HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur Het Feest van de Vlag in Den Briel. Stadsnieuws Arr. Keciitüank VRIJDAG 31 MAART 1822 TWKEDE BLAD (NieuwereekO No. 69 DE ST. CATHARINE-KERK TE BRIELLE. Hoe ik Den Brlol hob gezien. Mijn saluut aan Den Brie!. De meest Brlelsche Brtelenaar: Joh. A. Been. Beroemde Brleltenaars. Johan A. Been vertolt. Je moet er een nulletje bij durvon zetten! Het Feest van de Vlag. Waarom de Brlcllenaara bij Joh. Been de ruiten wilden Insmijton. De „tronrpjos". Het Feestspel. De A msterdamoche Watergeuzen. Van de Moordpoort, prikkeldraad en een gesch curds las. De BrielIk was er nog nooit ge weest, maar ik kendo liet toch al lang! Met al mijn jongensfantasie had ik het immers vroeger gelezen, het verhaal van de inneming van Den BrielI In myu ver beelding had ik het alles meegemaakt. Hoe leefden zjj voor mij: Lomer en Bloys van Treslong en Roobol en Jacob Simons- zoo n do Rijn en Coppelstock, ja Coppel- atock vooral, die den burgemeesteron van do stad den schrik op het lijf joeg door in zjjn rapport over do Watergeuzen er een nulletje bij te liegen. Er zijn van die getallen, die voor al tijd in je geheugen gegrift zyn. „5000, burgemeester, 50001" Heeft ooit één mensch meer plezier van «en Aprilgrap gehad als doze rouwe, ruige veerman f Eén dag, voordat ik naar Den Briel ging, heb ik heel de geschiedenis van dien merkwaardigen eerston April nog eens overgelezen en het was mij daarbij, of ik een stukje vau myn jeugd nog eons op nieuw doorleefde. Ik was weer met de Watergeuzen aan do Noordpoort, ik zag ze weer aan het werk met hun pek en hun teer en hun tonnetjes buskruit, ik zag ze weer onder aanvoering van Roobol de oude poort met een mast rammeien, ik ben Bloys van Treslong naar <le Zuidpoort ge volgd en pikte met hem de vluchtende burgers op, en ik heb ten slotte woer op den Sint Catharyno Toren de vlag zien plaatsen eu daar hoog Im do lucht onze driekleur zien uitwaaien den alloreerstou koer boven Nederlandseheu grond. Met boevool fantasia leest toch het kind! Hoo wordt alles, wat daar gedrukt staat, voor hem plotseling werkelijkheid! Ja, zoo had ik het als jongen gelezen, Ik kende den Briel, ik kende Lumey en Bloys van Treslong en burgemeester Koccksb c- ker en Jan Coppelstock en Rochns Meeu- wiszoon. Zij allen bestonden voor iry, als ik over hen las. En toen ik naar Den Briel ging om 'te schrijven over de fees ten van 1 April, toen heb k ze allen nog eens opgeroepen als in myn jeugd! Zjj wa ren weer levend voor mij geworden en zy stonden, als trouwe gezellen om my heen, toen ik dien morgen voor hot "orst in werkelijkheid hot stadje Briello voor my zag liggen. In die stemming wilde ik Briello zien! O, hot maakt een heel verschil, of je naar een stad toegaat om erlaat ik zog gen, een oude, zieke erftante op te zoe ken, of er lapjes te verkoopen of er een lezing te honden voor het „Nut", dan wel als je er heen gaat met het doel een Btuk hit orie naar je toe to laten komen. Ik zag do undero passagiers, die met my in bet stoomtrammotje van Rotterdam i Briello waren gereisd, vlug voor my uit loop, druk en gohaust, om maar zoo gauw mogelijk weer uit dat „gat" van daan te komen. Ik echter liep langzaam met al myn watergeuzen om my been en ik genoot van dat oudo BrieQe, dat daar met zyn statigen toren tusschen zya boo- ge groene wallen als een vergeten stadje uit oude dagen lag. Ik wachtte zoo lang, tot er niomand meer op doD wog voor lojj liep. tot ik enkel hot. stadje zag en ik voelde mij