De nood in Rusland. Een onbewuste weldoener Brieven uit Londen HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1922 DERDE BLAD Th opdracht van hot Nederlandscli Nan- ten Comité bon ik 13 April naar Rusland {vertrokken, om jjn myn tliuiakomut in Nedoriaml in staat te ztfn. ons volk Echten omtrent de wjjze waarop he* tot nu toe aan de Nansen-organisatie gegeven geld daarginds wordt besteed. Ik heb die f.iV met blijdschap aanvaard, omdat myn zeis mij in staat zou stellen, kennis to maken met een prachtig werk. In hot va derland had ik van nabij gezien, met hoe- Teel opoffering en liefde er vaak gego- ;en werd voor de hongerenden daarginds; en had ik ook opgemerkt, inet hoeveel Vertrouwen gegeven werd. Weinigen im mens weten nauwkeurig, hoo de distri butie der Hollandsohe levensmiddelen in Rusland geregeld is. Het Nanson Comité meent, dat Nederland ook recht heeft °P een verantwoording. Gelijk men weet, is deaen winter de heer Joh. Lnger in Rusland geweest om namens het Nansen-Comité de distributie to regelen. Nadat hy kennis genomen had vac de toestanden in en om Samara en Buzuluk, trof hij een overeenkomst met het Zweedsehe Roode Kruis, dat to Sa mara, en met de Quaker-organisatie, die te Buzuluk werkt, dat Holland zijn zen dingen aan belde voor do helft zou af- staan. Immers het bleek niet mogelijk, dat Holland alle kosten op zich zou no men, die verbonden zouden zijn aan het maken van een geheel eigen organisatie. Ten zuiden van Samara en ten Westen van Buzuluk ligj nu dus oen gebied, dat uitsluitend met Hollandsohe producten wordt gevoed. Die „Hollandsche dorpen" had ik te bezoeken. Ter vergelijking heb ik bo vendien gaarne gebruik gomaakt van de gelegenheid ook kennis to maken met het werk, dat hej Zweedsehe Roode Kruis rondom Samara met eigen levensmiddelen doet, met het kleine Tsjecho-Slowaaksebe gebied, met het werk van de Internatio nale Nanoen-organisatie, die te Genève haar hoofdkwartier heeft en met hot grootsehe werk dat de Quakers in het district Buzuluk volbrengen. De heeT Mulder, die voor den „Bond van Comité's voor Hongeren,] Rusland" dc „Gouwestroom" naar Rusland bege leidde, kon door de lading van die boot niet minder dan 30.000 mensahen meer dan tot nu toe gedurende 4 maanden voe den; daarvoor had hy een tocht te maken naar nieuwe streken, waar de hulpactie nog niet was doorgedrongen en gaarno nam ik dan ook, toen ik hom te Samara ontmoette, zijn uitnoodiging aan om ham to vergezellen, omdat ik zoodoende kwam in stroken, die nog met recht „ster vend" mogen worden genoemd. Wegens hnn afgelegenheid van spoor- en hoofd wegen is het zeer moeilijk veel dorpen te beroiken en zijn de bewoners door gebrek aan trekdieren niet in staat een karavaan samen te stellen om de producten te halen. Hot lig] niet in do bedoeling van deze artikelen, den lezers nogmaals door schrikaanjagende beelden van do eUeude, die ginds nog steeds in de helft van het goheele hongergebied lieerscht, te bewe gen tot mededoogen. Hej, zij thans ge noeg, te zeggen, dat wat ilc voor enkele weken gezien heb, en wat tien millioen mcnschen nu op dit oogcnlblik Ijjden, my nu nog vervolgt als eou vreeselyke droom. In het gouvernement Samara werken op dit oogenblik ongeveer 35 Zweden, dames en hoeren van het Roode Kruis. Do Zweedsehe regeering heefj anderhalf millioen kronen gevoteerd en in het begin van den laatsten winter is de ryka-expe ditie haar werk begonnen. Thapa, na een half jaar van ijverig werken kan men zoggen, dat daar, waar zy, bctzy met eigen, hetzy met onze produo tea werken, practisch. niet meer gehongerd wordt. Het is er een altijd wisselend gezel schap, daar in het prettige homo van de Zweden. Behalve de chef der expeditie «n Mevrouw Ginzburg, die als een moe dor voor de huishouding zorgt, en enkele bfficieren, die met het transport en het toezicht op de magazijnen belast zijn, rit ten de meesten als delego&t op het land, in oen dorp, te midden der Russische be volking om de voedseldistributie te orga- nisecren en tc contreleoren. Dat is het eenige, maar dan ook afdoende middel om diefstal te voorkomen: eigen menschen aan het hoofd. Natuurlijk doen ze niet alles alleen. In de eerste plaats besturen zc do goheele organisatie in eon dorp met twee Russen, één aangewezen door het volk en één benoemd door do Sovjei-ovor- hoia in het dorp. Die twee controleeren elkaar want zo vertrouwen elkaar maar weinig, en de delegaat is controleur over allebei. Dit bestuur kiest met zorg het verdere personeel voor do keuken