Van onzen reizenden Redacteur
HENRI DE VRIES.
Buitenlandse!! Overzicht
HAARLEM'S DAGBLAD
OONOERQ&G E MAART 192a - TWEEDE BLAD
Nieuwe reek«4
No. 64
Henri de Vries als Arend In
„de Brand in de Jonge Jan".
Henri koer terugWaarom hü niet terug zal keeren Henri
de «r'ies d8 Amerikaan ilet Engelsch Tooneel Waarom volgens
lid Vries het tooneei in Engeland bloeit en in Holland kwijnt
lie stukken! net Engelscha stersyi.eem tiet Vaudo/iile-
Tlieatre in Amsrlka Amerikaanscue recettes De critiek in
Ingeland - Henri da Vries ook naar Haarlem?
van. Iemand aJs Henri de Vries, die
sinds iaren heeft rondgezworven. in
lionden, in New-York en overal neelt
„Henri keer terugzoo schreef in
dertijd Herman Heyermans, in een
van zijn meest bekend geworden
Falk landjes, toen hii zich bewust was
geworden, wat hii met zijn „Brand in
de jonge Jan" Nederland had aan
gedaan.
Het werd onmiddellijk een „gevleu
geld woord", want Falkland had
hiermee den wensoh uitgesproken van
heel 't theaterlievend Nederiand.Met
„Henri" was een van de beste zonen
heengegaan, in den Hollanoschen fa
miliekring had zijn vertrek een leegte
ahtergelaten en Heyermans, die mis
schien eenige schuld voelde, omdat
hii hem met zijn eigen geesteskind de
wereld had ingestuurd, schreef dat
pittige woord „Henri, keer terug!
Alles is vergeten en vergeven!"
"'air Henri keerde niet. De klank
van 'te Engekche ponden en de Ame-
rikaansohc dollars was schooner en
vevlokkender dan het geluid van Falk
land's stem. Henri bleef waar hii was.
Hii oogstte roem en eer. maar bovenal
veel goud. zelfs zooveel goud, als de
heele familie daar in Holland nog
nooit door één lid van het gezin
bii elkaar had zien vergaren. Heel
het tooneeispelend Nederland keek
met afgunst naar den verloren zoon,
die door het „geiongejan" voor ieder
„de rijke oom in Amerika" gewor
den was.
Sporadisch viel de riike oom onver
wachts in den familiekring, om na een
paar weken weer even plotseling te
verdwijnen. Een heel enkele maal liet
hii zloh zelfs oven op de planken zien,
maar voordat list goed en wel tot de
menechen was doorgedrongen, dat
„Henri was teruggekeerd", was hii aJ
opnieuw gevlogen. Sinds eenige we
ken is hii weer in het vaderland terug,
kan men hem weer op het Romibrauidlt-
plein en door de Kalverstraat zien f la
ne eren, en als men hem da>ar ziet loo-
pen. veerkrachtig, jong en uiterlijk
niets veranderd, dan is het, of hij
nooit ia weggeweest.
Omdat ie bii Henri nooit zeker
bent hoe lang hii zal blijven, hebben
wii hem zoo rauw mogelijk opgezocht
om eens iets te weten te komen van
ziin toekomstplannen, maar nog meer
om eens met hem te praten over ziiu
ondervindingen in Engeland en Ame
rika. Toen hii daar tegenover mij op
ziin levendige manier zat te vertellen,
zag ik hem telkens weer voor mij, zoo-
als ik hem had gezien in ziin jongen
tii<l bii de Rotterdammers en later bij
het Nêerlaildsch, krachtig, zeer ge-
prononceerl talent, karakterspeler bii
uitnemendheid, sterk en forsch, acteur
van het echte, gezonde ras en ik
moest telkens denken, hoe jammer het
toch was voor ons tconeel. dat wii hem
verloren hobben. Want dat Henri de
Vries ooit weer voor goed in Neder
land terug komt, eeloof ik niet. Hii is
daarvoor in denken cn voelen te
veel „Amerikaangeworden. Hij is
„eruit" gegroeid en zooals elke
Amerikaan te veel „bussdnes-man"
geworden.
„Wanneer ik hier in Amsterdam
een eigen, kleinen schouwburg kon
krijgen, zoo'n intiem theater met ge
makkelijke stoelen en zware tapijten
op den grond, waar ie voeten in weg
zakken. een theatertje, waar de men
echen zioh prettig en cosy voelen, dan
zou ik cr nog eens over denken 1" zei
hii me.
Er over denken? Misschien. Maar
het werkelijk doen Ik geloof er niets
gespeeld, zou zich moeilijk in het
eigen land meer „thuis kunnen
voelen. Hii zou het hier te klein vin
den, hii zou niet meer in het gareel
kunnen loopen en spoedig weer de wij
de wereld intrekken.
