Uit de Wereld.
Rubriek voor onze Jeugd
Dl Vilstrll
Ballrulirlek
Bfie?eni3Q8
VERITY Ga.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 8 JULI Ï922 DERDE BLAD
DE MAAN EN DE VOLKSVERBEELDING.
Op ickeie* dag verscheen voor ko-
fcing Lode wijk XVIII een deputatie van
bet starrekundig genootschap genaamd
^Bureau des Longitudes" ten einde
frpn de twee werken aan te bieden, die
het genootschap jaarlijks in het hcht
geeft. „Hoeren!" sprak de koning, „het
js me recht aangenaam u allen hier te
men. Ik zou namelijk graag van u ver
nemen, hoe het eigenlijk staat met den
schadelijken invloed van de maan «P de
jonge gewassen en dus ook op den
oogst, met andere woorden wat ver
staat men onder de „lunc rousse" en
haar werking?"
De algevaardigden keken elkaar be
dremmeld aan. Noch in het eene werk,
een Verhandeling over weersgesteldhe
den, noch in het andere een jaarboekje
vol wetenswaardigheden op astrono
misch gebied, was daaromtrent iets te
vinden, buitendien hadden zij in hun
aan ernstige studie gewijd leven nooit
iets vernomen omtrent de „lune rousse",
die alleen maar in de volksverbeelding
bestaat. Vooral een der heeren was niet
op zijn gemak het was Laplace, de
beroemdste onder hen tot hem had de
koning meer in het bijzonder zijn vraag
gericht, maar ondanks zijn vele weten
schappelijke geschriften over de maan
moest hij hef antwoord schuldig blijven
en zijn collega's op wie luj beurtelings
zijn vragenden blik richtte; waren er
niet beter aan toe. Ten slotte antwoord
de Laplace
Sue, de „lune rousse" bekleedt
gcenerlei plaats in de sterrenkundige
theorieën, wij zijn dus niet in staat de
nieuwsgierigheid van Uwe Majesteit te
bevredigen.
Toen Lodewijk de» avonds in intiemen
kring een gezellig spelletje kaart speel
de, maakte hij zich een beetje vroolijk
over de verlegenheid, waarin hij de ge
leerde heeren gebracht had. Laplace
vernam het tot zijn niet geringe ergernis
en ging Arago raadplegen: misschien
zou deze hem kunnen zeggen wat er van
de zaak was.
Arago en Laplace, twee beroemde na
men voorwaar
Dominique Francois Jean Arago, een
der grootste natuuronderzoekers der 18e
eeuw, werd in 1786 geboren in een dorp
bij de stad Perpignan in Zuid-Frankrijk.
Reeds op zeer jeugdigen leeftijd onder
scheidde hij zich door zijn veelomvatten
de kennis op allerlei wetenschappelijk ge
bied. Nauwelijks had hij zijn sudiën aan
de Polytechnische School te Parijs vol
tooid, of hij werd benoemd tot secreta
ris van het Bureau des Longitudes. In
die hoedanigheid voltooide hij met den
bekenden natuurkundige Biot de meting
van den meridiaanboog tusschen Duin
kerken en de Balearen, die reeds ge
vorderd was tot Barcelona en door hem
en Biot werd ten einde gebracht tot het
eiland Formentera. Vervolgens weid
hem aan de Polytechnische School te
Parijs een leerstoel opgedragen in niet
minder dan vijf verschillende vakken
van wetenschap. Maar nog meer dan
'door dit alles werd zijn roem verhoogd
door zijn populaire lezingen over ster
renkunde (18131845), die onder zijn
tallcozï toehoorders uit alle rangen en
standen der maatschappij een huiten-
gewone geestdrift wekten. Louis Napo
leon's oordeel over hem luidde terecht:
„Hij is niet alleen eea hoogepriester der
wetenschap, maar hij verstaat tevens de
kunst de«» leek in hare mysteriën in te
wijden." Onder zijn beroemdste studiën
worden genoemd die over de polarisatie
van het Hcht, over galvanisme en mag
netisme, zij kenmerken zich door de hel
derheid waarmede de grootste moeilijk
heden wordeo verduidelijkt. Toen hij
den 2oen October 1853 stierf, sohreef rijn
groote vriend, de beroemde Alexander
von Humboldt ,,De naam Arago zal
overal in eere blijven, waar achting be
staat voor wetenschappelijke ontdekkin
gen, waar het bewustzijn van menschen-
waardc en onafhankelijkheid van den
geest ja aanzien zijn en waar de open
bare vrijheden geliefd worden."
Pierre Simon Laplace (17491827)
bijgenaamd de Fransche Newton, ver
wierf rich eveneens grooten roem als
wis- en sterrenkundige. Napoleon, wiens
aandacht hij getrokken had door zijn
veelomvattende wetenschappelijke ken
nis, bekleedde hem met ver
schillende hooge staatsambten, o.a,
dat van kanseUer van den Senaat
'(1845), in welke kwaliteit hij o.a, dc af
schaffing van den republikeinschen ka
lender en het herstel van de Gregorl-
aansche tijdrekening tot stand bracht.
