HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
De ziekte-bestrijding in de
Bloemboilencuituur.
Brieven uit Berlijn
VRIJDAG 24 MAART 1922 TWEEDE BLAD
(Nieuwe reeks.)
No. 67
De aaltjesziekte in de narcissen en het wetenschappelijk onderzoek. Dr.
E. van Slogteren. Een man van do wetenschap en do praktijk. Engeland
en do bestrijding der bloembollenzlekten. De praktijk kan do wetenschappe
lijke basis niet missen. Wat Dr. Van Slogteren mij ovor zijn arbeid vertelde.
Hét bollenkoken. Do behandeling van de aaltjoszlekte ook van zeer
gunsügen Invloed op den groei en den blool van gezonde bollen.. Eon merk
waardige tentoonstelling voor de mann en van het vak.
In uiya artikel over „Amerika en de
Bloeirfbollenliandel"(1) bob ik reeds een
en ander gezegd over liet belangrijke werk,
dat Dr. Van Slogteren mot zyn weten
schappelijk onderzoek voor de bloembollen
cultuur in Nederland boert verriclit. Dr.
van Slogteren's arbeid is voor do bloem
bollenstreek van zoo groote waarde, dat
ik meen hieraan een afzonderlijk artikel
te moeten wijden.
Toen eenige jaren geloden de zooge
naamde „aaltjes-ziekte" in do narcissen
zulk een omvang nam, dat zij werkelijk
eeu ernstig gevaar voor de bloembollen
cultuur dreigde te zullen worden, begon
men in te zien, dat voor dezo ziekte en
haar bestrijding wetenschappelijk onder-
zoolt noodzakelijk was. Daarom heeft men
aan de Regeeriiig gevraagd in de bloem
bollenstreek een phytojiatholoog te willen
plaatsen ter bostudeering en eventueels
beslrijding van de verschillende snokten.
Op voordracht van Wageningen is toen in
1917 de heer E. van Slogteren, Dr. in de
botanie, die aan de universiteit te Gro
ningen heeft gestudeerd, benoemd. Een
gelukkiger lceus had men moeilijk kunnen
doen. Met volle liefde heeft Dr. Van Slog
teren, die nog zeer jong was, toen hij naar
•Lisse werd geroepen, zich aan zijn taak
gegeven. Pas gepromoveerd, kwam hij
reeds spoedig zooals de lieer E. H.
Krelage, mij mededeelde in aanmer
king voor opvolger van prof. Moll in
do botanie te Groningen. Do heer Van
Slogteren gaf er echter de voorkeur aan
het werk, dat hjj te Lisse was begonnen,
te voltooien en heel ile bloembollenstreek
heeft reden Dr. van Slogteren dankbaar te
zija voor dit besluit. De heer Van Slog
teren is als do meests werkelijk weten
schappelijke menschen een zeer bosehoi-
den man. Zelf spreekt hij met den groot-
sten eenvoud over zijn onderzoekingen en
de verkregen resultaten. Maar ik wil hier
toch meedcelen, wat een ander my van
Dr. Van Slogteren 'a arbeid hoeft gezegd.
In do weinige jaren, dat hij te Lisse
werkzaam is, heeft Dr. van Slogteren
zoo zei mij do heer Krelage prachtig
werk geleverd, werk, dat niet genoeg ge
waardeerd kan worden. Deze jonge ge
leerde heeft niet alleen een onfoilbaar
middel tegen do „aaltjes-ziekte" uitge
vonden, zoodat deze ziekte thans met het
grootste succes in ons land bestreden
wordt, hij heeft ook buiten dat met zyn
publicaties in do vakbladen van do re
sultaten van zijn wetenschappelijke onder
zoekingen zeer veel gedaan in hot belang
van de bloembollencultuur. Dr. Van Slog
teren is een man, die met zijn wetenschap
in do praktijk Btaat. Hy heeft in do jaren,
dat hy' voor zyn onderzoekingen to Lisse
werkzaam is, steeds vbeling gehouden
met do praktijk en zyn werk wordt dan
ook door allen in de bloembollenstreek
hoogelyk geprezen. Voor zyn onderzoekin
gen ondervindt do heer Vau Slogteren,
zooals hy mij zelf mededeelde, van alle
zijden den grootsten steun. Zoo 6teldeu
verschillende kweekers alleen voor zyn
laatste proeven duizendo bloembollen tot'
een waarde van ottelijke dnizende gul
dens te zijner beschikking.
