HAARLEM'S DAGBLAD
Uit de omgeving van Elisabeth Hoofman
BuitenlanM Overzicht
haaneüima? Mietjes
ZATERDAG 8 JULI 1922 VIERDE BLAD
Zoo was dan Elizabeth's dichterlijk©
.nalatenschap Kops ia handen gevallen,
maar na de kunstgevoelige man het be
geerde bundeltje een en andermaal ge
lezen heeft, schroomt hij lot de uitgave
over te gaan. Hij kende zijn tijd, die iet
wat kieskeurig viel op het punt van dich
terlijke vrijheden, waarvan de zevea-
tiend'ccuwsche een andere opvatting had
dan des koopmans tijdgenooten. En
wanneer hij ten slotte hel boekje toch in
het licht geeft, doet Hij dan ook een
beroep op de welwillendheid van den
lezer, die wel veel zal willen verschoo-
nen in een dichteres, die „in de ramp
spoeden deezer waerod rijkiijk haar
deel had" en wien het gedurende een
geruimen tijd van haar leven „ontbro
ken heeft aan omgang met lieden van
kunstoeffening". Kops vergat, dat hot
haar slechtste gedichten niet zijn, die
in nood zijn geboren en dat juist de
tegenheden haar de „Bede" om gelaten
heid op de lippen legden: „te willen
'tgeen Gij wilt, te denken zo Gij 't
denkt", uitingen van zuiver gevoel, even
als haar smeeken om de „barning vlaa
te vlijen" cn de „nevels te schuiven aan
een kant" in haar „Gebed in Onzeker
heid". Maar den omgang met gelijkge
stemde zielen zooals heel haar vroegere
omgeving zal de begaafde vrouw wel
pijnlijk gemist hebben, tot schade harer
ontwikkeling, al mogen wij hier niet
vergeten, dat de ommekeer van zaken
plaats greep toen zij de middaghoogte
des levens reeds had bereikt. Dat deze
gedichten, die hij zijn landgenooten aan
biedt, hel werk van een vrouw zijn,
geeft Kops ook al aanleiding hoe
anders dan onder ons hun toegevend
heid in te roepen, hoewel hij die, hoffe
lijk man als hij is, toch eigenlijk niet
durft vragen „daar het thans moeilijk
te beslissen valt aan welke der beide
Kunnen in ons Vaderland in 't oefen-
perk der Poezije de lauwer toekomt".
Was deze fijne beleefdheidsbetuiging
voor Elisabeth bestemd of werd zij ge
richt tot een andere vrouw, tot Lucretia
Wilhelmina van Merken, onder be
scherming van wier gevieiden naam Ir;
zijn boekje de wereld inzendt?
Er is natuurlijk niemand die deze
dichteres niet kent, al was het alleen
maar door haar leerdicht „Het Nut der
Tegenspoeden", dat mejuffrouw Van
Naslaan, en zij niet alleen, zoo'n heerlijk
boek vond, „dat je 't met geen drogo
rogen lezen kunt", wat te bedenkelijker
ls omdat er waren die het gedicht van
drie deelen uit het hoofd leerden. Deze
overgevoelige menschen konden ten
slotte, op het voetspoor van Borger,
„huncr tranen tal" niet meer tellen,
waai in ze wegsmolten onder het. lezen
der verzen, die Lucretia geschreven had
toen zij onder smartelijke verliezen ge
bukt ging. In dergelijke omstandigheden
mag Elisabeth haar „Schouwburg der
Verwoestinge" hebben geteekend, na-i
dal haar in een droom de waarheid van
het„sic transit gloria mundi" was ge
openbaard „ter nutte leer, mij in het
hait geprent". Er is meer. uiterlijke
overeenkomst tusschen de Amstcrdam-
sclic en de Haarlemsche dichteres, die
naar den vreemde vertrok in hetzelfde
jaar (1721) waarin de andere geboren
weid, ah wilde zij plaats maken voor
haar opvolgster in de kunst. Beide waren
koopmansdochters, op lateren leeftijd
gehuwd, nadat ze reeds naam haddeo
gemaakt als dichteres: Elisabeth door
geleerde mannen als een wonder aange
staard, Lucretia door den beroemdeu
Leidschen philoloog David Ruhnkenius
in één adem genoemd met Homerus en
Virgiliu-5. De eerste, die niet hield „van
groote en rijkbevolkte steden" en ,,'t
hulsel liever on wou schikken met
bloempjes dan met zijde strkken", ge
noot, gedurende de eerste helft van haar
leven, van de natuur op de hofstede van
haar vader ónder Bloemendaalde an
dere ,/oonde sedert haar huwelijk tot aan
haar dood te Voorschoten, dat zij uit
liefde tot het buitenleven boven het
drukke Amsterdam verkozen hacl.- Kops
zal in deze overeenkomst wél geen
aanleiding gevonden hebben zich tot
Lucretia te wenden met het verzoek of
hij haar de hem uit Kassei toegezonden
gcdichiea mocht opdragen, of zij „dier
weezen schutsvrouw wezen" wou. Hij
zag iu haar de beroemde dichteres op
wier oordeel hij prijs stelde, en in zijn
II.-
Idoet u weldadig aan. Eenvoud is hier
geen alledaagschheid en ge verveelt u
geen oogen'blilc in den omgang met inen-
'schen. zooals ge er graag ontmoetbe
schaafd, geestig menigmaal, en die u
gelegenheid te over bieden tot het ma
ken, niet hardop natuurlijk, van opmer
kingen en vergelijkingen.
