Van onzen reizenden Redacteur
Van een Kermis die verdween
Oüzg Lachiioük
VEKIlf a üo.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 14 JULI 1922
TWEEDE BLAD
(Nieuw© reeks.)
No. 95
Neuriënd, mjjn hoaa wat scheed op mjjm
tooofd eon glimlach van genoegen op mijn
gezicht, niyu wandelstok zwaaiend als oen
jonge kantoorbediende, die voör Let eerst
*öu salaris Leeft ontvangen, zoo liep ik
Zaterdagmorgen door de Kruisstraat naar
het station. Ieder, die m\j dien morgen
Loeit gezien, moet Lebben gedacht: Ein
delek dan toch eens een tevreden, geluk-
fcig meneck in deze tijden van misère en
jnalaisel"
Ik neuriede:
Fiseherin, du kloine.
Faire nicht alleine,
Fahro nicht bei Stnrmgebraus,
Fahre nicht hinausl
Een kennis klopte mjj op den schouder,
yroog waar ik heenging. Ik antwoordde
niet, neuriede enkel:
Fischorin, du kleine,
Fahre uicht alleine,
De ander koek mij verwonderd aan,
vroeg toen, 'n beetje wantrouwend: ,/Wnt
ieurie jij toch? Da's een mop van 30
aar geleden
Precies! 30 jaar geleden! Een konmis-
uopl
Fiseherin, du kleine,
Fahre nicht alleine,
Mjjn kennis stond op eens stil.
„Ben je misschien. eu".... en hjj
teek mij beteekenisvol aan.
„Nee, nee, noo!" lachte ik, „dat ben
ik niotl"
„De honderdduizend dan!"
„O nee!" antwoordde ik, „*t is Iets
beters, iets veel beters!" Toen sloeg ik
hem op z\jn schouder: „Ik hen op weg
naar de kermis! Begrijp je 't nou?"
„Naar de ker.
Hij kon don zin niet oens voleindigen,
zag mjj aan, alsof hij wilde
jü niet goed of ben ik het?
„Ja, maar niet naar oen gewone ker
mis!" legde ik hem daarom uit. „Naar
de kermis in het stadje, waar ik jong g>-
•weest. ben. En naar 'u Friesche kaata-
partijl
,,0 zoo!" Dat was bet eo-iige, wat hij
me antwoordde. Het was dufdóljjk, dat
mijn verklarende toelichting niet heol veel
indruk op hem had gemaakt.
„Maar snap je dan niet, wat dat beteo-
tent?" ging ilc daarom enthousiast door.
„Nog eens eenmaal dat alles terugzien,
nog eens eenmaal 30 jaar terugloven, nog
eens eenmaal doormaken, wat jo als jon
gen het fijnste, het lolligste, hot heer
lijks te vond van het heele jaar; 'n kennis
en 'n kaatspartij!
De andere keek mjj goedig medelijdend
aan en zei niets dan: „Nou, amuseer je
met je kermis en je kaatspartij!"
Het was als een koude douche, die
mij stortte.
Plotseling voelde ik, dat mijn hoed wat
scheef zat. Ik schoof hem, wat verlegen,
weer recht. Ik geneerde mij voor mijn
glimlach en xnijn jongensachtige vrooljjk-
heid. Maar toen opeens zag ik onze oude
kermis weer voor mjj: de poffertjeskraam
van Visser, don draaimolen van Akker
man, do schiettent van Bouefaug, de uou-
gatkraam vau Consael, Pak do Leuning,
Stella, het levend sprekend mensohen-
hoofd en het Ra-1 vau Avontuur, ik hoorde
weer ue draaiorgels, de schetterende
hoornmuziék, do beroemde Turkschc
trom en den knalklappenden kop van Jut,
ik snoof weer do lucht in van oliekoeken,
wafels en zuur, ilc zag mjj zelf terug mot
«en open mond en een lachende snuit,
staande tussclien boeren en boerinnen
voor een „paljassenspelen op hetzelfde
oogenblik zat mjjn hoed al weer scheef
op mjjn hoofd, kwam do glimlach torug
en neuriede ik het oude, bij mi vorgoten
kermisbed
Fiseherin, du kleine,
Fahre nicht alleine.
"VVat wist hjj, die andere, van al die ge
noegens af? Had h'j niet altijd iu Den
Haag gewoond? Had hjj ooit het wonder
zien gebeuren, hot wonder, dat een nieu
we stad vol licht en kleur en heerlijkheid
verrjst in de eigen straat, voor liet eigen
huis? Had hij ooi» de romantiek vau de
kermis gevoeld? Ik beklaagde hom, omdat
ij als kind zooveel had moeten missen,
en opgewekt en vr ooi ijk stapto ik in den
trein, nu ik wist, dat ik dienzelfden
avond dat alles nog eens terug zou zien
precies als vroeger in mju zonnige jeugd.
