üumcti's Omblad VIERLE BLAD Zatursag 18 Februari 1922 btadsnieuws DE TELEPHOON. De AJeeioeen Secretaris van Pos ten i en en Telegrafie, do heer Van Rovcti te 's-Gravenha^e, schrijft ons het volgende ln uw brnd van 21 Januari wordt in een artikel met hst opschrift „Oïq ons boen'' de nieuwe regeling der te lefoontarieven tc uwer stede aan een critielc onderworpen. Het antwoord, waartoe die critiek aanleiding geeft, moge u ec.ii blijk zijn, dat ook critiek on die hoofdzaken, ja, ln het bijzon der op deze, op prijs wordt gesteld. Echter bestaat er, naar ik ineen, naast de twee door u genoemde moge lijke ge\ olgen dier critiek, wijziging of verwijzing naar die pruIJemand, een derde, te weten handhaving der getroffen regeling, wanneer deze op poede gronden berust. En dit is naar mii voorkomt hier het geval. Uwe vergelijking van de belangen der aan geslotenen aan een teleioor.net met die van verzekerden meen ik onbe sproken te mogen laten. Alleen kan ik u verzekeren, dat een bedanken van abonné's als u vreest, zich in de praktijk niet voordoet. Wat uwe op merkingen over de nieuwe tariefrege ling betreft, een aboonomc-nts-tarief komt mij voor dan werkelijk ge 1 ij k te zijn, wanneer ieder aangeslotene betaalt in verhouding tot het nut, dat de aansluiting hem biedt en verder voor bii»ondero a an. eg kosten zijtner aansluiting oen billijke vergoeding geeft. Aan .leze beide eischen voldoet het nieuwe tarief geheel. Immers men betaalt in verhouding tot liet aantel gesnrekkon dat men voert, en men vergoedt -.oor turns! udingen buiten het minimnrateriefs-gebi-ed tot een af stand van b K.M. f 2; van 5 tot 10 K.M. f 3 en boven 10 K.M. f 5 per 100 Meter of gedeelten daarvan. Bij de rangschikking van de ge- abonneerden in klassen wordt op bil lijke witze te werk gegaan. Zoo wordt in verband met mogelijke foutieve verbindingen buiten schuld van den aanvrager, in gesprek zijn van opge- roepenen, navragen enz., een percen tage van de aangevraagde verbindin gen afgetrokken. Bii de gesprekken- opnemmg wordt verder met buiten gewone omstandigheden als seizoen- drukte e.a. rekening gehouden: iemand die slechts eenige gesprekken mesr voert dan hel iu<um.inn-saijial eener klasse wordt nadat vorenbe doelde af teek is toegepast nog in de' lagere klasse gebracht. Ingekomen bezwaren tegen de rangschikking, zullen nog in den loop van het eerste halfjaar van 1922 ernstig worden on derzocht en mocht de betrokken aan sluiting dan inderdaad in een lagere klasse blijken te nohooren, r]aai zal het te veel ingevorderde te rekenen van 1 Januari 1922 Worden terugbetaald. De wijziging van telefoonnummers te Haarlem lioudt verband met de overbrenging van een groot aantal aansluitingen naar hulpburee'.en en tevens met tie voorgenomen auloinati- seering van het Haar'emsoh telefoon net. De werkzaamheden ziin nog slechts gedeellenik uitgevoerd en wor den vertraagd door de ongunstige weersgesteldheid. In den nieuwen Gids voor het net Haarlem, welke juist aan de geabonneerden is uitge reikt. zijn, zooals u zult hebben ge zien, de nieuwe nummers ongeno- Tot zoover do opmerkingen van den heer van Roven, waarmee ik ia zoo ver ben ingenomen, dat er uit blijkt van een nieuw standpunt: ingaan op welomschreven klachten in het open baar. Vroeger was men van meening. dat een openbare dienst zich op vva* genoemd werd „krantengeschrijf zocht (op welke manier Ij. En mocht het blijken, dat een abonné ln een lagere klasse behoort dan krijgt hij hel, te veel gevorderde terugbetaald. Maar dat kan immers nooit b I ij- n 1 De heele schatting zal afhan gen van de persoonlijke vriendelijk heid, gemoedelijkheid, welwülemd- beid van hem die aanslaat. En hoe groot zullen die eigenschappen zijn (of blijven) met op den achtergrond de Haageche opvatting, dat de tekor ten moeten worden gedekt! Helaas, ik