoodzaakt waa met zijn
vrouw te leven van huisvlijt. Hij
vroeg een voorschot om daarvan een
bi simachrae te koopen. Op de beken
de wijze werd den geadresseerde in
pathetische bewoordingen bij voor
baat dank betuigd voor zijn nobele
daad.
Het Bureau stelde een onderzoek m
en wat bleek 1 De man had inderdaao
een tijdlang gestudeerd, tenminste
hij was als student ingeschreven ge
weest. Hij had echter zijn studie er
al spoedig tegen den zin zijner fa
milie aangegeven, was een han-
delszaakje begonnen, dat spoedig mis
lukte, was getrouwd en leefde sinds
dien met zijn vrouw van grootere en
kleinere oplichterijen. Met groote han
digheid wist hij de moeste keeren bui
ten den greep van den strafrechter
to blijven Eén keer slechts kun hij
worden veroordeeld en onderging hu
dan ook gevangenisstraf. Zijn prak
tijken bedreef hij a.'s volgt: hij ves
tigde zich in een pJaats. liet kon
daarop door zijn vrouw brieven schriy
ven aan de notabelen, waarin hij hun
nulp inriep. Had de geadresseerde
een academischen graad, dan werd
niet vergeten in den brief te schrij
ven: - .wellicht herinnert gij U
nog Uw ouden studievriend". Welis
waar koe dan de geadresseerde zich
niets te binnen brengen, maar nu
luurlijk werd daardoor de kans op
succes grooter. Na do notabelen kwa
men de minder-gegoeden aan de beurt
om successievelijk te worden aange-
solireveri. Die gaven natuurlijk min
der, maar juist daardoor waren zij
tneg wel eens voor een tweede gift te
vinden, liet z.g. doel dor aanvragen
varieerde. Nu eens was het zijn zie
kelijkheid, (die inderdaad een feit
was en die dan ook bij persoonlijk
bezoek van een belangstellende kon
rw... worden gedemonstreerd) en de onrao-
niet mocht verdedigen, dat het bene gelijkheid om iets te verdienen ihet-
den de waardigheid van den dienst geen volstrekt niet zulk een onaan-
was. Dit is dan nu veranderd. Hetveohtbaar feit was), dan weer beweer-
worde met waardeering vernield. I de hij een handel in huisvlijt-artike-
Vreugde van Hotelhouders.
(Een En-gel soh vegetariër, die
in Frankrijk en Italië reisde,
gaf aan de hoteliers een
kaartje, waarop gedrukt stond,
wat hij wel wenschte te eten
en wat niet.)
Natuurlijk volgt daaruit niet, dat
ik het met de beschouwingen van den
heer v. R. eens zou zijn; integendeel,
er blijft tusschen ons een groot, en
zeer principieel verschil bestaan. Post
en telegrafie (telefonie) behooren m.i-
niet in de eerste plaats "een onderne
ming te zijn die geld verdient, zeifs
niet in de eerste plaats een die baai
kosten dekt Maar vooral oen instel
ling, die de openbare belangen dient.
Dit is natuurlijk heel iets anders. Het
is niet voor den eersten keer, dat i«
in botsing kom met deze mercantiele
opvatting bij P. en T.; toen ik in een
andere qualiteit indertijd bij den Mi
nister klaagde over een m.i. onbillij
ke porto-regeling, was schering en
inslag van do bestrijding de vraag
van den Directeur-generaal: „kunt U
dertien millioen voor mij vonden!"
waarop ik toen al geantwoord beo,
dat de taak van een openbaren dienst
uit een ander, een hooger standpunt,
diende te worden bekeken. Maar ge
baat heeft het mij.niet en als de heer
van Royen nu weer zegt, dat hij mijn
vergelijking van aangeslotenen aan
een telefoonnet met die van verzeker
den onbesproken meent te mogen la
ten, dan maak ik daaruit op, dat hij
dis toch waarlijk te dol vindt. Toch
durf ik liem de verzekering gewen, dat
mijn opvatting het in de toekomst
winnen zal, omdat men zal inzien,
- fat een openbare diemst van
groote beteekenis iets raesr is, dan een
kvu ïcterierswiHkol.
