bezuiniging.
VronwenfeiesrecS!
Rubriek van den Arbeid.
MIRIAM
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 20 APRIL 1922 - TWEEDE BLAB
V.
Nadat do Vroedschap zich een jaar lang
„t d. tatod.ll»» r.» tal H»tol«I.
„m«.t tal beng getarnde», beeloot
arbeid ta»ige»
om uit te ru«ten, maar om eens te xien
wat ie tot dusver had bereikt
la de vergadering van den 25ea April
1775 logt de pensionaris een staat over
Tan hetgeen door do genomen besluiten
reeds is bespaard. Zal de slotsom bevredi
gend zü", t>00P g«ven althans! Wij, die
de beraadslagingen van nabi) gevolgd heb
ben en meuiginaal den indruk kregen dat
deze bezuinigers onbeteekenende middelen
tot redres der geldmiddelen aanwendden
omdat z(j afdoende maatregelen niet aan
durfden, zijn bij voorbaat van den uitslag
verzekerd. Wij zagen immers, boo op het
vegen der bruggen en pleinen bezuinigd
werd en op het schoffelen in don Hout;
hoe een watordrager naar hals werd ge-
sonden en een barbier gedaan kreeg; hoe
kranten werden afgeschaft en onnut oor
logstuig werd opgeruimd; en kijken dan
sok niet vTeomd op bjj het hooren dat er,
niettegonstaaude allo verbeteringen, nog
ten aanzienlijk jaarlijksch tekort over
bleef. Wel was dezo mededeeling ontinoe
digend en wanneer nu en dan een vroed-
sohapslid eon voorstel met klem bostrijdt
om or niettemin zijn stem san to goven
als een bewijs zijner inschikkelijkheid, dan
vragen wij ons af, of men niet min of
meer met de handen in het haar zat.
Teleurgesteld of niet, de Vroedschap
moest haar werkzaamheden hervatten en
nog geruime» tijd zon het vraagstuk der
stedelijke financiën haar aandacht vragen.
Wij zien er tegen op haar ook bij haar
verdere overleggingen op don voet te vol
gen. Niet omdat wjj geen belangstelling
voor bezuinigingen zouden hebben: als
kinderen onzes tjjds kunnen we daarvan
nooit te veel hooren. Maar omdat een
achttiend 'eeuwscho vroedschapsvergade
ring ons te langzaam en te omslachtig
werkt. Telkens ontmoet zy op haar weg
verrassingen, die haar nopen op zijpaden
af te dwalen. Hoe ging het by de behan
deling van artikel 39 van het rapportT Na
ampele besprekingen is besloten tot hef
fing van «en belasting op do ateenkolen
voor haardbrand. Een paar maanden later
ontdokken enkele leden, dat het stoken
van Engelschc en Schotsche kolen uit
drukkelijk verboden is bij tweo kouren
nit do jaren 1G0S en 1022 en dat dezo keu
ren nooit zyn ingetrokken. Wat niet weg
neemt, dat in het reglement voor hét ko-
rendragorsgild uit het jaar 1751 bepalin
gen aangaande Engclsoho kolen zyn opge
nomen, dat daarin spraka iB van vijf ko-
lenworkers, ja, dat in 1753 het salaris van
een makelaar in <lezo steenkolen by or
donnantie geregeld was. Zoo ging men dan
maar weer getroost aan het ovorloggeu in
hoever de noodzakelijkheid bestond de be-
doeldo keuren alsnog buiten werking te
•tellen.
Wie het financioolo rapport bestudeert,
ontkomt niet aan den indruk, dat do voor
stellen veelal voor vruchtbare bespreking
nog niot rijp waren: herhaaldelijk ryzon
nieuwe vragen, het eeue onderzoek noopt
tot het andere. Dan wordt alweor een oom-
missio aan hot work gezet, zy brongt rap
port uit, het wordt tor visio gelegd en na
korter of langer tjjd in behandeling geno
men. Het voorstel om de banken op do
vischmarkt benevens don afslag van viseh
publiek te verpachten, leidt tot een uitge
breid onderzoek naar de oorzaken van dc
•ehaarsehte dor zoevisch, waarvan de stad,
vooral des wintors, velo weken achtereen
verstoken is. Hier moot genoemd worden
het openstellon van den Sparendamschen
dijk, die vroeger by winterdag niet mocht
bereden worden maar nu het geheele jaar
door open staat voor de vissohers dor
noordelijke zeedorpen, die hnn waar te
Amsterdam op do markt brengen. En wat
de vischwagens uit de Zuidelijke dorpen
betreft, ook deze kunnen door het verbete
ren der wegen Amsterdam gemakkelijk be
reiken, zoodat ze Haarlem voor den afzet
van viseh niet meer noodig hebben. „Deze
kwaal is ongeneeslijk", zoo merkt de rap
porteur mistroostig op, omdat het College
van Rhynland weigort deze wegen voor
vischwagens te sluiten. Wy vinden deze
beslissing der hoogheemraden alleszins
rechtvaardig, zooals wy ook ten opzichte
van menig ander punt met het rapport
van meoning verschillen. Met dat al is het
een belangrijk stuk, waaraan ik hier ech
ter niet meer kan ontleenen. Do daarin
behandelde zaken mogen voor onzen tijd
geen belang meer hebben, voor de econo
sobo geschiedenis onzer stad behouden
haar waarde.