In het hoekje van mjjn coupé heb ik
heel de kermis nog eens langs mjj heen
laten gaan, heb ik dien zaligen tijd nog
eens geheel doorleefd. Al do oude kermis
gasten uit""mjju jongensjaren, „monsieur"
Consael met zjn gcplnkto scheiding en
zj"n gouden lorgnet, de gemoed el jjko Ak
kerman van den eón-cents draaimolen met
zjn roodharige dochter Nelly, „Moeke
Ozinga met 't oor jzcr van do Oliekookei
kfruun, de groocc, zware, aitjd wat krom
loopende Wolff van den Caroussel, die in
zjn gekleeJe jas aan den ingang stond
~a altj'd schor van het schroouwon
ka/'tjee aaa de cassa zat, de kleine
Alberti, do directeur van het „paljaaseu-
spel", die zelf op de Turksche trom sloeg,
Blanus en Schuitenvoerder van het „we
reldberoemde en wereldvermaarde oir-
vader en moedor Kwast van de sui
ker,kraam, zj hebben de reis met mj mee
gemaakt en ik was hun dankbaar voor
hun gezelschap.
Ja, men meet In een kleine stad heb
ben gewoond om te weten, wat een ker-
voor een kind eigenlijk beteekent!
Hoe intens leefde je als jongen zoo'n
kermis meel Daar was om te bogiiaueo,
de vreugde van hot eerste „kennisschap
Eiken dag ging je naar de singels om
i of zjj al gekomen waren, de sohui.
ton met hun geheiamzinnigen inhoud. Je
herkendo ze op het eerste gezicht, door
bun deklading van bruine planken en bal
ken, waarvan je in jo verbeelding dadelijk
■san tont of een kraam of een spel op-
ooawde.
„E-au kerinisschip 1 Een lcermissohipl
Je riep het elkaar toe, of het een won
der was. Ging het op school niet ala een
vreugde-tijding door do klas, ala de eerste
schuit met de kostbare deklading in de
gracht of den haven lag?
Dan kwam de dag van de „teerstre-
;.en"! Ik zie hem nog voor mjj, den ,,man
met don teerkwast", die over do hobbe
lige straatkeien de zwarte morkteokenen
voor do grenzen der tenten en kramen
smeerde. Met welk een innerlijk genoegen
koa je d'er als jongen naar staan kij
ken," naar al die zwarte rechthoeken, die
vau zooveel beteekenis voor jo waren.
Want daartussoheu tooverde je immiors in
je gedachten heol die vreugdealad, welke
over eukelo dagen gebouwd stond te wor
den.
O, dien eersten morgen, als zij daar
jmgeu door oaze straten, do kormisman-
iimü in hun blauwe boezeroenen, duwen,d
voo,. zich uit de lange, platte wagens
;uet de balken en plankon, die stralen ten-
Ma en kramen en spellen zouden worden 1
's Morgens om G uur stond ik al op do
„Sokritsen", de straat, waar de kermis
werd opgebouwd. Dan wachtte ik op Ak
kerman, Akkerman van den draaimolen,
die mijn boezemvriend was, al van zóó
lang, dat ik mijn eerslo abonnement voor
zijn molen had gehad. Die draaimolen kon
zonder mij niet worden gebouwd! Ik
sjouwde mee blokken aan en ijzeren stan
gen en roeden en zeilen en Iristen, ik
schreeuwde: „weg! op zijl" tegen mjjn
eigen makkers, als zij niet geabonneerd
waren en er dus „niks mee te maken had
den," ik bitste: „Bljjf d'er af!" togen
elk meisje of tegen iedcren jongen, die
het maar waagde even met de vingers
aan een leeuw of een paard te komen ik
surveilleerde mot een rietje en was stren
ger dan do strengste politie-ageut. Als
de molen klaar was, zat ik mee binnen,
achter het zeil en mepte iederen jongen
al was hjj mijn beste, meest intieme
vriend mot het rietje op de vingers, ais
hij het moolit wagen onder het zeildoek
naar binnen te gluren. Dat was alleen het
recht van een geabonneerde! Al die dagen
was ik lid van het gezin Akkerman, voel
de ik mij één met '1° draaimolen-familie.
En hoe je al dis versieringen in zoo 'n
draaimolen bewonderde! Hoe streelden je
oogen de rood fluweelen lappen met gla
zen kralen en gitten, dio schitterden bjj
het gaslicht als zilver en diamant! Tegen
zulk een weelde kon zelfs de burgen»
ter niet op! Zóó droomde je je de pracht
der paleizen van de 1001 nacht.
Och, men moet in een kleine plaats heb
ben gewoond om dat alles werkelijk te
hebben „beleefd"! Wie zóó de kermis
niet heeft gezien met de verrukking van
de kinderziel, weet niets vau haar heer
lijkheid en haar wondere pracht!
Hoe andera dan anders bimbamde do
klok, als de kermis werd ingeluidl Hoe
helder en vroolijk zongen de klokflcetonen
dan over de stad! Welk een droge, kur
ken ziel moet toch onze „meestor" heb
ben gehad, die ons op zulk een dag om
0 uurals iederen anderen dag „naaar bin
nen klopte", terwijl het joyeuze klok
gelui het begin der kermis verkondigde.