Bij gelegenheid van Napoleons kroning
werd hij door den keizer benoemd tot
graaf, en na diens val door Lodewijk
XVIII verheven lot pair van het Ko
ninkrijk en markies (1817). ZJjn hoogs e
«eretitels zijn echter zijn wetenschappe
lijke werken, o.a. zijn onderzoekingen
tmtrent het bestaan eener maan-atmos-
feer, omtrent de storingen, die de groo
te planeten op elkanders loopbaan uit
oefenen, en zijn geniale theorie o-utreni
t c ïtstaan der werelden, neergelegd
zijn Mécanique céleste, waarvan reeds
vroeger een populaire uitgave versche
nen was, welker titel vertaald luidt
.Uiteenzetting van het wereldstelsel".
Om weer te komen op de „lune
rousse". Arago, door Laplace geraad
pleegd, kon ook de gewenschte verkla
ring niet geven. Hij ging op inlichtin
gen uit bij de tuinlieden van den Parij-
schen dierentuin, den vermaarden „Jar-
din des Plantes", en van hen vernam hij
het volgendeIn de maanden April en
Mei oefent het maanlicht, volgens het
algemeene volksgeloof, een schadelij
ken invloed op de jonge spruiten dei
gewassen. Msn heeft waargenomen, dat
bij heldere lucht, terwijl de thermometer
eenige graden boven het vriespunt
staat, de knoppen en jonge blaadjes, die
het maanlicht zijn blootgesteld, be
vriezen. Is daarentegen de lucht be
wolkt, zoodat de stralen der maan het
jonge goed niet kunnen bereiken, dan
er van bevriezen geen sprake."
Hieruit maakten de tuinlieden op dat
de stralen der maan in die maanden
sterk afkoelend werkten en de jonge
spruiten van kou deden sterven. Maar
als men het maanlicht opvangt in de
grootste lenzen en de sterkste reflec
tors en in het brandpunt de gevoeligste
thermometers plaatst, kan men niets van
die zoogenaamde afkoeling bespeuren.
Eer het tegendeel is waar. Nauwkeurige
proefnemingen hebben aangetoond dat
de warmte der maan op de piek van
Teneriffe gelijk is aan het derde deel
van die van een waskaars, geplaatst op
4-75 Meter afstand. Maar deze is natuur
lijk zoo gering, dat ze kan beschouwd
worden als niet bestaande.
De stralen der maan werken dus niet
afkoelend, dat is wetenschappelijk aan
getoond maar de jonge spruiten be
zen, dat staat onomstootelijk vast.
Wat volgt daaruit? Eenvoudig dit, dat
het feit bestaat, maar dat de maan er
geen schuld aan heeft.
De natuurkundige Wells heeft waar
genomen, dat voorwerpen aan de opper
vlakte der aarde een andere temperatuur
kunnen hebben dan de omringende
lucht. Kleine hoeveelheden katoen,
dons, enz. kunnen aa zonsondergang bi;
heldere lucht een temperatuur hebben
6 of 7, ja zelfs 8 graden lager dan de
atmosfeer. Dit geschiedt echter niet bij
bewolkte lucht, daar dc warmte der
aarde dan niet vrij kan uitstralen 1
het heelal, maar tegengehouden wordt
door de wolken. Is dus de lucht bewolkt
iet andere woorden riet men de maan
dan daalt de temperatuur der
voorwerpen aan de oppervlakte der aar
de niet beneden die der lucht. Is daar
entegen de maan ziditbaar, m.a.w. is de
lucht helder, dan heeft de uitstraling
vrij plaats, en de temperatuur van de
oppervlakte der aarde wordt lager dan
die der omringende lucht. De bevriezing
der jonge spruten is dus niet een ge
volg van het zichtbaar-zijn der maan,
maar èn het bevriezen der planten en d-
zichtbaarheid der maan zijn gevolg van
de helderheid der lucht.
De koudmakende stralen der maan
kan men dus vrijelijk verbannen naar
het rijk der verbeelding. Anders is het
wellicht gesteld met de bewering dat de
maan de wolken doet optrekken of ver
dwijnen, vooral als men bedenkt, dat
een geleerde als John Herschel voor
de juistheid van het feit instaat. Zij,
die deze meenirig deelen, gaan van het
idee uit, dat de werking van het maan.
Hcht in de hoogerc luchtlagen, waar zich
de wolken bevinden, niet geheel dezelfde
is als aan de oppervlakte der aarde, al
waar gewoonlijk de proeven met lensea
en reflectors genomen worden» Verder
wijzen zij er op, dat de nay ons toege
keerde helft der maan, wanneer het volle-
maan is, verscheidene dagen lang onaf
gebroken is blootgesteld geweest aan
het volle zonlicht en eindelijk dat een
allergeringste temperatuurverhooging
somtijds voldoende kan zijn om de
vochtdeeltjes der atmosfeer van den
zichtbaren toestand in den onzichtbarea
te doen overgaan. Wat hiervan ook
iedere liefhebber van schaatsenrijden
er innig van overtuigd, dat men bij
volle maan meer kans heeft op een
bewolkte lucht, dus op vorst, dan bij
iedere andere schijngestalte van onzen
wachter.
Raadsels
Deze raadsels zijn alle ingezonden dooi
jongens en meisjes, die „Voor Onze
Jeugd" lezen.