en de bakkerij. Do Zweden hebben niet hot gemakke lijkste uit de vele systemen van voedsel voorziening gekozen, maar wel is buu ma nier van werken ongeveer ideaal. Er wordt door den dokter, die te Sama ra aan de expeditie is toegevoegd, nauw keurig uitgerekend, hoeveel calorieën een volwassene en een kind noodig hebben, en want dat is dikwijls helaas ook noodzakelijk hoeveel calorieën ieder nit de aanwezige voorraden krijgen kan. En dan wordt een rantsoen samengesteld gewoonlijk bestaande uit 3.4 pond brood (men bedenke, dat de Rus vroeger leefde van bijna 2 pond) en 1 Liter soep. Dc Hollandsche soep is in het goheele gou vernement Samara beroemd. Ze bestaat gewoonlijk uit soep tabletten, zoute en witte boonen, bouillonblokjes, wat ryst en een beetje margarine. Het recept wis selt natuurlijk me! de beschikbare mate rialen. Dat is nu zoo mooi van het Zweedsehe systeem: men geeft de menschen niet de ruwe prodncten maar: soep en brood. En wel iedoren dag een rantsoen. Gewoon- lijk komen dc vrouwen het voodsel halen •oor hun gezin. Zo zijn in het bezit van een hou té a kaart, waarop hun naam, nummer en het aantal loden van hot ge- sin staan geschreven. Ze passoeren nu in do keuken oorst een controleur die no teert, dat zo geweest zijn, en ontvangen daarna het brood cn de soep. In den zomer kan men dit voodeél ech ter niet streng volhouden, want veel man nen en vrouwen gaan dan op het land Weikon en blyven dan om do„ grootén afstand een geheele week buiten. Aan deze menschen i produc ten voOf een week worden uitgereikt. Sommige organisaties zyn 'voor dc moeilijkheden gezwicht, want de admi nistratie wordt er natuur! yk niet gemak kelijker op. Bovendien vergen keukens en bakkeren veel personeel- blaar de men schen die voor acht of veertien dagen de niet bereide producten in eens ontvangen eten bun voorraad vaak in enkele dagen op, of ze vermengen het goede voodsel met onkruid om het kwantum te vc-rgroo- ten. Byna in elk groot dorp hebben de hulp organisaties zieken- en weeshuizen ge sticht, waar de producten als cacao, vlecschextract, meelbloem, suiker enz! prachtig te pas komen. Maar ook hier worden deze zaken alleen verstrekt aan ernstige en zwakke patiënten. Want de meeste kwalen zyn alleen het govoig van den honger en het eenige geneesmiddel is brood, altijd weer brood. In ziekenhui zen vindt men hy elk bod een glas wa ter en een stuik zwart brood en niets an dere. Ziedaar dus in bet kort de weg dien onze Hollandsche levensmiddelen door- loopon. De boot wordt door eon Hollan der begeleid tot Riga of Petrograd, de zelfde persoon ie daar aanwezig by de verlading in de wagons. Is alles geladen cn is by verzekerd, dut de breinen, zy liet ook langzaam, zullen vertrekken, dan gaat hy vooruit om in het hongorgobied de distributie v,oor to bereiden. Onder be waking van eovjct-soldiaten (do sovjet stelt zidh verantwoordelijk voor ouzo goederen tijdens het transport en ver goedt ons, wat er verloren mocht gaan) komen de wagens te Moskou. Daar is do tnimsportafdeeliiig van het „International Russia,, Relief Committee" op do hoogte van de bestemming, die do Nederlanders er aan gaven. Deze transport-af deel ing zorgt dus zoo noodig voor do overlading en voor de formatie van de nieuwe trei nen naar Samara en Buzuluk. Op en by do stations hebben wy de beschikking over groote magazijnen, waar allee wordt gedeponeerd. De Zweden hebben boven dien oen groote opslagplaats te Jwasjnko, een station, een twintigtal kilometers Zuid-Westelijk van Samara gelogen. De bewoneTs van do dorpen, die door ons gevoed zullen worden, hebben de verplich ting, niet alleen volg?ns onze aanwijzing de keukens en bakkerijen en voorraad schuren in te richten, maar ook met eigen kraehben een karavaan samen tc stellen om de producten nit het hoofdmagazijn nnar hun dorp te vervoeren. Dat laatste vooral wanneer een dorp voor het. oeret - - bescherming tegen den honger wordt genomen, diikwyls bezwaarlijk. Men heeft zoo weinig trekdieren! En dan moeten onze vrachtauto's wel eens bijspringen. Maar zoo spoedig mogelijk wordt het vcr- voer naar do dorpen aan dc menschen zelf opgedragen. Voor de dieren wordt haver uitgedeeld, en allen die meewerken in do organisatie. der hulpverleening worden beloond met oen extra dagraiitsoen. Of cr by al difc vervoer ook producten .