HAARLEM'S DAGBLAD Boitenlandscli Omzicht VERITY Co. WOENSDAG 2 AUGUSTUS 1922 - TWEEDE BLAD EEN BELANCRIJK VOORSTEL VAN ENCELAND OVER HET KWIJT SCHELDEN VAN HET ENGELSCHE AANDEEL VAN DE DUITSOHE OOR- LOCSSCHATTING IN RUIL VOOR HET AFSTAND DOEN VAN DE GEALLIEERDE SCHULD. POINCARé BLIJFT VAN D UITSCH LAND DE 2 MILLIOEN POND ALS CERECELDE BETALING EISCHEN. LLOYD CEORCE EN POINCARé ZULLEN VOOR DE CONFERENTIE TE LONDEN VEEL STOF TOT BERAADSLACEN HEBBEN. DE MINISTERCRISIS IN ITALIë OPGELOST. X>e Britsclio regoerüig heeft een bOoAgrijlce nota over de DuitPche schadeloosstellingen aan de geallieerde regeeringen gezonden. De Britsehe regeering, zoo wordt ver klaard, is zoo diep overtuigd van do eco nomische schade, welke aan do wereld door de bestaande omstandigheden wordt toegebracht, daj „Groot-Britanniibereid zou z\jn, van alle verdere rechten op de Duihscho schadevergoeding af tc zien, alsook van alle vorderingen op do geal lieerden, mits detze stap een deel zal uitmaken van eca algemeen plan, volgens hetwelk dit gTOOte probleem in zijn ge heel zou kunnen worden behandeld en op bevrediigoado wijze opgelost. Een alge- •meene regeling zou voor de mensohheid grootCj. waardo hebben dan oen eventueel gewin, dat zou kunnen worden verkregen, indien aan alle verplichtingen ten volle werd voldaan." De nota wolko ia gedateerd 1 Augus tus en geteekend door Balfour, waarne mend secretaris van buiten!, zaken, is toegezonden aan do regeeringou van Frankrijk, 'Italië, Servië, Roemenië, Por tugal en Griekenland. Zy begint met de verklaring, dat, of schoon do Britsehe rogeering de quacstie van de kwijtschelding der intergeaUieerde schulden op het huidig oogenblik niet ter sprake wensehtc tc brenger^ de jongste gebeur tenissen haar weinig keus laten. De nota gaat dan voort: De oorlogs- schulden aan Groot-Britannië< de interest niet inbegrepen, bedragen op hot oogen blik nagenoeg 3100 mil li oen pond sterling, waarvan Dnitscliland verschuldigd is 1450 millioeu. Rusland G50 en de geallieerden 1300 millioen. Daartegenover is Engeland aan do Ver. Staten ongeveer oen vierde gedeelte deze som verschuldigd, n.l. 850 millioen pond met inbegrip van de rente sedert 1919. In afwachting van oen regeling, welk", hot probleem geheel zou oplossen, heeft do Britsehe regeeriing zich ontihouvli' haar geallieerden te verzoeken om beta ling van de rente of terugbetaling van het kapitaal. Indien zy een actie in deze aangelegen heid lot dusver inopportuun heeft geacht, dan komt dit niet. oindat zy de nadeel en van den huidigen stand van zaken onder schat of wel omdat zy er voor terugdeinst groote offers te brengen om daaraan oon eind to maken. Integendeel. Zij is be reid, mits deze stap eon deel uitmaakit van oon bevredigende internationale re geling, af to zien van alle vorderingen, die zy heeft op haar geallieerden tenge volge van ile hun verstrekte looningen en oj> Daitsohland in verband met do ech ad evergoedi ng. De jongste gebeurtenissen maken de vervulling dezer politiek echter moeilyk. Op do meest hofl'olyko wyzo en in de uitoefoning van haar onbetwistbaaT rocht heeft do Amerilcaanscho regeoring Engeland de betaling gevraagd va sedert 1819 opgeloopon rente der Engel- sehe schuld aan Amerika, en voorgesteld doze to converteeren in een gefundeerde schuld, terug te betalen in 25 jaar. Deze regeling zou volkomen in overeonstem- ;a:ng zijn met hot contract. De Britsehe' regeering beklaagt zich daarover niet. 'Zy erkent haar verplichtingen eD is bereid deze na to komen. Maar het in duidelijk dat zy dit niet doen kan zonder een be langrijke wijziging to brengen in den weg, dien zij ouder andore omstandighe den had wensehen te volgen. Zy kou de betaling der Engelsch-Ameriikaansche lee- -niiig niet behandelen als een op zichzelf staand feit, waarbjj alleen de Ver. Staten 'en Groot-Britannië betrokken zyn. Deze vormt slechts een schakel ui de keten vaa transacties, waarith Engeland nu eens "dobitour en dan weer crediteur is. eu in dien wy" genoodzaakt worden aan onzo on betwistbare verplichtingen ak| schulde naar te voldoen, kunnen wij niet afzien