Humtti's Bioui
deftoie blad
Din8Eiag 4 April 1922
Instantanés.
DE OOSTENRIJKER.
(Nadruk verboden).
Ik diende te Batavia als jong luite
nant bij een Europe each a Compagnie.
Onder mijn manschappen was er een,
dien wy altijd de „Oostenrijker"
noemden. Toen ik voor het eerst bij
mijn peloton kwam, was hij mij on
middellijk opgevallen door zijn buiten-
Soorige lengte, zijn zwarte bakke-
aarden en zijn gedistingeerd ge
zicht. Men vertelde mij, dat hij offi
cier was geweest en om onbekende re
denen uit het Oostenrijksche leger
eerloos" was ontslagen.
Zelf sprak hij nooit over zijn verlo
den. Hij was een eenzame, die in
de compagnie zijn eigen leven leef
de, zonder zich iets van de andere
Boldaten aan te trekken. Als ik met.
mijn manschappen uitrukte, moest lk
onwillekeurig telkens naar hem zien,
zooals hij daar, strak voor zich uitkij
kend en i.ltijd zwijgend, in het voor
ste „rot" met rustigen pas mar
choerde. .Het was, of de anderen niet
voor hem bestonden. Hij zong nooit,
hij floot nooit, hij lachte nooit, hij
liep altijd, somber voor zich uitsta-
»en, als een „vreemde" met de oom-
lagnie mee. Kn wanneer zijn blik
ten enkele maal den mijne ontmoette,
iloeg hij onrniddell'ik zijn oogen neer,
lis was k" h". ..vt ik een ge-
jprek i.i-' rinnen.
Ik i iclijden met diep
ongelukkige. Wat ging er achter die
donkere, melancholische oogen om
Waaraan dacht hij, wanneer hij daar,
met zijn geweer aan den schouder, als
een slaapwandelaar tusschen al die
luidruchtige soldaten ging? Wie kon
het zeggen? Hij was voor mij het
groote „geheim" in de compagnie,
dat. mij telkens onweerstaanbaar aan
trok, maar dat ik niet durfdenade
ren uit collegiaal medegevoel. Ik kon
in dien man niet den fuselier zien:
hij bleef voor mij steeds de oud-olii
cier. Had ook hij niet eens als commau
dant naast zij" soldaten geloopen,
was hij jaren geleden niet met even
groote illusies zijn loopbaan van jong
officier begonnen als ik?
Op een morgen moest ik ais luite
nant van piket, de arrestantenkamers
in de hoofdwacht op het Waterloo
plei n visiteeren. Ik had allo bezocht,
toen ik plotseling in de laatste pro
voost tegenover den Oostenrijker
stond. Ik begreep het dadelijk; het
was weer zijn oude kwaal geweest:
dronkenschap.
llij stond stram in de houding, zijn
oogen strak naar den grond gericht.
Ik was nog heel jong en toen ik
daar voor zijn brits dien kolomaal zag
staan,' die eens, net als ik, de sterren
had gedragen, ging er even een schok
door mij heen.
Heb je iets te vragen I vroeg ik
en ik weet, dat mijn stem op ua,t
oogonblik zacht klonk, alsof ik my
zelf er voor schaamde, dat ik dit nu
moest doen.
„Nein, Leut'nant," was het schorre
antwoord.
Toen ging- ik heen en <len üeelen dag
tug ik dien man met zijn fijn besneden
gezicht voor mij in het donkere hok
voor zijn brits.
Dienzelfden avond was ik de gast van
een kennis „employé" bij de Hancle,-
maatschappijj en het gesprek kwam 'al
heel spoedig op den Oostenrijker. 11'.
vertelde, koe ik hem dien morgen daar
in de provoost had aangetroffen en
welk een indruk dat op mij had gemaakt.
„Zou jij misschien niet iets voor den
kerel kunnen doen?" vroeg ik. „Hij
heeft zes jaar in Bosnië bij den topo-
grafischen dienst als opnemer gediend'
(Misschien, dat jullie bij de Maatschappij
'hem ergens kunt gebruiken!"
„Als hij maar niet zoo aan' den drank
was 1" wierp mijn vriend mij togen.
Maar ik, die meende, dat het alleen
oit wanhoop en ellende was, dat de Oos
tenrijker dronk, zei, dat het wel goed
zou gaan, wanneer hij maar eerst in. een
andere omgeving was.
„Wanneer hij zich. weer raeasch ge
voelt, dan is die kerel d'er, manen
ik geloofde op dat oogenblik heilig,
Een week lang hoorde ik niets van
mijn vriend en ik dacht al, dat liij de
zaak vergelen had, tot ik op eeu mor
gen een briefje van hem ontving, waar
in hij mij schreef, dat hij voor myn Oos
tenrijker een betrekking had als „op
nemer" bij een pas opgerichte Mijn-
bouwmaatschappij op Celebes en dat de
Maatschappij bij het Legerbestuur de
noodige stappen zou doen om hem uit
den dienst te krijgen.