■erlorcn gaan? Slechts zeer weinig. Men mag van do sovjot-regeering zeggen wat mien wil, dit is acker, dat zo do pogin- n om diefstal tegen te gaan, met alle macht steunt. In den tyd, dat ik to Sa mara vertoefde, werd eon man, die be trapt was bij bet stolen van eon zak meel uit oen dorp in het Zuiden van Samara op gezonden en tot een gevangenisstraf van drie jaar veroordeeld. Bovendien zijn de Zweden zelf strenge rechters. Het is oeaige malen voorgekomen, dat in een dorp kleine hoeveelheden levensmiddelen zoek raakten. In zoo'n geval wordt de goheele voedseldistributie eenvoudig een week of veertien dagen stop gezet, en heusoh, dan is de dief gauw gevonden en ook zonder rechtspraak loopj hy zyn straf niet mis. Myn vaste overtuiging, opgedaan in een maand zwervena door het hougergebied, deze: Elk pond brood, elke liter oep, bereid uit Holland- »ehe producten komt te- echt in de maag van oen zie- 1 (f e n stakker, die zonder Buzuluk ligt ongeveer 150 Kilometer Oostelijk van Samara. Trekt men om deze beide steden een cirkel van oen straal van SO K.M. dan heefj men zeer globaal den orutrek van de beido terreinen, waar gelijk gezegd, de Zweden en de Quakers ïodcr voor zich, deels ook met de uit Ne derland gezonden voedingsmiddelen wer ken. Op het oogenblik waarop ik uil het. hongorgobied vertrok, was het aantal mcnschen d«t met onze producten word gevoed, te schatten op 50.000 a 60.000. Het breidde zich byna lederen dag uit want na de „Gouwestroom" kwam nog do „Wa-rszawa" met zyn kostelijke la ding. Elk schip hetoekenj do redding van tienduizenden hongerenden. Ook in Buzuluk ben ik gewec:(t, on van daar uit heb ik met de Quakers de dor pen bezocht. Ik kan niet nalaten hier den droovi- gen indruk te relevccren dien de ontmoe ting met hnn euergieken leider. Mr. W'et- to, op my maakte. De stad Buzuluk heeft een wereldvermaardheid gekregen ouder andere door baar kerkhof. Do sterfte is dozen winter zoo groot geweest, dat dc lijken in den bevroren grond niet kon begraven en ze ojetapelde op het kerkhof. Nu ik er kwam, was dat alles veranderd. In de lentezon lag de stad met zyn mooie kerken en het kerkhof, dat ik bezocht, maakte een vredigen indruk. Er begint zelfs weer wat bedrijvigheid to komen in de straten. Eu dat alles is het werk van de dappere Eng.jlsehe Qua kers, die den zeer zwareu winter hebben doorstaan: het is het resultaat ook van uw gift, Nederlander. En nu terwijl alles oprok van herleven, vond ik Arthur Watts die twee jaar lang in Rusland werkte, op het ziekbed. Vlektyphus. Lichamelijk en geestelijk gebroken. Hier kou ik eerst reoht te weten komen wat men deed met uwe gaven voor Rusland. Een kleine groep mannen en vrouwen hebben uw zendingen genomen, als een kostelijk bezit, hun toevertrouwd en ze zyn zeil' midden in het gevaar gegaan om ze te brengen, daar waar ze het moest noodig waren. Toen gy uwe gaven ge schonken hadt, kondt gy niet meer doen. blaar toen begon hun werk. Zy gaven zich zelf. Arthur Watts is waarschijnlijk voor zyn verdere leven gebroken, licha melijk en geestelijk. O, beklaag hem niet. Hy zelf is tevreden. Wat deed men met uw gavo voor Rus land t Ik bon in een dorp geweest, waar oen dame uit Esthland was gedetacheerd, ine] onze - levensmiddelen to werken 1 'b Morgens, als ze opstond, logen er etens honderd zieken voor )iaar deur. Want zo was verpleegster en hield in den morgen polikliniek. Maar de morgen duurde den gebeden dag, on 'e avoudo om negen nnr ging ze naar bed en had meestal vergeten te eten. Nu vandaag werkt ze weer op dezelfde manier, vandaag staaf, 2C in haar spreekkamer zo helpt allen, geduldig, een voer een. de oen krijgt een half pondje Hollandech meel, de ander twee seoptabletten. een derde oen ons margarine. Dat zyn uw ga ven, die zuinig, bij kleine beetjes, mee gaan naar huis als de beste moiicyn. Ea «aj doen de hongerenden met uwe gavet Ze ontvangen ze met roerende dankbaarheid. Hoo vaak heeft men tracht myn schoenen te kussen, ale men hoorde, dat ik Hollander was, hoe vaak heb ïk de bewoners van oen heel dorp voor ons op de knieën zien vallen en hoo ien bidden voor ons! Hier ia een brief, dien do vertogen- woord gator der Quakers in Alexejefka ontving met Pasehen. Tk publiceer dien, om te voldoen aan het daarin vervatte verzoek: „Wy zen den U onze Paaschgroeton. Een groej, nnn U van de bewoners van Novo Alexejefka; dank voor al uwo woldaden, dank aan kameraad Naneen. Gy zjjt onze redders, gij hebt ons gered vau een zeke ren dood, gij hebt ons den hongerdood afgenomen. Gy hebt ons geholpen om op dezen dag op te staan, gelijk in do Heili ge Schrift gezegd wordt, dat Christus ie opgestaan. Wij kunnen niet beschrijven met wel'k een gevoel