Is dit weinig? Niet waard om eens Istorvene,
bekeken te worden? Ge zult 'het te lie- I
ver doen, dunkt mij, omdat do tijd hier I
besluiteloosheid stuurde hij haar het
bundeltje ter lezing. Het oordeel luidde
gunstig „gij preest hun aart en zwier,
hun houding geest en zin", en Kops
was tevreden, dat de namen der beide
vrouwen, die hij gelijkelijk hoogschatte,
de een onder de bescherming van de
andere, in zijn boekje vereenigd, zou
den voortleven en worden gewaardeerd
zoolang men in Nederland kunst zou
weten op prijs te stellen.- Hij kon voor
zijn beschermelinge niet meer doen,
maar hoe anders dan hij dacht, heeft de
geschiedenis gesproken. Elisabeth
Hoofman is als dichteres nagenoeg ver
geten, tot Lucretia Wilhelmina Vau
Merken daarentegen zei nog niet zoo
lang geleden niemand minder dan Kloos:
„gij waart een brave werkster van talent
en goeden wil, en wat gij hebt voortge
bracht leest ook de thans levende, die 't
verleden heeft leeren begrijpen, zij 't
niet overal met groot genoegen dan
toch altijd met vriendlïjke gezindheid eu
soms zelfs met een beetje van dat wezen
lijke meevoelen, dat alleen de waarach
tige literatuur in ons wekt". Te midden
van veel uiterlijke overeenkomst een
groot jvezenlijk verschil.
Al kunnen wij de gedichten van Elisa
beth dan niet met de hier bedoelde ge
zindheid lezen in zoover ze geen waar
achtige literatuur zijn, wij waardceren
ze niettemin omdat ze ons van oud-
Haarlem vertellen en met andere gege-
vermeerderd een beeld geven vau
de omgeving eener zeventiend' eeuw-
sche koopmansdochter. Kops zou ons
hier vermoedelijk op de vingers tikken
met de opmerking, dat hij ze daarvoor
nu juist niet had bewaard en uitgegeven
cn dat het weinig streelend is voor de
nagedachtenis der „schrandere" vrouw
er een dusdanig gebruik vau te maken.
Waarop wij van onzen kant den heu-
schen man zouden verzekeren, dat wij
voor hem in hoffelijkheid niet willen
onder doen, zoodat hij ons tenslotte, na
een gulle verzekering, dat wij werkelijk
hier en daar ook wel verzen louter voor
ons genoegen lezen, met zijn gewone
welwillendheid zou hebben toegestaan
om te doen wat wij niet laten kunnen.
Niet laten kunnen. Want is het geen
genot zich te verdiepen in het vcile-
Kennis te nemen van feiten, nu
maar liever nog, kennis te maken
met menschen, met grooteu cn goeden
zoowel als met eenvoudigenhun doen
en laten na te gaan, hen te leeren be
grijpen in hun arbeid, hun bedoelin
gen, hun wenschen, hun strevenhen
te ontmoeten in hun eigen vertrouwde
omgeving waarin zij eerst goed tot
hun recht komen? „De geschiedenis,"
zoo zegt Macaulay ergens, „toont ons
toestanden en begrippen en zeden, die
van onze hedendaagsche begrippen en
gewoonten nog veel meer verschillen
dan die der vreemde landen, welke wij
op onze reizen leerden kennen. Zij geeft
derhalve nog oneindig meer aanleiding
tot opmerken, vergelijken en oordeelen,
bijgevolg rijker onderviuding en vecl-
zijdiger ontwikkeling van verstand en
gemoed, dan de verste en langdurigste
reis." Natuurlijk springen wij niet ver
der dan onze stok lang is en weten
heel goed, dat de aangehaalde woorden
bedoelen een antwoord te.geven op de
vraag naar het nut der geschiedenis, dit
door eenvoudige menschen als die hier
onze aandacht vragen, niet pleegt ge
maakt te worden. In de omgeving waar
in go u zult bewegen valt niets te ont
dekken, helden noch hervormers wande
len er xond. Ge ontmoet er geen groote
denkers of kunstenaars, levensraadselen
worden er niet opgelost. Ge ziet u niet
geplaatst voor problemen, maatschappe
lijke vraagstukken laten u met rust; geen
nhuw verschiet zal er zich voor u ope-
,-ergezichten alleen kunt ge er ge-
1, zoo ge er niet tegen opziet met
gewone menschen te klimmen „langs
trap van duinen, op 't hoogst der
Aelbertsbergei kruinen". Maar zoo gij
uogen den kost geeft en het oor te
luisitren legt, zult ge veel opmerken,
aandacht verdient. Er heerscht
welvaart, zooals u blijkt uit de smaakvol
ingerichte huizen, een welvaart,dieniet
schreeuwt of druk doet, maar met dege
lijkheid gaat gepaard. Er wordt gewerkt,
schoon men er het leven geniet, ernst
zoekt ge er niet tevergeefs en do huise
lijkheid die godsdienstig leven bevordert,
alle scherpe Santen heeft afgerond,
hartstochten heeft doen bedaren, wonden
heeft geheeld.- Het onweer is afgetrok
ken, de rust is hersteld, het landschap
ademt vrede. Er is slechts herinne
ring, die plaats overlaat voor uw ver
beelding.
