Overgebleven Brokken. Rubriek voor onze Jeugd 6> HAARLEM'S DAGBLAD ZATEHCAG 10 JUftri 1922 DSRDE BLAD Raadsels Voorloopigo lijst dor Na- derlandscho Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Peel V, 1. Oe provincie Noord-Holland (uitgezon derd Amsterdam). Utrecht 1921. Zekere beminnelijke vrouw, die de Schoonheden van Venetië hoorde roe men, riep, om zich te oricnteeren, de hulp van haar man in met de vraag, of dat niet de stad was, waar ze handschoenen gekocht had. Ik heb met eeuwige sneeuw bedekte Alpentoppen eens hooren vergelijken met besuikerde oliebollen, valsoh beeld bovendien, want de oliebol kent geen suiker. En de Groningsche oud-hooglecraar Van Dijk herinnert ons in zijne studie over Maurice Maeterlinck aan het bestaan I, de „voor ons toch is een kunstobject niet een op zichzelf staande verschijning, maar het moment eener eindclooze reeks van mogelijkheden, waarin de kunst rich uitleeft. Zoo wordt dan een bouwwerk ccu deel van het bouwend begrip, gelijk een beeldbouwwerk of schilderij een doel van het beeldend begrip der tijden wordt, waarin telkens het scfioone van. een andere zijde belicht, als een schitte rende kristal zijn talrijke facetten doet flonkeren. Zoo kunnen we genieten van datgene wat kunstenaars ons nalieten, al weten wij, dat het verleden in zjjn volle glorie niet kan bestaan, omdat wij in het heden leven, waarin het vroegere ster vend opgaat." Tot deze diepere opvat ting zal niet iedereen komen, maar zij is ers geen noodzakelijke voorwaarde te kunnen genieten van de voori- straat, zooals Joh. Visser die in "1901 vereeuwigde. Ze zijn nog niet alle ver dwenen. Drie eeuwen reiken elkander de hand en de huizen staan hier tegen elk ander geleund als wilden ze u typen van verschillenden bouwstijl laten zien, waaruit ge een keus kunt doen. Moet men nu een kunstgevoelig mensen zijn cm aanstonds te beseffen, dat de heer Boesmans op den hoek der Zuiderstraat zijn zaak drijft onder de hooge bescher ming van een mooien trapgevel, die evenmin verdwijnen mag als die waar onder zijn buurman het voorrecht 'heeft te wonen? En dat het te betreuren is, dat daarnaast de directeur van de Eerste Haarlemsche Begrafenisvcreeniging dat voorrecht missen moet. Men loope eens langs de huisnummers 3244 en verge lijke den tegenwoordigen toestand met van menschen, die door een bed met de brengselen van kunst, die het voorge- fraaiste rozen niet warmer toegesproken ■worden dan door een bed met peul vruchten. De peulvruchten zullen het misschien nog iets winnen door de bruikbaarheid. Bezoek nu met zulke, overigens voortreffelijke, menschen, even bruik baar als de genoemde plantenfamilie, een middeleeuwsche kathedraal, waar van de schoonheid u ontroert; wijs huu een aardig geveltje, sieraad van hel huis eenmaal bewoond door een histo risch persoon; plaats hen voor een mees terstuk van schilderkuust, dat u voor een oogenblik uw zorgen niet doet telles; of laat hun een blad papier zien waar aan een der grootste menschen zijn diep ste gedachten heeft toevertrouwd. Heel hun houding verraadt, dat deze dingen hun niets te zeggen hebben, al zullen zij niet nalaten u allervriendelijkst te verzekeren, dat het alles hoogst inte- Anderen zien dezo schoonheid wel, maar het drukke leven een veelomvat tende werkkring of de behartiging van zooveel andere belangen verhindert hen altijd weer ei eens bij stil te staan. Zij kunnen misschien niet anders, maar het is dan ook wel duidelijk, waarom nog te iweinig aandacht wordt geschonken aan ■wat de '.i om ons heen blijven hangen en niet meerderen opko men voor het behoud der overblijfselen van geschiedenis en kunst in onze stad. Daaraan zal het ook wel zijn toe te schrijven, dat een oudheidkundige ver- eeniging als „Haerlem". die