wij dezen dag ge denken. Wy hebben hom gevierd met soep, gemaakt van gegeven meel, zoet ge maakt met gecondenseerde melk. Wy aten daarby gebraden vleeach. Niet a 11 oen de volwaseenen, maar zelfs een meisje vnn aciht jaar, boog na het maal drie koer ter aarde, zeggende: dank aan allen, die ons meel, melk en andere dingen zonden. G-od moge hen zegenen met goede gezond heid. Het hulpcomité verrockt indien mogelijk, dezen brief te doen drukken en te zenden aan alle volken, <]io doze of fers brachten. Groeten van onze gemeenschap en van is Comité. Wy kannen niet beschrijven welk een dankbaarheid wy gevoelen voor onze redding van den hongerdood en voor de gaven. Wy zullen alt ijl hunner ge denken. die ons hebben gered en hunner, die offers brachten." (get.) I. Melicaloff. Wat men deed met Uw gïftt Om het lidht te kunnen schilderen heb ik als te genstelling ook donkere kleuren noodig. In Pestrofka ben ik geweest om streeks half Mei. Als men het dorp bin nenkwam, leek het geheel uitgestorven. Geen lovend wezen op straat, die groen an onkruid en gras, omdat er'geen verkeer mcer is. Van de kuddo. die vroe ger bestond uit 3200 koeien en 2800 paar den, zijn nog een veertigtal dieren in lc- De huizen zyn by tientallen gesloten, dichtgetimmerd, uitgestorven. En als ik ging van huis tot huis, vond ik hier vyf menschen, man, vrouw eu <lrie kinderen, by elkaar op een oven liggond, te eter- ■en. In de volgende woning lag or nog en, een jonge man van oven twintig, die ■ortolde, alleen te zyn overgebleven van oen gezin van elf personen. Weor verder vend ik twee meisjes, Weezen, op bod >nd, en niemand wa.s er, die naar zo omzag. Alleen een felsehcr (oen man met do beginselen van do verpleging bekend) was er in het dorp, en hy werkte wat hij kon. Zijn apotheek was keurig in orde, o zoo netjes, maar bijna alle flcssohen waren leeg. Toen hebben wij overlegd, do heer Mulder en ik, en wy hebben gezegd: „Wy zullen helpen, beleg een vergadering van het volk." Maar dot was onmogelijk, want de menschen konden niet ui], hun huizen komen. En toen hebben wy be sloten het zonder „sobranje" te doeu, als zij maar een karavaan wisten samen te stellen om de waren te halen. E„ men bezwoer ons, dat men de producten zou afhalen al was het op 100 IC.M. afstam). Twee weken later werj het dorp ge voed. Zoo hebben wij ook Pestrafko ver overd op den honger, en we konden het doen, omdat we beschikten over goederen, gekocht met uw gift. En den felsoher hebben wy geneesmiddelen gezondOD. En toen alles geregeld was, brachten ons twee kleine meisjes met, hongerbuikjes en zielig misvormde beentjes, elk een rui ker lelietjes van dalen. Haj ik ze mee kunnen brengen en overdragen aan U al len, die gaaft op den oproep van de Ne- dorlandsehe Organisaties! Wat men deed met uw gïftt Men heeft zaaizaad voor gekocht eu het verstrekt t-n du boeren. Bij Buzuluk stored de Sov jet-regeering gen uitgestrekte lap grond erfpacht af aan dc Quakers. Mr. Hol mes on Miss Sidney, oen Euge-lscihe heer dame, zitten den geheelon dog tot avonds „ogen uur elk op een tractor en ploegen dat land, ploegen, ploegen. En dan wordt onder hun toozieht door do saheol- kmderen uit Buzuluk gezaaid. En zoo worden van eiken korrel graan, gekocht met uw geld, gemiddeld acht korrels ge oogst. Het Noderlandsche volk wiet dit nlles )or een groot deei nog niet tot vandaag. Nu weet gy het. Gy wist niet, dat, terwijl aller aandacht gespannen is op de overleggingen op de Haagaehe conferentie, vooral met het oog oj) Ruslands toekomst, daarginds, zonder 'gen ophef door een groot aantal man nen en vrouwen wordt gewerkt, nu van- et uw geld. En al wae het niet de opzet van dit artikel, ge weet nu ook, dat cr nog out- ttend geleden word:. Tien mil hoon worden gevoed, tien millioen sterven nog honger. e weet nu ook, hoe, ale ge g eens wat etunrt aan Xedcrlandsch Nanaen Co mité teAmsterdam.uwgift worden besteed. J. J. L. VAN ZUYLKN. Kerk es Sekool NED. HERV. KERK. Beroepen te GoudriaanOttoland ds. G. Enkelaar, tc Wieiden; te Opende de heer M. E. v. d. Veen, cand. te Leiden; te Ridderkerk ds. G. A. Pott, Oud-Beijerland; ie Pols broek, ds. C. Vlasblon te Oud-Beijcr- land. GEREF. KERKEN. Beroepen te Rijsscn ds. O. Boersma, te Koudum; te Beetgum ds. J. van Loo, te Mijdrecht. Bedankt voor het beroep tc Boskoop door ds. H. Ph. Iagwersen, te Nijker k.- Cl IR. GEREF. KERK. Beroepen te Vlissingen de heer C. S. v. d. Ven, (and. te 's-Gravenhage. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen Grand Rapids (Michigan, N.A.) ds. D. J. van Brummen, te Alphen a. d. Rijn. door SIMON MOS. Loom slenterde de zwerver lange den etoffigen landweg. Z\ verkleurde, afget|rag>tc pantalon haag over de havel/jozc schoenen, v uit z'n toonen onbescheiden naar buiten gluurden. 'n Schunnig vet jasje, liet de ellebogen door de gescheurde mouwen «ion, en werd, knoopenlocs als hot was, mot een touw om he. middel toegesnoerd. Lu de linkerhand droeg hy iets in een rooden zakdoek gewikkeld, en in de rech terband hield hij een knoestigen eiken tak, die na eike twee Kappen op den grond werd gezet. Op z'n hoofd, dat even als het gezicht, met grof, groezelig, door- oonwarreiend, gryzent haar bedekt was, pr\jkto ta slappe, verfomfaaide hoed, «net iaar beneden geslagen rand. Er was niet veel schaduw op den weg, >n veel warmte in de lucht, die zoo goed als onbewolkt bleek. Daarom vorderde zwerver plecht» langzaam, moe en loom als hy was. Maar hij had geen haast. Waarom zou hij vlugger loopenf Iltj «noest nergens op tyd zyn. Niemand zou hem kunnen gelasten verder to gaan. Hy zich kunnen neervleien aan <len berm van den weg. En eens heerlijk elapeu, tot zon wat lager stond. Of nog langer, don hcelen nacht door; wie zooi het hem beletten f Maar een eigenaardige kriobe- I'kmg in de maag, deed hem toch verder gaan. Want z'n kapitaal-bezit bestond slechts uit twee en een halve cent, zon- moer, in baar geld althans. Rokende hiiortoo ook z'n goederen-voorraad, dan moest diaarby nog getold worden drio zwarte potlooden, vyf schoenveters, tweo doosjes lucifers, zeven ansicht-kaar ten, met zinnebeeldige vooretellingen, als: Geloof, Hoop en Liiefdo", enz., beno- rens vier kleine medicynfleechjcs, waar- u volgens opgave: „vlekkenwater", douh die slechte gevuld waren met verdunde geest van ealmoniak en water. Doae koopmansgoederen dienden niet alleen, om het oploopen en aankloppen by boerderijen en afgelegen huizekee, vol doende te kunnen motiveeren, terwijl ze hem tevens beveüigxten, om voor bedelarij te worden opgepakt, maar het geld, dat ze l>ij eventueels verkoop opbrachtton, kon bestemd worden om z'n dorst te ies- Vn e8n der dorpsherbergen, die hy meermalen passeerde. Bigenlyk was dit geld alleen daarvoor nooiig, want ook al verkocht hij den hee- len langen dag niets, dan ontbrak hot hem toch nimmer aan eten en drinken. Honger kende hij niet, al was men soms wat sceptisch gestemd tegenover zyn koopwaren, al kan hy dikwijls geen cent loskrijgen van z'n clientele, een boter ham. meestentijds dik met spek belegd, kreeg hy altijd, en melk of karnemelk zooveel als hy beliefde te drinken. Hoo oud hy was en hoe lang hy reeds gezworven hadT. Wie wist hetf En wat deed het er 'igeBiijk toe. Waarom zullen wc hier nog oen e uitrafelen de geschiedenis van een, dio meer en meer van he] rechte pad was afgedwaald, of nooit op dit pad zelfs één voet had gezet, hotgeen ook mogelijk Mme. Hy stond vrijwel buiten de maatschappij, gaf zich absoluut geen rekenschap van het gebeuren alom, leefde in eigen slcu- rig zwervereleventje, en kende goen an dere genoegens dan dio welke z'n handel tje kon opleveren. Den nacht bracht hij gowoonliik een hooiberg door en 's win ters mocht hy dikwijls in den stal ligging beschutting zoeken. En er waren geen problemen, die ook te enkelen nacht z'n rust zouden komen storen. Onontwikkeld als hy was, hy kon ternauwernood lezen, werd by niet gekweld door politiek of maatschappelijk gedoe, dat anderen maar al te dikwijls slapeJooze nachten bezorgt. Hy gevoelde zich vry en onafhankelijk. Lag 's avonds z'n hoofd rustig neer, eu had geen bekommernissen voor den 'lag van morgen. Maar nu inoj z'n twee en een halve nt zou hij niets hebben aan een dorpsherberg, al kwaan hy er een voorby. No: u, hy moest eerst de ginder liggende boederyen bereikt hebben; trachten daar iets to verkoope-u, zóóveel althans, da: hy den herberg nie-t. nutteloos voorby be hoefde te gaan. Daarom sjokte hy \oort. Moe en loom. Zwectdroppelen biggelden zyn baard. Zwaar steunde z'n rechter band op den eikenstok. Eindelijk had LÜ de eerste boerderij bereikt. Maar de vrouw bleek naar de stad en de boer had geen tijd. De kooprnan moest maar eens terugkomen. Een volgenden koer Als-io een boterham wildet Hy be dankte. Honger had-ie niet. Hij dronk can glas karnemelk. Maar hij verkocht niets. Z'n kapitaalbezit bleef ongewijzigd. By ecu tweede trof hy het niet beter. Daar sloeg een nydigo hofhond zoo ge weldig aan, daft allo lust tot binnenkomen plots by den zwerver verdwenen was. Hy