Tegen de Zakelijke Belasting ophetBedrjji (ie ^uiuuüfiijüe Lmm HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 19 IVIEi i922 OEófCE BLAD Jiir. J. C. MoiUro omwikkelt ii bezwaren tenen deze netaeting. Domdördagavoiid had in de boven- jÉalen van de Kroon <ie samenkomst plaats uitgeschreven door het oouulé ren Actie tegen de zakelijke belasting op hot bedrijf te Haarlem, waarin de- te he testing besproken en aan critiek Onderworpen werd uoor Jbr. J. C. Moi- ierue te Bloemend aal. Onder de aanwezigen merkten wij eenige leden van den raad; den ge meenteontvanger, den heer F. de Jon ge; den boer E. H. Krelage, voorzitter y&n de Kamer van Koophandel en Fabrieken; inr. dr. Kruyff, waarne- iniend secretaris van die Kamer en Benige Leden van die Kamer, groot- en kiein-induBtrieelen en Leden van mdddenslandsvereenigingen en een de putatie uit bet comité van aatie te den Haag. He voorzitter, de beer M. A. J a c o b- o 11, zeide in zijn openingswoord, dat de bedoeling van het coinité van actio is op een waardige manier pro test aan te teekenen tegen de zakelijke belasting op het bedrijf. Verder deelde spr. mede dat B. en JK. van Haarlem zijn uitgenoodigd de ze vergadering bij te wonen. He Bur gemeester en rnr. Heerkens Tbijseen hadden bericht van verliinderlng ge zonden. Ook alle leden van den raad waren •ttitgeiioodigd. Een aantal raadsleden, die aanwezig waren, verwelkomde spr. Hij vond bet echter jammer dat de be langstelling zoo klein ie, hoewel bet hier zulk een groote zaait geldt. Vervolgens merkte spr. oji, dat ook 'de leden van de Kamer van Koop handel en Fabrieken ter vergadering waren gevraagd, liet deed spr. genoe gen, dat de voorzitter, de waarnemen de secretaris en eenige leden der Ka mer aanwezig zijn. Dan werden ver welkomd de aanwezige loden van liet Haagscbe comité van actie. Ons bedoelen behoef ik u niet mede te deelen, ging spr. voort. Wij had den een goede pers en de pens hield q op de hoogte van ons bedoelen. Wij .willen, zooals ik zeido, op waardige Wijze een protest tegen deze hoogst on billijke belasting uitbrengen. In Jbr. Mollerus vanden wij iemand die bereid is gevonden alle zwarte plekken in de verordening aan te wij zen en wij hopen, dat het ons moge geLukken over deze he tasting in den raad weder een bespreking te openen, waarbij dan deze punten naar voren rullen worden gebracht. Hede Jiir. Molleru Het woord werd daarna gegeven at Jbr. J. C. Mollerus van Bloe- ui endaal. Spr. begint mei op te marken, dat onder de onderwerpen, die in dea laats ten tijd veler aandacht hebben Jevraagd, ongetwijfeld het vraagstuk er zakelijke belasting op het bedrijf behoort. Hij gaat dan na Hoe door een verruiming der gemeentewet, die spr. nader omschrijft, die gemeente besturen deze belasting kunnen 'heffen. M.a.w. zij lunj gen recht, doch behoeven tot heffing over te gaan. Blijkbaar heeft de wetgever zidh op het stand punt gesteld, dat er gemeenten zijn, die deze verruiming van het belasting gebied niet noodig hebben. Na verder nader te hebban aange geven wat onder de zakelijke belas ting op het bedrijf wordt verstaan en ©enige der voornaamste bepalingen uit de llaarlemeche verordening te heb ben opgesomd, vestigt spr. er d e aandacht op wat uit inaustrieele krin gen tegen deze belasting is gedaan, om daarna de bezwaren tegen de be lasting te gaan besproken. Daarbij doet spr. opmerken dat het vanzelf spreekt, dat de actie die de industrie diende te voeren inderdaad zee verzwakt werd doordat men ooi spronkelijk van meening was, dat de landelijke organisaties hiaair plaatse lijke af deel in gen gevoegelijk konden ad vise eren zelf te age eren, wanneer het gevaar ter plaatse dreigde te ko men of reeds bestond. Spr. ie van oor deel dat hiermede een fout gemaakt is. Wel hebben eenige landelijke orgar nisaties iets gedaan, maar de groote kracht in het gezamenlijk optreden Werd niet toegepast. En nunu net misschien op zeer veel plaatsen al te laat is, begint men of is men bezig. Voor hen die zich dan ook bewegen op het orgamsatieterrein, zal best niet al te vreemd zijn, dat door den heef M. Triebeis m zijn „schets van oon cen trale werkgeversorganisatie" op de eerste bladzijde woordelijk liet volgen de is neergeschreven: „Kaaiden zij (de Werkgevers) jaren geleden volstaan met den persoonlijken invloed van be paalde