bezuiniging. VronwenfeiesrecS! Rubriek van den Arbeid. MIRIAM HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 20 APRIL 1922 - TWEEDE BLAB V. Nadat do Vroedschap zich een jaar lang „t d. tatod.ll»» r.» tal H»tol«I. „m«.t tal beng getarnde», beeloot arbeid ta»ige» om uit te ru«ten, maar om eens te xien wat ie tot dusver had bereikt la de vergadering van den 25ea April 1775 logt de pensionaris een staat over Tan hetgeen door do genomen besluiten reeds is bespaard. Zal de slotsom bevredi gend zü", t>00P g«ven althans! Wij, die de beraadslagingen van nabi) gevolgd heb ben en meuiginaal den indruk kregen dat deze bezuinigers onbeteekenende middelen tot redres der geldmiddelen aanwendden omdat z(j afdoende maatregelen niet aan durfden, zijn bij voorbaat van den uitslag verzekerd. Wij zagen immers, boo op het vegen der bruggen en pleinen bezuinigd werd en op het schoffelen in don Hout; hoe een watordrager naar hals werd ge- sonden en een barbier gedaan kreeg; hoe kranten werden afgeschaft en onnut oor logstuig werd opgeruimd; en kijken dan sok niet vTeomd op bjj het hooren dat er, niettegonstaaude allo verbeteringen, nog ten aanzienlijk jaarlijksch tekort over bleef. Wel was dezo mededeeling ontinoe digend en wanneer nu en dan een vroed- sohapslid eon voorstel met klem bostrijdt om or niettemin zijn stem san to goven als een bewijs zijner inschikkelijkheid, dan vragen wij ons af, of men niet min of meer met de handen in het haar zat. Teleurgesteld of niet, de Vroedschap moest haar werkzaamheden hervatten en nog geruime» tijd zon het vraagstuk der stedelijke financiën haar aandacht vragen. Wij zien er tegen op haar ook bij haar verdere overleggingen op don voet te vol gen. Niet omdat wjj geen belangstelling voor bezuinigingen zouden hebben: als kinderen onzes tjjds kunnen we daarvan nooit te veel hooren. Maar omdat een achttiend 'eeuwscho vroedschapsvergade ring ons te langzaam en te omslachtig werkt. Telkens ontmoet zy op haar weg verrassingen, die haar nopen op zijpaden af te dwalen. Hoe ging het by de behan deling van artikel 39 van het rapportT Na ampele besprekingen is besloten tot hef fing van «en belasting op do ateenkolen voor haardbrand. Een paar maanden later ontdokken enkele leden, dat het stoken van Engelschc en Schotsche kolen uit drukkelijk verboden is bij tweo kouren nit do jaren 1G0S en 1022 en dat dezo keu ren nooit zyn ingetrokken. Wat niet weg neemt, dat in het reglement voor hét ko- rendragorsgild uit het jaar 1751 bepalin gen aangaande Engclsoho kolen zyn opge nomen, dat daarin spraka iB van vijf ko- lenworkers, ja, dat in 1753 het salaris van een makelaar in <lezo steenkolen by or donnantie geregeld was. Zoo ging men dan maar weer getroost aan het ovorloggeu in hoever de noodzakelijkheid bestond de be- doeldo keuren alsnog buiten werking te •tellen. Wie het financioolo rapport bestudeert, ontkomt niet aan den indruk, dat do voor stellen veelal voor vruchtbare bespreking nog niot rijp waren: herhaaldelijk ryzon nieuwe vragen, het eeue onderzoek noopt tot het andere. Dan wordt alweor een oom- missio aan hot work gezet, zy brongt rap port uit, het wordt tor visio gelegd en na korter of langer tjjd in behandeling geno men. Het voorstel om de banken op do vischmarkt benevens don afslag van viseh publiek te verpachten, leidt tot een uitge breid onderzoek naar de oorzaken van dc •ehaarsehte dor zoevisch, waarvan de stad, vooral des wintors, velo weken achtereen verstoken is. Hier moot genoemd worden het openstellon van den Sparendamschen dijk, die vroeger by winterdag niet mocht bereden worden maar nu het geheele jaar door open staat voor de vissohers dor noordelijke zeedorpen, die hnn waar te Amsterdam op do markt brengen. En wat de vischwagens uit de Zuidelijke dorpen betreft, ook deze kunnen door het verbete ren der wegen Amsterdam gemakkelijk be reiken, zoodat ze Haarlem voor den afzet van viseh niet meer noodig hebben. „Deze kwaal is ongeneeslijk", zoo merkt de rap porteur mistroostig op, omdat het College van Rhynland weigort deze wegen voor