Door haar kracht herleeft het ge
il. E. KNAPPERT.
DE CEVOLCEN VAN DEN MOORD OP RATHENAU,
ERNSTIGE BESCHULDIGINGEN TEGEN VON KAHR.
ONLUSTEN IN SAK8EN. 14 DOOOEN EN 60 k 70 CEWONDEN.
OE STRIJD DER IEREN. IS DE VALERA GEVLUCHT?
DE MONARCHISTEN IN RUSLAND.
De moord op Rathonau
de vervolging der daders blijven de
binnenlandsche politiek van Duitschland
beheerschen,
Uit Berlijn wordt nog geseind: Zoo-
als men weet bebbctn dó moordenaars
van Rafthenau liet machinepistool,
waarmede de aanslag is gepleegd, uit
Scliwering gehaald. De „Vossiscke
Zeitung" verneemt dienaangaande uit
Schwerin gehaald. De „Vossiscke
Bij hun terugkeer naar Berlijn heb
ben de moordenaars het machinepis
tool ingeschoten op eein steengroeve.
Het is benraerkeml voor de activiteit
der politie te Schwerin, dlat niemand
van d|eze schietpartij eeiniige notitie
heeft genomen.
Een eigenaardige rol speelt te Saliwe-
rin de „GaniWart" vain de Deutsah-
völkieeh Schutz uiid Trutzbund, een
zekere Erich Bade. In Mei 1922 deed
hij een brochure het licht zien, waarin
dé volgende vöMnnen voorkwamen
„Vóór alles moeten overal afdwalin
gen van de „Völkisch Jugend" wor
den opgericht, welker leden in het
schieten en in velddienstoefeningen
moeten worden geoefend. Laait u do-or
den onschuildiigcn schijn van het cla-
lijbsche leven niet bedriegen. Wij
etaan' voor den eindstrijd. Spant alle
krachten in."
Op den avond van den moord op
Rathenau organiseerde deze Bade eon
Deutsch-völkisch Sonnewende feest,
waarop hij zulk een ophüeendio redo
lrield, dat de politie zich verplicht zag
hem te arresteeren.
Het onderzoek in verband met
den aanslag op Max
Harden
wördt met kracht voortgezet. Een door
zoeking der woning van den gearresteer
den Weichert en den nog voortvluclitigen
Ankerinann te Charlottenburg door be
ambten der politieke politie, lieeft aller
lei materiaal aan den dag gebracht. Pa
piersnippers, die men o.a, in het kolen-
hole vond, werden zorgvuldig aaneen-
gelegd en zoo verkreeg men blaadjes
papier met adressen uit de stad Olden
burg. Daar zoo spoedig mogelijk maat
regelen moesten worden genomen en er
geen, geschikte treinverbinding meer
was, stegen twee ambtenaren der poli
tieke politie in een vliegtuig op, daalden
te Bremen en begaven zich van daar
per auto naar Oldenburg, waar onmid
dellijk een onderzoek werd ingesteld.
Het materiaal, dat men vond, gaf aanlei
ding terstond tal van personen te arres
teeren en op grond van dit materiaal,
dat te Berlijn, wordt geschift, zullen
waarschijnlijk nog meer arrestaties en
omvangrijke nasporingen plaats hebben.
Reeds thans is vastgesteld, dat de bei
de daders in verbinding staan met
„Deutsch-Völksche" kringen, van waar
ook het plan tot den aanslag op Harden
is uitgegaan en van welke zijde de da
ders ook de middelen hebben gekregen
om het uit te voeren.
In den loop der vorige week hebben
zij op drie verschillende dagen de gan
gen van Harden nagegaan. Zij -telden
vast, wanneer Harden den tuin bij zijn
villa door een achterdeur verliet orn zijn
avondwandeling ie doen eu aldus kon
den zij den meest geschil: ten Lijd en de
gunstigste plaats voor hun aanslag uit
zoeken.
Do Beiersche Landdag hield zich be
zig met de behandeling van de interpel.
larie der onafhankelijker! tegen den voor-
maligen minister-president en tegeu-
woordigen regeeringspresident van
Oberbaye-rn,
Von KahgV
In deze interpellatie wordt Von Kahr ver
weten, dat hij in een rede, welke hij
voor een vergadering hield, op het her
stel der monarchie heeft aangedron
gen, en dat eenige ministers, die zich
in de zaal bevonden, niet tegen de mo
narchistische propaganda van Von Kahr
hebben geprotesteerd.