opeens 350 jaar terug. Want als je Briello zoo van ver ziet liggeD, als opgeborgentusschen zyn groene vostiug- wallen, dan is het of do tjjd daar op dat plekjo op Voorne al die eeuwen stil is blijven staan. Je ziet van het stadje niets dan wat roode daken en hoog 'daarboven uit den forsehen, bruinen toren van de Sinte Oatbaryne. Dat is al! Je raadt en gist, wat daar verder achter die hooge wallen ligt. Zoo moeten de Watergeuzen ook den Briel hebben gezien, toen zij 350 jaar geleden voor het svadje stonden. Niets stoort hier de illusie! Geen fabrie ken, geen hooge schoorsteenpijpen, geen stations, geen telefoonpalen, niets! Het is van buiten gezien alles oud en onge rept. Het was my, of bet stadje 350 jaar geslapen had en ik als de prins uit het sprookje nu kwam om het te wekken uit zyn droom. Hoo levend was dit doode stadje voor my op dien morgen. Ik zag het, zooals ik het wilde zien, als een brok historie! Die Sinte Catharyno toron, hij sprak tot my, zooals hy daar hoog boven do roode da ken oprees tegen de blauwe heldere lucht. Ik zog er uit een verweerd torengat in myn verbeelding de vlag wapperen. Hy werd my als een symbool, die bruine, hooge, oude toren! Ik ben een Fries en dus vry nuchter, maar ik kan my voorstellen dat, als ik Franschman ware geweest, ik myn hoed zou hebben afgenomen en met ontblooten hoofde don Sinte Catharyno, waartegen voor het eerst onze driekleur kec-ft gewapperd, zou zyn genaderd. Nu hield lk myn hoed ook van woge de ste vige bries vaat op myn hoofd, maar toch was ik zoo in de stemming, dat ik daar op den weg te neuriën liep, het liedje, dat ik als jongen zoo vaak had gezongen-. In naam van Oranje doe open de poort! De Watergeus staat voor den Briel! Zoo bracht ik op myn wyze myn groet aan den Briel. Een half uur later zat ik tegenover den man, die hot oude Briel in zyn ziel draagt: Joh. A. Been. Elko Briellenaar kent hem. Toen ik bij een school vroeg,«waar mijn heer Been woonde, waren er dadolyk wel een twintigtal jongen» bereid my den weg te wyzea. „In het winkeltje, naast het stadhuis, waar do vorsiering begint! Maar in bet winkeltje was hy niet! Een klein meisje bracht mij, vroolyk snap pend, naar het stadhuis en ging my voor, de aloude wenteltrap op naar hot archief, waar do Brielscho archivaris dagelijks van 9 tot 12 en van 2 tot 4 te vinden is. Daar, tusscheu stapels oudo perkamenten en muffe arehiefboeken zag ik hem achter een lange tafel zitten, den meest Briel- schen Brielenaar: Joh. A. Been! Die boe ken en paperassen zyn Been's vrienden. Zy dragen als hy, in hun ziel de historie van zijn onde stad. Daar in die hooge archiefkamer, met hot gezicht op den Sinte Catharyne-toren, voelt Joh. A. Been zich als een visch in hot water; daar is 1 ij in zyn element. Hij is er heelo dagen mot Jan Coppelstock en Bocbus Meeuwiszoou en Bloys van Tres long en Maarten Harpertzoon Tromp en Witte Corneliszoon de Wit, en Vader Toon en al die oude stadgenooten, die zyn ge liefde F ielle, beroemd hebben gemaakt, hy voelt zich één met al die Briellenaren, dio eens, evenals hy, vol eerbied naar den Sinte Catbaryn hebben opgekeken en als jongen in de schaduw van de oudo kerk hebben gespeeld! Wie zou in deze dagen van herdenking het oudo Briello voor zyn Inndgenooten bc-ter kunnen doen herleven dan Joh. A. Beent Hy is do man, die het initiatief voor deze feesten heeft genomen, hy is de niau, die het alles beeft voorberoid en de ziel ervan is. Van Joh. A. Beeu is het his toriespel Alva's Bril, dat nu reeds ze