voorzie voortdurende verhooging van de kosten voor de geabonneerden. En ging daarmee dan nog maar ver betering van den dienst gepaard- Maar het tegendeel is waar. De over brenging van een groot aantal num mers naar hulpbureel en heeft den dienst voor die veten zeer verelecht, door het tusschenschuiven van dat, hulpbureel en het sluiten van aeu dienst gedurende enkele Zondaguren. Verslecht niet alleen voor de betrok kenen zelf, maar ook voor degenen, die ben opbellen. Het epijt mij, dat ik 't zeggen moet, maar do algeaneene opinie ie deze; „was de Staat maar liever von den telefoondienst afgeblevenl Bij do par ticuliere maatschappij woe due goe<l- kooper en boter". 3. C. P. HET „VAK" VAN BEDELBRIEF- SCHRIJVER. Dit „vak" is aan 't achteruitgaan, naar wij in het Tijdschrift voor Arm wezen lezen. Er zijn teekenen,duo er op wijzen.dat epeci-ïii de bemiddelden meer en meer tot het instellen van een on- deizoek vóór het toekennen van een gift overgaan. Zooa.s men weet kan men, alvorens ondersteuning te ver- leenen, informeeren bij het bureau van den Armenraad, Jansweg 39, al hier. Ook de Amsterdainsche Armenraad doet geregeld onderzoek voor vermo gende particulieren en zeer dikwijls blijkt het dan, dat hulp óf totaal, ól in den voorgenomen voran onnoodig is. Zulk eon geval was het volgende, dat wij in het Tijdschrift beschreven vinden. Het Centraal Bureau voor Maat schappelijk Hulpbetoon kreeg van een bekend philantroop, met verzoek oin advies een brief toegezonden vao iemand, die zich aandiende als oud- student, die indertijd zijn studie had moeten afbreken door familie-om standigheden, ziekelijk waa gewor den en nu genoodzaakt waa met zijn vrouw te leven van huisvlijt. Hij vroeg een voorschot om daarvan een bi simachrae te koopen. Op de beken de wijze werd den geadresseerde in pathetische bewoordingen bij voor baat dank betuigd voor zijn nobele daad. Het Bureau stelde een onderzoek m en wat bleek 1 De man had inderdaao een tijdlang gestudeerd, tenminste hij was als student ingeschreven ge weest. Hij had echter zijn studie er al spoedig tegen den zin zijner fa milie aangegeven, was een han- delszaakje begonnen, dat spoedig mis lukte, was getrouwd en leefde sinds dien met zijn vrouw van grootere en kleinere oplichterijen. Met groote han digheid wist hij de moeste keeren bui ten den greep van den strafrechter to blijven Eén keer slechts kun hij worden veroordeeld en onderging hu dan ook gevangenisstraf. Zijn prak tijken bedreef hij a.'s volgt: hij ves tigde zich in een pJaats. liet kon daarop door zijn vrouw brieven schriy ven aan de notabelen, waarin hij hun nulp inriep. Had de geadresseerde een academischen graad, dan werd niet vergeten in den brief te schrij ven: - .wellicht herinnert gij U nog Uw ouden studievriend". Welis waar koe dan de geadresseerde zich niets te binnen brengen, maar nu luurlijk werd daardoor de kans op succes grooter. Na do notabelen kwa men de minder-gegoeden aan de beurt om successievelijk te worden aange- solireveri. Die gaven natuurlijk min der, maar juist daardoor waren zij tneg wel eens voor een tweede gift te vinden, liet z.g. doel dor aanvragen varieerde. Nu eens was het zijn zie kelijkheid, (die inderdaad een feit was en die dan ook bij persoonlijk bezoek van een belangstellende kon rw... worden gedemonstreerd) en de onrao- niet mocht verdedigen, dat het bene gelijkheid om iets te verdienen ihet- den de waardigheid van den dienst geen volstrekt niet zulk een onaan- was. Dit is dan nu veranderd. Hetveohtbaar feit was), dan weer beweer- worde met waardeering vernield. I de hij een handel in huisvlijt-artike- Vreugde van Hotelhouders. (Een En-gel soh vegetariër, die in Frankrijk en Italië reisde, gaf aan de hoteliers een kaartje, waarop gedrukt stond, wat hij wel wenschte te eten en wat niet.) Natuurlijk volgt