De toelichler der interpellatie noemde
Von Kahr de procuratiehouder en han
delsreiziger der aanstaande Rupprecht-
monarchie. Als betaald ambtenaar van
de republiek misbruikt hij zijn ambt be
wust voor het voeren van monarchisti
sche propaganda. Hij is een rebel, aldus
spreker, en moest voor het staatsge-
rechtskof worden gedaagd.
De minister van Binnenlandsche Za
ken verklaarde in zijn antwoord, dat
de vergadering, waarin Von Kahr het
woord heeft gevoerd, een gesloten ver
gadering was der ambtenarenvereeni-
ging en der studentenafdeeling van de
Beiersche volkspartij. Aan Von Kahr
kan het recht van lederen Duitscher, om
zijn meening vrijelijk te uiten, niet
worden ontzegd. De regeering is niet bij
machte, aldus de minister, Von Kahr ter
verantwoording te roepen.
In den loop van het debat keerde ook
de meerdcrheidssocialistische spreker
zich scherp tegen Von Kahr; hij drong
aan op zuivering der regeering van der
gelijke saboteerende elementen. Ook de
democratische woordvoerder verklaarde
namens zijn partij, het to betreuren, dat
Von Kahr thans tot de uiterste rechter
zijde is overgegaan, bij welke verkla
ring de spreker van den boerenbond zich
aansloot.
Alleen de rechterzijde stemde in met
het standpunt, dat in dezen door den
minister van Binnenlandsohe Zaken was
ingenomen.
De incidenten in
Saksen.
In verschillende deelen der stad
Zwickau hebben plunderingen en requi-
sities van levensmiddelen en automo
bielen plaats gehad. De onderhandelin
gen tusschen het stadsbestuur en het
mn actie hebben echter reeds tot
het herstel der orde en van den ouden
toestand geleid. Do arbeidersmenigte,
die de veiligheidspolitie in haar kazerne
belegerde, trok na tusschenkomst van de
bedrijfsraden af. De hulppolitie der ar
beiders zorgt te zamen met de veilig
heidspolitie voor de rust.
Het werk is overal hervat, nadat tus
schen de werkgevers en werknemers een
overeenkomst was tot stand gekomen
betreffende de vergoeding voor de loon
derving,
ln den Saksischen landdag legde de
minister van binnenlandsche zaken een
verklaring af omtrent de bloedige inci
denten te Zwickau. Hij zeide, dat de
weer is hersteld. Van de burgerlij
ke bevolking werden veertien personen
gedood en 60 h 70 gewond; van de poli-
werden zeven persouen gewond en
tien vermist,
Wildo geruchten
tegengesproken.
De te Berlijn verspreide wilde ge
ruchten over nieuwe moorden op leiden
de personen uforden van bevoegde zijde
te Berlijn als onjuist gekenmerkt, zij
schijnen in de wereld gekomen door het
iet verschijnen der burgerlijke bladen.
De wet tor bescherming
der republiek.
In den Rijksdag verliep het debat over
de vier interpellaties betreffende de wet
'tot bescherming der republiek over het
algemeen rustig. Bij de verklaringen
van den afgevaardigde Cuno (Duitschc
Volkspartij), die inzonderheid de hou
ding van Hindenburg verdedigde, kwam
het echter tot hevige scènes, «oodat de
president tijdelijk de tribunes moest
doen ontruimen, Later moest hij bjj de
redevoeringen van de Duitschc natio
nale afgevaardigden de zitting schor
sen. Een hervatting werd onmogelijk
g'emaakt door het geweldige lawaai van
links, waarbij vooral de vrouwelij keieden
van links op den voorgrond traden.
De leren
blijven voor verrassingen zorgen.
Nu het verzet te Dublin tot het verle-
deu behoort, schenken de vrijsiaters hun
aandacht aan het land, waar het proces
der afrekening met de rebellen begon
nen is,
De toestand is crilick in Enniscorthy
1 Cowexford, waar de vrijsiaters en de
ongeregelde troepen verschillende ge-
boutven bezet houden en een gevecht
dreigt. Er zijn versterkingen voor de
nationale troepen onderweg.
Er wordt ook strijd gemeld uit Tip-
perary, Wëstmealk, Kings County en
Leitrim, maar de nationale troepen win
nen in het algemeen terrein. De onge
regelde troepen hebben een groote ver
woesting aangericht in Sligo, alvoreus
zij ontsnapten. Er gaan geruchten over
hevige verliezen in verschillende gebie
den, maar betrouwbare bijzonderheden
zijn alsnog niet te verkrijgen.
