Uit de Wereld.
Rubriek voor onze Jeugd
HAARLEM'S DAGBLAD
fcATERD&Q 18 FEBRUARI 1922
DEi.LE BLAD
EEN BliADZUDE ÜIT DE
DBSCHIEDELN L3 VAN EEN
WERELDSTAD.
Vóór tweehonderd jaar waa de
noordzijde van Pariie van de P<*rte
Poifioonnière tot aan de omstrekan
Tan de in 1789, het aanvangsjaar der
Pransche Revolutie, verwoeste liaa-
tille een uitgestrekt terrein, waar
rroote hoeveelheden groenten ge
kweekt werden en waar ai oh eeauge
rorspreirfe groepen huisjes verhieven,
bewoond door warmoeziiers en am
bachtslieden. De bij elk huisje behoo
rend e moestuin werd oourtil ge
noemd en het geheele terrein 1 a
C o ur t i 11 e. Sedert langen tijd is
dit terrein bebouwd, er hebben zich
▼oorsteden gevormd, die op hun beurt
weer aan de hoofdstad getrokken zijn.
De naam Ia Courtille worot thans nog
gegeven aan een deel dier voorsteden,
waar zich een groot aantal cabarets
bevinden, die vooral op Vastenavond
ean drukken toeloop hebben. Er wor
den gemaskerde bals gehouden en
na een dollen nacht volgt de ..descente
de la Courtille", d.i. de terugkeer
van den uitgelaten troep gemaaker-
de.n naar de binnenstad.
In een der huisjes van la CourtlUe
werd in October 1693 een kind gebo
ren, dat zich eenmaal een trouriys
vermaardheid zou verwervenLouis
Dominique Cartouche was zijn rwuin.
Hii was de eerste zoon van een armen
kuiper, die groote moeite had om z', in
gezui in het leven te houden. De
goede man zou graag gezien hebbel,
dat ziin zoon een vak leerde, maar de
jongen had een aangeboren afschuw
van geregelden arbeid, hoewel hij
overigens niet tegen vermoeienis op
zag. Op zekeren dae ontmoette hij
od een der zwerftochten, die hij vaak
in den omtrek ondernam, een troep
zigeuners em sloot zich bij hen aan. De
opleiding, die de 12-jarige knaap
van hen ontving, gepaard aan zijn na
tuurlijken aanleg, bracht de eigen
schappen tot ontwikkeling, die hem
later zouden kenmerken. „Vemetel-
'leid en list, vindingrijkheid en behen-
Üsheid, ongeneeslijke zwerflust, dorst
naar vermaak en zucht tot lediggang,
vermogen om weerstand te bieden
aan vermoeienis en ontbering, vin-
pervlugheid van den goochelaar, ge
paard aan de kracht en lenigheid v»n
den acrobaatziedaar, zegt een van
ziin levensbeschrijvers, de karakter
trekken van dit eigenaardig type.
Op zekeren dag heeft Cartouche
genoeg van de zigeunershij Laat ze
te Rouaam in den steek en keert naar
het ouderlijk huis terug. Daar blijft
hij echter niet langhij begint op
nieuw zijn zwervend leven, wordt zak
kenroller en speurder voor werfser-
goa.nts. Maar op een moooen dag
wordt de speurder zelf opgepakt en
als soldaat naar hc-t leger gezonden.
Daar vond men in die dagen over
vloed van gespuis tn trof Cartouche
eenige prachtexemplaren aan, die hem
later zouden dienen bij zijn onderne
mingen. Toen hij na eonigc-n tijd met
een aantal kornuiten van zijn slag
werd afgedankt, vormde hij een roo-
verbende, die hii od militaire wijze
inrichtte hii had zijn luitenants, zijn
sergeantser waren waoht- on her
kenningswoorden, die iederen dag ver-
«uideid werden. Wie wanschte iii de
bende te worden opgenomen, moest
een pop, aan wiens kleediaigstukken
bellen waren bevestigd, die bij de
nxin&te beweging luid klonken, betroo-
Ven van een beurs, eon portefeuille of
ander voorwerp. De bchendigsien wei
den nog ver overtroffen door Cartou
che, die zijn makkere deed verstomd
staan over ziin fabelachtige virtuosi
teit in de edele kunst van zakken
rollen. Maar nog meer wekte hii hun
bewondering en hun Gpüxp.:aki ver
trouwen doorziin vindingrijken geest,
zijn moed, in den strijd met militai
ren of met de gewapende politic, zijn
behendigheid m het schermen en
schieten en in de kunst zich te giri-
meeren en te vermommen.
Deze bende, die Parijs en omstreken
tol arbeidsveld had gekozen, nam
weldra in omvang toe en de nachte
lijke aanrandingen w erden zoo menig
vuldig. dat geen Pari iron aar, dio zich
's avonds buitenshuis moest begeven,
zich zeker achtte van ziin leven. De
bende an Cartouche had haar spion
nen. haar handlangers, haar medele
den tot zelfs onder de politie en gar
des-francaise®, en in 1720 beschikte
de hoofdman over meer mannen dan
de drie oolrtie-corusen der st-nd te ze
men. Grenzen locs was de schrik, dien
de bende den Parijzenaara inboezem
de 's avonds behoorde do stad aan
de ditven en werden d<e voorbijgan
gers bij honderdlallen uitgeschud, de
hotels in menigte geplunderd.