vischwagens te sluiten. Wy vinden deze beslissing der hoogheemraden alleszins rechtvaardig, zooals wy ook ten opzichte van menig ander punt met het rapport van meoning verschillen. Met dat al is het een belangrijk stuk, waaraan ik hier ech ter niet meer kan ontleenen. Do daarin behandelde zaken mogen voor onzen tijd geen belang meer hebben, voor de econo sobo geschiedenis onzer stad behouden haar waarde. Men ziet hoe gemakkelijk men bij de raadpleging van dit financieele rapport op zijwegen afdwaalt: we waren reeds op de vischmarkt aangeland, die trouwens ook een bydrage tot de vermeerdering der stedelijke inkomsten moest leveren. Op «en gansch ander gebied do stof is overryk brengt u een voorstel van den oud-schepen Adolf Jan Heshuysen, die oen concept-plan indient tot oprichting van een beleeningkas van groote panden, met de bedoeling dat de stad uit de winsten instelling voordeel trekken zal. Ik kan do ontwikkeling van dit plan alweer niet beschrijven, maar veetig er in het voorbygaaD de aandacht op om te doen zien hoe de heeren zich inspanden ter Ter- krijging van nieuwe bronnen van inkom- n. Zullen ze den impost op de wijnen brandewijnen verhoogen! Zoo'n verhoo- ging zou, als altyd in dit goede land, be langrijke baton afwerpen. Maar deze be lasting bedraagt al twee stuivers per stoop, de hoogste t&xe, die de Staten van Holland aan de steden hebben toegestaan, en bovendien wordt er nog een stuiver per stoop gelegd op de wynen, die van bui ten in de stad komen. Do klapwacnt bleek oen dure instelling te zijn: deze poBt wees een tekort aan van vijfduizend gulden. Men zal een klappergeld heffen, in ver houding tot de verponding, de grondbe lasting, en het zal op het verpondingsbil jet wij kennen tegenwoordig ook zoo'n tweesoortig papiertje worden geind. „Ik refereere my ton volle met den in houd van het gemelde artikel, ala loo- pendo hetzelfve over het geheel, hebben- do mede een party huizen", zoo echreef oen zeer geacht vroedschapslid aan burgo- meestereD, meer duidelijk dan fraai. Hy was dus bereid zyn belang by dat der stad achter te stellen, want by bezat onroerende goederen en de belasting in de eerste plaats van de eigenaars huizen gevorderd worden. Evenwel „met autorisatie om hetzelve van de huur ders te mogen repeteeren", welke toevoe ging wel iets ontnam aan de waarde hot gebrachte offer. Overigens paste het klappergeld geheel in den gedachtegang van die leden, welke oordeelden dat „be lastingen nimmer ten bezware van gezetenen moeten gezocht worden, dan al leen voor zooverre derzelver eigen veilig heid en welzjjn daar inne gelej_ Zorg voor eigen veiligheid en welzjjn! Op grond van dergelijke overwegingen ble ven de vormogendeu onbelast en was er geen sprake van een belasting op het in komen. De „geringe beambtenaren, die meest alle een zeer sober bestaan hebben en doorgaans uit een bediening alleen niet subsisteeren kunnen," waren niet bjj machte hulp te bieden, al zouden ze niet ontzien worden. Maar daarom baatten hier bezuinigingen noch nieuwe belastingen, de maatregelen, die ik genoemd heb even min als dio waaraan ik stilzwijgend moest voorbijgaan, zoodat men wel genoodzaakt was zyn toevlucht te nemen tot leoningen, dio do stedelijke schuld gestadig zouden doen groeien. Waren de heeren eigenlijk wel doordron gen van den ernst der zaak? Een deel der Vroedschap ongetwijfeld. Maar, wjj een achtbaar lid der vergadering hoo ren uitroepen: „laten zjj die na ons komen dan ook maar oenige zorg hebbeD, schoon het mjj voorkomt, dat daar weinig bekom mering voor is," dan bemerken wjj, dat ook waren, dio don toestand niet zoo don ker inzagen. Ter kenschetsing van den po- litieken en maatschappelyken toestand der Republiek in dit tijdvak schrijft Fruin ejjn „Geschiedenis der Staatsinstellingen in Nederland": „Men kan de plichten eener regeering onderscheiden plicht om te doen en een plicht - laten. Het doen ging bjj ons slecht; het na laten werd in acht genomen. De pfersooh- ljjko vryheid werd zeer geëerbiedigd. Er was geen uigenlyke tiranaio en dus geen