HAARLEM'S DAGBLAD Uit de omgeving van Elisabeth Hoofman BuitenlanM Overzicht haaneüima? Mietjes ZATERDAG 8 JULI 1922 VIERDE BLAD Zoo was dan Elizabeth's dichterlijk© .nalatenschap Kops ia handen gevallen, maar na de kunstgevoelige man het be geerde bundeltje een en andermaal ge lezen heeft, schroomt hij lot de uitgave over te gaan. Hij kende zijn tijd, die iet wat kieskeurig viel op het punt van dich terlijke vrijheden, waarvan de zevea- tiend'ccuwsche een andere opvatting had dan des koopmans tijdgenooten. En wanneer hij ten slotte hel boekje toch in het licht geeft, doet Hij dan ook een beroep op de welwillendheid van den lezer, die wel veel zal willen verschoo- nen in een dichteres, die „in de ramp spoeden deezer waerod rijkiijk haar deel had" en wien het gedurende een geruimen tijd van haar leven „ontbro ken heeft aan omgang met lieden van kunstoeffening". Kops vergat, dat hot haar slechtste gedichten niet zijn, die in nood zijn geboren en dat juist de tegenheden haar de „Bede" om gelaten heid op de lippen legden: „te willen 'tgeen Gij wilt, te denken zo Gij 't denkt", uitingen van zuiver gevoel, even als haar smeeken om de „barning vlaa te vlijen" cn de „nevels te schuiven aan een kant" in haar „Gebed in Onzeker heid". Maar den omgang met gelijkge stemde zielen zooals heel haar vroegere omgeving zal de begaafde vrouw wel pijnlijk gemist hebben, tot schade harer ontwikkeling, al mogen wij hier niet vergeten, dat de ommekeer van zaken plaats greep toen zij de middaghoogte des levens reeds had bereikt. Dat deze gedichten, die hij zijn landgenooten aan biedt, hel werk van een vrouw zijn, geeft Kops ook al aanleiding hoe anders dan onder ons hun toegevend heid in te roepen, hoewel hij die, hoffe lijk man als hij is, toch eigenlijk niet durft vragen „daar het thans moeilijk te beslissen valt aan welke der beide Kunnen in ons Vaderland in 't oefen- perk der Poezije de lauwer toekomt". Was deze fijne beleefdheidsbetuiging voor Elisabeth bestemd of werd zij ge richt tot een andere vrouw, tot Lucretia Wilhelmina van Merken, onder be scherming van wier gevieiden naam Ir; zijn boekje de wereld inzendt? Er is natuurlijk niemand die deze dichteres niet kent, al was het alleen maar door haar leerdicht „Het Nut der Tegenspoeden", dat mejuffrouw Van Naslaan, en zij niet alleen, zoo'n heerlijk boek vond, „dat je 't met geen drogo rogen lezen kunt", wat te bedenkelijker ls omdat er waren die het gedicht van drie deelen uit het hoofd leerden. Deze overgevoelige menschen konden ten slotte, op het voetspoor van Borger, „huncr tranen tal" niet meer tellen, waai in ze wegsmolten onder het. lezen der verzen, die Lucretia geschreven had toen zij onder smartelijke verliezen ge bukt ging. In dergelijke omstandigheden mag Elisabeth haar „Schouwburg der Verwoestinge" hebben geteekend, na-i dal haar in een droom de waarheid van het„sic transit gloria mundi" was ge openbaard „ter nutte leer, mij in het hait geprent". Er is meer. uiterlijke overeenkomst tusschen de Amstcrdam- sclic en de Haarlemsche dichteres, die naar den vreemde vertrok in hetzelfde jaar (1721) waarin de andere geboren weid, ah wilde zij plaats maken voor haar opvolgster in de kunst. Beide waren koopmansdochters, op lateren leeftijd gehuwd, nadat ze reeds naam haddeo gemaakt als dichteres: Elisabeth door geleerde mannen als een wonder aange staard, Lucretia door den beroemdeu Leidschen philoloog David Ruhnkenius in één adem genoemd met Homerus en Virgiliu-5. De eerste, die niet hield „van groote en rijkbevolkte steden" en ,,'t hulsel liever on wou schikken met bloempjes dan met zijde strkken", ge noot, gedurende de eerste helft van haar leven, van de natuur op de hofstede van haar vader ónder Bloemendaalde an dere ,/oonde sedert haar huwelijk tot aan haar dood te Voorschoten, dat zij uit liefde tot het buitenleven boven het drukke Amsterdam verkozen hacl.- Kops zal in deze overeenkomst wél geen aanleiding gevonden hebben zich tot Lucretia te wenden met het verzoek of hij haar de hem uit Kassei toegezonden gcdichiea mocht opdragen, of zij „dier weezen schutsvrouw wezen" wou. Hij zag iu haar de beroemde dichteres op wier oordeel hij prijs stelde, en in zijn II.