Van onzen reizenden Redacteur Van een Kermis die verdween Oüzg Lachiioük VEKIlf a üo. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 14 JULI 1922 TWEEDE BLAD (Nieuw© reeks.) No. 95 Neuriënd, mjjn hoaa wat scheed op mjjm tooofd eon glimlach van genoegen op mijn gezicht, niyu wandelstok zwaaiend als oen jonge kantoorbediende, die voör Let eerst *öu salaris Leeft ontvangen, zoo liep ik Zaterdagmorgen door de Kruisstraat naar het station. Ieder, die m\j dien morgen Loeit gezien, moet Lebben gedacht: Ein delek dan toch eens een tevreden, geluk- fcig meneck in deze tijden van misère en jnalaisel" Ik neuriede: Fiseherin, du kloine. Faire nicht alleine, Fahro nicht bei Stnrmgebraus, Fahre nicht hinausl Een kennis klopte mjj op den schouder, yroog waar ik heenging. Ik antwoordde niet, neuriede enkel: Fischorin, du kleine, Fahre uicht alleine, De ander koek mij verwonderd aan, vroeg toen, 'n beetje wantrouwend: ,/Wnt ieurie jij toch? Da's een mop van 30 aar geleden Precies! 30 jaar geleden! Een konmis- uopl Fiseherin, du kleine, Fahre nicht alleine, Mjjn kennis stond op eens stil. „Ben je misschien. eu".... en hjj teek mij beteekenisvol aan. „Nee, nee, noo!" lachte ik, „dat ben ik niotl" „De honderdduizend dan!" „O nee!" antwoordde ik, „*t is Iets beters, iets veel beters!" Toen sloeg ik hem op z\jn schouder: „Ik hen op weg naar de kermis! Begrijp je 't nou?" „Naar de ker. Hij kon don zin niet oens voleindigen, zag mjj aan, alsof hij wilde jü niet goed of ben ik het? „Ja, maar niet naar oen gewone ker mis!" legde ik hem daarom uit. „Naar de kermis in het stadje, waar ik jong g>- •weest. ben. En naar 'u Friesche kaata- partijl ,,0 zoo!" Dat was bet eo-iige, wat hij me antwoordde. Het was dufdóljjk, dat mijn verklarende toelichting niet heol veel indruk op hem had gemaakt. „Maar snap je dan niet, wat dat beteo- tent?" ging ilc daarom enthousiast door. „Nog eens eenmaal dat alles terugzien, nog eens eenmaal 30 jaar terugloven, nog eens eenmaal doormaken, wat jo als jon gen het fijnste, het lolligste, hot heer lijks te vond van het heele jaar; 'n kennis en 'n kaatspartij! De andere keek mjj goedig medelijdend aan en zei niets dan: „Nou, amuseer je met je kermis en je kaatspartij!" Het was als een koude douche, die mij stortte. Plotseling voelde ik, dat mijn hoed wat scheef zat. Ik schoof hem, wat verlegen, weer recht. Ik geneerde mij voor mijn glimlach en xnijn jongensachtige vrooljjk- heid. Maar toen opeens zag ik onze oude kermis weer voor mjj: de poffertjeskraam van Visser, don draaimolen van Akker man, do schiettent van Bouefaug, de uou- gatkraam vau Consael, Pak do Leuning, Stella, het levend sprekend mensohen- hoofd en het Ra-1 vau Avontuur, ik hoorde weer ue draaiorgels, de schetterende hoornmuziék, do beroemde Turkschc trom en den knalklappenden kop van Jut, ik snoof weer do lucht in van oliekoeken, wafels en zuur, ilc zag mjj zelf terug mot «en open mond en een lachende snuit, staande tussclien boeren en boerinnen voor een „paljassenspelen op hetzelfde oogenblik zat mjjn hoed al weer scheef op mjjn hoofd, kwam do glimlach torug en neuriede ik het oude, bij mi vorgoten kermisbed Fiseherin, du kleine, Fahre nicht alleine. "VVat wist hjj, die andere, van al die ge noegens af? Had h'j niet altijd iu Den Haag gewoond? Had hjj ooit het wonder zien gebeuren, hot wonder, dat een nieu we stad vol licht en kleur en heerlijkheid verrjst in de eigen straat, voor liet eigen huis? Had hij ooi» de romantiek vau de kermis gevoeld? Ik beklaagde hom, omdat ij als kind zooveel had moeten missen, en opgewekt en vr ooi ijk stapto ik in den trein, nu ik wist, dat ik dienzelfden avond dat alles nog eens terug zou zien precies als vroeger in mju zonnige jeugd. In het hoekje van mjjn coupé heb ik heel de kermis nog eens langs mjj heen laten gaan, heb ik dien zaligen tijd nog eens geheel doorleefd. Al do oude kermis gasten uit""mjju jongensjaren, „monsieur" Consael met zjn gcplnkto scheiding en zj"n gouden lorgnet, de gemoed el jjko Ak kerman van den eón-cents draaimolen met zjn roodharige dochter Nelly, „Moeke