Van onzen reizenden Redacteur HENRI DE VRIES. Buitenlandse!! Overzicht HAARLEM'S DAGBLAD OONOERQ&G E MAART 192a - TWEEDE BLAD Nieuwe reek«4 No. 64 Henri de Vries als Arend In „de Brand in de Jonge Jan". Henri koer terugWaarom hü niet terug zal keeren Henri de «r'ies d8 Amerikaan ilet Engelsch Tooneel Waarom volgens lid Vries het tooneei in Engeland bloeit en in Holland kwijnt lie stukken! net Engelscha stersyi.eem tiet Vaudo/iile- Tlieatre in Amsrlka Amerikaanscue recettes De critiek in Ingeland - Henri da Vries ook naar Haarlem? van. Iemand aJs Henri de Vries, die sinds iaren heeft rondgezworven. in lionden, in New-York en overal neelt „Henri keer terugzoo schreef in dertijd Herman Heyermans, in een van zijn meest bekend geworden Falk landjes, toen hii zich bewust was geworden, wat hii met zijn „Brand in de jonge Jan" Nederland had aan gedaan. Het werd onmiddellijk een „gevleu geld woord", want Falkland had hiermee den wensoh uitgesproken van heel 't theaterlievend Nederiand.Met „Henri" was een van de beste zonen heengegaan, in den Hollanoschen fa miliekring had zijn vertrek een leegte ahtergelaten en Heyermans, die mis schien eenige schuld voelde, omdat hii hem met zijn eigen geesteskind de wereld had ingestuurd, schreef dat pittige woord „Henri, keer terug! Alles is vergeten en vergeven!" "'air Henri keerde niet. De klank van 'te Engekche ponden en de Ame- rikaansohc dollars was schooner en vevlokkender dan het geluid van Falk land's stem. Henri bleef waar hii was. Hii oogstte roem en eer. maar bovenal veel goud. zelfs zooveel goud, als de heele familie daar in Holland nog nooit door één lid van het gezin bii elkaar had zien vergaren. Heel het tooneeispelend Nederland keek met afgunst naar den verloren zoon, die door het „geiongejan" voor ieder „de rijke oom in Amerika" gewor den was. Sporadisch viel de riike oom onver wachts in den familiekring, om na een paar weken weer even plotseling te verdwijnen. Een heel enkele maal liet hii zloh zelfs oven op de planken zien, maar voordat list goed en wel tot de menechen was doorgedrongen, dat „Henri was teruggekeerd", was hii aJ opnieuw gevlogen. Sinds eenige we ken is hii weer in het vaderland terug, kan men hem weer op het Romibrauidlt- plein en door de Kalverstraat zien f la ne eren, en als men hem da>ar ziet loo- pen. veerkrachtig, jong en uiterlijk niets veranderd, dan is het, of hij nooit ia weggeweest. Omdat ie bii Henri nooit zeker bent hoe lang hii zal blijven, hebben wii hem zoo rauw mogelijk opgezocht om eens iets te weten te komen van ziin toekomstplannen, maar nog meer om eens met hem te praten over ziiu ondervindingen in Engeland en Ame rika. Toen hii daar tegenover mij op ziin levendige manier zat te vertellen, zag ik hem telkens weer voor mij, zoo- als ik hem had gezien in ziin jongen tii<l bii de Rotterdammers en later bij het Nêerlaildsch, krachtig, zeer ge- prononceerl talent, karakterspeler bii uitnemendheid, sterk en forsch, acteur van het echte, gezonde ras en ik moest telkens denken, hoe jammer het toch was voor ons tconeel. dat wii hem verloren hobben. Want dat Henri de Vries ooit weer voor goed in Neder land terug komt, eeloof ik niet. Hii is daarvoor in denken cn voelen te veel „Amerikaangeworden. Hij is „eruit" gegroeid en zooals elke Amerikaan te veel „bussdnes-man" geworden. „Wanneer ik hier in Amsterdam een eigen, kleinen schouwburg kon krijgen, zoo'n intiem theater met ge makkelijke stoelen en zware tapijten op den grond, waar ie voeten in weg zakken. een theatertje, waar de men echen zioh prettig en cosy voelen, dan zou ik cr nog eens over denken 1" zei hii me. Er over denken? Misschien. Maar het werkelijk doen Ik geloof er niets gespeeld, zou zich moeilijk in het eigen land meer „thuis kunnen voelen. Hii zou het hier te klein vin den, hii zou niet meer in het gareel kunnen loopen en spoedig weer de wij de wereld intrekken. .,Ze