Humtti's Bioui deftoie blad Din8Eiag 4 April 1922 Instantanés. DE OOSTENRIJKER. (Nadruk verboden). Ik diende te Batavia als jong luite nant bij een Europe each a Compagnie. Onder mijn manschappen was er een, dien wy altijd de „Oostenrijker" noemden. Toen ik voor het eerst bij mijn peloton kwam, was hij mij on middellijk opgevallen door zijn buiten- Soorige lengte, zijn zwarte bakke- aarden en zijn gedistingeerd ge zicht. Men vertelde mij, dat hij offi cier was geweest en om onbekende re denen uit het Oostenrijksche leger eerloos" was ontslagen. Zelf sprak hij nooit over zijn verlo den. Hij was een eenzame, die in de compagnie zijn eigen leven leef de, zonder zich iets van de andere Boldaten aan te trekken. Als ik met. mijn manschappen uitrukte, moest lk onwillekeurig telkens naar hem zien, zooals hij daar, strak voor zich uitkij kend en i.ltijd zwijgend, in het voor ste „rot" met rustigen pas mar choerde. .Het was, of de anderen niet voor hem bestonden. Hij zong nooit, hij floot nooit, hij lachte nooit, hij liep altijd, somber voor zich uitsta- »en, als een „vreemde" met de oom- lagnie mee. Kn wanneer zijn blik ten enkele maal den mijne ontmoette, iloeg hij onrniddell'ik zijn oogen neer, lis was k" h". ..vt ik een ge- jprek i.i-' rinnen. Ik i iclijden met diep ongelukkige. Wat ging er achter die donkere, melancholische oogen om Waaraan dacht hij, wanneer hij daar, met zijn geweer aan den schouder, als een slaapwandelaar tusschen al die luidruchtige soldaten ging? Wie kon het zeggen? Hij was voor mij het groote „geheim" in de compagnie, dat. mij telkens onweerstaanbaar aan trok, maar dat ik niet durfdenade ren uit collegiaal medegevoel. Ik kon in dien man niet den fuselier zien: hij bleef voor mij steeds de oud-olii cier. Had ook hij niet eens als commau dant naast zij" soldaten geloopen, was hij jaren geleden niet met even groote illusies zijn loopbaan van jong officier begonnen als ik? Op een morgen moest ik ais luite nant van piket, de arrestantenkamers in de hoofdwacht op het Waterloo plei n visiteeren. Ik had allo bezocht, toen ik plotseling in de laatste pro voost tegenover den Oostenrijker stond. Ik begreep het dadelijk; het was weer zijn oude kwaal geweest: dronkenschap. llij stond stram in de houding, zijn oogen strak naar den grond gericht. Ik was nog heel jong en toen ik daar voor zijn brits dien kolomaal zag staan,' die eens, net als ik, de sterren had gedragen, ging er even een schok door mij heen. Heb je iets te vragen I vroeg ik en ik weet, dat mijn stem op ua,t oogonblik zacht klonk, alsof ik my zelf er voor schaamde, dat ik dit nu moest doen. „Nein, Leut'nant," was het schorre antwoord. Toen ging- ik heen en <len üeelen dag tug ik dien man met zijn fijn besneden gezicht voor mij in het donkere hok voor zijn brits. Dienzelfden avond was ik de gast van een kennis „employé" bij de Hancle,- maatschappijj en het gesprek kwam 'al heel spoedig op den Oostenrijker. 11'. vertelde, koe ik hem dien morgen daar in de provoost had aangetroffen en welk een indruk dat op mij had gemaakt. „Zou jij misschien niet iets voor den kerel kunnen doen?" vroeg ik. „Hij heeft zes jaar in Bosnië bij den topo- grafischen dienst als opnemer gediend' (Misschien, dat jullie bij de Maatschappij 'hem ergens kunt gebruiken!" „Als hij maar niet zoo aan' den drank was 1" wierp mijn vriend mij togen. Maar ik, die meende, dat het alleen oit wanhoop en ellende was, dat de Oos tenrijker dronk, zei, dat het wel goed zou gaan, wanneer hij maar eerst in. een andere omgeving was. „Wanneer hij zich. weer raeasch ge voelt, dan is die kerel d'er, manen ik geloofde op dat oogenblik heilig, Een week lang hoorde ik niets van mijn vriend en ik dacht al, dat liij de zaak vergelen had, tot ik op eeu mor gen een briefje van hem ontving, waar in hij mij schreef, dat hij voor myn Oos tenrijker een betrekking had als „op nemer" bij een pas opgerichte Mijn- bouwmaatschappij op Celebes en dat de Maatschappij bij het Legerbestuur de noodige stappen zou doen om hem uit den dienst te krijgen. Nooit zal ik het oogenblik vergeten, dat Schreier zoo heette mijn Oosten rijker tegenover mij