venmaal in don Briel met groot succes is .opgevoerd, van hein zyn de woorden van de cantate, die op muziek van den heer de Bruin in de kerk gezongen zal wor den, von hem is ook het openluchtspel, dat Zaterdag ouder do oogen van de Ko- ninklyko familioen duizenden landgenooten de inneming van den Briel op 1 April 1572 zoo getrouw mogelyk zal weergeven. Toen ik diert middag by hem kwam weerde hij ray eerst lachend af. Ik to al de tweede journalist, die betn dien dag lastig kwam vallen en om nog eens het hoele verhaal te doen, daar voelde hy heel weinig voor! Maar toen hy eenmaal be gonnen was te praten over Coppelstock en Rochus Meeuwiszoon en Bloys van Tres long, en ik hem vroeg naar do historie van dien ouden tOTen, waarnaar wy beiden za ten to kyken, toen werd het hem toch te machtig, toen sleepte hy oude kaarten aan en perkamenten boeken enik had hem waar ik hem hebben won, onzen in het heelo land bekonden Brielschen archi varis! „Ja, ja," zei hy lachend, „verbeeld je, dat Lumey zyn zin had gekregen en ons Brieltjo had verbrand! Dau zouden wy toch ons heele feest niet hebben gehad!" Hy was er geheel vervuld van en hy begon to vertellen van de voorbereidin gen, die zooveel moeite hadden gekost. „U moet niet denken, dat bet allee zoo gemakkelyk is gegaan!zei de heer Been. „Een Duiteche schrijver heeft eens ge zegd t „Hollanders laten net als onze pij pen, altijd hun koppen hangen!" en dat ia waar. Het kost soms heel wat moeite om beweging in je landgenooten te krij gen,en vooral hier in den Briol I Zo zagen overal tegenop! Het is nog net als in 1572. Vijfhonderd durven ze wel aau, maar vijf duizend 1 Nee! Nou, dan moet je, als je wat gedaan wilt krygeu, er maar een nul letje by durven zetten, net als Coppel stock! Voor zoo'n Coppelstock voel ik, omdat ik van het volk houd! Daarom heb ik den veerman ook veol meer op den voorgrond gehaald dan in 1872! Toen wa ren do lui te deftig om veel voor zoo'n kerel uit het volk to voelen!" Myn hoofdideo ie geweest om van de viering van dezen herdenkingsdag oen n a- tionaalfeestte maken. Hot feest van den Briel moest wordenn het feest vandovlaglDo vlag, die eenheid moet brengen bij heel hot volk, ouver6ch 'lig van welk geloof of welken stand! Daar op dien Sint Catharyne-toren heeft onze vlag het eerst gewaaid en hy heeft er zich ge handhaafd, zooals onze Hollandsche natie zich gehandhaafd hoeft I Voor my is de Briel het symbool van onze vlag! Toen enkelen er op aandrongen van het feest een Genzenfc-st te maken, heb ik ^adelyk gezegd: Nee, dat niet! Het feest van den Briel is een vaderlandsch feest, dat ieder mee moet kunnen enwillen vieren. De hietorio riet de inneming van den Briel anders dan vroeger. De vlag, die voor het eerst op onzen toron wapperde, beteekent: het begin van onze onafhankelijkheid! Dat feit willen wy herdenken en aan zulk een feest doen allen mede. In onze oommissie zyn alle gelooveu en alle rangen en stan den vertegenwoordigd. Onze pastoor en onze predikanten hebben er o.a. ritting in. Als het feest niet door allen meegevierd zon worden, had ik het liever nooit be gonnen. De vlag moet in de eerste plaats eenheid brengen onder het volk. Hol feest van den Briel moet oen nationaal feest zijn, want het is het feest van d e v 1 a gl Do voorbereiding van hot feest is nog niet zoo gemakkelyk gegaan. Ik kon ze maar niet in bewcgiDg krijgen. Maar toen ik eindelijk zei, dat ik het don desnoods met de jongens van Pro Patria uit Rotter dam zou doen, toon had ik do Briellenaren wakker geschud. Van de Rotterdammers moesten zy niet» hebben! Eerst waren ze zelfs zoo verontwaar digd, dat ze de ruiten van m'n huis ln wilden emijtcn. Maar dat was allemaal niet»! Ik had hen precies, waar ik zo heb ben moest. En nn heb ik zooveel mede werking, als ik maar verlangen kan! Do heer Boen vertelde my van de repe tities voor hot Feestspel, die een paar maal in do week worden gehondeD. 