zitten mij hier", zoo bekende hij mij met ziin eigenaardig Engelsch accent, „allemaal te dicht op elkaar I Ei- heerseht hier onder de altisten een veel kleinere geest dan in En geland of Amerika. En hoe kan het ook anders? De lui staan elkaar hier Ui den weg, ze kenner elkaar allen, weten piles precies van mekaar af. Hel is een kleine familie. O, zeker, er is onder de arlisten in Engeland ook wel eens jalousie, maar je merkt er tucli veel minder van dan hier. Waar- deering voor een ander acteur? Je moet het in Holland met een lan taarntje zoeken. Nee, dat is in Enge land heel anders. Daar komt een ac teur dikwijls naar je toe, om je een hartelijk compliment te maken 1 Her- itaaideLiik is het mij gebeurd, dat En- geisohe ooliega's, die mij in A Case of Areon De Brand in de Jonge Jan hadden zien spelen, mij ruiterlijk erkenden „1 cannot do it 1" Voordat je dat ln Holland overkomt, kun ie lang wachten, hens heb ik het gehad, dat Grand! Thomas, een oud acteur, mij midden op straat staande hield en mii vroeg„Are you de Vries?" en toau ik lnom gezegd had, de-t ik liet wezenlijk was, zei hij „Neem je hoed eens afl" Wel verdraaid!" riep hij op eens„nou ben je waarachtig al weer 'n ander 1" In New York heeft David Warfieltl, een van de meest bekende Aim en- .kaamsch acteurs, een lie|d artikel aan mij in de krant gewijd en zegd, dat allo collega's De Brand in de Jonge Jan van mij moesten gaan zien. Hij schreef onder anderen, dat Ik meer met mijn handen deed dan de meeste acteurs met hun heele lichaam en dat het een wonder v hoe ik als vreemdeling do fijnste details uit dien tekst naar voren wist tc brengen I Die waardeering voor eCtoanders werk heeft mij Engeland en Amerika ad-tijd prettig getroffen. In Duitsehland is dat veel minder. De herinnering, die ik van mijn Buitsclie collegia's Iveb niet het publiek en die pers' zijn niet van de prettiste. Ze zijn daar al oven jaloersch als in een klein land!" Op mijn vraag, hoe hij over Engelsche tooneel dacht, antwoordde Henri de Vries: „De Emgelsche acteurs en actrices Zijn uitmuntend, zoolang zij Engel- echen op het toon oei kunnen voor stellen! Dan zijn zo werkelijk on- overtreffelijk. Ik bedoel hiermee niet alleen in de society-stukken, maar het Engelsch milieu in den meest uitgebreiden zin van liet woord, da speiaifiek Engelsche stukken moet je alleen Enge-lsohen zien. Zij spelen dan natuurlijk en waar. Als zij echter veel emotie moeten geven, dan Is het mis. Vooral hij de n nen. De Engelsche auteurs houden hiermee dan ook altijd terdege reke ning. Zij geven op het tooneel weini emotie en hartstocht. Het Engelsch /publiek houdt daar trouwens niet van. Een Etigelschman wil zijn ge voelens niet laten zien. Een prop in de Seel, goeS, maar verder moet hei? ook niet gaan' Een ander mag van pijn aandoeningen niets merken. Daarom gaat een stuk met veei emotie tal Engeland er dan ook zoo moeilijk in. Een stuk mag in Enge land nooit „very sad" zijn. Als 't erg treurig is, is het doorgaans al van to voren veroordeeld. In het begin waren wij dan ook wel eens bang voor het succes van De Brand in d6 Jonge Jan. Ik herinner mij, dat toen ik het den eersten heer te Londen in the Haymarket Theatre had ge speeld, Pisuisse die toen nog cor respondent van het Alg. Handels blad in Engeland was naar mij toekwam en mij vertelde, dat bij in d.e Stalles achter een ouden heer en een dame had gezeten en dat de mijnheer niets anders had gezegd dat „"Marvellous!" en de dame: „Y-cs, but very sad!" Dat was typee- rend voor dein Engelsahen smaak. Maar de kranten schreven er zoo emthousliaat oven, dat de memschen kwamen kijikon en ik het dudaende lceeren na 3000 ben ik den tel (kwijt geraakt heb moeten spelen, ondanks, dat het „very sad" was. Het is ook opmerkelijk, dat de En- gelscben het uitbeelden van eterue emotie van een vreemdeling veel eer der acoepteeren dan van een landge