HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
Het Feest van de Vlag in
Den Briel.
Stadsnieuws
Arr. Keciitüank
VRIJDAG 31 MAART 1822 TWKEDE BLAD
(NieuwereekO
No. 69
DE ST. CATHARINE-KERK TE BRIELLE.
Hoe ik Den Brlol hob gezien. Mijn saluut aan Den Brie!. De meest
Brlelsche Brtelenaar: Joh. A. Been. Beroemde Brleltenaars. Johan A.
Been vertolt. Je moet er een nulletje bij durvon zetten! Het Feest van de
Vlag. Waarom de Brlcllenaara bij Joh. Been de ruiten wilden Insmijton. De
„tronrpjos". Het Feestspel. De A msterdamoche Watergeuzen. Van de
Moordpoort, prikkeldraad en een gesch curds las.
De BrielIk was er nog nooit ge
weest, maar ik kendo liet toch al lang!
Met al mijn jongensfantasie had ik het
immers vroeger gelezen, het verhaal van
de inneming van Den BrielI In myu ver
beelding had ik het alles meegemaakt.
Hoe leefden zjj voor mij: Lomer en Bloys
van Treslong en Roobol en Jacob Simons-
zoo n do Rijn en Coppelstock, ja Coppel-
atock vooral, die den burgemeesteron van
do stad den schrik op het lijf joeg door
in zjjn rapport over do Watergeuzen er
een nulletje bij te liegen.
Er zijn van die getallen, die voor al
tijd in je geheugen gegrift zyn.
„5000, burgemeester, 50001"
Heeft ooit één mensch meer plezier van
«en Aprilgrap gehad als doze rouwe, ruige
veerman f
Eén dag, voordat ik naar Den Briel
ging, heb ik heel de geschiedenis van dien
merkwaardigen eerston April nog eens
overgelezen en het was mij daarbij, of ik
een stukje vau myn jeugd nog eons op
nieuw doorleefde. Ik was weer met de
Watergeuzen aan do Noordpoort, ik zag ze
weer aan het werk met hun pek en hun
teer en hun tonnetjes buskruit, ik zag ze
weer onder aanvoering van Roobol de
oude poort met een mast rammeien, ik ben
Bloys van Treslong naar <le Zuidpoort ge
volgd en pikte met hem de vluchtende
burgers op, en ik heb ten slotte woer op
den Sint Catharyno Toren de vlag zien
plaatsen eu daar hoog Im do lucht onze
driekleur zien uitwaaien den alloreerstou
koer boven Nederlandseheu grond.
Met boevool fantasia leest toch het
kind! Hoo wordt alles, wat daar gedrukt
staat, voor hem plotseling werkelijkheid!
Ja, zoo had ik het als jongen gelezen, Ik
kende den Briel, ik kende Lumey en Bloys
van Treslong en burgemeester Koccksb c-
ker en Jan Coppelstock en Rochns Meeu-
wiszoon. Zij allen bestonden voor iry,
als ik over hen las. En toen ik naar Den
Briel ging om 'te schrijven over de fees
ten van 1 April, toen heb k ze allen nog
eens opgeroepen als in myn jeugd! Zjj wa
ren weer levend voor mij geworden en
zy stonden, als trouwe gezellen om my
heen, toen ik dien morgen voor hot "orst
in werkelijkheid hot stadje Briello voor
my zag liggen.
In die stemming wilde ik Briello zien!
O, hot maakt een heel verschil, of je naar
een stad toegaat om erlaat ik zog
gen, een oude, zieke erftante op te zoe
ken, of er lapjes te verkoopen of er een
lezing te honden voor het „Nut", dan wel
als je er heen gaat met het doel een Btuk
hit orie naar je toe to laten komen. Ik zag
do undero passagiers, die met my in bet
stoomtrammotje van Rotterdam i
Briello waren gereisd, vlug voor my uit
loop, druk en gohaust, om maar zoo
gauw mogelijk weer uit dat „gat" van
daan te komen. Ik echter liep langzaam
met al myn watergeuzen om my been en
ik genoot van dat oudo BrieQe, dat daar
met zyn statigen toren tusschen zya boo-
ge groene wallen als een vergeten stadje
uit oude dagen lag. Ik wachtte zoo lang,
tot er niomand meer op doD wog voor lojj
liep. tot ik enkel hot. stadje zag en ik
voelde mij opeens 350 jaar terug. Want
als je Briello zoo van ver ziet liggeD, als
opgeborgentusschen zyn groene vostiug-
wallen, dan is het of do tjjd daar op dat
plekjo op Voorne al die eeuwen stil is
blijven staan. Je ziet van het stadje niets
dan wat roode daken en hoog 'daarboven
uit den forsehen, bruinen toren van de
Sinte Oatbaryne. Dat is al! Je raadt en
gist, wat daar verder achter die hooge
wallen ligt. Zoo moeten de Watergeuzen
ook den Briel hebben gezien, toen zij 350
jaar geleden voor het svadje stonden.