De grief, dat volgens het hui
dige tarief iemand die den telefoon
noodig heeft voor zijn bedrijf
meer betaalt, dan een ander die de
aansluiting gebruikt uit weelde, laat
de heer v. R. gaan: inderdaad is dat
bezwaar bij het systeem, dat hij voor-
Haat niet te verdedigen. Evenmin ais
do rariteit, dat iemand meer betaalt
naarmate de centrale toevallig verder
van hem afstaat h ij heeft die
plaats toch niet gekozen
Nu de taxatie van de bijdrage.
Blijkt niet overduidelijk, hoe vaag die
!s? Voor mogelijke vergissingen of
tegenspoeden wordt een percentage
afgetrokken (welk?), met seizoendruK-
tc rekening gehouden (hoe!', bezwi
Dat noem ik eens een goed idee,
Je neemt een stapel kaartjes mee.
En geeft als je aangekomen bent,
Er een in ieder logement.
Van roode vleezen hou ik niet.
Maar ik ben dol op kool en biet,
Ook drink ik nimmer rooden wijn,
Maar wel van Moezel of van Rijn,
De eieren eet ik hard noch zacht.
En 'k wensch veel dekens voor den
nacht.
'k Ontbijt niet vóór des morgens tien,
En wil nooit slappe thee daar zien.
Je lieve vrouw, die je verzeil,
Heeft ook haar eischen wel gesteld.
Wat 'k in de eerste plaats verwacht
]s het ontbijt om kwart voor acht.
Als ik voor 't kamermeisje schel.
Moet 't dadelijk komen op 'i bevel,
't Is goed, dat men maar daadlijk weet:
Ik lust niets, wat mijn man graag eet.
't Hötel moet sul zijn 's avonds elf,
Want op dat uur dan slaap ik zelf.
Je dochtertje, ze is zoo vrij.
Voegt dan haar wenschen ook erbij.
Hoe laat ik opsta, weet ik niet,
En wat 'k niet lust, dat eet ik niet.
Soms neem 'k van alles taamJijk veel,
Daarna wil niets mij door de keel.
Wat het gewichtigst is, ja zie
Voor mij de na den middag-tea
En dat des avonds 't strijkje speelt
Tot het ons dansers zelf verveelt.
De hotelier (je ziet hem staan)
Neemt al die kaartjes dankend aan.
Hij kent 't beginselgeef en nëem
En heeft een prachtig kaar«systeem«
Dat hij voortdurend heeft vermcoid.
Maar hij is wijs en Icesi ze nooit,
inwendig denkt hij maar ahecn -
Wie 't niet bevalt, die gaat maar heen.
Was ik geen rijmelaar, let wel.
Dan werd ik chef van een hótel.
TOM DE RIJMER,
ren tegen den aanslag ernstig onder- strekken
te willen beginnen, waarmede hij
dit eet zou kunnen aanvangen, w«u-
rter hij een paar honderd gulden had
om een breimachine, knoopsgatemna-
chine of iets dergelijke te koopen. Bij
na was het bedrag er,bijna was linge
red, maar zie: er kwam juist nog 10
te kort Wilde de geadresseerde nu Je
edele weldoener zijn, die hem door
1 iO or definitief bovenop zou helpen
Soms ook werd het geld eenvoudig
als voorschot gevraagd. De afbetu-
ling zou spoedig volgen. „Zijn plichts
besef was boven verdenking verhe
ven". Natuurlijk zorgde hij we.eons
zulk eeoi voorschot af te betalen,
welk geval hij dan altijd als propa
gandamiddel kon gebruiken, mat
de allermeeste gevallen zag men
hc-l geld niets terug
Vroeger of later werd natuurlijk dit
echtpaar de grond een beetje warn:
onder de voeten, maar geen nood
fluks verdween men en begon in een
andere plaats op denzelfden voet.
Aldus, methodisch de eene woon
plaats na dc andere bewerkend
over al 't terrein netjes en zorgvu-dSg
„afgrazeud", kwamen zij ook naar
Amsterdam. Tegenover den ambte
naar, die hen voor het Centraal Bu-
reuu bezocht, konden zij niet, lang
hun onware beweringei over het wer
kelijke doel hunner bedelbrieven vol
houden. De inlichtingen, door andere
Armenraden aan den Ainsterdam-
eehon reeds verstrekt waren
overtuigend! Dit was een harde slag
vooir liet echtpaar: het was juist zoo
vol verwachting zijn „werkzaamhe
den" in deze stad begonnen „Ach ja"
klaagde do man met waarlijk bemin
nelijke openhartigheid: „het vak gaat
achteruit. Er is geen fatsoenlijk stuk-
je brood op deze manier meer te ver
dienen. Flinke giften krijg je niet
meer, alle rijken gaan tegenwoordig
eerst informeeren. Maar /.iet u, je
moet het nu hebben van den burger
man, die informeert nog niet Hii
geeft wel niet veel, maar jo mag nog
eens bij hem terugkomen. Met dat al
besloot hij zuchtend, „liet zijn moeilij
ke tijden".