- Idoet u weldadig aan. Eenvoud is hier geen alledaagschheid en ge verveelt u geen oogen'blilc in den omgang met inen- 'schen. zooals ge er graag ontmoetbe schaafd, geestig menigmaal, en die u gelegenheid te over bieden tot het ma ken, niet hardop natuurlijk, van opmer kingen en vergelijkingen. Is dit weinig? Niet waard om eens Istorvene, bekeken te worden? Ge zult 'het te lie- I ver doen, dunkt mij, omdat do tijd hier I besluiteloosheid stuurde hij haar het bundeltje ter lezing. Het oordeel luidde gunstig „gij preest hun aart en zwier, hun houding geest en zin", en Kops was tevreden, dat de namen der beide vrouwen, die hij gelijkelijk hoogschatte, de een onder de bescherming van de andere, in zijn boekje vereenigd, zou den voortleven en worden gewaardeerd zoolang men in Nederland kunst zou weten op prijs te stellen.- Hij kon voor zijn beschermelinge niet meer doen, maar hoe anders dan hij dacht, heeft de geschiedenis gesproken. Elisabeth Hoofman is als dichteres nagenoeg ver geten, tot Lucretia Wilhelmina Vau Merken daarentegen zei nog niet zoo lang geleden niemand minder dan Kloos: „gij waart een brave werkster van talent en goeden wil, en wat gij hebt voortge bracht leest ook de thans levende, die 't verleden heeft leeren begrijpen, zij 't niet overal met groot genoegen dan toch altijd met vriendlïjke gezindheid eu soms zelfs met een beetje van dat wezen lijke meevoelen, dat alleen de waarach tige literatuur in ons wekt". Te midden van veel uiterlijke overeenkomst een groot jvezenlijk verschil. Al kunnen wij de gedichten van Elisa beth dan niet met de hier bedoelde ge zindheid lezen in zoover ze geen waar achtige literatuur zijn, wij waardceren ze niettemin omdat ze ons van oud- Haarlem vertellen en met andere gege- vermeerderd een beeld geven vau de omgeving eener zeventiend' eeuw- sche koopmansdochter. Kops zou ons hier vermoedelijk op de vingers tikken met de opmerking, dat hij ze daarvoor nu juist niet had bewaard en uitgegeven cn dat het weinig streelend is voor de nagedachtenis der „schrandere" vrouw er een dusdanig gebruik vau te maken. Waarop wij van onzen kant den heu- schen man zouden verzekeren, dat wij voor hem in hoffelijkheid niet willen onder doen, zoodat hij ons tenslotte, na een gulle verzekering, dat wij werkelijk hier en daar ook wel verzen louter voor ons genoegen lezen, met zijn gewone welwillendheid zou hebben toegestaan om te doen wat wij niet laten kunnen. Niet laten kunnen. Want is het geen genot zich te verdiepen in het vcile- Kennis te nemen van feiten, nu maar liever nog, kennis te maken met menschen, met grooteu cn goeden zoowel als met eenvoudigenhun doen en laten na te gaan, hen te leeren be grijpen in hun arbeid, hun bedoelin gen, hun wenschen, hun strevenhen te ontmoeten in hun eigen vertrouwde omgeving waarin zij eerst goed tot hun recht komen? „De geschiedenis," zoo zegt Macaulay ergens, „toont ons toestanden en begrippen en zeden, die van onze hedendaagsche begrippen en gewoonten nog veel meer verschillen dan die der vreemde landen, welke wij op onze reizen leerden kennen. Zij geeft derhalve nog oneindig meer aanleiding tot opmerken, vergelijken en oordeelen, bijgevolg rijker onderviuding en vecl- zijdiger ontwikkeling van verstand en gemoed, dan de verste en langdurigste reis." Natuurlijk springen wij niet ver der dan onze stok lang is en weten heel goed, dat de aangehaalde woorden bedoelen een antwoord te.geven op de vraag naar het nut der geschiedenis, dit door eenvoudige menschen als die hier onze aandacht vragen, niet pleegt ge maakt te worden. In de omgeving waar in go u zult bewegen valt niets te ont dekken, helden noch hervormers wande len er xond. Ge ontmoet er geen groote denkers of kunstenaars, levensraadselen worden er niet opgelost. Ge ziet u niet geplaatst voor problemen, maatschappe lijke vraagstukken laten u met rust; geen nhuw verschiet zal er zich voor u ope- ,-ergezichten alleen kunt ge er ge- 1, zoo ge er niet tegen opziet met gewone menschen te klimmen „langs trap van duinen, op 't hoogst der Aelbertsbergei kruinen". Maar zoo gij uogen den kost geeft en het oor te luisitren legt, zult ge veel opmerken, aandacht verdient. Er heerscht welvaart, zooals u blijkt uit de smaakvol ingerichte huizen, een welvaart,dieniet schreeuwt of druk doet, maar met dege lijkheid gaat gepaard. Er wordt gewerkt, schoon men er het leven geniet, ernst zoekt ge er niet tevergeefs en do huise lijkheid die godsdienstig leven bevordert, alle scherpe Santen heeft afgerond, hartstochten heeft doen bedaren, wonden heeft geheeld.