De 'berichten omtrent De Valera zijn
verward. Volgens het eene ontsnapte hij
een ziekenauto, volgens het andere
als koetsier vermomd. Het heet, dat De
Valera gewond is, maar bevestiging ont
breekt. Hij zou zich in de omgeving
SWicklow ophouden,
e geregelde troepen vertrekken in
gxooten getale zuidwaarts, waar de wor
steling nog wel een ntaand kan duren,
„Daily Express" verneemt uit
Belfast dat alle voornaamste rebellen uit
de Midlands gearresteerd zijn en in de
kazerne van Athlone zijn gevangen ge
it.
Het communiqué van het hoofdkwar
tier te Dublin meldt, dat de nationale
troepen meester zijn in de graafschap
pen Roscommon, Longford, Westmea'h
1 Ooslmayo,
Volgens de „Daily Mail" vielen dui
zend man geregelde troepen de od ge
regelde troepen aan in de heuvels ten
Zuiden van Dublin. Zij namen dertig
man met een aantal auto's gevangen. De
hoofdmacht werd m de richting van Bies-
sington gedreven, nabij Brittas.
De „Daily £hronicle" meldt, dat de op
roep der voorloopige regeering om on-
de wapens te komen geestdriftig be
antwoord is door talrijke vrijwilligers
van alle leeftijden, klassen en beroepen
die 2ich bij de recruteeringsbureaux
aanmelden, waar zij lange files vormen.
Volgens de „Evening Standard" is
Barton, een der onderteekenaars vau
het Eugelsdh-Iersche verdrag, maar die
zich aan de' zijde der republikeinen had
geschaard en ook als zoodanig bij de
jongste verkiezingen gekozen was, ge
arresteerd en in het bezit gevonden van
documenten van militair belang. Art
O'Brien en Sean T O'Kelly, die even
eens gearresteerd werden, zijn vrjjgela-
Te Belfast zijn vijf branden uitgebro
ken, waarvan een ontstaan is door een
bom door een wielrijder in een huis ge
worpen.
Aan mevrouw Mac Swiney, die ook
gevangen geuomen was, is aangeboden
haar vrij te laten, maar het heet dat zij
dit geweigerd heeft.
Do voorloopige lersoho regeenng heeft,
zooa'ls gemeld, oen proclamatie uitgege
ven, waarbij allo mannen onder de wa
penen worden goroepen.
Vennoedelyk lieol't dozo oproep niet
zoozoer ten doel de mannen werkelijk in
te ljjven voor don strjjd tegen de rovolu-
tionnairen, als wol om te pogen een norm
van onderscheid te vinden tusschen vrien.
don en vijanden.
Terzelfder tijd heeft Da Valera een
proclamatie gepubliceerd, waarin wordt
gezegd, dat alleen de Dail Eire an n het
wettig gezag iu Ierland knn uitoefenen,
dat do republiek voortbestnat en dat do
tegenwoordige regoering< die haar innii-
daat schijnt co willen ontloenen aan oen
verdrag mot oon „vreemde mogendheid"
verraad ploegt ten opziolito van de repu
bliek on dientengevolge voor den rechter
behoort to worden geroepen wegens hoog
verraad. Alle opstootjes zijn het gevolg
van dit optreden, waarvoor dus niet do
mannen, dio den cod, aan de republiek
gedaan, hebben gehouden, verantwoorde
lijk zjjn, doch juist zjj die dien oed niet
nakwamen.
De Valera zegt verder, dat hot veld-
toehtplau zich volgens do oor sprak el ijke
plannen ontwikkelt en dat tijdens den
etryd om do Four Courts, zooals van te
voren was beraamd de formatie vnu an
dere Btrijdkraohteen in verschillende doe
len van Ierland den gc-wenschtenvoort»
gang kon hebben.
Volgens de „New-Yorlc Herald" (Pa-i
rijsche editied beginnen
de monarchisten in
Rusland
zeer actief te worden. Voortdurend rei
zen afgezanten heen en weer tusschen
Parijs en Rusland om contact te onder
houden met royalistische uitggwekenea
en hun aanhangers in het land zelf. Deze
gezanten stellen het bolsjewistisch re
gime voor, als het einde nabij en zeggen,
dat zelfs talrijke bolsjewisten hebben er
kend liever met een Romanof te willen
onderhandelen dan her land geheel iu
anarchie te zien ten gronde gaan, het
geen tusschen haakjes al zeer onwaa'-
schijnJijk is. Hoe dit zij, de „Herald"
verzekert, dat grootvorst Nicolaas. de
vroegere opperbevelhebber, die ie Can
nes vertoeft, de groote favoriet is voor
den troon, bezoek van tallooze Russen
ontvangt, die zeggen revolurionnairo
groepen te vertegenwoordigen en ge
neraal Broessilof wordt genoemd als tus-
schenpersoon, hoezeer die ook als eea
steunpilaar van het Sovjetbewind be
kend staat.