Men ziet hoe gemakkelijk men bij de
raadpleging van dit financieele rapport
op zijwegen afdwaalt: we waren reeds op
de vischmarkt aangeland, die trouwens
ook een bydrage tot de vermeerdering
der stedelijke inkomsten moest leveren. Op
«en gansch ander gebied do stof is
overryk brengt u een voorstel van den
oud-schepen Adolf Jan Heshuysen, die
oen concept-plan indient tot oprichting
van een beleeningkas van groote panden,
met de bedoeling dat de stad uit de winsten
instelling voordeel trekken zal. Ik
kan do ontwikkeling van dit plan alweer
niet beschrijven, maar veetig er in het
voorbygaaD de aandacht op om te doen
zien hoe de heeren zich inspanden ter Ter-
krijging van nieuwe bronnen van inkom-
n. Zullen ze den impost op de wijnen
brandewijnen verhoogen! Zoo'n verhoo-
ging zou, als altyd in dit goede land, be
langrijke baton afwerpen. Maar deze be
lasting bedraagt al twee stuivers per
stoop, de hoogste t&xe, die de Staten van
Holland aan de steden hebben toegestaan,
en bovendien wordt er nog een stuiver
per stoop gelegd op de wynen, die van bui
ten in de stad komen. Do klapwacnt bleek
oen dure instelling te zijn: deze poBt wees
een tekort aan van vijfduizend gulden.
Men zal een klappergeld heffen, in ver
houding tot de verponding, de grondbe
lasting, en het zal op het verpondingsbil
jet wij kennen tegenwoordig ook zoo'n
tweesoortig papiertje worden geind.
„Ik refereere my ton volle met den in
houd van het gemelde artikel, ala loo-
pendo hetzelfve over het geheel, hebben-
do mede een party huizen", zoo echreef
oen zeer geacht vroedschapslid aan burgo-
meestereD, meer duidelijk dan fraai. Hy
was dus bereid zyn belang by dat der stad
achter te stellen, want by bezat
onroerende goederen en de belasting
in de eerste plaats van de eigenaars
huizen gevorderd worden. Evenwel
„met autorisatie om hetzelve van de huur
ders te mogen repeteeren", welke toevoe
ging wel iets ontnam aan de waarde
hot gebrachte offer. Overigens paste het
klappergeld geheel in den gedachtegang
van die leden, welke oordeelden dat „be
lastingen nimmer ten bezware van
gezetenen moeten gezocht worden, dan al
leen voor zooverre derzelver eigen veilig
heid en welzjjn daar inne gelej_
Zorg voor eigen veiligheid en welzjjn!
Op grond van dergelijke overwegingen ble
ven de vormogendeu onbelast en was er
geen sprake van een belasting op het in
komen. De „geringe beambtenaren, die
meest alle een zeer sober bestaan hebben
en doorgaans uit een bediening alleen niet
subsisteeren kunnen," waren niet bjj
machte hulp te bieden, al zouden ze niet
ontzien worden. Maar daarom baatten hier
bezuinigingen noch nieuwe belastingen,
de maatregelen, die ik genoemd heb even
min als dio waaraan ik stilzwijgend moest
voorbijgaan, zoodat men wel genoodzaakt
was zyn toevlucht te nemen tot leoningen,
dio do stedelijke schuld gestadig zouden
doen groeien.
Waren de heeren eigenlijk wel doordron
gen van den ernst der zaak? Een deel der
Vroedschap ongetwijfeld. Maar,
wjj een achtbaar lid der vergadering hoo
ren uitroepen: „laten zjj die na ons komen
dan ook maar oenige zorg hebbeD, schoon
het mjj voorkomt, dat daar weinig bekom
mering voor is," dan bemerken wjj, dat
ook waren, dio don toestand niet zoo don
ker inzagen. Ter kenschetsing van den po-
litieken en maatschappelyken toestand der
Republiek in dit tijdvak schrijft Fruin
ejjn „Geschiedenis der Staatsinstellingen
in Nederland": „Men kan de plichten
eener regeering onderscheiden
plicht om te doen en een plicht -
laten. Het doen ging bjj ons slecht; het na
laten werd in acht genomen. De pfersooh-
ljjko vryheid werd zeer geëerbiedigd. Er
was geen uigenlyke tiranaio en dus geen
aanleiding tot oproer. Hemoeide men zich
maar niet met de regeeringszaken, dan
mocht men verder in don meest uitgebrei-
doen en laten wat men wilde. Van
daar een toon van welbehagen in de publi
caties van hot tjjdvak. Het ging ons als
den man, die van den toren viel: het
vallen was zoo onaangenaam niet, maar
het neerkomen."