.,Ze zitten mij hier", zoo bekende
hij mij met ziin eigenaardig Engelsch
accent, „allemaal te dicht op elkaar I
Ei- heerseht hier onder de altisten
een veel kleinere geest dan in En
geland of Amerika. En hoe kan het
ook anders? De lui staan elkaar hier
Ui den weg, ze kenner elkaar allen,
weten piles precies van mekaar af. Hel
is een kleine familie. O, zeker, er is
onder de arlisten in Engeland ook
wel eens jalousie, maar je merkt er
tucli veel minder van dan hier. Waar-
deering voor een ander acteur? Je
moet het in Holland met een lan
taarntje zoeken. Nee, dat is in Enge
land heel anders. Daar komt een ac
teur dikwijls naar je toe, om je een
hartelijk compliment te maken 1 Her-
itaaideLiik is het mij gebeurd, dat En-
geisohe ooliega's, die mij in A Case of
Areon De Brand in de Jonge Jan
hadden zien spelen, mij ruiterlijk
erkenden „1 cannot do it 1" Voordat
je dat ln Holland overkomt, kun ie
lang wachten, hens heb ik het gehad,
dat Grand! Thomas, een oud acteur,
mij midden op straat staande hield en
mii vroeg„Are you de Vries?" en
toau ik lnom gezegd had, de-t ik liet
wezenlijk was, zei hij „Neem je hoed
eens afl" Wel verdraaid!" riep hij
op eens„nou ben je waarachtig al
weer 'n ander 1"
In New York heeft David Warfieltl,
een van de meest bekende Aim en-
.kaamsch acteurs, een lie|d artikel
aan mij in de krant gewijd en
zegd, dat allo collega's De Brand in
de Jonge Jan van mij moesten
gaan zien. Hij schreef onder anderen,
dat Ik meer met mijn handen deed
dan de meeste acteurs met hun heele
lichaam en dat het een wonder v
hoe ik als vreemdeling do fijnste
details uit dien tekst naar voren
wist tc brengen I Die waardeering
voor eCtoanders werk heeft mij
Engeland en Amerika ad-tijd prettig
getroffen.
In Duitsehland is dat veel minder.
De herinnering, die ik van mijn
Buitsclie collegia's Iveb niet
het publiek en die pers' zijn niet
van de prettiste. Ze zijn daar al oven
jaloersch als in een klein land!"
Op mijn vraag, hoe hij over
Engelsche tooneel dacht, antwoordde
Henri de Vries:
„De Emgelsche acteurs en actrices
Zijn uitmuntend, zoolang zij Engel-
echen op het toon oei kunnen voor
stellen! Dan zijn zo werkelijk on-
overtreffelijk. Ik bedoel hiermee niet
alleen in de society-stukken, maar
het Engelsch milieu in den meest
uitgebreiden zin van liet woord,
da speiaifiek Engelsche stukken
moet je alleen Enge-lsohen zien. Zij
spelen dan natuurlijk en waar. Als
zij echter veel emotie moeten geven,
dan Is het mis. Vooral hij de n
nen. De Engelsche auteurs houden
hiermee dan ook altijd terdege reke
ning. Zij geven op het tooneel weini
emotie en hartstocht. Het Engelsch
/publiek houdt daar trouwens niet
van. Een Etigelschman wil zijn ge
voelens niet laten zien. Een prop in
de Seel, goeS, maar verder moet hei?
ook niet gaan' Een ander mag van
pijn aandoeningen niets merken.
Daarom gaat een stuk met veei
emotie tal Engeland er dan ook zoo
moeilijk in. Een stuk mag in Enge
land nooit „very sad" zijn. Als 't erg
treurig is, is het doorgaans al van
to voren veroordeeld. In het begin
waren wij dan ook wel eens bang
voor het succes van De Brand in d6
Jonge Jan. Ik herinner mij, dat toen
ik het den eersten heer te Londen in
the Haymarket Theatre had ge
speeld, Pisuisse die toen nog cor
respondent van het Alg. Handels
blad in Engeland was naar mij
toekwam en mij vertelde, dat bij in
d.e Stalles achter een ouden heer en
een dame had gezeten en dat de
mijnheer niets anders had gezegd
dat „"Marvellous!" en de dame:
„Y-cs, but very sad!" Dat was typee-
rend voor dein Engelsahen smaak.
Maar de kranten schreven er zoo
emthousliaat oven, dat de memschen
kwamen kijikon en ik het dudaende
lceeren na 3000 ben ik den tel
(kwijt geraakt heb moeten spelen,
ondanks, dat het „very sad" was.