niet alleen bedoelt de kennis van Haarlem's heden en erleden te bevorderen, maar zich ook beijvert overgebleven brokken te ver zamelen, niet meer leden telt, te weinig in verhouding tot het aantal Haarlem mers, dat voor een lidmaatschap in aan merking komt. Niet iedereen kan de erfenis der vade- xen beschouwen met 'het oog van een geleerde of van een kunstenaar, zoo min als het ons allen gegeven is het schoone te beleven. Wat hiermee be doeld wordt, maakte de hoogleeraar Van der Pluyin op de algemeene vergade ring van den Nederland schen Oudheid kundigen Bond, gehouden te Nijmegen, aan zijn hoorders duidelijk, toen hij zei- slacht ons naliet. Natuurlijk, belang stelling alleen is hier niet voldoende. Maar het ontvankelijk gemoed, dat het verleden nadert met piëteit en met lief de, ontdekt telkens nieuwe schoonheid, waaraan de onverschilligheid pleegt voorbij te gaan en het geraakt al zoekend onder de bekoring der herinnering, die mede leidt tot beter begrijpen van het verleden. Het verleden, dat stervend opgaat :n het heden. Zoo leert de dagelijksdhe er varing en elk nieuw geslacht heeft deze oude waarheid ondervonden. Hoort, hoe Samuel Ampzing, de jonge predikant, die met zoo groot e belangstelling de ont wikkeling zijner geboorteplaats volgde, in 1616 „den Lof van Haerlem" be zingt. Hij verheugt zich in hare vernieu wing Gelijk dan allerins, en waer gij dij ook wend, Hier meest de Huijsen sijn beknopt en schoon bekend. De Gevels wel gemaekt, en net, en hoog verheven. En zierelijk besneen. Ook is van iets gebleven Dat langer niet en deugd, gij siet geen •ouden bras. En vind een prinsenhof, daer voortijds rietdak was. Maar met niet minder trots vermeldt hij „de groote stoute Kerk" en ,,'a Stads magtigste gesticht, der Heren trotz Pa- leys" en andere gebouwen „uytnemena op sijn ouds". Ook hier gingen oud en nieuw hand aan hand, al was de onder linge verhouding een gansch andere dan in onzen tijd. Onophoudelijk brokkelde het verleden af, maar de veranderingen in de stad mogen wel nooit zoo talrijk zijn geweest als in de laatste jaren. Her haaldelijk verdween er een stukje ge schiedenis en Haarlemmers, die hun stad goed kennen en over een ervaring van twintig, dertig, veertig jaren beschik ken verzekeren u, dat er een nieuw Haarlem verrezen is. Een mooier Haarlem? Eén voorbeeld uit vele. Zie hier een afbeelding van „De zeven trapjes" op de Gedempte Oude Gracht tusschen de Zuiderstraat en de Drosse- dien van voor ruim twintig jaar. Zoo ging het hier, zoo ging het el ders in onze stad, zoo ging het in au- dere steden. Gestadig verminderde de schat van wat er schoons en merkwaar digs in ons land was overgebleven en het scheen wel als spanden onkunde, onverschilligheid en gebrek aan piëteit samen om onze monumenten van ge schiedenis en kunst te laten vervallen om ze daarna met eeu gerust geweten te kunnen sloopen. Wie telt de schade? De tijd scheen niet ver meer, dat het verleden in het heden gestorven zou zijn. Toen deed de liefde zich gelden en zij begon de overgebleven brokken te ver zamelen. Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap benoemde in 1887 een per manente commissie, die toezicht moest houden op de „instandhouding van ge bouwen en voorwerpen, die belangrijk zijn voor de kennis van het leven van het voorgeslacht". Ook van voorwerpen, want men bedoelde tevens paal en perk te stellen aan het vervreemden van kunstvoorwerpen, die destijds van de hand werden gedaan met een onaan doenlijkheid, die nog slechts waarde hechtte aan den appel cn het ei, waar voor ze verkocht werden. De commissie begreep intusschen, dal 'het allereerst noodig was een inventaris op te maken van de in ons vaderland nog aanwezige oude bouwwerken. Deze immers loopen