daaruit niet, dat ik het met de beschouwingen van den heer v. R. eens zou zijn; integendeel, er blijft tusschen ons een groot, en zeer principieel verschil bestaan. Post en telegrafie (telefonie) behooren m.i- niet in de eerste plaats "een onderne ming te zijn die geld verdient, zeifs niet in de eerste plaats een die baai kosten dekt Maar vooral oen instel ling, die de openbare belangen dient. Dit is natuurlijk heel iets anders. Het is niet voor den eersten keer, dat i« in botsing kom met deze mercantiele opvatting bij P. en T.; toen ik in een andere qualiteit indertijd bij den Mi nister klaagde over een m.i. onbillij ke porto-regeling, was schering en inslag van do bestrijding de vraag van den Directeur-generaal: „kunt U dertien millioen voor mij vonden!" waarop ik toen al geantwoord beo, dat de taak van een openbaren dienst uit een ander, een hooger standpunt, diende te worden bekeken. Maar ge baat heeft het mij.niet en als de heer van Royen nu weer zegt, dat hij mijn vergelijking van aangeslotenen aan een telefoonnet met die van verzeker den onbesproken meent te mogen la ten, dan maak ik daaruit op, dat hij dis toch waarlijk te dol vindt. Toch durf ik liem de verzekering gewen, dat mijn opvatting het in de toekomst winnen zal, omdat men zal inzien, - fat een openbare diemst van groote beteekenis iets raesr is, dan een kvu ïcterierswiHkol. De grief, dat volgens het hui dige tarief iemand die den telefoon noodig heeft voor zijn bedrijf meer betaalt, dan een ander die de aansluiting gebruikt uit weelde, laat de heer v. R. gaan: inderdaad is dat bezwaar bij het systeem, dat hij voor- Haat niet te verdedigen. Evenmin ais do rariteit, dat iemand meer betaalt naarmate de centrale toevallig verder van hem afstaat h ij heeft die plaats toch niet gekozen Nu de taxatie van de bijdrage. Blijkt niet overduidelijk, hoe vaag die !s? Voor mogelijke vergissingen of tegenspoeden wordt een percentage afgetrokken (welk?), met seizoendruK- tc rekening gehouden (hoe!', bezwi Dat noem ik eens een goed idee, Je neemt een stapel kaartjes mee. En geeft als je aangekomen bent, Er een in ieder logement. Van roode vleezen hou ik niet. Maar ik ben dol op kool en biet, Ook drink ik nimmer rooden wijn, Maar wel van Moezel of van Rijn, De eieren eet ik hard noch zacht. En 'k wensch veel dekens voor den nacht. 'k Ontbijt niet vóór des morgens tien, En wil nooit slappe thee daar zien. Je lieve vrouw, die je verzeil, Heeft ook haar eischen wel gesteld. Wat 'k in de eerste plaats verwacht ]s het ontbijt om kwart voor acht. Als ik voor 't kamermeisje schel. Moet 't dadelijk komen op 'i bevel, 't Is goed, dat men maar daadlijk weet: Ik lust niets, wat mijn man graag eet. 't Hötel moet sul zijn 's avonds elf, Want op dat uur dan slaap ik zelf. Je dochtertje, ze is zoo vrij. Voegt dan haar wenschen ook erbij. Hoe laat ik opsta, weet ik niet, En wat 'k niet lust, dat eet ik niet. Soms neem 'k van alles taamJijk veel, Daarna wil niets mij door de keel. Wat het gewichtigst is, ja zie Voor mij de na den middag-tea En dat des avonds 't strijkje speelt Tot het ons dansers zelf verveelt. De hotelier (je ziet hem staan) Neemt al die kaartjes dankend aan. Hij kent 't beginselgeef en nëem En heeft een prachtig kaar«systeem« Dat hij voortdurend heeft vermcoid. Maar hij is wijs en Icesi ze nooit, inwendig denkt hij maar ahecn - Wie 't niet bevalt, die gaat maar heen. Was ik geen rijmelaar, let wel. Dan werd ik chef van een hótel. TOM DE RIJMER, ren tegen den aanslag ernstig onder- strekken te willen beginnen, waarmede hij dit eet zou kunnen aanvangen, w«u- rter hij een paar honderd gulden had om een breimachine, knoopsgatemna- chine of iets dergelijke te koopen. Bij na was het bedrag er,bijna was linge red, maar zie: er kwam juist nog 10 te kort Wilde de geadresseerde nu Je edele