De nood in Rusland.
Een onbewuste
weldoener
Brieven uit Londen
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1922 DERDE BLAD
Th opdracht van hot Nederlandscli Nan-
ten Comité bon ik 13 April naar Rusland
{vertrokken, om jjn myn tliuiakomut in
Nedoriaml in staat te ztfn. ons volk
Echten omtrent de wjjze waarop he* tot
nu toe aan de Nansen-organisatie gegeven
geld daarginds wordt besteed. Ik heb die
f.iV met blijdschap aanvaard, omdat myn
zeis mij in staat zou stellen, kennis to
maken met een prachtig werk. In hot va
derland had ik van nabij gezien, met hoe-
Teel opoffering en liefde er vaak gego-
;en werd voor de hongerenden daarginds;
en had ik ook opgemerkt, inet hoeveel
Vertrouwen gegeven werd. Weinigen im
mens weten nauwkeurig, hoo de distri
butie der Hollandsohe levensmiddelen in
Rusland geregeld is. Het Nanson Comité
meent, dat Nederland ook recht heeft °P
een verantwoording.
Gelijk men weet, is deaen winter de
heer Joh. Lnger in Rusland geweest om
namens het Nansen-Comité de distributie
to regelen. Nadat hy kennis genomen had
vac de toestanden in en om Samara en
Buzuluk, trof hij een overeenkomst met
het Zweedsehe Roode Kruis, dat to Sa
mara, en met de Quaker-organisatie, die
te Buzuluk werkt, dat Holland zijn zen
dingen aan belde voor do helft zou af-
staan. Immers het bleek niet mogelijk,
dat Holland alle kosten op zich zou no
men, die verbonden zouden zijn aan het
maken van een geheel eigen organisatie.
Ten zuiden van Samara en ten Westen
van Buzuluk ligj nu dus oen gebied, dat
uitsluitend met Hollandsohe producten
wordt gevoed.
Die „Hollandsche dorpen" had ik te
bezoeken. Ter vergelijking heb ik bo
vendien gaarne gebruik gomaakt van de
gelegenheid ook kennis to maken met het
werk, dat hej Zweedsehe Roode Kruis
rondom Samara met eigen levensmiddelen
doet, met het kleine Tsjecho-Slowaaksebe
gebied, met het werk van de Internatio
nale Nanoen-organisatie, die te Genève
haar hoofdkwartier heeft en met hot
grootsehe werk dat de Quakers in het
district Buzuluk volbrengen.
De heeT Mulder, die voor den „Bond
van Comité's voor Hongeren,] Rusland"
dc „Gouwestroom" naar Rusland bege
leidde, kon door de lading van die boot
niet minder dan 30.000 mensahen meer
dan tot nu toe gedurende 4 maanden voe
den; daarvoor had hy een tocht te maken
naar nieuwe streken, waar de hulpactie
nog niet was doorgedrongen en gaarno
nam ik dan ook, toen ik hom te Samara
ontmoette, zijn uitnoodiging aan om ham
to vergezellen, omdat ik zoodoende
kwam in stroken, die nog met recht „ster
vend" mogen worden genoemd. Wegens
hnn afgelegenheid van spoor- en hoofd
wegen is het zeer moeilijk veel dorpen te
beroiken en zijn de bewoners door gebrek
aan trekdieren niet in staat een karavaan
samen te stellen om de producten te
halen.
Hot lig] niet in do bedoeling van deze
artikelen, den lezers nogmaals door
schrikaanjagende beelden van do eUeude,
die ginds nog steeds in de helft van het
goheele hongergebied lieerscht, te bewe
gen tot mededoogen. Hej, zij thans ge
noeg, te zeggen, dat wat ilc voor enkele
weken gezien heb, en wat tien millioen
mcnschen nu op dit oogcnlblik Ijjden, my
nu nog vervolgt als eou vreeselyke
droom.
In het gouvernement Samara werken
op dit oogenblik ongeveer 35 Zweden,
dames en hoeren van het Roode Kruis.
Do Zweedsehe regeering heefj anderhalf
millioen kronen gevoteerd en in het begin
van den laatsten winter is de ryka-expe
ditie haar werk begonnen. Thapa, na een
half jaar van ijverig werken kan men
zoggen, dat daar, waar zy, bctzy met
eigen, hetzy met onze produo tea werken,
practisch. niet meer gehongerd wordt.