Nooit zal ik het oogenblik vergeten,
dat Schreier zoo heette mijn Oosten
rijker tegenover mij stond in de
binnengalerij van mijn huis en ik hem
vertelde van de aanbieding, die "ik dien
morgen voor hem had ontvangen. Ik
zag, hoe hij plotseling vaalbleek werd,
hoe de brief in zijn hand trilde en de
tranen hem over de wangen liepen,
„Icli danke Ihnen, Leutnant, ich
danke Ihnen 1" was het eenige, wat
hij zei.
Ik zelf kon bijna geen woord zeg
gen, zoo ontroerd was ik toen ik dien
schipbreukeling daar voor my zag,
schreiend als een kind. Ik dacht niet
anders dan dat alles nu gewonnen was.
Reeds den volgenden dag- ging het
request om ontslag uil den dienst voor
den Oostenrijker, in zee. Over vier we
ken zou hij v r ij man zyn en met een
paketboot als passagier tweede klasse
naar Makassar vertrekken.
liet was vier dagen vóór het vertrek
van de boot, dat ik bij het avondappèl in
do kazerne moest zijn. Van het heele
bataljon was het „rapport" al binnen
gekomen, behalve van mijn eigen com
pagnie. Ik wilde juist den hoornbla
zer waarschuwen om „Eerste compag
nie" te blazen, toen ik mijn sergeant
van de week hardloopend zag aanko
men.
„En?"
„De fuselier Scbröter mankeertl" rap
porteerde hij.
„Scliröter?"
„Ja, luitenant, lik Roer, dat hij
vanavond stomdronken door een par
trouiile in den ühiuieescheii kamp is
apgeipikt!"
Het was mij, of alk een sla# tegen
mijn hoofd kreeg.
Onmiddellijk ging ik naar de hoofd
wacht. Het bleek de waarheid te zijn:
Scluroter was in zwaar beschonken
toestand een halif uur geleden door
een patrouille binnen gebracht.
Den volgenden morgen was ik al
heeil vroeg iin de provoost. I-lij zat met
zyin hoofd tusschen zijn handen op
den rand van zijn brits, toen ilk bin
nentrad. Maar zoodra hij mij zag,
sprong hij onmiddellijk op, stond
stram in de bonding.
„Wat heb je nou gedaan, Schiro-
teir?" vroeg ik.
Ilij antwoordde niet, doch ilk zag,
hoe hij over zijn heele Lichaam
beefde.
„Vlak voordat je weg1 zou gaanl"
Op eens barstte hij uit: Fragen Sie
mir nkth.ts, fragen Sie mir nlchts! Ich
bin eiin Diender!"
Ik wist niet, wat ik zeggen moest;
woorden van verwijt welden op dat
oogenblik niet over mijn lippen. Ik
begreep, dat hier een leven voor al
tijd verwoest was. Zwijgend keerde
ik mij om en ging heen, een illusie
armer.
Ik wilde neg eeu poging voor heim
wagen. Van mijn. kapitein kreeg ik
gedaan, dat zijn straf op den dag
vóór het vertrek van de boot zou ein
digen en a an de Maatschappij schreef
ik een brief met het verzoek om het
nog eons met den Oostenrijker te
probe>eren. Maar twee dagen later
ontving ik reeds een schrijven van de
dlrectio dat zij niet meer prijs stélde
op den fuselier Schröter en ze hier
van konnis had gegeven aan het De
partement van Oorlog. Dienzelfden
avond kwam de Oostenrijker zwaar
■beschonken de kazerne bïnnen-
zwaaien; llij was voor goed een ver
loren man.
Toen veertien dagen later een de
tachement naar Atjeh moest vertrek
ken, vroeg Schrot er of hij moe mocht
gaan. Het was uit medelijden, dat
mijn kapitein erin toestemde.
Nog zie ik Schrótsr den mongm,
dat hij af pres en! eer do", op den
rechtervleugel van het detachement
staan. Het. waren bijna allen solda
ten uit mijn pcleton en Uc rel'kte hun
daarom de hand tot afscheid. Ik
voelde, dot Scbröter mijn hand
krampachtig kneep, en ik hoorde
hem zacht zeggen-, ,,Ioh danke Ihnen,
Auf Wiedersehen."
Ik heb mijn Oostenrijker nooit
weer gezien. Na de eerste ontmoe
tingen van de Pedir-expeditie las ik
in de Java Bode onder de geeneuvel-
den.: fuselier Schrötor, algemeen
starnboekivu mm er 27146! De Atjeher
■"■■n -rn-vi erk gedaan. Zelden
zal een vijandelijke kogel met, meer
dankbaarheid zijn ontvangen en
meer welkom zijn geweest als bij het
.iiiiijo' .nummer 27446.
J. B. SCHUIL.
Stadsnieuws
HET CAV ALHRIE-DEPOT.
De samenstelling van liet. cavalerie-
paardendepot, dat te Haarlem garni
zoen zal houden, bestaat uit1 rit
meester, commandant, 3 eerste of
tweede-luitenants, 1 paardenarts le of
'2e klasse, 2 ad judanten ondeT-officier-
of oppcrwachtmeesters-pikeur, 1 op
perwachtmeester-administrateur, 12
wachtmeesters, 1 fourier, 2 hoefsme
den. 1 zadelmaker, 40 remonterijdere
le. 2e of 3e kl., van wie 30 den rang
va>u kor pot aal kunnen hebben, 9 hu
zaran-vriiwillioGrs le of 2e kl. (on
der wie de officie ra-oppassers) en
voorts een aantal door den inspecteur
dor cavalerie te bepalen dienstplich
tigen en liet voor d'e menages benoo-
dïgdo aantal sergeanten- of korporaals
kok
NAZORG.