van onze even onbetwistbare rechten als Bckuldoisuhcr. Verder verklaart de nota, dat do Brit- echo regeering met den grootstcn tegen- overgaat tot deze wijziging harcr po litiek. Het ia waar, dat Engeland moor heeft te vorderen daa hot verschuldigd is indien allo intergeallieerde oorlogs- schulden werden betaald, zou de Britsehe schatkist daar groot voordeel van heb ben, maar kan de huidigo toestand der worcld wel van zulk een eng financioel standpunt uit worden beschouwd 1 Do ge- 'allicorden waren en zijn meer dan credi teuren of debiteuren. „Zy waren doelgo- nooten in dien grootsten internationalen strijd, die ooit voor de "rilheid is gestre den en zy zijn nog dedgenooten in ten minste eenigo der gevolgen. Hun schul den werden aangegaan en hun leeningen werdon gesloten niet voor op zich zelf staande voordeden der afzonderlijke sta ten. maar voor het groote gemeenschap pelijke doel en dit doel is in hoofdzaak bereikt. Voor edelmoedige geesten kan het nlin er aangenaam zyn ofschdon het staatkundige redenen misschien noodza kelijk is om het financieele gedeelte deze gebeurtenis te beschouwen a3s zaak op zich zelf. die moet worden afgescheiden van haar historische basi en behandeld als een gewone commer- cicole handeling tusschen kooplieden, die geld opnemen en kapitalisten, die het uitlceuen. Bovendien zijn er redenon van verschil lendenaard, dio dea afkeor nog vorgroo- teu, waarmee de Britsehe regeering een zoo fundamentcelo wijziging in de wyze van behandeling der leeningen aan de geallieerden aanvaardt. L)e economische euvelen, waaronder de wereld lijdt, zyn aan tal van moroele materieele oorzaken te wijten, doch on der deze moet stellig worden gerekend hot gewicht der internationalo schuld mot banr ongunstige uitwerking 'op het ore' diot, don wisselkoers, de nationale produc tie cu den internationalen handel. volikon van allo landen snakken naar een spoediigen terugkeer tot het normale le ven. Doch hoe kan dit normale worden verkregen, wanneer wordt toegelaten, dat zulke ab- uormale toestanden blijven bestaan! En hog kunnen deze toestanden uit den weg worden geruimd, zonder middelen, dio op kot oogenblik geschikt schijnen om te worden toegepast! Het is duidelijk dat do tot dusver door Engeland gevolgde poli tiek, n.l. "te weigeren om zijn schuldenaren eischen te stollen, slechts duldbaar is. zoo lang zy algemeen wordt aanvaard. Het kan niet juist zijn, dat één deelgenoot in een gemeenschappelijke onderneming al les wat hij heeft geleend terug zon krij gen, terwijl van den ander, die niets te rugkrijgt, zou worden goöischt, dat hy al les betaalt wat hy heeft geleend. Zulk een procedure is in strijd met elk beginsel van recht, en het kan niet worden venvacht dat zij het Britsehe volk aannemelijk zal toeschijnen. Her lijdt onder een ongeëvenaarden druk der belastingen, een ontzaglijke verminde ring van nationalen rijkdom, ernstige werkloosheid en beperking der nuttige uitgaven. Deze euvelen worden mocd'g gedragen. Doch zouden zij worden ver meerderd door een regeling, die, of schoon rechtmatig, klaarblijkelijk een zijdig is, dan zouden de Britsehe belas tingbetalers ongetwijfeld vragen, waar om zij de eenigen moeten zijn, die den last dragen, welke anderen verplicht zijn tc deelen. Op zulk een vraag kan slechts één antwoord worden gegeven en ik ben overtuigd dat de geallieerden de rechtvaardigheid ervan zullen erken nen. Doch, terwijl de Duitsche regeoring tot haar leedwezen genoodzaakt is den onderscheidenlijken geallieerden regeerin gen te verzoeken regelingen te treffen om naar haar beste vermogen de Brir- schc leeningen te behandelen, wensebt zij uiteen te zetten dat het bedrag van de interest en de aflossing, waarom zij vraagt, niet zoo zeer afhangt van het geen Frankrijk en de andere geallieer den aan Groot-Brittannic verschuldigd zijn, dan wel van wat Groot-Brittanmö aan Amerika heeft te betalen. Do door do Britsehe regeering voorgestane poli tiek Is die van het afstand doen van haar aandeel in de Duitsche schadevergoe ding, en het afschrijven, door ©en groote transactie, van de geheeie