Ozinga met 't oor jzcr van do Oliekookei kfruun, de groocc, zware, aitjd wat krom loopende Wolff van den Caroussel, die in zjn gekleeJe jas aan den ingang stond ~a altj'd schor van het schroouwon ka/'tjee aaa de cassa zat, de kleine Alberti, do directeur van het „paljaaseu- spel", die zelf op de Turksche trom sloeg, Blanus en Schuitenvoerder van het „we reldberoemde en wereldvermaarde oir- vader en moedor Kwast van de sui ker,kraam, zj hebben de reis met mj mee gemaakt en ik was hun dankbaar voor hun gezelschap. Ja, men meet In een kleine stad heb ben gewoond om te weten, wat een ker- voor een kind eigenlijk beteekent! Hoe intens leefde je als jongen zoo'n kermis meel Daar was om te bogiiaueo, de vreugde van hot eerste „kennisschap Eiken dag ging je naar de singels om i of zjj al gekomen waren, de sohui. ton met hun geheiamzinnigen inhoud. Je herkendo ze op het eerste gezicht, door bun deklading van bruine planken en bal ken, waarvan je in jo verbeelding dadelijk ■san tont of een kraam of een spel op- ooawde. „E-au kerinisschip 1 Een lcermissohipl Je riep het elkaar toe, of het een won der was. Ging het op school niet ala een vreugde-tijding door do klas, ala de eerste schuit met de kostbare deklading in de gracht of den haven lag? Dan kwam de dag van de „teerstre- ;.en"! Ik zie hem nog voor mjj, den ,,man met don teerkwast", die over do hobbe lige straatkeien de zwarte morkteokenen voor do grenzen der tenten en kramen smeerde. Met welk een innerlijk genoegen koa je d'er als jongen naar staan kij ken," naar al die zwarte rechthoeken, die vau zooveel beteekenis voor jo waren. Want daartussoheu tooverde je immiors in je gedachten heol die vreugdealad, welke over eukelo dagen gebouwd stond te wor den. O, dien eersten morgen, als zij daar jmgeu door oaze straten, do kormisman- iimü in hun blauwe boezeroenen, duwen,d voo,. zich uit de lange, platte wagens ;uet de balken en plankon, die stralen ten- Ma en kramen en spellen zouden worden 1 's Morgens om G uur stond ik al op do „Sokritsen", de straat, waar de kermis werd opgebouwd. Dan wachtte ik op Ak kerman, Akkerman van den draaimolen, die mijn boezemvriend was, al van zóó lang, dat ik mijn eerslo abonnement voor zijn molen had gehad. Die draaimolen kon zonder mij niet worden gebouwd! Ik sjouwde mee blokken aan en ijzeren stan gen en roeden en zeilen en Iristen, ik schreeuwde: „weg! op zijl" tegen mjjn eigen makkers, als zij niet geabonneerd waren en er dus „niks mee te maken had den," ik bitste: „Bljjf d'er af!" togen elk meisje of tegen iedcren jongen, die het maar waagde even met de vingers aan een leeuw of een paard te komen ik surveilleerde mot een rietje en was stren ger dan do strengste politie-ageut. Als de molen klaar was, zat ik mee binnen, achter het zeil en mepte iederen jongen al was hjj mijn beste, meest intieme vriend mot het rietje op de vingers, ais hij het moolit wagen onder het zeildoek naar binnen te gluren. Dat was alleen het recht van een geabonneerde! Al die dagen was ik lid van het gezin Akkerman, voel de ik mij één met '1° draaimolen-familie. En hoe je al dis versieringen in zoo 'n draaimolen bewonderde! Hoe streelden je oogen de rood fluweelen lappen met gla zen kralen en gitten, dio schitterden bjj het gaslicht als zilver en diamant! Tegen zulk een weelde kon zelfs de burgen» ter niet op! Zóó droomde je je de pracht der paleizen van de 1001 nacht. Och, men moet in een kleine plaats heb ben gewoond om dat alles werkelijk te hebben „beleefd"! Wie zóó de kermis niet heeft gezien met de verrukking van de kinderziel, weet niets vau haar heer lijkheid en haar wondere pracht! Hoe andera dan anders bimbamde do klok, als de kermis werd ingeluidl Hoe helder en vroolijk zongen de klokflcetonen dan over de stad! Welk een droge, kur ken ziel moet toch onze „meestor" heb ben gehad, die ons op zulk een dag om 0 uurals iederen anderen dag „naaar bin nen klopte", terwijl het joyeuze klok gelui het begin der kermis verkondigde. Heel den morgen za^ jo te luisteren of jo het eerste kennisorgel al hoorde! En als dan eindelijk togen 11 