Vooral in verband met onzen export
naar Amerika is het van bet hoogste be
lang, dat do cultures in Holland gezond
zijn. Maar niet alleen in Holland, ook in.
Engeland. In Engeland is men met de
ziektebestrijding echter lang zoo ver niet
als in ons land. De beer Krciago vertelde
mij, dat een phytopatholoog uit Engeland
in ons laud is geweest ter bestudocriug
van het vrnagstuk en daarbij van Dr.
Van Slogteren allo noodige inlichtingen
heeft gekregen. Eenige maanden later
kon men in Engelscho vakbladen lezen,
dat in Engeland een middel was uitge
vonden togen do bollenziekte en.... „dat
men in Holland ook ongeveer zoo ver
waal
,De heer Van Slogteren is zelf in Enge
land geweest, waar hy sen officicelo stu
diereis met vakmenschen heeft gemaakt.
Hy is dus geheel op de hoogte van de ziek
teprocessen in do bloembollencultuur m
Engeland. Daar is men echter, volgens den
heer Krelage, lang zoo ver niet mot de
ziekte-bestrijding als in ons land.
„De heer Van Slogteren" zoo zoi mij
de heer Krelage „heeft door zyn vrucht
baren arbeid bewezen, wat het weten
schappelijk onderzoek voor do culturen
waard is. Daarom is het ons streven, dat
hy hier voor vast beuoemd wordt on zijn
positie dus zoodanig geregeld wordt, dat
by ook iu de toekomst voor da streek be
houden blijft. Do lieer Van Slogteren is
namelijk maar voor oen bepaald doel
wetenschappelijk onderzook en de praktijk
het onderzoek der 'ziektes in do narcis
sen en de bestrijding te Lisse gedeta
cheerd, maar als dit onderzoek geheel is
geëindigd, dan is er nog zoo'n ruim veld
vcor een man als hy op hot gebied der
physiologie de levensleer van di
bollen, dat zyn onderzoekingen en zyn
arbeid voor do bloembollencultuur nog
van onschatbare waarde Kunnen zijn. „De
praktijk heeft in doze jaren geleerd," en
do heer Krelage verklaarde my <llt met
den meesten nadruk „dat zy do weten
schappelijke basis niet missen kan."
Na myn onderhoud met den hoor Kre
lage heb Lk Dr. Van Slogteren zelf ge
vraagd mjj het een en ander over zyn
werk te willen mededeelen.
„Ilc ben gelukkig geweest!" was het
eerste, wat hjj mjj zeido en dit teekonde
volkomen zyn bescheidenheid. „De rede
van myn succes «9 geweest, dat ik physio-
loog was en de ziektebestrijding niet hoti
moest heb gezocht in de parasieten, maar
meer rekening heb gobo iden mot het nor-
malo leven van do plaut. De pbytopatho
logie werd vroeger in hoofdzaak be-
heerscht door entomologen" insecten-
kundigon en zoölogen dierkundigen.
Zjj bobben de ziektebestrijding het meest
gezocht in de parasietea. Als er een
nieuws parasièt ontdekt was, was er
meestal ook een nieuwe ziekte. Ik ging by
myn onderzoekingen niet allereerst uit
van do vraag, of er „aalfjes" in de bol
len znten, maar ik bestudeerdo do ver
schillende factoren, die op den groei en
den bloei van do bollen invloed hebben.
In den stryd tusschen de parasiet en de
plant, hangt het niet alleen af van do
sterkte van do parasiet, maar ook van
den weerstand van do plant en die weer
stand wordt door allerlei factoreu bein-
vloed. Men heeft zich vroeger bij do ziek
tebestrijding niet genoeg bozig gehouden
met het normie leven van fle plant. Men
moet, als men do ziekten wil onderzoeken,
.meeleven met 3è cultuur. Er is go®]
'te trekkon tusschen het phy3Ï'ilogi
hot phytopathologisch onderzoek,
grypt over elkander heen.
Eigenlijk was de bestrijding van de
aaltjes-ziekte niet meer dan een eenvoudi
ge rekensom. Ik moest de parasieten ver
nietigen zonder de bollen te dooden. Nu
zitten do aaltje3 Tylenchus Devastratlx
ib de latynsche naam van het beestje
zoowel buiten als in do bollen. Er is goen
desinfectans, dat in don bol kan doordrin
gen zonder hem te dooden, dan warmte.