werkgevers, thans zullen zij meer en meer tot de overtuigLig ko- dat zij voor een groot deel of op den invloed die door een lijk on goed georganiseerd optreden is te verkrijgen". Na dezo algemeens opmerkingen deelt 6pr. mede, dat voor zoover hem bekend de zakelijke belasting op het bedrijf in lö plaatsen in ons land is ingevoerd. Onjuist is dus de raededee- ling in een onzer groote bladen, aisof in een veel grooter aantal plaatsen m ons land deze betasting was inge voerd. Voor zoover spr. lieert kunnen nagaan bostooid deze belasting op of ometreeks 10 Mei 1922 nog niet in Breda, Eindhoven, Emmen, Enschedé, Gouda, Helder, Leeuwarden, Maas- tracht, Schiedam en Tilburg en is er van 10 organisaties tegen dezo belas ting protest gekomen. Haai- het hem te ver zou voeren om de in de adressen geopperde bezwaren stuk voor stuk te behandelen, geeft spr. teneinde een overzichtelijk geheel ie verkrijgen een opsomming van de geopperde en nog te opperen motieven tegen aezen nieu wen Last, die op de schouders der in dustrie gelegd wordt. Onder de kracut- ttgsto argumenten zijn de volgende te rangschikken: 1. Het is onjuist gezien een bedriji of een onderneming te beiasten, omdat vete arbeiders werk gegeven wordt; d.i. oneconomisch. 2. Het is onjuist, dat deze belasting gelijk drukt op kleine en groote win sten, ja zelfs op verliezen; cLi. onbil lijk. 3. Het ie onjuist en zeker op het oogonblik, maatregelen in het. leven te roepen, waarhij de bedrijven genood zaakt zouden kunnen worden perso neel te ontslaan. 4. Het is onjuist, dat bij deze be lasting geen rekening wordt gehouden met de draagkracht van het bedrijf, mnar alleen met de sterkte van het personeel; d.i. niet zakelijk. 5. Het is onjuist te beweren, dat een groote arbeidersbevolking, onder alle omstandigheden, een gemeente moer zou, koeten dan opbrengen, waardoor het motief, dat de industrie, die deze arbeidersbevolking veroorzaakt, deze betasting moet betalten, in ieder geval zeer twijfelachtig genoemd mag wor den. 6. Het ifl onjuist thanslasten op de industrie te leggen, die oorzaak kun nen zijn, dat de kosten van liet eind product vergroot worden; d.i. geen consumenten, belang. 7. Het is onjuist de industrie te be zwaren met belastingen, die «en bin- nenlandsch protectionistisch karakter kunnen dragen. Eenige opmerkingen maakt spr. naai- aanleiding daarvan. In de eer ste plaats deze dat wanneer men over het algemeen de debatten heeft kun nen volgen, die het gevolg zijn ge weest van de gelegenheid de gemeen ten geboden om over te gaan tot het heffen van een zakelijke belasting op het bedrijf, dam blijkt dat de politiek daarbij een vrijwel ondergeschikte rol heeft gespeeld. Voor- en tegeostem- mea-s behoorden, bijna in alle geval len, t<4 dezetfd© politieke partij. In de tweede plaats dat wij leven in een tijd van groote malaise, waarin d© indus trie over het algemeen genomen, uiterst zwaar belast is en dat voors hands in don algenieenen toestand geen verbetering is te zien. De be dreigde toestand der industrie zal dan ook nog ernstiger worden wan neer zij nieuwe maatregels» van Overheidswege te toreen krijgt; waar door hare positie nog wanke er moet worden, om van e&n zekere uitbreiding maar niet te spreken. Maatregelen, aldus spr., die dan ook ontworpen zijn in een tijd, waarin de mogelijkheid misschien bestond om de industrie opnieuw te belasten, dienen, uit ieder gezichtspunt bekeken, ach terwege te blijven, wanneer die tijd van malaise aanhoudt en niet alleen geen onkel perspectief zich aan cjna ontvouwt, van verbetering, neen, in tegendeel, de algemeene toestand op industrieel gebied zich nog voortdu rend donkerder afschildert. Deze waar heid, die ieder zakenman zal beamen en die ieder practisch man met zijn klompen kan en moet voelen, is moge lijk voor enkelen een harde waarae.d, maar het is noodig, dat ook die cate gorie van waarheden onomwonden gezegd wordt. Men moest dan ook m.L begnjpen, dat deze belasting wal eens met zich kon brengen, dat men de al zoo dikwijls terdege afgetapte indus trieën zou uitpersen tot er nieto meer uitkwam pu de reeds gemaakte uitge knepen citroenen van den aardbodem zou doen verdwijnen. In het kort samengevat: die tijd van heden laat niet toe, dat men do pa- tienten nog oen aderlating laat onder gaan, tenzij men de consequenties van het dood-gaan