altoos het eerst en het meest gevSar te verdwijnen, terwijl voorwerpen van kunst, waarvan al spoedig iedereen weet dat ze geldswaarde vertegenwoordigen, vroeg of laat wel te koop worden aan geboden en dan voor openbare verza melingen kunnen aangekocht worden. Zoo loog zij dan aan den arbeid en stel de een inventaris samen, die, met sub sidie van de Provinciale Staten van Noord-Holland, tusschen de jaren 1897 en 1897 word uitgegeven onder den titel: Noord-HoUandsche Oudheden, besohre- ven en afgebeeld door G. van Arkel en A. W. Weissman. Een voortreffelijk werk, betrouwbare gids, dat ook be doelt te zjjs een leiddraad op reis. Voor- looper van de hierboven genoemde lijst, die wij een volgende maal willen inzien. H. E. KNAPPERT, üsmsngii Jlitaws ZELDZAME EN NIEUWE POSTZE GELS. De Balk an-corroaponde ut van Be „N. R. Ct." sellryft: Do verkoop onlangs vaa oen postzegel van 3rifëeli-Guyane te Londen voor 3S2.S00 Fransohe franken (ongeveer 65.000 g*4den.i heeft de aandacht geves tigd op andere zeldzame zegels van even eens hooge «"aarde. W'oiuig bekend schijnt dat een Torksehe postzegel van 10 pa ras (rood) van Oost-fiooanenic, in 1885 in omloop geweest, op het oogenblik insge lijks op 300.000 Fransohe franken wordt geschut. Er bestaan daarvan, voor zoover bekend is, nog ntuar vier exemplaren, .waarvan oen den Koning van Engeland toebehoprt, een ander deel uitmaakte van do prachtige verzameling welke Tsaar Nlkolnas 11 had aangelegd, en waarvan men niet precies weet wat er van is geworden, eu waar ze zich op het oogenblik bevindt; terwijl de twee ove rige ziek in hot bezit bevinden van de familie van wijlen een hoog Turksch ambtenaar indertijd ia Ooet-cftoonieuie, die nu in een der dorpen in den omtrek van KonetairUnopol is gevestigd. Onder de postzegels van den tegen woordigen rijd zijn zeer zeldzaam, en by- gc-volg kostbaar, twee zegels van de repu- bliek Georgië, ;n 1920 met eeu overdruk in piaster voorzien. De diplomatieke ver tegenwoordiging te Konstantinopol van die Kaukaawchen staat heeft in dat jaar een eigen cousnlaatspost van Turkije naar Georgië ingericht, en daartoe over drukt niet „6 piastres" 150 series van 14 zegels eHc, van 30 kopeken, gekarteld, cn 10 seric-s van 9 zegels elk van 1 rdcbol ongokartold, alsmede een serie van 14 zegols van 40 kopeken. Verder met „10 piastres" een enkele postzegel van 50 kopdken; en met „5 piastree" 2 postze gels van 2 roebels. Bovendien komen er m de overdrukken nog afwijkingen voor; o.a. zijn bjj een der series van de „6 piastres" gekarteld, de s van het woord ..piastresbij de kautzogete daarbuiten gevallen, noodat die als overdruk „6 piastre" toonen. Als nieuwe postzegels valt te vermel den de 25 stotinki Bulgarije, staalblauw, van de nieuwe artietnoke uitgave 1921, met den beeldenaar van Tsaar Boris, ge lijk die op de zegels van 10 en 1 lev. voorkomt, welke dea 15cn Mei jl. in om loop zjjn gebracht. Deze raadsels zijn alle ïDgezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. Iedere maand worden onder de beste op lossers drie boeken in prachtband verloot. 1. (Iugez. door Adelaar.) Ik ben eon pflaats In Ovorijsel van 4 lettergrepen. Laat één lettergreep weg ik ben een plaat» in Noord-Holland. 2. (Ingez. door Snapstertje.) Mijn 1ste deel ie een rivier en heeft (haar oorsprong ver van hier. Mijn 2de deel is hecht en sterk en stelt (aan 't water paal en perk. De beide deelea vormen saam een (plaats in Z.-lIolland, Hoe ie de naamf 3. (Ingez. door Apie.) Mijn geheel Is oen spreekwoord van 89 lottere. 10 21 33 is een metaal, evenole 5 4 29 35 en 30 10 11 24 18. 1 8 10 8 32 is nuttig, maar vaak on dragelijk. 16 36 28 14 29 12 vindt men in Artie, maar hoort thuis in de woestijn. 28 2 18 en 18 17 16 zijn beiden in de keuken evenals 16 11 7 en 18 17 28. 