Dit was dus de roden, dat ik er toe kwam
do bollen in warm water te leggen. De
groote vraag was echter welke tempera
tuur hot water moest hebben. De tempe
ratuur te weten te komen, waarop de aal
tjes doodgnan, was eenvoudig geuoeg,
maar moeiiyker was het om de grenzen te
bepnlon, waartusscheu de bollen het
dor verschillende omstandigheden
houden. Het is hierbjj eeu combiaatie
van tjjd en temperatuur. De bol moet zoo
lang verwarmd worden, dat de warmte
overal kan doordringen. De tyd is dus aT-
liankeljjk van de grootte van den bol. Bjj
kleinen bol dringt de warmte natuur
lijk oordor tot het centrum door dan bjj
grooten. Do voreischto temperatuur ls
tnBSchen 43 gr. en 44 gr. Celsius. Het ls
een heel gelukkige omstandigheid, dat
de aaltjes zeer gevoelig zyn en bjj die
temperatuur dood gaan. Een al te booge
temporatuur zou ik niet kunnen nomen,
at do wortelkraus, waarop do bol
groeit, dan zou beschadigen.
Do bestrijding van do ziekte bestaat
lus voornamelijk in een nohaudeling met
term water, onder een bepaalde tenipe-
atnur en gedurende bepaalden tjjd. Hier-
oor zjjn op mjjn aanwijzing ketele
;euonstrueerd, die in de bollenstreken al-
;emeen zyn ingevoerd. Hot „bollenkoken"
9 zelfs in deze streken esu nieuw beroep
geworden, de zoogenaamde „loonkokerjj".
De loonkokers stellen namelijk hun ke
tels ter beschikking van kweekers, die
goen ketels bezitten, om lat han nedryf
daarvoor niet groot genoeg is.
Nu is het van het grootste belang, hoo
,-er do wortels ontwikkeld zijn op het
jjdstip, waarop de bollen tjphandeld moe
ien worden en van oven groot belang is
daarom do behandeling, die de bollen krjj-
voor en na 't warmwaterbad. Do be
handeling ervoor bepaalt tot op zekere
hoogte het stadium, waariu do wortelont-
wikkeliug zal zyn op het moment vun hol
bad en do behandeling or ua, 1 ee die voi
der zal duorloopen. Daarnaast Ï3 vau ni:t
minder belang het Htadium, waarin zich
d6 aanlog van blad en bloom voor het
'olgend jaar bevindt.
En nu hebben de proeven ons geloord,
dat de behandeling mot warui water ook
zeer gunstigeu ïuvlocd kan nebben
op den groei en den bloei, -. nafbankelUk
do ziekto en dat deze behandeling hier
door dus van nog grooter beiang voor do
hccle cultuur wordt.
Hoe bjj den lieer Yan Slogteren het
wetenschappelijk onderzoek en dc praktijk
uignnn, zag ik gedemonstreerd op een
kleine tentoonstelling van hyeinthen ou
cissen, welke de vorige week voor
mannen van het valt to Lisse werd
gohouden. Hier toonde de heer Van Slog
teren in do praktjjk Jo vruchten van zyn
wetenschappelijke onderzoekingen. Het
komt er voor don kweeker namoljjk op
hot meest gunstige tjjdstip van ver
mag ta leeren Kooneu en te weten, i
welko voor- en welko nabehandeling hjj
de bollon. moet geven. Hiervoor had de
heer Van Slogteren uit groote partjji-ii
bollen elke partij van 3.700 die voor
dit doel geheel belangeloos door kwee
kers waren afgestaan, bollen op ver
schillende data eenige uren aan de be
handeling onderworpen en daarna opge
plant. Do resultaten vau deze verschil
lende proeven waren naast elkander ten
toongesteld. Op lijsten was ingevuld, op
welko data de vorschillondo nummers wa-
behandeld, hoeveel uren en tot. hoe
veel graden Celsius do liolleu varen ver
armd en wanneer zij waren opgeplant.
De kweekers zagen op deze tentoonstel
ling de resultaten van deze pronveu en
koudon er voorgelicht door den heer
Van Slogteren hun gevolgtrekkingen
uitmaken.