wensdht te aoccptee- 'der op het oogcnbök zal terugdeinzen voor de consequent me van een heffing- in-eeus; zoo ware het te wenschen, dat men terugdeinsde voor de moge lijke gevolgen van deee nieuwe belas ting. Aan dat alle6 voegt spr. nog een enkele meer gedetaü loerde opmerking over de door hem genoemde argumen ten toe. Hij stelt de vraag of de ge meenten w«l profetisch doen deze nieu- laeten voor de industrie te creëe- rem, waarbij men zegt: indien g ij elen arbeiders werk eeft, zult gij veel be- a 1 e n. Gedurende een reeks van jaren heeft men een reaks van sociale maatregelen ontworpen, die groten deels ten goede zijn gekomen aan een enkele, uit de reeks van groepen, die onze samctnleving kent, maar heeft men dan bij deze belasting niet to taal uit het oog verloren dat de bedrij ven als werk verschaf fera een zeer groo te sociale beteeken is hebben, en mag men do zaak uit dat oogpunt bekij kend, een grondstelling voor een be tasting aanvaarden, die luidt: hoe meer arbeiders, dos te meer betalen. Hoeft men bij doae belasting wel ge keken, vraagt spr., naar alio conse quenties die er het gevolg van zijn en kunnen zijnt Hoeft men wel bedacht, dat er tallooze groote bedrijven in ons land zijn, niet groot door hun ar- beidersaontaJ, maar groot door de za ken, die zij doen. die belangrijk min der, in vele gevallen in het geheel niet, belast worden en die toch, misschien wel beter dan bedrijven met vele ar beiders, in staat zijn gunstige bedrijfs resultaten te bereiken. Ia liet redelijk en zakelijk om een zakelijke bedrijfs belasting in het leven-te roepen, die zich aan geen bedrijfsresultaten stoort en zelfs bij verlies in het bedrijf, den zelfden druk blijft uitoefenen, in een tijd van hoogconjunctuur, bij een gun stig bedrijfsleven, ban men m.i. der gelijke experimenten beproeven en hoewel ik onmiddellijk zal toegeven, dat er ook nu nog bedrijven zijn, die de financieel e Jasten van deze belas ting, maai" dan ook alleen deze, kun nen dragen, zoo kan een kortzichtig mensch zich alleen daarcq? ren, immere deze geheele kwestie uient bekeken te worden voor alle bedrijven tezamen onder de hui dige omstandigheden. Wanneer wij leefden onder normale tijdsomstandigheden, zouden de finan cieel e lasten wellicht te dragen al blijft ook in dat geval de ongezonde basis bestaan, maar thans is daar geen sprako van. Naast den strijd te gen enkele beginselen in do wet vast- golegd, mag en moet deze ook gevoerd worden legen de fmamcieelo lasten. Na deze bezwaren volgde nog enkele opmerking over de andere dikwijls uitsluitgnd zijn aangewezen ren. Even goed ais vóór- en teggnstan- In plaats daarvan waren wij ge red. Als uit woede over onz« ont- snapping maakte do storm gebruik j van dat oogenblik om ons nog eens geweldig te schudden. De stuurman zag de hooge stortzee kouten, want hij sprong naar het roer, eer de slag viel. Ik keek naar het voorschip, maar alles was bedekt door den waterberg, die aan boord stortte. De Elsinore richtte zich weer op van den schok, haar dek vol water. Toen deed een windstoot haar hellen, zoodat de helft van de zware watervracht weer' overboord vloog. Van de brug klonk do kreet: Man overboord1 Ik lteck naar den stuurman, die juist weer het roer aan de roergan gers overgaf. Hij schudde het ho.fd, als geërgerd door zulk een aHedaag- rijke passages meent spr. naoer ee moeten bezien. De bestrijders van het onderwerp, aldus spr., zqu dan bij deze bestrij ding inderdaad ook uitgegaan van hot standpunt, dat men mogelijk in tijdien van gunstiger conjunctuur tot het boffen van doze belaating zou heb ben kunnen overgaan", dat daarvan thans geen sprak© is en het geheel ge baseerd is op een onbillijke on-koop- mansch appel ijke en zeqr zeker oneco nomische grondslag. Merkwaardig en m.i. getuigend van een zeer holder in zicht was de argumentatie van den spreker die opkwam tegen het mede gedeelde stokpaardje van de verdedi gers dezer belasting. Het is billijk: wanneer het inkomen van de arbei ders te Laag Is om voldoende belasting te betalen, om de onkoeien die zij aan de gemeente veroorzaken te dekken men dit op de werkgevers verhaalt, die van hetgeen zij verdienen een rechtvaardig locm betalen". Daargelaten dat in deze argumen tatie niet, gewezen wordt op verande ringen, die hebben plaats gehad in de uitbetaalde kwjnen, is zij