Tot zoover dit verhaal, dat „den
burgerman" tot waarschuwing inogo
(In een deel van de vorige oplaae
opgenomen.)
Opmerkingen uit de
ituru&ru.
De heeu- C. H., bewoner van de Vtwi
der V in nestra at, brengt onaer onze
aandacht, dat rechts van ziin pcr-
cee. de trottoirband verlaagd is, ten
dienst® van iemand, die eenige jaren
geleden naast liet percee. van den
heer H. een garage had. Het onaan
gename gevolg is, dat nu alle wiel
rijders over het geheele troitior
rijden.
Tevens beklaagt inzender er zicli
over, dat de hoornen van den tuin,
behoorende bij liet hoekhuis Schoter
singel-Van der Vinnestraat, over de
schutting heen groeien. Dit is zoo
hinderlijk, zegt de heer H., vooal als
men daar met een parapluie op pas-
seeren moet.
Eindelijk deelt inzender ons mede,
dat hij reeds over deze beide grieven
klachten liecft ingediend bij het ge
meentebestuur, bij den Wethouder
van Publieke Werken, bij den Hoofd
commissaris van Politie en bij een
gemeenteraadslid.
Echter zonder resultaat.
Muziek
Do geheimen der H. Mis.
Hot bijwonen van <lc opvoering van
Calderoii's mysteriespel was voor injj in
menig opzicht interessant; vooreerst door
het stuk zelf, dat mjj door den diepen
inhoud zeer geboeid heeft, maar ook,
en hier kom ik tot het gedeelte van do
opvoering, dat injj iu mjjn kwaliteit van
muziekrecensent ter bespreking is toever
trouwd door do kennismaking mot
Jos. do Klerk's Missa in honoruni S. Fran-
cisci Assisiatis.
En deze kennismaking was een zeer
aaugename; de Klerk is een gezond mu
zikale natuur, die zich vry en ongedwon
gen uit; hjj schept behagen in een forsch,
bruisend forto en toont zich in zyn ryk
gekleurde harmoniek een echten zoon
van do Zuidelijke Nederlanden, evenals in
zijn lyriek, welke overigens in deze Mis
een overhcerschend clement is.
En het zyn juist die lyrische episoden,
zoo tTeffcnd door do tcedero zangerig
heid, die mjj liet meest voldeden; vooral
waar do hoogc inannenstemmon met die
der jongens samen een klankbeeld kon
den vormen, dat zoo dicht mogelyk het
klankkarakter, door den componist go-
wenscht, naderde, was het effect zeer
schoon.
Ik sprak daar van benaderen: wjj weten
toch, dat do Klerk deze mis oorspronke-
Ijjk voor vrouwenkoor geschrovon heeft
en do uitvoering door mannen- en
genskoor, hoo verdienstelijk ook, kon toch
niet dn compositie de eer aandoen, die
haar toekomt.
De mannenstemmen klonken voor deze
muziek spoedig to dik, drukten ook dik-
wjjls den zang der knapeu. Overigens oen
mooio prestatie van „Te De-im Lauda-
mus", het koor der St. Joseph's kerk;
het was een genot den zilverblanken zang
der jongens to beluisteren, welk een
frischheid en hoe zoetvloeiend die melo
dieën uit hun jonge kelen.
Goede krachten bezit ook het mannen
koor; het toonde zich geheel voor zjjn
taak berekend; de kleine ïntonatievlok-
jea kunnen wjj, ovenals die bjj bet jon
genskoor, veilig op rekening van de den
uitvoerenden vreemde omgeriug sclirjj-
yen.
Bjjzondere vermelding verdient
zanger, die do solotrekjes zong; alles
klonk muzikaal en zoor welluidend, dia
zanger heeft „goud" in zjjn keel.