Zoo reikte do wotonschap op dezo ton-
toonstolling aan do praktijk do hand en
hoe dit gewaardeerd wordt, bleek iny
uit gesprekken met ecnigo bezoekers, dio
grens rallen met den meesten lef over den ar-Tlijlceen groepje niensdhcn. Aamlaóhtig
en'beid van don heer Van Slogteren spraken, worden do aanplakbiljetten gelezen
'By myn bezoek aan dio tentoonstellingIen dikwijls ontspint zich een gesprek,
is my do bcteekODis der woorden van den I waarin doze belangrijke zaken wor-
heer Krelage, dat iu do bloembollen
cultuur do praktijk do wcten-cbappolyko
basis niet missen kan, goud duidelijk go-
worden. En toen ik den heer Van blog-
teren danr bezig zag tusschen do
nen der praktijk, toen begreep ik
komen, waarom men dezen jonge,
leerde in do toekomst ook voor de bloem
bollenstreek wil behouden.
J. B. SCHTJIL.
(1) De „hearing" in Amorika is, zoo
als men mjj mededeelde, wederom uitge
steld en wel tot 15 Mei.
(van onzen correspondent).
„BERLIN W.W."
Berlijn, 19 Maart 1922.
Onder „Berlin W.W." verstond nxai
vroeger het chique, meer meer dan
paivenuauiitige Berlijn, bewoond door
de nieuwe categorie van niet aardsche
goederen gezegende medon-aneclion,
die in liet oude „Berlin VVV' geen wo
ning konden vmaen of uit hoofde van
a.utomobielbezit of gebrek aan ernsti
ge werkzaamheden nic-t aoo diclit bij
de binnenstad hoefden to wonen. Hei
as aan deu oenen kant oen geogra-
fisolie aanduiding, aan den amieren
kant eeri begrip. Het uiterste Westen
en het pronkerig dure optreden van
doszelfs bewoners stelde men zich
voor, als over „Berlin VV. YVV' werd
gesproken.
Evenals alles tegenwoordig anders
is dau vroeger, heeft zich ook de voor
stel.ing van „Berlin W.W." veran
derd. Men denkt thans niet meer aan
een bepaalde buurt, noch aan rijkdom
om gel ri uit geven, inaar W.W. bete.e-
kent onder de gelukkige omstandighe
den, waarin wij leven „Whd West"
lün de gewoonten van liet wilde Wes
ten vinden we in den laatsten tijd
even goed in het Oosten als in de
Zuid olijke voorsteden van deze we
reldstad, zeife beperkt het zich niet
tot de stiile uren van don donkeren
nacht, maar openbaart zich op klaar
luchten dag in drukke straten.
Misschien zullen wo wel eens in ©en
dezer brieven het netelige vraagstuk
van de ontwapening van Dihtscdiland
bespreken. Volgens generaal Nol'let
ontbreekt daar nog steeds liet een en
ander aan en weinige dagen geleden
heeft weer een wisseling van nota's
plaats gehad, omdat een nieuwe groe
peering van de politie, gepaard gaan
de met een verzwakking, zij hel niet
In aantal, dan toch in organisatie en
middelen, die door de Entente was ge-
eischt. Thans dieper cup dese zaak in
gaan willen we niet, omdat we na den
vorig en niet bijzonder vroolijken brief
onze lezers dit keer oen paar aange
namere oogen blikten hopen to ver
schaffen. We constateeren dus alleen
maar, dat één soort van inwoners on
zer woonplaats generaal Noliet wel
om den hals zou wil'len valien voor
zijn eisch: het dieven en straatroovers
pak.
Deze heeren hebben eigenlijk toch
al niet te klagen, ook niet over de En
tente. Hel gaot hun naar den vleescme,
hetgeen op duidelijk zichtbare mamm
aan iedereen bewezen wordt, die
oogen heeft om te lozen.
don gecommentarieerd.
Hei is wel aardig, daarbij eens toe
te booren of er aan mee te doen.
Sommige menschen vatten de zaak po
litiek op en meenen, dut als we de
oude regeering maar" weer terug had
den, alles beter zou zijn. Dat zijn on
geneeslijke gevallen en ze wordeu dan
ook gewoonlijk als zoodanig be
schouwd. Meestal spreekt zelis me-j
mand tegen, ze laten die maniakken
van hel oude regime maar betijen. I
Als er een aanhanger va.n d© repu
bliek op antwoordt, is de aardigheid
er gauw af. Men laat de twee etiaai-
pohtici het met elkaar uitvechten en
gaat hoofdschuddend of schouderop
halend zijns weegs, waarop de deba
ters gewoonlijk ook het gesprek al-
breken, daar er nu tooli geen publiek
succes meer te behalen valt.