80 schutters en 150 geuzen oefenen zich ge regeld en trekken na hun oefeningen on der de muziek van hun „trompjos" door do stad. Dat „trompjw-orkest" ïs ook een vinding van den heer Been. Het zyn de „scheepsjongens van de Watergeuzen", die op hun mondorgels de oude Vaderland- scho liederen op 1 April door den Briel zullen laten klinken, dat het een lust is! In zyn Feestspel heeft do heer Been do historische gebeurtenissen zoo veel mo gelijk op den voet gevolgd van hot oogen- blik af, dat er alarm wordt geblazen, als de geuzenvloot wordt gesignaleerd, tot de bestorming van de Noordpoort toe. Zooveel mogelijk gebeurt alles op de plaatsen, r de feiten zich werkelyk hebben af gespeeld. Maar de echte Noordpoort zal niet meer bestormd kunnen worden, om dat zy tnsschen bastions en vestingwallen voor het oog verborgen ligt. „Ik bon een volksman!" zoi lachend de heer Been, „en ik heb daarom by volks stemming laten uitmaken, waar de Brie! 1922 ingenomen moest worden. Dat zal uu by meerderheid van stemmen moeten gebeuren by do Waterpoort. Daar hebben •en houten poort, ongeveer van het zelfde model als de oude Noordpoort, ge bouwd en die poort zal Zaterdag 1 April door de Watergeuzen met een mast wor jeu kapot gerammeid, precies als 350 jaar geleden. Maar hot hoofdmoment van het feest zal natuurlijk worden: het planten an do vlag op den ouden Brielschen to en! Dat zal gebeuren door ocd Amster- ammcr, doD heer Dudok van Heel! Het heeft nog heel wat voeten in de aarde ge had om de Brielenaars er toe te krygen dit aan een Amsterdammer over te laten. Maar de vlag is oen geschenk van den heer Dudok van Heel en hy stond er op die persoonlijk op den toren te plaatsen. Toen heb ik er dit op bedacht: ik heb aan dien Amsterdammer de rol van den Am- aterdamscben watergeus Jacob Bimonszoon do Ryk gegeven en zoo heeft iedere-m in Brielle er vrede mee, dat de vlag door :n Amsterdammer op den toren wordt ge plant. Als het maar een watergeus isl Op de kaart wees de heer Been mij aan, hoe de Briel in 1572 was en hoe het zicb later onder Coehoorn naar het Oos- een weinig heeft uitgebreid. De oude haven, waar do Watergeuzen zyn geland, bestaat niet meer. Dio haven, welke Noor delijk lag van do tegenwoordige, is al sinds jaren dichtgeslibd. Maar do bouw vallen van de Noordpoort, die door aarden wallen was bedekt, zyn weer blootgelegd, zoodat op 1 April toch nog iets te rinn zal zyn van de beroemde poort, die zoo'n belangrijke rol in onze historie heeft ge- Arie, de jeugdige factotum van d£b heer Been, heeft my later naar dit historisch plekjo gebracht. Het was niet zoo heel eenvoudig om er by te komen, omdat het op militair terroin ligt en dus.... zwaar door prikkeldraad is afgesloten. Maar toen \rie met zyn magere lichaam tusschen het prikkeldraad was heengekropen, kon ik moeilyk achterblijven. Hadden de geuzen niet eens met een mast hier den doortocht geforceerdf En zou ik my dan door wat prikkeldraad laten weerhouden f Dat aooit! zei Van Speyck, wat word je toch „histo risch", wanneer je als reizend redacteur historische plekken wordt gezonden dus kroop ik tusscben