Men moet Cartonuohe nageven, dat
terwijl ziin mannen bij voorkeur ge
wold gebruikten, hij liever list aan
wendde. Zoo bracht hii onder andere
in September 1720 een bezoek aan de
woning van den Spaanschen gezant
en nam hii bui ziin vertrek de schit
terendste iuweelen en de heelo garde 1
robe van de vrouw des huizes mee.
Een ander maal ontstal hii een voor
naam Engelsoh edelman, die naar Pa
rijs gekomen was, om aan de bank
van John Law te speculeeren, 12 mü-
lioen aan bankaandeel en. Trouwens
de portier van 't hotel Quinampoix
waar de bank gevestigd was, de kor
poraal van de deurwacht, en de gold-
dragore waren loden van de bende.
Doze John Law, 'n Schot, was niet
minder dan Cartouche een ramp voor
de stad Parijs, ia zelfs voor geheel
Frankrijk, maar stond toen op het
hoogtepunt van zijn macht en aan
zien. Hii genoot het volste vertrou
wen van den Regent Philips van Or
leans. die het Pew ind voerde in naam
van den minderjarigen koning Lode-
wiik XV en den Sohotschen finan
cier benoemd had tot Algemeen Con
troleur van de Rijksfinanciën. Ben
van Law's financieele stichtingen was
de Mississippi-Miaatscbappij, die van
staatswege muntrecht kreeg en het
recht van alleenhandel in tabak. Op
gericht met een kapitaal van 25 mtl-
lioen frank in 50.000 aandeelen van
fre-500, nam deze insteling weldra een
ongekende vlucht door de hooge divi
denden, die zij uitkeerde. Een specu-
latiewoeae maakte zich meester van
Parijs en het overige Frankrijk.
Aandeelen van 500 frank werden in
het hotel Quincainpoix verhandeld
voor 20.000 en Law bracht het aantal
aandeelen van 50.000 op 625 duizend.
De ineenstorting van het geheele fi-
ancieele stelsel, dat berustte op de on
beperkte uitgifte van bankbiljetten
zonder behoorlijke dekking, kon niet
uitblijven. In 1721 volgde het smade
lijke bankroet en de aandeelhouders
konden bun met duizenden franken
betaalde aandeelen inwisselen tegen
een even groot aantal één-percents
rentebewijzen van 500 frank. Natuur
lijk stond dit voor hen gelijk met fi-
iymcieèlen ondergang.
Maar om tot Cartouche terug t«
keeren. De schrik dien hij inboezemde
ging vergezeld van een onwillekeu
rige bewondering, die de onvindbare
bandiet inboezemde door velerlei
daden van beleefdheid, galanterie, ia
zelfs door woldaden. Dat alles hulde
hem in een geheimzinnig waas. Op
zekeren avond door de politic achter
volgd. vluchtte hij over de daken en
liet zich door een schoorsteen naar
beneden glijden in de kamer van
een dame, die ii^ist aanstalten maakte
om naar bed te gaan. Het het pistool
op de borst dwong hii haar njet hem
mede te gaan naar beneden en den
portier toe te roepen de buitendeur te
openen. Den volgenden dag zond hij
haar een diamant van eenige dui
zenden franks.
Een anderen keer komt hij bij een
soortgelijke gelegenheid langs den-
zelfden weg binnen bij de oude mai-
k ietzin de Boufflem, verzoekt haar be
leefd' maar eenigszins dringend hem
een overvloedig en smakelijk souper
met champagne te laten voorzetten en
dankt haar hii het heengaan hoffelijk
voor het genoten onthaal. Den vol
genden morgen zendt hij de verbaasde
dame een groote mand wijn van het
allerfijnste merk.
Op een anderen avond, terwijl hij
over een Seine-brug gaat, ziet hij
een man, uie in de rivier wil sprin
gen. Hii trekt hem terug, en toen hij
hoort, dax de man zich wil verdrin
ken omdat hii zijn schulden niet kan
betalen, zegt hii..Roep je schuld-
eischers morgen bijeen, ik zal je van
avond nog het eeld sturen. Hoeveel
ben je schuldig?" „Twintig duizend
frank.'' „In orde". Alles gebeurde,
zooals Cartouche gezegd hadmaar
toen de sahuldeisohers vroolijk en wel
het huis van diens beschermeling ver
lieten, werden zij opgewacht en van
alles beroofd door mannen van Car
touche en het geld vloeïd'e in de kas
terug.
Drie jaar lang hield de bencte huis
in Parijs en omstreken tot schrik en
angst der bewoners. Maar tegen het
laatst van 1721 kwam het einde. Ver
raden door een van zijn luitenants,
werd hii op een nacht van zijn bed
gelicht en in de gevangenis geworpen.
Groot was de vreugde der Parijze-
naara. die eindelijk verlost, waren van
den angst, die als een nachtmerrie op
hen gedrukt had
Cartouche werd veroordeeld tot den
smarteliiken dood op het rad. De fol
teringen der pijnbank hadden hem
veen bekentenis kunnen afpersen,
maar od den dae der terechtstelling
bekende hii vrijwillig al zijn misda
den. Daarna onderging hij rijn straf
met een moed, een betere zaak waar
dig- De bende verspreidde zich, maar
driehonderd en In de zestig, waar
onder een aantal vrouwen, vielen in
handen der politie: zij werden zon
der uitzondering ter dood veroordeeld
en terechtgesteld.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der kin
deren, die mij vóór Woensdagmiddag
4 uur goede oplossingen zenden, wor
den in het volgende nummer bekend
gemaakt.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers twee boeken in pracht
band verloot.