Iedere maand worden onder de beste op
lossers drie boeken in prachtband verloot.
1. (Ingez. door Henk van Heerden.)
Ik ben een spreekwoord van 88 lettere.
10 12 13 14 15 gebruikt de schoen
maker.
28 26 27 is een lichaamsdeel.
I 2 3 4 5 is niet hard.
29 32 30 31 is eon zwemvogel.
7 34 85 36 ie niet vierkant.
86 37 38 is een boom.
10 6 18 moet men leerea.
7 8 9 25 is niet koud.
23 16 22 23 is een ontkenning.
24 is een sisklank.
19 20 21 is niet wild.
21 20 15 is een huisdier.
33 2 24 maken de bijen.
II 12 13 14 15 16 17 18 ejjn onder-
wijzere.
2. (Ingez. door Crocus.)
Ik ben een huisdier. Zet mijn laatste let-
>r vooraan en niya 1ste letter achteraan
1 ik ben vloeibare spijs.
3. (Tngez. door Adelaar.)
Ik ben een bekend persoon uit do Va-
derlandsche geschiedenis van 27 lettere.
1 23 15 3 4 is oen vogel.
8 10 19 18 7 20 is ocn jongensnaam.
8 20 21 7 12 12 27 is een roofvogel.
16 17 18 19 is een familielid.
24 16 6 10 is een motaal.
8 9 10 11 12 19 12 is een meisjesnaam.
1 2 3 4 5 6 7 is een jongensnaam.
9 6 is een lidwoord, evenals 4 26 25.
11 is 2, 27 ls 10, 14 is 19, 9 ie 20.
I 11 19 12 is een meisjesnaam.
II 15 is een vorm van het werkwoord
z\jn.
21 19 is een voegwoord.
17 is de 15de letter van het alfabet.
22 23 15 is een inwoner van Rusland.
13'14 14 5 6 is een meisjeenaam.
4. (Ingez. door Robbert.)
Wie kan uit onderstaande lettors een
dorpje in een mooie Geld eis che streek
makent
d
e
n
1
B
r
e
V
a
6. (Ingez. door Poesje).
Verborgon speelgoed, a. Hoeft Aagje
het spinneweb al weggeraagdf
b. Ik loop op pantoffels.
c. Waarin leest Olga tocht
d. Is To u weer komen opzoekent
e. (Ingez. door Vriendinnetje.)
Wie gaat met ons meet
f. Hoep! Hoep! Eiken dag hooj ik de
ezeljongen dit roepen.
6. Strikvragen. (Ingez. door Pauwtje.)
Wie heeft twee ooren en kan toch
niet boorenf
t>. Wie heeft een voet en geen teent
c. Op welke laan loopt men niet?
d. (Ingez. door Paarlmoervlinder.)
Het heeft een mond, maar goon kop,
armen en geen handen, 't loopt. <loch zqn.
der voeten.
Raadseloploeslngea
De raadseloplossingen der vorige week
1. Wiesbaden.
2. Geel, Romp, Ooft, Noot, Inkt, Neen,
Geel, Ezel, Neef.
3. Wedstrijd.
4. Het oog van den meeeter maakt het
paard vet.
5. Een vruchtboom.
Een locomotief.
Goede oplossingen ontvangen van:
Gladooj 6, Voetbaljongen 6, Willam
van den B. 6 Willem van Oranje 6 Roee
hoentje 6 't Alpenherderinnetje 5 Zeester
6 Melatti 6 Beethoven 6 Alleen in 't
Nestje 5 Spartaan 6 Middenvoor 6 Vlie
gende Hollander 6 Lentebode 6 Sneeuw
balletje 6 Neerlandia 6, Madeliefje 5
Sportman 5 Boterbloempje 5 Slaapmutsje
5 De Sohipperin 5 f t 5 Elzekatjo 5 Ko-
perbloein 6 Theeroos 6 Michael de Buy-
ter 6 Vergeet- mij nietje 6 Vrijer 6 Vlie
genier 6 Koperbloem 6 Aviatour 6 Schip
per 6 Risico 6 Lathyrus 6 Zilverster 6
Bergprins 6 Jacobus Boekclaar 0 Joban
Beekelaar 6 Dirk en Piet Oschatz 0 J. C.
H. Stelleman 6 Apie C Heidebloempje 5
W-oolwateij 6 Afrikaantje 6 Pauwtje 6
Lachebekje 5 Moeders kleine Held 4 De
Paradijsvogel 4 Do koningin de6 velds 4
H. de Jeu 6 Sjaantjo 6 Kees de Moppi
raar 6 Klivia 6 Verpleegstertje C Duin-
rooske 6 Kabouter 6 Hannibal 6 Ma
troos 6 Violet 6 Mia May 0 De kleine
Spoorman 6 Zeeroover 6 De kleino Ma
joor 6 IJsbreker C Robbert 6 Willem IH
6 Denappeltje 6 Hein Stavast 6 Manda
rijntje 6 Voiendamraer 5 Paarlviinder
Paarlmoervlinder 6 lbolyka 6 Robbedoes
5 Bouwmeestertje 6 Heideprinsesje 5 Pie
rewiet 5 Blondine 6 Behangertje 5 Poos
je 5 Geluksvogel 6 Excelsior 6 Jolian de
Wit 5 Lenteknopje 6 Kasplantje 6 Draai
tol 6 Abrikoos C Framboos 0 Zeemeermin
4 Tiekje en Piene 6 Kasplantje 6.
Inzendingen ontvangen van: Gladoor,
oud? Koperbloem. 11 jaar, Risico, 13 jaar,
Simon Lenaven, 11 jaar, Behangertje 10
jaar Poosje 8 jaar, Zeemeermin oud?