noot. „It is a foreignerl" het is een vreemdeling zeggen bij dan en het is in orde. Van een Engelschman vinden zij het ru-w en grof en widen zij het niet zien. Michel Morton, een Engelsch tooneelsChnjver, is thans bezig een stuk voor mij te schrijven. Hij erkende mij zelf, dat de hoofdrol in dat stuk door geen Engelechman gespeeld zou kunnen worden, omdat die hoofdpersoon „te veel emotie moet geven Over het algemeen houdt men in Engeland veel meer rekening met wat hel publiek wil dan in Holland, ln Engeland, en nog meer in Amerika, vragen zij allereerst, wat de men echen verlangen. Het publiek wil in het theater geïnteresseerd worden. Je moet de belangsteWing opwekken. Aan al dat gepraat zooals in ons land van „het publiek opvoeden", doen ui in EngelaDd niet. En dat is maar goed ook I Je kunt het publiek toch niet op voeden I Het is geen wonder, dat <ie theaters hier bijna alle zoo slecht gaan en dat er overal geld bij moet. De kritiek in Holland, die altijd maai weer hamert op datzelfde aanbeeld, dat het tooneel „litterair" moet zijn. drijft hel tooneel daarmee precios den verkeerden kant uit. Ik wel wel dege lijk kunst op het tooneel, maar theaterkunst, waar men be lang in stelt. Ik hoorde van een theater te Am sterdam, waar verleden op een avond ten recette van 15 gulden werd gemaakt! Vijftien gulden! Ze gooien dan de schuld op het gebouw en do ligging van het theater, maar dat is het niet Het ligt aan de stukken» De stukken alleen kunnen de men- schen naai- den schouwburg trekken. Wij, acteurs, zijn geen scheppers, wij moeten altijd wachten op the other feliow, den schrijver! ln Engeland en Amerika gaat men altijd van hei stuk uit. Het stuk is de basis! 'n een groote stad als Londen en ook in Amerika heb je geen vaste gezelschap pen ala hier en in Duitsehland! Een acteur, die een bepaald ©tuk wil op voeren, huurt een theater en zoekt dan uit cle duizende artieten zijn men- sclien uit, die hij voor dat bepaalde stuk noodig denkt te hebben. Dan be ginnen de repetities, waarop in het algemeen veel ernstiger gewerkt wordt en die ook veel langer duren dun in Holland. Men weet, dat van de premiere all.es afhangt. Mot de opvoe ring van een stuk in een stad als Lon den en New York zijn altijd duizende pc-iideri gemoeid. De premiere moet dunsdadelijk in alle opzichten geheel en al „af zijn". Op mijn opmerking, dat je dan in Engeland en Amerika ook nooit vaste ensembles" kreeg, meende de Vries, dat dit absoluut onnoodig was. „A's je maar een knap regisseur hebt en zoo lang met elkaar hebt gerepeteerd, tot ic in het sluk, dat je te zanten speelt, een werkelijk ensemble bent géworden. Ik erken, dat ei' aan het ster-systeem, dat in Engeland, behal ve in Ge provincie, waar jo ook vaste repertoire gezelschappen hebt, en »u Amoiika overal wordt gehuldigd, wei eenige artistieke nadeelen zijn verbon den, maar het heeft ook belangrijke voordcelen. Alle medespeïenden span nen zich veel meer hi om den „ster" te ondersteunen. Zij hebben er immer zelf belang bij, dat het nieuwo stuk inslaat en zco lang mogelijk réper toire houdt. Do belangen van den „ster" zijn ook de belangen van de medespc lends arttsten. De eenige, dis in Londen een vast. gezelschap neeft gehad, was Henry Irving. De ande ren zoeken voor elk nieuw stuk hun menschen weer opnieuw uit. Het spreekt vanzelf, dat er zich om be paalde spelers wel eens een vast© kern vormt, waarmee zij graag spe len, maar zij zullen er zich nooit aan binden. Ik zelf heb herhaaldelijk op deze manier een eigen gezelschap gevormd en zoo verschillende stukken gespeeld. Want u begrijpt, dat ik met al die jaren in het buitenland „gejonge- asd" heb. In !9M hen Ik uu Hoh iand vertrokken. Dat is dus nu iu jaar ge>e<icn. De eerste jaren heb ik bijna uitsluitend Heyermans' drama gvspeeld. In Engeland speelde ik al tijd in gewone theaters, inaar in Ame rika in „Vaudeville-theatres". Dat is