1 22 3 13 14 26 2 35 20 9 19 1 27 8 12 30 i» een nuttige internationale instelling. Aan 9 3 30 6 en 16 13 32 29 20 8 15 37 bobben de Russische kinderen groot ge- brok. 26 32 23 34 kan hun boide verschaften. 26 24 25 30 is een zwemvogel. 31 is een sisklank. 38 39 ia een voegwoord. 4. (Ingezonde„ door Bébé d'Amour.) Ik ken een nijver volkje, 't bouwt (huisjes, juist van pas, En niet van hout of steenen, och neen, -.alleen van was. Het leeft gohed van bloemen, 't geeft (honing euikersoet. Zeg, kunt g|j 't volkje noemen, kom raad (nu gauw en goed. 5. (Ix^rez. door de Bëja. 'k Besta uit 12 letters en 3 lettergre pen ea 'k word in Haarlem ook gehouden 9 10 11 is een soort woonschip. 1 2 3 4 zijn er twee. 4 6 8 zit aan een fiets. 7 6 12 heeft eon visscher. 5 6 7 is een boom. 6. Strikvragen. (Ingez. <ioor Gladoor.) Welke bakker eet nooit zijn eigen baksel? b. (Ingez. door Bébé d'Amour.; Welke haan Leeft geen veerenf c. Welke man draagt geen kleerenf id. Welke voet heeft geen teenen? e. Welk huis heeft geen steenen? f. Welke stoel heeft geen poolen? g. Welke bok kan niet sbooten? b. Welke vorst heeft geon kroon? i. Welke knecht krijgt geen loou? j. Welk muisje heeft geen staart? k Welke ruiter heeft geen paard? 1. Welke boom heeft geen blaren? m. Welk schop kan niet varen? Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zijn: L Egsnond aan Zee. 2. Wie gooi doet, goed ontmoet. 3. Johan van Oldonbarnevelt. 4. Aduard. Hdu&rd. 5. Men moet het ijzer smeden als het tta. ÊendDeen. b. De zou, o. Omdat e? meer witte schapen zijn. 3. Steenbak ker. e. Tot het haar verveelt, f. Sneeuw bal. g. Zwartjam je de kachel en de dok ter is de smid. Goede oploe&mgen ontvangen van: Campanula 5, Lies de Jong 6, Fons de Jong 6, Riekje Hirdes 4, Iris 5, Made liefje 5, Sportman 6, Boterbloempje 5, Liiut Punt 6, Visscher 6, Voetballer 6. Roel de Rakker 6, Risico 6, Vrijer 6, Vlie genier 6, Gladoor 6, Melatti 5, Wip van 't Stoeltje 4 Willem 111 6, Denappeltje 6, Theeroos t>, MichieJ de Ruyter 6, Ver geet mij mietje 6, Robbert 6, Lachebekje U, Paarlmo er vlinder li, Aviatour 6, Geo graaf 6, De kloine Majoor 6, Bebangertje 6, Poesje 6, Do koningindes velds 3, Moeders kleine Held 3, De Paradysvogel 3, Bleekneus 6, Controleur C, Kerst boompje 6, Blond kopje 6, Juffertje in 't Groen 6, Jacob Labeur C, Kosmos C, Zon- neprinsesje 6, Aster C, Tunmeru;an 6, Mandenmaker 6, Anton Labeur 6j Draai tol 6, Bloemen! c-e 6, Reapaardje 6, Tic- kie en Piene 6, Vliegende Hollander 6, Hyacinth 6, De Öchipperin 5, Elaen&atje 5 Mandènniaaksbertjo 6, Edammertje 6, Korenbloem 6, Blondje 5, Kleine Peuter 6, Graaf Adalf 6, Zeeroovor 5, Correke 6, Kees de Mopperaar 6, Moiknopje C, Bé bé d'Amour 0 Zonnetje 6, Rauonkelije 6, Lathyrus 6, Bouwmeee tentje 6, Blondine 6, Jacob Beokelaar 6, Johan Bcekclaar 6, Matroos 6, Buitenman 6, Vriendinnetje 6, Creates 6, Hcnnie 6, Woelwater 0, Sjaan- tje 6, Zilvereter 6, Dirk en Piet Oschatx 6, Viooltje 5, raarlvlmder 6, Zaaglest 5, Robbedoes 6, Leuteknopjo 5, Avond klokje 5, Fianeblom 6, Goudsterretje 6, Oleopatra 6, Zeemeermin 6, ltibes 6, Bob «onder Zorg b', lboiyka 6, Rietvinkje 6, Koperbloem 1, Kopervaas 1, Volemlaw- C, Wilgenroosje 6, fcprietel 6, De Meine Spoorman 6, II. J. v. Beerden 6, C. P. H. 6. Feuilleton E. R. PUNSHON. (Ge&uiorjr.v.