hoopte nog, dat een der bewoners naar bulbun zon komen, am den hond in be dwang te houden, doch er yensdhoen uic- mand. Na een poosje gaf hij het °P en zwoeg de verder. Bijlde volgende scheen de kans grootor te worden. Daar kwam men hem voorkomend tegemoet en vroeg wat hij wilde? By het vartoonen -van de aneiabten, stelden de knechts en meiden zich in oen kringetje cn bewonderden een voor een do kleur rijke zinnebeeldige figuren, daarbij tracht tead de Duitsche onderschriften te ont cijferen. „Wat of dat voorstelde!" vroegen ze. „Van liefde en zoo!" antwoordde de «werver, die zelf ook onkundig was van heft afgebeeWde, maar wel oons een en ander van anderen had opgevangen. De prija was vijf cent per stuk, eu als iemand den heelen voorraad wil de netaen, vier, animeerde hij, doch niemand hap'e «oe. Ze vonden ze toch niet kleurig genoeg. Ook de potloo den, de veters, de lucifers hadden geen aftrek. Dan de laatte troef moe' maar op tafel, dacht de zwerver, en diepte uit een der zakken vau z'n schunnig jasje, een der lleschje: vlekkenwater. De aandacht der boerenmenschen werd dadelijk weer eenigszins le vendieer en geheimzinnig keken ze naar het fleschje met vocht in des ververs hand. Hij schon er een weinig van op z'n noezelige linkermouw, waar een zwarte veeg plakte van wagensmeer, of zoo iets. In minder dan geen tijd loste het smeer op, en was dc vlek ver dwenon, weggevaagd met de andere mouw. Do boeren stonden verwonderd toe zien. Ook verdere proeven met vet, vlekken in andere kleedingstukken, in derhaast uit de kamers genaaid, slaag den wonderwel. Toch aarzelden zij nog te koopen. "Vjjf en twintig ceni voor zoo'n wonderfleschje, was toch niet tc veel. Te geef zelfs. Maar de boeren zijn vasthoudend, en hetgeen ze met eigen oogen aanschouwen, ver trouwen ze nog maar half. De zwer ver was reeds tot tien cent terugge komen van den oorspronkclijken prijs, en nog beter ze niet toe. Hy bromde in zijn baard. Zou hy mi weer zonder eén cent rijker te zijn geworden, de hoeve moeten verlaten. „Ziedaar!... Vijf cent, dan!" riep hy scbor, t fleschje schuddend om hoog houdend. Ze keken elkander dan lachend aan. cn verdwenen toen, de een na den ander. Terwijl de zwerver het flctcbje weer in den zak borg, mompelde hij een hardgrondige verwensehing tus sclien z'n zwarte, gebrokkelde tan den. Juist was hij het hek gepasseerd, dat hij met een woedenden smak bad dichtgeslagen, en zou hij den weg ver der opstrompelen, toen een der boeren hem hardloopend achterna kwam. „Hé, baasriep hij, hijgend, is dat. spul in die flessies ook goed om fietsbanden te lijmen? De zwerver hield stil, loensde met icheven kop naar den oolijken boer, krabde met zijn grijpvingers door zijn wanordelijken, ruigen baard, en op het gezicht van den boer slechts vollen ernst lezend, ontwondde by. Banden lijmen?.... Natuurliik Waarom niet? Je ken der lies mee lijmen „Geef main dan moar zoo'n fles sie klonk he" daarna. Maar mser als een dubbs'sje kon Ie koopman er riet voor bedingen e:i daar berustte hij ten slocce in. Het resultaat was gering. Bij de nog volgende hoeven ging het evenzoo. Het wilde dien middag niet. Toen hij bij den eersten dorpsherberg aangeland was, kon hij over niet meer dan twaalf en een halven cent beschikken. Daar kon hij geen enkelen dronk voor krijgen. Tenzij de kastelein een beetje wilde schipperen. Dat moest-ie wagen. Met aplomp trad hij dc gelagkamer binnen. Maar de kas telein wilde eerst geld zien. Dat had-ic. Een dubbeltje, twee centen en een hal ven. Niet genoeg, was het besluit des kasteleins. Een half glas dan? Ook niet. Hij begon niet met halvie's. Hij aarzel de nog een oogenblik, toen nam de zwer- cr zijn geld weder van den toonbank ea ging terug naar de deur. Daar gekomen_ keerde hij zich nog even naar den kastelein en wensebte hem toen weinig adem toe, heel weinig, zoo weinig, dat hij er het leven niet tifee zou kunnen behouden. Hij had dien wensch echter vervat in een kort, krach tig woord, hetwelk aan onduidelijkheid niet mank ging; Hy liep het dorp nu door in dwars- richting; hier viel niets voor hem te verdienen. Er waren meer dan genoeg die kleine winkels, prutszaken, waar potlooden en ansichten en veters wer den verkocht. Zij konden hem missen. Nee, voor vandaag was het niets meer gedaan. Hij was alweer aan den buiten rand van het dorp gekomen, toen de zwerver een zwak, mager kindje op merkte, een meisje van een jaar of tien, verlangend kijkend naar de uitstalkast van een obscuur winkeltje, waar chocola drups