- Het onweer is afgetrok ken, de rust is hersteld, het landschap ademt vrede. Er is slechts herinne ring, die plaats overlaat voor uw ver beelding. Door haar kracht herleeft het ge il. E. KNAPPERT. DE CEVOLCEN VAN DEN MOORD OP RATHENAU, ERNSTIGE BESCHULDIGINGEN TEGEN VON KAHR. ONLUSTEN IN SAK8EN. 14 DOOOEN EN 60 k 70 CEWONDEN. OE STRIJD DER IEREN. IS DE VALERA GEVLUCHT? DE MONARCHISTEN IN RUSLAND. De moord op Rathonau de vervolging der daders blijven de binnenlandsche politiek van Duitschland beheerschen, Uit Berlijn wordt nog geseind: Zoo- als men weet bebbctn dó moordenaars van Rafthenau liet machinepistool, waarmede de aanslag is gepleegd, uit Scliwering gehaald. De „Vossiscke Zeitung" verneemt dienaangaande uit Schwerin gehaald. De „Vossiscke Bij hun terugkeer naar Berlijn heb ben de moordenaars het machinepis tool ingeschoten op eein steengroeve. Het is benraerkeml voor de activiteit der politie te Schwerin, dlat niemand van d|eze schietpartij eeiniige notitie heeft genomen. Een eigenaardige rol speelt te Saliwe- rin de „GaniWart" vain de Deutsah- völkieeh Schutz uiid Trutzbund, een zekere Erich Bade. In Mei 1922 deed hij een brochure het licht zien, waarin dé volgende vöMnnen voorkwamen „Vóór alles moeten overal afdwalin gen van de „Völkisch Jugend" wor den opgericht, welker leden in het schieten en in velddienstoefeningen moeten worden geoefend. Laait u do-or den onschuildiigcn schijn van het cla- lijbsche leven niet bedriegen. Wij etaan' voor den eindstrijd. Spant alle krachten in." Op den avond van den moord op Rathenau organiseerde deze Bade eon Deutsch-völkisch Sonnewende feest, waarop hij zulk een ophüeendio redo lrield, dat de politie zich verplicht zag hem te arresteeren. Het onderzoek in verband met den aanslag op Max Harden wördt met kracht voortgezet. Een door zoeking der woning van den gearresteer den Weichert en den nog voortvluclitigen Ankerinann te Charlottenburg door be ambten der politieke politie, lieeft aller lei materiaal aan den dag gebracht. Pa piersnippers, die men o.a, in het kolen- hole vond, werden zorgvuldig aaneen- gelegd en zoo verkreeg men blaadjes papier met adressen uit de stad Olden burg. Daar zoo spoedig mogelijk maat regelen moesten worden genomen en er geen, geschikte treinverbinding meer was, stegen twee ambtenaren der poli tieke politie in een vliegtuig op, daalden te Bremen en begaven zich van daar per auto naar Oldenburg, waar onmid dellijk een onderzoek werd ingesteld. Het materiaal, dat men vond, gaf aanlei ding terstond tal van personen te arres teeren en op grond van dit materiaal, dat te Berlijn, wordt geschift, zullen waarschijnlijk nog meer arrestaties en omvangrijke nasporingen plaats hebben. Reeds thans is vastgesteld, dat de bei de daders in verbinding staan met „Deutsch-Völksche" kringen, van waar ook het plan tot den aanslag op Harden is uitgegaan en van welke zijde de da ders ook de middelen hebben gekregen om het uit te voeren. In den loop der vorige week hebben zij op drie verschillende dagen de gan gen van Harden nagegaan. Zij -telden vast, wanneer Harden den tuin bij zijn villa door een achterdeur verliet orn zijn avondwandeling ie doen eu aldus kon den zij den meest geschil: ten Lijd en de gunstigste plaats voor hun aanslag uit zoeken. Do Beiersche Landdag hield zich be zig met de behandeling van de interpel. larie der onafhankelijker! tegen den voor- maligen minister-president en tegeu- woordigen regeeringspresident van Oberbaye-rn, Von KahgV In deze interpellatie wordt Von Kahr ver weten, dat hij in een rede, welke hij voor een vergadering hield, op