In verband met de plannen, 'die
hier bestaan voor het aanstellen van
een gemeentelijk ambtenaar voor den
„nazorg", dee.en wij hier het een en
ander mede uit een artikel van den
heer W. P. Blokpoel over dit oinder-
werp in het Tijdschrift voor Buiten
gewoon Onderwijs, orgaan dier Ver-
een ïging van Onderwijzers en Artsen,
werkzaam aan inrichtingen voor on
derwijs aan achterlijke en zenuw-
zwaikke Milderen.
De heer Blökpoel vertelt eerst wat
in Den llaag op het gebied van den
nazorg is gedaan.
In 1906 kwam dooi' de Vereeniging
„Zorg voor het achterlijke kind" tot
stand, die zioh ten doel stelde, de be-
üiangien van (achterlijke) leerlingen en
oud-leerllingan tet behartigen, door
hen bij het verlaten der school be
hulpzaam te zijn bij het zoeken naar
een passende betrekking. In den be
ginne zochten de onderwijzers een
betrek,kling voor hun oud-tl-eerl uigen,
maar de zorg, aidlus opgevat, bleek
niet toereikend te zijn. Toen werd
als oaiderafdeelimg van de Vereeni-
gjug die) Patrooiisvereenlgmg opge
richt. Er werd getracht, werkgevers
als leden der vereenigdng te doen
toetreden. Had men dlie eenmaal in
voldoende hoeveelheid, dan was er
meteen werkgelegenheid voor de ont
slagen leerlingen. Deze opzet misluk
te. De patroons ondervonden, dat zij
niet den minsten invloed hadden op
de hun vrijwel onbekende „pupiillen"
De jongens zwierven van den eenen
baas naar den anderen. De patroons
zagen dan ook ten slotte het nutte-
looze van hun pogingen In. Do toe
stand werd toen ten slotte weer zoo,
dat de onderwijzers alleen den ont
slagen leerlingen raad gaven en
eenig toezicht op hen uitoefenden en
de Patroouavereeniging werd ont
bonden. Zoo is, zegt de heer Blok-
spoel op het oogenblik de toestand in
Den Haag met zijn 'honderden ont
slagen achterlijke Jeeriimgen.
In Amsterdam deed men ongeveer
dezeiifde ervaringen op als in Den
Haag. lm de hoofdstad stelde toen do
„Vereenigïng voor het Onderwijs aan
Achterlijke kinderen", die lo Amster
dam vijf scholen- heeft, ©en ambte
naar aan, d'Le zij belastte met de
„After Care" (Nazorg) te Amster
dam: voor het eerst vervolde die be
trekking de hear A. Nagtzaam en na
diicns overlijden werd de heer P. de
Boer als ambtenaar aangesteld.
Met den heer De Boor, die gedu
rende» langen tijd aan de Buitengewo
ne School voor Zwakzinnigen alhier
is werkzaam geweest, hadden wij
nog een kort. onderhoud over het nu
voor Haarlem zeer actotueel onder
werp van de nazorg.
De nazorg, aldus zeidie ons de
beer De Boer is de hoeksteen, van de
zorg voor die zwakzinnige kinderen.
Vroeger zaten deze leerlingen zoo-
wat „voor mets" in do klas. Het on
derwijs ging langs bun heen. Toen
kwamen de aparte scholen voor zwak
zimmgen, waar niet hoogst en 40,
maar hoogstens 16 leerlingen in één
klasse vereenigd werden en het on
derwijs zooveel mogeJlijik hoofdelijk
werd gegeven. Deze kinderen nu
hebben, naast hun intellectueel© ook
vele moreel© gebreken: aandachtsfou-
ten, karakterfouten, zij rijn vaak
moeilijk in den omgang, hebben'vaak
(dit is wel typisch!) een zeer lioogen
dunk van zichzelf; voorts geeft bun
u'ïtemliijk minkfijrngevoeligen dikwijls
aanleiding tot spot. Geen wonder dan
ook dait zij, als zij de school verlaten
hebben, het nergens kunnen uithou
den, van den een naar den ander
zwerven en ten slotte geheel misluk
ken. Daar komt nog hij, dat toch al
veel normalen in hun beroep
werk verrichten, waarvoor weinig
of geen intellect wordt vereischt, zoo-
diat onze achterlijke kinderen ook
nog moeten concunreeren met ar
beidskrachten niet een normaal intel
lect. Dit concurreer en is hun onmo.
gelijk-; bijna allen ontbreekt wal en
doorzettingsvermogen. Zij moeten
(dus in voor hen gescliikte betrekkin-
genailg 't ware „geschoven" worden.
Niet allen zijn ongeschikt oan op
normale wijze hun brood te verdie
nen: wij maken onderscheid tusschen
de debielen cn do i in b e c 11-
11 e n. Een 20 a 30 van de achterlij
ken reken ik tot de eerste groep: zij
kunnen zich de voor een beroep noo
dige handigheid eigen maken. Dan
volgen zij, (ongeveer 40 van het
totaal aantal achterlijken) voor wie
het noodig is, dat hun weg naar den
patroon en naar het beroep bereid
wordt, er moet zorg aan hun besteed
worden maar in de meeste gevallen
komen ook zij terecht.