De generaal zou een brief geschreven
hebben aan Nicolaas, gedateerd jq Juni,,
waarin wordt uiteengezet, dat de tegen
woordige toestand van Rusland onhoud
baar is, en dat het Russische volk lang
zamerhand öeheel tot een wilden toe
sta nd tcrugkeeit. Daarom stelt Broessi
lof „rijn hoogheid" voor naar Rusland
te komen cn daar een beweging te ver
wekken, die zou samenvallen met do
operatie van de troepen van Wrangel,
die nog overgebleven zijn. Nicolaas zou
gemeend hebben, dat de brief valsch
en bestemd is hem in den val te lokken,
aangetoond dat deze wel degelijk dooi
Broessilof geschreven is.
Varepraid niauws
BEPERKING VAN GIFTIGE
GASSEN ENZ.
De ontwapeniiigs-coramissïe van den
Volkenbond -eeft besloten een uitnoodi-
ging te richten aan de leden van den
Volkenbond tot aausluiintg aan do
nashingtonsche conventie betreffende
het gebruik van giftige gassen benevens
tot een verzoek aan alle geleeiden ter
wereld om de resultaten van hun na
sporingen betreffende giftige gassen w
pubheeeren.
HET PROCES-MILJOEKOF.
In het Miljoekof-proces te Berliin te
gen de van den moord besclui'ldtrdo
vroegere Russische officftren Schabels-
ky, Bork en Taboritsky ontstond ecu
politiek debat bij het verhoor v»n het
gewezen Russische Doema-lid Volken
sant, oie in de Doema aanwezig was op
het oogenblik, dat Miljoekof zijn reda
meid, die hem den haat der rerjuscne
partijen in Rusland, resp. van de beido
beklaagden, op den hals haalde. Ge
tuige deelt mede, dat Miljoekof, nadat
reeds te voren door links-radicale par-
dergolijke beweringenwaren geut:,
de eerste maal als lid van de be
houdende kadetienpartij beweerde, da:
de jonge Tsarusa als Hessische vorsten-
dochter zeer dicht stond bij de kringen,
die naar een afzonderlijken vrede tus-
schen Duitschland en Rusland streef-
den Miljoekof verwees daarbij naar een
artikel van de „Frankf. Ztg.". Lkm
directe aanklaoht tegen de Tsarenfami
lie had de rede van Miljoekof niet be
vat, maar eerst later was Kerensky ojien-
lijk met dergelijke beschuldigingen g—
komen.
Naar aanleiding van deze gétuigen-
veiklaring ontstond een langdurig poli
tiek debat, waaraan de verdedigers van
beklaagden en het O. M. deelnamen,
verschillende andere getuigen werden.
nog over bijzonderheden van het gebeui-
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Wij waren een paar weken op reis
geweeo'; en kwaanan precies op tijd
terue, oru ceil kransavond bij tc wo
nen bij neef Wouter. Daar vonidien we
het heole gezelschap voltalligin <Le
eerste plaats natuurlijk gastheer en
gastvrouw en ten slotte een introducé,
de heer Ernst, iemand dien we anders
zoo niet in. onze geregelde bijeenkom
sten aantreffenDit zou, wegens liet
beperkte aantal zitplaatsen, dat in een
modernen salon beschikbaar pleegt tc
wezen, een bezwaar hebben kunnen
zijn, wanneer Ernst een stoel noodig
ha.d gehad. M,aar dat deed hij niet. Hij
zat namelijk in 't geheel niet, hij stond
ook niet, evenmin lag hij om het
juist te zeggenhij zweefde, ja, hij
zwoefdio in de kamer. Zooals de roman
schrijvers gewoon zijn te zeggenernst,
vervulde het vertrek, ernst lag op de
gelaatstrekken van de aanwezigen te
lezen, men kon het den aanwezigen
aanzien, dat hun gedachten door ernst
bezield werden.
En waarom die ernst? Nlaluurlijk
omdat iedereen gevoelde, dat een ern
stig onderwerp dien avond de gesprek
ken zou vullen de verkiezing voor de
Tweede Kamer. Nauwelijks waren wo
gezeten, of de gastheer nam het woord.
Hij had, zei hij, een diepgaand© stu
die van de zaak gemaakt eot vonidl hot
noodig om ons daarover een en ander
mee te deelen, om ons voor te berei
den op het gewichtig moment van do
verkiezing zelf. „Vooral voor de da
mes I" zei hij.
„Aiha", zei Hopma.
..Maar de mannen kunnen er ook
heel wat van leeren," zei Wouter.
"Oho", zei mevrouw Hopma.
Daarna, liogon Wouter een voop-
«racht tc houden uif, een stapel stuk-
nrü» u' '0,'k(?n' Jiii vóór ziolt op
tafel had neergelegd. Hij begon met
den tegenwooa-digen toestand, die naar
I iiij verzekerde evenwel uit de vroegere
geschiedenis verklaard moest worden.
Zoo deinsde Mi in zijn verhaal ach
teruit, eerst uit de 2Uet© eeuw in de
negentiende, retireerde toen naar de
18de, de 17de, telkens verder
in de geschiedenis achteruit. Met
ontzetting keken we elkaar aan. Waar
gingen we heen 1 ls de wereld1 niet vele
duizende jaren oud 'i Werd er niet, zoo
lang ze bestaat, gestemd en gekozen?