stond in de binnengalerij van mijn huis en ik hem vertelde van de aanbieding, die "ik dien morgen voor hem had ontvangen. Ik zag, hoe hij plotseling vaalbleek werd, hoe de brief in zijn hand trilde en de tranen hem over de wangen liepen, „Icli danke Ihnen, Leutnant, ich danke Ihnen 1" was het eenige, wat hij zei. Ik zelf kon bijna geen woord zeg gen, zoo ontroerd was ik toen ik dien schipbreukeling daar voor my zag, schreiend als een kind. Ik dacht niet anders dan dat alles nu gewonnen was. Reeds den volgenden dag- ging het request om ontslag uil den dienst voor den Oostenrijker, in zee. Over vier we ken zou hij v r ij man zyn en met een paketboot als passagier tweede klasse naar Makassar vertrekken. liet was vier dagen vóór het vertrek van de boot, dat ik bij het avondappèl in do kazerne moest zijn. Van het heele bataljon was het „rapport" al binnen gekomen, behalve van mijn eigen com pagnie. Ik wilde juist den hoornbla zer waarschuwen om „Eerste compag nie" te blazen, toen ik mijn sergeant van de week hardloopend zag aanko men. „En?" „De fuselier Scbröter mankeertl" rap porteerde hij. „Scliröter?" „Ja, luitenant, lik Roer, dat hij vanavond stomdronken door een par trouiile in den ühiuieescheii kamp is apgeipikt!" Het was mij, of alk een sla# tegen mijn hoofd kreeg. Onmiddellijk ging ik naar de hoofd wacht. Het bleek de waarheid te zijn: Scluroter was in zwaar beschonken toestand een halif uur geleden door een patrouille binnen gebracht. Den volgenden morgen was ik al heeil vroeg iin de provoost. I-lij zat met zyin hoofd tusschen zijn handen op den rand van zijn brits, toen ilk bin nentrad. Maar zoodra hij mij zag, sprong hij onmiddellijk op, stond stram in de bonding. „Wat heb je nou gedaan, Schiro- teir?" vroeg ik. Ilij antwoordde niet, doch ilk zag, hoe hij over zijn heele Lichaam beefde. „Vlak voordat je weg1 zou gaanl" Op eens barstte hij uit: Fragen Sie mir nkth.ts, fragen Sie mir nlchts! Ich bin eiin Diender!" Ik wist niet, wat ik zeggen moest; woorden van verwijt welden op dat oogenblik niet over mijn lippen. Ik begreep, dat hier een leven voor al tijd verwoest was. Zwijgend keerde ik mij om en ging heen, een illusie armer. Ik wilde neg eeu poging voor heim wagen. Van mijn. kapitein kreeg ik gedaan, dat zijn straf op den dag vóór het vertrek van de boot zou ein digen en a an de Maatschappij schreef ik een brief met het verzoek om het nog eons met den Oostenrijker te probe>eren. Maar twee dagen later ontving ik reeds een schrijven van de dlrectio dat zij niet meer prijs stélde op den fuselier Schröter en ze hier van konnis had gegeven aan het De partement van Oorlog. Dienzelfden avond kwam de Oostenrijker zwaar ■beschonken de kazerne bïnnen- zwaaien; llij was voor goed een ver loren man. Toen veertien dagen later een de tachement naar Atjeh moest vertrek ken, vroeg Schrot er of hij moe mocht gaan. Het was uit medelijden, dat mijn kapitein erin toestemde. Nog zie ik Schrótsr den mongm, dat hij af pres en! eer do", op den rechtervleugel van het detachement staan. Het. waren bijna allen solda ten uit mijn pcleton en Uc rel'kte hun daarom de hand tot afscheid. Ik voelde, dot Scbröter mijn hand krampachtig kneep, en ik hoorde hem zacht zeggen-, ,,Ioh danke Ihnen, Auf Wiedersehen." Ik heb mijn Oostenrijker nooit weer gezien. Na de eerste ontmoe tingen van de Pedir-expeditie las ik in de Java Bode onder de geeneuvel- den.: fuselier Schrötor, algemeen starnboekivu mm er 27146! De Atjeher ■"■■n -rn-vi erk gedaan. Zelden zal een vijandelijke kogel met, meer dankbaarheid zijn ontvangen en meer welkom zijn geweest als bij het .iiiiijo' .nummer 27446. J. B. SCHUIL. Stadsnieuws HET CAV ALHRIE-DEPOT. De samenstelling van liet. cavalerie- paardendepot, dat te Haarlem garni zoen zal houden, bestaat uit1 rit meester, commandant, 3 eerste of tweede-luitenants, 1 paardenarts le of '2e klasse, 2 ad judanten ondeT-officier- of oppcrwachtmeesters-pikeur, 1 op perwachtmeester-administrateur, 12 wachtmeesters, 1 fourier, 2 hoefsme den. 1 zadelmaker, 40 remonterijdere le. 2e of 3e kl., van wie 30 den rang va>u kor pot aal kunnen hebben, 9 hu zaran-vriiwillioGrs