aanleiding tot oproer. Hemoeide men zich maar niet met de regeeringszaken, dan mocht men verder in don meest uitgebrei- doen en laten wat men wilde. Van daar een toon van welbehagen in de publi caties van hot tjjdvak. Het ging ons als den man, die van den toren viel: het vallen was zoo onaangenaam niet, maar het neerkomen." Zoo zaten in de Haarlemsche regeering, naar het mjj voorkomt, enkele leden, die iete wilden doen, meerderen, die alleen wilden nalaten. Dit waren do mannen, die zich welbehaaglijk voelden, een doorloo- pende lofspraak op het verleden hielden. Het bleef immers overal rustig, het be staande werd dus gewaardeerd, waarom er&ndering te brengen in wat „van onds gebruikelijk" was. Wio zoo denkt, gevoelt geen neiging om als hervormer op te treden en een stedelijke huishouding grondig te herzien. Hy neemt halve of heelemaal geen maatregelen, en, hetzij hjj bezuinigt of middelen aanwendt tot stjj- ving der inkomsten, altoos doet hy denken aan iemand, die van zjjn eigen pogingen niet veel verwacht. Daarom bevredigde ons het werk der Vroedschap niet. Wy ont vingen een kykjo in de stedelyko huis houding met al haar gbereken, die zjj niet vermocht te verbeteren. Wy zagen haar peutereu en ploeteren en wat bepaaldelijk haar bezuinigingsmaatregelen betreft, nie mand kan ontkennen, dat hem na en das door het hoofd speelde: Bezuiniging? Een schoono zaak! Ze geeft het mcnschdom veel vermaak! (Geschiedkundig Overzicht). H. E. KNAPPERT. Feuilleton ra. Hec ligt voor de hand, da'- met de invoering van he* vrouwenkiesrecht de vraag naar voren kwam, in hoever tal van vereenigingen, die op t ver krijgen daarvan hadden aangestuurd, en dit nu hadden verkregen, nog re den van bestaan hadden. Het is mij niet mogen gelukken» van vele yer eenigingen na 'e gaan, of zij dien tengevolge zijn opgeheven. De gewijzigde toestand schonk even wel he* aanzijn aan eene nieuwe ver- eeniging, nL „de Nederl. Vereeni ging van Staatsburgeressenin wel ke de in Febr. 1894 opgerichte „Ver- eeniging voor Vrouwenkiesrecht" werd omgezet. Zij telt pl.ru. 24000 le den, en heeft 'ot dagelijksch bestuur Mevr. F. S. van BalenKlaar, te 's-Gravenhage, als Presidente, en Mw. O. S. Groot *e Amsterdam, als secretaresse, terwijl het Bureau ge vestigd is te Amsterdam, Heeren gracht 627. Zij heeft *e meer reden van be staan, omda* zij, blijkens de statuten, op 15 Januari 1920 openbaar gemaakt in haar maandblad o.a. ten doel heeft a. bevordering van wettelijke, maat schappelijke en economische gelijk stelling van man en vrouw b. het waken voor de belangen der vrouw als arbeidster op elk gebied, als echtgenoo*e en als moeder c. het geven van algemeene voor lichting en de bevordering van do ontwikkeling der vrouw op staatkun dig en maatschappelijk gebied, en d. in de vertegenwoordigende li chamen tot uiting *e brengenhet in zicht der vereeniging om*rent sociale en wettelijke vraagstukken. Een andere vereeniging, nL „de Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht", opgericht 27 Febr. Iflu7 en pl.m. 10.000 leden tellende, besloot op 14 Maart 1920 tot samensmelting met de veel kleinere „Vereeniging tot verbe tering van den maatachappelijken in rechts toestand der vrouw". Do nieu we vereeniging„Nederlandsche Unie voor Yrouwenbelangeu" geheeten,. inet, als Presidente, Mevr, Boisso- vain—Pijnappel, van Eeghenstraat 92. *e Amsterdam, heeft het volgendo pro gramma a. opleiding der Nederlandsche meiu jes, zóó, da* deze zoowel op hare vorming tot beroep of bedrijf als op hare voorbereiding tot de naar wach tende moeder- en gezinstaak zij ge richt en haar gemeenschapsziu wordt ontwikkeld b. moederschapszorg j c. verkrijging van staatsrechtelijke en burgerrechtelijke gelijkstelling met de mannen, o.m. daarbij liet oog heb bende op1. verlies en verkrijging van Nederlanderschap; 2. benoem baarheid tot openbare bediening on 3. vastlegging in de Grondwet -,ok van bet actieve vrouwenkiesrecht4 herziening van de huwelijkswetgeving tot verbetering der wettelijke p< eMe van de gehuwde vrouwen cn van de moeders d. gelijk loon