Niets stoort hier de illusie! Geen fabrie
ken, geen hooge schoorsteenpijpen, geen
stations, geen telefoonpalen, niets! Het is
van buiten gezien alles oud en onge
rept. Het was my, of bet stadje 350 jaar
geslapen had en ik als de prins uit het
sprookje nu kwam om het te wekken uit
zyn droom.
Hoo levend was dit doode stadje voor
my op dien morgen. Ik zag het, zooals ik
het wilde zien, als een brok historie! Die
Sinte Catharyno toron, hij sprak tot my,
zooals hy daar hoog boven do roode da
ken oprees tegen de blauwe heldere lucht.
Ik zog er uit een verweerd torengat in
myn verbeelding de vlag wapperen. Hy
werd my als een symbool, die bruine,
hooge, oude toren! Ik ben een Fries en dus
vry nuchter, maar ik kan my voorstellen
dat, als ik Franschman ware geweest, ik
myn hoed zou hebben afgenomen en met
ontblooten hoofde don Sinte Catharyno,
waartegen voor het eerst onze driekleur
kec-ft gewapperd, zou zyn genaderd. Nu
hield lk myn hoed ook van woge de ste
vige bries vaat op myn hoofd, maar
toch was ik zoo in de stemming, dat ik
daar op den weg te neuriën liep, het liedje,
dat ik als jongen zoo vaak had gezongen-.
In naam van Oranje doe open de poort!
De Watergeus staat voor den Briel!
Zoo bracht ik op myn wyze myn groet
aan den Briel.
Een half uur later zat ik tegenover den
man, die hot oude Briel in zyn ziel draagt:
Joh. A. Been. Elko Briellenaar kent hem.
Toen ik bij een school vroeg,«waar mijn
heer Been woonde, waren er dadolyk wel
een twintigtal jongen» bereid my den weg
te wyzea.
„In het winkeltje, naast het stadhuis,
waar do vorsiering begint!
Maar in bet winkeltje was hy niet! Een
klein meisje bracht mij, vroolyk snap
pend, naar het stadhuis en ging my voor,
de aloude wenteltrap op naar hot archief,
waar do Brielscho archivaris dagelijks van
9 tot 12 en van 2 tot 4 te vinden is. Daar,
tusscheu stapels oudo perkamenten en
muffe arehiefboeken zag ik hem achter
een lange tafel zitten, den meest Briel-
schen Brielenaar: Joh. A. Been! Die boe
ken en paperassen zyn Been's vrienden.
Zy dragen als hy, in hun ziel de historie
van zijn onde stad.
Daar in die hooge archiefkamer, met
hot gezicht op den Sinte Catharyne-toren,
voelt Joh. A. Been zich als een visch in
hot water; daar is 1 ij in zyn element. Hij
is er heelo dagen mot Jan Coppelstock en
Bocbus Meeuwiszoou en Bloys van Tres
long en Maarten Harpertzoon Tromp en
Witte Corneliszoon de Wit, en Vader Toon
en al die oude stadgenooten, die zyn ge
liefde F ielle, beroemd hebben gemaakt,
hy voelt zich één met al die Briellenaren,
dio eens, evenals hy, vol eerbied naar den
Sinte Catbaryn hebben opgekeken en als
jongen in de schaduw van de oudo kerk
hebben gespeeld!
Wie zou in deze dagen van herdenking
het oudo Briello voor zyn Inndgenooten
bc-ter kunnen doen herleven dan Joh. A.