le of 2e kl. (on der wie de officie ra-oppassers) en voorts een aantal door den inspecteur dor cavalerie te bepalen dienstplich tigen en liet voor d'e menages benoo- dïgdo aantal sergeanten- of korporaals kok NAZORG. In verband met de plannen, 'die hier bestaan voor het aanstellen van een gemeentelijk ambtenaar voor den „nazorg", dee.en wij hier het een en ander mede uit een artikel van den heer W. P. Blokpoel over dit oinder- werp in het Tijdschrift voor Buiten gewoon Onderwijs, orgaan dier Ver- een ïging van Onderwijzers en Artsen, werkzaam aan inrichtingen voor on derwijs aan achterlijke en zenuw- zwaikke Milderen. De heer Blökpoel vertelt eerst wat in Den llaag op het gebied van den nazorg is gedaan. In 1906 kwam dooi' de Vereeniging „Zorg voor het achterlijke kind" tot stand, die zioh ten doel stelde, de be- üiangien van (achterlijke) leerlingen en oud-leerllingan tet behartigen, door hen bij het verlaten der school be hulpzaam te zijn bij het zoeken naar een passende betrekking. In den be ginne zochten de onderwijzers een betrek,kling voor hun oud-tl-eerl uigen, maar de zorg, aidlus opgevat, bleek niet toereikend te zijn. Toen werd als oaiderafdeelimg van de Vereeni- gjug die) Patrooiisvereenlgmg opge richt. Er werd getracht, werkgevers als leden der vereenigdng te doen toetreden. Had men dlie eenmaal in voldoende hoeveelheid, dan was er meteen werkgelegenheid voor de ont slagen leerlingen. Deze opzet misluk te. De patroons ondervonden, dat zij niet den minsten invloed hadden op de hun vrijwel onbekende „pupiillen" De jongens zwierven van den eenen baas naar den anderen. De patroons zagen dan ook ten slotte het nutte- looze van hun pogingen In. Do toe stand werd toen ten slotte weer zoo, dat de onderwijzers alleen den ont slagen leerlingen raad gaven en eenig toezicht op hen uitoefenden en de Patroouavereeniging werd ont bonden. Zoo is, zegt de heer Blok- spoel op het oogenblik de toestand in Den Haag met zijn 'honderden ont slagen achterlijke Jeeriimgen. In Amsterdam deed men ongeveer dezeiifde ervaringen op als in Den Haag. lm de hoofdstad stelde toen do „Vereenigïng voor het Onderwijs aan Achterlijke kinderen", die lo Amster dam vijf scholen- heeft, ©en ambte naar aan, d'Le zij belastte met de „After Care" (Nazorg) te Amster dam: voor het eerst vervolde die be trekking de hear A. Nagtzaam en na diicns overlijden werd de heer P. de Boer als ambtenaar aangesteld. Met den heer De Boor, die gedu rende» langen tijd aan de Buitengewo ne School voor Zwakzinnigen alhier is werkzaam geweest, hadden wij nog een kort. onderhoud over het nu voor Haarlem zeer actotueel onder werp van de nazorg. De nazorg, aldus zeidie ons de beer De Boer is de hoeksteen, van de zorg voor die zwakzinnige kinderen. Vroeger zaten deze leerlingen zoo- wat „voor mets" in do klas. Het on derwijs ging langs bun heen. Toen kwamen de aparte scholen voor zwak zimmgen, waar niet hoogst en 40, maar hoogstens 16 leerlingen in één klasse vereenigd werden en het on derwijs zooveel mogeJlijik hoofdelijk werd gegeven. Deze kinderen nu hebben, naast hun intellectueel© ook vele moreel© gebreken: aandachtsfou- ten, karakterfouten, zij rijn vaak moeilijk in den omgang, hebben'vaak (dit is wel typisch!) een zeer lioogen dunk van zichzelf; voorts geeft bun u'ïtemliijk minkfijrngevoeligen dikwijls aanleiding tot spot. Geen wonder dan ook dait zij, als zij de school verlaten hebben, het nergens kunnen uithou den, van den een naar den ander zwerven en ten slotte geheel misluk ken. Daar komt nog hij, dat toch al veel normalen in hun beroep werk verrichten, waarvoor weinig of geen intellect wordt vereischt, zoo- diat onze achterlijke kinderen ook nog moeten concunreeren met ar beidskrachten niet een normaal intel lect. Dit concurreer en is hun onmo. gelijk-; bijna allen ontbreekt wal en doorzettingsvermogen. Zij moeten (dus in voor hen gescliikte betrekkin- genailg 't ware „geschoven" worden. Niet allen zijn ongeschikt oan op normale wijze hun brood te verdie nen: wij maken onderscheid tusschen de debielen cn do i in b e c 11- 11 e n. Een 20 a 30 van de achterlij ken reken ik tot de