Het is er een altijd wisselend gezel
schap, daar in het prettige homo van de
Zweden. Behalve de chef der expeditie
«n Mevrouw Ginzburg, die als een moe
dor voor de huishouding zorgt, en enkele
bfficieren, die met het transport en het
toezicht op de magazijnen belast zijn, rit
ten de meesten als delego&t op het land,
in oen dorp, te midden der Russische be
volking om de voedseldistributie te orga-
nisecren en tc contreleoren. Dat is het
eenige, maar dan ook afdoende middel om
diefstal te voorkomen: eigen menschen
aan het hoofd. Natuurlijk doen ze niet
alles alleen. In de eerste plaats besturen
zc do goheele organisatie in eon dorp met
twee Russen, één aangewezen door het
volk en één benoemd door do Sovjei-ovor-
hoia in het dorp. Die twee controleeren
elkaar want zo vertrouwen elkaar maar
weinig, en de delegaat is controleur over
allebei. Dit bestuur kiest met zorg het
verdere personeel voor do keuken en de
bakkerij.
Do Zweden hebben niet hot gemakke
lijkste uit de vele systemen van voedsel
voorziening gekozen, maar wel is buu ma
nier van werken ongeveer ideaal.
Er wordt door den dokter, die te Sama
ra aan de expeditie is toegevoegd, nauw
keurig uitgerekend, hoeveel calorieën een
volwassene en een kind noodig hebben,
en want dat is dikwijls helaas ook
noodzakelijk hoeveel calorieën ieder
nit de aanwezige voorraden krijgen kan.
En dan wordt een rantsoen samengesteld
gewoonlijk bestaande uit 3.4 pond brood
(men bedenke, dat de Rus vroeger leefde
van bijna 2 pond) en 1 Liter soep. Dc
Hollandsche soep is in het goheele gou
vernement Samara beroemd. Ze bestaat
gewoonlijk uit soep tabletten, zoute en
witte boonen, bouillonblokjes, wat ryst
en een beetje margarine. Het recept wis
selt natuurlijk me! de beschikbare mate
rialen.
Dat is nu zoo mooi van het Zweedsehe
systeem: men geeft de menschen niet de
ruwe prodncten maar: soep en brood.
En wel iedoren dag een rantsoen. Gewoon-
lijk komen dc vrouwen het voodsel halen
•oor hun gezin. Zo zijn in het bezit van
een hou té a kaart, waarop hun naam,
nummer en het aantal loden van hot ge-
sin staan geschreven. Ze passoeren nu in
do keuken oorst een controleur die no
teert, dat zo geweest zijn, en ontvangen
daarna het brood cn de soep.
In den zomer kan men dit voodeél ech
ter niet streng volhouden, want veel man
nen en vrouwen gaan dan op het land
Weikon en blyven dan om do„ grootén
afstand een geheele week buiten. Aan
deze menschen
i produc
ten voOf een week worden uitgereikt.
Sommige organisaties zyn 'voor dc
moeilijkheden gezwicht, want de admi
nistratie wordt er natuur! yk niet gemak
kelijker op. Bovendien vergen keukens en
bakkeren veel personeel- blaar de men
schen die voor acht of veertien dagen de
niet bereide producten in eens ontvangen
eten bun voorraad vaak in enkele dagen
op, of ze vermengen het goede voodsel
met onkruid om het kwantum te vc-rgroo-
ten.
Byna in elk groot dorp hebben de hulp
organisaties zieken- en weeshuizen ge
sticht, waar de producten als cacao,
vlecschextract, meelbloem, suiker enz!
prachtig te pas komen. Maar ook hier
worden deze zaken alleen verstrekt aan
ernstige en zwakke patiënten. Want de
meeste kwalen zyn alleen het govoig van
den honger en het eenige geneesmiddel
is brood, altijd weer brood. In ziekenhui
zen vindt men hy elk bod een glas wa
ter en een stuik zwart brood en niets an
dere.