Beent Hy is do man, die het initiatief
voor deze feesten heeft genomen, hy is de
niau, die het alles beeft voorberoid en de
ziel ervan is. Van Joh. A. Beeu is het his
toriespel Alva's Bril, dat nu reeds ze
venmaal in don Briel met groot succes is
.opgevoerd, van hein zyn de woorden van
de cantate, die op muziek van den heer
de Bruin in de kerk gezongen zal wor
den, von hem is ook het openluchtspel,
dat Zaterdag ouder do oogen van de Ko-
ninklyko familioen duizenden landgenooten
de inneming van den Briel op 1 April 1572
zoo getrouw mogelyk zal weergeven.
Toen ik diert middag by hem kwam
weerde hij ray eerst lachend af. Ik to
al de tweede journalist, die betn dien dag
lastig kwam vallen en om nog eens het
hoele verhaal te doen, daar voelde hy heel
weinig voor! Maar toen hy eenmaal be
gonnen was te praten over Coppelstock en
Rochus Meeuwiszoon en Bloys van Tres
long, en ik hem vroeg naar do historie van
dien ouden tOTen, waarnaar wy beiden za
ten to kyken, toen werd het hem toch te
machtig, toen sleepte hy oude kaarten aan
en perkamenten boeken enik had hem
waar ik hem hebben won, onzen in het
heelo land bekonden Brielschen archi
varis!
„Ja, ja," zei hy lachend, „verbeeld je,
dat Lumey zyn zin had gekregen en ons
Brieltjo had verbrand! Dau zouden wy
toch ons heele feest niet hebben gehad!"
Hy was er geheel vervuld van en hy
begon to vertellen van de voorbereidin
gen, die zooveel moeite hadden gekost.
„U moet niet denken, dat bet allee zoo
gemakkelyk is gegaan!zei de heer Been.
„Een Duiteche schrijver heeft eens ge
zegd t „Hollanders laten net als onze pij
pen, altijd hun koppen hangen!" en dat
ia waar. Het kost soms heel wat moeite
om beweging in je landgenooten te krij
gen,en vooral hier in den Briol I Zo zagen
overal tegenop! Het is nog net als in 1572.
Vijfhonderd durven ze wel aau, maar vijf
duizend 1 Nee! Nou, dan moet je, als je
wat gedaan wilt krygeu, er maar een nul
letje by durven zetten, net als Coppel
stock! Voor zoo'n Coppelstock voel ik,
omdat ik van het volk houd! Daarom heb
ik den veerman ook veol meer op den
voorgrond gehaald dan in 1872! Toen wa
ren do lui te deftig om veel voor zoo'n
kerel uit het volk to voelen!"
Myn hoofdideo ie geweest om van de
viering van dezen herdenkingsdag oen n a-
tionaalfeestte maken. Hot feest van
den Briel moest wordenn het feest
vandovlaglDo vlag, die eenheid moet
brengen bij heel hot volk, ouver6ch 'lig
van welk geloof of welken stand! Daar op
dien Sint Catharyne-toren heeft onze vlag
het eerst gewaaid en hy heeft er zich ge
handhaafd, zooals onze Hollandsche natie
zich gehandhaafd hoeft I Voor my is de
Briel het symbool van onze vlag! Toen
enkelen er op aandrongen van het feest
een Genzenfc-st te maken, heb ik ^adelyk
gezegd: Nee, dat niet! Het feest van den
Briel is een vaderlandsch feest, dat ieder
mee moet kunnen enwillen vieren. De
hietorio riet de inneming van den Briel
anders dan vroeger. De vlag, die voor het
eerst op onzen toron wapperde, beteekent:
het begin van onze onafhankelijkheid! Dat
feit willen wy herdenken en aan zulk een
feest doen allen mede. In onze oommissie
zyn alle gelooveu en alle rangen en stan
den vertegenwoordigd. Onze pastoor en
onze predikanten hebben er o.a. ritting in.
Als het feest niet door allen meegevierd
zon worden, had ik het liever nooit be
gonnen. De vlag moet in de eerste plaats
eenheid brengen onder het volk. Hol
feest van den Briel moet oen nationaal
feest zijn, want het is het feest van
d e v 1 a gl
Do voorbereiding van hot feest is nog
niet zoo gemakkelyk gegaan. Ik kon ze
maar niet in bewcgiDg krijgen. Maar toen
ik eindelijk zei, dat ik het don desnoods
met de jongens van Pro Patria uit Rotter
dam zou doen, toon had ik do Briellenaren
wakker geschud. Van de Rotterdammers
moesten zy niet» hebben!