-.xb: vertaling). Wat kaai heai toch alle drie weer houden hebben, om u> schrijven? vroeg hij zich voor de zooveelste maal af en viel eindelijk in een onrustige 6laap vol verwarde droomen, die alle op een te verwachten onheil schenen te wijzen. Hij w06 «voeger op dan ge woonlijk en deelde a. m moeder, zoo- dra zij beneden kwarn, moe, dat iuj eindelijk besloten had, PüyLis te gaan opzoeken. Mevrouw Clyde hechtte ten voile haai- goedkeuring aan dit plan, wam zij vermoedde niet, dat et meer ach ter stak. Het is het verstandigste, wat je doetn kunt, zeide zij, terwijl zij zich haastte, een stevig ontbijt voor hem klaar te makken. Je schrijft me toch zeker, zoodra je te Dunslow bent'1 En hij antwoordde: Zeker, en voegde er onwillekeurig bij: - Van Glasgow uit zal ik u ook een kaart sturen. Ik moet vooral hetzelfde als de anderen doen, dacht hij ojet bitter heid, maar de toezegging verheugde zijn moeder zeer. Ze zei dan ook, dat ze dat bijzonder aardig van hem vond. Harold verliet bijtijds het huis, doch vond, aan het station gekomen, Fulton daar reeds op hem jvacluen, hetgeen hem eerlijk gezegd wel eenlgs zins verwonderde, daar hij er lieeie- maal niet zeker van was geweest, dat de ander komen zou. Fulton zag er slecht uit. Zijn laat was hlcek en ingevallen cn zïjn oogen waren met bloed doorloopen. Harold viel dit dadelijk op. Hij keek den man medelijdend aan, tot. deze opeens op spotlenden en minachten den toon zei: Zeker e-lccht geslapen, Clyffe. Benauwde droomen gehad? Harold haastte zich hem te verze keren, dat hij een bijzonder goeden nacht had ge.'tad, waarop Fulton op ongeloovigen toon zei: Daar zie je anders niet naar uit, maar drie, dat is ook wel een beetje veel, niet waar? Harold antwoordde niet. Wat gaf het, nog langer over het onderwerp te discuteercn. Zij namen hun plaatskaartjes en zochten een geschikte coupé uit. Ge durende de lange uren, die verstre ken. terwijl zij naar het Noorden stoomden eerst door een bloeiende landstreek en daarna door kale liet- den, zaten zij stilzwijgend tegeqover elkaar. Geen tien woorden werden er tusschen hen gewisseld, maar beider gedachten waren van hetzelfde onder werp vervuld, namelijk van ae drie, die vóór hen jlezc reis gemaakt had den en van wie memaiia meer iets ge hoord had. Toch scheen het Harold ondenk baar, dat hun iets overkomen kon zijn. Wel is waar, wist niemand in .Engeland veel van meneer Macsarla- no af, maar dooi zijn rijkdommen en als bezitter van Dunslow nam hij toch een zekere positie in Het was bijna niet aan te neinen, dat hij iets te maken kon hebben met wat er ge beurd was. wat dat ook wezen mocht. Ongetwijfeld zou d- oplossing !>e spottelijk eenvoudig blijken te zijn. hoewel Harold het volgende oogenblik zichzelf moest bekennen, dat zulk een samenloop van omstandigheden toch wel iets buitengewoons was. Wat het stilzwijgen van Maurice Bealby betrof, daarvan kregen zij weldra reeds de uitlegging. Te Glasgow, waar zij van trein moes ten veranderen en eenigen tijd op het locaaltje, dat hen naar Dunslow zou brengen, moesten wachten, kocht Ha rold een avondblad, en hel eerste, waar zijn oog ot> viel was ..Tragische dood van een Londenech tooneelechrijver' Rolirabrlek BEBE D'AMOUR, Saenredamstr. 6S wil een poesje weggeven. Brievenbus Brieven aan de Redactie van de Kta- der-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, d. Vinnestraat 21rood. (In de bue gooien, zonder aanbellen.) Nieuwelingen zjjn: JO VELTHUIS, Harmcnjansrveg 115r. J. DE BOER, Aelbertabergotr. 44. oud? MIE NT JE BLUMING, Staten-Bolwerk S, on.1 14 jaar. Hot aantal nieuwelingen in 1922 be draagt thans 221. De 800ste krygt van my oen verrassing Geachte Mevrouw. Ik kom met mjjn briefje wel wat laat, Maar ik speel ook den heelen dog op (straait En als ik 's avonds wil gaan echrjjven Zagt pa dat ik niet langer op mag blyren. We hebben nog vaeantiei moet u weten, Ëa dan wordt het werk zoo licht (vergeten We hadden met de Pinksteren veel (plezier. 