m.i. daarom zoo juist en zoo reëeJ, omdat zij niet in zich houdt de opmerking dat de werkgever de kosten der belasting dient te verhalen op de „uitbetaalde loonen. Het is dan ook m.i. een eerste plicht vódr alles te werken in de rica- ting van 't verzoek tot terugneming der verordening. Alleen dan, wanneer alle pogingen aaai-voor nm Lukken, zal in tallooze gevallen de toestand nader onder het oog gezien moeten worden. Behalve deze opmerking van een bestrijder-dtx-zakel ij ke-bedri jfsbel ae- ting, kwam uit den zelfden koker nog een mededeeldng: Uit de gevoerde de batten bleek nml. dat de spreker zich erover frappeerde, dat de Hoarlem- scho Handelsvereenigin-g iheeft gere- questreerd over de zakelijke belasting, omdat: de Haariemeohe Handels ver. immers voor het grootste gedeelte uit leden lies iaat, die minder dan tien ar beiders hebben. Ik meen, dal deze argumentatie niet breed is. Mogelijk verwondert de ge achte sprek ar dier woorden zich ook over mijne aanwezigheid hier. Ook ik heb met de Z. B. B. ais zoodanig niets te maken; maar ik ineen iedere ceriij- ke poging urn iete onbillijks, iets on rechtvaardigs ongedaan te maken, te moenen steunen, voor zoover dat in mijn vermagen ligt. En het is dan ook toe te juichen, wanneer speciaal de Middenstand <Üe men toch zeker niet verwijten kaïn te vlug warm te loo pen voor de eon of andere zaak zich eens warm maakt voor een onre delijke last, die de industrie groot, en- deels op d'e schouders wordt gelegd ai heeft een zeker gedeelte van zijn aanhangers niet dïlrect met de zaak te maken. Van buitengewoon belang is natuur lijk de argumentatie van hen, die dit voorstel ln den Raad verdedigd heb- Ik meen, dat het niet juist i* te reeds geuoemde argumenten. In een tijd, waarin de werkloosheid zeer groo te afmetingen heeft aangenomen, in een tijd, waarin bona-fide werkgevers organisaties bun steun moeten veriee- nen, teneinde overheveling van arbe:-1 p^ggg^ ^t: ómdat er niet één billijke ders-overvoerde bedrijven te helpen ^astnjg <;©ae onbillijke belasting bevorderen, ligt, aidus spr., in de za- f^tolijk nog wel bij kan Bij edere nieuwe belastingmaatregel zal, indien er oppositie tegen komt, deze zeer ze ker in de allereerste plaats komen van de zijde der getroffenen, dat is men sclielijk. In dit geval komt echter de oppositie zeer zeker niet alleen van de zijde ven hen, die meteen zuilen kelijko bedrijfsoelaeting een tondenz voor dat bedrijf en die onderneming, die daaronder valt, om personeel te ontslaan. Deze neiging wordt, zoo ais van zelf spreekt, nog krachtiger naar mate het bedrijven geldt, die door ont slag van 1 of 2 werknemers buiten de ze belasting zouden komen te vatten. Wordt hior niet met do oene hand ge geven, wat mot de andere hand wordt teruggenomen. Het geliefkoosde argument van hen, die deze belasting verdedigen ia: gij industrie veroorzaakt deze arbeid er s- bevo.king. Gij iiebt toch haar noodig. Welaan dan is het billijk, dot gq daarvoor een gedeelte van de i as ten overneemt, die deze arbeidersbevol king do gemeente oplegt. Spr. meent echter, dat de toestanden zoodanig zijn geworden, dat op dit argument de za kelijke bedrijfsbelasting toch zeker niot als gerechtvaardigd beschouwd Van 120 niet drukkend worden ge" kan worden. Dan iaat spr. er nadruk acht, terwijl een groot bedrijf met 100 op vallen, dat verhoogmg van den: werklieden een belasting van 1200. pnjs van het eindproduct geen ooosu- op zijn exploitatierekening niet eens mentenbeLang en due geen belang I zaj voelen. voor ons allen is; dat echter deze be-l jjet ware to wenschen, dat men in lasting een binnenilandsoh protectio- den huidigen tijd (en juist op die woor ntsti8C.ii karakter met zich kan voerenden: den huldigen tijd, wil ik den na- is uit zakelijk oogpunt bekeken, on-jdruk leggen) zoo gemakkelijk kon ko. zakèhik. Sm*, wil seen pleidooi hou- j m©n tot liet uitgeven van een bedrag van 120O.