Het is ook opmerkelijk, dat de En-
gelscben het uitbeelden van eterue
emotie van een vreemdeling veel eer
der acoepteeren dan van een landge
noot. „It is a foreignerl" het is
een vreemdeling zeggen bij dan en
het is in orde. Van een Engelschman
vinden zij het ru-w en grof en widen
zij het niet zien. Michel Morton, een
Engelsch tooneelsChnjver, is thans
bezig een stuk voor mij te schrijven.
Hij erkende mij zelf, dat de hoofdrol
in dat stuk door geen Engelechman
gespeeld zou kunnen worden, omdat
die hoofdpersoon „te veel emotie moet
geven
Over het algemeen houdt men in
Engeland veel meer rekening met wat
hel publiek wil dan in Holland, ln
Engeland, en nog meer in Amerika,
vragen zij allereerst, wat de men
echen verlangen. Het publiek wil in
het theater geïnteresseerd worden. Je
moet de belangsteWing opwekken.
Aan al dat gepraat zooals in ons land
van „het publiek opvoeden", doen ui
in EngelaDd niet. En dat is maar goed
ook I Je kunt het publiek toch niet op
voeden I Het is geen wonder, dat <ie
theaters hier bijna alle zoo slecht
gaan en dat er overal geld bij moet.
De kritiek in Holland, die altijd maai
weer hamert op datzelfde aanbeeld,
dat het tooneel „litterair" moet zijn.
drijft hel tooneel daarmee precios den
verkeerden kant uit. Ik wel wel dege
lijk kunst op het tooneel, maar
theaterkunst, waar men be
lang in stelt.
Ik hoorde van een theater te Am
sterdam, waar verleden op een
avond ten recette van 15 gulden werd
gemaakt! Vijftien gulden! Ze gooien
dan de schuld op het gebouw en do
ligging van het theater, maar dat is
het niet Het ligt aan de stukken»
De stukken alleen kunnen de men-
schen naai- den schouwburg trekken.
Wij, acteurs, zijn geen scheppers, wij
moeten altijd wachten op the other
feliow, den schrijver! ln Engeland en
Amerika gaat men altijd van hei
stuk uit. Het stuk is de basis! 'n
een groote stad als Londen en ook in
Amerika heb je geen vaste gezelschap
pen ala hier en in Duitsehland! Een
acteur, die een bepaald ©tuk wil op
voeren, huurt een theater en zoekt
dan uit cle duizende artieten zijn men-
sclien uit, die hij voor dat bepaalde
stuk noodig denkt te hebben. Dan be
ginnen de repetities, waarop in het
algemeen veel ernstiger gewerkt
wordt en die ook veel langer duren
dun in Holland. Men weet, dat van de
premiere all.es afhangt. Mot de opvoe
ring van een stuk in een stad als Lon
den en New York zijn altijd duizende
pc-iideri gemoeid. De premiere moet
dunsdadelijk in alle opzichten geheel
en al „af zijn".
Op mijn opmerking, dat je dan in
Engeland en Amerika ook nooit vaste
ensembles" kreeg, meende de Vries,
dat dit absoluut onnoodig was. „A's
je maar een knap regisseur hebt en
zoo lang met elkaar hebt gerepeteerd,
tot ic in het sluk, dat je te zanten
speelt, een werkelijk ensemble bent
géworden. Ik erken, dat ei' aan het
ster-systeem, dat in Engeland, behal
ve in Ge provincie, waar jo ook vaste
repertoire gezelschappen hebt, en »u
Amoiika overal wordt gehuldigd, wei
eenige artistieke nadeelen zijn verbon
den, maar het heeft ook belangrijke
voordcelen. Alle medespeïenden span
nen zich veel meer hi om den „ster"
te ondersteunen. Zij hebben er immer
zelf belang bij, dat het nieuwo stuk
inslaat en zco lang mogelijk réper
toire houdt. Do belangen van den
„ster" zijn ook de belangen van de
medespc lends arttsten. De eenige, dis
in Londen een vast. gezelschap neeft
gehad, was Henry Irving. De ande
ren zoeken voor elk nieuw stuk hun
menschen weer opnieuw uit. Het
spreekt vanzelf, dat er zich om be
paalde spelers wel eens een vast©
kern vormt, waarmee zij graag spe
len, maar zij zullen er zich nooit aan
binden.
Ik zelf heb herhaaldelijk op deze
manier een eigen gezelschap gevormd
en zoo verschillende stukken gespeeld.