Ziedaar dus in bet kort de weg dien
onze Hollandsche levensmiddelen door-
loopon. De boot wordt door eon Hollan
der begeleid tot Riga of Petrograd, de
zelfde persoon ie daar aanwezig by de
verlading in de wagons. Is alles geladen
cn is by verzekerd, dut de breinen, zy
liet ook langzaam, zullen vertrekken, dan
gaat hy vooruit om in het hongorgobied
de distributie v,oor to bereiden. Onder be
waking van eovjct-soldiaten (do sovjet
stelt zidh verantwoordelijk voor ouzo
goederen tijdens het transport en ver
goedt ons, wat er verloren mocht gaan)
komen de wagens te Moskou. Daar is do
tnimsportafdeeliiig van het „International
Russia,, Relief Committee" op do hoogte
van de bestemming, die do Nederlanders
er aan gaven. Deze transport-af deel ing
zorgt dus zoo noodig voor do overlading
en voor de formatie van de nieuwe trei
nen naar Samara en Buzuluk. Op en by
do stations hebben wy de beschikking
over groote magazijnen, waar allee wordt
gedeponeerd. De Zweden hebben boven
dien oen groote opslagplaats te Jwasjnko,
een station, een twintigtal kilometers
Zuid-Westelijk van Samara gelogen. De
bewoneTs van do dorpen, die door ons
gevoed zullen worden, hebben de verplich
ting, niet alleen volg?ns onze aanwijzing
de keukens en bakkerijen en voorraad
schuren in te richten, maar ook met eigen
kraehben een karavaan samen tc stellen
om de producten nit het hoofdmagazijn
nnar hun dorp te vervoeren. Dat laatste
vooral wanneer een dorp voor het. oeret
- - bescherming tegen den honger wordt
genomen, diikwyls bezwaarlijk. Men heeft
zoo weinig trekdieren! En dan moeten
onze vrachtauto's wel eens bijspringen.
Maar zoo spoedig mogelijk wordt het vcr-
voer naar do dorpen aan dc menschen zelf
opgedragen. Voor de dieren wordt haver
uitgedeeld, en allen die meewerken in do
organisatie. der hulpverleening worden
beloond met oen extra dagraiitsoen.
Of cr by al difc vervoer ook producten
.■erlorcn gaan? Slechts zeer weinig. Men
mag van do sovjot-regeering zeggen wat
mien wil, dit is acker, dat zo do pogin-
n om diefstal tegen te gaan, met alle
macht steunt. In den tyd, dat ik to Sa
mara vertoefde, werd eon man, die be
trapt was bij bet stolen van eon zak meel
uit oen dorp in het Zuiden van Samara op
gezonden en tot een gevangenisstraf van
drie jaar veroordeeld. Bovendien zijn de
Zweden zelf strenge rechters. Het is
oeaige malen voorgekomen, dat in een
dorp kleine hoeveelheden levensmiddelen
zoek raakten. In zoo'n geval wordt de
goheele voedseldistributie eenvoudig een
week of veertien dagen stop gezet, en
heusoh, dan is de dief gauw gevonden en
ook zonder rechtspraak loopj hy zyn
straf niet mis.
Myn vaste overtuiging, opgedaan in een
maand zwervena door het hougergebied,
deze:
Elk pond brood, elke liter
oep, bereid uit Holland-
»ehe producten komt te-
echt in de maag van oen zie-
1 (f e n stakker, die zonder
Buzuluk ligt ongeveer 150 Kilometer
Oostelijk van Samara. Trekt men om deze
beide steden een cirkel van oen straal
van SO K.M. dan heefj men zeer globaal
den orutrek van de beido terreinen, waar
gelijk gezegd, de Zweden en de Quakers
ïodcr voor zich, deels ook met de uit Ne
derland gezonden voedingsmiddelen wer
ken. Op het oogenblik waarop ik uil het.
hongorgobied vertrok, was het aantal
mcnschen d«t met onze producten word
gevoed, te schatten op 50.000 a 60.000.
Het breidde zich byna lederen dag uit
want na de „Gouwestroom" kwam nog
do „Wa-rszawa" met zyn kostelijke la
ding. Elk schip hetoekenj do redding van
tienduizenden hongerenden.
Ook in Buzuluk ben ik gewec:(t, on van
daar uit heb ik met de Quakers de dor
pen bezocht.
Ik kan niet nalaten hier den droovi-
gen indruk te relevccren dien de ontmoe
ting met hnn euergieken leider. Mr. W'et-
to, op my maakte. De stad Buzuluk heeft
een wereldvermaardheid gekregen ouder
andere door baar kerkhof. Do sterfte is
dozen winter zoo groot geweest, dat
dc lijken in den bevroren grond niet
kon begraven en ze ojetapelde op het
kerkhof. Nu ik er kwam, was dat alles
veranderd. In de lentezon lag de stad
met zyn mooie kerken en het kerkhof, dat
ik bezocht, maakte een vredigen indruk.