en suikergoed in buikige fles- sclien, keurig en fleurig schitterden, tusschen gerookte paling en bokking en gebakken schol. Het kind keek even op, toen de zwer- :r stil hield, lachte 2wakjes cn stak daarna verlegen haar vinger in den mond. e gwerver schraapte z'n keel en vroeg schor: „Wou je wat hebben, jij kleine?" Het meisje lachte weer eventjes, maar dc vinger bleef in den mond. „E-geè-gelispelde ze, haar hoofdje telkens wat omdraaiend. De zwerver had het dubbeltje gegre pen uit zijn rechterjaszak; hield hel he: meisje voor en gromde „Hier!Da's voor jou!.... Wat koop ie der nou voor?" He: kind kwam iets naderbij. Ze aa'- zelde nog. Het dubbeltje glinsterde in de hand van den zwerver. Even later had het meisje het geldstuk gekregen. ,.'n Stukkie chocola," zei ze schuch ter, „voor me moe." „Voor je moe?" vroeg de zwerver erbaasd. „Die is ziek lichtte de kleine toe. „Nou goed goed," gromde de zwe-- -er, en slofte verder. De_ zon stond al wat lager, het was nu niet meer zoo schrijnend, langzamer hand zou het avond zijn; de eerste boïr- deri; welke hij zou passeeren zou hem wel een plaatsje willen verlcenen in een schuur, of in het hooi. Hij verlangde naar rust. Hij was al woer een he«l eind builen hot dorp, toen het meisje, dat z'n dubbeltjes had ge/kregen, hem hijgend en naar adem snakkend, achterop kwam. „Meneer!" hijgde ze, wat moest 't kind anders zeggen, der zit 'n bon voor geld in de chocola. Kijk u jmaar. voor 'n hoop geld, zei de juffrouw uit 't winkeltje. De zwerver loensde nam het pa piertje, dat het kind in de chocola had gevonden, maar hij kon zoo slecht lezen en zonder een brokkie bril ging het heel erna al niet moor. „Geld!" bromde hij, en weer loerde hij naar den l>o». Wat wist hy van den chocolade oorlog, van statistiekbone, van gok- reepen, hij las niels, hij vernam mets, hij had al weken uitsluitend op het land gezworven, buiten de menschen staande, en de gesprekken niet vol gende Wal kletste dat kind. Geld in do chocolade? En weer loensde hij, iets scherper ditmaal. Het censgc pa- füergcld, dat hij kende, was oen zil- vi rbon. Maar dat was géén zilverbon, dat zag hij wel. Nu, nee, dat kind praatte maar wat, en de juffrouw had haar ietis wijs gemaakt. „Wanwelpraat", mopperde hij, als dat geld is, geof het dan maar an je moeder, hoor! dde is immers riek? „Mag 'k het lieusch houwe, me- heei''" vroeg het kind onthutst- „Kom.loop toch rond mol die fantassies! De kleine greep de knoestige hand van den zwei-ver, en drukte er zoo waar een kus op. „Danlkie meneer, dankte!" zei ze. Toen was ze ijlings weer verdwenen, on weldra in het dorp terug. Er waren aJ heel wat weken verloo- pen, toen het den zwerver voor liet eerst bleek, wat eigenlijk in de choco lade verborgen was geweest en hoe hij onbewust als weldoener had gefun geerd. Particuliere Correspondentie vin Haarlem's Dagliiad. Londen, JulL. „Will you buy mij sweet lavendel!" Do zangerige straatkreet galmt tusschen df hooge huizen, in de heerlijke ochtendzon, waarin het wemelt van spelende kinderen. IJ beu in een van de eigenaardigste buurten va» Londen. Het was vroeger een deftige wijk Groote huizen van de tweede helft der achfc tiende eeuw, met prachtige deuren en fraai» hekken. En breede, lange, rechte straten. Mooi parallel loopen ze alle uit op een groot» open ruimte, een grasveld met boomen, waar achter ver, wit en stemmig, een gesticht voo? vondelingen, dat nu weldra zal verdwijnen, omdat de grond zoo duur kan worden ver kocht, dat met het geld een pracht van ge bouw buiten Loriden kan worden opgericht» waarin wel vier keer zooveel kinderen eea onderkomen zullen vinden. In de statige heerenhuizen treft men n» evenwel niet meer de stijve, welgestelde b* woners aan, die ze gedurende de Napoleon, tische oorlogen met hun aanwezigheid versier den. Zij staan nu in een „slum" een achter buurt, met een gezin ia ieder hunner vclo ka mer8. Will you buy De lavendel-venter 5/ naderbij gekomen. Hij biedt zyn aardigi bosjes geurige kruiden aan, en uit do hui- zen komen kinderen met hun stuiver om er van te koopen. Ik koop er ook een paar- „Just let mo hear you again", vraag ik. De twee beenen wijd uit elkaar, stelt hij zich voor me op. Aan zijn linkerarm bengel! de platte mand, en zijn linkerpïnk steekt bij in zijn oor, om zijn stem verder te doen ween klinken. Zorgvuldig kiest hij drie bosje» uit, en houdt ze, als om ze aan to bieden, ic zijn vooruitgestoken rechterhand. Hoog, al» kwam de stem vön onder zijn getaand voor hoofd, luidt zyn