het prikkeldraad door, scheurde myn jas en dacht onmid dellijk aan do kleermakersrekening, die ik als herinnering aan de Noordpoort later thuis zou krygen. Maar even later, toen ik mot Axie op de steenen van de oude Noordpoort stond en by my do plek wees, waar eens de Watergeuzen waren geland, wan ik heel de scheur en de kleermakers rekening volgoten. En toen ik my om keerde en den oudeu Brielschen toren zag, dacht ik weer aan de vlag, die door deze Poort Nederland was binnengedragen En ik begTecp do liefde van den Briel- Bchen archivaris voor zyn Sinte Catharyno toron en do Nederland6cho vlag, een lief de, waaraan hy in zyn tooneolspel „A1- va's Bril" in deze slotregelen uiting geeft: Gij zyt do kracht van Necrlands volk, Zyn ziel, zyn gloed, zyn wezen, O, lichtstraal van dit necvlig land, üw roem zjj onvolprezen. En zyt gij >n den Briel door Goj Ter glorie uitgelezeu, Ons als een teeken van gena Wel wouderlyk verrozen Geen menschenhand rukke u terneer, Die leus blyv' Neerland» room en cerl Wat God ons heerlyk op deed gaai Mag door Gods hand alleen verga»» J. B. SCHUIL auto-ongeluk. In de middagzitting diende weder een zaak van een autoongcluk. D. J. H. M., chauffeur, wonende tc Ilo- erwyk bad zich te verautwoorden ter zake dat hy op 13 October onder Wyk aan Duin in bet donker rydcmï over den zeer sniallen Hooge Hoflauderweg by het naderen van twee wielryders roeke loos en onvoorzichtig zonder op de geluid- signalen van die fietsers ucht te geven, bykans geheel aan do linkerzydo van dien weg is blyven doorrijden zonder ziel te overtuigen of er nog ruimte op den weg die wielryders om de auto aan de lmkerzyde van den weg te passeereu. Een dier wielryders, C. J. Bus, die om a aanrijding te voorkomen op den gras berm geheel rechts van den weg was gaan ryden en rich aan een hog truebtte vast houden, wat niet gelukte, waardoor by ram te vallen, kreeg, volgens de acte n dagvaarding een der wielen over zich. Bus bekwam zwaar lichamelijk letsel, dat hierin bestond, dat zyn liukeriun zeer ern stig gekneusd en styf werd. Bus was ge durende geruime» tyd verhinderd zyn Ij zigheden als stoker te verrichten; lerwyl die kneuzing geen uitzicht op volkomen genezing, biedt. Bekl. werd teu laste ge legd, dat dit zwaar lichaiuolyk letsel aan zyn schuld te wyten is. De heer L. Talsma, arts te Assendelft, gehoord als gotuige-deskundige, dio Bus 6 weken onder behandeling had gehad, zoido dat de arm van Bus nimmer geheel in orde zal komen, maar dat B. by het verrichten van zyn werkzaamheden cr geen hinder van zal hebbeu. Getuige Bus verklaarde, dat bekL uiot bard reed, maar wel aau den verkeerden kant. De directeur der N.V. in wier dienst do bekl. is, getuigende, gehoord al» getuife a décharge, dat bekl. als eeu kalm t-n oorzichtig chauffeur bokond staat. An dere getuigen h décharge oordeelden, di.t indien Bus een der wielen van do aulo ivor den arm bad gekregen, die arm z-y- ker geheel verbrijzeld was, daar het oen groote auto was, die 23 personen bevatt-a Het O.M. oordeelde, dat bekl. ouvoc - riehtig hoeft geredep. Volgens hem hal Je chauffeur moeten stoppen of nog meer naar recht» uitwijken, was dan de aut» weggezakt, dan had daaruit alleen maU^ rieele schade kunnen ontstaan, maar wa ren geen persoonlijke ongelukkeu verooi- zaakt. Ecu chauffeur mag zich nimmer op bet standpunt plaatsen, dat do wiolrydem eeten wyken voor de automobilisten. Al neemt men aan dat 't plicht wail tor de wielryders om al' te stappen, dar pleit dat nog den ehauffeur