een typisch verschil tusschen Amerika en F.r.gcland, dat ie in Amerika in een Vaudeville-theatre 'een theater, dat Engeland music-hall zoudt noe men ernstige kunst ala De Brand in de Jonge Jan kunt geven, wat in Fngelanu absoluut is uitgesloten In New York speelde ik A Case of Arson twee keer per dag. Van de re cettes, die in zulk een theater ge maakt worden, kan men zich in Hol land geen voorstelling maken. Van daar dut zij aan do urtisten ook veel meer kunnen betalen. In New York kreeg ik alleen 15u0 dollar dat is dus b.jna 4000 gulden per week. De kranten sdhreven 2500, maar die lie gen in Amerika er altijd 1 of 2 dui zend bij. En nu was A Case of Ar son wel het hoofdnummer, maar er stonden toch nog zeven andere num mere up het programma! Gaat u nu maar na, wat door zoo'n theater ont vangen moet worden! In Amerika gaat het puibliek echter veel meer uit dan in Engeland. De menschen in Amerika kennen geen „home-iifeZij leven veel meer „buiten" dan ln Europa. Feitelijk is het leven in steden als New York, waar alleen milliardairs heele huizen bewonen, veel ongezelliger dan bij ons Vandaar, dat de menechen meer naar de theaters gaan. Specifiek Amerikaansch is het ook, dat de bla den over ie blijven schrijven, zoo lang je optreedt. In Engeland koant de kri tiek i ei ale overal elders alleen dan eereten keer, in Amerika blijven zc artikels aan je wijden, publiceeren ze portretten en laten andere acteurs over je schrijven net zoo lang, als je naam op het programma staat". Over de kritiek in Engeland en Ame- frika was Henri 3e Vries zeer 'goed ie 'spreken. „Zij is aitijd „most willing!" I zeiuo hij. „In een tijd ale tegenwoor dig bijvec: beeld houdt de pers reke ning met ue algemeen© malaise. Zij breekt niet gauw af en doet alles om het publiei op to wekken naar het theater te gaan. Dat is in Holland wel heel anders. In dat oj*zicht zou de kri tiek een voorbeeld aan Amerika en Engeland kunnen nemen!" Op mijn vraag, of hij lang in ons land dacht te blijven, antwoordde Henri de Vries: „Dat hangt er van af, of ik overeenstemming kom met Heyermans over wederopvoeringen van De Brand in de Jonge Jan in Nederland. Als dat lukt, begin ik 1 Maart een nieuwe serie Hollandsche opvoeringen in het Centraal Theater te Amsterdam (1). Met de repetities zijn wij al begonnen. Ik speel met dezelfde acteurs als 20 jaar geleden. Yard van Staalduinen den rechten en Kaart Sr. den bo de Ik had den Hollondsohen tekst in geen jaren onder mijn ooge.i gehad, inaar ik had hem nog geheel in mijn hoofd en dat terwijl ik toch in het Engelsch denk en zeïfe nu en dan wat moeite heb om mij in het IIoi- landsch nauwkeurig uit te drukken. Typisch niet waar? dat zoo'n tekst je niet meer lotlaat. Ik houd altijd nog veel van Heyermane' drama. Het is een prachtstukje en meesterlijk ge schreven. Misschien, dat ik er dit sei zoen ook nog eens mee naar Haar lem kom Laten wij dat hopen 1 Onder de oudere Haarlemmers zu'len er zeker velen zijn, die met verlangen naar een wederoptreden van Henri de Vri e uitzien 1 En voor het jongere geslacht, dat d<?zo karakterspeler nooit zag spe «en, zal zijn virtuose spel en pheno- menaal kunnen een openbaring zijn (1) Deze reeds begonnen. J. B. SCHUIL- BEHOEVEN OE FRANSCHEN NOG EEN MILITAIRE BEDREI- CINC VAN OUITSCHLAND TE VREEZEN? IN AFWACHTINC VAN GENUA. HET ECONOMISCHE HERSTEL VAN EUROPA. DE HONCER EN -ZIEKTEN IN RUSLAND. De Fcanschen blijven in Duitsehland een militair gevaar zien. Bij de behandeling In de Fransche Kamer van de recruteexing in het leger las Fa bry een rapport voor, waarin hij ver klaarde, dat iedereen in Frankrijk ver korting van den militairen diensttijd wenscht tot op één jaar, hetgeen ook mo gelijk zou zijn, indien, naar hij te" ken nen gaf, het verdrag van Versailles zou worden toegepast. De niet in achtneming van het verdrag en het gebrek aan tijd voor de onvermijdelijke technische ver