Zoo zaten in de Haarlemsche regeering,
naar het mjj voorkomt, enkele leden, die
iete wilden doen, meerderen, die alleen
wilden nalaten. Dit waren do mannen, die
zich welbehaaglijk voelden, een doorloo-
pende lofspraak op het verleden hielden.
Het bleef immers overal rustig, het be
staande werd dus gewaardeerd, waarom
er&ndering te brengen in wat „van
onds gebruikelijk" was. Wio zoo denkt,
gevoelt geen neiging om als hervormer op
te treden en een stedelijke huishouding
grondig te herzien. Hy neemt halve of
heelemaal geen maatregelen, en, hetzij hjj
bezuinigt of middelen aanwendt tot stjj-
ving der inkomsten, altoos doet hy denken
aan iemand, die van zjjn eigen pogingen
niet veel verwacht. Daarom bevredigde
ons het werk der Vroedschap niet. Wy ont
vingen een kykjo in de stedelyko huis
houding met al haar gbereken, die zjj niet
vermocht te verbeteren. Wy zagen haar
peutereu en ploeteren en wat bepaaldelijk
haar bezuinigingsmaatregelen betreft, nie
mand kan ontkennen, dat hem na en das
door het hoofd speelde:
Bezuiniging? Een schoono zaak!
Ze geeft het mcnschdom veel vermaak!
(Geschiedkundig Overzicht).
H. E. KNAPPERT.
Feuilleton
ra.
Hec ligt voor de hand, da'- met de
invoering van he* vrouwenkiesrecht
de vraag naar voren kwam, in hoever
tal van vereenigingen, die op t ver
krijgen daarvan hadden aangestuurd,
en dit nu hadden verkregen, nog re
den van bestaan hadden. Het is mij
niet mogen gelukken» van vele yer
eenigingen na 'e gaan, of zij dien
tengevolge zijn opgeheven.
De gewijzigde toestand schonk even
wel he* aanzijn aan eene nieuwe ver-
eeniging, nL „de Nederl. Vereeni
ging van Staatsburgeressenin wel
ke de in Febr. 1894 opgerichte „Ver-
eeniging voor Vrouwenkiesrecht"
werd omgezet. Zij telt pl.ru. 24000 le
den, en heeft 'ot dagelijksch bestuur
Mevr. F. S. van BalenKlaar, te
's-Gravenhage, als Presidente, en
Mw. O. S. Groot *e Amsterdam, als
secretaresse, terwijl het Bureau ge
vestigd is te Amsterdam, Heeren
gracht 627.
Zij heeft *e meer reden van be
staan, omda* zij, blijkens de statuten,
op 15 Januari 1920 openbaar gemaakt
in haar maandblad o.a. ten doel heeft
a. bevordering van wettelijke, maat
schappelijke en economische gelijk
stelling van man en vrouw
b. het waken voor de belangen der
vrouw als arbeidster op elk gebied,
als echtgenoo*e en als moeder
c. het geven van algemeene voor
lichting en de bevordering van do
ontwikkeling der vrouw op staatkun
dig en maatschappelijk gebied, en
d. in de vertegenwoordigende li
chamen tot uiting *e brengenhet in
zicht der vereeniging om*rent sociale
en wettelijke vraagstukken.
Een andere vereeniging, nL „de
Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht",
opgericht 27 Febr. Iflu7 en pl.m.
10.000 leden tellende, besloot op 14
Maart 1920 tot samensmelting met de
veel kleinere „Vereeniging tot verbe
tering van den maatachappelijken in
rechts toestand der vrouw". Do nieu
we vereeniging„Nederlandsche Unie
voor Yrouwenbelangeu" geheeten,.
inet, als Presidente, Mevr, Boisso-
vain—Pijnappel, van Eeghenstraat 92.
*e Amsterdam, heeft het volgendo pro
gramma
a. opleiding der Nederlandsche meiu
jes, zóó, da* deze zoowel op hare
vorming tot beroep of bedrijf als op
hare voorbereiding tot de naar wach
tende moeder- en gezinstaak zij ge
richt en haar gemeenschapsziu wordt
ontwikkeld
b. moederschapszorg j
c. verkrijging van staatsrechtelijke
en burgerrechtelijke gelijkstelling met
de mannen, o.m. daarbij liet oog heb
bende op1. verlies en verkrijging
van Nederlanderschap; 2. benoem
baarheid tot openbare bediening on 3.
vastlegging in de Grondwet -,ok van
bet actieve vrouwenkiesrecht4
herziening van de huwelijkswetgeving
tot verbetering der wettelijke p< eMe
van de gehuwde vrouwen cn van de
moeders
d. gelijk loon voor gelijken ai'eid
van mannelijke en vrouwelijke werk
nemers en
e. be-invloeding van do oneubaro
meening om tot betere en gezondere
toestand op zedelijk gebied te gera
ken.
Hot secretariaat der Ned. Unie is
te Amsterdam, Hobbemakade 24.