Want u begrijpt, dat ik met al die
jaren in het buitenland „gejonge-
asd" heb. In !9M hen Ik uu Hoh
iand vertrokken. Dat is dus nu iu
jaar ge>e<icn. De eerste jaren heb ik
bijna uitsluitend Heyermans' drama
gvspeeld. In Engeland speelde ik al
tijd in gewone theaters, inaar in Ame
rika in „Vaudeville-theatres". Dat is
een typisch verschil tusschen Amerika
en F.r.gcland, dat ie in Amerika in een
Vaudeville-theatre 'een theater, dat
Engeland music-hall zoudt noe
men ernstige kunst ala De Brand
in de Jonge Jan kunt geven, wat in
Fngelanu absoluut is uitgesloten
In New York speelde ik A Case of
Arson twee keer per dag. Van de re
cettes, die in zulk een theater ge
maakt worden, kan men zich in Hol
land geen voorstelling maken. Van
daar dut zij aan do urtisten ook veel
meer kunnen betalen. In New York
kreeg ik alleen 15u0 dollar dat is
dus b.jna 4000 gulden per week. De
kranten sdhreven 2500, maar die lie
gen in Amerika er altijd 1 of 2 dui
zend bij. En nu was A Case of Ar
son wel het hoofdnummer, maar er
stonden toch nog zeven andere num
mere up het programma! Gaat u nu
maar na, wat door zoo'n theater ont
vangen moet worden!
In Amerika gaat het puibliek echter
veel meer uit dan in Engeland. De
menschen in Amerika kennen geen
„home-iifeZij leven veel meer
„buiten" dan ln Europa. Feitelijk is
het leven in steden als New York,
waar alleen milliardairs heele huizen
bewonen, veel ongezelliger dan bij
ons Vandaar, dat de menechen meer
naar de theaters gaan. Specifiek
Amerikaansch is het ook, dat de bla
den over ie blijven schrijven, zoo lang
je optreedt. In Engeland koant de kri
tiek i ei ale overal elders alleen
dan eereten keer, in Amerika blijven
zc artikels aan je wijden, publiceeren
ze portretten en laten andere acteurs
over je schrijven net zoo lang, als je
naam op het programma staat".
Over de kritiek in Engeland en Ame-
frika was Henri 3e Vries zeer 'goed ie
'spreken. „Zij is aitijd „most willing!"
I zeiuo hij. „In een tijd ale tegenwoor
dig bijvec: beeld houdt de pers reke
ning met ue algemeen© malaise. Zij
breekt niet gauw af en doet alles om
het publiei op to wekken naar het
theater te gaan. Dat is in Holland wel
heel anders. In dat oj*zicht zou de kri
tiek een voorbeeld aan Amerika en
Engeland kunnen nemen!"
Op mijn vraag, of hij lang in ons
land dacht te blijven, antwoordde
Henri de Vries:
„Dat hangt er van af, of ik
overeenstemming kom met Heyermans
over wederopvoeringen van De Brand
in de Jonge Jan in Nederland. Als
dat lukt, begin ik 1 Maart een nieuwe
serie Hollandsche opvoeringen in het
Centraal Theater te Amsterdam (1).
Met de repetities zijn wij al begonnen.
Ik speel met dezelfde acteurs als 20
jaar geleden. Yard van Staalduinen
den rechten en Kaart Sr. den bo
de Ik had den Hollondsohen tekst in
geen jaren onder mijn ooge.i gehad,
inaar ik had hem nog geheel in mijn
hoofd en dat terwijl ik toch in het
Engelsch denk en zeïfe nu en dan
wat moeite heb om mij in het IIoi-
landsch nauwkeurig uit te drukken.
Typisch niet waar? dat zoo'n tekst je
niet meer lotlaat. Ik houd altijd nog
veel van Heyermane' drama. Het is
een prachtstukje en meesterlijk ge
schreven. Misschien, dat ik er dit sei
zoen ook nog eens mee naar Haar
lem kom
Laten wij dat hopen 1 Onder de
oudere Haarlemmers zu'len er zeker
velen zijn, die met verlangen naar
een wederoptreden van Henri de Vri e
uitzien 1 En voor het jongere geslacht,
dat d<?zo karakterspeler nooit zag spe
«en, zal zijn virtuose spel en pheno-
menaal kunnen een openbaring zijn
(1) Deze
reeds begonnen.
J. B. SCHUIL-
BEHOEVEN OE FRANSCHEN NOG EEN MILITAIRE BEDREI-
CINC VAN OUITSCHLAND TE VREEZEN?
IN AFWACHTINC VAN GENUA.
HET ECONOMISCHE HERSTEL VAN EUROPA.
DE HONCER EN -ZIEKTEN IN RUSLAND.
De Fcanschen blijven in Duitsehland
een militair gevaar zien.