anderingen in het leger, noodzaken Frankrijk evenwel, om een diensttijd van 18 maanden te blijven handhaven. Het is evenwel mogelijk, dat een vermindering van den, diensttijd tegen het aar igzj kan worden verwacht, wanneer de poli tieke en technisalie voorwaarden, boven genoemd, zullen zijn vervuld. De organi satie van het leger, zooals deze door de commissie werd vastgesteld, is volgens hem eigenlijk reeds berekend op een diensttijd van één jaar. Vervolgens stond de spreker uitvoerig stil bij het gevaar dat volgens hem de nabuurschap van Duitsehland steeds voor dc Fransche veiligheid oplevert en gaf een uiteenzetting van dc woorden veiligheid cn ontwapening, welke, naar hij zeide, in het buitenland soms zoo ver keerd worden begrepen. Frankrijk bereidt zich niet voor op een nieuwen oorlog, zeide hij, doch neemt slechts voorzorgsmaatregelen tegen een mogelijken oorlog. Vervolgens wees hij op de noodzake lijkheid om te waken tegen de mo gelijkheid van een indusirieele mobili satie in Duitsehland, vooral wat betref: den chemischen fabrieken van dat land en de werkplaatsen voor de civiele vlieg tuigen. Bovendien doet Duitsehland moeite 2ijn organisatie van een snelle mobilisatie te behouden. Het land heeft de beschikking over 250.000 man kader, van wie 100.000 tot de legerorganisatie behooren, terwijl 150.000 behooren tot machtige organisaties, welke tot een snelle mobilisatie kunnen medewer ken. Door spreker werd ook een perma nente controle voor de verbintenissen, welke door Duitsehland op langen ter mijn zijn aangegaan, aanbevolen. Spre ker geeft voorts een uiteenzetting van het belang van materiaal en van indus- strieele organisatie in den modernen oorlog en zeide, dat Duitsehland com pensatie zal zoeken voor zijn militairen tegenspoed, welke is uitge'.oopen op het vredesverdrag van Versailles, en wel door een perfectionneering van 2ijn ma teriaal tot in de hoogste mate. Vervolgens gaf Fabry aan, hoe men "do industrieele en economische mobili satie, zoowel wat betreft personeel als materiaal, behoort voor te bereiden. Hij wees op de noodzakelijkheid om een grens tusschen Duitsehland en Frankrijk te stellen, die niet te over schrijden is. De legercommissic voeg de hij er aan toe wenscht, dat reeds in de eerste dagen van hel gevaar het dekkingsleger naar den Rijn zal kunnen worden gezonden. De „Soir" publiceert het resultaat van een in Duitsehland ingesteld onderzoek, waaruit blijkt, dat er in Duitsehland meer dan één millioen militair geoefen de jongelieden zijn. Deze schending van het verdrag van Versailles zou het werk zijn van de Ot- gesch en zou, dank zij een handige ca mouflage van de groepeering der recru- ten, zelfs in het bezette gebiod, voorna melijk te Keulen, plaats hebben. I-Iet blad publiceert verder in verband met het onderzoek documenten, waar van die betreffende mobilisatie zeef op merkenswaard zijn. r do duren voort. Men toont zich hier eenigszins ver wonderd, zoo seint de Parijsche cor respondent van het HUId., dat bet on derhoud tusschen Podncaré en Schan- zer zoo kort duurde. Maar men ver zekert tevens dat cr geen reden bestaat tot vrees voor eenige verwikkeling van de zijde van Italië, daar Italië in de intergeallieerde aangelegenheden in den laatsten tijd steeds met Enge land samen gaat, dus de door Lloyd George te Boulogne aanvaarde rege lingen zal goedkeuren. Sohanzer nam akte van du mededeelingen van Poin- caré en verklaarde niets te kunnen zeggen alvorens hij Pacta had ge sproken. Hij vertrok daarop recht streeks naar Rome en beloofde te zul len terugkeeren tegen 12 Maart voor de conferentie -over de Grieksch- Turksche quaestie. Daar de verklaringen van Titsjerin, dat Rusland niet naar Genua zal gaan, indien voortgaande overeen komsten tusschende geallieerden ertoe mochten strekken dc vrijheid von 1 be weging van de Russische delegatie te beperken, in Frankrijk eten 011 aange