Ixunduriger zijn de besprekingen,
s er een moppentapper onder hei
kringetje is, die op (Je politie begint
to 6cheld'en. Dat vinden de menschen
leuk, ze zijn het er allemaal mee eens,
het eene woord lokt het andere uit en
dit allee geschiedt in het aangename
gvvoel, dat we zelf bij deze inbraken
niet betrokken zijn geweest als lijden
de persoon het is geenszins buiten
gesloten, dat een der bedrijvende per
sonen zioh toevallig onder hot gezel
schap bevindt en het bekende
Duitsohe spreekwoord, dat Schaden
freude'de 6choonste vreugde is, ziet
men bij" zulke gelegenheden bewaar-
lieid. Wal zijn wij Hollanders toch ©ei,
brave menschen; ons is ten minste
geen spreekwoord bekend, dat leed
vermaak tot het schoonste vermaalt
stempelt.
Een poosje geleden is men begonnen,
de straatverlichting iets anders te
doen zijn, dun een paekwii op haar
naam, maar die echo one dagen, dat
we zelfs m niet centraal gehgen stra
ten konden zien waar we gingen, be
hooren al weer tot het verleden. De
controlecommissies der Entente hen-
ben verklaard, dat er veel meer steen
kool kon worden bespaard en dat ook
de straatverlichting moet worden be
perkt. En nu is men ongeveer lot hel
uiterste gegaan. Als nog juist een
straat niet geheel duister kan woraen
[cnoemd, dan is zij helder verlicht in
ergelijking van vele Berlijnsclie stra
ten.
We hebben vroeger een tijd in B'la-
ricum gewoond *n daar met kennissen
eens gespot óver de twee lan
taarns, die de geheele straatverlich
ting in dat toentertijd zoo lieflijke
dorp in het Gooi uitmaakten. Een sjKit-
vugel beweerde op een winteravond
bij nieuwe mauii, dat die dingen eigen
'ijk dienst deden als straatverwar-
nin.g. Dikwijls moeten we aan deac
niet eens geestige grap denken, als
we 's avonds een bezoek moeten al-1
leggen ju een buitenwijk en met luci
fers naar het luiisnummer moeien zoe
ken, dat met 20 centimeter groote cij
fers aan het hek vooraan de straat
is aangebracht. En dat is de wereld
stad, die vroeger slraaide in licht vau
booglampen en electrisoiie reclames.
Dit er verband bestaat tusschen de
ze „verlichting" en de roode aanplak
biljetten met aangekondigde beloonm-
gen, is duidelijk. Voor inbrekers is
dit een gouden tijd. Zonder ook niaarj
©enigszins aanspraak op. volledigheid
te willen maken grijpen we uit een
bundel krantenuitkni|>sela van één
blad en één week de volgende geval-
Onze Lachhock
Een kleine jongen, die in den trein
zat tegenover ec-n zeer dikken man,
staarde dezen voortdurend aan.
Dit begon den dikkerd blijkbaar to
vervelen, want eindelijk zei hij.
Waarom zit je toch zoo naar
mij te Kijken)
Neent u mij niet kwalijk, meneer,
antwoordde het jongetje, maar ik kan
nergens anders heen kijken!
Freddy kwam huilende thuis.
„Ik heb straf op school gehad",
snikte hij, „omdat ik dc- eenige jon
gen was, die een vraag kon beant
woorden, die de juffrouw deed
„Maar hoe kan dat nut" vroeg zijn
moeder. „Wat wae dat dan voor een
vraag?"
„De juffrouw vroeg, wie lijim in haar
inktpot had gedaan 1"
Onze recJa-
meruikn namelijk prijken niet alleen len
met affiches van schouwburgen en In de I/eipzigerstraase dringen in
bioscopen, sportgebeurtenissen en off-i- brekers van het dak uit door de zol-
cieele bekendmak-ngen, maar ieder dering en na het openbreken van een
kent de roode plakkaten met in reu3-ijzeren deur in een bonthandel en
achtige letters: „20.000 Mark beloo- stelen voor 800.000 mark.
ningl" „50.000 mark belooningIn de Groote Frankforteretrasee ko-
„100.000 mark belooning I" „MLMoe- men inbrekers, opereemul van den
nemnbraak, toooge beloon!ng I" enz. kelder uit in een confectiemagazijn;
enz. enz. Onlangs hebben we een rond
gang om zoo'n zuil gemaakt en vast
gesteld, dat er acht plakkaten met uit
geloofde belooningen tot een bedrag
van 225.000 mark plue tien percent
vun de waarde van gestolen-goederen
uit een inbraak in een zijdemagazijn
en eenzelfde percentage van de waai
de van teruggevonden bontwerken op
voorkwamen.