weldoener zijn, die hem door 1 iO or definitief bovenop zou helpen Soms ook werd het geld eenvoudig als voorschot gevraagd. De afbetu- ling zou spoedig volgen. „Zijn plichts besef was boven verdenking verhe ven". Natuurlijk zorgde hij we.eons zulk eeoi voorschot af te betalen, welk geval hij dan altijd als propa gandamiddel kon gebruiken, mat de allermeeste gevallen zag men hc-l geld niets terug Vroeger of later werd natuurlijk dit echtpaar de grond een beetje warn: onder de voeten, maar geen nood fluks verdween men en begon in een andere plaats op denzelfden voet. Aldus, methodisch de eene woon plaats na dc andere bewerkend over al 't terrein netjes en zorgvu-dSg „afgrazeud", kwamen zij ook naar Amsterdam. Tegenover den ambte naar, die hen voor het Centraal Bu- reuu bezocht, konden zij niet, lang hun onware beweringei over het wer kelijke doel hunner bedelbrieven vol houden. De inlichtingen, door andere Armenraden aan den Ainsterdam- eehon reeds verstrekt waren overtuigend! Dit was een harde slag vooir liet echtpaar: het was juist zoo vol verwachting zijn „werkzaamhe den" in deze stad begonnen „Ach ja" klaagde do man met waarlijk bemin nelijke openhartigheid: „het vak gaat achteruit. Er is geen fatsoenlijk stuk- je brood op deze manier meer te ver dienen. Flinke giften krijg je niet meer, alle rijken gaan tegenwoordig eerst informeeren. Maar /.iet u, je moet het nu hebben van den burger man, die informeert nog niet Hii geeft wel niet veel, maar jo mag nog eens bij hem terugkomen. Met dat al besloot hij zuchtend, „liet zijn moeilij ke tijden". Tot zoover dit verhaal, dat „den burgerman" tot waarschuwing inogo (In een deel van de vorige oplaae opgenomen.) Opmerkingen uit de ituru&ru. De heeu- C. H., bewoner van de Vtwi der V in nestra at, brengt onaer onze aandacht, dat rechts van ziin pcr- cee. de trottoirband verlaagd is, ten dienst® van iemand, die eenige jaren geleden naast liet percee. van den heer H. een garage had. Het onaan gename gevolg is, dat nu alle wiel rijders over het geheele troitior rijden. Tevens beklaagt inzender er zicli over, dat de hoornen van den tuin, behoorende bij liet hoekhuis Schoter singel-Van der Vinnestraat, over de schutting heen groeien. Dit is zoo hinderlijk, zegt de heer H., vooal als men daar met een parapluie op pas- seeren moet. Eindelijk deelt inzender ons mede, dat hij reeds over deze beide grieven klachten liecft ingediend bij het ge meentebestuur, bij den Wethouder van Publieke Werken, bij den Hoofd commissaris van Politie en bij een gemeenteraadslid. Echter zonder resultaat. Muziek Do geheimen der H. Mis. Hot bijwonen van <lc opvoering van Calderoii's mysteriespel was voor injj in menig opzicht interessant; vooreerst door het stuk zelf, dat mjj door den diepen inhoud zeer geboeid heeft, maar ook, en hier kom ik tot het gedeelte van do opvoering, dat injj iu mjjn kwaliteit van muziekrecensent ter bespreking is toever trouwd door do kennismaking mot Jos. do Klerk's Missa in honoruni S. Fran- cisci Assisiatis. En deze kennismaking was een zeer aaugename; de Klerk is een gezond mu zikale natuur, die zich vry en ongedwon gen uit; hjj schept behagen in een forsch, bruisend forto en toont zich in zyn ryk gekleurde harmoniek een echten zoon van do Zuidelijke Nederlanden, evenals in zijn lyriek, welke overigens in deze Mis een overhcerschend clement is. En het zyn juist die lyrische episoden, zoo tTeffcnd door do tcedero zangerig heid, die mjj liet meest voldeden; vooral waar do hoogc inannenstemmon met die der jongens samen een klankbeeld kon den vormen, dat zoo dicht mogelyk het klankkarakter, door den componist go- wenscht, naderde, was het effect zeer schoon. Ik sprak daar van benaderen: wjj weten toch, dat do Klerk deze mis oorspronke- Ijjk voor vrouwenkoor geschrovon heeft en do uitvoering door