nomen indruk hebben gemaakt wordt er op gewezen, dat do conferentie zal kurmen plaats Itebben ook zonder deelneming door de Sovjetrogeering.1 Men zou zondar haar de reconstructie van Rusland btj etapes kunnen rege len, te beginnen rnet de grensgebie den, bijv den Kaukasus, niettegen staande do weigering van de Sovjets. Maar een dergelijke opvatting van de Onze Lachboek Moeder: Betsy, hoe kemt het toch dat je altijd met broertje kibbelt? B e t s y: Ik denk, dat hij op vader lijkt en ik op u! Patroon (tot bedrijfsleider): Ho© kun je toch dien loopjongen in dienst houden? Hij is zoo ontzettend vergeet achtig 1 Bedrijfsleider: Daarom houd ik hem juist zoo graag! Hij vergeet alle populaire wijsjes die hij hoort en kan ez geen een nafluiten! zaak zou een hervatting beteekenen van de politiek van interventie in Rusland, welke de andere mogend heden waarschijnlijk zouden afwijzen. Voigens de Moskousche bladen zaj do Sovjei-regeeriug onder geenerlei voor waarde een vermindering van het rood© leger toelaten. Ook Sovjet-Oekraine is niet genegen haar roode leger te verminderen. Zij ook zal de Entente-staten niet in de ge legenheid stellen, de Oekraine op econo misch gebied uit te buiten. De Russische regeering zal zich alleen tot betaling der Russische schulden van voor den oorlog bereid verklaren op voorwaarde, dat het kapitaal der weste lijke staten deelneemt aan het herstel van de Oekraine en Rusland. Te Berlijn is de commissie voor de schadevergoeding uit den Econoraischen Rijksraad bijeengekomen, om zich met het voorbereidende werk voor de confe rentie bezig te houden. Staatssecretaris Hirsch richtte tot de commissie het ver zoek, om zich over de voorbereidingen voor Genua te willen uitspreken. Aan het debat werd o.a. deelgenomen door den voorzitter van het rijksverbond der Duit- sche industrie, geheimraad Blücher als mede door Hugo Strnnes. Ten slotte werd besloten, de opstelling van het economisch program en de be handeling der verkeersproblemen naar daarvoor te benoemen commissies uit den economischen rijksraad te verwijzen. Daarna werd de overeenkomst met de Commissie van Herstel inzake de leve- :ngen in natura behandeld. Het officieele rapport, dat hc-t re sultaat is van de te Londen gehon- den conferentie van de organiseereu- de centrale international© corporatie welke van Donderdag tot Zaterdag j.l. heeft plaats gehad, is thans ge publiceerd. Aan den tekst zijn nog de volgen de bijzonderheden ontleend „De conferentie van internationale gedelegeerden, welke te Londen is bijeengekomen, heeft besloten alles in het werk te stellen om te komen tofc de oprichting van Dationale cor poraties in verschillend© landen, welke onderling verbonden zullen zijn, alsmede met een centrale inter nationale corporatie, welke te Lon den zal worden gevormd. Het voornaamste doel der corpora tie zal zijn, te onderzoeken, in hoe verre het mogelijk is, werk te ver richten in verband met het herstel Europa en medewerking te verlee- nen bij dc financieel©, organisatie van dergelijke ondernemignen. Het za! do politiek der corporaties zijn, zoo veel mogelijk samen tff- werken met andere organen en ondernemingen, en niet naar het scheppen van een onopoli© te streven. Men ziet in, dat het vormen van één enkele geconsolideerde corpora tie onmogelijk is in verband met de bestaande valuta-moeilijkheden, zoo dat het instellen van verschillende nationale corporaties noodzakelijk is geworden. Het is echter de bedoeling, dat. de nationale corporatie zooveel moge lijk samenwerken als één organisa tie onder de leiding van de centrale internationale corporatie, waarin alle nationale corporaties aandeelen zul len hebben, en in welker bestuni zij alle vertegenwoordigd zullen zijn. Het gezamenlijke kapitaal van do nationale corporaties zal voorloonig worden vastgesteld op een bedrag gelijk aan twintig millioen pd. st-, vaarvan 25 onmiddellijk