Voor zulk een zuil staat d.tn gewoon-
huit'ïer waarde van 8ÜJ.000
Terwijl een bankier in de Keizer
Wilhelmstrasse een feest geeft en met
zijn gasten aau tafel zit. sluipt een
gauwdief bininen en stoelt damestasch-
jes en heerenpelsjassen. Hij vlucht
over de daken en wordt nog net go-
knipt, omdat hij een van de taechjes
luist op hei hoofd van een dienaar
van den heiligen Hermandad laat val
len.
Een gezelschap langvingers weet
het dak van een huis in de Tauben-
etrosse en de zo'deringen van twee
verdiepingen te doorbroken, komt in
groot magazijn ven luxe papier,
maar heeft waarschijnlijk geen afzet
daarvoor, dus fluks nog een zoldering
epengeza3gd. Hier vinden ze dingen
die beter in hun smaak vallen; bont
werk. /e pakken een paar balen vol
en brengen nog even een bezoek in ecu
llnnengoedmagazij-n, dat nog een ver
dieping lager ligt, alwaar ze ook za
ken vinden, dat ze kunnen gebruiken.
Gezamenlijke schade driekwart miU
lioeo
Dat zljm een paar inbraken, maar
deze alleen stempelen nog niet Berlijn
tot Wild-West. Ze bewijzen slechts,
dat de po'ilie niet bij machte is, om
zulke gevalletjes te beletten, hoewel
bc-halve de woning van den bankier
in kwestie alle peroeelen in hoofd
straten of daarop uitkomende straten
liggen. Neen, niet de veiligheid voor
inbraak laat te wenschen over, ook
de persoonlijke veiligheid op straat-
Al weer uit één blad geknipte ge beu r-
•eni^sen Vfin dezelfde week als die oer
inbraken mogen dit bewijzen
Tn de Zimmeretrasse, een zijstraat
van de Friedrlchstraese. wordt een
jongmeasob n;t eei kroeg gezel. Ifu
poosje later komt hij terug en hegint
vn<ir het lokaal een schietpartijtje met
een revolver. Vier van de zes 6C.holen
waren raak. Twee mannen znn zwaar
gewond. Het gebeurde 's middags om
een uur of vier en daaraan is het i«
danken.dat de politie don aap te pak
kan heeft cekreiten. want de bueen-
gestroomde menschen menigte heeft
nadat de revolver leeg was geschoten
den vroolijken schutter omsingeld
en zoo'n klein beelje gelyncht. Na een
tijdje kwam de politiek en ontzette
den revolverlield, die „in deernis
waardiger) toestand" naar de naast-
bijzïjnde politiepost werd gebracht,
7.00 luid». 1ipi rapport. Het laatete ge
deelte van dit dramatische tafereel
hebben we van het balcon van eeu
tram, die voor deze speciale gelegen
heid extra langzaam reed. daar ae
wagenbestuurder er ook wait yan wh-
do genieten, nog net kunnen zien.
In het tot Groot-Berlijn behoorend»
voorstadje Dahlem bewerkte een jong-
mensoh den beer von I.iliencron met
een boksijzer, na de heldhaftige woor
den „Hande hoch!" te hebben uitge
roepen. Toen de aangerande ziel) de
ze behandeling niet wilde laten wel
gevallen en bovendien een jxiglng aan
wendde, om nog andere 6ierve!ingen
door luid roepen in de ontmoeting te
betrekken, koos de jongeling het ha
zenpad
Twee kappersbedienden hadden op
een avond meer aan Ba cob us geofferd,
dan goed voor een vasté koerg was.
Op de hoek van de Kóniggratzer- en
de Köthenerstrasee, vlak bij den Potz-
dammerplatz ontdekten dit een paar
daar op toevailiglfbden loerende man
nen. Waarschijnlijk niet omdat zij
in kennelijken slaat van dronken
schap een verkeerden toestand von
den, doolt handelende uit een andere
overweging, sloegen zij met toevallig
in hun handen zijnde gummistokken
de beide Figaro's tegen de aarde.
Maar ook deze ketels begonnen met
de welbespraaktheid, die hun vak ver-
eischt, hun mond open te doen en
RUBRiEK VAN ROEL DB
D£ RAKKER
EEN FILMCEBREKKICE.