Lit bovenstaand moge bljjken, dut de
medewerking van Jos. do Klerk met zjjn
rangen» in niet geringe mate heeft bjj"
gedragen tot het welslagen van dezen
a\ oud. Maakte het gebeuren op het too-
neel soms oen ietwat onbeholpen indruk
(do spelers wareu, vergis ik mjj niet, di
lettanten), de EtemmingsYollo muziek
was er om zulks te doen vergeten,
wist zelfs de handeling op te voeren
denken hier aan hot Sauctns met het
drukwekkende, afsluitende „hosanna
oxcelsis".
Nogmaals, do uitvoering van do Klerk's
Mis verhoogde het peil dor opvoering
auumcrkeljjk en hulde daarom den ta-
lenlvollen componist voor zjjn arbeid,
zoowel dien in scbeppenden als herachep-
pendon zin.
GEORGE ROBERT.
Dit ö8 ümstreken
V-ELSEN
C. S. ADAMA VAN SCHELTEMA.
Ds. J. D. Boerkoel heeft Donder-
dagtavond voor een f.ink bezette zaal
den diciiter Adama van Sclieitema
wat nader tot zijn hoorders gebracht.
bprekar begon met te zeggen dat
men aen dioater van verschillende
zijden kan bescnouwen, als menscii
en als diciiter, ook, en dit zovi spre
ker doen, als scnepper van zijn
dichtbundels.
Adama van SclieJtema neemt on
der do dichters van de laatste veer
tig jarem een eigen plaats in, de De-
jegearinv door andere dicht eis was
niet steeds vriendelijk. Maai- de dich
ter vroeg voor rich steeds meer aan
dacht, hij uit rich als een ziener van
inwendige schoonheid, en vooral na
dat zijn werken meer en meer bekend
werden kon men hem niet ongestraft
voorbijgaan.
Ds. Boerkoel vertelt dan van de
jeugd van den dichter, hij is in 187?
geboren te Amsterdam, dus nu 45
juar oud. Op het gymnasium legt
hij een antipathie tegen Latijn en
Grieksch aan den dag, die we later
terugvinden ii, hel weinig klassieke
in zijn verzen. Na een jaar van niets
doen als student legt hij toch nog
een goed propacdeutisch examen al
en ziet dan, omdat hij begrijpt dat
ze niet samengaan, voor de keus ge
steld tusschen een loopbaan ais dok
ter en het minder gewaardeerde
leven van dichter. Zijn keus tot het
laatste getuigde, vond spreker, van
Later vioiden we hem terug als ac
teur, maar ook dat beroep bevalt
hom niet, an geest is eenscheppende
geest, vindt geen bevredliging in ao
toorej), wat herscheppen is. Dan
wordt bij bediende in een kunsthan-
ddl, in de hoop in e>en rustige atmos-
teer zich beter thuis te voelen. Dit
\V)as lehter een grooto vergissing,
want inplaats van rust en schoon
heid om zich, ziet hij zich geplaatst
temidden van zakonmenschon
gouden lijsten. Na zijn vote omzwer
vingen vestigt Adama van Schelt erna
zidh ton slotte in de kunstenaarsko
lonie in Bergen en de rustige natuur
rondom hem heeft haar stempel
drukt op verschllondc van zijn
verzen.
Oppervlakkige beoordeelaars heb
ben g"(?en waardeering voor bet werk
van een dichter, zij zien geen hei!
in het neerschrijven van schoonc ge
dachten aindat liet rich niet laat sa
menvoegen met het begrip van geJd-
makerij. Adama van Sohelte-ma is
een harde werker. Niet alleen is hij
diohter, ooit criticus, en wet in de
eerste plaats van zichzelf. Tusschen
het volk en de dichters is een kloof
die Adama van Scheltema tot uiting
brengt in zijn dichtbundels. Hij
zoekt aaaisluiting en waardeering b:
zijn geestverwanten, doch ook daar
vindt hij teleursteliing.
Spreker ^egt dan nog den nadruk
op den strijd van den dichter tegen
de verkeerde manieren van verzen
maker!, en op zijn liefde voor de
ratuur. Hij is behalve dichter ook
socialist, al is het aocimisme voor
hem aJs 't ware een philosofiach
systeem.
bpreker gaat dan nog na den
strijd van dem diohter tegen het
christendom, em komt tot de conclu
sie dat zijn leven een leven van aan
houdende teleurstelling is, in zijn
laatsten bundel komt de onvoldaan
heid wel het meest tot uiting. Het is
voor sprekeT oen raadsel dat Adama
van Schö'.teima zich wiet aangetrok
ken voelt tot Jezus Ghrlstus, die
toah de verpersoonlijking is van ai
het schoono en goede, welke dingen
de dichter ook zoefkt. Spr. hoept dat
er nog eenmaal een groote verande
ring ln het leven van den diohter
zal komen, een vorondering die hem
zal brengen tot de vereermg van den
eenigen God.