lied: Will you buy my sweet lav'ndel, It's only sixteen branches for penny, They are so sweet and nice They will keep your linen fresh and nice They will keep away the mice And keep your Sunday clothing nice. Will you buy, my sweel lav'del It's only sixteen branches for a penny. Vw Een meisje kwam onder 't gezang om een bosje. Hij keek niet naar haar om, eer het liedje uit was. Geheel in zijn rol van ouder we toch straatleurder, wil hij zijn effect niel bederven. Een artiest, zoowaar. Ik geef hei* een zilveren sixpence, blijkbaar het eerste presentje van den dag, want met een leuk gebaar, knippend het zesje tusschen midden vinger en duim, wipt hij het omhoog, en spuwt, er op, „for luck". De lavendel-zang ik won, 'dat ik de mu- ""nk, een zachte kerktoon voor u kon neor- schrijven is het laatste overblijfsel van een 'e verzameling straatkreten, die vroege» in Londen in gebruik waren. Er bestaat eea aardige collectie gekleurde platen, uit de j» ren dertig, waarop allerlei van die kreteü worden yoorgeste!cl. Maar nu hoort men z« niet meer. Enkel de geurige lavendel hecfi ons dat brokje uit hef verleden bewaard. Vry wél lederen avond verschijnt op éc« hoek van het Londensche Westend een nieu we lichtreclame. Steeds grilliger, steeds rij ker aan kleuren en aan variaties. Ieder» nieuwe reclame moet door een nieuw trucje zich van de andere onderscheiden. De laat ste ontwikkeling stelt een vuurpijl voor, die t-nderaan bij den grond oprijt, omhoog flitst en in den vorm van een letter uiteenspat. Do letters scharen zich naast elk...ir cn vormer den naam van een bekend sigarettenmerk} van een automobielsoort, of van een varië teit-, bier of stout. Piccadilyl-circus is bef volst en binnenkort staan daar alle gevels t» knippen en te flikkeren. Om de auto, die daar met brandende lantaarns, draaiende wielen, puffenden motor, dame met flapperen»* voile wordt voorgesteld, hebben al heel wa( menschen geklaagd. Men vindt dat al te bar- baarsch. Maar wie Londen in de helschc duis' ternis van den oorlog heeft gekend, verheugt zich over den terugkeer van het leven. Wel krijgt men nu merkwaardige voorbeeL den van die reclamewoede te zien. Wat zo» mem minder met opvatting van Aincrikaniso- '.ien flitsende avondlichten verbinden dan do kunst, en nog wel in het bijzonder de muziek. Toch kan men in Charing Cross Road iedoren avond den naam van een bekend componist electrisch zien spelen, rood en geel, schuin tegen den gevel aanloopend, even in zijn ge heel schitteren, om dan als door e<m reuzen- adem weer te worden uitgeblazen. De compo nist, wiens naam het publiek in vlammend» letters wordt aangeprezen, is directeur van een groote zaak, die uitsluitend zijn werk in den handel brengt. Een heele winkel ligt vol liedjee en stukben van dezen vruchtbaren mu sicus. En of hij populair is. De reclame is nu trouwens nog hooger ge stegen dan de hoogste gevels, en van tijd tot tijd speelt een vliegtuig over den hemel, cn zigzagt er als een juffer over het watervlak, in witten rook dei naam van do „Daily Mail'? of van 'n sigarettensoort schrijvend. De kran ten willen in dat eoort mededinging nooit bij elkaar achterblijven. De „Daily 'Express" heeft zich onderscheiden door het orgnniaeo- ren van eon kolossale „vrouwententoonstel- ling" in de Olympia^Hal in Kensington. Do voorbereiding van de tentoonstelling was op zichzelf al een heal stnk reclame. De Exprew hield een wedstrijd, en loofde een aanzienlijken prijs uit voor de beate re clameplaat, voor do tentoonstelling door een - .uw geteekend. Do prijs werd gewonnen door een artiste, die oen vrouw voorstelde, den wereldbol torsend. Overal zag men dien aanplakbrief, en toen de tentoonstelling ge opend werd, verscheen aan het Londensche uitspansel een reuzen ballon, den wereldbol voorstellend, waaronder - een reusachtige figuur hiug. Een halve week later ging er weer zoo'n ballon od. Ik wil U eemige korte indrukken mededco- len van een bezoek aan die tentoonstelling. Ik nam den voorzorgsmaatregel, om mij on der het geleide te stellen van een vrouwe lijke gids. Misschien heeft dat feit ook mijn indrukken een weinig gekleurd. Tenminste, voor we nog het hooge portaal binnentraden, had ik al een toespraak moeten aanhooren, waarin mij een nieuwe theorie van dc vrou wententoonstelling werd voorgehouden. H deel ze U mee zonder haar voor eigen reko ning te nemen. „Ongetwijfeld", sprak mijn feministisch» kennisse, „bestaat er in Engeland een beww

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9