EEN ABOXNE dank ik vriendelijk voor
do wedstrijd-courant. Wie er nu nog een
a00dig heeft, mag ze bü mij komen halen.
Brieven aan de Redactie ran do Kin
der-Af deeling moeten gexondeD worden
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, r.
d. Vinneetraat 21rood.
(Is de bua gooien, 1 0 n d r aaubellen.)
Nieuwelingen zijm
SIMON LEUVEN, oud 11 jaar, C-Iooe-
terweg 35.
MIEN OUDOLF, oud 13 jaar. Een-
drachtstraat 54, Heemstede.
A. DOUWMA, Holsteijustraat 6, oud?
Het aantal nieuwelingen in 1922 be
draagt thans 230. De 300ste ontvangt van
my een verrassing.
T1EKTE en PIENE. Ja Boukjo was
er met haar opstel vroeg by. Als Tiedrio
tijd kan vinden, stuurt ze hot haro ook
r. *k Geloof housch, dut het zonnetje
weer wil gaan schijnen. Boukje heeft voor
haar uitstapjes ook wel goed weer noo-
'g. De volgende week schrijft ze me
iker wel een uitvoerig verslag over het
VOETBALJONGEN. Ben je oen
beste keeper? Zijn ze tevreden over je?
Je bent al een reuze kei met typen. Is
Jaap M. je vriend? Ik kan me voorstel
len, dat je bij Caroli genoten hebt. De
tjjd ging natuurlijk veel te gauw om.
GLADOOR. Hoe staat het met j®
zwemmen? Het diploma al in 't uitzicht?
Je raadsel is goed. Leuk. dat je met
Bouwmeestertje hebt kennis gemaakt. Je
gedichtje was wel grappig, maar je ver
gat weer je leeftijd.
SLAAPMUTSJE. Je raadsels zjjn
goed.
LENTEBODE, SNEEUWBALLETJE
1 NEBRLANDIA. Jullie raadsels
jn goed.
MOEDERS KLEINE HELD. Dat
valt niet mee jongen, stil te moeten lig-
en toch niet ziek te zijn. Toon nu
masr, dat je heuseh een held bent. Je
hebt flink den tjjd gehad voor je op-
steL Doet je voet nog pijn? Een spoedige
beterschap toegewenseht.
DE PARADIJSVOGEL. Ja. 't is
voor jou ook saai, dat broy niet'loopen
mag. Je houdt hem zeiver na schooltijd
wel eons een uurtje gezelschap. Ik hoop,
dat hij weer gauw prettig met jo buiten
kan spelen. Hoe gaat het nu met moe
der?
DE KONINGIN DES VELDS. Als
je opstel klaar is, stuur je het mo maar.
Ia het schoolreisje Donderdag nog door
gegaan? Heeft de pop al kousen en schoe
nen gekregen?
PAUWTJE. Echt Zaudvoortech
weertje is het den laatsfcen tjjd niet go-
weeèt. Maar we zullen hopen, dat w® ttn
regen genoeg hebben gehad.
AFRIKAANTJE. Je was prachtig
op tijd, daarom krijg je ook zoo vlug ant
woord. Bevalt het je nog steeds goed in
je betrekking?
WOELWATER. Wat scheelt er
eigenlgk aan? Dat is een ware beproeving
voor een woelwatertjo om maar rustig
onder den wol te moeten blijven. Of had
je geen eens zin om te woelen? Ik waar
deer 't zeer, dat ik toch nog 'n brief van
je kreeg. Haast je mi maar niets met je
opstel, je hebt nog tot 15 Juli den tijd.
Zijn de schoolvrindinnen nog naar Ber
gen geweest? Als je straks beter bent,
bedenkt moeder voor jon wel een ander
pretje.
HEIDEBLOEMPJE. Leuk hoor, dat
de Rubriek je aan een vriendinnetje ge
holpen heeft. Nu hoop ik maar d.ij ce
vriendschap trouw en daurzaam' is. Ver
tel je me eens, hoe ze heet.
BERGPRINS. Niet onaardig hè, die
vrije Woensdagmorgen. Nu nadert de va
cantie ook. Jy verlangt naar het begin
en Greetje misschien naar 'X eind. Ik
hoop, dat je dan heerlijk met vader fiet
sen kunt.
KEES DE MOPPERAAR. Wol be
dankt voor je mooie kaart uit de Lage
Vuursche. Wat is het daar mooi. hè. Zou
den we daar eens een aardig l'andhuieji
neer laten zetten?
ZILVER-STER. 't Zal me benieuwen
te vernemen, hoe het Donderdag me!
reis naar Bergen is afgeloopon.
LATHYRUS. Gelukkig, dat jullie
gezond zyn en hot daar weer zoo echt
naar je zin hebt. Die Elsie vergoot me
heelemaal, maar misschien heeft ze hot
erg druk met schoolwerk. Wil je straks
nog wel naar Haarlem terug?