Eerst waren ze zelfs zoo verontwaar
digd, dat ze de ruiten van m'n huis ln
wilden emijtcn. Maar dat was allemaal
niet»! Ik had hen precies, waar ik zo heb
ben moest. En nn heb ik zooveel mede
werking, als ik maar verlangen kan!
Do heer Boen vertelde my van de repe
tities voor hot Feestspel, die een paar
maal in do week worden gehondeD. 80
schutters en 150 geuzen oefenen zich ge
regeld en trekken na hun oefeningen on
der de muziek van hun „trompjos" door
do stad. Dat „trompjw-orkest" ïs ook een
vinding van den heer Been. Het zyn de
„scheepsjongens van de Watergeuzen",
die op hun mondorgels de oude Vaderland-
scho liederen op 1 April door den Briel
zullen laten klinken, dat het een lust is!
In zyn Feestspel heeft do heer Been
do historische gebeurtenissen zoo veel mo
gelijk op den voet gevolgd van hot oogen-
blik af, dat er alarm wordt geblazen, als
de geuzenvloot wordt gesignaleerd, tot de
bestorming van de Noordpoort toe. Zooveel
mogelijk gebeurt alles op de plaatsen,
r de feiten zich werkelyk hebben af
gespeeld. Maar de echte Noordpoort zal
niet meer bestormd kunnen worden, om
dat zy tnsschen bastions en vestingwallen
voor het oog verborgen ligt.
„Ik bon een volksman!" zoi lachend de
heer Been, „en ik heb daarom by volks
stemming laten uitmaken, waar de Brie!
1922 ingenomen moest worden. Dat zal
uu by meerderheid van stemmen moeten
gebeuren by do Waterpoort. Daar hebben
•en houten poort, ongeveer van het
zelfde model als de oude Noordpoort, ge
bouwd en die poort zal Zaterdag 1 April
door de Watergeuzen met een mast wor
jeu kapot gerammeid, precies als 350 jaar
geleden. Maar hot hoofdmoment van het
feest zal natuurlijk worden: het planten
an do vlag op den ouden Brielschen to
en! Dat zal gebeuren door ocd Amster-
ammcr, doD heer Dudok van Heel! Het
heeft nog heel wat voeten in de aarde ge
had om de Brielenaars er toe te krygen
dit aan een Amsterdammer over te laten.
Maar de vlag is oen geschenk van den
heer Dudok van Heel en hy stond er op
die persoonlijk op den toren te plaatsen.
Toen heb ik er dit op bedacht: ik heb aan
dien Amsterdammer de rol van den Am-
aterdamscben watergeus Jacob Bimonszoon
do Ryk gegeven en zoo heeft iedere-m in
Brielle er vrede mee, dat de vlag door
:n Amsterdammer op den toren wordt ge
plant. Als het maar een watergeus isl
Op de kaart wees de heer Been mij aan,
hoe de Briel in 1572 was en hoe het zicb
later onder Coehoorn naar het Oos-
een weinig heeft uitgebreid. De oude
haven, waar do Watergeuzen zyn geland,
bestaat niet meer. Dio haven, welke Noor
delijk lag van do tegenwoordige, is al
sinds jaren dichtgeslibd. Maar do bouw
vallen van de Noordpoort, die door aarden
wallen was bedekt, zyn weer blootgelegd,
zoodat op 1 April toch nog iets te rinn
zal zyn van de beroemde poort, die zoo'n
belangrijke rol in onze historie heeft ge-
Arie, de jeugdige factotum van d£b heer
Been, heeft my later naar dit historisch
plekjo gebracht. Het was niet zoo heel
eenvoudig om er by te komen, omdat het
op militair terroin ligt en dus.... zwaar
door prikkeldraad is afgesloten. Maar toen
\rie met zyn magere lichaam tusschen het
prikkeldraad was heengekropen, kon ik
moeilyk achterblijven. Hadden de geuzen
niet eens met een mast hier den doortocht
geforceerdf En zou ik my dan door wat
prikkeldraad laten weerhouden f Dat aooit!