het her stel der monarchie heeft aangedron gen, en dat eenige ministers, die zich in de zaal bevonden, niet tegen de mo narchistische propaganda van Von Kahr hebben geprotesteerd. De toelichler der interpellatie noemde Von Kahr de procuratiehouder en han delsreiziger der aanstaande Rupprecht- monarchie. Als betaald ambtenaar van de republiek misbruikt hij zijn ambt be wust voor het voeren van monarchisti sche propaganda. Hij is een rebel, aldus spreker, en moest voor het staatsge- rechtskof worden gedaagd. De minister van Binnenlandsche Za ken verklaarde in zijn antwoord, dat de vergadering, waarin Von Kahr het woord heeft gevoerd, een gesloten ver gadering was der ambtenarenvereeni- ging en der studentenafdeeling van de Beiersche volkspartij. Aan Von Kahr kan het recht van lederen Duitscher, om zijn meening vrijelijk te uiten, niet worden ontzegd. De regeering is niet bij machte, aldus de minister, Von Kahr ter verantwoording te roepen. In den loop van het debat keerde ook de meerdcrheidssocialistische spreker zich scherp tegen Von Kahr; hij drong aan op zuivering der regeering van der gelijke saboteerende elementen. Ook de democratische woordvoerder verklaarde namens zijn partij, het to betreuren, dat Von Kahr thans tot de uiterste rechter zijde is overgegaan, bij welke verkla ring de spreker van den boerenbond zich aansloot. Alleen de rechterzijde stemde in met het standpunt, dat in dezen door den minister van Binnenlandsohe Zaken was ingenomen. De incidenten in Saksen. In verschillende deelen der stad Zwickau hebben plunderingen en requi- sities van levensmiddelen en automo bielen plaats gehad. De onderhandelin gen tusschen het stadsbestuur en het mn actie hebben echter reeds tot het herstel der orde en van den ouden toestand geleid. Do arbeidersmenigte, die de veiligheidspolitie in haar kazerne belegerde, trok na tusschenkomst van de bedrijfsraden af. De hulppolitie der ar beiders zorgt te zamen met de veilig heidspolitie voor de rust. Het werk is overal hervat, nadat tus schen de werkgevers en werknemers een overeenkomst was tot stand gekomen betreffende de vergoeding voor de loon derving, ln den Saksischen landdag legde de minister van binnenlandsche zaken een verklaring af omtrent de bloedige inci denten te Zwickau. Hij zeide, dat de weer is hersteld. Van de burgerlij ke bevolking werden veertien personen gedood en 60 h 70 gewond; van de poli- werden zeven persouen gewond en tien vermist, Wildo geruchten tegengesproken. De te Berlijn verspreide wilde ge ruchten over nieuwe moorden op leiden de personen uforden van bevoegde zijde te Berlijn als onjuist gekenmerkt, zij schijnen in de wereld gekomen door het iet verschijnen der burgerlijke bladen. De wet tor bescherming der republiek. In den Rijksdag verliep het debat over de vier interpellaties betreffende de wet 'tot bescherming der republiek over het algemeen rustig. Bij de verklaringen van den afgevaardigde Cuno (Duitschc Volkspartij), die inzonderheid de hou ding van Hindenburg verdedigde, kwam het echter tot hevige scènes, «oodat de president tijdelijk de tribunes moest doen ontruimen, Later moest hij bjj de redevoeringen van de Duitschc natio nale afgevaardigden de zitting schor sen. Een hervatting werd onmogelijk g'emaakt door het geweldige lawaai van links, waarbij vooral de vrouwelij keieden van links op den voorgrond traden. De leren blijven voor verrassingen zorgen. Nu het verzet te Dublin tot het verle- deu behoort, schenken de vrijsiaters hun aandacht aan het land, waar het proces der afrekening met de rebellen begon nen is, De toestand is crilick in Enniscorthy 1 Cowexford, waar de vrijsiaters en de ongeregelde troepen verschillende ge- boutven bezet houden en een gevecht dreigt. Er zijn versterkingen voor de nationale troepen onderweg. Er wordt ook strijd gemeld uit Tip- perary, Wëstmealk, Kings County en Leitrim, maar de nationale troepen win nen in het algemeen terrein. De onge regelde troepen hebben een groote ver woesting aangericht in Sligo, alvoreus zij ontsnapten. Er gaan geruchten over hevige verliezen in verschillende gebie den, maar betrouwbare