Heel den morgen za^ jo te luisteren of
jo het eerste kennisorgel al hoorde! En
als dan eindelijk togen 11 uur de orgelto
nen tot je doordrongen, dan zong het
je binnenste: „Nou. is het echt! Nou is het
kermis," kennis, kermist eu het 1102 3e
niks niemendal meer schelen of Oldenbar-
neveldt in 161S of 1619 onthoofd was on
of jo beren met 1 of 2 oe's moest schrij
ven. Je dacht alleen maar aan Stella, het
sprekend levend mc-nscheiihoofd en Johau
laeyzer, den kleinsten dwerg van do we
reld, aan Pak de Leuning en liet „hippo
droom.", ;u.a de oliekoeken en het hon
den- en apenspel, aan du nougat van.Con
sael en de roode zuurballen van Kwast.
Ach ja, me zuurballen van Kwast! Een
half uur kon je or op zuigen en al dat
ronde schuitjes, zijn steigerende houten
paarden mei hun dikke manen on de
leeuwen met hun stijve nokken. Was je,
als je in d<m grooten caroussel den sleu
tel to pakken had, don sleutel, die je het
recht gaf op een gratis rit. niet
iu blij als nu met de honderdduizend?
kermis, kermis, wat heb ik in mjjn
hoekje in den trein je weer heeiomaal
.doorleefd "1
's Middags om 5 uur kwam ik in mijn
stadje aan! Om 5 nnr? dat beteekendo
dus, dat do kermis al in vollen fleur zou
zijn. Ik gaf mijn koffertje aan den jon
gen van hot hotel en het eerste, wat ik
hem woog, was:
„En hoe staa^ het met de kermis dit
jaar?"
„Do kermis? Die ia al lang afgeschaft,
meneer!
„Hó, wat?"
„Al van 1914 af 1
Daar Blond ïkl Ik keek hem aan als
Malle Piet! Voor een kermis, die 8 ja-
u was afgeschaft, had ik dus een reis
,n zes uren gemaakt!
„Komt meneer voor de kermis dan
hier?"
Sarrend klonk mij de waag in de ooren.
Toen heb ik heel mijn jeugd en de ker
mis verloochend en ik antwoordde met
een diepe minachting:
„Wel nee, wat kau mij non zoo'n ker-
s schelen! Ik kom alleen voor de kaats
partij!
Zonder glimlach op mijn geziekt, mjjn
hoed kaarsrecht op mijn hoofd en mjjn
stok stijf onder jon arm gedrukt bon ik,
achter den jongen aan, naar mjjn hotel
gewandeld. Niets was er over van mjjn
vroolijkkeid van dien morgen en ioder,
die mjj togen kwam, moet; hebben ge
dacht: „Al weer zoo'n ongelukkige, dio
gebukt gaat onder de misère en de ma
laise van dezen tjjdl"
Toen ik twee dagen later in Haarlem
terugkwam, ontmoette ik op het station
mjjn kennis van do Kruisstraat.
Wel, hoe was het op je kermis?"
vroeg hjj mjj sarcastisch.
En ik? Ik antwoordde enthousiast:
„Prachtig! Precies nog als vroeger! Niete
was er veranderd! Ik heb heerljik kermis
gevierd!
Togelyk zat mjjn hoed weer scheef op
mjjn hoofd, de glimlach op mjjn gezicht
was terug, de stok zwaaide overmoedig
door de lucht en ik neuriede als Zaterdag:
Fiseherin, du kleine,
Fahre nicht alleine
Moet ik tenslotte niet bljjdo zjjn, om
dat ditmaal de werkelijkheid niet de il
lusie is komen verstoren? Als ik nn aan
de kermis in mjjn oude stadje terugdenk,
dan zal ik haar steeds bljjven zien in ai
haar pracht en praal en heerlijkheid als
30 jaar geleden! Hoe anders zou hot mis
kien zjjn geweest, wanneer men in 1914
niet het wjjze besluit had genomen haar
a£ te schaffen?
3. B. SCHUIL.
iStaüSiueuws
Arr, SesMÈaM
POCINC TOT DOODSLAG.
Onze lezers herinneren zicli dait 6
Maart aan een bewaarder van het
Frans Halsmuseum een paar mes-
staken werden toegebracht, die ech
ter gelukkig geen verwondlingen van
ernstigen aard veroorzaakten.
Donderdagmiddag d'iemdie deze
zaak voor onze rechtbank. Terecht
stondi P. C. oad 32 jaar wonende te
Schoten, wian was ten laste gelegd
diat hij op 6 Maart K. van Pel met een
mes twee steken had toegebracht. De
dagvaarding qualificeerde die feiten
als poging tot uuuusaïag', althans zwa
re mishandeling.
Het verhoor van
den beklaagde.
President: Had ge het plan Van
Pel opzettelijk te dooden?
Bokl.: Ik Ihad dat plan niet. Het
spijt mij dat ik hem heb gestoken.
Waarom ük dat deed kan iilt nflet
zjjn deftige vrouv, die in haar zwart z\j-'genot voor do somma rail éón enkele centl
den japon altijd achter een berg centen Ea de draaimolen, ue draaimolen mot zjjn
President. Waarom had u het mes
bij u?
Belil.: Ik weet diat niet.
President: Had ge er van te voren
aan gedacht?
Békfl.: Neen. Ik had een antipathie
tegen V-an Pel-..Hij heeft mij uit mijn
betrekking gestooten.