zei Van Speyck, wat word je toch „histo
risch", wanneer je als reizend redacteur
historische plekken wordt gezonden
dus kroop ik tusscben het prikkeldraad
door, scheurde myn jas en dacht onmid
dellijk aan do kleermakersrekening, die ik
als herinnering aan de Noordpoort later
thuis zou krygen. Maar even later, toen ik
mot Axie op de steenen van de oude
Noordpoort stond en by my do plek wees,
waar eens de Watergeuzen waren geland,
wan ik heel de scheur en de kleermakers
rekening volgoten. En toen ik my om
keerde en den oudeu Brielschen toren
zag, dacht ik weer aan de vlag, die door
deze Poort Nederland was binnengedragen
En ik begTecp do liefde van den Briel-
Bchen archivaris voor zyn Sinte Catharyno
toron en do Nederland6cho vlag, een lief
de, waaraan hy in zyn tooneolspel „A1-
va's Bril" in deze slotregelen uiting
geeft:
Gij zyt do kracht van Necrlands volk,
Zyn ziel, zyn gloed, zyn wezen,
O, lichtstraal van dit necvlig land,
üw roem zjj onvolprezen.
En zyt gij >n den Briel door Goj
Ter glorie uitgelezeu,
Ons als een teeken van gena
Wel wouderlyk verrozen
Geen menschenhand rukke u terneer,
Die leus blyv' Neerland» room en cerl
Wat God ons heerlyk op deed gaai
Mag door Gods hand alleen verga»»
J. B. SCHUIL
auto-ongeluk.
In de middagzitting diende weder een
zaak van een autoongcluk.
D. J. H. M., chauffeur, wonende tc Ilo-
erwyk bad zich te verautwoorden ter
zake dat hy op 13 October onder Wyk aan
Duin in bet donker rydcmï over
den zeer sniallen Hooge Hoflauderweg by
het naderen van twee wielryders roeke
loos en onvoorzichtig zonder op de geluid-
signalen van die fietsers ucht te geven,
bykans geheel aan do linkerzydo van
dien weg is blyven doorrijden zonder ziel
te overtuigen of er nog ruimte op den weg
die wielryders om de auto aan de
lmkerzyde van den weg te passeereu.
Een dier wielryders, C. J. Bus, die om
a aanrijding te voorkomen op den gras
berm geheel rechts van den weg was gaan
ryden en rich aan een hog truebtte vast
houden, wat niet gelukte, waardoor by
ram te vallen, kreeg, volgens de acte
n dagvaarding een der wielen over zich.
Bus bekwam zwaar lichamelijk letsel, dat
hierin bestond, dat zyn liukeriun zeer ern
stig gekneusd en styf werd. Bus was ge
durende geruime» tyd verhinderd zyn Ij
zigheden als stoker te verrichten; lerwyl
die kneuzing geen uitzicht op volkomen
genezing, biedt. Bekl. werd teu laste ge
legd, dat dit zwaar lichaiuolyk letsel aan
zyn schuld te wyten is.
De heer L. Talsma, arts te Assendelft,
gehoord als gotuige-deskundige, dio Bus 6
weken onder behandeling had gehad, zoido
dat de arm van Bus nimmer geheel in
orde zal komen, maar dat B. by het
verrichten van zyn werkzaamheden cr
geen hinder van zal hebbeu.
Getuige Bus verklaarde, dat bekL uiot
bard reed, maar wel aau den verkeerden
kant.
De directeur der N.V. in wier dienst do
bekl. is, getuigende, gehoord al» getuife
a décharge, dat bekl. als eeu kalm t-n
oorzichtig chauffeur bokond staat. An
dere getuigen h décharge oordeelden, di.t
indien Bus een der wielen van do aulo
ivor den arm bad gekregen, die arm z-y-
ker geheel verbrijzeld was, daar het oen
groote auto was, die 23 personen bevatt-a
Het O.M. oordeelde, dat bekl. ouvoc -
riehtig hoeft geredep. Volgens hem hal
Je chauffeur moeten stoppen of nog meer
naar recht» uitwijken, was dan de aut»
weggezakt, dan had daaruit alleen maU^
rieele schade kunnen ontstaan, maar wa
ren geen persoonlijke ongelukkeu verooi-
zaakt. Ecu chauffeur mag zich nimmer op
bet standpunt plaatsen, dat do wiolrydem
eeten wyken voor de automobilisten.