Bij de behandeling
In de Fransche Kamer
van de recruteexing in het leger las Fa
bry een rapport voor, waarin hij ver
klaarde, dat iedereen in Frankrijk ver
korting van den militairen diensttijd
wenscht tot op één jaar, hetgeen ook mo
gelijk zou zijn, indien, naar hij te" ken
nen gaf, het verdrag van Versailles zou
worden toegepast. De niet in achtneming
van het verdrag en het gebrek aan tijd
voor de onvermijdelijke technische ver
anderingen in het leger, noodzaken
Frankrijk evenwel, om een diensttijd van
18 maanden te blijven handhaven. Het is
evenwel mogelijk, dat een vermindering
van den, diensttijd tegen het aar igzj
kan worden verwacht, wanneer de poli
tieke en technisalie voorwaarden, boven
genoemd, zullen zijn vervuld. De organi
satie van het leger, zooals deze door de
commissie werd vastgesteld, is volgens
hem eigenlijk reeds berekend op een
diensttijd van één jaar.
Vervolgens stond de spreker uitvoerig
stil bij het gevaar dat volgens hem de
nabuurschap van Duitsehland steeds
voor dc Fransche veiligheid oplevert en
gaf een uiteenzetting van dc woorden
veiligheid cn ontwapening, welke, naar
hij zeide, in het buitenland soms zoo ver
keerd worden begrepen.
Frankrijk bereidt zich niet voor op een
nieuwen oorlog, zeide hij, doch neemt
slechts voorzorgsmaatregelen tegen een
mogelijken oorlog.
Vervolgens wees hij op de noodzake
lijkheid om te waken tegen de mo
gelijkheid van een indusirieele mobili
satie in Duitsehland, vooral wat betref:
den chemischen fabrieken van dat land
en de werkplaatsen voor de civiele vlieg
tuigen. Bovendien doet Duitsehland
moeite 2ijn organisatie van een snelle
mobilisatie te behouden. Het land heeft
de beschikking over 250.000 man kader,
van wie 100.000 tot de legerorganisatie
behooren, terwijl 150.000 behooren tot
machtige organisaties, welke tot een
snelle mobilisatie kunnen medewer
ken. Door spreker werd ook een perma
nente controle voor de verbintenissen,
welke door Duitsehland op langen ter
mijn zijn aangegaan, aanbevolen. Spre
ker geeft voorts een uiteenzetting van
het belang van materiaal en van indus-
strieele organisatie in den modernen
oorlog en zeide, dat Duitsehland com
pensatie zal zoeken voor zijn militairen
tegenspoed, welke is uitge'.oopen op
het vredesverdrag van Versailles, en wel
door een perfectionneering van 2ijn ma
teriaal tot in de hoogste mate.
Vervolgens gaf Fabry aan, hoe men
"do industrieele en economische mobili
satie, zoowel wat betreft personeel als
materiaal, behoort voor te bereiden.
Hij wees op de noodzakelijkheid om
een grens tusschen Duitsehland en
Frankrijk te stellen, die niet te over
schrijden is. De legercommissic voeg
de hij er aan toe wenscht, dat reeds
in de eerste dagen van hel gevaar het
dekkingsleger naar den Rijn zal kunnen
worden gezonden.
De „Soir" publiceert het resultaat van
een in Duitsehland ingesteld onderzoek,
waaruit blijkt, dat er in Duitsehland
meer dan één millioen militair geoefen
de jongelieden zijn.
Deze schending van het verdrag van
Versailles zou het werk zijn van de Ot-
gesch en zou, dank zij een handige ca
mouflage van de groepeering der recru-
ten, zelfs in het bezette gebiod, voorna
melijk te Keulen, plaats hebben.
I-Iet blad publiceert verder in verband
met het onderzoek documenten, waar
van die betreffende mobilisatie zeef op
merkenswaard zijn.
r do
duren voort.
Men toont zich hier eenigszins ver
wonderd, zoo seint de Parijsche cor
respondent van het HUId., dat bet on
derhoud tusschen Podncaré en Schan-
zer zoo kort duurde. Maar men ver
zekert tevens dat cr geen reden bestaat
tot vrees voor eenige verwikkeling
van de zijde van Italië, daar Italië in
de intergeallieerde aangelegenheden
in den laatsten tijd steeds met Enge
land samen gaat, dus de door Lloyd
George te Boulogne aanvaarde rege
lingen zal goedkeuren. Sohanzer nam
akte van du mededeelingen van Poin-
caré en verklaarde niets te kunnen
zeggen alvorens hij Pacta had ge
sproken. Hij vertrok daarop recht
streeks naar Rome en beloofde te zul
len terugkeeren tegen 12 Maart voor
de conferentie -over de Grieksch-
Turksche quaestie.