voor gelijken ai'eid van mannelijke en vrouwelijke werk nemers en e. be-invloeding van do oneubaro meening om tot betere en gezondere toestand op zedelijk gebied te gera ken. Hot secretariaat der Ned. Unie is te Amsterdam, Hobbemakade 24. De „Neutrale Verecnizingj vcor Vrouwenkiesrecht" (opgericht in 1916) en do Mannenbond voor Vrouwen kiesrecht" (opgericht in 1908), zijn 1919 opgeheven. Aan deze mededeelingen over het vrouwenkiesrecht mag voorts niet ont breken al zijn ze ook daarna nog volledig de vermelding, dat ten onzent ook sprake geweest is van een anti-vrouwenkiesrccht-beweging. Het spreekt vanzelf, dat de vele pro paganda voor vrouwenkiesrecht de gees ten wakker riep, dat ook van den „overkant" stemmen werden ve en tegen den wassenden vloed dammen werden opgeworpen. Reeksen dag blad-artikelen verschenen, brochures, (tegen het geven van kiesrecht aan de zagen het licht, lezingen werden gehouden enz. Van Roomsch Katholieke zijde stelde ,a. „De Tijd" hare kolommen beschouwingen over dat kiesrecht schikbaar, en bekend is, dat onder do Roomsch-Katholieken tweeerlei omtrent het kiesrecht was waar te nemen. Van dc brochures noemen wij o. geschrift van Mr. Dr. Ch. Raaymakers S. J., onder den titel „Vrouwen-kies recht", in 1912 verschenen bij C. L. van Langenhuysen, te Amsterdam, Singel 434. De brochure is een overdruk uit „Studiën", tijdschrift voor godsdienst, wetenschap en letteren, en geef vens een beknopt, doch interessant over zicht van de geschiedenis der beweging voor vrouwenkiesrecht, beginnende reeds bij Plato in een 3-tal paragrafen leer rijke beschouwingen over die bewe ging, waarbij o.a. dc argument •oorstanders aan Sta tand gevoeld wer den Het geschrift is bij zeer objectieve be schouwingen, ten slotte een gansch be toog tegen het vrouwenkiesrecht, wat ondubbelzinnig blijkt uit de volgende .pakkende" zinsnede (op bladz. 54) Neen, de vrouw is niet bestemd oor de politiek. Haar hoogverheven taak in het maatschappelijk leven ia he: moederschap en al wat daarmede samen hangt of daaraan analoog is. Voor die taak ontving zij van nature neiging en geschikthwd. En wanneer rij zich daar toe beperkt, ea de onuitputtelijke schat- van liefde «a toewijding door God haar harte gelegd, daarvoor ge bruikt,dan zal de vrouw niet slechts eerbied en achting afdwingen, maar bo- •endien meer invloed oefenen op het openbare leven en de politiek, dan wan neer rij actief en passief kiesrecht be zat." Voorts noemen wij als één doorgaan de bestrijding van het vrouwenkiesrecht, de brochure van Mevr. J. M. Sterck— Proot„Wat er pleit tegen de beweging voor Vrouwenkiesrecht" in 1916 (als herdruk van door haar geschreven kran ten-artikelen) uitgegeven te Haarlem, bij de N.V. Drukkerij „De Spaarnestad". In een 4-tal paragrafen, n.l. a. Welke vrouwen wenschen kiesrecht? b. Het vrouwenkiesrecht en de vrede c. Vrouwenkiesrecht als bescherming der zwakken en d. Vrouwenkiesrecht voor het goed recht der vrouwen, wordt tegen het feminisme te velde getrokken, en worden de argumenten en propagan- da-middelen uit het kamp der vóórstan ders onder de oogen gezien. De schrijfster laat het echter niet bij de waarschuwing: 1— (aan het einde der brochure) „Men zij dus op zijn hoede", gericht aan het adres van de vrouwen van rechts zij had daarna ook een werkzaam aandeel in een adres-be weging, op touw gezet om bij de Grond- wets-herziening van <9'7 te trachten de invoering van vrouwenkiesrecht te voor komen. Het aan de Staten-Generaal verzon den, van pl.m. 40.000 handtcekeningeu voorziene adres had echter niet het ge wen sclite gevolg. wef, waarin zij sinds 1816 Keef* ge staan. Wat de tweejaarlijksche begrooting aangaat, de regeering krijgt hiertoe slechts de bevoegdheid en zij za! daarvan geen gebruik maken indien be* nieuwe stelsel in de prac*ijk era stige bezwaren moch* ondervinden, aldus de premier, die er tusschen twee haakjes op wees, dat de Eerste Ka mer uu nog staat voor enkele begroo- tingshoofdstukken, vóór Paachen nog juis* door de Tweede afgeleverd, en dat over enkele weken aan de