niet vry. Maar 't was niet noodig voor «1e wielryders oui af te stappen, daar de weg nog wel 50 e.M. ineer gelegenheid tot uitwyken aanbood. Het O. M. voerde verder aan naar aan leiding van de verklaring vau getuigen h décharge dat indien gut. Bu9 een der wielon over don arm had gehad, do arm geen arm meer zou zyn geweest, dat do auto best naar een kant ha<l kunnen over hellen, nJ. uaar dien kant, waar hy hot zwaarst beladen was en dat hy dos aan RUSRIfcA WAM ROfcL DB Da 'AAKK&R HE TAND VAN DEN BOEDDHA. De nrirvj van Wales is tijdens zijn teis door Britscli lncTe door de inlan ders ovt.-riauen niet eet drenken en eer bewijzen. De grootste eer is hem ech ter wei te Hanoy op Ley .011 he we zen, wear hem oen tano van den Boeaeha >er«l vertoond. Deze tana is ae koel- ■arste (eohte of vermeende) relikwie van ae" gronuvésier van den Boed- ihistiscuen godsdienst en een kreinood dat siechtó uiterst zeldzaam door an- Ère oogen gezien is dan die van aen oogepriesler van den Temped ues ^Leiiigeai Tands. En de zeer enkele be voorrechten zijn dan nog steeds de Jameel strenge Boeddhisten. Maar de Prins van Wales heelt met zijn berain- neiijken glimlach ook de streng be- Waaute poorten van dit heiligdom we ten te openen. De ge&ehieaenis van het relikwie is zeer romantisch en in het kort als voigt. Volgens de overlevering werd het door een v.uohtende hindoeprinses in het jaar 311 van onze jaartelling naar Ceylon overgonraoht. Ter bevredi ging zou zij het m haar lokken heb ben verborgen. Di de daarop volgende lUUQ jaar is de tand ettelijke malen gestolen eu overal waar hii werd heen gevoerd. zichtte men er een tempel voor op. Het relikwie is nu echter reeds sinds b eeuwen op Ceylon, liet is een stukje ivoor van ongeveer 5 cen timeter lengte, waardoor het meer op den tand van een groot dier lijkt dan op dien van een mensch. Er zijn daarom velen die vemioedien dat dit voorwerp slechts een etui is, waarin zich de eigenlijke tand bevindt. A M i\i Oivllih Er was wei niets gedurende den vree- seliiken oorlog dat de lezers der cou ranten meer verbaasde dan de ontaag- •reliike uitgaven aar. ammunitie. In vroegere oorlogen berekende men, dat voor iedoren gesneuvelde, zijn éigen gewicht aa.i kogels noodag was. Met andere woorden, dat iedere duizend geweerkogels een ïrwnecheii- leven eischte. Dergeliike cijfers zijn nu ook met betrekking tot den iaatê&en oorlog bekend geworden en hieruit blijk:, dat er. natuurlijk hoofdzakelijk tenge volge van de ..gedekte" wijze van «x>r- logvoering niet minder dan 50.G00 ge weerkogels noodig waren om een sol daat te dooden. Hierin zii-n natuur lijk ook de groote projectielen begre pen, die uitsluitend gebruikt werden om bouwwerken e.d. te vernielen, maar ook dit in aanmerking ne mende. kan men veilig aannemen, dat voor iederen gesneuvelde 3000 K.G. metaal ziin verschoten. Zulk een berekening is schrikwek kendmaar meer nog geruststellend, want als deze oorlog hetzelfde percen- ROEL DE RAKKER: (Daily Sketch. Honden). Ik heb Wat zou gehoord, dat dat. iongen? u morgen gaat visschen papa Wat een Wat bedoel inspanning ie toch. en tijdverlies rakker voor niets. Dat u i: .tuur-Als iii niet Luister papa! Waarom! ink niets oppast, ventje.... Ik koop visch vangt, icnzij u voor dat geld...