Reeds vaak hebben filmspeelsters hun
verontwaardiging geuit, wanneer ver
ondersteld werd, dat een meer dan
gewoon, knaj) gezichtje voldoende was
om een meisje, wanneer zij zulks
wenschte, lot een filmster te maken. Wij
zouden dit ook niet willen beweren, maar
ihet is toch wei zeker, dat het knappe
uiterlijk voor een filmaspirante een on
misbare factor is en vaak de eenige
Tcdcn, dat zij, uit de groote massa, die
zich voor een filmcarrière aanbiedt, de
kans krijgt, proeven van haar bekwaam
heid af te leggen. Ook bij mannelijke
artisten is dit, 'hoewel natuurlijk in
mindere mate, het geval. Zij worden
ook vaak om andere eigenschappen,
waaraan zij zelf part noch deel hebben,
aitverkoren. Een buitengewoon dik man
heeft in zijn dikte alleen, iets ko
misch; wanneer hij bovendien nog een
dom uiterlijk heeft en klein van stuk
is, is zijn toekomst als filmkomiek ver-
tekerd. Hetzelfde geldt voor het andere
uiterste, groote magerte bij buitenge
wone lengte. Dit is alles begrijpelijk.
Maar een ander geval is dat van Ben
Turpin, een Ameiikaansch filmkomiek,
die beroemd en rijk is geworden door
dat hij zulke buitengewoon leelijke
oogen heeft.
Er is een tijd geweest, dat deze film
ster zijn moeder recht in- de oogen kon
zien en baar vertellen dat hy niet van
dc jam had gesnoept. Maar toen kwam
hel fatale variétcstulc, waarin hij een
Schelen inbieker moest voorstellen. Het
stuk had succes en dag in, dag uit,
vertrok Turpin 7.ijn oogen, tot hij ze
Diet meer recht kon krijgen. En daar-
aa tot op den huidigen dag keek hij
scheel. Kort geleden werd op zijn naam
wellicht dc zonderlingste verzekerings
polis gesloten, die in dezo zonderlinge
wereld bestaat. Turpin's „directeur", de
bekende Mack Sennett, verzekerde zich
namelijk voor 25.000 dollars togen de
kans dat de oogen van zijn ster weer
eens door een plotselinge oorzaak nor
maal mochten worden. Ben Turpin is
van plan zich z..vdra hij genoeg geld
heeft verdiend, aan een operatie te on
derwerpen, oin do normale sielliDg van
zijn oogen terug te krijgen. Wij hopen,
dat dit spoedig zal zijn. Want wij ach
ROEL DE RAKKER:
(Daily Sketch, Londen.)
Hoe laat
moet ik
mijt) lantaarn
opstoken,
Roel 1
A Leen
dwazen
zijn ergens
zeker van,
jongen.
Weet 11 Volkomen,
dat zeker, jongen,
papa.
ten deze humor, verkregen uit een per
manent lichaamsgebrek, wel een van de
meest banale soort. Wanneer Ben
Turpin in het costuunt van een jockey
verschijnt, is het niet de bedoeling, dat
men lacht, omdat het vak vaa jockey
moeilijk vereenigbaar :s met die gebrek
kige oogen. Zoover heeft men zijn denk
vermogen niet in te spannen. Het feit
dat die clown abnormale, afstootelijk lee
lijke oogen heeft, wordt voldoende ge
acht om de hilariteit op te wekken. Het
feit, dat Mack Sennett voor dezen
li'ïlmgebrekkige een mooie toekomst
voorzag, bewijst de minachting die hij
voor het publiek voelde. Maar die min
achting was gegrond, want Turpin heeft
succes. Althans in Amerika,-
DE VOORKOMENDE INBREKER.
Do vorige week hadden wij het in
deze rubriek over de deskundigheid van
sommige moderne inbrekers ten opzich
te van schilderijen e.d. Dergelijke lang-
vingerige heeren zyn tegenwoordig ook
soms, afgescheiden van het weinig hof
felijke dat in diefstal op zichzelf gele
gen is, uiterst voorkomend en attent.
Het volgende staaltje is een nieuw be
wijs hiervan.
1 Een Fransch schouwburgdirecteur
wilde met zijn gezelschap ergens buiten
Parijs een bekende operette geven. Hij
wendde zioh dus lot den plaatselijken
impressario, dien hij echter niet thuis
trof. Hij Het dus een verzoek-achter om
hem te telefoneeren.