Er begint zelfs weer wat bedrijvigheid
to komen in de straten. Eu dat alles is
het werk van de dappere Eng.jlsehe Qua
kers, die den zeer zwareu winter hebben
doorstaan: het is het resultaat ook van
uw gift, Nederlander. En nu terwijl alles
oprok van herleven, vond ik Arthur Watts
die twee jaar lang in Rusland werkte,
op het ziekbed. Vlektyphus. Lichamelijk
en geestelijk gebroken.
Hier kou ik eerst reoht te weten komen wat
men deed met uwe gaven voor Rusland.
Een kleine groep mannen en vrouwen
hebben uw zendingen genomen, als een
kostelijk bezit, hun toevertrouwd en ze
zyn zeil' midden in het gevaar gegaan
om ze te brengen, daar waar ze het moest
noodig waren. Toen gy uwe gaven ge
schonken hadt, kondt gy niet meer doen.
blaar toen begon hun werk. Zy gaven
zich zelf. Arthur Watts is waarschijnlijk
voor zyn verdere leven gebroken, licha
melijk en geestelijk. O, beklaag hem niet.
Hy zelf is tevreden.
Wat deed men met uw gavo voor Rus
land t
Ik bon in een dorp geweest, waar oen
dame uit Esthland was gedetacheerd,
ine] onze - levensmiddelen to werken 1
'b Morgens, als ze opstond, logen er
etens honderd zieken voor )iaar deur.
Want zo was verpleegster en hield in den
morgen polikliniek. Maar de morgen
duurde den gebeden dag, on 'e avoudo
om negen nnr ging ze naar bed en had
meestal vergeten te eten. Nu vandaag
werkt ze weer op dezelfde manier,
vandaag staaf, 2C in haar spreekkamer
zo helpt allen, geduldig, een voer een.
de oen krijgt een half pondje Hollandech
meel, de ander twee seoptabletten. een
derde oen ons margarine. Dat zyn uw ga
ven, die zuinig, bij kleine beetjes, mee
gaan naar huis als de beste moiicyn.
Ea «aj doen de hongerenden met uwe
gavet Ze ontvangen ze met roerende
dankbaarheid. Hoo vaak heeft men
tracht myn schoenen te kussen, ale men
hoorde, dat ik Hollander was, hoe vaak
heb ïk de bewoners van oen heel dorp
voor ons op de knieën zien vallen en hoo
ien bidden voor ons!
Hier ia een brief, dien do vertogen-
woord gator der Quakers in Alexejefka
ontving met Pasehen. Tk publiceer dien,
om te voldoen aan het daarin vervatte
verzoek:
„Wy zen den U onze Paaschgroeton. Een
groej, nnn U van de bewoners van Novo
Alexejefka; dank voor al uwo woldaden,
dank aan kameraad Naneen. Gy zjjt onze
redders, gij hebt ons gered vau een zeke
ren dood, gij hebt ons den hongerdood
afgenomen. Gy hebt ons geholpen om op
dezen dag op te staan, gelijk in do Heili
ge Schrift gezegd wordt, dat Christus ie
opgestaan. Wij kunnen niet beschrijven
met wel'k een gevoel wij dezen dag ge
denken. Wy hebben hom gevierd met
soep, gemaakt van gegeven meel, zoet ge
maakt met gecondenseerde melk. Wy aten
daarby gebraden vleeach. Niet a 11 oen de
volwaseenen, maar zelfs een meisje vnn
aciht jaar, boog na het maal drie koer
ter aarde, zeggende: dank aan allen, die
ons meel, melk en andere dingen zonden.
G-od moge hen zegenen met goede gezond
heid. Het hulpcomité verrockt indien
mogelijk, dezen brief te doen drukken en
te zenden aan alle volken, <]io doze of
fers brachten.
Groeten van onze gemeenschap en van
is Comité. Wy kannen niet beschrijven
welk een dankbaarheid wy gevoelen voor
onze redding van den hongerdood en voor
de gaven. Wy zullen alt ijl hunner ge
denken. die ons hebben gered en hunner,
die offers brachten."
(get.) I. Melicaloff.
Wat men deed met Uw gïftt Om het
lidht te kunnen schilderen heb ik als te
genstelling ook donkere kleuren noodig.