RISICO. Dat kan een heerlijk school
reisje worden, alshet weer maa7 wil
meewerken. Het is prettig hoor, dat jo
mooi kunt teekenen. Dau kjvn je de
veling altijd buiten de deur houden. Nog
wel gefeliciteerd met vaders verjaardag.
KORENBLOEM. Weer vroolijk
frisch? Oorpijn is vreesclijk. wel nel
erg als kiespijn. Gelukkig, dat J® t0el1
nog naar het feestje bent geweeet. Zk
kan me begrijpen, dat je toen nog mei ge
schikt was om met hard loopen oen prijs
te verdienen. Anders wel louk h(, dat
turf rapen.
VLIEGENIER. Dat kan weer een
fyn watertochtje worden, jongen. En ls
Donderdag het schoolreisje nog doorge
gaan? Daar gingen heel wat Rubrieker-
tjes mee uit. Wat zielig van 't kleine
poesje. Ja, ik ga ook nog op reis, maar
deze maand nog niet.
VRIJER. Zoo vrijertje, ben jy daar
ook weer? Nu, een trouwe vrijer ben je
Hoe denk je over je overgang? Zou
de spiegel nog komen? Jullie xyn niet ge
lukkig met de poesenfamilie. Tot de vol
gende week?
KOPERBLOEM. Misschien ie het op
14 Juli het heerlijkste zomerweer. Wat
bloempotje heb je gekregen? Wan
neer verwachten jullie de kleine duifjes?
Vader mag je best wat helpen. Kom maar
eens naar plaatjes kijken. Die Augustus
maand geeft jullie twee prettige daagjes.
ELZEKATJE. Prettig voor je, dat
de wandeling naar de Buine van Brode-
rodo is doorgegaan. Nu maar hopen, dat
Dinsdag de reis naar het Gooi plaats
heeft. Ik wenseh je by voorbaat veel ge
noegen en bovenal mooi zomerweer.
DE SCHIPPBRTN. Ja kind, de een
wel eens gelukkiger dan de andere. Wie
weet, hoe good het met je opstel afloopt.
Ik denk, dat het allo dagen een beetje
mooier weer gaat worden. Let maar op,
of het niet uitkomt.
GELUKSVOGEL. De schoolreis is
dunkt me wel doorgegaan. Do volgende
week hoor ik zeker wd, of je plezier
hebt gehad. Den gevraagden schuilnaam
mag je wel aannemen.
POESJE. Ja natuurlijk: een speel
plaats dient alleen om te spelen. Gezel
lig, dat in alle lokalen roode geraniums
staan. Jo moet het nog maar eenige ja
ren zonder de scihool stellen. Hij kan nog
lang genoeg naar school gaan Wat
zog jij?
BEHANGERTJE. lk vind het ook
zoo leuk dat ik met jou heb kemua ge
maakt. De plaatjes heb je zeker met zes
verdeeld.
BLONDINE. Heb je de volgende
week al v&caatie, dat je zoo naar Soest
gaat? Veel genoegen by grootmoeder,
speel maar prettig.
BOUWMEESTERTJE. Je raadsel ls
goed. Fyn gezwommen na de koude da
gen? Wat gaan jullie allemaal heerlijk uit.
Veel genoegen, hoor!
ROBBEDOES. Hoe is het met de
ityfheid? Te veel gerobbedoesd? Jjunmcr_
dat je niet zwemmen mag, maar dan
werd je misschien nog stijver. Hoe ls
het met den korfbal-wodstrjjd afgeloo-
peu? Kon je nog meedoen? Hoe gaat bet
met moeder? Loopt ze al buiten? Veel
groeten en beiden het beste.
JBOLYKA. Gant het steeds beter
op school? En al weer eene gezwommen?
Wanneer je het beter kunt, nul je ook
minder last van de kou hebben. Knap
zoo, dat je je raadsels al heelemaal al
leen hebt gemaakt.
PAARLMOERVLINDER. Ik ben
icr verlangend naar dien langen brief.
PAARLVLINDER. Je raadsel ls
goed.
VOLENDAMjMEB. Met een trom-
el was hej weJ zoo fleurig geweeet. Je
hebt het er uitgezonderd het ver sprin
gen, locli goed afgebracht.
VIOLET mag. haar soteuilnaam hou
den. Schryf je me nog eene, hoe oud of
je bent.
MJEN O. Er ia al een Iris. Bedenk
dus een anderen sshuilnaam.
KEES DE MOPPERAAR. Na Je
briefkaart ontving ik je zwaarlijvig epie-
te4, dat heuseh wel een antwoord waard ut.
Keesje, wat heb je genotODl Je mopper-
li uineurtje had je zeker by moeder thuis
gelaten. Maar vertel me eens: waarom
moeten jongens in een trein altjjd heme
of keet maken? Dat snap ik niet goed. Ik
heb ook die heerlijke plekjes bezocht.
Ben ook in de uitspanning geweest, heb
ook een dubbeltje in den automaat ge-
gooid% heb ook gegluurd in de kluize
naarswoning. Maar oen ding ben ik
jullie ten achter: ik heb niet het paleis
op So es td ijk bezichtigd. Ik kan me voor
stellen, dat je daar je oogeu uitkeek.