Daar de verklaringen van Titsjerin,
dat Rusland niet naar Genua zal
gaan, indien voortgaande overeen
komsten tusschende geallieerden ertoe
mochten strekken dc vrijheid von 1 be
weging van de Russische delegatie te
beperken, in Frankrijk eten 011 aange
nomen indruk hebben gemaakt wordt
er op gewezen, dat do conferentie zal
kurmen plaats Itebben ook zonder
deelneming door de Sovjetrogeering.1
Men zou zondar haar de reconstructie
van Rusland btj etapes kunnen rege
len, te beginnen rnet de grensgebie
den, bijv den Kaukasus, niettegen
staande do weigering van de Sovjets.
Maar een dergelijke opvatting van de
Onze Lachboek
Moeder: Betsy, hoe kemt het toch
dat je altijd met broertje kibbelt?
B e t s y: Ik denk, dat hij op vader lijkt
en ik op u!
Patroon (tot bedrijfsleider): Ho©
kun je toch dien loopjongen in dienst
houden? Hij is zoo ontzettend vergeet
achtig 1
Bedrijfsleider: Daarom houd ik
hem juist zoo graag! Hij vergeet alle
populaire wijsjes die hij hoort en kan ez
geen een nafluiten!
zaak zou een hervatting beteekenen
van de politiek van interventie in
Rusland, welke de andere mogend
heden waarschijnlijk zouden afwijzen.
Voigens de Moskousche bladen zaj do
Sovjei-regeeriug onder geenerlei voor
waarde een vermindering van het rood©
leger toelaten.
Ook Sovjet-Oekraine is niet genegen
haar roode leger te verminderen. Zij
ook zal de Entente-staten niet in de ge
legenheid stellen, de Oekraine op econo
misch gebied uit te buiten.
De Russische regeering zal zich alleen
tot betaling der Russische schulden van
voor den oorlog bereid verklaren op
voorwaarde, dat het kapitaal der weste
lijke staten deelneemt aan het herstel van
de Oekraine en Rusland.
Te Berlijn is de commissie voor de
schadevergoeding uit den Econoraischen
Rijksraad bijeengekomen, om zich met
het voorbereidende werk voor de confe
rentie bezig te houden. Staatssecretaris
Hirsch richtte tot de commissie het ver
zoek, om zich over de voorbereidingen
voor Genua te willen uitspreken. Aan het
debat werd o.a. deelgenomen door den
voorzitter van het rijksverbond der Duit-
sche industrie, geheimraad Blücher als
mede door Hugo Strnnes.
Ten slotte werd besloten, de opstelling
van het economisch program en de be
handeling der verkeersproblemen naar
daarvoor te benoemen commissies uit den
economischen rijksraad te verwijzen.
Daarna werd de overeenkomst met de
Commissie van Herstel inzake de leve-
:ngen in natura behandeld.
Het officieele rapport, dat hc-t re
sultaat is van de te Londen gehon-
den conferentie van de organiseereu-
de centrale international©
corporatie
welke van Donderdag tot Zaterdag
j.l. heeft plaats gehad, is thans ge
publiceerd.
Aan den tekst zijn nog de volgen
de bijzonderheden ontleend
„De conferentie van internationale
gedelegeerden, welke te Londen is
bijeengekomen, heeft besloten alles
in het werk te stellen om te komen
tofc de oprichting van Dationale cor
poraties in verschillend© landen,
welke onderling verbonden zullen
zijn, alsmede met een centrale inter
nationale corporatie, welke te Lon
den zal worden gevormd.
Het voornaamste doel der corpora
tie zal zijn, te onderzoeken, in hoe
verre het mogelijk is, werk te ver
richten in verband met het herstel
Europa en medewerking te verlee-
nen bij dc financieel©, organisatie van
dergelijke ondernemignen. Het za!
do politiek der corporaties zijn, zoo
veel mogelijk samen tff- werken met
andere organen en ondernemingen,
en niet naar het scheppen van een
onopoli© te streven.
Men ziet in, dat het vormen van
één enkele geconsolideerde corpora
tie onmogelijk is in verband met de
bestaande valuta-moeilijkheden, zoo
dat het instellen van verschillende
nationale corporaties noodzakelijk is
geworden.
Het is echter de bedoeling, dat. de
nationale corporatie zooveel moge
lijk samenwerken als één organisa
tie onder de leiding van de centrale
internationale corporatie, waarin alle
nationale corporaties aandeelen zul
len hebben, en in welker bestuni zij
alle vertegenwoordigd zullen zijn.