gestort al moeten worden. Waar dit noudig mocht zijn, zullen regeeringsgaran- ties worde:» aangevraagd, ten einde het bijeen krijgen van dit kapitaal mogelijk te maken. Het aanvangska- pitaal van de centrale internationale corporatie zal worden vastgesteld op twee millioen pd.st. en zal worden verkregen door storingen der natio nale corporaties van ongeveer 10 van haar oorspronkelijk kapitaal. De volgend© landen werden uitge- nocwligd, elk 20 van het totale voorgestelde kapitaal van twintig millioen pd.st-., bijeen te brengen: Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitseh land, Italië en Belgie, Men kwam overeen, ook de volgende landen, in dien zij dit weneohen, tot- inschrijving uit te noodigende Yereenigde Sta ten,-Japan. Denemarken, Nederland, Zwitserland en Tsjccho-SIowakije. Het kapitaal, dat, aan deze landen wordt toegewezen, zal strekken tot vermindering van de 20 tot welker storting do vijf eerstgenoemde lan- Feuilleton De Avonturen van Barnabas naar het Engelsch van JEFFERY FARNOL (geautoriseerde vertaling, nadruk streng verboden). 65) Eeu oogeablik bleef het stil zóó stil dat het schoen alsof iedereen den adem inhield j het was een lang, lang oogenblik, waariu Barnabas voelde dat iedereen naar hem keek in hun oogen las hij eerst verbazing die overging in schri en toen in een steeds grooter wordende afschuw van hem. Daarom keerde bij hen allemaal den rug toe, liep naai het groote raam en staarde naar de u-mkcic stiaat, zonder iets te zien. „O, Barnabas," hoorde h:j zijn vader zeggen en zijn stem klonk van heel ver af, „Barnabas, jongen, ikik o, Barnabas, zc gaan weg I Ze laten je alleen, cn het is allemaal mijn schuld, jongenO. Barnabas., wat heb ik ge daan! Het is mijn schuld, jongen, alle maal mijn schuld. Maar ik hoorde dat je riek was, Barnabas, en misschien ster ven zou dat je ziek was en om mij nep om je vader, Barnabas, En nu o, jongen, mijn jongen wat heb ik ge daan?" „U moet uzelf niets verwijten, vader, het was uw schuld niet," zei Barna bas met trillende lippenachter zich in de kamer hoorde hij stoelen schuiven, voetstappen en onderdrukt gelach, dat steeds verder en verder weg ging. „Ga mee, John," zei een stem, „wc hebben genoeg gedaan voor vanavotid ga mee!" „Ja, Natty Bell, ja, ik kom, ik kom al. O, Barnabas, jongen vergeef het mei" Nu keerde Barnabas zich om, en kijk, de kaarsen flikkerden even helder als al tijd het glaswerk en het zilver schit terden nog net even mooi als te voren, maar de groote zaal was leeg dat is te zeggen bijna. Van dat heele uit gelezen en deftige gezelschap waren er maar twee overgebleven. Ze zagen er en verlaten uit, zooals ze daar tafel zatende Viscount kruimelde wat brood en staarde naar het tafel laken en de Markies plukte aan zijn nuifdoos en keek naar het plafond. En tot deze twee oeuzamo gestalten •iehttc Bamobas hel woord, maar zijn stem klonk heesch en onvast, „Heeren", zei hij, „waarom is u de anderen niet gevolgd?" „Och, ja", begon do morkloe, dlc strakker dan ooit naar het plafond staarde en ziin snuifdoos open deed. „wat zal ik daarvan zoggen wat 111 ij betreft, natuurlijk, ik zeg, wat mij betreft, ik hm! Ja ik wil zeg- gcr.. En toen hij niet uit zijn woorden kon komen nam hij in zijn verwarring werkelijk een snuifje en begon onmiddellijk geweldig te nie zen. „Hoeren", zei Barnabas, „ik geloof dat het beter is, als u maar weggaat. Dan valt u niet zoo op. Werkelijk, u moest maar gaan!" „Weggaau?" herhaalde de Vis count, terwijl hij plotseling opstond? We denkon er niet aan. Al ben je de zoon va.11 John Barty, daarom ben je toch ooit nog mijn vriend, en hier is mijn hand, Barnabas!" „ESi de mijne ook!" niesde do markies, „z-zoodra ik over die el lendig© 11-niesbui lieen ben dat v- verwensohlo goedje ooltl" „0, Dick!" zei Barnabas terwijl hij het hoofd liet hangen, „0, markies!" „M'n vrienden noemen me B-Bob!" bracht de markies er