Mijn dank voor je postzegels.
ROBBERT. Je raadsels zyn goed Je
wenseh was al vervuld.
PIEREWIET. 't Was een gezellige
brief, hoor! Niet meer een beetje ziek ge-
woest? Dus in Eclam kan het ook eventjes
regenen. Maar de mensehen met de loege
waterputten waren natuurlijk in hun
schik. Louk> dat je toch nog even met
het voetbalveld hebt kennis gemaakt. Na
zoo'n prettigen dag valt een schooldag
niet mee. - Zondag belooft het weer een
dagje van plezier te zullen worden. En
dau over een week.... Jongon, jij hebt
mftar~i?5n fyn leventje.
DRAAITOL. Draaitollen
hun vaardigheidsproef doorstaan, anders
zyn het geen goede draaitollen. Na het
werken was het prettig uitgaan. Wat
zeg jij?
BRUINTJE. Jammer, dat zoo'r. klein
weerloos kuikentje door die rat is dood
gebeten. Hebben jullie al weer eens zoo'd
boosdoener gevangen? Het fazantje is
zeker ook niet teruggekeerd. Die is aan
het avonturen. Ik heb je lathyrus n:et
'govonden. Ik.geloof, dat je een echte lieva
zus hebt, die in alles een moedertje voor
je wil zyn. Jy wilt natuurlijk ook wel
doen wat ze graag heeft, hè.
MARIE B. 't Was zoo heel erg niet,
dat de brief wat laat kwam. Er was dit
maal nog plaats voor een antwoord. Je
hebt geen gemakkelijke post kind maat
wel een dankbare. Moeders plaats'is zoo
moeilijk te vervangen, maar je doet je
beet in moeders geest te handelen en dat
zal heuseh wel vruchten afwerpen. Ik
vind het prettig, dat je me over allerlei
schryit.
ZEEMEERMIN. Vi»J je hot niet
veel aardiger om zelf een schuilnaam te
bedenken? Misschien wil moeder io er
el mee helpen.
LENTEKNOPJE. Flink zoo, dat je
jezelf weet bezig te honden. Straks ver
maak je ze allemaal met je poppenkast.
Dat kaa een gezellige verjaardag worden.
Hoe lang mag je na alle dagen opzitten?
KASPLANTJE. Daar in Zeist is nog
hoed wat aardigs te beloven. En dat je
daar maar zoo op kameelen kunt rydcc.
De griezeligheid moest je er voor over
bobben. Wat ben je flink aangekomen.
Do kennissen in Haarlem zullen Je
straks niet meer kennen.
W. BLOMBERGZEEMAN.
v. d. Vinnestr. 21r.
Haarlem, 8 Juli 1922.
Ssmangi Sienws
DE RAMP TE HAMBURG.
In de „Hamb. Corr." vindt men nog
de volgende bijzonderheden over do
ramp op de terreinen van de N. Duit-
sohie Spiritusfabriek.
Als een loopend vuurtje ging het
gerucht over een reusachtige» brand
door geheel Hamburg. De meest tegen
strijdige berichen werden vernomen.
Er zouden heel veel dood en zijn. Hoe
wel deze berichten gelukkig niet te-
waarheid zijn, is de ramp toch groot
genoeg.
Aan de Biliw-'rder-Neuerdeidi lig
gen de Nd Deutsche Spritw erke, welke
een -roote oppervlakte beslaan, waar
ai t&llooze vaten, in ijzeren en inge
metselde tanks millioenen liter spiri
tus waren opgeslagen. Pas nog in de
laatste dagen was een groote zending
aangekomen. De terreinen lagen dus
StampvoL Dag en nacht werd dan ook
gewerkt met verschalende nloegen.
Gelukkig is elke ploeg slechts 25 man
sterk, andere zou het oneeluk nog veel
groot er zijn geweest.
's Morgens om kwart voor acht. tij
dens het omwisselen van een ploeg,
klonk plotseling een geweldige ont
ploffing. gevolgd door een luid kraken
en geweldige vlarnmenzuilen. Stukken
ijzer, een menschelift lichaam, stuk
ken muur, en hout vlogen door de
lucht. Verschillende ontploffingen
volgden. De vïammenzuilen werden
een vlammenzee In een oogenblik
snelden van alle kanten de brandspui
ten toe om den strijd met het vuur te
beginnentevens kwamen de zieken
auto's aangereden. De politie had de
handen vol om de nieuwsgierigen op
een afstand te houden. Dc brandweer
poogde het vuur te omsingelen, daar
groot gevaar voor de omgeving be
stond. Om half negen volgde een twee
de geweldige ontploffing: eon groote
tank met eenige duizenden liters spi
ritus. was In de lucht gevlogen.
Tallooze ruiten in de omliggende
huizen vlogen aan scherven dc bewo
ners begonnen meubilair en bedden*
goed uit de woningen te sleepen en
trachtten zich en het hunne in veilig
heid te brengen.
Om negen uur weder een luid go-
kraak een nieuwe tank was uiteenge
barsten. De brandweer deed boven-
menschelijke pogingen om het vuur
meestor te worden, maar moest wij
ken. En rond vloog de mareer zijn
brandweermannen omgekomen.