— mij een rijks daalder geeft ....en dan kunt u zee- gen. dat u ze gevaiv gen lubt. tage als vorige had vertoond, zouden aJle legers, hoe groot zij ook waren tot den laatsten man zijn uitgeroeid. DE HOOGE HOED. Langzaam maar zeker is de hooge hoed. tijdens den oorlog door khaki, veldgrauw, horizonblauw, groengrijs enz., verdrongen, in eere hersteld. Het was op 15 Januari 1797, dat de Engelschman John Eherington zijn winkel in het Strand te Londen verliet met den eersten hoogen hoed, ooit door menselierioogen aanschouwd. He- ze moedige pionier werd onmiddel lijk omringd door een schreeuwende, verbaasde menigte, die weldra zulke afmetingen aannam, dat hij werd gearresteerd en voor den bur gemeester gevoerd, beschuldigd van liet veroorzaken van volksoproer. De politieman, die hem arresteerde getuigde, dat hij versoheen op den openbaren weg, dragende een hoog hoofddeksel, dat hij een zijden hoed noemde, naar den glans die het ver toonde berekend om zwakke perso nen te ontstellen. Verscheidene vrou wen vielen in zwijm bij deze ongewo ne verlooning, kinderen gilden, hon den jankten en een jongen werd in de menigte omvergeworpen en later met een gebroken arm weggdragen." De beklaagde betaalde zesduizend gulden a's waarborg dat hij voortaan de goede orde niet zou verstoren. Maar de hocgo hoed had gewonnen, en werd na verloop van tijd zelfs de algemeens dracht, in welke ee.repositie hii geruimen tijd stand hield1. HET ZOUT DER ZEE. Hoe komt het dat het zeewater zout is? Dit is een van die dingen, die men zich wel eens afvraagt maar in den regel toch als zoo vaststaand en over bekend aanneemt, dat het als een na tuurlijke omstandigheid wordt be schouwd. Het gehalte zout is in zeewater ge middeld ongeveer 3 1/2 pet. Hat wil zeggen, wanneer al het water in alle zeeën der aarde verdampte, er een zoutlaag zou overblijven van ongeveer 60 meter dikte. Volgens de laatste theorie is al dit zout afkomstig int den tiid van de eerste ontwikkelingspha sen van onze aarde. Na iedere uit barsting van den Vesuvius, is zijn kvas ter bedekt met een glinsterend witte laag zout, en de vulkanen van Zuid-Anierika werken voortdurend enorme hoeveelheden van een zout houdende substantie de lucht in, de Paraci alleen 30.000 kilogram per dag- Tegenwoordig is de vulkanische activiteit zeer beperkt maar voor de komst van het organische leven was zij ontzaggelijk groot. STRUISVEEREN. Er i» niets wispelturiger dan de da mesmode en het gevolg daarvan is, dat de struisveeren-industrdie in Zuid-Afrika die goh eed van de grillen der mode afhankelijk is, aan groote schommelingen onderhevig is. Als de mode voorschrijft dat de dameshoe den versierd zullen worden met struis- veeren, worden de eigenaars der 8truisvoeel-„fanns" in korten tiid rijk, in het tegenovergestelde geval kunnen zij nauwelijks het hoofd boven water houden. De veranderingen van opinie van Vrouwe Mode komen zoo plotseling en onverwacht, dat in den besten tijd de handel in struisveeren een buiten gewoon zenuwachtig ibdrijf is. want ieder «ogenblik kunnen de handelaren die in het bezit zijn van groote, duur ingekochte voorraden, voor het feit komen te staan, dat de gril uit is en hun waar vrijwel onverkoopbaar. Het is thans een van die perioden, dat de struisveer plotseling weer ge vraagd wordt en aangezien een tijd perk var. volkomen stilstand juist achter den rug is, zal het een toer zijn om aan de wereldvraag te voldoen, met het onvermijdelijke gevolg, dat de prijzen zeer hoog zulien op'.oopen. Voor den oorlog waren er in Zuid- Afrika ongeveer 780.000 struisvo- Köls. thans echter niet meer dan 360.000. Port Elizabeth is de eenige plaats ter wereld .die geheel gewijd is aan den verkoop van struisveereii, bijna geheel in Amerikaansche handen. De