intergealileer- ue fchuld. Doch wanneer dit onmogelijk wordt gracht, wensehen wij te doen be grijpen dat wij in geen geval verlangen profijt te trekken uit eenige minder be vredigende regeling. Onder geen om standigheid stellen wij ons voor méér van onze schuldenaren te vragen dan noodig is om onze sohuldeisohers te be talen. En terwijl wij niet om meer vra gen, zullen allen toegeven dat wij kwa lijk met minder tevreden kunnen zijn. Want het dient niet te worden vergeten, ofschoon het somtijds geschiedt, dat onze verplichtingen voor anderen, en niet voor ons zelf. zijn aangegaan. De hoeveelheden levensmiddelen, grond stoffen en munitie, welke de ontzaglijke Britsehe maritieme en militaire krachts inspanning vereisebten, en de helft van de 2000 millioen pd. st., aan de gealli eerden voorgeschoten, zijn niet door mid del van buitenlandsche leeningen, doch door binnenlandscbe leeningen en belas tingen opgebracht. Helaas lag een der gelijke politiek buiten de macht van an dere Europeesche naties. Daarom werd een beroep gedaan op de regeering der Ver. Staten en bij de toen overeengekomen (regeling ver klaarden de Ver. Staten, ofschoon niet met zooveel woorden, dat, hoewel onze geallieerden het geld uitgaven, zij al leen in het belang onzer veiligheid be reid waren het ons te leeren. Deze ge meenschappelijke daad was van oneindi ge waarde voor de gemeenschappelijke zaak, maar men kan niet zeggen, dat de rol die daarbij aan Engeland werd toe bedacht er een was van een speciaal privilege of voordeel. Dc nota eindigt met de verklaring, dat. terwijl de Britsehe regeering vol strekt niet adviseert, dat Duitschland om redenen van rechtvaardigheid of uti liteit van zijn verplichtingen aan Frank rijk en de andere geallieerden moet wor den ontslagen, de Britsehe regeering be reid is, zich ten aanzien van haar voor stel te onderweipen aan de rechtmatige eischen van de andere gedeelten van het Britsehe Rijk. Reuter meldt nog, dat er „als een daad van hoffelijkheid" een afschrift der nota aan den Amcrikaaaschen ge zant is overhandigd. De nota is door Balfour opgesteld, en door de meerder heid van het kabinet goedgekeurd. Do Duitsohe nota van antwoord on Poincaré's repliek. Het antwoord der Duitsche regeering aan Poincaré is gepubliceerd. Duitschland weigert zich uit te spre ken voordat onderhandelingen met alle geallieerden zijn gehouden en het be toogt, dat de betalingen in verband met de, schadevergoeding en die inzake de compensatie als een geheel moeten worden beschouwd. Wanneer het Duitsche economische leven de onttrekking van 50 millioen goudmark per maand voor de schadever goeding niet kan dragen, dan is het een illusie te meenen, dat de compensatie betaling van bovendien nog 40 millioen goudmark per maand wel kan worden opgebracht. Het Duitsche voorstel, dat niet ten doel had een vermindering der compen satie, doch slechts een verdeeling over langoren termijn, berust op Idezelfde basis als het verzoek om een moratorium voor de betaling der schadevergoeding, n.l. de onmogelijkheid voor Duitsch land om betalingen te doen in buiten landsche valuta, welke uit de noodlotti ge daling der mark duidelijk blijkt. De nota besluit met de opmerking, dat de politiek der dreigementen niet opbouwend, doch vernietigend werkt.- In zijn antwoord op de Duitsohe nota, d.d. 1 Augustus, zegt Poincaré, dat het Duitsche antwoord niet de in de Fran- sche nota geëischte verzekeringen be vat. De Fransche regeering eischt bin nen den in de Fransche nota van 36 Juni vastgestelden termijn, d. i. 5 Aug., om 12 uur 's middags, de verzekering, dat de regeling van 10 Juni 1921 stipt zal worden toegepast, en dat het verschul digd bedrag van twee millioen pd. str. den sden Augustus zal worden betaald. In het tegenovergestelde geval zal de Fransche regeering het recht hebben de toepassing van het bestaande accoord te verzekeren en de weerwraak maatregelen treffen, welke zij noodig acht. De maat regelen zouden van 5 Aug. af in wer king treden, doch de Fransche regee ring meent thans het volledige plan er van niet behoeven kenbaar te maken. De nota maakt