uur de orgelto nen tot je doordrongen, dan zong het je binnenste: „Nou. is het echt! Nou is het kermis," kennis, kermist eu het 1102 3e niks niemendal meer schelen of Oldenbar- neveldt in 161S of 1619 onthoofd was on of jo beren met 1 of 2 oe's moest schrij ven. Je dacht alleen maar aan Stella, het sprekend levend mc-nscheiihoofd en Johau laeyzer, den kleinsten dwerg van do we reld, aan Pak de Leuning en liet „hippo droom.", ;u.a de oliekoeken en het hon den- en apenspel, aan du nougat van.Con sael en de roode zuurballen van Kwast. Ach ja, me zuurballen van Kwast! Een half uur kon je or op zuigen en al dat ronde schuitjes, zijn steigerende houten paarden mei hun dikke manen on de leeuwen met hun stijve nokken. Was je, als je in d<m grooten caroussel den sleu tel to pakken had, don sleutel, die je het recht gaf op een gratis rit. niet iu blij als nu met de honderdduizend? kermis, kermis, wat heb ik in mjjn hoekje in den trein je weer heeiomaal .doorleefd "1 's Middags om 5 uur kwam ik in mijn stadje aan! Om 5 nnr? dat beteekendo dus, dat do kermis al in vollen fleur zou zijn. Ik gaf mijn koffertje aan den jon gen van hot hotel en het eerste, wat ik hem woog, was: „En hoe staa^ het met de kermis dit jaar?" „Do kermis? Die ia al lang afgeschaft, meneer! „Hó, wat?" „Al van 1914 af 1 Daar Blond ïkl Ik keek hem aan als Malle Piet! Voor een kermis, die 8 ja- u was afgeschaft, had ik dus een reis ,n zes uren gemaakt! „Komt meneer voor de kermis dan hier?" Sarrend klonk mij de waag in de ooren. Toen heb ik heel mijn jeugd en de ker mis verloochend en ik antwoordde met een diepe minachting: „Wel nee, wat kau mij non zoo'n ker- s schelen! Ik kom alleen voor de kaats partij! Zonder glimlach op mijn geziekt, mjjn hoed kaarsrecht op mijn hoofd en mjjn stok stijf onder jon arm gedrukt bon ik, achter den jongen aan, naar mjjn hotel gewandeld. Niets was er over van mjjn vroolijkkeid van dien morgen en ioder, die mjj togen kwam, moet; hebben ge dacht: „Al weer zoo'n ongelukkige, dio gebukt gaat onder de misère en de ma laise van dezen tjjdl" Toen ik twee dagen later in Haarlem terugkwam, ontmoette ik op het station mjjn kennis van do Kruisstraat. Wel, hoe was het op je kermis?" vroeg hjj mjj sarcastisch. En ik? Ik antwoordde enthousiast: „Prachtig! Precies nog als vroeger! Niete was er veranderd! Ik heb heerljik kermis gevierd! Togelyk zat mjjn hoed weer scheef op mjjn hoofd, de glimlach op mjjn gezicht was terug, de stok zwaaide overmoedig door de lucht en ik neuriede als Zaterdag: Fiseherin, du kleine, Fahre nicht alleine Moet ik tenslotte niet bljjdo zjjn, om dat ditmaal de werkelijkheid niet de il lusie is komen verstoren? Als ik nn aan de kermis in mjjn oude stadje terugdenk, dan zal ik haar steeds bljjven zien in ai haar pracht en praal en heerlijkheid als 30 jaar geleden! Hoe anders zou hot mis kien zjjn geweest, wanneer men in 1914 niet het wjjze besluit had genomen haar a£ te schaffen? 3. B. SCHUIL. iStaüSiueuws Arr, SesMÈaM POCINC TOT DOODSLAG. Onze lezers herinneren zicli dait 6 Maart aan een bewaarder van het Frans Halsmuseum een paar mes- staken werden toegebracht, die ech ter gelukkig geen verwondlingen van ernstigen aard veroorzaakten. Donderdagmiddag d'iemdie deze zaak voor onze rechtbank. Terecht stondi P. C. oad 32 jaar wonende te Schoten, wian was ten laste gelegd diat hij op 6 Maart K. van Pel met een mes twee steken had toegebracht. De dagvaarding qualificeerde die feiten als poging tot uuuusaïag', althans zwa re mishandeling. Het verhoor van den beklaagde. President: Had ge het plan Van Pel opzettelijk te dooden? Bokl.: Ik Ihad dat plan niet. Het spijt mij dat ik hem heb gestoken. Waarom ük dat deed kan iilt nflet zjjn deftige vrouv, die in haar zwart z\j-'genot voor do somma rail éón enkele centl den japon altijd achter een berg centen Ea de draaimolen, ue draaimolen mot zjjn President. Waarom had u het mes bij u? Belil.: Ik weet diat niet. President: Had ge er van te voren aan gedacht? Békfl.: Neen. Ik had een antipathie tegen V-an Pel-..Hij heeft mij uit mijn betrekking