De Verdenking
Het gebeurde allemaal bij een kopje
thee, toen het meisje, dat met Jack
Unwrn getrouwd was, het meisje ons
moeite, dat met hem had willen trou-
De laatste had dit hare vroegere
vriendin nooit kunnen vergeven en diep
haar hart leefde de wensch om haar
pijn te kunnen doen, zooals zij gewond
was.
Met den scherpen blik van een vrouw,
merkte ze met voldoening op, dal Mcg's
handjes lang zoo blank niet meer wa
in als vroeger, de smaakvolle blouses
jumpers waren vervangen door de
gelijker klecding en baar fijne enkeltjes
staken niet meer in zijden kousen, maar
grover weefsel.
Het was duidelijk te zien, dat dat
eenvoudige genoegen, een kopje thee in
rustig restaurant, een heele gebeur
tenis in Meg's leven was. Pats' oogen
keken kwaad:.. d:g.
,Eens zien," zei ze, terwijl ze lang
ui baar thee oj>dronk, „hoe lang ben
je nu eigenlijk al getrouwd, Meg?"
,-Met September wordt het drie jaar,"
Meg zachtjes. „Het lijkt mij nog niet
lang, dal komt misschien omdat
Jack cu ik zooveel samen zijn geweest.
Hij zegt dikwijls, dat ik zijn beste
■riend ben."
Pat kromp ineen. Die lieve Jack had
n haar hart nog altijd een teer plekje,
en dc onschuldige woorden van haar
vriendin maakten het oude verlangen en
de oude pijn weer wakker.
„Is het al zoo lang?" zei ze lang-
am. „Wat vliegt die tijd; je bent wel
oud gewprdeu, Meg!"
„Oud geworden?" vroeg Meg la
chend. „Wat bedoel je. Pat?"
„Och niets, alleen alleen vind ik,
dat je er niet meer zoo aardig uitziet
ais vroeger; maar misschien verbeef
ik het mij maar."
Meg's gelukkig gezichtje werd ern
stig.
„Nee, je verbeeldt het je niet alleen,"
i zc, „het is zoo"ik weet het. Maar
daar is op het oogenblik niets aan te
doen. Zoolang Jack's uitvinding, waar
aan we elke cent, die we kunnen uit
sparen, besteden, niet aangenomen is, u
er geen sprake van, dat ik nieuwe klee-
ren kan koopen. Ik weet, dat ik er
slecht gekleed uit zie, maar daar geef
ik niet om, omdat het stellig anders zal
worden."
Pat's oogen gingen half dicht, en de
jalouzie ging nog heftiger te keer in
haar hart.
„Maar zóo arm is hij toch niet?" zei
rustig. „Als ik hem ontmoet, schijni
hij altijd volop geld te hebben, en hij is
ook lid van een paar goede clubs. Dat
kan je tegenwoordig toch niet zijn, als
je niet aardig wat groote chèques kan
■schrijven."
„Chèques," zei Meg met doffe stem.
„Maar Jack kan er heusch niet veel
schrijvenhij heeft nog maar heel wei
nig op de bank staan, gisteren heeft
hij het mij nog gezegd."
zei Pat eenvoudig, „misschien
houdt hij het als een verrassing voor
je."
De woorden van haar vriendin had
den het gewenschtc effect. Zij maakten
Meg onrustig. Wanneer, zooals zij zei,
Jack zich kon veroorloven om groote
chèques tc schrijven, en veel gekl uit
geven, als hij lid was van dure
clubs, dan was het zeker niet heelemaal
in den haak! Waarom, fluisterde er een
inwendige stem, zou zij dan zoo zuinig
zijn en zich zooveel ontzeggen.
Beide meisjes zwegen en Pat's gewe-
n sprak toch wel een beetje, toen zij
naar Mcg's ongelukkige gezichtje keek.
Zij wist dat haar woorden haar ingege
ven werden door afgunst en dat ze zoo
jgoed als geen waarheid bevatten.
„Je moet je maar niet van de wijs
laten, brengen door mijn gebabbel," zei
wal zenuwachtig. „Ik weet 2eker
dat Jack weet wat hij doet en hij zal
het je den een of anderen dag vast
tellen."