's Zondags bleven wc allen bier 's Maandags gingen we per trein, Om vroeg reeds aan bet strand te zijn. En 'e avonds waxen we bruin gebrand, Om 7 uur hier weer aangeland. Nu ga ik aan do raadsels beginnen Ik hoop, dat ik ze alle kan vermanen. Bouwm eest ert je. Lieve Mevr. Zoo 'n vers als mijn broertje Han, Deuk ik niet, dat ik maken kan. Toch wil ik het probeeren, En zoodoende het beter leeren. De vacantie is bjjna om, Gelukkig, acdc-re word ik dom. En ik ben No. 1 van de klas. Heeft mynheer gezegd toen Vader er was. We garia denkelijk November verhuizen. Naar de Kloppersingel, in die Middon- (standahuizen. Dan ia de school kort by, Daarom alleen ben Ik blij. Blondine. MELATTI. *t Zou niet goed voor je rijn, als je alle dagen m zoo n Lu.hkker- iaodjo kwam. Prettig, dat je de zwem kunst nu meester gaat worden. Knn je er goed tegen! VLIEGENIER. Veel plezier mor gen. Dat ii een vroegertje voor je. oousdag krijg ik er zeker c-ca grooten brief over. Moeder heeft de Luilak vnn uit de boot matig kunnen gadeslaan. Komt je geranium mooi uit? Heb je de raadsels van Jong Nederland al inge stuurd VRIJER. Spijt het je, dat de juf frouw weg gaat? Ben je mot meegegaan naar de bloemenmarkt? Zeg, vrijertje, als je tme nu weer sohryff, doe het dan eene op je allermooist. RISICO. Je inzending had ik ge- boeit, maar ter geruststelling vermeld ik iiaar nog eeia extra. Kun je nn alléén fietsen? Hoe gaat het met de luikentjee? LLVA P. Lies' is or dus gauw ach ter gekomen. Gezellig hè, dat jullie nu r. "t elkaar de Rubnek klaar maken. Ik heb het werk van Kees wel opgeteekend. Wat Jeuk, dat Matroos jo met zj>n ouders heeft bezocht. Dat was con heele verras sing voor je. Nu nog 8 weekjes by moe der en daa ga je weer naar de naaischool. Ik hoop, dat je wagentje dan ia orde is. Geniet nu maar zooveel mogelyk van het mooie weer. BIT RMELSJE. De poesjes groeien natuurljjk ook van het mooie weer. Je hebt maar weer een heerlijk "agje mot Danseresje gehad. Waarom hoor ik zoo weinig van haar? Smaakte de taart lek ker? Eu hebben jullie met de gasten pret tig feest gevieid? MADELIEFJE, SPORTMAN en BO TERBLOEMPJE. Ik heb je inzend mg nog mee laten tellen, 'k Dacht maar: ..Beter laat dan nooit". LIES DE J. Liun 'e voorspelling js uitgekomen. Maak je nu voortaan waar niet ongerust, als er 'e Zaterdag., eens geen antwoord voor jou by is. Ik vind het heel knap van jullie, dat je de raad sels zoo vlug hebt gevonden. KONING SALOMO. Dozen schuil- naam mag je houden. Heeft zus plezier gehad "in Alkmaar? En hoe is het nu ine: -adert la die Robbedoes zoo n onge duld je? - LATHYRUS. 't Doet me genoegen, dat hot je in Maarn zoo beet bevalt. Je bent zoker al heelemaal bruin gebrand on zus ook. Wat zullen jullie licerlyk groeien van de buitenlucht. Zusje zal straks jn Haarlem den wogen niet meer noodig liebbem-Nog veel plezier eu voor al moui weer wenscb ik je allen toe. BANONKELTJE. Kan je nu fiet sen! En nog goen oen keer gevallen! Via: zal jij je best doen om die fiete te verdienen. Je raadsel is goed. BEBE D'AMOUR en ZONNETJE. T Kleine poesje is zaker dc speelpop vnn allen. Ze heeft een mooien naam gekre gen. Luistert ze or ook muirï Natuurlijk vindt ze Jiet fijn, als je met haar uit. rij den gaat. Wie zou dat nu niet prettig vinden. Ze wil zeker ook graag al* w?©. gekindje beschouwd worden. KEES DE MOPPERAAR. ik ge- loof, dat je door ho'. mooie weer het mop peren vergeet. Toen jy naar den !uila> ging, droomde ik misschien over j<x Je hebt zeker later je bloemetjes buiten ge zet. Ben je alle dagen aan 't zwommen? Bevalt Jong Nederland je! Zoo at en toe schrijf ik er eens in. Maar je wilt zeker wel geloaven, dat de Rubriek me niei veel tyd overlaat. Je beat duukt me ook zoo'n beetje pocsendreaaeorder. Myn dank voor je postzegel». Er zit in je raadsel een reuacfout, achterhaalt 3de persoon onvoltooid tegenwoordige tijd eindigt nog altijd op een t. OORREKE. Ik geloof, dat de heele Rubnek met Pinksteren op Zandvoord zat. 