gestooten. President: Zulk een mes 't was een schoenmakersmes is toch niet eetn mes, dat men dagelijks in den zak steekt! Hebt ge in het museum naar Van Pelt gevraagd? Beid.: Ik weet d'at niet. Ik héb boord dat ik er geweest ben; maar op wat manier ik er naar toegekomen ben weet ik niet. President: Herinnert u zich dat u naai" Van Pei hebt gevraagd? BekJ.: Het kan best zijn. President: Herinnert u zich dat Van Pel» later is gekomen? Beid.: Neen. President: Is u daarna met Van Pelt handgemeen geworden? Beid.: Ja, dat zal wel zoo zijn. President: Is bet niet zoo gebeurd, dat Van Pel- bukte naar de bis even bus en dat u hem toen hebt gestoken onder den uitroep: nu heb Ik je? Bekl.: Het kan wel zijn, maai' weet dat niet. Dan wordt voorgelezen ÏÏc verkla ring, die bekl. voor den rechtercom missaris aflegde. Bekl. deelde daarin mede dat hjj niet do bedoeling had gehad van Pslt te doo den. Hjj had op 5 Maart naar het mu seum willen gaan, maar zjjn vrouw had hem dat afgeraden. Hij was daarna op Maart naar museum gegaan. Hjj ha,; dat niet gedaan om da% ve Pelt aan te vallen en 't mes had hjj niet met dat doel bjj zich. Nadat bekl. eeni- geu tjjd ln 't museum was geweest had hij naar een urinoir gevraagd. Dan, aldus bekl. in die verklaring, zag Ik van Pel- Ik was toen mjj zelf niet moer moestor. Ut greep rnjjn mest en stak Op d® vraag van den president ant woordt bekl. dat bij op de bom voorgele zen verklaring geen aanmerkingen heeft. Getuigenverhoor. Do boer J. J. Lantiag, arts, die in bet Gasthuis van Pelt had behandeld, deelde mede, dat van Pelt, loopend, door een ander gesteun,] was binnengekomen. Hjj erg zenuwachtig en werd daarna van de polikliniek uit naar de operatiekamer gebracht. Van Pelt had twee verwondingen, een kleine links en een grootere boven hetlin" kersleutelbeen. Het waren gesneden won den die niet gevaarlijk waren. Naar aanleiding van een vraag van den officier van justitie deelde get. mede, dat n do nabjjheid van de wonden edele dee- leu lagen en dat indien met het nies met grooto kracht steken waren toegebracht, doze doodeljjk hadden kannen zjjn. De hoer F. Muller arts, bevestigde zjjn rapport dat inhield dat bekl. een epilepti cus, lichtelijk dément is en niet aanspra kelijk kan gesteld worden. Het requisitoir. Nadat neg van Pelt was gehoord, nam liet O-M. zijn requisitoir. Het O. M. ging na de afgelegde verklariugen.Het nam aan dat hier aen poging tot doodslag had1 plaats gehad, maar het oordeelde dat bok.1 zjjn verstandelijke vesmogena gekrenkt was. In verband daarmede requireerde het O. M. opzending naar een Bjjkskrankzin- nigengestielit voor den proeftijd van één jaar. De verdediger, mi. van der Goot, zeide in zjjn pleidooi, dat iots had plaats ge- dat een oppassend man het leven had kunnen kosten. Maar de Voorzienig heid heeft het anders gewild. Een trage- voorkemen en bekl. is blij" dat niet plaats had. PI. zeide verder, dat er geen strafbare poging tot doodslag plaats bad en refe reerde zich ten slotte aan het oordeel ran de roc-Mbauik. Een schip Weukeliug. schipbreukeling op de levenszee trad daarna het beklaagdenbankje bin nen; maar iemand, die zjjn lot niet al te vaar opnam! De rechters salneercmde un bekl. plaats. Het was iemand die zich aa.n landloo perjj had schuldig gemaakt. Bekl. deed het voorkomen, dat, indien nw had laten liegaan, hjj bij familie wel onderdak was gekomen. Hjj had Tehuis voor Onbohuisden te Amsterdam vertoefd en was daarna naar Pu mierend gegaan. De politie echter zeide, dat bekl. meer malen zich bjj de politie had aangemeld een ondordak en dat hy geen cent op zn'k had gehad. Bekl. voerde nog aa^ dat hij nimmer was veroordeeld, behalve omdat hij boven zijn theewater was geweost. Hoj O-M. zeide, dat hier met een eigen aardig geval heeft te doen. Deze bekl. al lang aan het zwerren is, heeft zich r zoover bekend, nimmer op zijn tooh- ten aan misdrijven schuldig gemaakt. Zijn ■ouw is in een gesticht en een paar zjj- :r kinderen zjjn ook in gestichten. Het eenigo wat het O.M. weet te doen was te requireeron 3 dagen hechtenis opzending naar een