1. (Lngez. door Minetje.)
Ik ben een mooi gezegde van 7 woorden
of 29 lettere.
1 2 3 4 is een getal.
8 10 11 12 13 14 zijn in do lucht.
20 22 23 24 21 is een ander woord
voor reie.
27 28 10 29 is geen dochior.
27 28 28 is een hemellichaam.
5 8 14 js een telwoord.
6 8 7 is een vorm van redden.
15 16 17 18 19 20 iB een vorm van
schijnen.
25 20 is oen lidwoord.
2 (lngez. door Nora)
Ik ben een viseh. Verander nijjn lsto
letter en ge tTekt mo aan.
3 (Ingezonden door Bydehaudjo.)
Ge vindt rno in icderon wynkeldor. Ont
hoofd me en ik lig in do Zuiderzee.
4. (lngez. door Sneeuwklokje.
Mjjn lstc vind go aan de kust, mjjn
2de in huis. En mij geheel staat op mij a
Welke lofspraak leest ge hieruit voor
elke Hollandsche huismoeder 1
6. Strikvragen.
•a. (lngez. door: Michiel de Buy ter).
Wie helpt eiken dag aan brood!
b. Wat voor Boort muzikant is een os
toch!
0. (lngez. door Theeroos.)
Wie gebruikt zyn nous voor zyn hand!
d. Waar ging Mozea heeD, toen liy 14
jaar was!
e. (lngez. door Jacoba van Thiencn).
Wat is de kaalste houdt
f. Welk klokje tikt niet.'
g. Welke schoen past aan geen voet!
b. Welk bord wascht mo.idor nooit af!
1. Welke boom draagt geen bladeren!
j. Welke appel wordt niet door men-
schen gegeten!
k. Welken ring drangt men nimmer!
1. Op welke stoel zit men niet!
Raadseloplossingen
De raadseloplossingea dor vorigo week
zyn:
1. De een krygl 70 guldens, de ander
70 Kjjksdaalders.
2. Tilburg.
3. FerweriL
5. Armada.
4. Ham kam.
0. a. Geld. b. Ken man liep luct oen
emmer op zyn schouder over een brug. e.
De letter u. d. In Petten, e. Amsterdam
begint met n. Eindigt met e.
Goede oplossingen ontvangen van: Hit-
je6, Pioenroos 0, Lathyrus 3, Lentebode
6, Sneeuwballetje 6, Neerlandia 0, Schaat-
seurjjdstertjc C, Denappeltje 6, Klein Sta
vast 6, Maudnryntje 0, Willem 111 6, Poo-
senmoedortjo 6, Behangertja 0, Poosje 6,
Korenfeo 5, Kabouter Hannibal 5, ilot
Trio 0, Zwnrtoog 6, Vlindertje 0 Dikke
Baas 6, IJsbreker O, Cravate 6, Secundo
G, Bijdehandje 5, Framboos 6, Abrikoos
6, Vliegenier 6, Vrijer C, Wildzang 6,
Doornroosje 5, Jaantje en Maatje La
beur 5, Bozehoentje G, Bruintje 5, Goud
vink 6, Melattie 6, Het Pauwtje 6, 6,
Ornates 6, Vriendinnetje G, Bakkruidjo 6,
Magnolia 6, Mignon 5, Bozcma 3, Kyste-
pikkertje Meiknopje 6, Dirk en Piet
Oschatz 6, Bruinoogje 6, Blauwoogjo 6,
Anemoon 6, Beukenootje 5, Blondkopje 5,
Jonquill© 5, Knikkermeisje 6, Jopio Slim
6, Hans 6, Willy 8. 6, Rosa Fluweeltje 6,
Tcrtriar 6, Hyacinth 6, Vlicgondo Hollan
der 6, Korenbloem 5, Zwemstortje 6, Oma-
vink 6, Sperwer G, Controleur 5, Kerst
boompje 5, Swanneblom 6, Butterfly 5,
Avondklokje 5, Sneeuwklokje 5, Frlso 6,
Zwartoogje 5, Koningin des Velds C, Stu
cadoor 5, Kloproos 5, Dolle Hans 5, Schut
ter 5, Minetje 6, Tuinman 6, Risico 6,
Willem Loerakker 6, H. Loerakker 6.
Prins Salomo 5, Excelsior 0, A. Buk i.er 6,
Goukopje 5, Het Merkstertje 4, Pietje
Beli 6, Floris V 6, Duizendschoon 6,
Lachebekje 5, Tiekie en Pieno Willy
en Sofie Harmse 6, Bloemenfes 6, Ren-
paardje 5, Duinroosje 5, Wilgenroosje 6,
Uitte muis 4, Kruizemuntje 4, Zonne
bloem 4, Adolf Koning 6, Klein Duimpje
G, Bellefleur G, Lentekuopjo 6, KI ppor-
man 6, Duimeliesje 6, Amerikaantje 5,
Harlekjju G, Moiki 6, Priktolletjo 6, Ap
pelsteeltje G, Chauffeur 6, Napoleon
Spartaan 5, Matroos 5, EdolweiSB G, Pio-
ter Maritx 6, 't Rakkertje 6, Kimberley
6, Alpenviooltje 6, Apollo 6, Aphrodite 6,
Danseresje 0, Rozenknopje 0, Blondkopje
6, Blondje 6, Wip van 't Stoeltje 0, Cam
panula 6, Cosimo 6, Michiel do ituytor 6,
Vergeet rajj nietje 6, Dik Trom 0, Robbe
does 6, Waterrat 6, Maanelfje 6, Kerst
kindje 0, Zonnepit 6, Brem 6, A. Buyten-
djjk 4, Lina Punt 5, Visscher 6, Roel de
Rakker 6, Voetballer 5, Goudvischje 5,
Stoffeerdertjo 5.