President: Zulk een mes 't was
een schoenmakersmes is toch niet
eetn mes, dat men dagelijks in den
zak steekt!
Hebt ge in het museum naar Van
Pelt gevraagd?
Beid.: Ik weet d'at niet. Ik héb
boord dat ik er geweest ben; maar op
wat manier ik er naar toegekomen
ben weet ik niet.
President: Herinnert u zich dat u
naai" Van Pei hebt gevraagd?
BekJ.: Het kan best zijn.
President: Herinnert u zich dat
Van Pel» later is gekomen?
Beid.: Neen.
President: Is u daarna met Van
Pelt handgemeen geworden?
Beid.: Ja, dat zal wel zoo zijn.
President: Is bet niet zoo gebeurd,
dat Van Pel- bukte naar de bis even
bus en dat u hem toen hebt gestoken
onder den uitroep: nu heb Ik je?
Bekl.: Het kan wel zijn, maai'
weet dat niet.
Dan wordt voorgelezen ÏÏc verkla
ring, die bekl. voor den rechtercom
missaris aflegde.
Bekl. deelde daarin mede dat hjj niet
do bedoeling had gehad van Pslt te doo
den. Hjj had op 5 Maart naar het mu
seum willen gaan, maar zjjn vrouw had
hem dat afgeraden. Hij was daarna op
Maart naar museum gegaan.
Hjj ha,; dat niet gedaan om da% ve
Pelt aan te vallen en 't mes had hjj niet
met dat doel bjj zich. Nadat bekl. eeni-
geu tjjd ln 't museum was geweest had hij
naar een urinoir gevraagd.
Dan, aldus bekl. in die verklaring, zag
Ik van Pel- Ik was toen mjj zelf niet
moer moestor. Ut greep rnjjn mest en stak
Op d® vraag van den president ant
woordt bekl. dat bij op de bom voorgele
zen verklaring geen aanmerkingen heeft.
Getuigenverhoor.
Do boer J. J. Lantiag, arts, die in bet
Gasthuis van Pelt had behandeld, deelde
mede, dat van Pelt, loopend, door een
ander gesteun,] was binnengekomen. Hjj
erg zenuwachtig en werd daarna van
de polikliniek uit naar de operatiekamer
gebracht.
Van Pelt had twee verwondingen, een
kleine links en een grootere boven hetlin"
kersleutelbeen. Het waren gesneden won
den die niet gevaarlijk waren.
Naar aanleiding van een vraag van den
officier van justitie deelde get. mede, dat
n do nabjjheid van de wonden edele dee-
leu lagen en dat indien met het nies met
grooto kracht steken waren toegebracht,
doze doodeljjk hadden kannen zjjn.
De hoer F. Muller arts, bevestigde zjjn
rapport dat inhield dat bekl. een epilepti
cus, lichtelijk dément is en niet aanspra
kelijk kan gesteld worden.
Het requisitoir.
Nadat neg van Pelt was gehoord, nam
liet O-M. zijn requisitoir. Het O. M. ging
na de afgelegde verklariugen.Het nam aan
dat hier aen poging tot doodslag had1
plaats gehad, maar het oordeelde dat bok.1
zjjn verstandelijke vesmogena gekrenkt
was. In verband daarmede requireerde het
O. M. opzending naar een Bjjkskrankzin-
nigengestielit voor den proeftijd van één
jaar.
De verdediger, mi. van der Goot, zeide
in zjjn pleidooi, dat iots had plaats ge-
dat een oppassend man het leven
had kunnen kosten. Maar de Voorzienig
heid heeft het anders gewild. Een trage-
voorkemen en bekl. is blij" dat
niet plaats had.
PI. zeide verder, dat er geen strafbare
poging tot doodslag plaats bad en refe
reerde zich ten slotte aan het oordeel ran
de roc-Mbauik.
Een schip Weukeliug.
schipbreukeling op de levenszee
trad daarna het beklaagdenbankje bin
nen; maar iemand, die zjjn lot niet al te
vaar opnam! De rechters salneercmde
un bekl. plaats.
Het was iemand die zich aa.n landloo
perjj had schuldig gemaakt. Bekl. deed
het voorkomen, dat, indien nw
had laten liegaan, hjj bij familie wel
onderdak was gekomen. Hjj had
Tehuis voor Onbohuisden te Amsterdam
vertoefd en was daarna naar Pu mierend
gegaan.
De politie echter zeide, dat bekl. meer
malen zich bjj de politie had aangemeld
een ondordak en dat hy geen cent op
zn'k had gehad. Bekl. voerde nog aa^ dat
hij nimmer was veroordeeld, behalve
omdat hij boven zijn theewater was
geweost.
Hoj O-M. zeide, dat hier met een eigen
aardig geval heeft te doen. Deze bekl.
al lang aan het zwerren is, heeft zich
r zoover bekend, nimmer op zijn tooh-
ten aan misdrijven schuldig gemaakt. Zijn
■ouw is in een gesticht en een paar zjj-
:r kinderen zjjn ook in gestichten.