Rijkswerkinrichting voor den tijd van 3 maanden. Eet hoopte dat dan inmiddels de reelasscering zich het lot van bekl. zal aantrekken. Bekl. die zaide, dat hjj goed kon wer ken en nog niets mankeerde, had daar niets op tegen. Hjj wilde wel eens een kjjkje in een Rijkswerkinrichting nemen. Weliiolit is daar nog wat te leeren rede neerde hjj. En, nadat kjj de rechters ander maal had gesalueerd, werd bekl. weg geleid. Een type dat niet veel in de rechtzaal wordt gozicu. Verschenen zijn de rapporten de commit si en uit de Provinciale Staten van Noord-Hol-laaid in wier handen de voordrachten van Gedepu teerde Staten ter ond&raoek waren gtöteld. De meeste coiamissién ad- viseeren de voordrachten onveran derd aan te nemen. Het ambtenarer reglement. De commissie die de voordracht van Ged. Staten in zake toet ambte- narearree'lcmeavt onderzocht, zond een uitvoerig rapport in De Coiu-niissue sprak ei- haar leed wezen over uit, dat de Regeering, blij kens haar schrijven van 31 Maart jl., niet ibetreid is het Ambtenarenregle ment, vrucht van langdurige, ern stige voorbereiding zoowel in 'daarvoor benoemaCommissie als in de Staten, ongewijzigd goed te keu ren. Algemeen was de Cornmiesie van oordeel, dat er geen sprake kon zijn van intrekking van bet Ambtenaren reglement; eiuclit-s cén der leden gal een voorloopige intrekking in over weging. Niet alleen pleitte voor de handhaving do bovengenoemde voor bereiding en de duidelijke uitspraken der Staten, maar bovendien was men van oordeel, dat de regeling der rechtspositie in de Provincie niet mocht worden gekoppeld aan de on zekere toekomst van de Rijksregering. Was men van oordeel, dat de Sta ten zidh zonden moeten vareenigen met het eerste deel van het besluit van Gedeputeerde Staton, liet tweede deel g-uf aanleiding lot meer uitvoeri ge beschouwingen Wel was de Commissie van ooi'd-eel, dat men het Ambtenarenreglement niet in gevaar mocht brengen, en dus wijziging van de artikelen 29 en 52 zal moeten worden overwogen. Tegen de wijzen waarop Gedeputeer de Staten het voorstel tot wijziging inleidden, bestond echter bij ver schillende leden bezwaar. Deze leden waren van oordeel, dat Gedeputeerde Staten deze punten niet in de Staten hadden moeten brengen zond'ar diat daarover eerst overleg was gepleegd met de Voor loopige Commissie voor georgani seerd overleg. Wel hebben Provin ciale Staten liet reglement vastgesteld en is de Voorl'oopige Commissie niet competent tot eenige wijziging, toch ware de betere weg geweest, dat Ge deputeerde Staten eerst die Commis sie hadden gehoord, eni daarna bij de Staten waren gekomen met voorstel len al of niet overeenstemmende met het advies der Commissie. Het aanwezig» lid van Gedeputeer de Staten gaf een uitvoerige toe lichting tot de voordracht. Zijns in ziens waren slechts dirie standpunten mogelijk: ten eerste het opvolgen van den wenk der Rege&ring het re glement in te trekken; ten tweede het ongewijzigd handhaven, op gevaar af de Koninklijke goedkeuring niet te er langen; ten derde zich bereid verkla ren aan de overwegende bedenkingen van de Regeering tegemoet te ko- i daardoor- het Ambtenaren reglement, heizij dam gewijzigd, te kunnen behouden. De voordracht; van Gedeputeerde Staten geeft aan de Staten de gelegenheid zich voor één dezer standpunten uit te spreken. Gedeputeerde Staten geven m overweging niet tot intrekking oyer te gaan, maai' door wijziging der be treffende artikelen de bezwaren der Regeering te ondervangen. Gaan de Staten hierin mee, dan wenden Ge deputeerde Staten zich tot de V" loopige Commissie van georganiseerd overleg ten einde haar advies in te winnen omtrent inhoud em redactie der eventueel aan te brengen wijzi gingen. De leden hierboven aan het woord lieten, ook na deze verdediging, hun bezwaren niet vallen. Alvorens Pro vinciale Staten zich, in welken dan ook, zouden uitspreken, wilden zij eerst weten: hoe denken de arnto tenaren er over. In geen enkel op- zicluj wilden zijl prejudioeeren op het georganiseerd overleg. Algemeen was de Commissie van oordeei, dat aan de geuite bezwaren volledig zou zijn