Tocu nam ze een beetje haastig af
scheid van Mcg. Maar lang nadat zij
weg was gegaan, bleef Meg nog mei
groote, verdrietige oogen zitten naden-
ken over haar woorden, totdat het hoofd
haar duizelde en dc wereld haar onder
en leek te slaan. Toen ging ze
naar huis.
Terwijl ze langzaam naar boven ging,
bleef ze in het kamertje staan, dat ge
wijd was aan Jack's mooie werk,
de uitvinding die ze met zooveel trot-
sche liefde had zien groeien, waarvan ze
elk onderdeeltje onder de knappe vin
gers van Jack had zien klaar komen.
Een blinde woede maakte zich van haar
meester en ze stampte op den grond.
„Hij komt pjs laat thuis, zei hij," snik
te ze half. „Ik denk, dat hij naar een
van zijn ellendige clubs is, terwijl ik bier
in m'n eentje zit. Ik ik zou dat hate
lijke ouwe ding wel kunnen vernielen!"
Ze trok met booze vingers de doek van
hei kostbare, kleine model op zij, en
'haar blauwe oogen waren hard en boos,
texwjjl rij er naar kcck<
„Ik ik geloof, dat ik het kan,
geloof, dat ik het durf!" mompelde ze.
Toen kwam cr een andere gedachte
in haar op, en ze wachtte even. Lang
zamerhand verdween alle boosheid uit
haar gezichtje en speelde er een lachje
om haar mond. Gedachten aan de vele
uren, die zij samen in ditzelfde ka
mertje hadden doorgebracht, uren van
lieve kameraadschap cn groote ver
wachting, ioen stukje bij stukje het
knappe denkbeeld tol uitvoering was ge
komen, en zij vol trots het resultaat had
den gezien.
,lk kan niet gelooven, dat hij mij be
driegt," zei ze zacht. „Pat moet zich
vergist hebbenmaar maar ik
wilde maar, dat ze niets gezegd had 1"
Terwijl ze langzaam dc doek weer op
zijn plaats hing, keerde ze zich om, om
uit te kamer te gaan, en toen ze dat
deed, viel haar oog op iets, dat haar
het bloed uit het gezicht drong.
Een open chèqucboek lag op Jack's
lessenaar!
Terug kwamen al haar boosheid, al
haar twijfel, al haar vrees, ze nam het
op, sloeK do blaadjes koortsachtig om,
en las op de souches, hoeveel telkens
uitbetaald was.
wat een domoor ben ik geweest,
een groote domoor I" mompelde ze,
terwijl ze optelde, hoeveel het bij elkaar
was. Langzaam ging de lijd voorbij, eu
nog stond zij daar niet het open cheque
boek in de hand, en een wereld van el
lende op haar gezicht. Toen keek ze
naar het boek en nog eens en nog eens,
een koortsachtig kleurtje kwam op haar
bleeke wangen en baar oogen schit
terden. Daar was nog een oningevulde
cheque, haar man had hem al ondertee-
kenc, alleen het bedrag moest nog in
gevuld worden. Toen hij er mee bezig
is hij klaarblijkelijk weggeroepen
door het een of ander. Haar hart scheeu
stil te staan, dc letters dansten haar
voor de oogen, terwijl dc kamer en alies
er in stond, vervaagde en lang
zaam maar zeker werd er een gedachte
in haar geboren.
„Waarom niet?" fluisterde ze, terwijl
- het boek vastgreep. „Heb ik niet ge
spaard ee bezuinigd om hem te helpen?
Het is net zoo goed van mij."
Andere gedachten kwamen bij haar
i, maar ze schudde het hoofd.
„Ik doe het toch," zei ze vastbesloten.
„Hij heeft mij bedrogen, nu zal ik het
hem doen, dan zullen we eens zien, hoo
hem dat bevalt. Hij heeft het er altqd
over, eerlijk en open tegenover elkaar
te staan, ik zal zijn voorbeeld volgen,
in theorie, niet in de praktijk. Hij dacht
natuurlijk, dat het heel makkelijk was,
mij voor den gek te houden, om er mij
te krijgen, heel zuinig tc zijn, eo
nu geloof ik, dat hij zich over mij
schaamt. Maar wacht maar even!" voeg
de zjj er nijdig aan toe.