mannen- en genskoor, hoo verdienstelijk ook, kon toch niet dn compositie de eer aandoen, die haar toekomt. De mannenstemmen klonken voor deze muziek spoedig to dik, drukten ook dik- wjjls den zang der knapeu. Overigens oen mooio prestatie van „Te De-im Lauda- mus", het koor der St. Joseph's kerk; het was een genot den zilverblanken zang der jongens to beluisteren, welk een frischheid en hoe zoetvloeiend die melo dieën uit hun jonge kelen. Goede krachten bezit ook het mannen koor; het toonde zich geheel voor zjjn taak berekend; de kleine ïntonatievlok- jea kunnen wjj, ovenals die bjj bet jon genskoor, veilig op rekening van de den uitvoerenden vreemde omgeriug sclirjj- yen. Bjjzondere vermelding verdient zanger, die do solotrekjes zong; alles klonk muzikaal en zoor welluidend, dia zanger heeft „goud" in zjjn keel. Lit bovenstaand moge bljjken, dut de medewerking van Jos. do Klerk met zjjn rangen» in niet geringe mate heeft bjj" gedragen tot het welslagen van dezen a\ oud. Maakte het gebeuren op het too- neel soms oen ietwat onbeholpen indruk (do spelers wareu, vergis ik mjj niet, di lettanten), de EtemmingsYollo muziek was er om zulks te doen vergeten, wist zelfs de handeling op te voeren denken hier aan hot Sauctns met het drukwekkende, afsluitende „hosanna oxcelsis". Nogmaals, do uitvoering van do Klerk's Mis verhoogde het peil dor opvoering auumcrkeljjk en hulde daarom den ta- lenlvollen componist voor zjjn arbeid, zoowel dien in scbeppenden als herachep- pendon zin. GEORGE ROBERT. Dit ö8 ümstreken V-ELSEN C. S. ADAMA VAN SCHELTEMA. Ds. J. D. Boerkoel heeft Donder- dagtavond voor een f.ink bezette zaal den diciiter Adama van Sclieitema wat nader tot zijn hoorders gebracht. bprekar begon met te zeggen dat men aen dioater van verschillende zijden kan bescnouwen, als menscii en als diciiter, ook, en dit zovi spre ker doen, als scnepper van zijn dichtbundels. Adama van SclieJtema neemt on der do dichters van de laatste veer tig jarem een eigen plaats in, de De- jegearinv door andere dicht eis was niet steeds vriendelijk. Maai- de dich ter vroeg voor rich steeds meer aan dacht, hij uit rich als een ziener van inwendige schoonheid, en vooral na dat zijn werken meer en meer bekend werden kon men hem niet ongestraft voorbijgaan. Ds. Boerkoel vertelt dan van de jeugd van den dichter, hij is in 187? geboren te Amsterdam, dus nu 45 juar oud. Op het gymnasium legt hij een antipathie tegen Latijn en Grieksch aan den dag, die we later terugvinden ii, hel weinig klassieke in zijn verzen. Na een jaar van niets doen als student legt hij toch nog een goed propacdeutisch examen al en ziet dan, omdat hij begrijpt dat ze niet samengaan, voor de keus ge steld tusschen een loopbaan ais dok ter en het minder gewaardeerde leven van dichter. Zijn keus tot het laatste getuigde, vond spreker, van Later vioiden we hem terug als ac teur, maar ook dat beroep bevalt hom niet, an geest is eenscheppende geest, vindt geen bevredliging in ao toorej), wat herscheppen is. Dan wordt bij bediende in een kunsthan- ddl, in de hoop in e>en rustige atmos- teer zich beter thuis te voelen. Dit \V)as lehter een grooto vergissing, want inplaats van rust en schoon heid om zich, ziet hij zich geplaatst temidden van zakonmenschon gouden lijsten. Na zijn vote omzwer vingen vestigt Adama van Schelt erna zidh ton slotte in de kunstenaarsko lonie in Bergen en de rustige natuur rondom hem heeft haar stempel drukt op verschllondc van zijn verzen. Oppervlakkige beoordeelaars heb ben g"(?en waardeering voor bet werk van een dichter, zij zien geen hei! in het neerschrijven van schoonc ge dachten aindat liet rich niet laat sa menvoegen met het begrip van geJd- makerij. Adama van Sohelte-ma is een harde werker. Niet alleen is hij diohter, ooit criticus, en wet in de eerste plaats van zichzelf. Tusschen