voorbehoud op eeni ge beweringen, in de Duitsche nota, en doet opmerken, dat het Duitsche Rijk geen enkele poging heeft gedaan om de betaling der aan dc geallieerden ver schuldigde bedragen te verzekeren, doch integendeel tol de daling van de mark heeft bijgedragen. In de „Information" behandelt Emile Taponier het vraagstuk van ultschland's toetreding tot den Volkenbond, dat hoogstwaarschijnlijk op de in Sep tember Ja.s. te houden Volkenbonds vergadering ter sprake zal worden ge bracht, evenals de toelating van den Ier- schen Vrijstaat. De verschillende Volkenbondsvereeni- gingen, aldus de schrijver, en met name de Egelsche vereeniging, die meer dan 200.000 leden telt, voeren een actie ten gunste van Duitschland's toelating, en Lloyd George heeft kort geleden ver klaard dat hij er zich niet tegen zou verzetten. Duitschland, dat er dus zeker van kan zijn, dat zijn verzoek om toelating van sommige zijden steun zal ondervin den, kan dit verzoek bas eer on op arti kel 1 van het Volkenbondsvcrdrag, dat luidt „Elke staat, elke dominion of elke ko lonie, die zelfbestuur bezit, kan lid wor den van den Volkenbond, wanneer deze toelating wordt goedgekeurd door twee derden van dc vergadering, en wanneer hij afdoende waarborgen geeft voor zijn ernstig voornemen aan zijn internatio nale verplichtingen te voldoen en het reglement van den Volkenbond tc aan vaarden wat betreft zijn strijdkrachten en zijn bewapening te land, ter zee en in de lucht." Bij een waren Volkenbond moeten alle volken aangesloten zijn. Daarom lijkt het oppervlakkig besobouwd, lo gisch, aldus de schrijver, om na Oos tenrijk en Bulgarije, ook Duitschland als lid toe te laten, omdat het zoodoende de formeele verplichting zou aanvaarden, zijn internationale verplichtingen na te komen, hetgeen tot dusver niet in elk opzicht is geschied. Wanneer Duitschland echter als lid van den Volkenbond zou zijn aangeno men, zou het ongetwijfeld ook een zetel iin den Volkenbondsraad verlangen en de meerderheid van de Volkenbondsver gadering zou het redelijk kunnen ach ten, aan een land met zestig millioen inwoners een niet-permanente zetel toe te staanzij heeft daartoe de bevoegd heid. Wat zouden de gevolgen zijn van een dergelijk besluit? Artikel 5 van het Volkenbondsver drag zegt, dat de besluiten van den Vol- kenbondsraad met algemcene stemmen moeten worden genomen. Hierbij dient in herinnering te worden gebracht, dat de Raad belast is met de uitvoering van tal van bepalingen van het vredesver drag het bestuur over het Saargcbied en Danzig, de bescherming der minder heden, de mandaten voor de voormalige Duitsche kolonies, welke eenige dagen geleden te Londen besproken zijn. Deze vraagstukken zijn ongetwijfeld voor Duitschland van groot belang. De stem van een Duitschen vertegen woordiger in den Volkenbondsraad zou dus het tot stand komen van elk beslui: kunnen beletten eu alle voorstellen schipbreuk kunnen tdoen lijden zoowel die van Fransche, als die van de zijde der andere geallieerden zouden worden ingediend. Welk een instrument zou Duitschlaad zoodoende verkrijgen om pressie uit te oefenen op de geallieerden 1 roept de schrijver uit. En, gaat hij voort, het zou er zeer zeker gebruik van makim om zich achtereenvolgens aan verschil lende zijner verplichtingen te onttrek ken. De opstellers van het vredesverdrag hebben gerekend op den goeden wil van een democratisch Dui.schland, dat zijn imperialistisch verleden zou wensehen tc verloochenen en de misslagen van het ancien régime zou willen herstellen. Zij meenden, dat Duitschland in hoogstens vier jaar alle landen, ook Frankrijk, van dien goeden wil zou kun nen overtuigen, en rij hadden bepaald, dat Duitschland dan tot den Volkenbond zou kunnen toetreden. Artikel 520 van het vredesverdrag inzake de luchtvaart zegt letterlijk „De opgelegde verplichtingen zullen van kracht blijven tot 1 Januari 1923, tenzij Duitschland vóór dien datum, is toegelaten tot den Volkenbond...." Het verloop der gebeurtenissen heeft aan deze verwachtingen den bodem in geslagen, en van de idealistische opvat tingen van 1919 moet men terugkeeren