Met de laatste 30 is op het oogen
blik nog zeer weinig te beginnen. Et
zijn wel eenige oplossingen aan de
hand te doen. Men zou die leerlingen
na hef, verlaten van de school kunnen
uitbesteden bij een patroon en dien
een zeker leergeld geven; men zon
een in rich ting kunnen slichten, waar
ze bekwaamd worden voor het een of
ander, maar slechts zóó lang tot ze
in staat zijn, een zij bet nóg zoo
bescheiden plaats in de maat
schappij in to nemen. Dit zou geld
kosten aan 'dé (gemeenschap maar
vergeten mag niet worden, dat het
hiervoor bet,.do geld toch later zijn
rente zal opleveren, want wordt deze
groep van imbeoillen niet geholpen,
dan zullen zij hun g e h e e 1 c
leven in inrichtingen moeten ver
blijven, tten koste van de gémeon
scihap. En het is bekend, dat in ge
heel ons land de gestichtenverzor
ging (uitgezonderd misschien in
Groot Emans) uitsluitend 1 i c h ar
m e 1 ij k e verzorging is. De n azorg,
die ik ln dezen op het oog heb, zon
dus voor zorg blijken te zijn.
Dat ik liet aanstellen van een amb
tenaar voor nazorg voor Haarlem
zou toejuichen, behoef ik nu wel
xuet rrveei te zeggen,vervolgde de heer
De Boer. Op een paar dingen mag ik
nog wijzen.
Er zal m.i. op den duur voor
een ambtenaar in Haarlem geen weric
genoeg zijn. Was er wel werk ge
noeg, dan mochten er in Amsterdam,
met zijn vijf 6cholen voor aciuterlijke
kinderen, wél zever, ambtenaren
zijn! Maar toch aal het aanbeveling
verdienen den eventueel aan te stel
len ambtenaar in het eerste
jaar, waarin hij stellig veel werk
te verrichten r,ul liebbon, daarvoor
ook ruim den tijd te geven. Hij zal
toch connecties met werkgevers moe
ten aaniknoopen en veel achterstallig
werk moeten inhalen, want het le
zeer wenschelijk, dal hij rijn zougen
uitstrekte niet alleen over de dit
jaar uit de school ontslagenen, maar
ook over hen die vroeger ontslagen
zijn.
Laat mij er ten slotte nog de aan
dacht op vestigen, dat het een groot
voordeel is van een vast ambtenaar,
dathij overwicht, krijgt op de jongens.
Hij bezoekt geregeld de school, de
kinderen hebben hem leeren kennen
en zij weten: „Dat is de man, van
wien ik later een haas zal moeten
krijgen!"
VOOR DE NIEUWE ÖT.-BAVO.
Door het altaar-comité van de Han
ze, is aan de firma W. J. J. Thijeeen,
edelsmid te Haarlem, opdracht gege
ven tot liet maken van een koettear
kruis met kandelaars voor het altaar
vn het H. Hurt, dat a.ls geschenk van
de Hanze in de Kathedrale kerk Sint
o te Haarlem za' wordlen ec
plaatst.
Opmerkingen n!t de
Burgerij.
Naar aanleiding van liet bericht: „Aon
den gemeentelijken Woningbouw te Bloe-
mendaal, Bentveld, in de schilder Leendert
gevallen. Hjj was onmiddellijk; dood,"
sohryft de heer P. W. G. ons:
„Een ernstig woord van protest nau de
daarvoor verantwoordelijke lichamen is
dunkt my hier zoor op zyn plaats, als men
weet, onder welke gevaarlijke omstandig
heden een schilder daar zijn werkzaamhe
den moot verrichten.
Deze woningen zijn aangesloten aan het
eloctrisch net met z.g.u. buitenlëidingcn.
Staat men iu de dakgoot voor de kapel
(de leiding loopt daar middendoor) .Jan
moet een middelmatig persoon bukken, an
dere raakt hy dezo leiding. Dit is na
tuurlijk zeer gevaarlijk, daar do dakgoo-
teu zeer dikwijls met water staan, wat ecu
zeer sterke geleider is.
In Bloemendaal, IJmuidon cn meer bui
tengemeenten, gebruikt meu deze wijze
van aansluitingen. Verschillende gevallen
zyn my bekend, van schilders die met <icze
leidingen in aanraking zijn geweest en
niet altijd op een voor keu prettig»; wijze.
Daar thans de tijd aangebroken is voor
het Bchildereu van buiteugovels, is het zeer
dringend noodig, dat maatregelen moeten
worden genomen voor er meer slachtof
fers vallen.
Waarom worden gocn stukken van jen
of twee meter uit den gevel vandaan „ge
ïsoleerd "i Op deze wjjze doorgaan is in
elk geval roekeloos spelen met het ïevrn
vaa honderden arbeiders, waarmede de
bevoegde autoriteiten oen zware verant
woording op zich laden, '-'
t juoar ook van „De Toovenaar' inu.ir
ook dut spelletje met de rozen Wat
zal dat de harten der moeders getrot-
ten hebben, toen het eindigde met de
l'ormaue van den heerlijksten naum
voor het kind, de naam van MUL.