het volk en de dichters is een kloof die Adama van Scheltema tot uiting brengt in zijn dichtbundels. Hij zoekt aaaisluiting en waardeering b: zijn geestverwanten, doch ook daar vindt hij teleursteliing. Spreker ^egt dan nog den nadruk op den strijd van den dichter tegen de verkeerde manieren van verzen maker!, en op zijn liefde voor de ratuur. Hij is behalve dichter ook socialist, al is het aocimisme voor hem aJs 't ware een philosofiach systeem. bpreker gaat dan nog na den strijd van dem diohter tegen het christendom, em komt tot de conclu sie dat zijn leven een leven van aan houdende teleurstelling is, in zijn laatsten bundel komt de onvoldaan heid wel het meest tot uiting. Het is voor sprekeT oen raadsel dat Adama van Schö'.teima zich wiet aangetrok ken voelt tot Jezus Ghrlstus, die toah de verpersoonlijking is van ai het schoono en goede, welke dingen de dichter ook zoefkt. Spr. hoept dat er nog eenmaal een groote verande ring ln het leven van den diohter zal komen, een vorondering die hem zal brengen tot de vereermg van den eenigen God. De Verdenking Het gebeurde allemaal bij een kopje thee, toen het meisje, dat met Jack Unwrn getrouwd was, het meisje ons moeite, dat met hem had willen trou- De laatste had dit hare vroegere vriendin nooit kunnen vergeven en diep haar hart leefde de wensch om haar pijn te kunnen doen, zooals zij gewond was. Met den scherpen blik van een vrouw, merkte ze met voldoening op, dal Mcg's handjes lang zoo blank niet meer wa in als vroeger, de smaakvolle blouses jumpers waren vervangen door de gelijker klecding en baar fijne enkeltjes staken niet meer in zijden kousen, maar grover weefsel. Het was duidelijk te zien, dat dat eenvoudige genoegen, een kopje thee in rustig restaurant, een heele gebeur tenis in Meg's leven was. Pats' oogen keken kwaad:.. d:g. ,Eens zien," zei ze, terwijl ze lang ui baar thee oj>dronk, „hoe lang ben je nu eigenlijk al getrouwd, Meg?" ,-Met September wordt het drie jaar," Meg zachtjes. „Het lijkt mij nog niet lang, dal komt misschien omdat Jack cu ik zooveel samen zijn geweest. Hij zegt dikwijls, dat ik zijn beste ■riend ben." Pat kromp ineen. Die lieve Jack had n haar hart nog altijd een teer plekje, en dc onschuldige woorden van haar vriendin maakten het oude verlangen en de oude pijn weer wakker. „Is het al zoo lang?" zei ze lang- am. „Wat vliegt die tijd; je bent wel oud gewprdeu, Meg!" „Oud geworden?" vroeg Meg la chend. „Wat bedoel je. Pat?" „Och niets, alleen alleen vind ik, dat je er niet meer zoo aardig uitziet ais vroeger; maar misschien verbeef ik het mij maar." Meg's gelukkig gezichtje werd ern stig. „Nee, je verbeeldt het je niet alleen," i zc, „het is zoo"ik weet het. Maar daar is op het oogenblik niets aan te doen. Zoolang Jack's uitvinding, waar aan we elke cent, die we kunnen uit sparen, besteden, niet aangenomen is, u er geen sprake van, dat ik nieuwe klee- ren kan koopen. Ik weet, dat ik er slecht gekleed uit zie, maar daar geef ik niet om, omdat het stellig anders zal worden." Pat's oogen gingen half dicht, en de jalouzie ging nog heftiger te keer in haar hart. „Maar zóo arm is hij toch niet?" zei rustig. „Als ik hem ontmoet, schijni hij altijd volop geld te hebben, en hij is ook lid van een paar goede clubs. Dat kan je tegenwoordig toch niet zijn, als je niet aardig wat groote chèques kan ■schrijven." „Chèques," zei Meg met doffe stem. „Maar Jack kan er heusch niet veel schrijvenhij heeft nog maar heel wei nig op de bank staan, gisteren heeft hij het mij nog gezegd." zei Pat eenvoudig, „misschien houdt hij het als een verrassing voor je." De woorden van haar vriendin had den het gewenschtc effect. Zij maakten Meg onrustig. Wanneer, zooals zij zei, Jack zich kon veroorloven om groote chèques tc schrijven, en veel gekl uit geven, als hij lid was van dure