De „Neutrale Verecnizingj vcor
Vrouwenkiesrecht" (opgericht in 1916)
en do Mannenbond voor Vrouwen
kiesrecht" (opgericht in 1908), zijn
1919 opgeheven.
Aan deze mededeelingen over het
vrouwenkiesrecht mag voorts niet ont
breken al zijn ze ook daarna nog
volledig de vermelding, dat ten
onzent ook sprake geweest is van een
anti-vrouwenkiesrccht-beweging.
Het spreekt vanzelf, dat de vele pro
paganda voor vrouwenkiesrecht de gees
ten wakker riep, dat ook van den
„overkant" stemmen werden ve
en tegen den wassenden vloed dammen
werden opgeworpen. Reeksen dag
blad-artikelen verschenen, brochures,
(tegen het geven van kiesrecht aan de
zagen het licht, lezingen werden
gehouden enz.
Van Roomsch Katholieke zijde stelde
,a. „De Tijd" hare kolommen
beschouwingen over dat kiesrecht
schikbaar, en bekend is, dat onder do
Roomsch-Katholieken tweeerlei
omtrent het kiesrecht was waar
te nemen.
Van dc brochures noemen wij o.
geschrift van Mr. Dr. Ch. Raaymakers
S. J., onder den titel „Vrouwen-kies
recht", in 1912 verschenen bij C. L. van
Langenhuysen, te Amsterdam, Singel
434. De brochure is een overdruk uit
„Studiën", tijdschrift voor godsdienst,
wetenschap en letteren, en geef
vens een beknopt, doch interessant over
zicht van de geschiedenis der beweging
voor vrouwenkiesrecht, beginnende reeds
bij Plato in een 3-tal paragrafen leer
rijke beschouwingen over die bewe
ging, waarbij o.a. dc argument
•oorstanders aan Sta tand gevoeld wer
den
Het geschrift is bij zeer objectieve be
schouwingen, ten slotte een gansch be
toog tegen het vrouwenkiesrecht, wat
ondubbelzinnig blijkt uit de volgende
.pakkende" zinsnede (op bladz. 54)
Neen, de vrouw is niet bestemd
oor de politiek. Haar hoogverheven
taak in het maatschappelijk leven ia he:
moederschap en al wat daarmede samen
hangt of daaraan analoog is. Voor die
taak ontving zij van nature neiging en
geschikthwd. En wanneer rij zich daar
toe beperkt, ea de onuitputtelijke schat-
van liefde «a toewijding door God
haar harte gelegd, daarvoor ge
bruikt,dan zal de vrouw niet slechts
eerbied en achting afdwingen, maar bo-
•endien meer invloed oefenen op het
openbare leven en de politiek, dan wan
neer rij actief en passief kiesrecht be
zat."
Voorts noemen wij als één doorgaan
de bestrijding van het vrouwenkiesrecht,
de brochure van Mevr. J. M. Sterck—
Proot„Wat er pleit tegen de beweging
voor Vrouwenkiesrecht" in 1916 (als
herdruk van door haar geschreven kran
ten-artikelen) uitgegeven te Haarlem, bij
de N.V. Drukkerij „De Spaarnestad".
In een 4-tal paragrafen, n.l. a.
Welke vrouwen wenschen kiesrecht? b.
Het vrouwenkiesrecht en de vrede c.
Vrouwenkiesrecht als bescherming der
zwakken en d. Vrouwenkiesrecht voor
het goed recht der vrouwen, wordt
tegen het feminisme te velde getrokken,
en worden de argumenten en propagan-
da-middelen uit het kamp der vóórstan
ders onder de oogen gezien.
De schrijfster laat het echter niet bij
de waarschuwing: 1— (aan het einde der
brochure) „Men zij dus op zijn
hoede", gericht aan het adres van de
vrouwen van rechts zij had daarna ook
een werkzaam aandeel in een adres-be
weging, op touw gezet om bij de Grond-
wets-herziening van <9'7 te trachten de
invoering van vrouwenkiesrecht te voor
komen.
Het aan de Staten-Generaal verzon
den, van pl.m. 40.000 handtcekeningeu
voorziene adres had echter niet het ge
wen sclite gevolg.
wef, waarin zij sinds 1816 Keef* ge
staan.
Wat de tweejaarlijksche begrooting
aangaat, de regeering krijgt hiertoe
slechts de bevoegdheid en zij za!
daarvan geen gebruik maken indien
be* nieuwe stelsel in de prac*ijk era
stige bezwaren moch* ondervinden,
aldus de premier, die er tusschen twee
haakjes op wees, dat de Eerste Ka
mer uu nog staat voor enkele begroo-
tingshoofdstukken, vóór Paachen nog
juis* door de Tweede afgeleverd, en
dat over enkele weken aan de de
partementen het werk voor de be-
grootiog van 1923 alw«er begint.
Stapels papier leggen hier een zwij
gend getuigenis af.