Muur ook die- „GymnasLekies", wo
goed uitgevoerd, was alleraardigst.
Vooral uit dte spelletjes blijkt, dat
het personeel zich met veel geduld en
toeivyding aan zijn tuuk geeft, waar
voor het hier in 't openbaar eeu
woord van hulde wordt gebracht,
maar ook dat de tegenwoordige „Be-
waareciiool" in niets meer gietyki op
de Bewaarschool uit vroegere tijden,
dut rij de jeugd der kleinen recht
zonnig helpt maken en dal rij veel
U.aur waar dee ring en steun verdient
dan zij op lieden geniet.
Up het eind was er door iemand,
wiens kind de school nu ging verla
ten, voor de kinderen nog een ver
rassing bereid, namelijk een roep
chocolade en wat blaqult. Dat dit de
kinderen smaakte en de ouders er
van genoten, al ging liet hun mond
voorhij, behoeft zeker niet gezegd.
Een ding was echter vreeselijk jam
mer, nJ. de mededeeling op het eind
aan de aanwezigen gedaan, dat het
met de financiën der school zoo droe
vig is gesteld, niettegenstaande het
hoogc schoolgeld van f 0,40 per week
en de subsidie, die de burgerlijke ge
meente aan de school verleent. Er is
toch over 1921 een tekort van pl.in.
f 1200. Zal de school kunnen blijven
bestaan, dan moet ndet alleen dit te
kort natuurlijk zoo gauw mogelijk
worden aangezuiverd,maar dan moe
ten er ook veel meer contribuanten
komen. Moge dit geschieden, want
het zou toch zeer te betreuren zijn
«Is deze nuttige Inrichting gesloten
moet worden, waartoe het ongetwij
feld zaïl moeten komen als het met
de financiën niet beter gesteld wordt.
Op voorstel van een paar aanwezigen
werd dan oolk maar dadelijk een col
lecte gehouden, die f 17,25 opbracht,
terwijl sommigen zich ook opgaven
voor een vaste contributie. Dat velen
dit goede voorbeeld volgen. Het
hoofd dier school Mej. J. F. van Ley-
den zal zeker gaarne namén van con
tribuanten ontvangen»,
VELSEN. R ij k 8 p o e t s p a a r-
b a n k. Aan het postkantoor te Vei
sen en de daaronder ressorteerende
hulppostkantoren werd gedurende de
maand Maart 1922 ingelegd f 11951.62),
terugbetaald f 17282.20.
Hot laatste door dat kantoor uitge
geven boekje draagt het nummer 7778
J MUIDEN. Lijst van onbestelbare
brieven en briefkaarten, van welke de af
zenders onbekend zyn. Terugontvangen in
de 2« helft der maand Maart 1922.
Brieven; Binnenland: W. Aafjes, As
sendelft, F. A. Benkemper, Amsterdam,
Directeur Belastingen, "Haarlem, Company
Pepsodent, Amsterdam, H. C. van Soest.
Amsterdam.
Briefkaarten; Binnenland. Coruolia Aar-
sen, Broda, W. de Boer, t, T. Guyt, Kat-
wyk aan Zee, B. Loory, Haag, Zaanlander-
Sportkroniek, Zaandam. W. de Zwart., Am
sterdam.
Brieven: Buitenland: Maria Ebbers,
Barssel, Neue TVürzb. Zeitung, 'Wurzburg.
Briefkaarten, Buitenland: EckJiolu,
Karl Peselj Bremen 13. Joeef Beowulf,
Wien.
Uit de Omstreken
SCHOTEN Men schrijft ons-
Onder buiteaigewoon veel belang
stelling, o.a. van ouders, had Yrij-
dagmiuüdag de openbare les op tie
Frolbelsc.ji.ooJ in d!e Colensostraat
plaats. Voor de kin dieren is zoo'n
openbare lea blijkbaar steeds een
feeeL Aan de blijde gezichtjes is het
te zien, dat zij het heer»ijk vinden dat
vader of moeder eens komen zien,
wat rij hebben geteerd» Maar ook
voor de oudere en verdere belangstel
lenden is zoo'n middag een groot
't ls toch zoo leuk die klein© kleuters
met de grootste vrijmoedigheid te
hoeren antwoorden op de kinderlijke
vragen die iietn gedaan worden en
diie doen zien wat er geregeld met
hen gedaan wordt tot vorming en
ontwikkeling, iin 't is nog aardiger
ze bezig te rien met fröbelen gade to
slaan wat die klein© vingertjes van
papier en boelseerklei al kunnen ma
ken. En dan de spelletjes, die zij spe
len Dat is alles de moeit© waard.
Hoe aardig was b.v. dit teer niet
alleen dat spelletje van de gansjes
Onze Lachhoek
Grappenmaker (fin voll©
train)Heeft ook iemand een péi
bankbii ictton verloren met een elastlo»
ken band: er om 1
Verseiiiilende stemmeci
Ja. ik
Grappenmaker: O, Uc htM
hier den ei ast ie ken band gevonden I
Eenevriend: Ik ben n.u ai ©ea?