Rullrubrlek
Met vriendelyken dank ontvaDgen:
Afternoon-teaomslag, Belg. postz. 20,
Deutsches Reich 10, 40, M. S. Postage 1,
2. Ned.-Indie 21/2, 10, 121/2, Helvetia
10, Bépublique Francaisc 50 en Bens-
dorps-omslagen. Verzamelaars kunnen
een en ander Woensdag by my komen
halen.
WATERRAT en MAGNOLIA zonden
ij mooio postzegels van China, Japan,
Ned.-lndiö, Beieren, Wurtemburg, Portu
gal, Engeland en Turkije. Verzamelaars
mogen zo Woensdag bjj mij komen halen.
Beiden worden hnrtelyk bedankt.
PIETER MARITZ Ged. Schalkburger
gracht llr. vraagt de voorgaande nvs. van
Langs een Omweg en geeft er graag Wil
lem Teil voor te leen.
GBETHA DE VRIES, Concertzaal Ti-
voli, Velzeroord wou dolgraag alle n-jn-
mers van Langs een Omweg leenen.
Dg Wedstrijd
Inzendingen ontvangen van: Alida
Holst, 15 jaar, Maastricht. Pioenroos,
S jaar. Sneeuwklokje, oud 15 jaar, Wil
lem Zuurendonk 12 jaar.
UIIGS SEN OiSWEG
(Vervolg.)
Hè, daar had je de Oude Gracht al.
„We zijn er kind."
De vigelante stond stil en de koetsier
opende het portier. Oom stapte er eerst
uit en hielp toen zyn nichtje.
„O, oom, wat beeldig, kykt U eens".
Juist stond de jongen van den bloemist
op den stoep. Oom nam do bouquet over
en gaf die aan Hep. „Welkom thuis,
kind.
Daar stond Bep als een Lente-koningin -
Detje tusBchen de witte en paarse Berin
gen. De juffrouw opendo nu de dour.
„Welkom kind, welkom." Bep knikte
maar. 't WaB alles zoo heerlijk, zoo on
verwacht. De juffrouw ging mee naar de
kamer. Ze moest eventjea dat blijde ge
zichtje zien. „Wat een reuze-taart Van
wie is die!"
,,'t Staat er op," zei de juffrouw go
heim zinnig.
Ja, daar op de papieren-kantstrook lag
het naamkaartje. „Ooml" AJa een be
trapte schooljongen stond oom Wiel ach
ter de huisjuffrouw. Nu werd do juffrouw
op zy geduwd. Twee, zog o zulke dunne
armpjes worden om zijn hals goslagen. ,,lk
dank u, ik dank u." Toen werd een klein
meisjeskopje op zyn schouder gedrukt en
hy hoorde een verdacht snikken.
„Beppie, niet huilen. Waarom huil je!"
„Ikikben zoo,... blij!"
De juffrouw trippelde weg en met een
tipje van haar bonten schort boende ze
ook iets vochtigs van haar wang. „En ik
zeg maar, dat io me meevalt," mompel
de ze.
Daar zaten ze, als vader en dochter
achter de mooie bloemen en het fleurige
bakje en de groote taart.
Telkens wilde een van hon beginnen te
vertellen over wat er gebeurd was in dien
tijd. Maar zo bleven toch zwygen. In
groote vreugd-oogenblikken schynen n oor
den zoek te zyn.
„Jc ziet nog wat smalletjes," zei Oom,
om toch wat te willen zeggen.
„Dat komt wel weer in orde. De vol
gende week hoef ik pas naar school, hè
en dan gaan we do volgende «lagen heer
lijk samen naar den Hout. Zal ik koffie
inschenken! En de taart snijden! Ook wat
aan do juffrouw brengen!"
Oom van der Wielen knikte maar goed
keurend. Wat deed dat vroolyve gesnap
hem goed. Was het kind altyd zoom
aardig babbeltje geweest!
Bep zette opeeos den koffiepot neer
en luisterde. Ze hoorde de huisjuffrouw-
zeggen: „Ja, ze is thuis. En ze was zoo
bly."
En de stem, die antwoordde, klonk zoo
bekend. Bep kon het niet uithouden. Ze
opendo de deur, juist toen cr op getikt
werd.
„Bep!
„Greet!
In eikaars armen sprongen ze de ka-
-mer door, vergetend oom Wiel, vergetend
Mcvtouw Hnyser, die nog steeds in de
deur-opening stond.
Mevrouw stelde zich zelf eindolyk t
voor aan meneer van der V/ielco, terwijl
ze een mandje bloeiende tulpen op tafel
zette.
„O, dag mevrouw," riep Bep. „Wat
dig, dat U ook meegekomen is."
„Dag Beppie. Welkom thuis. Ik wou je
nu oens van dichterbij bekijken."
(Wordt vervolgd).
Brievenbus
Brieven aan de Redactie van de Kin-
der-Afdeeling moeten gezonden worden
aan Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN,
v. d. Vinnesuaat 21 rood.