De voorgestelde verandering in de
wijze van verkiezing der Eers*e Ka
mer (aftreding telkens na vier jaar
en samenstelling volgens evenredige
vertegenwoordiging) noemde de pre
mier net resultaat eener zóó nauw
gezette voorbereiding dat hij zich
van nadere verdediging er van ver
schoond meende te mogen achten.
Zeker is het dat der Eerste Kamer
in haar tegenwordigen vorm groote
democratische fouten aankleven- me*
de correctie waarvan de ontbindbaar
heid der Provinciale Staten ten
P. KALBFLE1SCH.
nauwste verband houdt. De minister
waarschuwde tea slotte den Senaat»
niet star vast *e houden aan eigen
belangen, doch met de stroomtog
van den tijd mee te gaan.
Bij de replieken heeft de heer Wit-
*ert van Hoogland die in eerste in
stantie niet gesproken had breed
voerig de instelling van een Bouml-
economisch wetenschappelijk college
ter vervanging van de 1 en o Kamer
verdedigd.
Er kon me* zijn opmerkingen reke
ning worden gehouden bij een vol
gende Grondwetsherziening. Me* uit
zondering van den heer Bergsma, die
heden verklaarde te zullen stemmen
vóór alle hoofdstukken (aanvankelijk
had hij bezwaren tegen de ontbind
baarheid der Provinciale Sta'-en) en
van den heer Nierop die zijn stem zal
geven o.a. aan hoofdstuk III (Staten-
Generaal) hebben de overige repli-
Qan*en hun bezwaren gehandhaafd
W a' er zal gebeuren indien een of
eer hoofdstukken mochten worden
verworpen, daarover... wensch'e zich
de premier niet uit te laten.
Stemming Donderdag half een.
INTIMUS.
Van hier en daar.
Ian list Politieke ïour-
nooivsld.
EERSTE KAMER.
lö April.
De Grondwetsherziening be
ëindigd... op de stemming na.
Na een vierdaagschen kamp zyn
heden do oratorische wapenen, in den
Senaat voor he1 offensief en het de
fensief der Grondwetsherziening ge
bezigd, neergelegd.
Alleen de beslissende slag moet
worden geleverd, maar daarvoor
zullen geen oratorische wapenen meer
noodig zijn. Die beslissing is ver
daagd tot Donderdagmiddag, wan
neer het slechts zal gaan om de ge
talssterkte van voor- en tegenstan
ders.
Premier Ruys de Beerenbrouck
heeft n-t rijn Genueesche reis van
daag nog de moeite genomen om
mau voor man althans voor wat de
geprononceerde tegenstanders be
treft *e woord to staan en van re
pliek te dienen. Intueachen omvat
de Grondwetsherziening vele onder
dooien die afzonderlijk er, afgeschei
den van elkander tot stand kunneu
komen on er waren dan ook voors*el-
lon bij, die vrijwel algeheels in
stemming geno(en. In het koor der
eenstemmigheid over de yoordeelen
der gewijzigde troonopvolgingsbepa-
lingeu was het bijv. alleen de heer
Fokker, die een dissonant had laten
hooren. Die afgevaardigde huldigde
ongeveer evenaJs do heer do Monte
verboren aan de overzij van het Bin
nenhof de opvatting„iedere koning
is beter dan geen koning". Minister
Ruys behoefde waarlijk niet voel
woorden to verspillen om deze op
vatting als zijnde in strijd met de
overtuiging en den wil van de over-
groo*e meerderheid van ons volk op
zij te zt'ten.
Over de verhooging van het inko-
.eu der Kroon en over do kwestie
111 de revenuen vau het Kroondo
mein stapte de premier met zeven
mijlslaarzen heen. Do argumen*eu
vóur dio verhooging waren z. i. vol
doende bekend. En wat do ridderor
den betreft, op het voortbestaan
waarvan door een enkel ropubh-
keiusch afgevaardigde entiek was
uitgeoefend, de premier hield dezen
afgevaardigde een lijstje onder
oogen, welk lijstje nie'- minder
elf republieken vermeldde die...
ridderorden toekennen
De pièco do resistance van het
Groudwetsherzieningsdebat was even
wel kwestie Her Staten-Gene
raal. De premier deelde geenszins do
cri*iek, uitgeoefend op de voorgestel
0 verhooging der schadeloosstelling
(welke voortaan 5960 zal bedragen)
en hij erkendo evenmin het bezwaar
van somuiigcu tegen do opneming
1 dier schadeloosstelling in de Grond-
Het Tijdschrift van dea Nederland-
schen Werkloosheidsiaad bevat dc prae-
adviezen van de heeren jhr. J. C. C.
Sandberg en J- Bs. Westerdijk over de
vraag „In welke mate is de emigratie
(tijdelijke en die met het doel zich blij
vend buiten onze grenzen te vestigen)
tijdens en na den oorlog, van invloed
geweest op de tegenwoordige werkloos
heid hier te lande en dienen er ook maat
regelen getroffen te worden om de emi
gratie te bevorderen ten einde de werk
loosheid te verminderen en zoo ja, wel
ke?