de partementen het werk voor de be- grootiog van 1923 alw«er begint. Stapels papier leggen hier een zwij gend getuigenis af. De voorgestelde verandering in de wijze van verkiezing der Eers*e Ka mer (aftreding telkens na vier jaar en samenstelling volgens evenredige vertegenwoordiging) noemde de pre mier net resultaat eener zóó nauw gezette voorbereiding dat hij zich van nadere verdediging er van ver schoond meende te mogen achten. Zeker is het dat der Eerste Kamer in haar tegenwordigen vorm groote democratische fouten aankleven- me* de correctie waarvan de ontbindbaar heid der Provinciale Staten ten P. KALBFLE1SCH. nauwste verband houdt. De minister waarschuwde tea slotte den Senaat» niet star vast *e houden aan eigen belangen, doch met de stroomtog van den tijd mee te gaan. Bij de replieken heeft de heer Wit- *ert van Hoogland die in eerste in stantie niet gesproken had breed voerig de instelling van een Bouml- economisch wetenschappelijk college ter vervanging van de 1 en o Kamer verdedigd. Er kon me* zijn opmerkingen reke ning worden gehouden bij een vol gende Grondwetsherziening. Me* uit zondering van den heer Bergsma, die heden verklaarde te zullen stemmen vóór alle hoofdstukken (aanvankelijk had hij bezwaren tegen de ontbind baarheid der Provinciale Sta'-en) en van den heer Nierop die zijn stem zal geven o.a. aan hoofdstuk III (Staten- Generaal) hebben de overige repli- Qan*en hun bezwaren gehandhaafd W a' er zal gebeuren indien een of eer hoofdstukken mochten worden verworpen, daarover... wensch'e zich de premier niet uit te laten. Stemming Donderdag half een. INTIMUS. Van hier en daar. Ian list Politieke ïour- nooivsld. EERSTE KAMER. lö April. De Grondwetsherziening be ëindigd... op de stemming na. Na een vierdaagschen kamp zyn heden do oratorische wapenen, in den Senaat voor he1 offensief en het de fensief der Grondwetsherziening ge bezigd, neergelegd. Alleen de beslissende slag moet worden geleverd, maar daarvoor zullen geen oratorische wapenen meer noodig zijn. Die beslissing is ver daagd tot Donderdagmiddag, wan neer het slechts zal gaan om de ge talssterkte van voor- en tegenstan ders. Premier Ruys de Beerenbrouck heeft n-t rijn Genueesche reis van daag nog de moeite genomen om mau voor man althans voor wat de geprononceerde tegenstanders be treft *e woord to staan en van re pliek te dienen. Intueachen omvat de Grondwetsherziening vele onder dooien die afzonderlijk er, afgeschei den van elkander tot stand kunneu komen on er waren dan ook voors*el- lon bij, die vrijwel algeheels in stemming geno(en. In het koor der eenstemmigheid over de yoordeelen der gewijzigde troonopvolgingsbepa- lingeu was het bijv. alleen de heer Fokker, die een dissonant had laten hooren. Die afgevaardigde huldigde ongeveer evenaJs do heer do Monte verboren aan de overzij van het Bin nenhof de opvatting„iedere koning is beter dan geen koning". Minister Ruys behoefde waarlijk niet voel woorden to verspillen om deze op vatting als zijnde in strijd met de overtuiging en den wil van de over- groo*e meerderheid van ons volk op zij te zt'ten. Over de verhooging van het inko- .eu der Kroon en over do kwestie 111 de revenuen vau het Kroondo mein stapte de premier met zeven mijlslaarzen heen. Do argumen*eu vóur dio verhooging waren z. i. vol doende bekend. En wat do ridderor den betreft, op het voortbestaan waarvan door een enkel ropubh- keiusch afgevaardigde entiek was uitgeoefend, de premier hield dezen afgevaardigde een lijstje onder oogen, welk lijstje nie'- minder elf republieken vermeldde die... ridderorden toekennen De pièco do resistance van het Groudwetsherzieningsdebat was even wel kwestie Her Staten-Gene raal. De premier deelde geenszins do cri*iek, uitgeoefend op de voorgestel 0 verhooging der schadeloosstelling (welke voortaan 5960 zal bedragen) en hij erkendo evenmin het bezwaar van somuiigcu tegen do opneming 1 dier schadeloosstelling in de Grond- Het Tijdschrift van dea Nederland- schen Werkloosheidsiaad bevat dc prae- adviezen van de heeren jhr. J. C. C. Sandberg en