— zelfs voor een groote zaak. In ieder geval blijkt uit deze motiveering, dat de gemeente Haarlem deze belasting beschouwt als een ge ringe last op de industrie Wanneer men zulks doet, beziet men deze Jast echter op zich zedve en men moet haar bezien: vastgekoppeld moeten betalen; zoowel de Midden standsorganisaties ate de Departemen ten van de Mij. v. Nijverheid en Han ded, maar ook tallooze corporaties, wier namen in bed. begin van mijn be toog genoemd zijn, teil-en onder hun leden er velen, die niet door dez© be lasting getroffen worden. Onder de verdere argumenten heb ik o.a. de volgende uiteenzetting gevon den: Voor een klein iiedrijf met 5 werk lieden zou een belasting van CO vrij drukkend zijn, voor een werkgever met 10 werklieden kam een belasting zakelijk. .Spr. wil geen pleidooi hou den vóór of tegen protectionistische maatregelen, maar wait door deze be lasting in die richting bewerkt kan worden is onbillijk. De jamfabrikant in Neede, in Gel derland, die voor personeel in eigen tuinen belasting mofet betalen komt in, een positie waarbij zijn concurrenten in piaatsen zonder oedrüIsbeiasUngaan de omstandigheden, waarui de .ogeerd worden. Vestiging van i geheele industrie op het oogenblik verkeert. Spr. 6telt verder de vraag: Is in derdaad de uitbreiding van de arbei dersbevolking in Haarlem zoo groot 1 Men zou die uitbreiding mogen aflei den uit de totale vermeerdering van de bevolking; en dan vestigt spr. de aan dacht op een adres door B. on W. van Haarlem gezonden aan Gedeputeerde Staten van Noord-Hottand-, waaruit bldjkt, dat de bevoltengs-aanwas van Haarlem en omliggend# gemeenten zich als volgt heeft, toegedragen: dc toeneming in Haarlem tuaechén 1900 en J9I9 Deoroeg m.-wi oe wciimmis fn Schoten tusschcn 1900 en 19i8 be droeg 18-63 de toeneming in Heei stede tusschcn 1900 en 1918 bedroeg 92.75 de toeneming in Bloemen- daal tusscben 1900 en 1918 bedroeg 69.95 do toeneming in Haarlemmer, trede tuaschen 1900 en 1918 bedroeg 45.99 Ilot blijkt dius zeer duidelijk, oor deelt spr., dat de aanwas in Haar lem nelangrijk blijft onuer die dor om liggende gemeenten, liet is verre van mij daarmede bewezen te willen heb ben. dat ook de vermeerdering van 0« arbeidersbevolking in Haarlem in de zelfde mate lager is, dan die in de om liggende gun centen, al is de kans daarop zeer zeker groot. Wanneer dat zoo is, dan ia dus daarmede het argu ment: van de groote lasten der arbei ders waarschijnlijk moer beklemmend voor de omliggende gemeenten, dan voor Haarlem zelf, zegt spr. Aan het ©inde van zijn betoog be spreekt Jhr. Molierua de quaeetie vun de terugwerkende kracht. De 11 a&r- Veinsche verordening bepaalt nl., dat de verordening wordt geacht in wer king te zijn getreden op 1 Januari 1921. Ook in ander© plaatsen nam men een besluit inzak© terugwerkende kracht. Maar uit een staatje van 13 plaatsen dat spr. mededeelt, blijkt, dal Haarlem en Delft over niet minder dan onderscheidenlijk 13 en 12 maan den terugvorderen; andere planteen doen dat over een veel geringer aan tal maanden. Mogelijk, zoo zegt spr., heeft uien zich ten dien opzichte op het standpunt geplaatst, dat de indus trie ook die navordering nog wel ver mag op te brengen. Welke consequen ties dat met zich kan brengen, dat is betrekkelijk eenvoudig na te gaan: de bedrijven die met verliee gewerkt heb ben, zullen hun verliee achteraf ver groot zien met hot bedrag der navor dering; de bedrijven, die winst heb ben gemaakt zulten van deze winst, na verloop van zooveel tijd, nog een gedeelte moeten afstaan, terwijl er be drijven zullen zijn die hun winst nu veranderd nullen zien in een verlire. Op deze extra-last ie in geen enkel opzicht gerekend kunnen worden en wanneer men dat alweder bekijkt in het algemeene raam der tijdfiomstan- dlgheden dan is er ongetwijfeld voor de industrie een uiterst nadeelige wer king van te verwachten. Behalve de ze kwestie Is er tijdens de bespreking van dit vraagstuk ook over een ander onderdeel in het geheetl niet gerept. Er zijn toch bedrijven, waarbij ik bijv. denk aan het broodbakkersbedrijf, waar werkkrachten zijn, die bijv. op andere tijdon van den dag zich be schikbaar kunnen stellen om elders 'kzaamheden te verrichten. Wordt r dergelijke werknemers (wanneer zij daarvoor overigens in de termen vallen) tweemaal belasting betaald En indien zulks het geval is, is dat dan inderdaad de bedoeling geweest? Het geheele vraagstuk van de be drijfsbelasting ie, besluit spr., van een zoodanigen aard, dat het niet alleen rechtstreeks/ ingrijpt in het zaken le ven, maar ook zijdelings Met groote jmspanning is het aan een groep elec- trotechnlsche werkgevers ter plaatse gelukt, iets te doen voor de vakoplei ding. De veroeniging ter behartiging dier belangen die over het geheele land werkt, was, om financieel© rehe- nen, niet bij machte in Haarlem iets te doen. Het is dan ook een daad van wijs en goed inzicht, dat de werkge vers in de branche-zelf dleze opleiding Lebben gesteund eu daarvoor een sub sidie hebben verleend. Ik zou echter onbillijk zijn. wanneer ik hier niet mededeelde, dat wij ook den steun hebben gehad van B. en W. Wanneer echter de zakelijke belasting op het bedrijf geheven wordt, zal van een jongen, die bijv. 5.