Het eenigo wat het O.M. weet te doen
was te requireeron 3 dagen hechtenis
opzending naar een Rijkswerkinrichting
voor den tijd van 3 maanden. Eet hoopte
dat dan inmiddels de reelasscering zich
het lot van bekl. zal aantrekken.
Bekl. die zaide, dat hjj goed kon wer
ken en nog niets mankeerde, had daar
niets op tegen. Hjj wilde wel eens een
kjjkje in een Rijkswerkinrichting nemen.
Weliiolit is daar nog wat te leeren rede
neerde hjj. En, nadat kjj de rechters ander
maal had gesalueerd, werd bekl. weg
geleid.
Een type dat niet veel in de rechtzaal
wordt gozicu.
Verschenen zijn de rapporten
de commit si en uit de Provinciale
Staten van Noord-Hol-laaid in wier
handen de voordrachten van Gedepu
teerde Staten ter ond&raoek waren
gtöteld. De meeste coiamissién ad-
viseeren de voordrachten onveran
derd aan te nemen.
Het ambtenarer
reglement.
De commissie die de voordracht
van Ged. Staten in zake toet ambte-
narearree'lcmeavt onderzocht, zond een
uitvoerig rapport in
De Coiu-niissue sprak ei- haar leed
wezen over uit, dat de Regeering, blij
kens haar schrijven van 31 Maart jl.,
niet ibetreid is het Ambtenarenregle
ment, vrucht van langdurige, ern
stige voorbereiding zoowel in
'daarvoor benoemaCommissie als in
de Staten, ongewijzigd goed te keu
ren.
Algemeen was de Cornmiesie van
oordeel, dat er geen sprake kon zijn
van intrekking van bet Ambtenaren
reglement; eiuclit-s cén der leden gal
een voorloopige intrekking in over
weging. Niet alleen pleitte voor de
handhaving do bovengenoemde voor
bereiding en de duidelijke uitspraken
der Staten, maar bovendien was men
van oordeel, dat de regeling der
rechtspositie in de Provincie niet
mocht worden gekoppeld aan de on
zekere toekomst van de Rijksregering.
Was men van oordeel, dat de Sta
ten zidh zonden moeten vareenigen
met het eerste deel van het besluit
van Gedeputeerde Staton, liet tweede
deel g-uf aanleiding lot meer uitvoeri
ge beschouwingen
Wel was de Commissie van ooi'd-eel,
dat men het Ambtenarenreglement
niet in gevaar mocht brengen, en
dus wijziging van de artikelen 29
en 52 zal moeten worden overwogen.
Tegen de wijzen waarop Gedeputeer
de Staten het voorstel tot wijziging
inleidden, bestond echter bij ver
schillende leden bezwaar.
Deze leden waren van oordeel, dat
Gedeputeerde Staten deze punten
niet in de Staten hadden moeten
brengen zond'ar diat daarover eerst
overleg was gepleegd met de Voor
loopige Commissie voor georgani
seerd overleg. Wel hebben Provin
ciale Staten liet reglement vastgesteld
en is de Voorl'oopige Commissie niet
competent tot eenige wijziging, toch
ware de betere weg geweest, dat Ge
deputeerde Staten eerst die Commis
sie hadden gehoord, eni daarna bij de
Staten waren gekomen met voorstel
len al of niet overeenstemmende met
het advies der Commissie.
Het aanwezig» lid van Gedeputeer
de Staten gaf een uitvoerige toe
lichting tot de voordracht. Zijns in
ziens waren slechts dirie standpunten
mogelijk: ten eerste het opvolgen
van den wenk der Rege&ring het re
glement in te trekken; ten tweede het
ongewijzigd handhaven, op gevaar af
de Koninklijke goedkeuring niet te er
langen; ten derde zich bereid verkla
ren aan de overwegende bedenkingen
van de Regeering tegemoet te ko-
i daardoor- het Ambtenaren
reglement, heizij dam gewijzigd, te
kunnen behouden. De voordracht;
van Gedeputeerde Staten geeft aan
de Staten de gelegenheid zich voor
één dezer standpunten uit te spreken.
Gedeputeerde Staten geven m
overweging niet tot intrekking oyer
te gaan, maai' door wijziging der be
treffende artikelen de bezwaren der
Regeering te ondervangen. Gaan de
Staten hierin mee, dan wenden Ge
deputeerde Staten zich tot de V"
loopige Commissie van georganiseerd
overleg ten einde haar advies in te
winnen omtrent inhoud em redactie
der eventueel aan te brengen wijzi
gingen.
De leden hierboven aan het woord
lieten, ook na deze verdediging, hun
bezwaren niet vallen. Alvorens Pro
vinciale Staten zich, in welken
dan ook, zouden uitspreken, wilden
zij eerst weten: hoe denken de arnto
tenaren er over. In geen enkel op-
zicluj wilden zijl prejudioeeren op
het georganiseerd overleg.
Algemeen was de Commissie van
oordeei, dat aan de geuite bezwaren
volledig zou zijn tegemoet te komen,
indien het tweede deol dor voordracht
aldus luidde:
„2ov Gedepudeerde Staten uit te
nnodigen bij de Voorloopige Commis
sie voor georganiseerd overleg aan
hangig te maken de vraag oi cn zoo
ja welke voorstellen zullen worden
ingediend tot intrekking, respectie
velijk wijziging van:
a. Artikel van dat reglement;
b. Artikel 52 van dat reglement (be
paaldelijk van het vierde lid);
c. Hoordstuk IX van dat reglement,
voor zooveel noodig na daarOw na
der met de Regeering gepleegd
leg".