tegemoet te komen, indien het tweede deol dor voordracht aldus luidde: „2ov Gedepudeerde Staten uit te nnodigen bij de Voorloopige Commis sie voor georganiseerd overleg aan hangig te maken de vraag oi cn zoo ja welke voorstellen zullen worden ingediend tot intrekking, respectie velijk wijziging van: a. Artikel van dat reglement; b. Artikel 52 van dat reglement (be paaldelijk van het vierde lid); c. Hoordstuk IX van dat reglement, voor zooveel noodig na daarOw na der met de Regeering gepleegd leg". H e t n a l u u r s c h o o het Gooi. Van het lid der staten, C. Thomas sen, is de navolgende vraag bij Gede puteerde Staten ingekomen: Zijn Ge deputeerde Staten bereid om ïiuu in vloed aan te wenden, opdat de onge twijfeld zoor noodzakelijke verbete ring van de verbinding van het Gooi met Amsterdam niet ga ten koste van het natuurschoon? Het antwoord van Gedeputeerde Staten lufdt ais volgt: Reeds in de brieven, welke zij in 1920 omtrent de aanhangige tram- plannen in het Gooi aan den Minister van Waterstaat liebbe gericht, heb ben Gedeputeerde Staten op het be lang van het behoud van het natuur schoon gewezen, terwijl laatstelijk in hel advies, hetwelk het College in het iiegim van dit jaar, mede naar aan leiding van het rapport der door dien Bewindsman ingesttliie Commissie •.oor de clcctrlsche spoor- en tram weg lijn en in liet Gooi, omtrent den aanleg dezer lijnen aan don Minister heelt uitgebracht, de oodige aandacht ia gewijd aan de wenschehjkheid, dat bij de bevoredring der gróote belan gen, die bij behoorlijke spoor- en tramvrebindingen niet het- Gooi be trokken zijn, met de eisclien van het natuurociioi j zooveel mogelijk reke ning zou Worden gehouden. Mocht na do publicatie der plannen hiertoe aanleiding bestaan, dun zijn Gedeputeerde Staten bereid het be lang van liet natuurschoon nogmaals onder de aandacYü van flt> Regcering te brengen. Verkiezing lid Eerste Kamer. De voorzitter der Provinciale Sttu ten heeft den Staten medegedeeld dat het in zijn voornemen ligt, de benoe ming van een lid van de Eerste Ka mer der Staten-GeneraaJ, ter vervan ging van den heer W. H. Vliegen, die zijne op 22 Juni jl. gedane benoeming niet heeft aangenomen, aan de orde te stellen in de Vergadering van Dinsdag 18 Juli a.s., onmiddellijk na de pauze. OPENING VLEESCHHOUWERIJ In het perceel Warinoesstraat 7, waarin vrfoeger de poelier II. J. Geerling zijn. zaait dreef, hebben de heeren J. Tuin en A. C. van der Veen Donderdag vleeschhouwerij geopend. De winkel ziet er met zijn nieuwe beschik* dering en netten inventaris keurig un.- Beide firmanten hebbcD vroeger al eens een vleeschhouwerij gehad, respectieve lijk aan dé Nassaulaan en in de Ruys- da el straat. K c 1 i 11 e r op ulo riten de uat ettt gast Ontevreden kijkt,1: Zijn uw eieren niet Ruig genoeg gekooid, me neer! Gast; Jawel, maar niet spoedig genoeg Uit de Omstreken VjELSEN. - Bouwvergun ning e n. Vergunning is ver leend aan: Jöli. de Waard, voor het 'erbouwen van een woon- en winkel huis door bijtrekking perceel Kanaal straat 22, IJ muiden. C. Bartelis, voor het verbouwen en vergrooten van ,,De Kluis" aan den Driehuizerkerkweg te Veis en. H. W. Loijer, Wijkeroog, voor het oprichten van een woon- en winkel huis aan den \V ijkerstraat weg te Velsen. TJMUIDEN Het verbouwen van een woonhuis tot winkelhuis in dé Kruisstraat te Haarlem, voor reke ning van de heer Wissel dijk te IJjn ui- 'len is opgedragen aam de firma Cu pido en Dalmeïjer te IJmuiden. Burgerlijke Stand VELSEN 1 e v al 1 e n: M. K. Koks-Arisz, A. Visser-Heere, z.; A. van Schiu- k&l-Bont," d.; J. M. H. Kooi-Krijts d.; H. G. Koedijker-Sol, d.; A. Reioiistei- ner-Broek, z.