eerste groep: zij kunnen zich de voor een beroep noo dige handigheid eigen maken. Dan volgen zij, (ongeveer 40 van het totaal aantal achterlijken) voor wie het noodig is, dat hun weg naar den patroon en naar het beroep bereid wordt, er moet zorg aan hun besteed worden maar in de meeste gevallen komen ook zij terecht. Met de laatste 30 is op het oogen blik nog zeer weinig te beginnen. Et zijn wel eenige oplossingen aan de hand te doen. Men zou die leerlingen na hef, verlaten van de school kunnen uitbesteden bij een patroon en dien een zeker leergeld geven; men zon een in rich ting kunnen slichten, waar ze bekwaamd worden voor het een of ander, maar slechts zóó lang tot ze in staat zijn, een zij bet nóg zoo bescheiden plaats in de maat schappij in to nemen. Dit zou geld kosten aan 'dé (gemeenschap maar vergeten mag niet worden, dat het hiervoor bet,.do geld toch later zijn rente zal opleveren, want wordt deze groep van imbeoillen niet geholpen, dan zullen zij hun g e h e e 1 c leven in inrichtingen moeten ver blijven, tten koste van de gémeon scihap. En het is bekend, dat in ge heel ons land de gestichtenverzor ging (uitgezonderd misschien in Groot Emans) uitsluitend 1 i c h ar m e 1 ij k e verzorging is. De n azorg, die ik ln dezen op het oog heb, zon dus voor zorg blijken te zijn. Dat ik liet aanstellen van een amb tenaar voor nazorg voor Haarlem zou toejuichen, behoef ik nu wel xuet rrveei te zeggen,vervolgde de heer De Boer. Op een paar dingen mag ik nog wijzen. Er zal m.i. op den duur voor een ambtenaar in Haarlem geen weric genoeg zijn. Was er wel werk ge noeg, dan mochten er in Amsterdam, met zijn vijf 6cholen voor aciuterlijke kinderen, wél zever, ambtenaren zijn! Maar toch aal het aanbeveling verdienen den eventueel aan te stel len ambtenaar in het eerste jaar, waarin hij stellig veel werk te verrichten r,ul liebbon, daarvoor ook ruim den tijd te geven. Hij zal toch connecties met werkgevers moe ten aaniknoopen en veel achterstallig werk moeten inhalen, want het le zeer wenschelijk, dal hij rijn zougen uitstrekte niet alleen over de dit jaar uit de school ontslagenen, maar ook over hen die vroeger ontslagen zijn. Laat mij er ten slotte nog de aan dacht op vestigen, dat het een groot voordeel is van een vast ambtenaar, dathij overwicht, krijgt op de jongens. Hij bezoekt geregeld de school, de kinderen hebben hem leeren kennen en zij weten: „Dat is de man, van wien ik later een haas zal moeten krijgen!" VOOR DE NIEUWE ÖT.-BAVO. Door het altaar-comité van de Han ze, is aan de firma W. J. J. Thijeeen, edelsmid te Haarlem, opdracht gege ven tot liet maken van een koettear kruis met kandelaars voor het altaar vn het H. Hurt, dat a.ls geschenk van de Hanze in de Kathedrale kerk Sint o te Haarlem za' wordlen ec plaatst. Opmerkingen n!t de Burgerij. Naar aanleiding van liet bericht: „Aon den gemeentelijken Woningbouw te Bloe- mendaal, Bentveld, in de schilder Leendert gevallen. Hjj was onmiddellijk; dood," sohryft de heer P. W. G. ons: „Een ernstig woord van protest nau de daarvoor verantwoordelijke lichamen is dunkt my hier zoor op zyn plaats, als men weet, onder welke gevaarlijke omstandig heden een schilder daar zijn werkzaamhe den moot verrichten. Deze woningen zijn aangesloten aan het eloctrisch net met z.g.u. buitenlëidingcn. Staat men iu de dakgoot voor de kapel (de leiding loopt daar middendoor) .Jan moet een middelmatig persoon bukken, an dere raakt hy dezo leiding. Dit is na tuurlijk zeer gevaarlijk, daar do dakgoo- teu zeer dikwijls met water staan, wat ecu zeer sterke geleider is. In Bloemendaal, IJmuidon cn meer bui tengemeenten, gebruikt meu deze wijze van aansluitingen. Verschillende gevallen zyn my bekend, van schilders die met <icze leidingen in aanraking zijn geweest en niet altijd op een voor keu prettig»; wijze. Daar thans de tijd aangebroken is voor het Bchildereu van buiteugovels, is het zeer dringend noodig, dat maatregelen moeten worden genomen voor er meer slachtof fers vallen. Waarom worden gocn stukken van jen of twee meter uit den gevel vandaan „ge ïsoleerd "i Op deze wjjze doorgaan is in elk geval roekeloos spelen