(In de bus gooien, zonder aan
schellen!)
Nieuwelingen zyn: ALIL'A HOLST, 15
jaar, Emuut-plein 150, Maastricht GLPR-
TJE HENDRIKSE, Voorplaats G 33,
Santpoort, oud! BERT US ZEYLEMA-
KBR, Harmenjansweg 35, oud? iL-VEI
KEMP, ond 13 jaar, Sclioollaan 27, Bcii-
nebrock. DIRK BAAS, oud 8 jaar, Gen.
de Wetstraat 19, Schoten. ADOLF KO
NING, oud 10 jaar, Brandstr. 10 S-hotin.
KIMBERLEY. Dus dat heb ik wel
goed geraden, dat vader zoo boeiend ver
tellen kan. Ik wist niet, dat Chinecz.!'!
maar op een schaats rijden. Typisch, dat
ze. dan nog harder vooruit komen. Je
raadsel is goed.
'T RAKKERTJE. Je hadt nu keurig
geschreven. Natuurlijk mag je ook aan
den wedstrijd deelnemen. Wie beneden de
12 jaar is. mag meedoen aan den woor-
den-wrdstryd. Voor de ouderen is het
rijmpje, 't Doet me plezier, dat je met
de raadsels niets geen moeite hebt, Je
ingezonden raadsels zyn good.
PIETER MARITZ. Dub jouw werk is
op 6611 oor na gevild. Is moeder nu weer
heelemaal in orde! Dat was een saaie
erjaardng. Ik hoop, dat na het leed ge
leden is. Je raadsels zyn goed.
EDELWEIS8. Dat viel Maandag
middag niet mee. Als je je volledig adres
opgeeft, wil ik een aanvraag in de Ruil-
Kubrick zetten voor Karneraelkzeeppl.
BUTTERFLY. Al wat in het voor
uitzicht! En al aan den wedstrijd begon
nen! Dat Smyrna behoeft juist niet voor
aan te staan. Jouw rympjo was heel aar
dig. Er is wel een plaats met een X Ik
vond hot een heel mooi getuigschrift. Ut
hoop, dat het je spoedig van dienst zal
zyn.
DIKKE BAAS. Wat heb jij een lieve
naampjes. Ben je zoo'n engeltje? Of staat
or een b voor? Zyn de onderwijzers weer
■joterf En is de vacantie nu geëindigd!
ZWARTOOG en VLINDERTJE. Je
raadsels zyn goed.
HET TRIO. Je raadsels zyn goed.
KABOUTER. Nu maar weer flink
aan den gang om op school by tc ko
men. Sneenw en ijs riepen je natnurlyk
naar buiten. Maar dat is nu weer voorbij.
Fijn zeg, dat ja nog nieuwe schaatsen ge
kregen hebt. Is de verkoudheid over!
HANNIBAL. Speet het je erg. dat
hot ging dooien! Heb go het van den win
ter voor 't eerst geleerd! Zet je schaal
sen maar flink in 't vet, don zyn ze bjj
c-en volgende gelegenheid weer mooi. Ja
hoor, schrjjf maar goon groote brieven,
als je huiswerk niet af is.
KOKENFEE. Gefeliciteerd met je
„springlovondigkeid". Nu hoov ik, dat
je jc bod alleen gaat opzoeken, als 't sla-
penetyd ie. Ben jo op school met meer
zooveel ten achter? Als de 7de klas is
afgeloopeu, wat zyn dan je plannen! Ik
ben we! verlangend naar dien langoren
brief. Je raadsel is good. Dank vc-or je
postzegels, enz.
POESJE. Je achternaam wist ik niet
meer, daarom had ik maar een vraag-
tcckcn gezet. Je bent al wat knap in het
raa«l8cli« oplossen. Het doet me plezier,
dat jullie zoo veel van de Rubriek hou
den. Ik hoop nu maar, dat het zoo bljjven
zal.
BKHANGERTJE. Zoo langzaam aau
zal je wedatrjjdwerk dus groeien. Er zijn
natuurlijk -meer woorden met K. dan met
IJ. Dut raadsel staat nu in de Rubriek.
Een ander had het al voor je opgegeven.
Misachie/i weet je nog wol een ander.
POESEN MOEDERTJE. Wat zullen
ze iu Wee oen bly zyn met je portret. Nog
hartelijk gefeliciteerd met moeders ver
jaardag. Ik hoop maar, dt jullie een vol
gen.! jaar bjj elkaar zjjn. Da staking is
m Duitsehland afgeloopen, qus -je brief
zal wel aangekomen zyn.
WILLEM 111. Je hebt je hart wel
kunnen ophalen met schaatseuryjen. Maar
nu hoop ik toch, dat het voor dezen win
ter genoeg is geweest. Ja iu weet wel
een stad met een X. Maar ik uag net niet
zeggen.
HEIN STAVAST. Is de hand nu ge
nezeu. Je bent een dppero Hein, dat je
toch maar weer de schaatsen oaabondt.
MANDARIJNTJE. Is de juffrouw
weer beter! En ga je nu geregeld naar
school t
DEN APPELTJE. Vast hartelijk ge
feliciteerd met moeders verjaardag en
met dien van jezelf. Dat is iu moeders
leven vast haar mooiste cadeau geweest.
Jc vondt het zeker hceleina.il niet naar
om dien Donderdag vrjj te hebben. Je
hebt maar vlug schaatsen leuren rjjden.