tot de werkelijkheid. Over wordt uit Moskou geseind De besprekingen welke al sedert ge- ruimen tijd werden gevoerd tusschen Duitsche financiers en de vertegenwoor digers van de Sovjet-regeering, betref fen het verleenen aan de Duitschers van de volgende concessies re. het herstel en de uitbreiding van de haven te Petrograd ae. de aanleg van een spoorweg voor smalspoor in do haven 3c. het herstel van de scheepvaart op de Newa 4e. de bouw en het herstel van huizen, van de gasfabrieken en de waterwegen van Petrograd. De besprekingen zijn blijven ste ken, wegens besluiteloosheid van Duit schen kant. Thans vragen de Duitschers conces sies voor de exploitatie van de bos- schen in het district Olonetz, De Sovjet-regeering zou voornemens zijn door een wijziging van de invoer rechten en van de spoorwegtarieven den handel op Perzië te fnuiken.- Uit Sovjot-Rusland. De j,Times"-correspondent te Riga meldt, dat er in de communistische par tij in Rusland ernstige tweedracht ontstaan en dat, hetgeen wellicht nog van meer belang is, die zich ook in dc befaamde Tsjcka (de buitengewone Sov jet-politie) heeft uitgestrekt. Degenen die in die Tsjeka een twee den of derden rarig innemen, komen steedsraeer in verzet tegen de despotische houding van de opperste leiders. Dat bleek reeds op het elfde partij-congres het voorjaar en men verwacht dat het nog duidelijker blijken zal op liet aan staande twaalfde congres, dat overmor gen begint. Zooals reeds is medegedeeld hebben een aantal communisten in het Ocral-ge- bied een soort tweede kabinet gevormd, dat „uitvoerend comité" heet en dat weigert langer zich in blinde gehoor zaamheid tc onderwerpen aan de gezag hebbers tc Moskou. Zij eischen. dat de arbeiders en boeren zullen deelnemen de verkiezingen en dat er een wer kelijke „dictatuur van het proletariaat en van de boeren" zal zijn en niet van en kele leiders der communistische partij. Dit is geen geheime organisatie, maar ze trekt openlijk op onder leiding van den communist Miasnikof. Het beroept er zich op dat het alle gewesten tusschen den Oeral en Irkoetsk vertegenwoordigt, voor welk gebied het een soort „home rule" aanspraak maakt. Moskou heeft meer dan twee duizend communistische propagandisten naar het Oosten gezonden om bij de plaatselijke sovjets invloed te oefenen tegen het nieuwe comité, maar tot dusver heeft die propaganda niet veel uitgewerkt. De propagandisten zijn n.l. in hun actie be lemmerd, doordat ze thans niet de leuze kunnen aanheffen van een strijd tegen de „oontra-revolutie", want hel nieuwe comité is niet minder fel communistisch dan de heeren te Moskou. Dezen zijn er al op bedacht het roode leger te versterken, dat lot dusver sterk genoeg geacht werd om binnenlandsche onlusten te bezweren. Wellicht zou het dit nog wel zijn, maar de Sovjet-regee ring acht, blijkens een via Berlijn ont vangen bericht, versterking van het le ger ook gewenscht, omdat hel niet krachtig genoeg zou zijn om een aanval van buitenaf te weerstaan of om een krachtigen slag aan een buitenlandschen vijand toe te brengen. Daarom zou men het roode leger, waarvan de instandhouding zeer kost baar is, willen veiv.u-g n door een mi litie-leger, gerecruteerd uit heel Rus land. Er is evenwel sterke oppositie te gen dit plan, ook onder de extremisten, omdat vele communisten in een wijzi ging van de militaire organisatie een nieuwe bedreiging van hun macht zien. De Italiaansche ministercrisls opgelost. Het nieuwe kabinet-Facta is thans al dus vastgesteld Premier: Facta. Buitenlandsche ZakenSchanzer. Koloniën Amondola. Binnenlandsche Zakcu: Senator Taddoi Justitie Alassio (Kamerlid). Financiën Bortoni. Schatkist Baratoro. Oorlog Soleri. MarineDe Vitto. Onderwijs Anielo. Openbare Werken Riocio, Landbouw BorlinL Nijverheid Rossi. Arbeid en Sociale Voorzorg: Dello Sorba. Posterijen en telegrafie Fulta. Bevrijde Gebieden Luciani. Uit Rome wordt nog geseind Facta is er eindelijk in geslaagd, een kabinet te vormen, dat door den ko ning werd aanvaard. Dc algemeene sta king, die werd afgekondigd door socia listen en communisten als protest tegen de