met het ïevrn vaa honderden arbeiders, waarmede de bevoegde autoriteiten oen zware verant woording op zich laden, '-' t juoar ook van „De Toovenaar' inu.ir ook dut spelletje met de rozen Wat zal dat de harten der moeders getrot- ten hebben, toen het eindigde met de l'ormaue van den heerlijksten naum voor het kind, de naam van MUL. Muur ook die- „GymnasLekies", wo goed uitgevoerd, was alleraardigst. Vooral uit dte spelletjes blijkt, dat het personeel zich met veel geduld en toeivyding aan zijn tuuk geeft, waar voor het hier in 't openbaar eeu woord van hulde wordt gebracht, maar ook dat de tegenwoordige „Be- waareciiool" in niets meer gietyki op de Bewaarschool uit vroegere tijden, dut rij de jeugd der kleinen recht zonnig helpt maken en dal rij veel U.aur waar dee ring en steun verdient dan zij op lieden geniet. Up het eind was er door iemand, wiens kind de school nu ging verla ten, voor de kinderen nog een ver rassing bereid, namelijk een roep chocolade en wat blaqult. Dat dit de kinderen smaakte en de ouders er van genoten, al ging liet hun mond voorhij, behoeft zeker niet gezegd. Een ding was echter vreeselijk jam mer, nJ. de mededeeling op het eind aan de aanwezigen gedaan, dat het met de financiën der school zoo droe vig is gesteld, niettegenstaande het hoogc schoolgeld van f 0,40 per week en de subsidie, die de burgerlijke ge meente aan de school verleent. Er is toch over 1921 een tekort van pl.in. f 1200. Zal de school kunnen blijven bestaan, dan moet ndet alleen dit te kort natuurlijk zoo gauw mogelijk worden aangezuiverd,maar dan moe ten er ook veel meer contribuanten komen. Moge dit geschieden, want het zou toch zeer te betreuren zijn «Is deze nuttige Inrichting gesloten moet worden, waartoe het ongetwij feld zaïl moeten komen als het met de financiën niet beter gesteld wordt. Op voorstel van een paar aanwezigen werd dan oolk maar dadelijk een col lecte gehouden, die f 17,25 opbracht, terwijl sommigen zich ook opgaven voor een vaste contributie. Dat velen dit goede voorbeeld volgen. Het hoofd dier school Mej. J. F. van Ley- den zal zeker gaarne namén van con tribuanten ontvangen», VELSEN. R ij k 8 p o e t s p a a r- b a n k. Aan het postkantoor te Vei sen en de daaronder ressorteerende hulppostkantoren werd gedurende de maand Maart 1922 ingelegd f 11951.62), terugbetaald f 17282.20. Hot laatste door dat kantoor uitge geven boekje draagt het nummer 7778 J MUIDEN. Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten, van welke de af zenders onbekend zyn. Terugontvangen in de 2« helft der maand Maart 1922. Brieven; Binnenland: W. Aafjes, As sendelft, F. A. Benkemper, Amsterdam, Directeur Belastingen, "Haarlem, Company Pepsodent, Amsterdam, H. C. van Soest. Amsterdam. Briefkaarten; Binnenland. Coruolia Aar- sen, Broda, W. de Boer, t, T. Guyt, Kat- wyk aan Zee, B. Loory, Haag, Zaanlander- Sportkroniek, Zaandam. W. de Zwart., Am sterdam. Brieven: Buitenland: Maria Ebbers, Barssel, Neue TVürzb. Zeitung, 'Wurzburg. Briefkaarten, Buitenland: EckJiolu, Karl Peselj Bremen 13. Joeef Beowulf, Wien. Uit de Omstreken SCHOTEN Men schrijft ons- Onder buiteaigewoon veel belang stelling, o.a. van ouders, had Yrij- dagmiuüdag de openbare les op tie Frolbelsc.ji.ooJ in d!e Colensostraat plaats. Voor de kin dieren is zoo'n openbare lea blijkbaar steeds een feeeL Aan de blijde gezichtjes is het te zien, dat zij het heer»ijk vinden dat vader of moeder eens komen zien, wat rij hebben geteerd» Maar ook voor de oudere en verdere belangstel lenden is zoo'n middag een groot 't ls toch zoo leuk die klein© kleuters met de grootste vrijmoedigheid te hoeren antwoorden op de kinderlijke vragen die iietn gedaan worden en diie doen zien wat er geregeld met hen gedaan wordt tot vorming en ontwikkeling, iin 't is nog aardiger ze bezig te rien met fröbelen gade to slaan wat die klein© vingertjes van papier en boelseerklei al kunnen ma ken. En dan de spelletjes, die zij spe len Dat is alles de moeit© waard. Hoe aardig was b.v. dit teer niet alleen dat spelletje van de gansjes Onze Lachhoek Grappenmaker (fin voll© train)Heeft ook iemand een péi bankbii ictton verloren