:>aar keer bij de Meijcra geweest, maai
die tref je nu nooit samen thuis I
Andere vriend: Dat kornL
doordat ze in een modern huis wonen.
De kamers rijn zoo kieln, dat ze er
niiet samen in kunneD ritten I
De heer Eiit»e ia vrijwel de '-enigste
speler uk dezen wedstrijd wien© spel
veel overeenkomst vertoont met het
veel besproken „flankapeJ waarme
de de Franseh© meester Faibre den
laatsten tijd zoovele successen boekt.
Hij beareeft zich o.J. echter te dik
wijls in ontoerekenbare standen waar
door hij woleens verliest te^en zwak-
kere tegenstanden» (o.©. bi den laai-
aten wedbtrijd teeen de heeren Exel
1 P. van Waanel).
Hierbij komt nog. dat wij don heer
Eyné ln dit tour nood eenige partijen
—gen verliezen door blunders.
In ecu match is do heer Eype een
eeduohte tegenstander. doch in een
tournooi speelt hij niet constant en
waagt o.i. vooral tegen zwakkere te-
eenertandcre te veel.
Wij hebben zelfs den indruk, dat hij
tn den laatsten wedstrHIdi eenige zijner
tegenstanders heeft onderschat en zo-
een hem partijen spelen welke eiken
solieden erondslae misten
Als problemist geniet hij een zekere
vermaardheid en in vele Prdblemisten-
wedstrijden werden zijne oom posities
met eerste prijzen bekroond.
De heer Bype is een speler van bij
zondere beteeken is on Indien hij in
volgende wedstrijden, vooral tegen
zwakkere tegenstanders niet meer ztn-
ke erttligo partijen speelt en... geen
blunders meer maakt, geven wij dezen
svanpathdeken speler een veel betere
kans
Sport en Wedstrijden
wedstrijd om het kam
pioenschap voor haarlem
en omstreken.
P. J. E ij p e.
De heer P. J. Eype ,lid der „Haaw-
lemscbe Damoub', weiko in den af ge
loopen kampioenswedstrijd v-.-.u d'e 11
deeLneme-rs de 7de plaats bereikte, is
ongetwijfeld een dier merkwaardigste
spelers van dit tournooi.
Zijn. resultaat is niet in overeenstem
ming met zijn kunnen en de minder
goede plaats welke hij in dit tournooi
bereikte is grootendeels toe te schrij
ven aan zijn minder goede gezond
heidstoestand gedurende dezen wed
strijd1.
Met den heer Van Daalen behoort
hij tot de „oude garde"
Bijna van de oprichting der „ELaar-
Iemsche Damclub" (1907) is hij lid de
zer Vereenigtng en speelt reeds meer
diali 10 jaren in het eerste tiental der
.Haaneiiisclvo Damclub aan welks
bloei hij zeer veel heeft bijgedragen.
In 1916 behaagde nij zelfs, na een
lierkamp met den heer P. J. van Dar
telen. het kaaiipiioenschap der „Ilaar-
I eolisch© Domeiu0>"
Zijn kracht is het resultaat van stu
die. Br zijn bijna ecen partijen of
Eype heeft ze bestudeerd'.
Zijn kennis van openingen, mid
denspel en vooral eindspel -is zeer
groot en hij gevoelt zich zoowel in re
gel- als ongeregciinatig© openingen ge
heel thuis.
Niettegenstaande hii_ in het begin
ui dezen w edstrijd, geheel uit vorm"
was (waaraan zijn ongesteldheid niet
vreemd w«s), versaagde hit niet en
zijn remise-partijen tegen de hoeren
Van Dartelen .alsmede rijn winstpartij
tegi ii dien hoer Van Daalen. waren
wel die mooiste partijen uit dit tour
nooi.
Letteren en Kunst
NATIONAAL ZANGCONCOURS.
Ter gelegenheid van het veertigjarig
bestaan van het muziekgezelschap
„Kunstliefde en Vriendschap" te Leer
dam zal een groot nationaal concours
voor zang- en muziekvereenigingen wor
den gehouden op 25 Mei en s Juni. 102
vereenigingen zullen hieraan deelne
men. De Koningin cn de Commissar is
der Koningin van Zuid-Holland hebben
medailles beschikbaar gesteld.
VOLKSZANG. Op de te Amsterdam
gehouden algemeenc vergadering van
do nationale vereeniging voor den
volkszang bleek dat dc vereeniging 17
afdeeling-en telt en dat een afdeeling :n
voorbereiding is. Tot bestuursleden
werden gekozen de heeren P. C. Poort
man (Utrecht); W. Donkersloot (Culeni-
borg); Joh. Oostveen (Amsterdam); A:
E. baron Mackay (Den Haag) en mcj.-
H. Gantvoort (Utrecht). Dc bestuurs
functies zullen nader vastgesteld wor
den. Besloten weid, den naam der vcr-
ecniginjr te veranderen in „Nederland-
sche Vereeniging voor den Volkszang"»
DE BREDIUS-OOLT.VB0TE De heer
Kronig, voormalig directeur van hot Frans
Hals-muuuum, to Haarlem thaus te Flo
rence, heeft, zoo meldt het N. v. d. D., ecu
belangTyko collectie schilderijen tot dus
verre onder berusting vau zyn schoonva
der dr. Brcdius, na dieue vertrek nu«i- hot
buiteulaud, in bruikleen afgestaan aan het.