Helaas was het gerucht juistbij de
tweede ontploffreg waren de muren
van een gebouw ingedrukt. Onder de
puinhopen lagen eenige verpletterde
lichamen. Met doodsverachting gingen
de kameraden int-ussefcen bedaard hun
Rang.
Nader is gebleken, dat een brand
wacht gedood is, terwijl acht brand
wachten zwaar gekwetst zijn. en een
licht gew ond werd.
Om tien uur was de brandweer Sn-
tusschen zoo ver gevorderd, dat men
het brandpunt van de vuurzee, het hoo
ge hoofdgebouw, kon naderen. In d t
gebouw bevonden, zich de pompins*. al-
laties .waardoor de spiritus in de klei
nere tanks wordt overgebracht. Maar
tegelijk trad <ie politie tegen dc me
nigte op, om deze terug te drijven. De
nieuwsgierigen verdwenen van balkons
en vensters: elk oogenblik kan de
hoofdtank ontploffen, zoo werd ge
waarschuwd. Angstige oogenblikken.
Met verdubbelde inspanning wierpen
de bnandiwachte geweldige watermas
sa's op de vuurzee.
Tot zij tenslotte de overwinning be
haalden en het geweld der vlammen
werd gebrokende groote taak was
gereed. Nu gir.o het pas voor pas ver
der, de vijand werd steeds meer terug
gedrevensteeds geringer werden cte
vlammen .steeds minder de ontploffin
gen van uiteen barstende vaten. Tegen
den middag konden eenige afdeelingen
van de brandweer inrukken.
Het terrein complex biedt een aan*
Feuilleton
uit het Engelsch
van FRED. M. WHITE.
(Geautoriseerde vertaling).
10)
Jack Ellis zag nu ook GU-
mour onmogelijk een van de beide 1
mannen kon geweest zijn, die «Je
schuit waren komen bestelen. Hoe
kon Avory dan echier met zooveel
klem verzekerd hebben, uat liet GU-
mour was geweest <n niemand an
ders. Wilde Avory hun misschien
zand in de oogen strooien?
Lock scheen denzelfden gedachten-
Kang gehad te hebbi -.ut even la
ter zei bij:
Wat weet u van dien Avory af?
Niet veel, bekende Jack. Ik
weet alleen, dat zijn dochter op hot
Moat House dient. Ik heb hem eens in
Cray ontmoet, toon lnj zijn dochter
bezocht had. We wandelden «amen
naar het stolon en na dien tijd spreek
lk hem nu en dan. Hij woont in Wap-
ping diebt bij mij in de buurt. Ik
moet hem n eg eens goed aan den tand
voeln. Of 11 ij he,i> mi bedrogen, of
hij heeft zich leelijk vergist. 1
Heeft Avory u nog gezegd on
der welken naam hij Gilmour vroeger
gekend heeft? vroeg Lock.
Neen, dat geoof lk niet, of als
hij den naam toevallig genoemd heeft
heb ik daar geen acht op geslagen.
Ik kan hem er echter natuurlijk ge
makkelijk naar vragen.
Doet Ti dat, hoewei het eigenlijk
niet veel verschil in de zaak kan ma
ken. We zijn, vrees ik, op een verkeerd
spoor.,Ik blijf er echter bb. dat deze
diefstallen met door gewone dieven
kunnen gepleegd worden. Ze gebeuren
op te groote schaal en er zijn aan de
wijze, waarop ze geschieden, te veel
kosten verbonden. De gesto!«3i goede-
ren worden ergens opgeborgen, waar
de politie er niet uan denkt, ze te
gaan zoeken, vermoedelijk dus bij den
en of anderen gezienen cargadoor. Hij j
stuur ze natuurlijk naar afnemers
van hem, die met d minste, notie heb-1
ben, dat het gestolen goederen zijn.
De schurk moet er reeds schatten mee j
verdiend hebben, want het zijn Bleeds
de kostbaarste ladingen, die ge tol en
worden, ook een bewijs, dat er iemana
achter zit, die geheel vim de ladin
gen der verschillende booten op de
hoogte is.
U zult misschien wel denken, dat
ik maar naar dat ailea raad, doch ik
ben er in mijn hart van overtuigd,
dat de zaak zoo in elkaar zit, De
moeilijkheid js den hoofdleider te ont-i
dekken. Dat zal, vrees ik, met gemak
kelijk gaan, mener Ellts, en u zult 1
voorloopig nog geen sensaUebericht
hierover aan uw courant kunnen zen
den. Het beste zal, om te beginnen,
zeker zij, dien Avory eens goed uit te
hooren.
Jack Eilis verliet, in gedachten ver
zonken, het bureau. Hij was erg te- j
leur gesteld, dat de zaak op niets was
uitgeloopen. Hij had Gilmour nooit
vertrouwd en zou maar al te blij zijn
geweeet, als de een of andere scnur-
kenstreek van dezen aan 't licht was
gekomen. Misscrien was de afkeer,
dien hij voor den man koesterde, wel
toegenomen, nadat hij gemerkt had,
dat Gilmour Vera Croot het hof maak-
te. Niet dat hij wist, dat Croot dit hu-
welijk in de hand werkte, maar uit
het een en ander had hij meenen op
te merken, dat meneer Croot er niet
op tegen zou hebben, als Gilmour zijn
schoonzoon werd.