van achter zijn zakdoek uit. „O, dat vree- selijke goedje! „Kom, Beiv", zei de Viscount, „jo moet liet je niet zoo aantrekken ke rel. Ik begrijp wel dat het hrel on aangenaam is, maar het go"t wel weer over, hoor. Over een week komen zo allemaal weer met hangende poot jes terug, als je maar den moed liobt om z© te irotseeren. En we zullen hem helpen, is het niet, Jeray?" „Natuurlijk antwoordde de mar kies, „natuurlijk zullen we dat Sliuig zou liet ook gedaan hebben „Hoeren", zei Barnabas terwijl hij hen allebei een hand gaf „met uw vriendschap om mij te steunen zijn alle dingen mogelijk zelfs dit-" Maar nu verscheen er een kelbter dao 0011 presenteerblad bij zich droeg en op het blad lag een brief; hij was een jong© kellner en zijn houding te genover Barnabas was al merkbaar veranderd hij staarde hem vragend aan on vergat zelfs om te buigcin tot hij den markies en den Viscount in liet oog kreeg; toen werd zijn rug on middellijk lenig en hij overhandigde Barnabas dan brief met een diepe bui ging. Een verontschuldiging mompelend nam Barnabas clen brief aan, bralt hem open en las dezo woorden In Cleojie's handschrift: „Je hebt mijn vertrouwen vernietigd en daarmee al liet andere. Vaarwel". Toen lachte Bamabas plotseling met en scherp, hard geluid. Hij scheurde het papier in kleine stuk jes, gooide do snippere op den grond, on zette ca- zijn voet op. „Vrienden", zei hij, „nu is er over n.ijn toekomst beslist. lit ben jullie dankbaar, heel dankbaar vo r je trouw en je hartelijkheid, manr het is |nu afgeloopcn. Vanavond verlaat ik de „uitgaande kringen, de deftige we reld" en ga naar een omgeving lie beter' past bij mijn afkomst, wont 't schijnt dat ik tenslotte toch rooit meer dan een amateur-heer kan zijn. Heeren, ik ben uw gehoorzame, on derdanige dienaar vaarwell" En Barnabas boog voor hen ietier afzonderlijk en verdween uit de zaal waar hij kort te voren nog zoo ge vierd was, met vasten tred on het hoofd omhoog zooals dat een overwin naar betaamt. En zoo groeide en verbleekte de ster van Bamabas Beverley cn ver dween tenslotte lieelomaal van h t firmament van de uitgaande krin gen 011 11a verloop van tijd be.chouw- de men hem alleen nog maar .als eon komeet. HOOFDSTUK LXIII. De nacht was donker, dc maan was nog verscholen achter een lichte, dun ne wolk; er was vrij veel wind, die met korte hevige vla n blif». zoodat de menschen die op straat Hepen, licm soms op t'e hoeken vlak n '.iet gezicht kregen en bijna sFk.sn; hb ratelde cn raasde over daken en schoorstee- nen, rammelde aan do ruiten, «loofde flikkerende lampen uit en vervulde de lucht met allerlei geluiden. I Maar Bamabas lien door zonder op dit alles te letten. Met wapper, tide jas liep hij recht door, met gebogen hoofd en hij hoorde niets, zag nitts, dacht niet aan tijd of richting of aan I zijn mislukte carrière, aan geen van die djngeu iladit hij alleen maar aan de woorden van Cleone's br ef. 1 En langzamerhand kwm er ren heftig gevoel van woede bij hem n een bittere, koele minachting «oor haar, die zijn verdriet verdreef, ter wijl hij daar liep, lachte hij plotse ling met oen schril geluid dat boven het huilen van den wind nitk onk, dat zelfs wilder en luider werd tot hij gedwongen werd om stil te houden en tegen een ijzeren leuning aan te gaan staan. „Een amateur-heer" hijgde hij. „Ec«i amateur-heer! O, dwaas, dwaas (li© ik was!" En weer begon hij hef tig tc lachen zoodot hij ten slotte bui- tem adem raakte. Door een opening tusschen de wol ken scheen even de maan, en zoo merkte Bamabas dat hij in een smal voortuintje keek, waar een paar voch tige stftenon treden naar een donkere deur leidde en naast de deur was een raam en het raam stond open. Terwijl hij daar zoo keek naar de vochtig© treden en de donkere deur kwam alles hetu erg bekend voor; hij ging een stap achteruit, keek eens

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5