bijzonderheden zijn alsnog niet te verkrijgen. De 'berichten omtrent De Valera zijn verward. Volgens het eene ontsnapte hij een ziekenauto, volgens het andere als koetsier vermomd. Het heet, dat De Valera gewond is, maar bevestiging ont breekt. Hij zou zich in de omgeving SWicklow ophouden, e geregelde troepen vertrekken in gxooten getale zuidwaarts, waar de wor steling nog wel een ntaand kan duren, „Daily Express" verneemt uit Belfast dat alle voornaamste rebellen uit de Midlands gearresteerd zijn en in de kazerne van Athlone zijn gevangen ge it. Het communiqué van het hoofdkwar tier te Dublin meldt, dat de nationale troepen meester zijn in de graafschap pen Roscommon, Longford, Westmea'h 1 Ooslmayo, Volgens de „Daily Mail" vielen dui zend man geregelde troepen de od ge regelde troepen aan in de heuvels ten Zuiden van Dublin. Zij namen dertig man met een aantal auto's gevangen. De hoofdmacht werd m de richting van Bies- sington gedreven, nabij Brittas. De „Daily £hronicle" meldt, dat de op roep der voorloopige regeering om on- de wapens te komen geestdriftig be antwoord is door talrijke vrijwilligers van alle leeftijden, klassen en beroepen die 2ich bij de recruteeringsbureaux aanmelden, waar zij lange files vormen. Volgens de „Evening Standard" is Barton, een der onderteekenaars vau het Eugelsdh-Iersche verdrag, maar die zich aan de' zijde der republikeinen had geschaard en ook als zoodanig bij de jongste verkiezingen gekozen was, ge arresteerd en in het bezit gevonden van documenten van militair belang. Art O'Brien en Sean T O'Kelly, die even eens gearresteerd werden, zijn vrjjgela- Te Belfast zijn vijf branden uitgebro ken, waarvan een ontstaan is door een bom door een wielrijder in een huis ge worpen. Aan mevrouw Mac Swiney, die ook gevangen geuomen was, is aangeboden haar vrij te laten, maar het heet dat zij dit geweigerd heeft. Do voorloopige lersoho regeenng heeft, zooa'ls gemeld, oen proclamatie uitgege ven, waarbij allo mannen onder de wa penen worden goroepen. Vennoedelyk lieol't dozo oproep niet zoozoer ten doel de mannen werkelijk in te ljjven voor don strjjd tegen de rovolu- tionnairen, als wol om te pogen een norm van onderscheid te vinden tusschen vrien. don en vijanden. Terzelfder tijd heeft Da Valera een proclamatie gepubliceerd, waarin wordt gezegd, dat alleen de Dail Eire an n het wettig gezag iu Ierland knn uitoefenen, dat do republiek voortbestnat en dat do tegenwoordige regoering< die haar innii- daat schijnt co willen ontloenen aan oen verdrag mot oon „vreemde mogendheid" verraad ploegt ten opziolito van de repu bliek on dientengevolge voor den rechter behoort to worden geroepen wegens hoog verraad. Alle opstootjes zijn het gevolg van dit optreden, waarvoor dus niet do mannen, dio den cod, aan de republiek gedaan, hebben gehouden, verantwoorde lijk zjjn, doch juist zjj die dien oed niet nakwamen. De Valera zegt verder, dat hot veld- toehtplau zich volgens do oor sprak el ijke plannen ontwikkelt en dat tijdens den etryd om do Four Courts, zooals van te voren was beraamd de formatie vnu an dere Btrijdkraohteen in verschillende doe len van Ierland den gc-wenschtenvoort» gang kon hebben. Volgens de „New-Yorlc Herald" (Pa-i rijsche editied beginnen de monarchisten in Rusland zeer actief te worden. Voortdurend rei zen afgezanten heen en weer tusschen Parijs en Rusland om contact te onder houden met royalistische uitggwekenea en hun aanhangers in het land zelf. Deze gezanten stellen het bolsjewistisch re gime voor, als het einde nabij en zeggen, dat zelfs talrijke bolsjewisten hebben er kend liever met een Romanof te willen onderhandelen dan her land geheel iu anarchie te zien ten gronde gaan, het geen tusschen haakjes al zeer onwaa'- schijnJijk is. Hoe dit zij, de „Herald" verzekert, dat grootvorst Nicolaas. de vroegere opperbevelhebber, die ie Can nes vertoeft, de groote favoriet is voor den troon, bezoek van tallooze Russen ontvangt, die zeggen revolurionnairo groepen te vertegenwoordigen en ge neraal Broessilof wordt genoemd als tus- schenpersoon, hoezeer die ook als eea steunpilaar van het