Maar jc hadt zeker nog al durf. Hoe gaat
het nu met je onderwyzor?
8CHAAT6KNRIJDSTEKTJE. Heb
jo nu eerst jo wedstrijd iu het klad ge
schreven! Dat was toch niet noodig ge
weest. Die X is er wel. Die strikvraag van
dnt Amerikaantje was heusch niet iroei
lyk. Vind je nu wel? Die Amerikanen zya
van die gladdekk?rs. Als je een strik
vraag goed hebt, is de som goed. Je l«©ut
nu 6chaatsenryJstertje-af hé 1
LENTEBODE, SNEEUWBALLETJE
en NEERLANDIA. Ja hoor, ik beu
bly, dat het zachter weer gaat worden,
maar ik ben ook bly, dat jullie weer eens
een echt ouderwetsch wintertje gehad
hebben. Dus je bent Maandagmiddag ge
zellig met moeder uitgeweest. Dat Maan
dag-houden beviel je wel.
LATHYRUS. Zoo juffertje, Len jij
daar ook weer? Geen tyd geliad om me te
schryven? Waar had je het dan zoo druk
mee? Je mag best met de grooten mee
doen. Ben je nog naar Maarn geweest!
En heb je gezellige dageu gehad! Is
moeder in Leeuwarden naar dé wedstry-
wezen kykenf Je behoeft niet altyd
alle raadsels te hebben.
PIOENROOS. Ja, breng je brief
aar naar het Bureau van Haarlem's
Dagblad. Dat mogen nlle kinderen, die
dichter bij de Groote Houtstraat dun by
van der Vinnestr. wonen, lleeft aio
zooveel schoolwerk? Arme stakkerd.
Ik feliciteer je nog wel tantes ver
jaardag. Fyn, dat het op Zondag viel. Eu
dan feliciteer ik je ook nog hartelijk niet
vaders verjaardag. Was het een leuk
dagje! En nu straks weer de verjaar»
party van je neefje. Je zit wel midden ia
«le feestelijkheden.
HITJE mag haar schuilnaam hcudva
De raadsels mogen we! beknopter o; ge
schreven worden.
WILDZANG. Hoe is het nu met
moeder! Doet de heerlijke Lentelucht
haar geen goed! Leuk, dat je ook met
Jong Nederland meedoet, lleb je al e-ena
prys gehad! Van welke juffrouw heb
je piano les! Vond je het niet een bect.jo
griezelig voor zoo'n volle zaal te moeten
spelen. Dat „uit" hoorde er niet by. Al
leen Aardrijkskunde-wedstrijd. Gesaapt!
IJSBREKER mag zyn sc-huiluaani hou
den. Ik hoop, dat we je vooreerst niet
eer noodig hebben.
AZALEA. Ik had je al gemist. Eu
was eigenlyk bang, dat er wat aau
mankeerde. Dus jo bent prettig naar het
bal geweest. Op welke les ben je! Soms
op Vrijdag middagJ Heb je Maandag nog
schaatsen gereden! 't LJs leek wel borst
plaat, hè! Wat een boel-lig staaltje was
dat! Daar heb je van de zomer nog wat
.n. Tot de volgende weckï
VLIEGENIER. Ja, er stond een
foutje in. Blyft oom nog een poosje! Jo
zeker wel allo weken met de groot
oudera in de auto. Woneu zo ver wegl
Heb je de Lente-film nog gezien?
VRLJEE. Mc dunkt, alle jongeni
hebben van 't janr wel schaatsen lcerec
ry'den. Ja, ik zou den wc-lstryd maar me
de letter a beginnen, dan gaat het regel
matiger. Je raadsels zyn goe.1, ook di«
in broer.
BUURMEISJE. Dat is Zondag maai
ten heerlijk dagje geweest. Wat gezellig,
dat grootvader en grootmoeder zoo dicht
by jullie wonen. Die tante Jo is nog eens
een beste. Ik wist niet, dat Dikke Ban»
een achterbuurtje van je was. Hebben
jullia al weer eens een buurpraatje ge
maakt
MELATTI. Ja, ik heb van «lie wed
strijden gehoord. Je weet misschien wel
van wie? Wat jammer, dat je te laat
kwam. Ik heb respect voor je broertje,
't Was een kranig stukje, 't Speet jullie
natuur lyk vreeselyk, dat de dooi inviel.
tieuwe schaatsen waren toch ingewyd.
Toen ik den wedstrijd uitschreef was jo
nog 11, dus je mag niet de jongeren mee-
«en. dat valt al weer mee, hc
GOUDVINK. Je raa-Lels zyn goed.
Hoe is het nu met Bellefleur? Wat s-bie-
n jullie flink op met den we.istry.j,
BRUINTJE. Dat was een lange ge
zellige brief. Gefeliciteerd hoor inet je
nieuwe fiets. Hydt ze fyn! Och kind, hob
jo geen moedertje meer! Gelukkig dsn
maar, dat je zoo "n goeden vader hebt.
Gaat je zuster op de Kweekschool! Als
ik karnemelk-pl. voor je üeb, zal ik ja
waarschuwen. Je mag ze ook au de Huil-
lubriek vragen, maar dan moet je je vol
ledig adres opgeven.
ROZEHOENTJE Het doet me ple
zier, dat de wedstrijd in je smaak valt
Hoeveel woorden heb je nu?