't Was leus met zoo'n moisjeselubja. Viel het op school toch ook wel weer mee! ZF.EROOVEK. Ook al naar Zand voert geweest? Toch geen rooftocht on dernomen. Jy verlangt natuurlijk hard tar de groote vacantie. BLONDJE. Hoe is het met het vriendinnetje met het zeere been? Ga je met Gerdn alle dagen zwemmen? Als ik met het nazien klaar ben, lees je van daag dea u Re lag eu anders Woensdag. KORENBLOEM. Wie gezond was, beeft met Pinketer kunnen genieten vaa ize mooie omstreken. De duinen verve- n aooit. Jullie hebben zeker heel wat ind mee naar hui» genomen. MAND JESM AAKSTERTJE. Je raadsels krijgen wel een benrtjo. Wat heerlijk, dat jullie gaan kampeeren. Waa: worden de tenten opgeslagen? Jy gaaS ~aar op een prettige school. ELZBKATJE. Ootn cn tante hobi ben de neefjes en nichtjes maar goed be ilachL_Ea. het trof, dat het zoo 'u inooi< film was. DE SCHIPI'ERIN. Myn dank vool je plaatjes. Jy bent maar een flink* sdhoomnaakster. Grootmoeder zal waf teoteeh zyn op haar kleindochter. Zwem je alle dagen? T1 EK IK EN PIENE. Er hebben zooveel kindoren aan dezen wedstrijd meegedaan, dat ik op 't laat»-, van de schuilnamen ging ónoomen. Terwyl ik dit sohryf ben ik met nazien klaar. De Zee weg is nog een heel eind en voor jullie er zyn, moet or nog een eind gewandeld Ik vind het kranig, dat Boukje dat, lieele- maal Icon loopen. BLOEMEN FEE en BENP AARDJE. Dat arme R;nj>aaraje! Sta je nn al weer op stal? 't Was wel een groote teleur stelling, dat je nn niet mee kon kampee ren. Ik hoop, dat ik de volgende week botere berichten kryg. FIETSRIJDER en BABY MOEDER TJE. Je raadsels zjjn goed. 'k Zal me kijken, of jullie je belofte houden. BLEEKNEUS. 'i Is niet noodig, dat je alle strikvragen hebt. Als je goed met dat meisje kunt opschieten, zou ik vriendschap sluiten. Een alleen is maar verdrietig. Schrijf je je Utrechtscho vriendin nog wol eens? Al wat moediger - Dat het bassin f DE KONINGIN DES VELDS. was een gezellig troepje. Neen, was het niet :n duin. En hoe vond je het 'a '1 Frans Halsmuseum? Je wordt een heel mnaenm-monsch. Maar zoo'n vorste lijk personage iroet zich van alles o;. de hoogte stellen. MOEDERS KLEINE HELD. Bui- ton schooltijd kan je nog genoeg spelen. Zoo'n avondwandeling, voordat je naar bod gaat, is ook wel lieerlyk. DE PARADIJSVOGEL. Je vertelt e wel waarover je een raadsel zult ma in, maar naar hot eigenlijke raadsel heb ik tevergeefs gezocht. Komt dat nog? De soasen verlangen zeker erg naar haar verjaardag. BEHANGERTJE. 2S hel een pret tige spcelparty geweest? Reed de spoor fyn? En bieren de soldaatje» flink etean? Ik ben zeer benieuwd :t. boeren, cadeautjes je gekregen hebt. DE KLEINE MAJOOR. Wat is me neer deftig met de auto uitgeweest. Je toen zoo'n kleine generaal of veld maarschalk. Hoc is het nu met Tkea? *t Is toch een kloine guit. Maar was de dokter niet een beetje boos" PAARLMOBRVLINDEH. Jullie zjjn maar wakkere vlindertje©, die van alles aandurven. Ik kan me bagrypen, dat do vacantrie-dagen zyn omgevlogen. GEOGRAAF mag zyn schuilnaam hou den. Ben je zoo'n Aardrjjkskui».)eroan CAMPANULA. Zoo n zeiltochtje op e is heerlyk, alsje er tegen kan. Je nichtje was zeker bly, toen ze weer grond onder de voeten roeide. LENTEKNOPJE. Wel bedankt xii je mooie tookeuing. 't Was keurig hoor! 