gebleken onmogelijkheid, om een re geering van de linkerzijde te vormen, is mislukt. Op vele plaatsen werd de pro clamatie zelfs niet uitgevoerd en ging de arbeid gewoon door. Te Rome reden vele trams onder bewaking van fascis- en militaire politie. De nationalisten fascisten kregen verlof van den pre fect van Rome, om huurauto's te laten rijden. Van fascistische zijde werd ver zekerd, dat de strijdkrachten van deze partij gereed staan om Rome en andere plaatsen binnen ie rukken en het be stuur over het land in handen te nemen, wanneer de openbare orde niet onmid dellijk wordt hersteld. De partij der fascisten had een mani fest uitgevaardigd, waarin wordt ge zegd „De anti-nationale partijen heb ben het fascisme en dc natie den hand schoen toegeworpen. Het doel van deze laffe algemeene staking is een linksch kabinet van stapel te doen loo- pen. 9e fascisten nemen den handschoen op. Van dit oogenblik af tot nader order zijn alle Italiaansche fascisten van de Alpen tot Sicilië gemobiliseerd en zij geheel en al onder onze ijzeren dis cipline en onder de bevelen van de ver antwoordelijke fascistische leiding, die besloten is, dezen aanval der roode de magogie ter neer te slaan." Het manifest eindigt met de woorden: „Wij geven den staat 48 uur tiid om haar gezag te doen gevoelen tegenover alle ambtenaren, zoowel als tegenov de vijanden der natie. Na afloop van dezen termijn zal het fascisme zich de volledige vrijheid vaa handelen voorbehouden en zich in -la plaats van den staat stellen, d:c weder om zijn onmacht heeft bewezen. Fascist ten in heel Italië, houdt u gereed." De regeering heeft uitgebreide maat regelen geiroffen oin de stations te be zetten en den toevoer van levensmidde len. alsmede de water- en lichtvoorzie ning, te verzekeren. Vorsprefd nieuws HET NIEUWE POOLSCHE KAB1 NET. De Poolsche mintsterciisi» is, zooals gemeld, opgelost, liet staatshoofd heeft het kabinet aldus samengesteld: -Miniter-president en minister var Eerediépst en Openbaar Onderwijst rector Julian Nowak. Binnenlandsche Zaken Antoyie Ka. mkfljski. Buitenlandsche Zaken: Gabriel Na- rutowicz. Oorlog: generaal Caisimir Sosnkows ki. Financiën: Sigismond Jastrzabski. Justitie: Waclau Makowski. Landbouw: Jozef Roczynski. Handel en Nijverheid: Henri Stras» burger. Spoorwegen: Louie Zagomy Ma- rynowskL Posterijen (tijdelijk) en telegrafiee Jean Moszcynski. Openbare Werken: Mirzynslavy, Rybczynski. Arbeid: Louis Darowski. Hygiëne: Witold Ghodzko, DE STIJGING VAN ILET PRIJS NIVEAU IN OOSTENRIJK. De kosten van het levensonderhoud in Oostenrijk zijn ia Juni me: 41 ge stegen. Zij zijn thans 48 maal zoo hoog als in Januari 1921 en meer dan 4 maal zoo hoog als in het begin van 1922. In vergelijking met den tijd voor den oorlog is lie1 index cijfer gestegen tot het 2645-voudige. Het eindcijfer wordt echter nog aanmerkelijk ge drukt door het feit. dat de huren ten- gevolg© van wettelijke bepali eigen slechts weinig zijn gestegen. Laat men de huishuren buiten rekening, da» is het index-cijfer voor de kosten van het levensonderhoud volgens de be rekeningen van het Oostenrijksche bu reau voor Statistiek thans 3320 maal zoo hoog als vöör den oorlog. DE IERSCHE QUAESTIE. Drie gewapende lieden drongen het douankan'oor l© Dublin binnen en roofden, terwijl zij het personeel met revolvers in bedwang hielden, een bedrag van 600 pd.st. De Vrijstaatsche troepen hebben in Zuid-Ieland na een kort maar he' vig gevecht Tipperary genomen. UIT HET HONCAARSCHE PARLE MENT. Uit Boedapest aan de Franlcf. Zei tung: Bij het ©inde van de besprekingen over de indemniteit hoeft Beth'on, de minister-president, een grondige uit eenzetting aan de oppositiepartijen ge. daan, waarlnj hij de aanvallen van de socialisten bestreed. Hij zeide, dat de voor 90 pCt. uit communisten be staande emigranten niet in het land mochten terugkeeren. Eveneens kon de amnestie niet worden uitgebreid tot de veroordeelde communisten. Bethlesi wees erop, dat in heeS Europa bijzondere maatregelen wor den getroffen, ook in Tsjecho-Slowa-' kije en Duitschland, waar socialisti sche regeerin gen aan