Het gezamenlijke kapitaal van do
nationale corporaties zal voorloonig
worden vastgesteld op een bedrag
gelijk aan twintig millioen pd. st-,
vaarvan 25 onmiddellijk gestort
al moeten worden. Waar dit noudig
mocht zijn, zullen regeeringsgaran-
ties worde:» aangevraagd, ten einde
het bijeen krijgen van dit kapitaal
mogelijk te maken. Het aanvangska-
pitaal van de centrale internationale
corporatie zal worden vastgesteld op
twee millioen pd.st. en zal worden
verkregen door storingen der natio
nale corporaties van ongeveer 10
van haar oorspronkelijk kapitaal.
De volgend© landen werden uitge-
nocwligd, elk 20 van het totale
voorgestelde kapitaal van twintig
millioen pd.st-., bijeen te brengen:
Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitseh
land, Italië en Belgie, Men kwam
overeen, ook de volgende landen, in
dien zij dit weneohen, tot- inschrijving
uit te noodigende Yereenigde Sta
ten,-Japan. Denemarken, Nederland,
Zwitserland en Tsjccho-SIowakije.
Het kapitaal, dat, aan deze landen
wordt toegewezen, zal strekken tot
vermindering van de 20 tot welker
storting do vijf eerstgenoemde lan-
Feuilleton
De Avonturen
van Barnabas
naar het Engelsch van
JEFFERY FARNOL
(geautoriseerde vertaling, nadruk
streng verboden).
65)
Eeu oogeablik bleef het stil zóó
stil dat het schoen alsof iedereen den
adem inhield j het was een lang, lang
oogenblik, waariu Barnabas voelde dat
iedereen naar hem keek in hun oogen
las hij eerst verbazing die overging in
schri en toen in een steeds grooter
wordende afschuw van hem. Daarom
keerde bij hen allemaal den rug toe, liep
naai het groote raam en staarde naar de
u-mkcic stiaat, zonder iets te zien.
„O, Barnabas," hoorde h:j zijn vader
zeggen en zijn stem klonk van heel
ver af, „Barnabas, jongen, ikik
o, Barnabas, zc gaan weg I Ze laten je
alleen, cn het is allemaal mijn schuld,
jongenO. Barnabas., wat heb ik ge
daan! Het is mijn schuld, jongen, alle
maal mijn schuld. Maar ik hoorde dat je
riek was, Barnabas, en misschien ster
ven zou dat je ziek was en om mij
nep om je vader, Barnabas, En nu
o, jongen, mijn jongen wat heb ik ge
daan?"
„U moet uzelf niets verwijten, vader,
het was uw schuld niet," zei Barna
bas met trillende lippenachter zich in
de kamer hoorde hij stoelen schuiven,
voetstappen en onderdrukt gelach, dat
steeds verder en verder weg ging.
„Ga mee, John," zei een stem, „wc
hebben genoeg gedaan voor vanavotid
ga mee!"
„Ja, Natty Bell, ja, ik kom, ik kom
al. O, Barnabas, jongen vergeef het
mei"
Nu keerde Barnabas zich om, en kijk,
de kaarsen flikkerden even helder als al
tijd het glaswerk en het zilver schit
terden nog net even mooi als te voren,
maar de groote zaal was leeg dat
is te zeggen bijna. Van dat heele uit
gelezen en deftige gezelschap waren er
maar twee overgebleven. Ze zagen er
en verlaten uit, zooals ze daar
tafel zatende Viscount kruimelde
wat brood en staarde naar het tafel
laken en de Markies plukte aan zijn
nuifdoos en keek naar het plafond.
En tot deze twee oeuzamo gestalten
•iehttc Bamobas hel woord, maar zijn
stem klonk heesch en onvast,
„Heeren", zei hij, „waarom is u
de anderen niet gevolgd?"
„Och, ja", begon do morkloe, dlc
strakker dan ooit naar het plafond
staarde en ziin snuifdoos open deed.
„wat zal ik daarvan zoggen wat
111 ij betreft, natuurlijk, ik zeg, wat
mij betreft, ik hm! Ja ik wil zeg-
gcr.. En toen hij niet uit zijn
woorden kon komen nam hij in zijn
verwarring werkelijk een snuifje en
begon onmiddellijk geweldig te nie
zen.
„Hoeren", zei Barnabas, „ik geloof
dat het beter is, als u maar weggaat.
Dan valt u niet zoo op. Werkelijk,
u moest maar gaan!"
„Weggaau?" herhaalde de Vis
count, terwijl hij plotseling opstond?
We denkon er niet aan. Al ben je de
zoon va.11 John Barty, daarom ben je
toch ooit nog mijn vriend, en hier
is mijn hand, Barnabas!"
„ESi de mijne ook!" niesde do
markies, „z-zoodra ik over die el
lendig© 11-niesbui lieen ben dat v-
verwensohlo goedje ooltl"
„0, Dick!" zei Barnabas terwijl hij
het hoofd liet hangen, „0, markies!"