Zou de geleerdheid van Wouter, al
maar achteruit deinzende door de
historie van de wereld heen, ons niet
loslaten vóórdat wij het sleonen tijd
perk of den primitieven mensoh uit liet
Neanderdal bereikt haddeai. Plotseling
hield hij op en sloeg zijn laatste ma
nuscript diohit. Een zucht van varlick
ting steeg op uit de kelen van zijn gas
ton. Hupstra, diie had zitten slapen,
bonsde met zijn hoofd tegen de leu
ning van zijn stoel en werd toen met
een goed wakker. Mijn vrouw maakt»
wonderlijke gebaren met haar kaak en
die anderen schonen uit een soort ver
stijving te ontwaken. Niemand zei wa.t
en daar je toch beleefd nmet wezen
tegenover je gastheer, nam nt den last
van den Leugen op mij en zei:
„Heel interessant!"
„Koker," jokte Hupstra mee.
„Km zoo beknopt", voegjdb Hopma
er bij. Maar deze ironie bekwam hem
slecht, want Wouter antwoordde
doodbedaard
„Beknopte verklaringen zou jij niet
begrijpen, vriend Hopma".
Ik kan niet precies navertellen, wat
hij al zoo verte'.d heeft. Mogelijk is
het allemaal in mijn hoofd een beetje
verward geraakt, maar op een oogen-
zwaar tegen deze stemming",
„Wat dan?".vroegen we.
„Het Rijk is zoo karig. Waarom peetje teleurgesteld,
mogen we maar op één persoon stem
men?"
üoed, ze ging. Avond aan a.ond
zat ze m openbare vergaderingen,
„Wou ja dan meer stemmen uit- J met een dik notitieboek en ©cn groot
brengen?" potlood, lederen avond kwam ze met
„Waarom niet? Er zijn een heele- vol geschreven vellen thuis en lederen
boel kleine partijtjes, 'waar ik wet morgen had zo liooidpijn, van de in-
wat voor voel. Daar heb je d© Bond spanning, de warmte tn den tauaks-
van belastingbetalers, eigenlijk do
Bond van menschen. die veel minder
belasting willen betalen. Daar ben ik
voor
„En dan moeten de andere partijen
zeker de rest maar opbrengen", zei
Hupstra. „Egoïst'"
„Ook voel ik voor do Volkswelvaart
van Faubel. Wie zou niet voor de
volkswelvaart voelen? Dat is twee.
Dan heb ik ook sympathie voor do
Onafhankelijken. Mijn heele leven heb
ik naar onafhankelijkheid gestreefd".
„En ben je nogal geslaagd?" vroeg
Wouter.
Hier en daar werd ©en glimlach
verknepen, want do krans weet wed,
dat Hopma thuis niet veel heeft in te
brengen.
„Dav is drie", ging Hopma voort,
zonder zich van zijn stuit te laten
brengen. „Dan is er ook nog de Bond
van Bezuiniging. Ik ben voor bezui
niging. Dat is vier. Nu vraag ik jel
Ik kan vier stembiljetten in redelijk
heid gebruiken ©11 de Staat der Ne
derlanden geeft er maar één. Is dat
karig of niet?"
„Je doet me denken aan een dame
van mijn kennis", zei Hupstra. „Toen
de verkiezingscampagne begon, sprak
z© haar man ernstig en ongeveer als
blik leek het mij toe, dat hij de gre-1 volgt toe: beste man, ik hou lieel veel
nadiers van Napoleon liet deelen door I van je, maar van de politiek weet je,
de 52 stembussen in Haarlem on zoo geloof ik, niet veel af. Daarom ben ik
kwam tot het aantal leden van liet van plan, zooveel mogelijk openbare
eerste Parlement in Nederland. Hetvergaderingen te bezoeken eai daarna
was knap en razend geleerd. Maar I voor mij zelf uit te maken, op wlen ik
voor deze verkiezing werd je er niet stemmen zal".
veel wijzer door. J „Dat is goed, hoor", zei de man
„Ik heb", zei Hopma, „één groot be- gemoedelijk. De vrouw, liad blijkbaar
rook. Zo at niet meer en begon
bleek uit to zien. Ilaar man vroeg:
„scheelt je wat?" maar ze zei van
niet".
Toevallig keek ik den kring rond.
Mevrouw Hupstra zat daar met een
nougrooue Kiem-.
„naar man begreep er olies van",
ging riupstra voort. „Ze werd ver-
sencuxd door inwendigen strijd. Hau
■ze een recihseno \ergadei-mg bijge
woond, dan voelue ze wel wat vota
reente eu was op een lixikscne bij
eenkomst geweest, dun had ze wei
sympathie voor links. Stel je voor",
ging Hupstra reueiieerencl verder,
„stel je voor, dat je zooiets overkomt,
't is precies of je milt wordt gescho
ven op do plaats waar de lever moet
zitten en omgekeerd
„En je hart zou door die inwen
dig© slingeringen ook al heel gauw
niet meer op de rechte plaats zitten",
voegde Wouter er zalvend bij.