Stedelyk Museum „De Lakenhal tc Lol
den. Dc directie heeft dit naubod ouder
hartelykon dank aanvaard. Do plaatsing
zal voor het nieuwe museum een groote
aanwinst zyn.
EEN REMBRANDT NAAR NEDER
LAND TERUG. De Maasbode verneemt
dat op de gehouden veiling vau kunst
schatten uit het Baby-kasteel te Londen,
welke toebohoorden aan Lord Barnard, 'n
paneelschildering van Rembrandt word
aangekocht voor den heer D. Kosslcr te
don Haag voor «Jou pTjje van 6500 pond
sterling.
NIEUWE UITCAVEN.
Verschenen ie: De kruisgang voir
een volk. (berichten van ooggetui
gen uiit het gebied vau den lionefre-
nood ln Rusland) met een voorrede
over de oorzaken van don hongers
nood dooi- Henriëtte Roland Holst.
Het is Oen uitgave van het comité van
intellectueel en tot hulpvereohaiftng
aan dc hongerenden in Rusland
„Kjcwnpierus".
TOONEEI.NIEtrWS
Onder het opechrift: ,Ja hot gezelschap
Verkade n) uit clkandor" schryft Het
Vad.: Oor Euys speelt van 1 April af met
oen eigen gezolschaj) in hut Rotterdamsch
Caeino. Van Dalsum heeft Zondag met ccn
eigen troep in den HoUaudsebcn Schouw
burg tc Amsterdam gespeeld.
Feuilleton
Ml RIAM
het Engelsch van
15IA ALB AN ESI.
14)
Dat wou genoeg, oin Lady Noirches-
ter in drift te tloeu ontsteken. Zij be
val den man de kaaneor te verlaten,
maar deed dit op allesbehalve waar
dige wijze. Ellen kon moeilijk tus-
©chenbeide komen, hoewel zij leed on
der den formeelen twist, die er tus
schen den knecht en rijn meesteres
plaats had. Het elot was. dat een van
de kamermeisjes bediende. Het diner
was verre van goed klaargemaakt. Bij
elk nieuw gerecht, werd Lady Nor-
chester weer driftig en eindelijk wend
de zij zich tot EMen en vroeg op hof-
ligen toon „Wat zoudt u in mijn ge
val doen J"
En EMen had geantwoord:
„Ik zou hen allen ontslaan en aan
de huis houdster zeggen, hun geen ge
tuigschrift te geven".
Het werd weldra in de keuken be
tend, dait juffrouw MiJner niet niet
zich spotten liet, en vanaf dat oogvn-
blik werd Ellen gehaat en gewan
trouwd. Crewc durfde zelfs openlijk,
brutaal zijn, en de arme Eliza had
heel wat te verduren, omdat zij goed
voor Ellen zorgde en slechts met lof
over haar 6praJc.
EItlen lie: zich eohtei' niet ontmoe
digen door hetgeen zij te verduren
had. Zij deed haar best, Lady Nor-
cbeeter af te brengen vain de gewoon
te, ten a.»en tijde whisky of cognac
tot opwekking te drinken. Zij begreep,
dat Crewe dit ln de hand werkte,
dooi' te verklaren, dat haar meeste-
i'cb hel tooi' haar gezondheid noodig
had.
Ladv Noroliester had Ellen reeds
herhaaldelijk laten bemerken, dat zij
haar graag mooht lijden en luid deze
gevraagd, of er niet iets was, waar
mee zij haar plezier kon doen. Toen
zij dit op zekeren dag weea- vroeg,
kwam Ellen met hoar verzoek, dat
deze niet meer zoo geregeld cognac
zou drinken, voor den dag, maar zij
deed het aarzelend, vreezetnde, dat
Miriam het niet goed zou opnemen.
Doze antwoordde dan ook eenigs-
rins kortaf, terwijl haar gelaat met
een donkeren blos ©vertogen werd, dat
zij ziel) dikwijls zoo duizelig voelde en
dan een opwekking noodig had. „Het
komt, oandat u zooveel in huis zit,
eai geen üchaamsbe weging genoeg
hetot", zei Ellen. „U weet niet, hoe
prachtig het in het park is. Vanmor
gen heb ik een lange wandeling ge
maakt en ik had toen voortdurend
spijt, dat u niet bij mij was. 0111 met
mij van al het moois te genieten".
Lady Norcliéster was echter niet ge
makkelijk uit huis te krijgen. Op ze
keren dag had EKen haar tot eén ritje
in de auto overgehaald, maar dit had
geen succes gehad. Ladv Norohester
vond het afschuwelijk aangestaard te
worden.
„Waarom kijken die menschen in
's hemelsnaam mij allemaal zoo aan?''
vroeg zij. „Ik zou toch denken, dat zij
mij nu wel allen kennen".
„Zij kijken natuurlijk naai' u, om
dat u mooi bent en een persoon van
gewicht in de buurt
„Een pensoon van gewicht?"' her
haalde Miriam spottend. „Nu ik moet
zeggen, dat hot er veel van heeft.