clubs, dan was het zeker niet heelemaal in den haak! Waarom, fluisterde er een inwendige stem, zou zij dan zoo zuinig zijn en zich zooveel ontzeggen. Beide meisjes zwegen en Pat's gewe- n sprak toch wel een beetje, toen zij naar Mcg's ongelukkige gezichtje keek. Zij wist dat haar woorden haar ingege ven werden door afgunst en dat ze zoo jgoed als geen waarheid bevatten. „Je moet je maar niet van de wijs laten, brengen door mijn gebabbel," zei wal zenuwachtig. „Ik weet 2eker dat Jack weet wat hij doet en hij zal het je den een of anderen dag vast tellen." Tocu nam ze een beetje haastig af scheid van Mcg. Maar lang nadat zij weg was gegaan, bleef Meg nog mei groote, verdrietige oogen zitten naden- ken over haar woorden, totdat het hoofd haar duizelde en dc wereld haar onder en leek te slaan. Toen ging ze naar huis. Terwijl ze langzaam naar boven ging, bleef ze in het kamertje staan, dat ge wijd was aan Jack's mooie werk, de uitvinding die ze met zooveel trot- sche liefde had zien groeien, waarvan ze elk onderdeeltje onder de knappe vin gers van Jack had zien klaar komen. Een blinde woede maakte zich van haar meester en ze stampte op den grond. „Hij komt pjs laat thuis, zei hij," snik te ze half. „Ik denk, dat hij naar een van zijn ellendige clubs is, terwijl ik bier in m'n eentje zit. Ik ik zou dat hate lijke ouwe ding wel kunnen vernielen!" Ze trok met booze vingers de doek van hei kostbare, kleine model op zij, en 'haar blauwe oogen waren hard en boos, texwjjl rij er naar kcck< „Ik ik geloof, dat ik het kan, geloof, dat ik het durf!" mompelde ze. Toen kwam cr een andere gedachte in haar op, en ze wachtte even. Lang zamerhand verdween alle boosheid uit haar gezichtje en speelde er een lachje om haar mond. Gedachten aan de vele uren, die zij samen in ditzelfde ka mertje hadden doorgebracht, uren van lieve kameraadschap cn groote ver wachting, ioen stukje bij stukje het knappe denkbeeld tol uitvoering was ge komen, en zij vol trots het resultaat had den gezien. ,lk kan niet gelooven, dat hij mij be driegt," zei ze zacht. „Pat moet zich vergist hebbenmaar maar ik wilde maar, dat ze niets gezegd had 1" Terwijl ze langzaam dc doek weer op zijn plaats hing, keerde ze zich om, om uit te kamer te gaan, en toen ze dat deed, viel haar oog op iets, dat haar het bloed uit het gezicht drong. Een open chèqucboek lag op Jack's lessenaar! Terug kwamen al haar boosheid, al haar twijfel, al haar vrees, ze nam het op, sloeK do blaadjes koortsachtig om, en las op de souches, hoeveel telkens uitbetaald was. wat een domoor ben ik geweest, een groote domoor I" mompelde ze, terwijl ze optelde, hoeveel het bij elkaar was. Langzaam ging de lijd voorbij, eu nog stond zij daar niet het open cheque boek in de hand, en een wereld van el lende op haar gezicht. Toen keek ze naar het boek en nog eens en nog eens, een koortsachtig kleurtje kwam op haar bleeke wangen en baar oogen schit terden. Daar was nog een oningevulde cheque, haar man had hem al ondertee- kenc, alleen het bedrag moest nog in gevuld worden. Toen hij er mee bezig is hij klaarblijkelijk weggeroepen door het een of ander. Haar hart scheeu stil te staan, dc letters dansten haar voor de oogen, terwijl dc kamer en alies er in stond, vervaagde en lang zaam maar zeker werd er een gedachte in haar geboren. „Waarom niet?" fluisterde ze, terwijl - het boek vastgreep. „Heb ik niet ge spaard ee bezuinigd om hem te helpen? Het is net zoo goed van mij." Andere gedachten kwamen bij haar i, maar ze schudde het hoofd. „Ik doe het toch," zei ze vastbesloten. „Hij heeft mij bedrogen, nu zal ik het hem doen, dan zullen we eens zien, hoo hem dat bevalt. Hij heeft het er altqd over, eerlijk en open tegenover elkaar te staan, ik zal zijn voorbeeld volgen, in theorie, niet in de praktijk. Hij dacht natuurlijk, dat het