De heer Sandberg concludeert uil
de door hem gegeven cijfers, dat er zich
thans 50.000 tot 70.000 Nederlanders
meer in ons land bevinden, dan ver
moedelijk het geval zou zijn, indien in
de jaren 1914192Z de omstandigheden
gelijk waren gebleven aan die van vóór
den oorlog.
Daar er thans onder onze landgenoo-
ten, die geneigd zouden zijn om naar
den vreemde ie trekken ten einde zich
daar een beter bestaan te verwerven,
zeer velen zijn, die de middelen om tot
emigratie over te gaan, geheel of ten
'deelo missen, meent hij dat men deze
mensohen geldelijke hulp moet verlee-
nen, indien men de emigratie wil bevor
deren.
De lieer Westerdijk meent <dat
men van de werkloosheidsbestrijding
door overheidssteun aan de emigratie
niet veel heeft te verwachten. Slechts in
enkele individueele gevallen zou der
gelijke financieele steun uitkomst kun
nen geven. Het is zeker niet twijfelach
tig, dat aan de uitvoering van den wensch
den Werkioosheid-sraad groote moei
lijkheden zijn verbonden, vooral indien
het geldt een blijvende emigratie met
transoceanisch vervoer of mei ander vr-
voer naar verre vreemde landen als Rus
land of Siberië.
Het Kamerlid Van Braambeek heeft
den Minister van Waterstaat de volgende
vragen gesteld
Is de Minister niet van oordeel, dat er
in de oorlogsjaren, toen smokkelarij en
onrechtmatige toeèigcning van goede
ren veelvuldig voorkwamen en uiterst
streng gestraft werden, spoorwegperso
neel oneervol werd ontslagen, wiens ver
grijp vóór dezen oorlogstijd en ook daar
na minder streng werd en wordt beoor
deeld?
Is den Minister bekend, dat er een
revisio van straffen heeft plaats gehad
het personeel, dat in dienst is ge
bleven?
Is de Minister ook bereid te bevorde-
n, dat de straffen van dit ontslagen
personeel voorde gevallen, die daarvoor
in aanmerking komen, worden herzien?
UITSLUITING IN DE BOUW
VAKKEN IN FRIESLAND.
Men meldt uit Leeuwarden aan „De
Tel."
De door de patroons der provinciale
Federatie geproclameerde uitsluiting is
Woensdag ingegaan.
Door het stakingscomité is aan de on
georganiseerde werklieden bij die pa
troons thans het verzoek gericht ook
onmiddellijk het werk neer te leggen.
Aan de uitgesloten arbeiders zal direct
gelegenheid gegeven worden, elders
gaan werten.
Behoudens enkele uitzonderingen
wor-Jt aan aRo «takers voorloopig nog
geen verlof verleend, zich van ander
werk te voorzien, terwijl maatregelen
zijn genomen om te voorzien in de be-
ticef'o aan bouwmaterialen.
STAKING IN HET STEENBEDRIJF.
Op de betoafabrieken van de N. V,
Vigarose Cemeni-industrie „De Me
teoor", te Rhedea, is tengevolge van
een loonsverlaging van 20 pCi., een
werkstaking uitgebroken, die ongeveer
negentig personen omvat. De fabriek
ligt geheel stil. Door de stakers wordt
gepost.
STEUN AAN DE NOORDZEE-
HARINCVISSCHERIJ.
Het Kamerlid Staalman heeft den Mi
nister gevraagd, hoe het staat met zija
plannen tot steun aan de Noordree-
haringvisschery en of hij bereid is als
nog krachtig te bevorderen, dat geeuer-
lei financieele steun aan haringreede-
rijen zal worden verleend, voordat cea
regeling is getroffen voor de loouen en
arbeidsvoorwaarden voor het betrokken
peifoneel.
DE LOONSTRIJD BIJ DE
AARDAPPELMEELFABRIEKEN.
Te Stadskanaal heeft een bijeenkomst
plaats gehad van afgevaardigden van do
aardappelmeelfabrieken ter bespreking
van de door de fabrikanten voorgelegde
arbeidsvoorwaarden. Op voorstel van den
afgevaardigde van de Ned. Vereeni-
ginpr van Fabrieksarbeiders besloot men
aan de werkgevers mede te deelen tot
toenadering bereid te zijn, wanneer ook
do fabrikanten van den ernstigen wil
daartoe blijk geven. Het hoofdbestuur
zal zich nu met de fabrikantenverecni-
ging in oontact stellen.
HET CONFLICT AAN
DE LEIDSCHE KATOENFABRIE1C
Ter- oplossing van het conflict tus
schen hot personeel en de directie
van de Leidsche Katoenfabriek, waar
door een 300-tal werklieden sinds
maanden in staking zijn, heeft de
burgemeester, jhr. De Gijzelaar, zija
bemiddeling aangeboden. De vier
bij het conflict betrokken arbeiders
organisaties hebben deze bemiddeling
aanvaard.