Al neemt men aan dat 't plicht wail
tor de wielryders om al' te stappen, dar
pleit dat nog den ehauffeur niet vry. Maar
't was niet noodig voor «1e wielryders oui
af te stappen, daar de weg nog wel 50 e.M.
ineer gelegenheid tot uitwyken aanbood.
Het O. M. voerde verder aan naar aan
leiding van de verklaring vau getuigen
h décharge dat indien gut. Bu9 een der
wielon over don arm had gehad, do arm
geen arm meer zou zyn geweest, dat do
auto best naar een kant ha<l kunnen over
hellen, nJ. uaar dien kant, waar hy hot
zwaarst beladen was en dat hy dos aan
RUSRIfcA WAM ROfcL DB
Da 'AAKK&R
HE TAND VAN DEN BOEDDHA.
De nrirvj van Wales is tijdens zijn
teis door Britscli lncTe door de inlan
ders ovt.-riauen niet eet drenken en eer
bewijzen. De grootste eer is hem ech
ter wei te Hanoy op Ley .011 he we zen,
wear hem oen tano van den Boeaeha
>er«l vertoond. Deze tana is ae koel-
■arste (eohte of vermeende) relikwie
van ae" gronuvésier van den Boed-
ihistiscuen godsdienst en een kreinood
dat siechtó uiterst zeldzaam door an-
Ère oogen gezien is dan die van aen
oogepriesler van den Temped ues
^Leiiigeai Tands. En de zeer enkele be
voorrechten zijn dan nog steeds de
Jameel strenge Boeddhisten. Maar de
Prins van Wales heelt met zijn berain-
neiijken glimlach ook de streng be-
Waaute poorten van dit heiligdom we
ten te openen.
De ge&ehieaenis van het relikwie is
zeer romantisch en in het kort als
voigt. Volgens de overlevering werd
het door een v.uohtende hindoeprinses
in het jaar 311 van onze jaartelling
naar Ceylon overgonraoht. Ter bevredi
ging zou zij het m haar lokken heb
ben verborgen. Di de daarop volgende
lUUQ jaar is de tand ettelijke malen
gestolen eu overal waar hii werd heen
gevoerd. zichtte men er een tempel
voor op. Het relikwie is nu echter
reeds sinds b eeuwen op Ceylon, liet
is een stukje ivoor van ongeveer 5 cen
timeter lengte, waardoor het meer op
den tand van een groot dier lijkt dan
op dien van een mensch. Er zijn
daarom velen die vemioedien dat dit
voorwerp slechts een etui is, waarin
zich de eigenlijke tand bevindt.
A M i\i Oivllih
Er was wei niets gedurende den vree-
seliiken oorlog dat de lezers der cou
ranten meer verbaasde dan de ontaag-
•reliike uitgaven aar. ammunitie.
In vroegere oorlogen berekende
men, dat voor iedoren gesneuvelde,
zijn éigen gewicht aa.i kogels noodag
was. Met andere woorden, dat iedere
duizend geweerkogels een ïrwnecheii-
leven eischte.
Dergeliike cijfers zijn nu ook met
betrekking tot den iaatê&en oorlog
bekend geworden en hieruit blijk:,
dat er. natuurlijk hoofdzakelijk tenge
volge van de ..gedekte" wijze van «x>r-
logvoering niet minder dan 50.G00 ge
weerkogels noodig waren om een sol
daat te dooden. Hierin zii-n natuur
lijk ook de groote projectielen begre
pen, die uitsluitend gebruikt werden
om bouwwerken e.d. te vernielen,
maar ook dit in aanmerking ne
mende. kan men veilig aannemen,
dat voor iederen gesneuvelde 3000
K.G. metaal ziin verschoten.
Zulk een berekening is schrikwek
kendmaar meer nog geruststellend,
want als deze oorlog hetzelfde percen-
ROEL DE RAKKER:
(Daily Sketch. Honden).
Ik heb Wat zou
gehoord, dat dat. iongen?
u morgen gaat
visschen papa
Wat een Wat bedoel
inspanning ie toch.
en tijdverlies rakker
voor niets.
Dat u i: .tuur-Als iii niet Luister papa! Waarom!
ink niets oppast, ventje.... Ik koop visch
vangt, icnzij u voor dat geld...—
mij een rijks
daalder geeft
....en dan
kunt u zee-
gen. dat u
ze gevaiv
gen lubt.
tage als vorige had vertoond, zouden
aJle legers, hoe groot zij ook waren tot
den laatsten man zijn uitgeroeid.