met een elastlo» ken band: er om 1 Verseiiiilende stemmeci Ja. ik Grappenmaker: O, Uc htM hier den ei ast ie ken band gevonden I Eenevriend: Ik ben n.u ai ©ea? :>aar keer bij de Meijcra geweest, maai die tref je nu nooit samen thuis I Andere vriend: Dat kornL doordat ze in een modern huis wonen. De kamers rijn zoo kieln, dat ze er niiet samen in kunneD ritten I De heer Eiit»e ia vrijwel de '-enigste speler uk dezen wedstrijd wien© spel veel overeenkomst vertoont met het veel besproken „flankapeJ waarme de de Franseh© meester Faibre den laatsten tijd zoovele successen boekt. Hij beareeft zich o.J. echter te dik wijls in ontoerekenbare standen waar door hij woleens verliest te^en zwak- kere tegenstanden» (o.©. bi den laai- aten wedbtrijd teeen de heeren Exel 1 P. van Waanel). Hierbij komt nog. dat wij don heer Eyné ln dit tour nood eenige partijen —gen verliezen door blunders. In ecu match is do heer Eype een eeduohte tegenstander. doch in een tournooi speelt hij niet constant en waagt o.i. vooral tegen zwakkere te- eenertandcre te veel. Wij hebben zelfs den indruk, dat hij tn den laatsten wedstrHIdi eenige zijner tegenstanders heeft onderschat en zo- een hem partijen spelen welke eiken solieden erondslae misten Als problemist geniet hij een zekere vermaardheid en in vele Prdblemisten- wedstrijden werden zijne oom posities met eerste prijzen bekroond. De heer Bype is een speler van bij zondere beteeken is on Indien hij in volgende wedstrijden, vooral tegen zwakkere tegenstanders niet meer ztn- ke erttligo partijen speelt en... geen blunders meer maakt, geven wij dezen svanpathdeken speler een veel betere kans Sport en Wedstrijden wedstrijd om het kam pioenschap voor haarlem en omstreken. P. J. E ij p e. De heer P. J. Eype ,lid der „Haaw- lemscbe Damoub', weiko in den af ge loopen kampioenswedstrijd v-.-.u d'e 11 deeLneme-rs de 7de plaats bereikte, is ongetwijfeld een dier merkwaardigste spelers van dit tournooi. Zijn. resultaat is niet in overeenstem ming met zijn kunnen en de minder goede plaats welke hij in dit tournooi bereikte is grootendeels toe te schrij ven aan zijn minder goede gezond heidstoestand gedurende dezen wed strijd1. Met den heer Van Daalen behoort hij tot de „oude garde" Bijna van de oprichting der „ELaar- Iemsche Damclub" (1907) is hij lid de zer Vereenigtng en speelt reeds meer diali 10 jaren in het eerste tiental der .Haaneiiisclvo Damclub aan welks bloei hij zeer veel heeft bijgedragen. In 1916 behaagde nij zelfs, na een lierkamp met den heer P. J. van Dar telen. het kaaiipiioenschap der „Ilaar- I eolisch© Domeiu0>" Zijn kracht is het resultaat van stu die. Br zijn bijna ecen partijen of Eype heeft ze bestudeerd'. Zijn kennis van openingen, mid denspel en vooral eindspel -is zeer groot en hij gevoelt zich zoowel in re gel- als ongeregciinatig© openingen ge heel thuis. Niettegenstaande hii_ in het begin ui dezen w edstrijd, geheel uit vorm" was (waaraan zijn ongesteldheid niet vreemd w«s), versaagde hit niet en zijn remise-partijen tegen de hoeren Van Dartelen .alsmede rijn winstpartij tegi ii dien hoer Van Daalen. waren wel die mooiste partijen uit dit tour nooi. Letteren en Kunst NATIONAAL ZANGCONCOURS. Ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van het muziekgezelschap „Kunstliefde en Vriendschap" te Leer dam zal een groot nationaal concours voor zang- en muziekvereenigingen wor den gehouden op 25 Mei en s Juni. 102 vereenigingen zullen hieraan deelne men. De Koningin cn de Commissar is der Koningin van Zuid-Holland hebben medailles beschikbaar gesteld. VOLKSZANG. Op de te Amsterdam gehouden algemeenc vergadering van do nationale vereeniging voor den volkszang bleek dat dc vereeniging 17 afdeeling-en telt en dat een afdeeling :n voorbereiding is. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren P. C. Poort man (Utrecht); W. Donkersloot (Culeni- borg); Joh. Oostveen (Amsterdam); A: E. baron Mackay (Den Haag) en mcj.