heel makkelijk was, mij voor den gek te houden, om er mij te krijgen, heel zuinig tc zijn, eo nu geloof ik, dat hij zich over mij schaamt. Maar wacht maar even!" voeg de zjj er nijdig aan toe. Ze greep naar een penhouder, vulde de cheque in, en stond er met een triom fantelijk gezicht naar te kijken. .Zeshonderd!" zei ze. „Nu zullen we eens zien, wie de handigste is!" De avond kwam en ze gebiuikte in haar eentje haar avondmaal, en hoe la- het werd, hoe boozer ze werd. Do marmeren klok op den schoorsteenman tel telde langzaam maar zeker de uren af, en spoedig was het middernacht. Indien ze al eerst vergevensgezind was geweest, dat was nu voorbij en met een booze trekom haar aardige mondjo ging ze langzaam naar haar kamer boven. Het duurde lang voor ze in slaap viel, door elk geluid op straat schrikte ze op. Eindelijk soesde ze in een onlus tige sluimer, wat weg, terwijl ze aller lei vreemde droomen had. Zij scaecn haar echtgenoot te zien met een boos, grimmig gezicht, met zijn eene hand meld hij haar een verfrommelde cheque voor, in zijn andere arm wiegde hij een klein kindje. Tweemaal kwam dezelfde droom cn tweemaal werd ze met een schrik, be vende wakker. Rechtop in haar bed, keek ze angstig de kamer rond, maar al les was nog nel zoo, als ze het had neergezet en het hoofdkussen naast het hare was nog leeig. „Waar zou lii.j toch zitten?" zei ze, terwijl ze op de klok keek, die flauw te onderscheiden was bij het zwakke nacht lichtje. Het was twee uur! Hij was nog nooit zoo laat thuisgekomen. Een ze nuwachtig gevoel maakte zich van haar meester, en zc dacht aan haar droom. „Gek, dat ik het twee keer gedroomd heb," zei ze zacht, „en dat ik het eene gecombineerd heb met het andere." Zij voelde zich ongezellig en bang, en luisterde aandachtig of ze op straat niet zijn stap hoorde. Het was haar onmo gelijk te slapen zc deed een ochtend jas aan en ging naar beneden. Er was nog een beetje vuur in den haard, ze pookte het wat op, cn ging voor het doovende vuur zitten nadenken. Maar ook dat was haar onmogelijk, haar droom bezwaarde haar nog en met een onbehaaglijk gevoel ging ze weer naar boven, naar haar kamer. Uit een kast haalde zij een stapeltje snoezig baby- goed en al haar boosheid, alle bitter heid verdween uit haar hart, toen 2Ïj daar naar keek. „Mijn kindje of gekl!" fluisterde zc.- Toen snikte zc en terwijl ze op do knieën viel, barstte ze in tranen uit. „Ik kan het niet doen 1" snikte ze. „Ik móét hem vertrouwen. Ik wil het 1 Ik zal hem alles bekennen, als hij thuis komt, en ik zal hem dc cheque teruggeven. Ik khn die nu niet hou den." Terwijl ze daar in dc stilte van den nacht zat, dacht zc aan al die gelukki ge dagen. Een ding stond vast, ze moest de chèque teruggeven. Langzamerhand drong het tot haar door, hoe na 2 ij cr aan toe was geweest om door een dom me, booze daad een breuk tusschen haar en haar man te veroorzaken, die mis schien jaren zou nood:g hebben om te herstellen. Hoe had zc. door het ge snap van een meisje, haar man maar direct kunnen beschuldigen van leuven, zelfs van bedrog? Hij, die dc verpersoon lijkte ridderlijkheid was, die alles haat te, wat niet edel wasl O, wat een dom oor was ze geweest I „Ik ben zijn liefde niet waard!" snikto ze. „Hij zal boos zijn, als hij het weet* Ik ik zal probecren nrij te verande ren, ik zal hem nooit meer wantrou wen. Ik geef niets om geld, zoolang ik hém maar heb en en mijn kindje!" Een geluid in de gang beneden, deed haar opstaan en luisteren toen een stap op de trap de stap, die ze zoo goed kende en liet volgend oogen blik was hij in do kamer. „Nog niet in bed, mcisjclief?" zei hij met verbaasde stem. „Maar, kindje, jkyk eens, hoe laat het al is. Je hebt toch al dien lijd niet op mij zitten wachten! Ik had je toch gezegd, dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 13