\ J. Molenaar-Meije-r, z- Ondertrouwd: Th. L. Niesteni en P. G. Klaver; C. Groen en C. Schouten; W. Zedjïeanaker en G. Buis; A. J. Huijsing en P. G. B. Sel- d er beek; C. Kuilman en C. Oorthuis. Getouwd: W. Bilderbeok met I. .1. Mulcler. Overleden: De Stoffer. E9 j., maai van D. Wagterveld. Binnenland BURGEMEESTER ZIMMERMAN UIT BOEDAPEST. Uit Boedapest wordt ons geseind: De heer Zimmerman, burgemeester van Rot* terdain, voorzitter van het Oosteuryksch-. Hongaarsch financieel scheidsgerecht, is te Boedapest aangekomen. Hjj verklaard? aan HoDgaarsche bladen, da^ de eerste vergadering slechts van formeelen aar-I was. De eigenlijke zittingen beginnen in September. De hoer Zimmerman zal eeni- gen tjjd in Boedapest bljjven, voeling zoeken met de Hongnarscho regeering en ■de economisch en financieel heerschende toestanden bestudeeren. Hjj verklaarde voorts, dat de in Nederland verpleegde Hongaarsehc kinderen veel hebben bijge dragen tot versterking van de Neder- landsch-IIongaarsehe sympathieën. VERONGELUKTE MOTORBOTTER - Door de sleepboot ,,Simson" van het bureau Wijsmuller was nabij Castricum rechtopstaanden mast gepasseerd, welke waarschijnlijk aan het wrak vau een klein vaartuig verbonden was. Uit een nader ingesteld onderzoek is ge bleken, dat deze laatste veronderstel- lin-g niet juist was. De thans naar Ij lden gesleepte mast is vrijwel zeker afkomstig van den in den storm van den vorigen Donderdag met man en muis verongelukten motorbotter II.' 185. ROOFDIEREN. Te Voorthuizcu, waar den laatsten tijd ontzettend veel jonge kippen door roofdieren zijn ver scheurd, zijn thans reeds vijf vossen eu zeven bunzings buitgemaakt. Laatstge noemde dieren hadden den nacht vóór hun dood nog 60 bijna volwassen kippen weggehaald. FeuilïeïOïi uit toet Engeiscn van FRED. M. YYHiTE. (Geautoriseerde verta.mg). 15j Geollrey ueeft et pus kort gela den over gesproken, zei Patricia, ter wijl zij peinzend iu uet vuur staar de, en wie weet, ot onze droom wel ooit in vervuriwg zal g<«ui! Goof frey heeft m,-. eigenlijk ook nog nooit rechtstreeks ten huwelijk gevraagd. Wat een onzm! nep Yeia uit. alsof je niet aJ lang weet, dat hij mets zoo zeer wenscht, als jou tot zijn vrouw te maken! Maar wie is dat? Dp meisjes hoorden een zware stap langs het kiezelpad het huis naderen. Even later kwam er een man in e u blauwe jas en met een helni op langs de ramen van de zitkamer en ver dween in do richting van de straat deur. Een politie agent zei Vera ver baasd. Wat kan die hier komen doe-n op zoo'n nodigen Zondagmid dag? Croot, die den man langs <ir rum - ti van de bibliotheek had zien komen, stelde zich Ook die vraag. Het zie- Van een agoiu scuóeu uem na liet g^ beut'ue vau Vrijuaguvonu wel ,.tu ofet mg verontrustend. Toén een ue. ue amn .en nein kwam zeggen, dat t?r eui t/oiu.e-ag.iit was, out ueui te ipt'e atii, Jjc-iui mj zien venter oogeimc.i.jii tijk kutoii naar ue hal en zag ueu m.J op oe vioetuiat staan, Noemt u mij niet kvva.ijli, ine neer, zei ue ageut, dat ik u i.p /on dag kom lastig vallen, maar ik moe hier iritoriuaties omtrent iemand ni- winnen. Hebt u met een aicusliione. 1 die Ada Avory boet? Croot was net, aisof hem een puk van liet hart viel. liet bezoek vau 'ie» agent had dus blijkbaar niets met het gebeurde te malven. Jk kan het je niet zeker zeggen, antwoordde hij, maar ik zal er mijn dochter naar vragen. Vera kwam juist de hal in, en toen Croot haar de vraag overbracht, zei Ja. zeker, dat is ons d rde meis je. Ze i? al een heèlen tijd bij ons. Croot keprde naar do bibliotheek te rug, 't aan Vera 0 e 'gteod, dc zaak verder af te handelen. Is er iets gebeurd? vroeg Vera aan dm agent. Daf. weten we eigenlük niet, juf frouw, antwoordde do man, maar de vader van het. meisje heett Z'rier- dagmorgpn gezond en wel zijn kost- uuis verlaten, en men beeft sedert uieus meer van liesm gehoord. Hij mteft vroeger op zee gevaren en nu ecu baantje ais bewaker vau vraebt- scnuiten gekregen. Een flinke, stoere man, uie wel zijn glaasje lust, maar van wieu niemand toch een woord ten ïiuaeele zou kunnen zeggen. We vree- ze:uat hem een ongeluk is overko men. Zyn huisjuffrouw kwam vanmid dag bij ons op toet bureau, omdat ze erg ougeruci wus, ei. de inspecteur zond mij daarop hierheen, om aan zijn dochter te vragen, of die er ook iels van «fwisi. Je woi iiaar dus zeker graag even sprak-n, zei Vera, Juist, juffrouw. Vera verl.ct hem en kwam even la ter terug met een aardig, schrandev uitziend meisje, dat doodsbleek werd en begon te schreien, toen