In Pestrofka ben ik geweest om
streeks half Mei. Als men het dorp bin
nenkwam, leek het geheel uitgestorven.
Geen lovend wezen op straat, die groen
an onkruid en gras, omdat er'geen
verkeer mcer is. Van de kuddo. die vroe
ger bestond uit 3200 koeien en 2800 paar
den, zijn nog een veertigtal dieren in lc-
De huizen zyn by tientallen gesloten,
dichtgetimmerd, uitgestorven. En als ik
ging van huis tot huis, vond ik hier vyf
menschen, man, vrouw eu <lrie kinderen,
by elkaar op een oven liggond, te eter-
■en. In de volgende woning lag or nog
en, een jonge man van oven twintig, die
■ortolde, alleen te zyn overgebleven van
oen gezin van elf personen. Weor verder
vend ik twee meisjes, Weezen, op bod
>nd, en niemand wa.s er, die naar zo
omzag. Alleen een felsehcr (oen man met
do beginselen van do verpleging bekend)
was er in het dorp, en hy werkte wat hij
kon. Zijn apotheek was keurig in orde, o
zoo netjes, maar bijna alle flcssohen waren
leeg. Toen hebben wij overlegd, do heer
Mulder en ik, en wy hebben gezegd: „Wy
zullen helpen, beleg een vergadering van
het volk." Maar dot was onmogelijk,
want de menschen konden niet ui], hun
huizen komen. En toen hebben wy be
sloten het zonder „sobranje" te doeu, als
zij maar een karavaan wisten samen te
stellen om de waren te halen. E„ men
bezwoer ons, dat men de producten zou
afhalen al was het op 100 IC.M. afstam).
Twee weken later werj het dorp ge
voed. Zoo hebben wij ook Pestrafko ver
overd op den honger, en we konden het
doen, omdat we beschikten over goederen,
gekocht met uw gift. En den felsoher
hebben wy geneesmiddelen gezondOD. En
toen alles geregeld was, brachten ons
twee kleine meisjes met, hongerbuikjes
en zielig misvormde beentjes, elk een rui
ker lelietjes van dalen. Haj ik ze mee
kunnen brengen en overdragen aan U al
len, die gaaft op den oproep van de Ne-
dorlandsehe Organisaties!
Wat men deed met uw gïftt Men heeft
zaaizaad voor gekocht eu het verstrekt
t-n du boeren. Bij Buzuluk stored de Sov
jet-regeering gen uitgestrekte lap grond
erfpacht af aan dc Quakers. Mr. Hol
mes on Miss Sidney, oen Euge-lscihe heer
dame, zitten den geheelon dog tot
avonds „ogen uur elk op een tractor en
ploegen dat land, ploegen, ploegen. En dan
wordt onder hun toozieht door do saheol-
kmderen uit Buzuluk gezaaid. En zoo
worden van eiken korrel graan, gekocht
met uw geld, gemiddeld acht korrels ge
oogst.
Het Noderlandsche volk wiet dit nlles
)or een groot deei nog niet tot vandaag.
Nu weet gy het.
Gy wist niet, dat, terwijl aller aandacht
gespannen is op de overleggingen op de
Haagaehe conferentie, vooral met het oog
oj) Ruslands toekomst, daarginds, zonder
'gen ophef door een groot aantal man
nen en vrouwen wordt gewerkt, nu van-
et uw geld.
En al wae het niet de opzet van dit
artikel, ge weet nu ook, dat cr nog out-
ttend geleden word:. Tien mil hoon
worden gevoed, tien millioen sterven nog
honger.
e weet nu ook, hoe, ale ge
g eens wat etunrt aan
Xedcrlandsch Nanaen Co
mité teAmsterdam.uwgift
worden besteed.
J. J. L. VAN ZUYLKN.
Kerk es Sekool
NED. HERV. KERK. Beroepen te
GoudriaanOttoland ds. G. Enkelaar,
tc Wieiden; te Opende de heer M. E. v.
d. Veen, cand. te Leiden; te Ridderkerk
ds. G. A. Pott, Oud-Beijerland; ie Pols
broek, ds. C. Vlasblon te Oud-Beijcr-
land.
GEREF. KERKEN. Beroepen te
Rijsscn ds. O. Boersma, te Koudum; te
Beetgum ds. J. van Loo, te Mijdrecht.