Sovjetbewind be kend staat. De generaal zou een brief geschreven hebben aan Nicolaas, gedateerd jq Juni,, waarin wordt uiteengezet, dat de tegen woordige toestand van Rusland onhoud baar is, en dat het Russische volk lang zamerhand öeheel tot een wilden toe sta nd tcrugkeeit. Daarom stelt Broessi lof „rijn hoogheid" voor naar Rusland te komen cn daar een beweging te ver wekken, die zou samenvallen met do operatie van de troepen van Wrangel, die nog overgebleven zijn. Nicolaas zou gemeend hebben, dat de brief valsch en bestemd is hem in den val te lokken, aangetoond dat deze wel degelijk dooi Broessilof geschreven is. Varepraid niauws BEPERKING VAN GIFTIGE GASSEN ENZ. De ontwapeniiigs-coramissïe van den Volkenbond -eeft besloten een uitnoodi- ging te richten aan de leden van den Volkenbond tot aausluiintg aan do nashingtonsche conventie betreffende het gebruik van giftige gassen benevens tot een verzoek aan alle geleeiden ter wereld om de resultaten van hun na sporingen betreffende giftige gassen w pubheeeren. HET PROCES-MILJOEKOF. In het Miljoekof-proces te Berliin te gen de van den moord besclui'ldtrdo vroegere Russische officftren Schabels- ky, Bork en Taboritsky ontstond ecu politiek debat bij het verhoor v»n het gewezen Russische Doema-lid Volken sant, oie in de Doema aanwezig was op het oogenblik, dat Miljoekof zijn reda meid, die hem den haat der rerjuscne partijen in Rusland, resp. van de beido beklaagden, op den hals haalde. Ge tuige deelt mede, dat Miljoekof, nadat reeds te voren door links-radicale par- dergolijke beweringenwaren geut:, de eerste maal als lid van de be houdende kadetienpartij beweerde, da: de jonge Tsarusa als Hessische vorsten- dochter zeer dicht stond bij de kringen, die naar een afzonderlijken vrede tus- schen Duitschland en Rusland streef- den Miljoekof verwees daarbij naar een artikel van de „Frankf. Ztg.". Lkm directe aanklaoht tegen de Tsarenfami lie had de rede van Miljoekof niet be vat, maar eerst later was Kerensky ojien- lijk met dergelijke beschuldigingen g— komen. Naar aanleiding van deze gétuigen- veiklaring ontstond een langdurig poli tiek debat, waaraan de verdedigers van beklaagden en het O. M. deelnamen, verschillende andere getuigen werden. nog over bijzonderheden van het gebeui- EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Wij waren een paar weken op reis geweeo'; en kwaanan precies op tijd terue, oru ceil kransavond bij tc wo nen bij neef Wouter. Daar vonidien we het heole gezelschap voltalligin <Le eerste plaats natuurlijk gastheer en gastvrouw en ten slotte een introducé, de heer Ernst, iemand dien we anders zoo niet in. onze geregelde bijeenkom sten aantreffenDit zou, wegens liet beperkte aantal zitplaatsen, dat in een modernen salon beschikbaar pleegt tc wezen, een bezwaar hebben kunnen zijn, wanneer Ernst een stoel noodig ha.d gehad. M,aar dat deed hij niet. Hij zat namelijk in 't geheel niet, hij stond ook niet, evenmin lag hij om het juist te zeggenhij zweefde, ja, hij zwoefdio in de kamer. Zooals de roman schrijvers gewoon zijn te zeggenernst, vervulde het vertrek, ernst lag op de gelaatstrekken van de aanwezigen te lezen, men kon het den aanwezigen aanzien, dat hun gedachten door ernst bezield werden. En waarom die ernst? Nlaluurlijk omdat iedereen gevoelde, dat een ern stig onderwerp dien avond de gesprek ken zou vullen de verkiezing voor de Tweede Kamer. Nauwelijks waren wo gezeten, of de gastheer nam het woord. Hij had, zei hij, een diepgaand© stu die van de zaak gemaakt eot vonidl hot noodig om ons daarover een en ander mee te deelen, om ons voor te berei den op het gewichtig moment van do verkiezing zelf. „Vooral voor de da mes I" zei hij. „Aiha", zei Hopma. ..Maar de mannen kunnen er ook heel wat van leeren," zei Wouter. "Oho", zei mevrouw Hopma. Daarna, liogon Wouter een voop- «racht tc houden uif, een stapel stuk- nrü» u' '0,'k(?n' Jiii vóór ziolt op tafel had neergelegd. Hij begon met den tegenwooa-digen toestand, die naar I iiij verzekerde evenwel uit de vroegere geschiedenis verklaard moest worden. Zoo deinsde Mi in zijn verhaal ach teruit, eerst uit de 