— per week verdient f 12 belasting geheven wor den, hetgeen 23 ct. per week betec- kent. Datzelfde bedrag wordt echter ook betaald voor den arbeider, die 48.per week verdient. Berekent men welk percentage dit is van het loon, dhn behoeft het geen nader be toog, dat het percentage bij den jon gen zeer veel hooger is dan bij den volwassen arbeider. Daarin kan een gevaar schuilen voor de vakopleiding en zeker voor "die h1H|IÉ|HH industrieën, concludeert zal dan ook wel niet bevomlcrd wor den in plaatsen met een zakelijke be drijfsbelasting. Daarna gaat spr. na welke discus sie in dc gemeenteraadszitting van 25 Mei 1921 bij de behandeling van het voorstel van B. en W. van Haar lem inzake deze belasting is gwvoerd. Maar weinigen nanuen aan de discus sie deel en de gebezigde argumenten zijn grootendeels terug te brengen tot datgene wat spr. reeds mededeelde. Eenige naar zijn meening zeer belang- vakopleiding, zooais wij die ken- hier ter stede, voor de aankomen de electromonteurs, welke opleiding toch geschiedt zonder rijks- of gemeen-j tcsubsidie, maar gesteund wordt door de werkgevers zelve. Aan het einde zijner rente ga' spr. aan het condé in overweging de actie centraal te doen geschieden, een kort adres aan den raad te zenden met een uitvoerige memorie van toelich ting en verder te trachten zoowel mo gelijk sympathie voor de actie te win- De rede van den heer Mollerus werd met teeltenen van instemming begroet. Gedachten w i seeling. Na een klein© rustpauze bracht de voorzitter allereerst een woord van dank aan den spreker voor zijn vloeiende rode, die naar spr. hoopt, den leden van 'ten raad, die voor de belasting stemden tot andere gedach ten zaï nrengen cm usarna was cz gelegenheid lot het »t-n v. n \ragea en bet doen van opmerkingen. De heer De Laat zet uiteen de onrechtvaardigheid die aan midden standers door deze belasting wordt op- gelegd en de onbillijkheid van de te rugwerkende kracht. Dan zegt spr. dat de uitvinder van deze belasting wel zakelijk, maar niet ondeivindelijk heeft gesproken. Hot is naar spr. et-u schade, dat de uitvinder wel zakelijk maar niet moreel met de ze belasting handelde. Volgens spr. dient een eenparig pro- test tegen deze belaaung uit te gaan. die maakt, dat in Haarlem aJteen <i« kléin-industrie blijft en dat de groot industrie er uit gaat. Spr. zou wiüon dat lijsten ter lnteekenir.g rond gin gen om te proteeteerec tegen deze be lasting, die onrechtvaardig is, om te trachten haar te niet te doen en dat men eenparig gaat beginnen met naar niet te betalen en dan af te waC iten wat er van komt. De heer G e r r i t s z zegt, dat het in den raad de aandacht had getrok ken dat alleen de Handelsvareenlfrtoflf niet andere mkldenskandsvereeni- gingem aan den raad inzake deze .er- ordening een adres had geeonden. Het is aan &pr. bekend, dat aixere middenstandBvereonlgbngen liet niet dedenomdat zij dachten: komt Ceze belasting er niet. dan zal het moe.ea komen tot een verbooging van de in komstenbelasting en dal laatste li- den die vereenigtagen niet. Spr. Is er van overtuigd, dat, hid den alle middenstaiKisvereeniging ai aan den raad geadresseerd, dan O zaak anders was geloopen. Daarc n geeft spr in overweging nu te trac »- ten te kómen tot een actie van ab t middenstands vereenigin gdn. De voorzitter dankt den he* t Gerritez voor zijn opmerking en zog( 1 dat nu wel alle middenstandsvereeni gingen aan de actie mededoen. Het woord ie dan aan den heer J Peereboom. Deze zegt: Ik kan de argumen ei van den inleider ternauwernood oan vullen, want deze zijn. zeer volledig Maar op een paar zaken wil ik no£ de aandacht vestigen. In de eerst* plaats daarop, dn: deze belasting fei telijk een oudorwetsch getuid te. Een gevleugeld -.voord luidt: een nieuwe lente, een nieuw geluld. Maar met een variant daarop is van deze belasting te zeggen: „een oud* winter, eetn oud geluid'"' Met deze be lasting probeert men een opbrengst uit bet bedrijf te halen, die herinnert aan den onaaligen tijd van de patentbe lasting, die is vervangen eerst dooi de Bedrijfsbelasting en daarna door de Rijksinkomstenbelasting; nu komt men zoowaar- terug tot een zakelijke belasting op het bedrijf. De gemeente Haarlem heft nu bet maximum, dat de wet toestaat, m-u-r de mogelijkheid is cr, dat dit maxi mum nog wordt verhoogd. Het is daarom zaak e«o actie tegen de wo in den Haag te gaan voeren, onxla) die mogelijkheid van een muiimuin- verhoogi ng niet is uitgesloten. Het is meer gezien, dat het aanvankelijk maximum van een belasting later werd verhoogd. ln Haarlem is dat ook gedaan bij de betasting op de pen bare verma kelijkheden. Jhr. Mollerus haalde ietwat ondeu gend aan een circulaire, die B. en W. van Haarlem naar aanleiding van de grensregeling aan God. Staten zonden. Ik hoop editor dat wij binnen niet af te langen tijd ook Jlix. Mollerus ah Haarlemsch ingezetene mogen begie ten. Aan deze grensregeling heeft 'ixai vastgekoppeiu 't imu.cn van e«i :o#- en ©verlaaditaven te Haarlem. Met de haven is deze belasting m strijd. De havenplaniien diendei niet alleen om een log- en overlaad- haven aan de bestaande ïnuustno t« geven, maar ook om terreinen te schep pea voor nieuwe industrieën, die zich dan kunnen gaan vestigen bijvoor beeld aan de boorden van het Noor- dqr Spa urne. Helaas zijn indertijd de havenplan iien vastgekoppeld aan do grensrege ling, waardoor de eersten zeer zijn vertraagd. Indien nu de grensregeling aan <U orde komt en duorbij iie havenpk-n- nen worden ter hand genomen en dezo belasting gehandhaafd biijft, dan z d aan de industrieën, die zicli hier wil len gaan vestigen, worden gezegd: wij bieden u heel mooie terreinen aan, maar deeien u bij voorbaak mede dat voor iederen arbeider, dien gij Haar lem brengt, ge 12 moet betalen Dal is zeker een allervriendelijkste welkomstgroet ui liet le\en aai. een nieuwe industrie! Daarmede zoJ nic< worden bevorderd de komst van nieu we industrieën in Haarlem, on dat terwijl allerwegen wordt ingezien, dat de vestiging van nieuwe industrieën voor een goed on vruchtbaar bestaan van Nederland, dat nief meer van landbouw en veeteelt alleen kuu bestaan, noodzakelijk is. Ik geloof niet. dat veie voorstem- Imers van deze belasting in den raad roet haar zoozeer ingenomen waren. Maar door don drang der omstandig- Feuilleton (Naar het Amerikaanse! van JACK LONDON. 50) Hij wonschte dat zeil ook nog te hij- Bctien. Herhaaldelijk zag lk hem uen mond openen, om het bOvéi uit to spre ken, dat nij toch niet durfde gt-.«n. Eu zooals ik hem gadesloeg, deden allen.Hoe woest, osaangenaom norscii hij ook was, hij was de eenige man, de meester van den toestand. Ed u waar, zoo dacht ik, o, waar was de scJl€ gebeurtenis, liep naar den hoek EéïksL van de tien' Het wan één I 7"". h8t s,»urh'1» staafd« "ailr d" iven xans van tie nen. nel vv.is een waaraan we ontsnapt waren. ivan de honderd, toen wij worstelden Mellaire kwam op het achterdek en om de laatste, m zee vooruitstekend© zjj ontmoetten elkaar bij de kaart'n- door wind en golven gezweepte rois tusschcn ons en den open oceaan omhel grootzeil strijken, Mel- te zei en. Zoo dicht naderden wij haar iair€>i de stuurman, - en dan dat ik elk oogenblik verwachtte, dat het bovenkruisbramzeil. onze wapperende bovonbramzeilcn er Ja mene<?r zeide de tweede stuur tegen zouden slaan en toen wij in de man. laatste groote diepte tusschen twee Wie was het' vroeg Pike toen golven verdwenen, hield ieder van Mellaire wegging. ?.ns._{',on en twaclitte op het Bonoy hij deugde nergens 1 voor, klonk het antwoord. stranden der Elsinore. Dat was alles. Boney de Splinter i was weg, en de geheeie bemaniung was onder bevel van Mollarre bezjg het grootzeil te strijken. Maar dat ge lukte niet; want op dat oogenbuk sloeg het los en weldra was er niets van overgebleven dan eemge flarden. Bovenkruisbramzeil! beval Pike. Toen merkte hij yoot het eerst mijn tegenwoordigheid op. Dat verliee is niet erg, gromde hij. Het kon nooit behoorlijk ge il esch en worden. Mijn handen jeukten altijd om den zeilmaker, die het maak te, zijn verdiende loon tc geven. Op weg naar beneden deed een blik in de kaartenkamer mij de oorzaak zien van des Samurai's