DOORNKOUSJE. ieder gezond kiml
heeft nu van ijs en sneeuw kunnen genie
ten. Hoe is het thuis met dc verkouden
inecschenJe raadsel is goed.
BAKKKUIDJE. Kou jc al los rij
den? Op de kolk was zeker prachtig ijs.
Leuk, dat vader ook nog op sihaatsen
geweest is.
OENATUS. Je raadsels zyn goed.
Van wie waren dio raadsels zonder om?
Ze zaten in jullie enveloppe. Heerlijk,
dat het zoo goed met zus gaat. Ia broers
hoofd uog in verband! Hy is nog le;lyk
terecht gekomen. Dat hechten deeil zeker
erg° PÜU? Er is wel oen plaats n-ct ton
X, maar ik mag niets zeggen.
VRIENDINNETJE. 't ls zeker wel
gezellig, dat Opa by jullie in nui.3 is. Is
hy al oud! Jammer hè, dat de scnautscn
opgeborgen moeten worden.
HET PAUWTJE. Jo mag dozen
dezen schuilnaam houden. Hen je zoo'n
ydeltuit! Je schrjjft keurig. Gaat het niet
vaders hoesten al wat beter J In welke
klas zit je op echoot! In de hoogste!
FRISO. Het doet 111e genoegen, dat
het boek in je smaak valt. Als het go-
kaft is, blyft het langen tyd friscb. Ik
kan me voorstellen, dat je net vreeselyk
■ondt, dat liet ging dooien. Nu komen
r weer andere genoegens.
I' euilleton
De Avonturen
van Barnabas
(geautoriseerde vertaling, nadruk
6treng verboden).
66)
„Hlet spijt mc erg dat ik jo zal
Dioetem verslaan, Slxngsby werke
lijk, het spijt ine lieel erg", zei de
markies „maar toch
„Wat zeg je? Wou jij „de Schurk"
Krerslaan, Jerny? Toch niet met die
Ouwe Klinker van je, zeg."
„Maar Sling zeur jiou niet, je wilt
toch niet beweren dat de Schurk be
ter Is? In de eerste plaats staat hij
joor iemand van jouw gewicht te
hoog op z'n poot-en en bovendien..."
„Maar, Jerny, je zult mc toch moe-
Jon toegeven dat jouw Klinker eon
wetje een heel klein beetje kromme
Pooten heeft hè zog?"
„En dan, ik heb je al zoo dikwijls
fcezegd, Sling, dat dc „Schurk" geen
gooio enkels heeft, om 1111 nog te zwij
gen o vei-
«Nou geof mij maar com paard met
■twig© ribben,
„Och zie je, Sling, ols je de Schurk
hou eens vier nieuwe pooten en betere
schouders kom geven dan had je mis
schien een kleine kous. ZooaJs de zaak
staat, beklaag ik je, boor Sling,
maar hè, Devemham, wat schee i
er aan? Je ziet een beetje bleek?"
„Och ik verlang naar ui'n ontbijt
antwoordde de Viscount.
„Ik ook!" riep de kapitein uit, ter
wijl hij overeind sprong. „Maar wer
kelijk Dick je ziet ecu beetje wit om
den neus, zeg".
„Dat komt misschien van den hon
ger en "een slechten nachtrv
„Heb je lieusch slecht geslapen,
Dick? Ik ook", zei de kapitein brom
merig. „Ik droomde dat de Schurk
viel en z'n nek brak, de stakker en
dot ik als de wind voortliep, over
heggen en slooten met Jasper Gaunt
vlak achter me vrceealijk on aange
naam, zeg! Wat is 't ontbijt klaar?
aten we «i n g;«.>:> zitten, ik heb
(longer als een paard!"
En ee gingen dadelijk aan tafej em
niettegenstaande den arm van den
Viscount on de dos van den markies
van Jerningham v\ ord het een opg- -
wekte maaltijd.
Maai' toen zo op het punt stonden
om van tafel op te staam, hoorde ze
stemmen bij de deur en de Viscoum
gitug opeens rechtop zitten en luister
de:
„Wat? Neen niaor!" riep hij uit
..ik geloof heiusch dat het mijn vader
ie!"
„Nee zog!" zei «le markies, die ook
'zat te luisteren, „eoi ik gelooi dat het
mijn oud-tante, de ondoorluchtige
u .•rlucutio'neiü zciiu is!"
I Voor hij nog uitgesproken was ging
i de deur open en kwam de Hertogin
binnen, een en al geruisch van zijde
on strooken, heel klein, heel waardig
en met een heei-schzuchtige uitdruk
king op haar gezichtje. Achter haar
zag Barnabas een langen man, die er
Tie.ïondsrenswaardii? jong uitzag, niet
tegenstaande zijn grijze haren samen
gebonden; zijn kleeren waren wel ele
gant maar toch een beetje uit de mo
de; maar deze main met zijn vriende
lij kern oogen en zacliten, huiuorisli-
sehem mond, leek in 't geheel niet op
do voorstelling die Barnabas zicli
van den tyrammiekeri vader gemaakt
had.