Ze greep naar een penhouder, vulde
de cheque in, en stond er met een triom
fantelijk gezicht naar te kijken.
.Zeshonderd!" zei ze. „Nu zullen we
eens zien, wie de handigste is!"
De avond kwam en ze gebiuikte in
haar eentje haar avondmaal, en hoe la-
het werd, hoe boozer ze werd. Do
marmeren klok op den schoorsteenman
tel telde langzaam maar zeker de uren
af, en spoedig was het middernacht.
Indien ze al eerst vergevensgezind was
geweest, dat was nu voorbij en met een
booze trekom haar aardige mondjo
ging ze langzaam naar haar kamer
boven.
Het duurde lang voor ze in slaap viel,
door elk geluid op straat schrikte
ze op. Eindelijk soesde ze in een onlus
tige sluimer, wat weg, terwijl ze aller
lei vreemde droomen had. Zij scaecn
haar echtgenoot te zien met een boos,
grimmig gezicht, met zijn eene hand
meld hij haar een verfrommelde cheque
voor, in zijn andere arm wiegde hij een
klein kindje.
Tweemaal kwam dezelfde droom cn
tweemaal werd ze met een schrik, be
vende wakker. Rechtop in haar bed,
keek ze angstig de kamer rond, maar al
les was nog nel zoo, als ze het had
neergezet en het hoofdkussen naast het
hare was nog leeig.
„Waar zou lii.j toch zitten?" zei ze,
terwijl ze op de klok keek, die flauw te
onderscheiden was bij het zwakke nacht
lichtje. Het was twee uur! Hij was nog
nooit zoo laat thuisgekomen. Een ze
nuwachtig gevoel maakte zich van haar
meester, en zc dacht aan haar droom.
„Gek, dat ik het twee keer gedroomd
heb," zei ze zacht, „en dat ik het eene
gecombineerd heb met het andere."
Zij voelde zich ongezellig en bang, en
luisterde aandachtig of ze op straat niet
zijn stap hoorde. Het was haar onmo
gelijk te slapen zc deed een ochtend
jas aan en ging naar beneden. Er was
nog een beetje vuur in den haard, ze
pookte het wat op, cn ging voor het
doovende vuur zitten nadenken. Maar
ook dat was haar onmogelijk, haar
droom bezwaarde haar nog en met een
onbehaaglijk gevoel ging ze weer naar
boven, naar haar kamer. Uit een kast
haalde zij een stapeltje snoezig baby-
goed en al haar boosheid, alle bitter
heid verdween uit haar hart, toen 2Ïj
daar naar keek.
„Mijn kindje of gekl!" fluisterde zc.-
Toen snikte zc en terwijl ze op do
knieën viel, barstte ze in tranen uit.
„Ik kan het niet doen 1" snikte ze.
„Ik móét hem vertrouwen. Ik wil
het 1 Ik zal hem alles bekennen, als
hij thuis komt, en ik zal hem dc cheque
teruggeven. Ik khn die nu niet hou
den."
Terwijl ze daar in dc stilte van den
nacht zat, dacht zc aan al die gelukki
ge dagen. Een ding stond vast, ze moest
de chèque teruggeven. Langzamerhand
drong het tot haar door, hoe na 2 ij cr
aan toe was geweest om door een dom
me, booze daad een breuk tusschen haar
en haar man te veroorzaken, die mis
schien jaren zou nood:g hebben om te
herstellen. Hoe had zc. door het ge
snap van een meisje, haar man maar
direct kunnen beschuldigen van leuven,
zelfs van bedrog? Hij, die dc verpersoon
lijkte ridderlijkheid was, die alles haat
te, wat niet edel wasl O, wat een dom
oor was ze geweest I
„Ik ben zijn liefde niet waard!" snikto
ze. „Hij zal boos zijn, als hij het weet*
Ik ik zal probecren nrij te verande
ren, ik zal hem nooit meer wantrou
wen. Ik geef niets om geld, zoolang ik
hém maar heb en en mijn kindje!"
Een geluid in de gang beneden, deed
haar opstaan en luisteren toen een
stap op de trap de stap, die ze zoo
goed kende en liet volgend oogen
blik was hij in do kamer.
„Nog niet in bed, mcisjclief?" zei hij
met verbaasde stem. „Maar, kindje,
jkyk eens, hoe laat het al is. Je hebt
toch al dien lijd niet op mij zitten
wachten! Ik had je toch gezegd, dat