2Uet© eeuw in de negentiende, retireerde toen naar de 18de, de 17de, telkens verder in de geschiedenis achteruit. Met ontzetting keken we elkaar aan. Waar gingen we heen 1 ls de wereld1 niet vele duizende jaren oud 'i Werd er niet, zoo lang ze bestaat, gestemd en gekozen? Zou de geleerdheid van Wouter, al maar achteruit deinzende door de historie van de wereld heen, ons niet loslaten vóórdat wij het sleonen tijd perk of den primitieven mensoh uit liet Neanderdal bereikt haddeai. Plotseling hield hij op en sloeg zijn laatste ma nuscript diohit. Een zucht van varlick ting steeg op uit de kelen van zijn gas ton. Hupstra, diie had zitten slapen, bonsde met zijn hoofd tegen de leu ning van zijn stoel en werd toen met een goed wakker. Mijn vrouw maakt» wonderlijke gebaren met haar kaak en die anderen schonen uit een soort ver stijving te ontwaken. Niemand zei wa.t en daar je toch beleefd nmet wezen tegenover je gastheer, nam nt den last van den Leugen op mij en zei: „Heel interessant!" „Koker," jokte Hupstra mee. „Km zoo beknopt", voegjdb Hopma er bij. Maar deze ironie bekwam hem slecht, want Wouter antwoordde doodbedaard „Beknopte verklaringen zou jij niet begrijpen, vriend Hopma". Ik kan niet precies navertellen, wat hij al zoo verte'.d heeft. Mogelijk is het allemaal in mijn hoofd een beetje verward geraakt, maar op een oogen- zwaar tegen deze stemming", „Wat dan?".vroegen we. „Het Rijk is zoo karig. Waarom peetje teleurgesteld, mogen we maar op één persoon stem men?" üoed, ze ging. Avond aan a.ond zat ze m openbare vergaderingen, „Wou ja dan meer stemmen uit- J met een dik notitieboek en ©cn groot brengen?" potlood, lederen avond kwam ze met „Waarom niet? Er zijn een heele- vol geschreven vellen thuis en lederen boel kleine partijtjes, 'waar ik wet morgen had zo liooidpijn, van de in- wat voor voel. Daar heb je d© Bond spanning, de warmte tn den tauaks- van belastingbetalers, eigenlijk do Bond van menschen. die veel minder belasting willen betalen. Daar ben ik voor „En dan moeten de andere partijen zeker de rest maar opbrengen", zei Hupstra. „Egoïst'" „Ook voel ik voor do Volkswelvaart van Faubel. Wie zou niet voor de volkswelvaart voelen? Dat is twee. Dan heb ik ook sympathie voor do Onafhankelijken. Mijn heele leven heb ik naar onafhankelijkheid gestreefd". „En ben je nogal geslaagd?" vroeg Wouter. Hier en daar werd ©en glimlach verknepen, want do krans weet wed, dat Hopma thuis niet veel heeft in te brengen. „Dav is drie", ging Hopma voort, zonder zich van zijn stuit te laten brengen. „Dan is er ook nog de Bond van Bezuiniging. Ik ben voor bezui niging. Dat is vier. Nu vraag ik jel Ik kan vier stembiljetten in redelijk heid gebruiken ©11 de Staat der Ne derlanden geeft er maar één. Is dat karig of niet?" „Je doet me denken aan een dame van mijn kennis", zei Hupstra. „Toen de verkiezingscampagne begon, sprak z© haar man ernstig en ongeveer als blik leek het mij toe, dat hij de gre-1 volgt toe: beste man, ik hou lieel veel nadiers van Napoleon liet deelen door I van je, maar van de politiek weet je, de 52 stembussen in Haarlem on zoo geloof ik, niet veel af. Daarom ben ik kwam tot het aantal leden van liet van plan, zooveel mogelijk openbare eerste Parlement in Nederland. Hetvergaderingen te bezoeken eai daarna was knap en razend geleerd. Maar I voor mij zelf uit te maken, op wlen ik voor deze verkiezing werd je er niet stemmen zal". veel wijzer door. J „Dat is goed, hoor", zei de man „Ik heb", zei Hopma, „één groot be- gemoedelijk. De vrouw, liad blijkbaar rook. Zo at niet meer en begon bleek uit to zien. Ilaar man vroeg: „scheelt je wat?" maar ze zei van niet". Toevallig keek ik den kring rond. Mevrouw Hupstra zat daar met een nougrooue Kiem-. „naar man begreep er olies van", ging riupstra voort. „Ze werd ver- sencuxd door inwendigen strijd. Hau ■ze een recihseno \ergadei-mg bijge woond, dan voelue ze wel wat vota reente eu was op een lixikscne bij eenkomst geweest, dun had ze wei sympathie voor links. Stel je voor", ging Hupstra reueiieerencl verder, „stel je voor, dat je zooiets overkomt, 't is precies of je milt wordt