ze hoorde, wat de agent haar te vragen had. Neen, zei ze, ik heb vader in geen drie dagen gezien en weet ook niet, waar hij zijn kan. Denkt u. dat er iets met hem gebeurd i. Dot is moeilijk te zeggen, ant woordde ag-nt, maar u moet niet 7.00 gauw het ergste vreezen. Mis schien is hij ntet een panr vrienden er een naar dagen van door gegaan en vond h» h- t ni't noodig. zün huis- ii-ffrouw dit tp zeggen. O, ne.en, dot zou niet» v or va der zijn, zei Ada hoofdschuddend, en hij heeft er mij ook niets van ge schreven. Zondags krijg ik altijd een brief van kern. En heb je er vanmorgen ook een gehad? vroeg Vera. Neen, juffrouw, en ik vond dai al wat vreemd, maar ik dacht, dat hij misschien vergeten had, den brief bij tijds op de bus te doen. 0, ik moet dadelijk naar Londen. Er is hem vast een ongeluk overkomen! Vera, die era met liet meisje te doen had, zei op vertroostenden toon: Ga nu niet overhaast te werk, Ada. Misscliien maak je- ja wel nood< - loos ongerust. Jc kunt iu Londen tocli niets beginnen. Wacht liever tot moi'j gen. Misschien weet de politie dan: wat naders. Ik zal aan vader vra- gen. of Jordan je in de kleine auto naar Wapping mag bremzen en me dunkt, dat het beste zal zijn, dat je dan naar meneer Ellis gaat eu dien om hulp vra3gt. Je weet wel, flat llh met je vader bekend is en je indertijd nog al eens de groeten van hem bracht. Daarop wendde Vera zich weer tot den aeent en zei: Meneer E'lis is een krnnis van mij, een advoo.aaL, die voor de cou ranten schriift. Hij woont W"p- pinc, om in de buurt van de zeelui en schippers te zijn en over hen te kunnen schriivon- Hij kent den va der van dit meisje heel goed en al licht zal hij de politie Irij de opspo ring bebuïp2aam kunnen zijn. Ada gcoi üen agent toet adres van meneer1 Ellis. De agent vertrok even later, en Ada keerde schreiende weer naar de keu ken terug. Daar üe deur n an de zitkamer opén was gebleven, had Patricia into ge sprek bijna woordelijk kunnen vol gen. Dat arme kind! zei ze, toen Vera weer binnen kwam. Ik hoop maar, dat het binken zal, dat er nuts mei. haai' vader gebeurd is. Als je wil, zal ik Geoffrey Rust morgen vragen, even naar Jack Eilis te gaan. Great Bower Street is niet ver van Wapping af. Of dacht je zelf te gaan? Dat zal vader mij uooit toestaan, j zei Vera zuchtend, maar als Jackj Eilis zich met de zaak bemoeit, zal alles wel in orde komen. Ik ybid het I anders niets prettig, dat hij tegen- j woordig in zoo'n akelige buurt woont en steeds met die vreeselijke, ruwe i meiischen in aanraking komt. Er kon hem wel eons iels overkomen. Onzin, zei Patricia lachend. Hij is een geboren journalist en wil natuurlijk zijn schetsjes geheel naar het leven schrijven. Die stukjes tan hen in de Dailv THenboiie - in.d ik in een woord prachtig. Laatst sprak ik j Willes, den bekenden schrijver en j vroeg ''"m naar Jack. Hij zei, dat hij bepaald nog eens naam zou maken Daarop praatten de meisjes nog eenigen tijd over Ellis en Rust en verguien Ada en haar verdriet geheel en al. Het was reeds donker, toen Patricia 't Hoat House verliet. Het regende, en zij nam dus den koristen weg naar huis. Toen zij langs de zit kamer kwam, keek zy eren door eea kier van het blind, om te zien, ho© het met haar vader was. Tot haar groote ontsteltenis bemerkte zij, dat hij niet meer in zijn stoel zat. Wat kon er gebeurd zijn? Zou hij weer een nieuwen aanvul gehad hebben? Lag hij misschien op den vloer? Zij drub- te hot gelaat tegen de ruiten, om be ter te kunnen zien. Neen, op den. vloer was hij niej. Tg en kreeg ze hem opeens in het oog. Hij stond rechtovereind voor den haard. Zijn gelaat was vim worde vertrokken Hij praatte op heftigen toon en hield de hand opgeheven, als om z;jn woor den meer kracht bij te zetten. Patricia snelde het huis in en vloog de kamer binnen. Zoodra haar va der haar zag. werd zijn gelaat v.rer kalm. Hij deed nog een paar stap pen en zonk daarna, als uitgeput van vermoeienis, in zijn stoel neer Vader, vader, wat is er? stamel-, de Patricia. fWordt vervotedï.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5