hot bewind zijn. Tegen de beweringen van den libe ralen afgevaardigd© Raasau zei de mi nister nogmaals, dat het verkiezing» besluit wettelijk was en een veel alge meen er kiesrecht gaf dan het Fran sche en Engelsche. Hij vermaande de liberale groep van Rassay, zich los te maken van het radicalisme, want hel radicalisme heeft eohuld aan de ineen storting van Hongarije. D© sociaal-de- mocraten hebben daaraan pas in de twee plaats schuld. Ten slotte verdedigde Betlilen zich tegen de bewering van graaf And ras sy, dat de onttroningswet een revo- lutionnaire daad is. Trouwens, als dat zoo was, dan zou ook de onderteoke- ning van het verdrag van Trianon hoogverraad zijn geweest. Daarna verdedigde Rakofski, de mi nister van binnenlandsohe zaken, de interneeringen, omdat die personen onschadelijk moesten worden gemaakt die voor den staat gevaarlijk - zijn, maai- wier daden toch niet onder d« bepalingen van het strafwetboek val len. Ook het politie-toezicht moet worden gehandhaafd tegenover hen, die in het binnen- of liet buitenland tegen den staat ageereti. Overigen© is bet aantal geïnterneerden, dat in 1919 2800 bedroeg, gedaald tot onge veer 200 politieke geïnterneerden Be halve die zijn er alleen nog prijs-op- drijvers en woekeraars geïnterneerd. De interneeringen zouden door do regeering kunnen worden opgegeven als een deel van het publiek de revo» lutionnaïre geestesrichting opgeeft. Feuilleton uit het Engelsch van FRED. M. WHITE. (Geautoriseerde vertaling). 31) Hij vloekte van uriit. Er hieven hem .sleciiis twee dingen over. lljj moest óf zijn huishoudster wakker maken, hetgeen heel onverstandig zou zijn, óf hy moest weer naar beneden gaan en den portier om een duplicaat-slou- .tel vragen. Van de twee kwade din gen koos hij het laatste. Als zijn huis houdster, tegen wie hij gezegd had, dat hij naar bed ging, hem in zulk een kleeding zag. zou zij zeker raar opkijken en er het hare van denken. Ook kon hij niet den geheelen nacht op het portaal blijven, want dan zag zi.1 hem 's morgens toch en om naar een hotel in dc buurt te gaan, daar viel heelemaal niet aan te denken. Hij snelde de steenen trap weer af ep wekU den portier. Ik heb mijn huissleutel verloren, Parsons, zei hij Ik heb vandaag golf gespeelu en maar ik zal je op dit uur niet ophouden, met je een ver haal van mijn avonturen te doen. Ik ben bovendien doodop. Later zal ik je wel eens laten lachen, om al de pech, die ik gehad heb. Geef mij nu maar gauw den eieutei. De slaperige portier reikt© er hem een over en Gilmour snelde nogmaals naar boven. Wel, wel, zei de portier, terwijl hij hem nazag, hij zwt er eerder uit. alsof hij in den sl;.-. geweest is, dan dat hij golf gespeel! heeft. Zou hij aan den rol zijn geweest? Anders niets voor hem, maar wat gaat het mij ook eigenlijk aan? Kom, ik ga nog een dutje doen. En Parsons gaapte een paar maal en was weldra weer in diepe rust. HOOFDSTUK XVIIL Ver a's scestverschijni.ng. „Het laatste, sterke stukje, dat de dieven op de Theems hadden uitge haald. veroorzaakte groote opschud- idling. De couranten stonden er vol van, behalve de Telephone, dii© er ter nauwernood melding van maakte. Dit was op aanraden van Eliea gebeurd die meende, dat op die wijze die lezers zouden ophoeren,als eenmaal zijn sen- sat.iewekkende mededteehngen gepu bliceerd werden. Ellis wist al weer heel wat meer van de zaak af en ging naar Doek. om deze zijn bevindingen mee te deelen. „Ik eeef mij al die moeite", zei hij, „niet alleen ter wille van dó politie, maar ook, omdat ik er naam ab jour nalist me© hoop te maken. Beloof me dus. dat geen enkele courant iets van hetgeen ik je nu ga meedeelen, te we ten komt. voordat het in de Telephone gedrukt staat. Je begrijpt, wat ik be doel." „Zeker", zei Lock glimlachend, „en ik beloof het u bij deze. Ik dacht al, dat u weer iets ontdekt had, toen u hier vanmorgen al 200 vroeg kwam aanzetten" „Luister dan goed," zei Eaiis droog jes. „Je weet, dat ik je mijn vermoe dens hd> meegedeeld, omtrent de wij ze. waarop Gilniour dien avond op het Moat House zijn alibi wist te be wijzen 3" „Natuurlijk herinner