Toen de directeur des avonds laat
thuiskwam, kwam hij tot de onaange
name ontdekking, dat zijn geheele huis
door inbrekers was overhoop gehaald en
er nog al het een en ander ontbrak. On
middellijk begaf hij zioh naar het poli
tiebureau, waar bleek, dat men de
dieven reeds had geknipt. Toen hij mei
hen werd geconfronteerd, sprak plotse
ling een der boosdoeners „Ik had bijna
vergelen u te 7,eggen, meneer, dat er
vannacht geteleloueerd is over een
tooneelstuk. Voorloopig kan dit stuk
daar ter plaatse niet worden opge
voerd."
BADINRICHTING VOOR HONDEN.
To Parijs is een badinrichting voor
honden geopend. Het etablissement is in
een van de meest aristocratische wijken
van de Fransche hoofdstad gevestigd en
op zeer luxueusc wijze ingericht met een
marineren bassin, zwavelbaden, stortba
den, heete, lauwe en koude baden. Tot
bet personeel behooren o.a. een dieren
arts, een masseur cn een kapper»
WIST U....
....dat sommige sterren 7.00 ver van
ons verwijderd zijn, dat hun licht 40.000
jaar noodig heeft om de aarde te be
reiken?
dat in Engelschc archieven een
document berust uit het jaar 28S, waar
in sprake is van staatsverkwisting en
surplus van regeeringsambtenaren?
dat de beroemde Amerikaansche
filmactrice Mary Pickford onlangs als
haar jaarlijksch inkomen aan den fis-
ongcvccr anderhalf millioen gulden
heeft opgegeven?
dat de Hollander Breele de eerste
was, die niet een monocle in het oog
in het publiek verscheen, waarmede hij
ware sensatie teweegbracht in het
diplomatieke Congres van Wecnen?
waarom de Engelscho
zwarte slipdassen dragen en drie witte
banden over hun blauwe kraag? De
dassen waren oorspronkelijk het teeken
van rouw over den dood van den zee
held Nelson te Trafalgar, de drie witte
banden duiden op Nelson's drie belang
rijkste overwinningen^
GEBREK AAN TACT.
„Welke gek heeft je gezegd om deze
brieven in die map te stoppen?"
„U zelf, meneer 1"
„Laai ze daar dan liggen. Beschouw
je als ontslagen en haal een maand sa
laris bij den kassier, omdat je mij een
gek genoemd hebt."
Zij zong en zij zong„Ik hang cr
mijn harp aan een wilgen-bo-o-ro. Ik
hang er myn harp aan een wi-hilgen-
boom" en elke keer struikelde zij over
de hoogc noot. Tot haar vader schuch
ter voorstelde „Hang liem een tak
lager, Mientje."
DE SUBSTITUUT.
De volgende anecdote werd ons van
gewoonlijk zeer betrouwbare zijde ver
teld, maar ditmaal durven wij toch de
verantwoordelijkheid niet over te ne
men. In een theater werd vlak na den
oorlog een tooneelstuk opgevoerd, dat
natuurlijk den vrede tot „leitmotif" had.
De climax werd verwacht wanneer in het
laatste bedrijf een levende, sneeuwwitte
duif over het tooncd zou vliegen. Het
dier zou door een gat in dc tooneelzol-
dering aan een dun touw neergelaten
worden.
i Toen de acteur dc critieko Woorden
sprak: „In den vorm van een duif
barstte hei publiek in een daverend ge
lach uil, want daar daalde aan een dik
touw een pikzwarte kat op het tooneel
neer. Dc acteur siste naar de coulissen!
„Waar is de duif?", waarop het la
conieke antwoord kwam: „In de kat",
DE SUPERPHOON.
In Engeland wordt op het oogenblik
een uitvinding gcperfectionneerd, de
superphoon genaamd. Dit toestel zal
dienen om een telefonisch gesprek vol
komen privé te doen zijn, zoodat het
absoluut uitgesloten is dat anderen een
onderhoud kunnen afluisteren. Dit is
inderdaad een nuttige uitvinding, waar
op ook de Nederlandsche tclefoonauto-
riiciien het oog gevestigd dienen te
houden, want het is ons vaak gebeurd,
dat wij, wachtende op eigen aanslui
ting, zij het ongewild, deelgenoot wer
den van mcdcdeelingen, die twee an
dere abonné's elkaar hadden te doen.
Van den Engelschen premier Lloyd
George gaat het verhaal, dat hij tij
dens <le vredesconferentie te I'aiijs, be
merkende dat zijn telefonisch gesprek
met Londen werd afgeluisterd en we
tende, dat aan Londenschc 2ijde een
landgenoot ui: Wales sprak, dc rest van
het gesprek voerde in liet Welsche dia
lect.