't Deed me goed weer iets van je te hooren. Gelukkig, dat je vooruit gaat. Heb jo geen py'n! Je werk zag or not-jes t en was zonder fouten. ROBBEDOES. Het mooie weer iaat de pen en inkt wel eens rusten. Dat be- gryp ik best. Geniet jy maar heerlyk van bosch en duin. Een heele zorg minder hè, nu moeder ook weer opknapt. Een knappe gids ben je nog niet. Je hebt wel wat an het eoaducleurtje in hot echooaa ge dicht, dat naar de Zaan moest en in Ber- jjn uitkwam. BLONDINE EN BOUWMEESTERTJE dank ik wel voor hun berymde briefjes. Ik vond ze zoo aardig, dat ik ze iQ de Rubriek heb In ton zetten, opdat ook na dere Eubriekertjes ze lezen kunnen. C. P. H. Je mag best met potlood eu tLaarourier volgde de uiedodeyliujL dat in een afgelegen bergengte het üjk van Mauiloe Bealby gevonden was. Het waa ontdekt door een sahaapher- der. die, op zoek naar een van zijn schapen, toevallig in de bergetigte ge komen was Anders had het lijk er missohien jareniang kannen liggen, voordat iemand het vond, zoo eenzaam was de plek en zoo ver verwijderd van eenige boerderij of hut. Het lijk lag aan den voet van een stellen rots. De ongelukkige man was waarschijnlijk door den mist overval len en naar beneden gestort. Door de papieren, die hit in den zak droeg, had men zijn identiteit kunnen bewijzen, en er waa dus geen twijfel mogelijk, eindigde de reporter, of de veronge lukte was Maurice Bealby, de bekende tooneelsohri j ver Harold en Fulton, naast elkaar staande onder de groote klok var. bet station te Glasgow, lazen samen dit be richt. Harold scheen het bijna ongelooflijk toe. dat Mauri oe Bealby. die nog zoo kort to voren in blakende gezondheid afscheid van hem genomen had, nu dood kon zijn. Tweemaal las hij het. be richt over, en nog altiiid was het hem aJ9 eeu drooon. Het kan niet waar rijn! riep hij heftig uit en keek Fulton aan, om ook van deze te hooren, dat het onmoge- ïïik was. Tot zijn ontsteltenis zag hij echter, hoe Fultons ge iaat lijkbleek was, hoe zijn oogen hem bijna uit liet hoofd puilden van ontzetting cn hoe hij trilde als een eapenbiaa.. „Wal scheelt jel vroeg hij. We moesten, dunkt ine, maar weer gauw nuur huis terugkeeren, stamelde Fulton, als we Waarom zouden we <lat in vre desnaam doen? vroeg Harold vie- baaed. Wel, anders zullen ze ons ook nog vermoorden, not als ze het licm gedaan hebben. Wie? Wat bedoel je? vroeg Ha rold. Fulton zog hem als versult aan. Ik weet hc-t met, zei hij, maar Maurice is al dood, en waar zijn Cla ra en Phyllis? Je lijkt wel gek! Wat heeft de dood van Maurice in vredesnaam met hen te maken? riep Harold drif tig u.it, maar het was hem tegelijker tijd, alsof een ijskoude hand hem In het hart greep. Voor de derde maal las hij liet be richt door, zonder een enkel woord over te slaan. Hét was een ongeluk geweest, dat ieder ander itoerist had kunnen overkomen. Wat Harold echter opviel was, dat liet lijk niet heel ver van ©cn klein dorp. Muii-ton geheeten, gevonden was. op een goed© dertig mijl af stand van Dunslow. Hoe kwam hij er toe juist daar heen te gaan? vroeg Harold hallluid en ging daarop voort: liet eerste, wat we doen moeten, Fulton, is naar Muirton te gaan, ozn te zien. ot hei lijk werkelijk dat van Maurice B-. is en te trachten, uit te vtnuen, wal liij er in de buurt deed. Het zou veel verstandiger zijn, weer naar Londen terug te keere.'i, mompelde Fulton. £n Clara en Phyllis dun? vroeg Harold. Fulton haalde de schouders op. Nu, lat©» we dan maar doen, wat jij wtl, zei liij nu een oogenblik nadenken. I In plaate dus van naar DunjJovv te gaan, namen zij den trein naar Muir ton. Het was reeds laat, toon zit er aan- kwamen, snaar de politie stond hun toch dadelijk toe, het lijk in oogen- I schouw te nemen. De fkiuv.© hoop, die Harold nog gekoesterd had. dat l het misschien een ander kon zijn ert niet zijn vriend, verdween, pod ra hij het lijkenhuisje binnentrad, want de doode was, zonder twijfel, Maurice Bealby, de man, die pas enkele da gen eeleden gezond eu wel afscheid van hem genomen had. Daar lag hij, dertig mijl verwij. derd van de plaats, waarheen hij ge zegd had te-zullen gaan en cr be stond nlot de min-te aanwijzing, wat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9