„M'n vrienden noemen me
B-Bob!" bracht de markies er van
achter zijn zakdoek uit. „O, dat vree-
selijke goedje!
„Kom, Beiv", zei de Viscount, „jo
moet liet je niet zoo aantrekken ke
rel. Ik begrijp wel dat het hrel on
aangenaam is, maar het go"t wel
weer over, hoor. Over een week komen
zo allemaal weer met hangende poot
jes terug, als je maar den moed
liobt om z© te irotseeren. En we zullen
hem helpen, is het niet, Jeray?"
„Natuurlijk antwoordde de mar
kies, „natuurlijk zullen we dat
Sliuig zou liet ook gedaan hebben
„Hoeren", zei Barnabas terwijl hij
hen allebei een hand gaf „met uw
vriendschap om mij te steunen zijn
alle dingen mogelijk zelfs dit-"
Maar nu verscheen er een kelbter
dao 0011 presenteerblad bij zich droeg
en op het blad lag een brief; hij was
een jong© kellner en zijn houding te
genover Barnabas was al merkbaar
veranderd hij staarde hem vragend
aan on vergat zelfs om te buigcin tot
hij den markies en den Viscount in
liet oog kreeg; toen werd zijn rug on
middellijk lenig en hij overhandigde
Barnabas dan brief met een diepe bui
ging.
Een verontschuldiging mompelend
nam Barnabas clen brief aan, bralt
hem open en las dezo woorden In
Cleojie's handschrift:
„Je hebt mijn vertrouwen vernietigd
en daarmee al liet andere. Vaarwel".
Toen lachte Bamabas plotseling
met en scherp, hard geluid. Hij
scheurde het papier in kleine stuk
jes, gooide do snippere op den grond,
on zette ca- zijn voet op.
„Vrienden", zei hij, „nu is er over
n.ijn toekomst beslist. lit ben jullie
dankbaar, heel dankbaar vo r je
trouw en je hartelijkheid, manr het is
|nu afgeloopcn. Vanavond verlaat ik
de „uitgaande kringen, de deftige we
reld" en ga naar een omgeving lie
beter' past bij mijn afkomst, wont 't
schijnt dat ik tenslotte toch rooit
meer dan een amateur-heer kan zijn.
Heeren, ik ben uw gehoorzame, on
derdanige dienaar vaarwell"
En Barnabas boog voor hen ietier
afzonderlijk en verdween uit de zaal
waar hij kort te voren nog zoo ge
vierd was, met vasten tred on het
hoofd omhoog zooals dat een overwin
naar betaamt.
En zoo groeide en verbleekte de
ster van Bamabas Beverley cn ver
dween tenslotte lieelomaal van h t
firmament van de uitgaande krin
gen 011 11a verloop van tijd be.chouw-
de men hem alleen nog maar .als eon
komeet.
HOOFDSTUK LXIII.
De nacht was donker, dc maan was
nog verscholen achter een lichte, dun
ne wolk; er was vrij veel wind, die
met korte hevige vla n blif». zoodat
de menschen die op straat Hepen, licm
soms op t'e hoeken vlak n '.iet gezicht
kregen en bijna sFk.sn; hb ratelde
cn raasde over daken en schoorstee-
nen, rammelde aan do ruiten, «loofde
flikkerende lampen uit en vervulde de
lucht met allerlei geluiden.
I Maar Bamabas lien door zonder op
dit alles te letten. Met wapper, tide
jas liep hij recht door, met gebogen
hoofd en hij hoorde niets, zag nitts,
dacht niet aan tijd of richting of aan
I zijn mislukte carrière, aan geen van
die djngeu iladit hij alleen maar
aan de woorden van Cleone's br ef.
1 En langzamerhand kwm er ren
heftig gevoel van woede bij hem n
een bittere, koele minachting «oor
haar, die zijn verdriet verdreef, ter
wijl hij daar liep, lachte hij plotse
ling met oen schril geluid dat boven
het huilen van den wind nitk onk,
dat zelfs wilder en luider werd tot hij
gedwongen werd om stil te houden en
tegen een ijzeren leuning aan te gaan
staan.
„Een amateur-heer" hijgde hij.
„Ec«i amateur-heer! O, dwaas, dwaas
(li© ik was!" En weer begon hij hef
tig tc lachen zoodot hij ten slotte bui-
tem adem raakte.
Door een opening tusschen de wol
ken scheen even de maan, en zoo
merkte Bamabas dat hij in een smal
voortuintje keek, waar een paar voch
tige stftenon treden naar een donkere
deur leidde en naast de deur was een
raam en het raam stond open.
Terwijl hij daar zoo keek naar de
vochtig© treden en de donkere deur
kwam alles hetu erg bekend voor; hij
ging een stap achteruit, keek eens