- H. Gantvoort (Utrecht). Dc bestuurs functies zullen nader vastgesteld wor den. Besloten weid, den naam der vcr- ecniginjr te veranderen in „Nederland- sche Vereeniging voor den Volkszang"» DE BREDIUS-OOLT.VB0TE De heer Kronig, voormalig directeur van hot Frans Hals-muuuum, to Haarlem thaus te Flo rence, heeft, zoo meldt het N. v. d. D., ecu belangTyko collectie schilderijen tot dus verre onder berusting vau zyn schoonva der dr. Brcdius, na dieue vertrek nu«i- hot buiteulaud, in bruikleen afgestaan aan het. Stedelyk Museum „De Lakenhal tc Lol den. Dc directie heeft dit naubod ouder hartelykon dank aanvaard. Do plaatsing zal voor het nieuwe museum een groote aanwinst zyn. EEN REMBRANDT NAAR NEDER LAND TERUG. De Maasbode verneemt dat op de gehouden veiling vau kunst schatten uit het Baby-kasteel te Londen, welke toebohoorden aan Lord Barnard, 'n paneelschildering van Rembrandt word aangekocht voor den heer D. Kosslcr te don Haag voor «Jou pTjje van 6500 pond sterling. NIEUWE UITCAVEN. Verschenen ie: De kruisgang voir een volk. (berichten van ooggetui gen uiit het gebied vau den lionefre- nood ln Rusland) met een voorrede over de oorzaken van don hongers nood dooi- Henriëtte Roland Holst. Het is Oen uitgave van het comité van intellectueel en tot hulpvereohaiftng aan dc hongerenden in Rusland „Kjcwnpierus". TOONEEI.NIEtrWS Onder het opechrift: ,Ja hot gezelschap Verkade n) uit clkandor" schryft Het Vad.: Oor Euys speelt van 1 April af met oen eigen gezolschaj) in hut Rotterdamsch Caeino. Van Dalsum heeft Zondag met ccn eigen troep in den HoUaudsebcn Schouw burg tc Amsterdam gespeeld. Feuilleton Ml RIAM het Engelsch van 15IA ALB AN ESI. 14) Dat wou genoeg, oin Lady Noirches- ter in drift te tloeu ontsteken. Zij be val den man de kaaneor te verlaten, maar deed dit op allesbehalve waar dige wijze. Ellen kon moeilijk tus- ©chenbeide komen, hoewel zij leed on der den formeelen twist, die er tus schen den knecht en rijn meesteres plaats had. Het elot was. dat een van de kamermeisjes bediende. Het diner was verre van goed klaargemaakt. Bij elk nieuw gerecht, werd Lady Nor- chester weer driftig en eindelijk wend de zij zich tot EMen en vroeg op hof- ligen toon „Wat zoudt u in mijn ge val doen J" En EMen had geantwoord: „Ik zou hen allen ontslaan en aan de huis houdster zeggen, hun geen ge tuigschrift te geven". Het werd weldra in de keuken be tend, dait juffrouw MiJner niet niet zich spotten liet, en vanaf dat oogvn- blik werd Ellen gehaat en gewan trouwd. Crewc durfde zelfs openlijk, brutaal zijn, en de arme Eliza had heel wat te verduren, omdat zij goed voor Ellen zorgde en slechts met lof over haar 6praJc. EItlen lie: zich eohtei' niet ontmoe digen door hetgeen zij te verduren had. Zij deed haar best, Lady Nor- cbeeter af te brengen vain de gewoon te, ten a.»en tijde whisky of cognac tot opwekking te drinken. Zij begreep, dat Crewe dit ln de hand werkte, dooi' te verklaren, dat haar meeste- i'cb hel tooi' haar gezondheid noodig had. Ladv Noroliester had Ellen reeds herhaaldelijk laten bemerken, dat zij haar graag mooht lijden en luid deze gevraagd, of er niet iets was, waar mee zij haar plezier kon doen. Toen zij dit op zekeren dag weea- vroeg, kwam Ellen met hoar verzoek, dat deze niet meer zoo geregeld cognac zou drinken, voor den dag, maar zij deed het aarzelend, vreezetnde, dat Miriam het niet goed zou opnemen. Doze antwoordde dan ook eenigs- rins kortaf, terwijl haar gelaat met een donkeren blos ©vertogen werd, dat zij ziel) dikwijls zoo duizelig voelde en dan een opwekking noodig had. „Het komt, oandat u zooveel in huis zit, eai geen üchaamsbe weging genoeg hetot", zei Ellen. „U weet niet, hoe prachtig het in het park is. Vanmor gen heb ik een lange wandeling ge maakt en ik had toen voortdurend spijt, dat u niet bij mij was. 0111 met mij van al het moois te genieten". Lady Norcliéster was echter niet ge makkelijk uit huis te krijgen. Op ze keren dag had EKen haar tot eén ritje in de auto overgehaald, maar dit had geen succes gehad. Ladv Norohester vond het afschuwelijk aangestaard te worden. „Waarom kijken die menschen in 's hemelsnaam mij allemaal zoo aan?'' vroeg zij. „Ik zou toch denken, dat zij mij nu wel allen kennen". „Zij kijken natuurlijk naai' u, om dat u mooi bent en een persoon van gewicht in de buurt „Een pensoon