SALARISVERLACiNC VOOR
RIJKSPERSONEEL.
Naar de Gentr. Nederi. Ambtenaars
bond meldt, heeft de regeering reed»
op 7 dezer aan de centra.e commissie
voor georganiseerd overleg advies ge
vraagd over haar plan art. 40 van het
Bezoldigingsbesluit in te trekken. De
leden van die commissie kregen er
echter eerst op 17 dezer kenms van.
Het voorste! za« in de eerstvolgende
vergadering -van de commissie, op 25
dezer, een punt van overweging uit
maken. Het algemeen comité ter be
hartiging van de bol&ngeai van over-
irekhpersoneel heeft daartegen be-
Varia.
Op de scheepswerven Niestern, onder
Delfzijl, zijn de uurloonen der werklie
den met 6 cent verlaagd.
Aan het personeel van de Friesch-
Groningsclje Coöp. Suikerfabriek is cea
loonsverlaging van 20 en een verla
ging van de premies met 50 aange
zegd.
De Vereeniging van Behangers-,
Stoffeerders- en Beddcnmakcrspatroons
te Amersfoort, heeft besloten de loonen
van de gezellen met 10 te verlagen.
Wegens slapte in het bedrijf is te
gen Zaterdag a.s. het geheele personeel
der Stoomklompenfabrick der firma
Bros te Veghel ontslag aangezegd.
De heer W. F. Piek, directeur van
do HollandAnierikalijn, is in de p3aats
avn den heer W. C. Hud-.g benoemd tot
vice-voorzitter van de Scheepvaartvcrce-
niging Zuid.
naar het EngeUch van
MARIA ALBANESI.
26)
Miriams oogen warden vochtig.
„Dank je wel", zeido ze. „Ik zal
tongen de speld niet te verliezen".
„Jk zou het prettig vinden, ala ik
je haar cadeau moch<i gewen", zei
Evelyn.
Lady Norchester dankte haar met
een enkel woord, maar Evelyn zag,
dat zij zeer aangedaan was en zich
•lecht6 met moeito wist te behoer-
Bchen.
roen juen aan tafel zou gaan, bood
Richard Miriam zijn arm en voelde,
dat zij van het hoofd tot de voeten
hoefde.
„Ik geloof, dat het niet verstandig
van jo was, om vandaag beneden te
komen dlneeren", zei bij. „Naar ik
hoor, ben je nog al ziek geweest".
„Ik was erg van het telegram ge
schrikt', antwoordde ze.
„Ik hen hlij, dat Harry weer goed
en wel terug is", zei Framley. „Hij
kan toch zeker nergens zoo verzorgd
worden als thuis". jij hier bent, want ik had anders
„En door niemand beter dan door waarlijk niet geweten, wat ik begin-
zijii vrouw, niet waari" zei za op nen moest. Miriam is en blijft onmo-
bïtteren toon. „Dat is zeker de reden,
dat zij mij buiten de ziekekamer hou
den.
FrainJey wist hier niet veel op te
antwoorden.
„dijk'.
Zij kuste Ellen, en Ellen kuste haar
terug.
„Lady Norchester ie erg goed voor
mij geweest", zei ze, „en ik was toch
Het diner verliep naar wensch. La-zoo blij, tosn ik deze betrekking
dy Evelyn babbelde als een ekster. Ze kreeg. Na vaders dood heb ik zoo'n
vertelde allerlei anecdoten van dei erg moeilijk leven gehad'
kleine Murilliere tot groot vermaak „Arm kijnd", zei Evelyn, „maar'
van Ellen Lady Norchester scheen in 1 dat is nu voor goed voorbij. Je hebt
haar eigen gedachten verdiept en nu vrienden. Dick stelt veel belang
hield voortdurend haar blikken op in je, en Moeder en ik beschouwen
Evelyn gericht. Het was haar bijna jo al ais een oude keunis. Maar hoor
als ten droom, dat het meisje nu eens. Ellen, kun je morgen ochtend
toch eindelijk werkelijk gekomen niet wat tijdig opstaan? Moeder out-
was. En Richard Fr am ie v keek naar bijt nooit beneden en we zouden zoo
Ellen. Hij zag, dat ze bijna mi ets at heerlijk samen een wandeling kunnen
en dat ze erg bleek zag. Hoe lang zou maken. Miriam stuurt toch zeker
zij haar post hij Miriam kunnen vol- j nooit zoo vroeg om jt".
houden, als deze zoo moeilijk werd? j „Dat is moeilijk te zeggen. Lady
Na het diner begaf Miriam zichNorchester ia erg ongelijk, maar als
naar haai- kamers, na iedereeai eenige ik kan, zou ik dolgraag met jo gaan
rins kortaf goeden nacht gewenscht te wandelen
hebben. Ellen bood aan, met hoar I Toen ze bij Evelyns kamers gako-
meo. te guan. 'men waren, haalde Evelyn Ellen over
„Neen", zei Lady Norchester, „blijft om nog even mee naar binnen te
u maar beneden. U kun^u daar mis-' gaan.
schien nuttig maken". „Ik heb gehoord, dat jij tot nog
Lady Evelyn, dio ook moe wan,1 toe deze kamers gehad hebt" zelde zij.
bleef echter niet lang in de zitkamer „Ik ben jc zeer dankbaar, dat je ze
en toem ze roet Ellen de trap onging, mij hebt afgestaan. Het is me pre-
zei ze. cieé?, alsal ik nooit weg ben geweest.