ik mij, dat u dacht, dat meneer Groot er achter zat, een dat het spoorkaartje, dat me neer Gilmour mij liet zien door een handlanger van hem genomen was en daarna ergens verstopt, waar Gilmour het vinden kon. Dat dieze bovendien op de een of andere manier jneneer Groot had doen weten, dat hij buiten stond en hulp noodig had. Heeft u daaromtrent soms iets moer ontdekt Ja. antwoordde Ellis, dat is het juist. Ik heb mijn vriend. Geoffrey Rust. die dien middag ook op het Moat House dineerde, naar het een en ander gevraagd, en hij kon mij eenige zeer belangrijke mededeelin- gen dóen. Voor ik verder ga, wil ik je even vertellen, dat meneer Rust iemand van fortuin is, die volgens zijn vaders "testament een paar jaar op een kantoor moet doorbrengen, wil hij niet het grootste gedeelte van de erfe nis verliezen. Hij heeft een hekel aan het werk. en zoodra dc tijd om is, zegt hii de betrekking bij Verity en Co. op en wil verder van den handel niets meer weten. Zijn tijd is bijna om. Hij gaat nu geregeld naar het kantoor, maar hij voert er niet veel uit. Hij is dag ook maar volontair en heeft hee! wat vrijen tijd over de hand. Ik kan hem ten volle vertrou wen en heb hem dus alles verteld. Hij heeft mij beloofd in liet vervolg op het kantoor zijn oogen goed den kost te zullen geven. Dat is niet kwaad, zei Lock. En nu zal ik je nog iets vertellen. Tijdens het diner op het Moat House werd er een paar maal met tussohen- poozen op geheimzinnige wijze aan liet raam getikt, en als antwoord tikte Croot met zijn vruchterraiesie tegen zijn dessertbord je. Dat is zeker een belangrijke ont dekking. zei Lock ernstig. Ik twijfel er niet aan. of de man, die tegen het raam tikte, was onze vriend Gilmour. Ik zal hem van heden af goed in het oog hemden. Maar er is nog meer, ging Ei lis voort, terwijl hij de plaat uit het geïllustreerde blad uit zijn zak haalde en haar Lock liet zien. Daarna ver telde hii den inspecteur ook nog alles omtrent het visitekaurtje, dat hij tus schen Avory's papieren gevonden had en van het geheimzinnige huis in Green corn Street. Wat dat niet al het andere te maken heeft, begrijp ik nog niet. zei hij, maar ik weet, dat.' Gil mour er nu en dan komt. Ik heb iemand op wacht gezet, en die heeft er uit zien komen en daarna naar het kantoor van Verity en Co in Great Bower Street zien gaan. Het is beet mogelijk, dat als ik meneer Rust wear spreek, deze mij het een etn ander te vertellen zal hébtoen, om trent hetgeen hij ontdekt heeft. Ik zou het kantoor van Verity en Co wel eens graag laten doorzoeken. Denk je, dat jij dat zou kunnen doen. Lock als meneer Rust je op «Ie hoogte bracht, wanneer er niemand is? Dat zal wel gaan, zei Lock. Goed dan. ik zal je waarschu wen. wanneer het zoover is Mijn vriend Rust kan we! zorgen, dat op dat oogenblik Gilmour ergens anders is. Je moet weten, dat die Gilmour bijna iederen avond naar het kantoor gaat. Wat hij er uitvoert is mij niet recht duidelijk. Dat blijft dan afgesproken, zei Lock. Ja. ik Zil telcfonccren, 200dra ik van meneer Rust weet, wanneer Gil mour van de baan is. Maar wat zeg je wel van dien laatste» diefstal? Het was een handig stukje, 1 stemde Lock toe. De dieven hadden de kibeis doorgevijld en de lichter dreef die Theems af. Het is nog een geluk, dat er geen aanvaring heeft plaats ge had. De lading bont was geheel ver dwenen. en zal nu wel reeds nr.ai- het buitenland gezonden zijn. Dat denk ik ook, Ellis. Al» Croot er medeplichtig aan is. weet hij aU cargadoor wel een markt vcor de goederen ie vinden. Ais cargadoor '.a hij bovendien ook steeds op de hoogte van de ladingen der verschillende schepen. Er is nog niet ontdekt, ho© de dtiefstal precies gebeurd is, wel Neen, zei Lock. Eerst dacht d< iPoMtSe, dat de bewakers misschien ook in het complot waren, maar da dokter heeft ons verzekerd, dat zij be dwelmd waren door het een of 3Jidci gas. Ze zijn nog niet heelemaal beter. Het toestel waar het gas in zat. moet aan boord gesmokkeld zijn, maar hoe het ga9 opeens ontsnapt is, is ons al lemaal een raadsel. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5