DE HOOGE HOED.
Langzaam maar zeker is de hooge
hoed. tijdens den oorlog door khaki,
veldgrauw, horizonblauw, groengrijs
enz., verdrongen, in eere hersteld.
Het was op 15 Januari 1797, dat de
Engelschman John Eherington zijn
winkel in het Strand te Londen verliet
met den eersten hoogen hoed, ooit
door menselierioogen aanschouwd. He-
ze moedige pionier werd onmiddel
lijk omringd door een schreeuwende,
verbaasde menigte, die weldra zulke
afmetingen aannam, dat hij werd
gearresteerd en voor den bur
gemeester gevoerd, beschuldigd van
liet veroorzaken van volksoproer.
De politieman, die hem arresteerde
getuigde, dat hij versoheen op den
openbaren weg, dragende een hoog
hoofddeksel, dat hij een zijden hoed
noemde, naar den glans die het ver
toonde berekend om zwakke perso
nen te ontstellen. Verscheidene vrou
wen vielen in zwijm bij deze ongewo
ne verlooning, kinderen gilden, hon
den jankten en een jongen werd in de
menigte omvergeworpen en later met
een gebroken arm weggdragen."
De beklaagde betaalde zesduizend
gulden a's waarborg dat hij voortaan
de goede orde niet zou verstoren.
Maar de hocgo hoed had gewonnen,
en werd na verloop van tijd zelfs de
algemeens dracht, in welke ee.repositie
hii geruimen tijd stand hield1.
HET ZOUT DER ZEE.
Hoe komt het dat het zeewater zout
is? Dit is een van die dingen, die men
zich wel eens afvraagt maar in den
regel toch als zoo vaststaand en over
bekend aanneemt, dat het als een na
tuurlijke omstandigheid wordt be
schouwd.
Het gehalte zout is in zeewater ge
middeld ongeveer 3 1/2 pet. Hat wil
zeggen, wanneer al het water in alle
zeeën der aarde verdampte, er een
zoutlaag zou overblijven van ongeveer
60 meter dikte. Volgens de laatste
theorie is al dit zout afkomstig int den
tiid van de eerste ontwikkelingspha
sen van onze aarde. Na iedere uit
barsting van den Vesuvius, is zijn kvas
ter bedekt met een glinsterend witte
laag zout, en de vulkanen van
Zuid-Anierika werken voortdurend
enorme hoeveelheden van een zout
houdende substantie de lucht in, de
Paraci alleen 30.000 kilogram per
dag- Tegenwoordig is de vulkanische
activiteit zeer beperkt maar voor de
komst van het organische leven was zij
ontzaggelijk groot.
STRUISVEEREN.
Er i» niets wispelturiger dan de da
mesmode en het gevolg daarvan is,
dat de struisveeren-industrdie in
Zuid-Afrika die goh eed van de grillen
der mode afhankelijk is, aan groote
schommelingen onderhevig is. Als de
mode voorschrijft dat de dameshoe
den versierd zullen worden met struis-
veeren, worden de eigenaars der
8truisvoeel-„fanns" in korten tiid rijk,
in het tegenovergestelde geval kunnen
zij nauwelijks het hoofd boven water
houden.
De veranderingen van opinie van
Vrouwe Mode komen zoo plotseling
en onverwacht, dat in den besten tijd
de handel in struisveeren een buiten
gewoon zenuwachtig ibdrijf is. want
ieder «ogenblik kunnen de handelaren
die in het bezit zijn van groote, duur
ingekochte voorraden, voor het feit
komen te staan, dat de gril uit is en
hun waar vrijwel onverkoopbaar.
Het is thans een van die perioden,
dat de struisveer plotseling weer ge
vraagd wordt en aangezien een tijd
perk var. volkomen stilstand juist
achter den rug is, zal het een toer zijn
om aan de wereldvraag te voldoen,
met het onvermijdelijke gevolg, dat de
prijzen zeer hoog zulien op'.oopen.
Voor den oorlog waren er in Zuid-
Afrika ongeveer 780.000 struisvo-
Köls. thans echter niet meer dan
360.000.
Port Elizabeth is de eenige plaats
ter wereld .die geheel gewijd is aan
den verkoop van struisveereii, bijna
geheel in Amerikaansche handen.