H e t n a l u u r s c h o o
het Gooi.
Van het lid der staten, C. Thomas
sen, is de navolgende vraag bij Gede
puteerde Staten ingekomen: Zijn Ge
deputeerde Staten bereid om ïiuu in
vloed aan te wenden, opdat de onge
twijfeld zoor noodzakelijke verbete
ring van de verbinding van het Gooi
met Amsterdam niet ga ten koste van
het natuurschoon?
Het antwoord van Gedeputeerde
Staten lufdt ais volgt:
Reeds in de brieven, welke zij in
1920 omtrent de aanhangige tram-
plannen in het Gooi aan den Minister
van Waterstaat liebbe gericht, heb
ben Gedeputeerde Staten op het be
lang van het behoud van het natuur
schoon gewezen, terwijl laatstelijk in
hel advies, hetwelk het College in het
iiegim van dit jaar, mede naar aan
leiding van het rapport der door dien
Bewindsman ingesttliie Commissie
•.oor de clcctrlsche spoor- en tram
weg lijn en in liet Gooi, omtrent den
aanleg dezer lijnen aan don Minister
heelt uitgebracht, de oodige aandacht
ia gewijd aan de wenschehjkheid, dat
bij de bevoredring der gróote belan
gen, die bij behoorlijke spoor- en
tramvrebindingen niet het- Gooi be
trokken zijn, met de eisclien van het
natuurociioi j zooveel mogelijk reke
ning zou Worden gehouden.
Mocht na do publicatie der plannen
hiertoe aanleiding bestaan, dun zijn
Gedeputeerde Staten bereid het be
lang van liet natuurschoon nogmaals
onder de aandacYü van flt> Regcering
te brengen.
Verkiezing lid
Eerste Kamer.
De voorzitter der Provinciale Sttu
ten heeft den Staten medegedeeld dat
het in zijn voornemen ligt, de benoe
ming van een lid van de Eerste Ka
mer der Staten-GeneraaJ, ter vervan
ging van den heer W. H. Vliegen, die
zijne op 22 Juni jl. gedane benoeming
niet heeft aangenomen, aan de orde
te stellen in de Vergadering van
Dinsdag 18 Juli a.s., onmiddellijk na
de pauze.
OPENING VLEESCHHOUWERIJ
In het perceel Warinoesstraat 7, waarin
vrfoeger de poelier II. J. Geerling zijn.
zaait dreef, hebben de heeren J. Tuin
en A. C. van der Veen Donderdag
vleeschhouwerij geopend. De
winkel ziet er met zijn nieuwe beschik*
dering en netten inventaris keurig un.-
Beide firmanten hebbcD vroeger al eens
een vleeschhouwerij gehad, respectieve
lijk aan dé Nassaulaan en in de Ruys-
da el straat.
K c 1 i 11 e r op ulo riten de uat ettt
gast Ontevreden kijkt,1: Zijn uw
eieren niet Ruig genoeg gekooid, me
neer!
Gast; Jawel, maar niet spoedig
genoeg
Uit de Omstreken
VjELSEN. - Bouwvergun
ning e n. Vergunning is ver
leend aan: Jöli. de Waard, voor het
'erbouwen van een woon- en winkel
huis door bijtrekking perceel Kanaal
straat 22, IJ muiden.
C. Bartelis, voor het verbouwen en
vergrooten van ,,De Kluis" aan den
Driehuizerkerkweg te Veis en.
H. W. Loijer, Wijkeroog, voor het
oprichten van een woon- en winkel
huis aan den \V ijkerstraat weg te
Velsen.
TJMUIDEN Het verbouwen van
een woonhuis tot winkelhuis in dé
Kruisstraat te Haarlem, voor reke
ning van de heer Wissel dijk te IJjn ui-
'len is opgedragen aam de firma Cu
pido en Dalmeïjer te IJmuiden.
Burgerlijke Stand
VELSEN
1 e v al 1 e n: M. K. Koks-Arisz,
A. Visser-Heere, z.; A. van Schiu-
k&l-Bont," d.; J. M. H. Kooi-Krijts d.;
H. G. Koedijker-Sol, d.; A. Reioiistei-
ner-Broek, z.\ J. Molenaar-Meije-r, z-
Ondertrouwd: Th. L. Niesteni
en P. G. Klaver; C. Groen en C.
Schouten; W. Zedjïeanaker en G.
Buis; A. J. Huijsing en P. G. B. Sel-
d er beek; C. Kuilman en C. Oorthuis.
Getouwd: W. Bilderbeok met I. .1.
Mulcler.
Overleden: De Stoffer. E9 j.,
maai van D. Wagterveld.
Binnenland
BURGEMEESTER ZIMMERMAN UIT
BOEDAPEST.
Uit Boedapest wordt ons geseind: De
heer Zimmerman, burgemeester van Rot*
terdain, voorzitter van het Oosteuryksch-.