vergissing als het een vergissing mag hoeten, want niemand zal dat ooit weten. Hij lag op den vloer en rolde met elke schommeling der Elsinoro heen en HOOFDSTUK XXXIX. Ik heb nu heel veel «m over te sckrij I ven. In de eerste plaats over kaj>ltein West. Zijn dood was niet geheel on- verwacht. Margaret zegt, dólt zij er voor vreesde van liet begin van de reis af en zelfs oerdcr Daarom veran derde zij zoo plotseling haar plannen en vergezelde haar vader. Wat cr werkelijk gebeurde, weton wij niet, maar do algemeen© veron derstelling is, dat hij een beroerte een tweede en doodeiijke, nadat ik hem in de kamer had geholpen i En dan, ik heb er nooit van gehoord, dat een beroerte uren te voren werd voor afgegaan door verzwakking van geest. Kapitein West's geest scheen helder toen hij zijn laatste bevelen gaf. Jn dat geval heeft hij een vergtering be gaan. De Samurai vergiste zich en zijn hart bezweek, toen hij die ver gissing bemerkte. Docfh Margaret weet dat niet. Zij neeint aan, dat die plotseling© dood het onvermijdelijke gevolg zijner ziek te is. En niemand zal haar uit dien waan helpen. Noch. Pike, noch Mellai re, noch ik roeren dat onderworp aan. En dan, kan het niet iets geheel andere geweest zijn dan een hart kwaal? Niemand weet het, en ik ten minste zal er geen oordeel over uit- sprokeap Op den middag van den dag, dat wij veilig voorbij Tierra dei Fuego voeren, schommelde de Elsinore in vol komen windstilte, geen twintig mijlen var, het land verwijderd, en zoo bleef ze dan geheele-n namiddag. Kapitein West werd om vier urn* begraven en daarna nam Pik© bet commando op zich en sprak een paar hartig© woor den tot do bemanning. Onder anderen zeide hij tot de ma trozen, dat zij im eon andoren baas heeft gekregen. Jin toch, is hij na die beroerte nief op dak gekomen Of ken langer verdragen. Meneer Pike I*:- de eerste beroerte gevolgd zijn doorseft niet, dat de tijden veranderd hadden en dat zij voortaan anders ge-1 zijn, meneer, en dc wetten verand-ril regeerd zoudeti worden. Tot nu toe zijn en de mens hc ook. Hij i= een hadden ze geluierd, maar nu zouden 1 oud nian, en ik-weet, wat ik zog zij eene zien. wat werken was. U bedoelt, dut u K-husterd hebt, „Op dit schip za) het van nu af i naar de praatjes der bemanning? gaan ate in vroegere tijden, toen cm vroeg ik onbezonnen, want ik was ver- matroos nog «ven goed zijn best deed ontwaardigd over het onbehoorlijke den laateton dag van de reis ais den gedrag van Mellaire. I eersten. Dal ie alles wat ik te zeg- Het schot trof do©!, want het masker gen heb. Gaat de roergangers en den van zadhtheid en wehriMendheid viel kijkuit aflossen j van den man af; ©n in zijn oogen trad En toch verkearem de mannen inhet loerende en ontzettende, "dat er een vreesolijk si celuien toestand. Ik achter verborgen was, naar voren, ter zio niet in, hoe zij knmncn wëiken. i wijl de dunne, wreede lippen zich I Weer is er een week verkopen met j vast op elkaar stoten. Doch woldra stormen uit het westen, afgewisseld beheeitcbte hij zich c-n het zaditc door windstilte, zoodat we nu m het waas tro*-: w60r over zijn oogen en de [geheel zes weken in het gebied va» mond ontspande zich, kaap Hoorn geweest zijn. Zoo zwak 1 ik bedoel, meneer, zeide hij zijn de mannen, dat zij geen ©nS-gie zacht, dat ik spreek uit langdurige meer hebben zelfs liet edel drietal ervaring. Dc tijden» zijn veranderd, met En zoo bang zijn *e voor den De oude dagen van driften «q sla- stuurman, dat rij werkelijk hun btri vernij zijn voorbij. En ik vertrouw, doen en voor hem werken. En hij laa; meneer Pathuret, dat u mij niet vor- hen hard werken. MeUoiro scliudt het keerd zult begrijpen, of aan mijn hoofd. woorden «y-n andere bcteekenis licch- j Wacht eens, tot wij beter weer ten. hebben", zeide hij onlangs tot mijn Hoewel het gesprek weldra op un- verbazang. Wacht eens, tot zij heO- dere onderwer]>on kwam. kon ik t<s"h j lemaal droog zijn en uitgerust door niet vergeten, dat hij de beschuldiging I meer si aap, en liun wonden genezen naar de praatjes der bemanning te zijn en er meer vlecsch op hun been- j luisteren, niet weerlegd had. En todi, deren zit en zc meer gecctkradht heb- zooals zclfe Pike, hoewel ongaarne ben dan zullen zo dat drillen niet l moet toestemmen, hij ie ©on goed ze*»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9