De meest waardevolle veeren ko
men van den mannetjcsvogcl, de vee-
ren van het vrouwtje brengen nau
welijks half zooveel op. Sommigen
meenen dat «le dieren in naam der
mode mishandeld worden, maar dat is
een onjuiste veronderstelling. He vee-
ren worden niet uitgetrokken, maar
afgeknipt en het stukje dat achter
blijft wordt door den vogel vanzelf af
geworpen in den mi-periode.
De dieren zijn veel te kostbaar voor
bun eigenaars om eeniee wreedheid
toe te laten.
EEN NIEUW LUCHTSCHIP.
Tweehonderd jaar geleden werden
le eerste luchtballons met heete lucht
eovuld. Het nieuwste luchtschip ont
worpen door Vaugean te Milaan
wordt volgens hetzelfde principe ge
construeerd. terwijl binnen in den bal
Ion 'n ged tij tel ijk luchtledig zal wor
den aangebracht
Een ontzaggelijk sterke en stijve
ballon waaruit alle lucht was wegge
pompt, zou natuurlijk de maximum
oplieffingsoapaciteit hc/bben, maar
zulk een luchtschip is in de praat ijk
onmogelijk, aangezien bet omhulsel
de ontzaggelijke druk van de omrin
gende atmosfeer niet f kunnen ver
dragen.
In het nieuwe modd zal er nu ech
ter naar gestreefd worden om dit
ideaal tenminste gedeeltelijk in vervul
ling te doen komen. Dc voordeelen
ziin duidelijk genoegabsolute uit
schakeling van brandgevaar, gemak
kelijke stijging, waarbij de hoogte te
verandere.n is door het toelaten in of
liet. onttrekken van lucht aan de lucht
ledige kamers. Hierdoor zou dus noch
gas. noch ballast verloren gaan.
HET RAD VAN FORTUIN.
Excelsior vertelt:
„Chauffeur, ben je vrij T".
Op het geroep van een jongen lui
tenant. kornt 'n taxomet 'n schok aan
den trottoirband tot stilstand.
„Luitenant?"
Met een vlugge beweging springt de
chauffeur van zijn zitp'aats en hoort
in militaire houding, recht als eon
kaars, de instructies aan. Hii dankt
beleefd, vraagt bescheiden eenige na
dere inlichtingen en gaat weer aan
het stuurrad zitten.
,,Het kan niet beleefder", merkt de
luitenant een beetje verbaasd op.
„Zijn accent is buitenlandsch en de
inlichtingen, die hij vraagt, maken
het waarschijnlijk, dat hij een nieu
weling in het vak is."
De taxi stopt ter .bestemming.
„Ben je vreemdeling, chauffeur?"
..Rus. luitenant, officier van het
tsaristische leger, daarna het leger van
Wrangel, Legioen van Eer en Croix
de Guerre.
En ziin zware chauffeurejas open
slaande, waardoor eenige lintjes zicht
baar worden, voegt hij erbij
„Kapitein 1 tot uw orders, luite
nant.
POSTZEGELMACHINES.
He vorige week plaatsten wij in de
ze rubriek het Engcvlache nieuwtje
over de superphoon. Ook op het na«
volgende vestigen wij be^cheidenlijk de
aandacht van de betreffende autoritei
ten. vooral nu wij een nieuw en gemo
derniseerd postkantoor gekregen heb
ben
Over geheel Engel anti zullen bui
ten de postkantoren automaten wor
den opgesteld, waardoor men poetzer
gels kan krijgen ,ook op uren, dat de
postkantoren gesloten zijn.
Zou een dejrgii T-i pracrt/isch toe
stel ook hier niet geaprrecieeTd
worden
WIST U....
„„dat het totaal aantal auto's ter
wereld 11.000.000 bedraagt, waarvan
83 pCL in de Vereenigde Staten?
...dat de eerste stalen pen werd ge
maakt te Londen in het jaar 1803?
....dat het kleinste goudstukje ter
wereld de gouden frank is, die spe
ciaal gemunt werd voor het gebruik
van den Volkenbond als standaard en
later geschonken aan Sir Eric Drum
mond
dat een zeepbel ongeveer een
honderdduizendste millimeter dik
dat de oudste nationale vlag ter
wereld, die An Denemarken is, in
gebruik sedert 12191