Den laatsten tijd had Ellts Gilmour j
niet veel meer ontmoet, daar hem in
beleefde termen verzocht was, zich lie
ver niet meer op bet Moat Ilouse te
vertoonen.
Vera had zich tegen de uitspraak
van haar pleegvader niet verzet, maar
daarom had zij or zich nog niet hij
neergelegd. Zij vond, dat haar vader
geen recht had, zich tusschen hiat
en J&ck te plaatse), en bleef Jus, bui
ten weten van meneer Croot in cor- i
respondentie met Ellis.
Jack had in de volgende «lagen rog
al bet een en ander voor dc Daily Te
lephone te doen en w as daardoor niet
in de gelegenheid, Avory op te zoe
ken. Van Lock had hij niets verder
gehoord, maar wel wist hij, dat de
diefstallen op de Theems nog steeds
voortgang hadden.
Hij voor zich gaf den moed nog niet
op, de bentie eenmaal op te iulleu
sporen, maar voor het oogenblik wist
hij nog niet, hoe hij, om dit doel te
bereiken, het best te werk inoeA gaan.
Het duurde drie dagen, voor li j een
hall uurtje over de hand had, om
den inspecteur op te zoeken. 1! ij vond
Lock op het bureau en zag dado'ijk,
dat deze ontstemd over iets was.
Bly u te zien, meneer iliisj zei
hij. lk ben benieuwd van u te
liooren, of u na den bewu»ten u ond
den bewaker Avory nog gesproken
hebt
Ellis legde liem uit, hoe hij daar
nog geen gelegenheid toe gehad had.
Dat is jammer, zei Lock *j) te-
leurgestelden toon, want aan zul
len we er, vrees ik, nooit achter ko
men voor wien hij meneer Gi'mour
heeft aangezien. Vannacht is hel lijk
van Avory uit een van de vijvers bij
Hampstead opgehaald. Zijn huisjuf
frouw heeft hem herkend. Lr ,*ijn geen
teekenen van geweld op «*et ii'k ge
vonden en men vermoedt du», dat de
man zelfmoord heeft gep'eegd. Zijn
horloge en zijn geld waren mg In z,u
zakken. Toch is er «ets vreemds in,
dat hij dit juist nu g6daan zou h-.-b-
ken. Wat dunkt u?
HOOFDSTUK VII.
Arcades Ambo.
Dat zaakje is al weer netje» op
geknapt, zei Croot met een grijnslach,
nadat Lock door den knecht uitgela
ten was. Het was anders op
het kantje af en ik hoop, dai ik voor
loopig van iets dergelijks verschoond
zal blijven.
Je praat als een «schoolmeo: ter
tegen een on deugen den jongen, zei
Gilmour op mjdigen toon. Net, als
of het gebeurde mijn schuld isl Toen
we met de zaak begonnen, widen we,
dat al waren de winsten, die wij
maakten, groot, het ri6ico, dai we lie
pen, minstens e.en groot nas, Mo
dunkt, dat jij er gemakkelijk tent af
gekomen, en ik begrijp dus uiet goed,
waarover je je te beKlageu hebt.
lk dacht meer aan jou veilig
heid dan aan de mijne, Mark.
Het kan waar zijn, maar teer
gevoelig ben je anders niet. Je zult
toch moeten toegeven, «lat ik die Lock
aardig beet heb gehad.
Dat stem ik toe, hij wist ten slot-
te niet. wat hij er van denken moert.
Dat retourkaartje was een pracht zet.
Hoe ben ie er toch aan g-k-jin -n. liet
was toch w el echt?
Natuurlijk, je begrijpt toen. d ;l
die Lock dadelijk op onderzoek uit
gaat. Een bedrog daarmee zou zeker
uitkomen. Ik weet, hoeveel gevaar ik
steeds loop en neem daarom J d
zooveel mogelijk voorzorg«znaa!reg>
len. Vandaag had ik bovendien net
i voorgevoel, dai er iets mi- zou gaan,
waarom weet ik zelf niet. Mijn voor
gevoel heeft mij dan ook niet bedro
gen. Het trof ellendig, dat de bewa
ker juist een oude bootsman vin ine
moest zijn. H:j herkende mij dadiiiik,
hoewel hij, voor zoo-.cr ik weet. mij
in geen tien jaar gezien had, Met e vi
ste is, dat hij ook wist, onder wel
ken naam ik mij schuil houd cn dat
ik bij dc firma Verity A* Co. in betrek
king ben.
Weet hij, waarom je uit deu zoo-
dienst e^eaan bent? Natuurlijk, want
hij diende op de Sborkstooth, toen ik
gearresteerd werd. Croot, we moeten
dóen Andry uit den wee zien te rui
men, voor hij nog meer onheil sticht.
Gilmour zei dit laatste fluisterend en
de uitdrukking, diie er tegelijkertijd
op zijn gelaat verscheenwas niet be
paald aangenaam te noemen. Ifij
traditie Croot tot een moord over to
halen «1 deze, lioev.cl hij uiet Ueeo
eon schurkenstreek opzag, deinsde
hiervoor trw»h tom.