J- Bs. Westerdijk over de vraag „In welke mate is de emigratie (tijdelijke en die met het doel zich blij vend buiten onze grenzen te vestigen) tijdens en na den oorlog, van invloed geweest op de tegenwoordige werkloos heid hier te lande en dienen er ook maat regelen getroffen te worden om de emi gratie te bevorderen ten einde de werk loosheid te verminderen en zoo ja, wel ke? De heer Sandberg concludeert uil de door hem gegeven cijfers, dat er zich thans 50.000 tot 70.000 Nederlanders meer in ons land bevinden, dan ver moedelijk het geval zou zijn, indien in de jaren 1914192Z de omstandigheden gelijk waren gebleven aan die van vóór den oorlog. Daar er thans onder onze landgenoo- ten, die geneigd zouden zijn om naar den vreemde ie trekken ten einde zich daar een beter bestaan te verwerven, zeer velen zijn, die de middelen om tot emigratie over te gaan, geheel of ten 'deelo missen, meent hij dat men deze mensohen geldelijke hulp moet verlee- nen, indien men de emigratie wil bevor deren. De lieer Westerdijk meent <dat men van de werkloosheidsbestrijding door overheidssteun aan de emigratie niet veel heeft te verwachten. Slechts in enkele individueele gevallen zou der gelijke financieele steun uitkomst kun nen geven. Het is zeker niet twijfelach tig, dat aan de uitvoering van den wensch den Werkioosheid-sraad groote moei lijkheden zijn verbonden, vooral indien het geldt een blijvende emigratie met transoceanisch vervoer of mei ander vr- voer naar verre vreemde landen als Rus land of Siberië. Het Kamerlid Van Braambeek heeft den Minister van Waterstaat de volgende vragen gesteld Is de Minister niet van oordeel, dat er in de oorlogsjaren, toen smokkelarij en onrechtmatige toeèigcning van goede ren veelvuldig voorkwamen en uiterst streng gestraft werden, spoorwegperso neel oneervol werd ontslagen, wiens ver grijp vóór dezen oorlogstijd en ook daar na minder streng werd en wordt beoor deeld? Is den Minister bekend, dat er een revisio van straffen heeft plaats gehad het personeel, dat in dienst is ge bleven? Is de Minister ook bereid te bevorde- n, dat de straffen van dit ontslagen personeel voorde gevallen, die daarvoor in aanmerking komen, worden herzien? UITSLUITING IN DE BOUW VAKKEN IN FRIESLAND. Men meldt uit Leeuwarden aan „De Tel." De door de patroons der provinciale Federatie geproclameerde uitsluiting is Woensdag ingegaan. Door het stakingscomité is aan de on georganiseerde werklieden bij die pa troons thans het verzoek gericht ook onmiddellijk het werk neer te leggen. Aan de uitgesloten arbeiders zal direct gelegenheid gegeven worden, elders gaan werten. Behoudens enkele uitzonderingen wor-Jt aan aRo «takers voorloopig nog geen verlof verleend, zich van ander werk te voorzien, terwijl maatregelen zijn genomen om te voorzien in de be- ticef'o aan bouwmaterialen. STAKING IN HET STEENBEDRIJF. Op de betoafabrieken van de N. V, Vigarose Cemeni-industrie „De Me teoor", te Rhedea, is tengevolge van een loonsverlaging van 20 pCi., een werkstaking uitgebroken, die ongeveer negentig personen omvat. De fabriek ligt geheel stil. Door de stakers wordt gepost. STEUN AAN DE NOORDZEE- HARINCVISSCHERIJ. Het Kamerlid Staalman heeft den Mi nister gevraagd, hoe het staat met zija plannen tot steun aan de Noordree- haringvisschery en of hij bereid is als nog krachtig te bevorderen, dat geeuer- lei financieele steun aan haringreede- rijen zal worden verleend, voordat cea regeling is getroffen voor de loouen en arbeidsvoorwaarden voor het betrokken peifoneel. DE LOONSTRIJD BIJ DE AARDAPPELMEELFABRIEKEN. Te Stadskanaal heeft een bijeenkomst plaats gehad van afgevaardigden van do aardappelmeelfabrieken ter bespreking van de door de fabrikanten voorgelegde arbeidsvoorwaarden. Op voorstel van den afgevaardigde van de Ned. Vereeni- ginpr van Fabrieksarbeiders besloot men aan de werkgevers mede te deelen tot toenadering bereid te zijn, wanneer ook do fabrikanten van den ernstigen wil daartoe blijk geven. Het hoofdbestuur zal zich nu met de fabrikantenverecni- ging in oontact stellen. HET