„O. Ellen, ik ben toch zoo blij, datWat een heerlijke avond! Wat riet de
tuin er prachtig uit in het maanlicht
Laten we evc-n bij het raam gaan rit
ten. "ij namen heiden plaats in een
gemakkelijke» stoel en waren weldra
verdiept in verhalen uit hun jeugd,
loeu dc dour opeens openvloog, en
Miriam driftig naar binnen kwam.
Zo was 111 een smoezelige peignoir
gekleed en haar luiar hing los om
haar schouders. „Ik kom even kijken,
Evelyn", zcide zij, „of je alles hebt,
wat jc noodig hebt".
Lady Evelyn was opgesprongen. Zij
gevoelde 2icn niet heelemaal op haar
gemak.
„Ja, dank jo", zeide zij. „Ze hebben
good voor alles gezorgd. Ik vind het
heerlijk om mijn oude kamers weer
te hebben. Ik zei daar al juist tegen
juffrouw Miiner, dat inet mij net is,
alsof ik nooit weg ben geweest".
„Is juffrouw Milner neg hier?"'
vroeg Miriam, alsof zo Ellen toen pas
in het oog kroeg. „Ik dacht, dat zij
zoo'n hoofdpijn had. Het zou dan toch
zeker beter voor baar zijn, als ze
naar bed ging. Hier heeft ze toch ze-
ker niets te maken".
1 „Ik wilde juist naar l>ed gaan", zei
I Ellen. „Lady Evelyn zal ook wel moe
zijn. Gooien nacht".
Zij verliet de kamer en nauwelijks
wee rij weg, of Miriam zei op nor-
sohon toon-.
„Zij behec-ft zich niet tusschen ons
in te dringen. Ik zou graag een echte
zoeter voor je zijn'
Evelyn veelde zich ontstemd door
Miriams optreden tegenover Ellen en
zei kortaf:
„Je moet niet dadelijk te veel ver
wachten, en je vergist je, ala je denkt
dat Ellen jou verdringen wil. Je hebt
hei voornamelijk aan haar to dan
ken, dat ik nu op Wynche ben".
„O, wees niet boos oj> me", zei Mi
riam smeekend. „Je weet niet, hoe
ik naar jc verlangd heb! Wil je mij
.•liet een kus geven 1"
„Ik ben met boos", zei Evelyn,1
„maar ik ben moe cn zou nu wél
graag gaan rusten".
.Geef me dan eeoi kus", hield Mi-
nam aan. „Je hebt juffrouw Milner
daar straks ook "gekust".
„Je moeit je iriet zoo opwinden,
Miriam", zei Evelyn. „Vergeet niet
dat je ziek bent geweest". Zij stak
haar schoonzuster de hand toe, ter
wij'. zij zco sprak, maar kussen deed
zij haar niet
Lady Norchester was doodsbleek ge
worden. Ze greep de haar toegestoken
j hmd niet, maar verliet ijlings de ka
mer, de deur met eon harden slag
achter zich dicht trekkend,
j Lady Evelyn bleef even onbeweeg
lijk staan, toen ging zij naar do deur
en draaide den sleutel om.
„Misschien had Moeder toch wel
gelijk", zeide zij, „en hadden we lie
ver niet moeten gaan".
HOOFDSTUK XXIII.
Framley keerde den volgenden mor
gen naar Londen terug. Hij had Ellen
niet meer gezien, daar zij met erge
hoofdpijn te bed lag. Den vore gen
avond had hij een lang gesprek met
Lord Norchester gehad en van dezo
gehoord, dat hij van plan was. voor-
Icopig op Wynche te vlijven en nog
eens te probeeren om met Miriam
vrede te houden. Juffrouw Milner zou
dus waarschijnlijk eerstdaags naar
een andere betrekking moeten uit
zien, misschien was dit ook .vel
zoo goed. Evelyn liad hem verteld, dat
Miriam den vorigen avond boos naar
bed was gegaan, na Ellen zeer on
aardig bejegend te hebben.
Een dag of wat later kwam op zijn
kantoor een van de bedienden hem
zeggen, dat er een jonge dame was,
om hem te spreken.
„O, ik dacht al, dat u het was",
zei hij, EUen met uitgestrekte hand
tegemoet komend. ,JEr is toch niets
gebeurd op Wynche? Wanneer bent
u hi Londen gekomen?"
Vanmorgen pas, ik zou u graag
er iets spreken, wat mij zelf be
treft en uw raad inwinnen".
(Wordt vervolgd.)