meest waardevolle veeren ko men van den mannetjcsvogcl, de vee- ren van het vrouwtje brengen nau welijks half zooveel op. Sommigen meenen dat «le dieren in naam der mode mishandeld worden, maar dat is een onjuiste veronderstelling. He vee- ren worden niet uitgetrokken, maar afgeknipt en het stukje dat achter blijft wordt door den vogel vanzelf af geworpen in den mi-periode. De dieren zijn veel te kostbaar voor bun eigenaars om eeniee wreedheid toe te laten. EEN NIEUW LUCHTSCHIP. Tweehonderd jaar geleden werden le eerste luchtballons met heete lucht eovuld. Het nieuwste luchtschip ont worpen door Vaugean te Milaan wordt volgens hetzelfde principe ge construeerd. terwijl binnen in den bal Ion 'n ged tij tel ijk luchtledig zal wor den aangebracht Een ontzaggelijk sterke en stijve ballon waaruit alle lucht was wegge pompt, zou natuurlijk de maximum oplieffingsoapaciteit hc/bben, maar zulk een luchtschip is in de praat ijk onmogelijk, aangezien bet omhulsel de ontzaggelijke druk van de omrin gende atmosfeer niet f kunnen ver dragen. In het nieuwe modd zal er nu ech ter naar gestreefd worden om dit ideaal tenminste gedeeltelijk in vervul ling te doen komen. Dc voordeelen ziin duidelijk genoegabsolute uit schakeling van brandgevaar, gemak kelijke stijging, waarbij de hoogte te verandere.n is door het toelaten in of liet. onttrekken van lucht aan de lucht ledige kamers. Hierdoor zou dus noch gas. noch ballast verloren gaan. HET RAD VAN FORTUIN. Excelsior vertelt: „Chauffeur, ben je vrij T". Op het geroep van een jongen lui tenant. kornt 'n taxomet 'n schok aan den trottoirband tot stilstand. „Luitenant?" Met een vlugge beweging springt de chauffeur van zijn zitp'aats en hoort in militaire houding, recht als eon kaars, de instructies aan. Hii dankt beleefd, vraagt bescheiden eenige na dere inlichtingen en gaat weer aan het stuurrad zitten. ,,Het kan niet beleefder", merkt de luitenant een beetje verbaasd op. „Zijn accent is buitenlandsch en de inlichtingen, die hij vraagt, maken het waarschijnlijk, dat hij een nieu weling in het vak is." De taxi stopt ter .bestemming. „Ben je vreemdeling, chauffeur?" ..Rus. luitenant, officier van het tsaristische leger, daarna het leger van Wrangel, Legioen van Eer en Croix de Guerre. En ziin zware chauffeurejas open slaande, waardoor eenige lintjes zicht baar worden, voegt hij erbij „Kapitein 1 tot uw orders, luite nant. POSTZEGELMACHINES. He vorige week plaatsten wij in de ze rubriek het Engcvlache nieuwtje over de superphoon. Ook op het na« volgende vestigen wij be^cheidenlijk de aandacht van de betreffende autoritei ten. vooral nu wij een nieuw en gemo derniseerd postkantoor gekregen heb ben Over geheel Engel anti zullen bui ten de postkantoren automaten wor den opgesteld, waardoor men poetzer gels kan krijgen ,ook op uren, dat de postkantoren gesloten zijn. Zou een dejrgii T-i pracrt/isch toe stel ook hier niet geaprrecieeTd worden WIST U.... „„dat het totaal aantal auto's ter wereld 11.000.000 bedraagt, waarvan 83 pCL in de Vereenigde Staten? ...dat de eerste stalen pen werd ge maakt te Londen in het jaar 1803? ....dat het kleinste goudstukje ter wereld de gouden frank is, die spe ciaal gemunt werd voor het gebruik van den Volkenbond als standaard en later geschonken aan Sir Eric Drum mond dat een zeepbel ongeveer een honderdduizendste millimeter dik dat de oudste nationale vlag ter wereld, die An Denemarken is, in gebruik sedert 12191

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5