van gewicht?"' her haalde Miriam spottend. „Nu ik moet zeggen, dat hot er veel van heeft. Iedereen behandelt me als oud vuil, maar natuurlijk zult u wel weer zeg gen, dat dit mijn eigen sclmild is". Glimlachend had Ellen geantwoord: „Ja, want het is wcrkeflijik uw eigen schuld". „Nu, ik moet zeggen, dat u van uw hart geen moordkuil maakt". Toen zij eindelijk weer thuis waren, zei Lady Norchester; „Dat is eens, maar voorloopig niet weer. Laten de menschcn een ander aanstaren, maar 111 ii niet. Ik heb al genoeg aan al dat gespuis hier in huis". Ben paar dagen later bracht Richard 1 Fromlcy onverwacht een bezoek aan Wynche. Ellen maakte juist een wandeling in het park en zag de atax, waarmee hij van het station kwaui, het hek binnenrijden. Bijna had rij den chauf feur gewenkt, te stoppen, maar hij na der inzien begreep rij, dat dit met verstandig zou rijn. Lady Norchester moest vooral niet denken, dat zij en meneer FramJey e»en afspraak hadden Ellen slóeg dus een zijpad in en zette haar wandeling nog even voort. Toen zij eindelijk het huis bereikte, vond zij Richard: we! wat ongeduldig naar haar uitkijken. „Hoe gaat het met u?" vroeg hij. „Ik heb gelukkig niet aan u verlo ren". Ellen antwoordde g imlachend, dat zij heel wel was. „Het ie hier zoo mooi", voegde zij er bij. „en de lucht, is zoo heerlijk „Miriam liêeft laten zeggen, dat zij zoo dadelijk benoden zou komen, maar voor dat zij er is, zon ik wet van u willen hooren, hoe hier dc zaken staan". „Ik zou graag uw raad inwinnen, omtrent het ontslaan van het dienst personeel", zei Ellen, „li weet niet, wat ik de laatste dagen met hen heb uitgestaan. Het is een schande, zuo- als zij Lady Norchester behandelen. Ik geloof, dat het eenige ie, hen allen weg te sturen, te beginnen met Crewe. Ze is lomp «1 brutaal en doet ten al Ion tijde precies, wat ze wil, zonder zich in het minst aan de wenschen van Lady Noroheeter to trior en". „Zij had toah zulke goede getuig-1 schriften. Ik heb haar zelf voor Mi- ri-aim gehuurd en ik inoet bekennen,1 dat zij een /eer gunstigen indruk op mij maakte". „0, zij kan prachtig cemcd ie spc-1 len. maar gelooft u my. ik vergis mij niet, als ik zeg, dat Crewc can nood lottige» invloed op Ladv Norchester heeft". Hier aarzelde Ellen even. maar ©in- I digde toch, met hem te vertellen, dat Crewe Ladv Norchester er steeds toe aanzette, om slimuflanten te gebrui-1 1 ken. Rioheird Fr anil ev fronst© het voor-j hoofd. Hij begon nu tc begrijpen, hoe Lady Norchestör dikwijle zoo opgc- I wonden kwam. „Dait is zeker een ern- 'stigo zaak' zei bij. „Crewe moet na tuurlijk zoo sjioedtg mogelijk ontsla gen worden" I Hierop keek hij Ellen onderzoekend I aan cn zei zuchtend; I „lk begin mij af te vragen, oJ ik er wel goed aan gedaan heb, u hier le brengen Het is eigenlijk geen om geving voor een jong meisje". Ellon glimlachte. „Breekt u zich daar hel hoofd moor niet mode", zei zij. „lk ben blij, dat ik hier gekomen ben. Hel is heerlijk, 'om weer con doc) in mijn Jcven te hebben en te weten, dat ik iemand tot nut ben. Bovendien hei) ik diep mede lijden met L&dv Norchester. Zij heeft veel fouten, dat ie waur. nuiar zij heetf een goed hart. Jk wilde maar, dat ik haar helpen konDenkt u, dat er geen niooglijklieid bestaat, dat de moeder van Lorei Norchester wat vriendelijker over haar gaat donken Niet, dat Miriam over haar geklaagd heeft, maar ik heb opgemerkt, dat het haar zeer bitter ©temt. dat dc n milie van haar man niets met haar te maken wil hebben. Een paar dagen gelleden hadden wij het toevallig over Lady Evelyn, oil toen vertelde zij mij, hoezeer zij deze vroeger aityd bewon derd had." „Ja, als meisje hield zij erg veel van Evelyn, die toen nog een kind was, cn het heeft mij altijd gespeten, dat do oude I.adv Norchester zoo per tinent weigerde, haar dochter naar Wynche te laten gaan. Natuvlrlijk was Harry's huwelijk eon vreeselijk© slag voor rijn moeder, en ln haar cerate boosheid zei deze meer, dan ze had moeten zeggen. Toch was het bogrij* pel ijk, dat rij Miriam een minder ge- schikten omgang vond voor haar doch ter". (Wordi vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 7