gescho ven op do plaats waar de lever moet zitten en omgekeerd „En je hart zou door die inwen dig© slingeringen ook al heel gauw niet meer op de rechte plaats zitten", voegde Wouter er zalvend bij. „Juist, juist", zei Hupstra, goed keurend knikkend. „De muil keek dat aan en wachtte zijn tijd af. Eindelijk, ze was al broom giyiu slikken, kwam ze op ©en avond na een vergadering die heel lang geduurd had', thuis en zei: „ik kan er niet meer uit wij® worden, ze^ebben allemaal gelijk ais1 je ze zoo hoort en ik kon tocli maar op één stemmen". Toen kwamen de waterlanders „Dat jok jel" riep opeens mevrouw Hupstra en zweeg toen dadelijk, om dat ze zich zoo verraden had. Maar toen ging ze verder: „jullie nioogt het ook wel weten, ik deed mijn best er veel over te hooren, maar 't werd hoe aan, dat verzint mijn man „Nou, nou" zei i-lupbtra, „tranen misstaan een vrouw volstrekt niet,, integendeel, ze wordt er door versierd, in tegenstelling met de harde onbe wogenheid van den man". „En op wie ga je nu stemmen?" „Mijn vrouw stemt op mijn candi- daat", antwoordde Hupstra. „O nee", zei zijn vrouw, „het is precies andersom. -Jij stemt op mijn candidaat". „Zoo is het", gaf Hupstra gelaten toe. E11 de manuen in den kring glim lachten. De vrouwen niet. Dio ke ken, of er beelemaal niets te glim lachen was. Nu nam mevrouw Hopina het woord. „Ik vind", zei ze, „die heele verlcio- zingsgeschiedems zoo indirect* zoo ver 1 verwacht, dat zij heel wat tegenstand langer hoe verwarder in mijn hoofd. Voor is de afstand te Kroot Hu zou ontmoeten en keek daarom een Maanman die waterlanders is niets Mj praat heel mooi en dan klapt da vergadering en vraagt de voorzitter, wie iets aan den spreker heeft te vra gen en dan zou ik wel het woord wil len nomen, als ik 't niet zoo eng vond, zoo dood eng..." „Och kom", zei Wouter. ,,Bluf maar niet, jij durft óók niotl" „Maar wat zou je dan willen vra' gen?' informeerde Hopma, zijn vrouw te hulp komende. „Ik zou willen zeggen: „meneer do spreker, 11 wil bezuinigen, maar k a n 11 dat ook?" Dan zegt liij; „ja me vrouw, niet uit mij zelf, want dan zou ik een zoogenaamd initiatief voorstel rnocten doen en daar komt gewoonlijk niet veel van terecht." Dan zog ik weer,,maar meneer do spreker^ doet een van uw collega's dan zoo'n voorstel „Neen mevrouw", antwoordt hij, „want die hebben er ook weinig ple zier in. Maar do Minister kan een voorstel doen, ziet u en dan komt het er wel door." „Maar wanneer de Minister het dus niet doet?" ,,Ja ziet u, dan komt er niets van." .,Dus de Minister moet feitelijk be zuinigen.'' „Dat is het allerbeste". „Maar mijnheer de spreker, dan zal u niet veel aan bezuinigen kunnen doen". De spreker steekt dan zijn hand tus schen zijn jsts en zegt: „mevrouw, ie- dero Minister, die bezuinigen wil, kan op mijn steun rekenen." En dan applaudisseert de vergade ring". Maar ik doe 't toch eenvoudiger met mijn peultje?-," zei mevrouw Hop ma vastberaden. „Meer dadelijk, meer rechtstreeks, weet je Er heerschte een oogenblik stilte in de kamer. Toen vroeg ik aan do gastvrouw,,en Koos. wie kies jij 1" ,,lk kies dé theepot," zei tante Koos, „ze i?' nog goed, wie wil nog een kopje KIDELIO. veg... Wij informeerden hoe ze dat had bedacht. „Kijk", zei ze, „afe ik 's morgens tot de dienstbode zeg: de bloemkool is te duur vandaag, we nemen peul tjes, dan bezuinig ik dadelijk. Kan 1. een dag later iets krijgen, dat nog goedkooper eli ook lekker is, dan neem ik dat en bezuinig alweer. Maar nu willen wij, dat de Tweede Kamer zal bezuinigen, met heelwat andere sommen, op groote dingen. Ga je naar de openbare ver- fc-ndoringen, vóór'de verkiezing, dap zie je in de verte, door een wolk blau wen rook heen, want de mannen wil len lot rooken niet laten. .,Wat blief je?" zei Wouter en k-iies een dikke wolk naar liet pla fond. „Ik zeg die onbeleefde mannen wil len het vooken niet opgeven, dan zie jc heel in de verte in een zwarto jas een heer, dio een redevoering houdt. Dat is de candidaat als jc hem den volgenden dag op straat tegenkwam, zou je hern met eens herkennen, daar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 11