CONFLICT AAN DE LEIDSCHE KATOENFABRIE1C Ter- oplossing van het conflict tus schen hot personeel en de directie van de Leidsche Katoenfabriek, waar door een 300-tal werklieden sinds maanden in staking zijn, heeft de burgemeester, jhr. De Gijzelaar, zija bemiddeling aangeboden. De vier bij het conflict betrokken arbeiders organisaties hebben deze bemiddeling aanvaard. SALARISVERLACiNC VOOR RIJKSPERSONEEL. Naar de Gentr. Nederi. Ambtenaars bond meldt, heeft de regeering reed» op 7 dezer aan de centra.e commissie voor georganiseerd overleg advies ge vraagd over haar plan art. 40 van het Bezoldigingsbesluit in te trekken. De leden van die commissie kregen er echter eerst op 17 dezer kenms van. Het voorste! za« in de eerstvolgende vergadering -van de commissie, op 25 dezer, een punt van overweging uit maken. Het algemeen comité ter be hartiging van de bol&ngeai van over- irekhpersoneel heeft daartegen be- Varia. Op de scheepswerven Niestern, onder Delfzijl, zijn de uurloonen der werklie den met 6 cent verlaagd. Aan het personeel van de Friesch- Groningsclje Coöp. Suikerfabriek is cea loonsverlaging van 20 en een verla ging van de premies met 50 aange zegd. De Vereeniging van Behangers-, Stoffeerders- en Beddcnmakcrspatroons te Amersfoort, heeft besloten de loonen van de gezellen met 10 te verlagen. Wegens slapte in het bedrijf is te gen Zaterdag a.s. het geheele personeel der Stoomklompenfabrick der firma Bros te Veghel ontslag aangezegd. De heer W. F. Piek, directeur van do HollandAnierikalijn, is in de p3aats avn den heer W. C. Hud-.g benoemd tot vice-voorzitter van de Scheepvaartvcrce- niging Zuid. naar het EngeUch van MARIA ALBANESI. 26) Miriams oogen warden vochtig. „Dank je wel", zeido ze. „Ik zal tongen de speld niet te verliezen". „Jk zou het prettig vinden, ala ik je haar cadeau moch<i gewen", zei Evelyn. Lady Norchester dankte haar met een enkel woord, maar Evelyn zag, dat zij zeer aangedaan was en zich •lecht6 met moeito wist te behoer- Bchen. roen juen aan tafel zou gaan, bood Richard Miriam zijn arm en voelde, dat zij van het hoofd tot de voeten hoefde. „Ik geloof, dat het niet verstandig van jo was, om vandaag beneden te komen dlneeren", zei bij. „Naar ik hoor, ben je nog al ziek geweest". „Ik was erg van het telegram ge schrikt', antwoordde ze. „Ik hen hlij, dat Harry weer goed en wel terug is", zei Framley. „Hij kan toch zeker nergens zoo verzorgd worden als thuis". jij hier bent, want ik had anders „En door niemand beter dan door waarlijk niet geweten, wat ik begin- zijii vrouw, niet waari" zei za op nen moest. Miriam is en blijft onmo- bïtteren toon. „Dat is zeker de reden, dat zij mij buiten de ziekekamer hou den. FrainJey wist hier niet veel op te antwoorden. „dijk'. Zij kuste Ellen, en Ellen kuste haar terug. „Lady Norchester ie erg goed voor mij geweest", zei ze, „en ik was toch Het diner verliep naar wensch. La-zoo blij, tosn ik deze betrekking dy Evelyn babbelde als een ekster. Ze kreeg. Na vaders dood heb ik zoo'n vertelde allerlei anecdoten van dei erg moeilijk leven gehad' kleine Murilliere tot groot vermaak „Arm kijnd", zei Evelyn, „maar' van Ellen Lady Norchester scheen in 1 dat is nu voor goed voorbij. Je hebt haar eigen gedachten verdiept en nu vrienden. Dick stelt veel belang hield voortdurend haar blikken op in je, en Moeder en ik beschouwen Evelyn gericht. Het was haar bijna jo al ais een oude keunis. Maar hoor als ten droom, dat het meisje nu eens. Ellen, kun je morgen ochtend toch eindelijk werkelijk gekomen niet wat tijdig opstaan? Moeder out- was. En Richard Fr am ie v keek naar bijt nooit beneden en we zouden zoo Ellen. Hij zag, dat ze bijna mi ets at heerlijk samen een wandeling kunnen en dat ze erg bleek zag. Hoe lang zou maken. Miriam stuurt toch zeker zij haar post hij Miriam kunnen vol- j nooit zoo vroeg om jt". houden, als deze zoo moeilijk werd? j „Dat is moeilijk te zeggen. Lady Na het diner begaf Miriam zichNorchester ia erg ongelijk, maar als naar haai- kamers, na iedereeai eenige ik kan, zou ik dolgraag met jo gaan rins kortaf goeden nacht gewenscht te wandelen hebben. Ellen bood aan, met hoar I Toen ze bij Evelyns kamers gako- meo. te guan. 