Hongaarsch financieel scheidsgerecht, is
te Boedapest aangekomen. Hjj verklaard?
aan HoDgaarsche bladen, da^ de eerste
vergadering slechts van formeelen aar-I
was. De eigenlijke zittingen beginnen in
September. De hoer Zimmerman zal eeni-
gen tjjd in Boedapest bljjven, voeling
zoeken met de Hongnarscho regeering en
■de economisch en financieel heerschende
toestanden bestudeeren. Hjj verklaarde
voorts, dat de in Nederland verpleegde
Hongaarsehc kinderen veel hebben bijge
dragen tot versterking van de Neder-
landsch-IIongaarsehe sympathieën.
VERONGELUKTE MOTORBOTTER
- Door de sleepboot ,,Simson" van het
bureau Wijsmuller was nabij Castricum
rechtopstaanden mast gepasseerd,
welke waarschijnlijk aan het wrak vau
een klein vaartuig verbonden was. Uit
een nader ingesteld onderzoek is ge
bleken, dat deze laatste veronderstel-
lin-g niet juist was. De thans naar Ij
lden gesleepte mast is vrijwel zeker
afkomstig van den in den storm van
den vorigen Donderdag met man en
muis verongelukten motorbotter II.'
185.
ROOFDIEREN. Te Voorthuizcu,
waar den laatsten tijd ontzettend veel
jonge kippen door roofdieren zijn ver
scheurd, zijn thans reeds vijf vossen eu
zeven bunzings buitgemaakt. Laatstge
noemde dieren hadden den nacht vóór
hun dood nog 60 bijna volwassen kippen
weggehaald.
FeuilïeïOïi
uit toet Engeiscn
van FRED. M. YYHiTE.
(Geautoriseerde verta.mg).
15j
Geollrey ueeft et pus kort gela
den over gesproken, zei Patricia, ter
wijl zij peinzend iu uet vuur staar
de, en wie weet, ot onze droom
wel ooit in vervuriwg zal g<«ui! Goof
frey heeft m,-. eigenlijk ook nog nooit
rechtstreeks ten huwelijk gevraagd.
Wat een onzm! nep Yeia uit.
alsof je niet aJ lang weet, dat hij mets
zoo zeer wenscht, als jou tot zijn
vrouw te maken! Maar wie is dat?
Dp meisjes hoorden een zware stap
langs het kiezelpad het huis naderen.
Even later kwam er een man in e u
blauwe jas en met een helni op langs
de ramen van de zitkamer en ver
dween in do richting van de straat
deur.
Een politie agent zei Vera ver
baasd. Wat kan die hier komen
doe-n op zoo'n nodigen Zondagmid
dag?
Croot, die den man langs <ir rum - ti
van de bibliotheek had zien komen,
stelde zich Ook die vraag. Het zie-
Van een agoiu scuóeu uem na liet g^
beut'ue vau Vrijuaguvonu wel ,.tu ofet
mg verontrustend. Toén een ue. ue
amn .en nein kwam zeggen, dat t?r eui
t/oiu.e-ag.iit was, out ueui te ipt'e
atii, Jjc-iui mj zien venter oogeimc.i.jii
tijk kutoii naar ue hal en zag ueu m.J
op oe vioetuiat staan,
Noemt u mij niet kvva.ijli, ine
neer, zei ue ageut, dat ik u i.p /on
dag kom lastig vallen, maar ik moe
hier iritoriuaties omtrent iemand ni-
winnen. Hebt u met een aicusliione. 1
die Ada Avory boet?
Croot was net, aisof hem een puk
van liet hart viel. liet bezoek vau 'ie»
agent had dus blijkbaar niets met het
gebeurde te malven.
Jk kan het je niet zeker zeggen,
antwoordde hij, maar ik zal er
mijn dochter naar vragen.
Vera kwam juist de hal in, en toen
Croot haar de vraag overbracht, zei
Ja. zeker, dat is ons d rde meis
je. Ze i? al een heèlen tijd bij ons.
Croot keprde naar do bibliotheek te
rug, 't aan Vera 0 e 'gteod, dc zaak
verder af te handelen.
Is er iets gebeurd? vroeg Vera
aan dm agent.
Daf. weten we eigenlük niet, juf
frouw, antwoordde do man, maar
de vader van het. meisje heett Z'rier-
dagmorgpn gezond en wel zijn kost-
uuis verlaten, en men beeft sedert
uieus meer van liesm gehoord. Hij
mteft vroeger op zee gevaren en nu
ecu baantje ais bewaker vau vraebt-
scnuiten gekregen. Een flinke, stoere
man, uie wel zijn glaasje lust, maar
van wieu niemand toch een woord ten
ïiuaeele zou kunnen zeggen. We vree-
ze:uat hem een ongeluk is overko
men. Zyn huisjuffrouw kwam vanmid
dag bij ons op toet bureau, omdat ze
erg ougeruci wus, ei. de inspecteur
zond mij daarop hierheen, om aan
zijn dochter te vragen, of die er ook
iels van «fwisi.
Je woi iiaar dus zeker graag
even sprak-n, zei Vera,
Juist, juffrouw.