„Zoo liecren!" riep de Hertogin,
terwijl ze met een diepe „révérence"
antwoordde op hun buigingen, „ik
kom u veel succes wenschen -- u alle
aiear wat natuurlijk een onmoge
lijke wenscli ls, maar toch weosch
1 ik het u! O, kapitein Slingsby wat
staat die roode jas u goed! Markies -
I m'n waaier. Meneer Beverley mijn
stokl oon stoel? Dank u, Viscount. Ja,
v. ?rKeiijk la eren, ik heb op u alle
maal ge-wed ik zal een fortuin ven
dienen ids u alle vier wint wat na
tuurlijk onmogelijk is maar één
van u zal liet toch zijn, hoop ik -
0, 0, lieve heme), Viscount wat zie je
bleek I Kijk hem eens aau Bambo-
rough, liet komt vast door zijn arm,
dat weet ik zeker".
„Arm, mevrouw?" herhaalde de Vis
count in et ean bewonderenswaardig
geveinsde verbazing, „wilt u danr-
11100 zeggen dai-
Maar nu kwmn de Graaf van Ba/n-
borough de kamer binaien, Bloot de
deur en boog voir het gezjitcuj;..
„Heeren", zei hij, „ik heb de eer u
goeden morgen te wenschen. Viscount
ik ben je onderdanige eti dienstwillige
vader!"
-yJord", antwoordde dc Viscount,
terwijl hij met ean ernstig gezicht de
buiging vaai zijn vader beantwoord
de „ik bon uw dankbare zoon, om
u te dienen!"
„Beste DervenJuum", vervolgde Ge
Graaf op plechtige» toon, „ik vre a
dat ik erg ouder.vets cl 1 en onnoozi-l
hen maar ik weet werkelijk niet of
bet onder dandy's nog geoorloofd is
jc.u -..r ue nund te ctniduen. blaar
misschien zou het 00wcJ toegestaan
I kunnen worden, als vader en n»a -
of liever gezegd als zoon en vader?
i Hoc gaat het je, Viscount?"
i Toen zij elkaar de hand schudden
zag Barnabas dat de Vieconnt de tan
den op elkaar klemde en dat zijn sla
pen vochtig werden, rnaar toch ant
woordde hij glimlachend:
„Dank u, mylord, ik maak liet uit
stekend".
..Ja", zei de graaf van Bamborough
terwijl hij langzaam de hand van zijn
zoon losliet ,,u hadt als gewoonlijk
gelijk. Hertogin, het komt door zijn
jirmi"
„i/au aan hij natuur-ijk niet mee
rijden, Bamborough, ge zult het zeker
verbieden?"
„Integendeel mevrouw, hij moet
meedoen. Hij is een van de favonten
en er is veel op hem gewed en arm
of geen arm, hij moet nu meerijden,
dat ia hij verplicht aan de mentchm
die op hem gewed hebben. Je was het
toch zeker van pflan, Horatio?"
„Natuurlijk, mylord".
„Geêukkig is hei je rechterarm en
bij het paardrijden heb je alleen je
linker arm noodig. Jo schijnt nogal
goed tc rijden, naar ik hoor, Vis
count?"
„Tamelijk vader, tamelijk, maar
6ta mij toe dat ik u mijn vriend voor
stuk Meneer Beverley mijn vader!''
Haitiahap gaf d sir n
van den Viscount de hand en toen hij
hem in de vriendelijke oogeai keer..
I merkte hij dat het, niettegenstaande
de vrior.delijko uitdrukking, oogen
waren, die veel zagen.
„Kom hoeren", rie,, dc Hertogin uit
terwijl ze opstond, „als u heeiemual
kionr ls met ontbijten, breng mij dan
naar «!o stallen, want ik snak er naar
om «lo paaiden to zien, werkelijk
waar. Ga maar vooruit, Viscount.
Meneer Beverley zal mij wei een arm
1 gaven".
Rn zoo trokken zc af naar de stallen
©n do Hertogin en Barnabas liepen
00n heel oind achter de anderen aan,
want de Hertogin iiep heel, heel lang-
lzaam.
Bi
„i*ier is 1
dra de anderen zoo ver vooruit waren
dat ze haar niet meer konden ver
staan.
„Wie mevrouw?"
„O, wal beu je toch onnoooei, Bar
nabas!" nep ze uit, terwijl ze ui huaz
tascii zoent. „Wat zou het het nu an
ders zijp. dan ten brief, natuurlijk,
Cleone's brief".
Een brief van Clcone! O, Hertogin".
„Hier, pak aan. Z© heeft hem vui-
naiiit geschreven het arm© kind
heeft geen oog toegedaan en dut
allemaal om jou. Ik beloofde haai dat
ik ja den brief zou bezorgen en da.11
om heb ik mo door Bamborough hier
laten brengen. Dus je ziet dat ik m'n
woor-l gehouden heb, iooais altijd -
tenminste meestal. O, o, ik ben z«»o
opgewonden, over dt race, bedoel
ik tn Cl eon c is zoo zenuwachtig
.d heel vroeg ir don ochtend kwam ze
bij me en maakte me wakker en z>
had tranen in dc oogen ik weet liet
zek-T want ik heb zo gevoeld toen ik
hn.ir kuste. --En Pallen heefi me in
zco n vreeseiijke vaart aangekleed
vanochtend nu ja, dnt was eig 11-
!i|!t wel mijn schuld en ik weet
zeker dat mijn pruik scheef staat
«?rt nu 6ta je er naar to staren, alsof
je er wel ©c-n zoen op zou willen go.
ven ik la-doel natuurlijk op Geo.
iw's hi i'.-! - niet op mijn pruik. Dio
bela jhïlijk© meneer Trc&sidor heef*, te
gen Lleono gtzegd dat het de beste
baan was die hij ooit gerede*, had on