„Juist, juist", zei Hupstra, goed
keurend knikkend. „De muil keek dat
aan en wachtte zijn tijd af. Eindelijk,
ze was al broom giyiu slikken, kwam
ze op ©en avond na een vergadering
die heel lang geduurd had', thuis en
zei: „ik kan er niet meer uit wij®
worden, ze^ebben allemaal gelijk ais1
je ze zoo hoort en ik kon tocli maar
op één stemmen". Toen kwamen de
waterlanders
„Dat jok jel" riep opeens mevrouw
Hupstra en zweeg toen dadelijk, om
dat ze zich zoo verraden had. Maar
toen ging ze verder: „jullie nioogt het
ook wel weten, ik deed mijn best er
veel over te hooren, maar 't werd hoe
aan, dat verzint mijn man
„Nou, nou" zei i-lupbtra, „tranen
misstaan een vrouw volstrekt niet,,
integendeel, ze wordt er door versierd,
in tegenstelling met de harde onbe
wogenheid van den man".
„En op wie ga je nu stemmen?"
„Mijn vrouw stemt op mijn candi-
daat", antwoordde Hupstra.
„O nee", zei zijn vrouw, „het is
precies andersom. -Jij stemt op mijn
candidaat".
„Zoo is het", gaf Hupstra gelaten
toe.
E11 de manuen in den kring glim
lachten. De vrouwen niet. Dio ke
ken, of er beelemaal niets te glim
lachen was.
Nu nam mevrouw Hopina het woord.
„Ik vind", zei ze, „die heele verlcio-
zingsgeschiedems zoo indirect* zoo ver
1 verwacht, dat zij heel wat tegenstand langer hoe verwarder in mijn hoofd. Voor is de afstand te Kroot Hu
zou ontmoeten en keek daarom een Maanman die waterlanders is niets Mj praat heel mooi en dan klapt da
vergadering en vraagt de voorzitter,
wie iets aan den spreker heeft te vra
gen en dan zou ik wel het woord wil
len nomen, als ik 't niet zoo eng vond,
zoo dood eng..."
„Och kom", zei Wouter.
,,Bluf maar niet, jij durft óók niotl"
„Maar wat zou je dan willen vra'
gen?' informeerde Hopma, zijn vrouw
te hulp komende.
„Ik zou willen zeggen: „meneer do
spreker, 11 wil bezuinigen, maar k a n
11 dat ook?" Dan zegt liij; „ja me
vrouw, niet uit mij zelf, want dan zou
ik een zoogenaamd initiatief voorstel
rnocten doen en daar komt gewoonlijk
niet veel van terecht."
Dan zog ik weer,,maar meneer do
spreker^ doet een van uw collega's
dan zoo'n voorstel
„Neen mevrouw", antwoordt hij,
„want die hebben er ook weinig ple
zier in. Maar do Minister kan een
voorstel doen, ziet u en dan komt het
er wel door."
„Maar wanneer de Minister het dus
niet doet?"
,,Ja ziet u, dan komt er niets van."
.,Dus de Minister moet feitelijk be
zuinigen.''
„Dat is het allerbeste".
„Maar mijnheer de spreker, dan zal
u niet veel aan bezuinigen kunnen
doen".
De spreker steekt dan zijn hand tus
schen zijn jsts en zegt: „mevrouw, ie-
dero Minister, die bezuinigen wil, kan
op mijn steun rekenen."
En dan applaudisseert de vergade
ring". Maar ik doe 't toch eenvoudiger
met mijn peultje?-," zei mevrouw Hop
ma vastberaden. „Meer dadelijk, meer
rechtstreeks, weet je
Er heerschte een oogenblik stilte in
de kamer. Toen vroeg ik aan do
gastvrouw,,en Koos. wie kies jij 1"
,,lk kies dé theepot," zei tante Koos,
„ze i?' nog goed, wie wil nog een
kopje
KIDELIO.
veg...
Wij informeerden hoe ze dat had
bedacht.
„Kijk", zei ze, „afe ik 's morgens
tot de dienstbode zeg: de bloemkool
is te duur vandaag, we nemen peul
tjes, dan bezuinig ik dadelijk. Kan 1.
een dag later iets krijgen, dat nog
goedkooper eli ook lekker is,
dan neem ik dat en bezuinig
alweer. Maar nu willen wij, dat de
Tweede Kamer zal bezuinigen, met
heelwat andere sommen, op groote
dingen. Ga je naar de openbare ver-
fc-ndoringen, vóór'de verkiezing, dap
zie je in de verte, door een wolk blau
wen rook heen, want de mannen wil
len lot rooken niet laten.
.,Wat blief je?" zei Wouter en
k-iies een dikke wolk naar liet pla
fond.
„Ik zeg die onbeleefde mannen wil
len het vooken niet opgeven, dan zie
jc heel in de verte in een zwarto jas
een heer, dio een redevoering houdt.
Dat is de candidaat als jc hem den
volgenden dag op straat tegenkwam,
zou je hern met eens herkennen, daar