Vera verl.ct hem en kwam even la
ter terug met een aardig, schrandev
uitziend meisje, dat doodsbleek werd
en begon te schreien, toen ze hoorde,
wat de agent haar te vragen had.
Neen, zei ze, ik heb vader in
geen drie dagen gezien en weet ook
niet, waar hij zijn kan. Denkt u. dat
er iets met hem gebeurd i.
Dot is moeilijk te zeggen, ant
woordde ag-nt, maar u moet
niet 7.00 gauw het ergste vreezen. Mis
schien is hij ntet een panr vrienden
er een naar dagen van door gegaan
en vond h» h- t ni't noodig. zün huis-
ii-ffrouw dit tp zeggen.
O, ne.en, dot zou niet» v or va
der zijn, zei Ada hoofdschuddend,
en hij heeft er mij ook niets van ge
schreven. Zondags krijg ik altijd een
brief van kern.
En heb je er vanmorgen ook een
gehad? vroeg Vera.
Neen, juffrouw, en ik vond dai
al wat vreemd, maar ik dacht, dat hij
misschien vergeten had, den brief bij
tijds op de bus te doen. 0, ik moet
dadelijk naar Londen. Er is hem vast
een ongeluk overkomen!
Vera, die era met liet meisje te doen
had, zei op vertroostenden toon:
Ga nu niet overhaast te werk,
Ada. Misscliien maak je- ja wel nood< -
loos ongerust. Jc kunt iu Londen tocli
niets beginnen. Wacht liever tot moi'j
gen. Misschien weet de politie dan:
wat naders. Ik zal aan vader vra-
gen. of Jordan je in de kleine auto
naar Wapping mag bremzen en me
dunkt, dat het beste zal zijn, dat je
dan naar meneer Ellis gaat eu dien
om hulp vra3gt. Je weet wel, flat llh
met je vader bekend is en je indertijd
nog al eens de groeten van hem
bracht. Daarop wendde Vera zich
weer tot den aeent en zei:
Meneer E'lis is een krnnis van
mij, een advoo.aaL, die voor de cou
ranten schriift. Hij woont W"p-
pinc, om in de buurt van de zeelui
en schippers te zijn en over hen te
kunnen schriivon- Hij kent den va
der van dit meisje heel goed en al
licht zal hij de politie Irij de opspo
ring bebuïp2aam kunnen zijn. Ada
gcoi üen agent toet adres van meneer1
Ellis.
De agent vertrok even later, en Ada
keerde schreiende weer naar de keu
ken terug.
Daar üe deur n an de zitkamer opén
was gebleven, had Patricia into ge
sprek bijna woordelijk kunnen vol
gen.
Dat arme kind! zei ze, toen Vera
weer binnen kwam. Ik hoop maar,
dat het binken zal, dat er nuts mei.
haai' vader gebeurd is. Als je wil, zal
ik Geoffrey Rust morgen vragen, even
naar Jack Eilis te gaan. Great Bower
Street is niet ver van Wapping af.
Of dacht je zelf te gaan?
Dat zal vader mij uooit toestaan, j
zei Vera zuchtend, maar als Jackj
Eilis zich met de zaak bemoeit, zal
alles wel in orde komen. Ik ybid het I
anders niets prettig, dat hij tegen- j
woordig in zoo'n akelige buurt woont
en steeds met die vreeselijke, ruwe i
meiischen in aanraking komt. Er kon
hem wel eons iels overkomen.
Onzin, zei Patricia lachend.
Hij is een geboren journalist en wil
natuurlijk zijn schetsjes geheel naar
het leven schrijven. Die stukjes tan
hen in de Dailv THenboiie - in.d ik in
een woord prachtig. Laatst sprak ik j
Willes, den bekenden schrijver en j
vroeg ''"m naar Jack. Hij zei, dat hij
bepaald nog eens naam zou maken
Daarop praatten de meisjes nog
eenigen tijd over Ellis en Rust en
verguien Ada en haar verdriet geheel
en al. Het was reeds donker, toen
Patricia 't Hoat House verliet. Het
regende, en zij nam dus den koristen
weg naar huis. Toen zij langs de zit
kamer kwam, keek zy eren door eea
kier van het blind, om te zien, ho©
het met haar vader was. Tot haar
groote ontsteltenis bemerkte zij, dat
hij niet meer in zijn stoel zat. Wat
kon er gebeurd zijn? Zou hij weer een
nieuwen aanvul gehad hebben? Lag
hij misschien op den vloer? Zij drub-
te hot gelaat tegen de ruiten, om be
ter te kunnen zien. Neen, op den.
vloer was hij niej. Tg en kreeg ze
hem opeens in het oog. Hij stond
rechtovereind voor den haard. Zijn
gelaat was vim worde vertrokken Hij
praatte op heftigen toon en hield de
hand opgeheven, als om z;jn woor
den meer kracht bij te zetten.
Patricia snelde het huis in en vloog
de kamer binnen. Zoodra haar va
der haar zag. werd zijn gelaat v.rer
kalm. Hij deed nog een paar stap
pen en zonk daarna, als uitgeput van
vermoeienis, in zijn stoel neer
Vader, vader, wat is er? stamel-,
de Patricia.
fWordt vervotedï.