'men waren, haalde Evelyn Ellen over „Neen", zei Lady Norchester, „blijft om nog even mee naar binnen te u maar beneden. U kun^u daar mis-' gaan. schien nuttig maken". „Ik heb gehoord, dat jij tot nog Lady Evelyn, dio ook moe wan,1 toe deze kamers gehad hebt" zelde zij. bleef echter niet lang in de zitkamer „Ik ben jc zeer dankbaar, dat je ze en toem ze roet Ellen de trap onging, mij hebt afgestaan. Het is me pre- zei ze. cieé?, alsal ik nooit weg ben geweest. „O. Ellen, ik ben toch zoo blij, datWat een heerlijke avond! Wat riet de tuin er prachtig uit in het maanlicht Laten we evc-n bij het raam gaan rit ten. "ij namen heiden plaats in een gemakkelijke» stoel en waren weldra verdiept in verhalen uit hun jeugd, loeu dc dour opeens openvloog, en Miriam driftig naar binnen kwam. Zo was 111 een smoezelige peignoir gekleed en haar luiar hing los om haar schouders. „Ik kom even kijken, Evelyn", zcide zij, „of je alles hebt, wat jc noodig hebt". Lady Evelyn was opgesprongen. Zij gevoelde 2icn niet heelemaal op haar gemak. „Ja, dank jo", zeide zij. „Ze hebben good voor alles gezorgd. Ik vind het heerlijk om mijn oude kamers weer te hebben. Ik zei daar al juist tegen juffrouw Miiner, dat inet mij net is, alsof ik nooit weg ben geweest". „Is juffrouw Milner neg hier?"' vroeg Miriam, alsof zo Ellen toen pas in het oog kroeg. „Ik dacht, dat zij zoo'n hoofdpijn had. Het zou dan toch zeker beter voor baar zijn, als ze naar bed ging. Hier heeft ze toch ze- ker niets te maken". 1 „Ik wilde juist naar l>ed gaan", zei I Ellen. „Lady Evelyn zal ook wel moe zijn. Gooien nacht". Zij verliet de kamer en nauwelijks wee rij weg, of Miriam zei op nor- sohon toon-. „Zij behec-ft zich niet tusschen ons in te dringen. Ik zou graag een echte zoeter voor je zijn' Evelyn veelde zich ontstemd door Miriams optreden tegenover Ellen en zei kortaf: „Je moet niet dadelijk te veel ver wachten, en je vergist je, ala je denkt dat Ellen jou verdringen wil. Je hebt hei voornamelijk aan haar to dan ken, dat ik nu op Wynche ben". „O, wees niet boos oj> me", zei Mi riam smeekend. „Je weet niet, hoe ik naar jc verlangd heb! Wil je mij .•liet een kus geven 1" „Ik ben met boos", zei Evelyn,1 „maar ik ben moe cn zou nu wél graag gaan rusten". .Geef me dan eeoi kus", hield Mi- nam aan. „Je hebt juffrouw Milner daar straks ook "gekust". „Je moeit je iriet zoo opwinden, Miriam", zei Evelyn. „Vergeet niet dat je ziek bent geweest". Zij stak haar schoonzuster de hand toe, ter wij'. zij zco sprak, maar kussen deed zij haar niet Lady Norchester was doodsbleek ge worden. Ze greep de haar toegestoken j hmd niet, maar verliet ijlings de ka mer, de deur met eon harden slag achter zich dicht trekkend, j Lady Evelyn bleef even onbeweeg lijk staan, toen ging zij naar do deur en draaide den sleutel om. „Misschien had Moeder toch wel gelijk", zeide zij, „en hadden we lie ver niet moeten gaan". HOOFDSTUK XXIII. Framley keerde den volgenden mor gen naar Londen terug. Hij had Ellen niet meer gezien, daar zij met erge hoofdpijn te bed lag. Den vore gen avond had hij een lang gesprek met Lord Norchester gehad en van dezo gehoord, dat hij van plan was. voor- Icopig op Wynche te vlijven en nog eens te probeeren om met Miriam vrede te houden. Juffrouw Milner zou dus waarschijnlijk eerstdaags naar een andere betrekking moeten uit zien, misschien was dit ook .vel zoo goed. Evelyn liad hem verteld, dat Miriam den vorigen avond boos naar bed was gegaan, na Ellen zeer on aardig bejegend te hebben. Een dag of wat later kwam op zijn kantoor een van de bedienden hem zeggen, dat er een jonge dame was, om hem te spreken. „O, ik dacht al, dat u het was", zei hij, EUen met uitgestrekte hand tegemoet komend. ,JEr is toch niets gebeurd op Wynche? Wanneer bent u hi Londen gekomen?" Vanmorgen pas, ik zou u graag er iets spreken, wat mij zelf be treft en uw raad inwinnen". (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5