Iedereen behandelt me als oud vuil,
maar natuurlijk zult u wel weer zeg
gen, dat dit mijn eigen sclmild is".
Glimlachend had Ellen geantwoord:
„Ja, want het is wcrkeflijik uw eigen
schuld".
„Nu, ik moet zeggen, dat u van
uw hart geen moordkuil maakt".
Toen zij eindelijk weer thuis waren,
zei Lady Norchester;
„Dat is eens, maar voorloopig niet
weer. Laten de menschcn een ander
aanstaren, maar 111 ii niet. Ik heb al
genoeg aan al dat gespuis hier in
huis".
Ben paar dagen later bracht Richard
1 Fromlcy onverwacht een bezoek aan
Wynche.
Ellen maakte juist een wandeling
in het park en zag de atax, waarmee
hij van het station kwaui, het hek
binnenrijden. Bijna had rij den chauf
feur gewenkt, te stoppen, maar hij na
der inzien begreep rij, dat dit met
verstandig zou rijn. Lady Norchester
moest vooral niet denken, dat zij en
meneer FramJey e»en afspraak hadden
Ellen slóeg dus een zijpad in en zette
haar wandeling nog even voort.
Toen zij eindelijk het huis bereikte,
vond zij Richard: we! wat ongeduldig
naar haar uitkijken.
„Hoe gaat het met u?" vroeg hij.
„Ik heb gelukkig niet aan u verlo
ren".
Ellen antwoordde g imlachend, dat
zij heel wel was. „Het ie hier zoo
mooi", voegde zij er bij. „en de lucht,
is zoo heerlijk
„Miriam liêeft laten zeggen, dat zij
zoo dadelijk benoden zou komen, maar
voor dat zij er is, zon ik wet van u
willen hooren, hoe hier dc zaken
staan".
„Ik zou graag uw raad inwinnen,
omtrent het ontslaan van het dienst
personeel", zei Ellen, „li weet niet,
wat ik de laatste dagen met hen heb
uitgestaan. Het is een schande, zuo-
als zij Lady Norchester behandelen.
Ik geloof, dat het eenige ie, hen allen
weg te sturen, te beginnen met Crewe.
Ze is lomp «1 brutaal en doet ten al
Ion tijde precies, wat ze wil, zonder
zich in het minst aan de wenschen
van Lady Noroheeter to trior en".
„Zij had toah zulke goede getuig-1
schriften. Ik heb haar zelf voor Mi-
ri-aim gehuurd en ik inoet bekennen,1
dat zij een /eer gunstigen indruk op
mij maakte".
„0, zij kan prachtig cemcd ie spc-1
len. maar gelooft u my. ik vergis mij
niet, als ik zeg, dat Crewc can nood
lottige» invloed op Ladv Norchester
heeft".
Hier aarzelde Ellen even. maar ©in-
I digde toch, met hem te vertellen, dat
Crewe Ladv Norchester er steeds toe
aanzette, om slimuflanten te gebrui-1
1 ken.
Rioheird Fr anil ev fronst© het voor-j
hoofd. Hij begon nu tc begrijpen, hoe
Lady Norchestör dikwijle zoo opgc-
I wonden kwam. „Dait is zeker een ern-
'stigo zaak' zei bij. „Crewe moet na
tuurlijk zoo sjioedtg mogelijk ontsla
gen worden"
I Hierop keek hij Ellen onderzoekend
I aan cn zei zuchtend;
I „lk begin mij af te vragen, oJ ik
er wel goed aan gedaan heb, u hier
le brengen Het is eigenlijk geen om
geving voor een jong meisje".
Ellon glimlachte.
„Breekt u zich daar hel hoofd moor
niet mode", zei zij. „lk ben blij, dat
ik hier gekomen ben. Hel is heerlijk,
'om weer con doc) in mijn Jcven te
hebben en te weten, dat ik iemand tot
nut ben. Bovendien hei) ik diep mede
lijden met L&dv Norchester. Zij heeft
veel fouten, dat ie waur. nuiar zij
heetf een goed hart. Jk wilde maar,
dat ik haar helpen konDenkt u,
dat er geen niooglijklieid bestaat, dat
de moeder van Lorei Norchester wat
vriendelijker over haar gaat donken
Niet, dat Miriam over haar geklaagd
heeft, maar ik heb opgemerkt, dat
het haar zeer bitter ©temt. dat dc n
milie van haar man niets met haar
te maken wil hebben. Een paar dagen
gelleden hadden wij het toevallig over
Lady Evelyn, oil toen vertelde zij mij,
hoezeer zij deze vroeger aityd bewon
derd had."
„Ja, als meisje hield zij erg veel
van Evelyn, die toen nog een kind
was, cn het heeft mij altijd gespeten,
dat do oude I.adv Norchester zoo per
tinent weigerde, haar dochter naar
Wynche te laten gaan. Natuvlrlijk was
Harry's huwelijk eon vreeselijk© slag
voor rijn moeder, en ln haar cerate
boosheid zei deze meer, dan ze had
moeten zeggen. Toch was het bogrij*
pel ijk, dat rij Miriam een minder ge-
schikten omgang vond voor haar doch
ter".
(Wordi vervolgd.)