Bedankt voor het beroep tc Boskoop
door ds. H. Ph. Iagwersen, te Nijker k.-
Cl IR. GEREF. KERK. Beroepen te
Vlissingen de heer C. S. v. d. Ven, (and.
te 's-Gravenhage.
GEREF. GEMEENTEN. Beroepen
Grand Rapids (Michigan, N.A.) ds. D.
J. van Brummen, te Alphen a. d. Rijn.
door SIMON MOS.
Loom slenterde de zwerver lange den
etoffigen landweg.
Z\ verkleurde, afget|rag>tc pantalon
haag over de havel/jozc schoenen, v
uit z'n toonen onbescheiden naar buiten
gluurden. 'n Schunnig vet jasje, liet de
ellebogen door de gescheurde mouwen
«ion, en werd, knoopenlocs als hot was,
mot een touw om he. middel toegesnoerd.
Lu de linkerhand droeg hy iets in een
rooden zakdoek gewikkeld, en in de rech
terband hield hij een knoestigen eiken
tak, die na eike twee Kappen op den
grond werd gezet. Op z'n hoofd, dat even
als het gezicht, met grof, groezelig, door-
oonwarreiend, gryzent haar bedekt was,
pr\jkto ta slappe, verfomfaaide hoed, «net
iaar beneden geslagen rand.
Er was niet veel schaduw op den weg,
>n veel warmte in de lucht, die zoo goed
als onbewolkt bleek. Daarom vorderde
zwerver plecht» langzaam, moe en
loom als hy was. Maar hij had geen haast.
Waarom zou hij vlugger loopenf Iltj
«noest nergens op tyd zyn. Niemand zou
hem kunnen gelasten verder to gaan. Hy
zich kunnen neervleien aan <len berm
van den weg. En eens heerlijk elapeu, tot
zon wat lager stond. Of nog langer,
don hcelen nacht door; wie zooi het hem
beletten f Maar een eigenaardige kriobe-
I'kmg in de maag, deed hem toch verder
gaan. Want z'n kapitaal-bezit bestond
slechts uit twee en een halve cent, zon-
moer, in baar geld althans. Rokende
hiiortoo ook z'n goederen-voorraad,
dan moest diaarby nog getold worden
drio zwarte potlooden, vyf schoenveters,
tweo doosjes lucifers, zeven ansicht-kaar
ten, met zinnebeeldige vooretellingen, als:
Geloof, Hoop en Liiefdo", enz., beno-
rens vier kleine medicynfleechjcs, waar-
u volgens opgave: „vlekkenwater", douh
die slechte gevuld waren met verdunde
geest van ealmoniak en water.
Doae koopmansgoederen dienden niet
alleen, om het oploopen en aankloppen by
boerderijen en afgelegen huizekee, vol
doende te kunnen motiveeren, terwijl ze
hem tevens beveüigxten, om voor bedelarij
te worden opgepakt, maar het geld, dat
ze l>ij eventueels verkoop opbrachtton,
kon bestemd worden om z'n dorst te ies-
Vn e8n der dorpsherbergen, die hy
meermalen passeerde.
Bigenlyk was dit geld alleen daarvoor
nooiig, want ook al verkocht hij den hee-
len langen dag niets, dan ontbrak hot
hem toch nimmer aan eten en drinken.
Honger kende hij niet, al was men soms
wat sceptisch gestemd tegenover zyn
koopwaren, al kan hy dikwijls geen cent
loskrijgen van z'n clientele, een boter
ham. meestentijds dik met spek belegd,
kreeg hy altijd, en melk of karnemelk
zooveel als hy beliefde te drinken.
Hoo oud hy was en hoe lang hy reeds
gezworven hadT.
Wie wist hetf En wat deed het er
'igeBiijk toe. Waarom zullen wc hier nog
oen e uitrafelen de geschiedenis van een,
dio meer en meer van he] rechte pad was
afgedwaald, of nooit op dit pad zelfs één
voet had gezet, hotgeen ook mogelijk Mme.
Hy stond vrijwel buiten de maatschappij,
gaf zich absoluut geen rekenschap van
het gebeuren alom, leefde in eigen slcu-
rig zwervereleventje, en kende goen an
dere genoegens dan dio welke z'n handel
tje kon opleveren. Den nacht bracht hij
gowoonliik een hooiberg door en 's win
ters mocht hy dikwijls in den stal ligging
beschutting zoeken. En er waren geen
problemen, die ook te enkelen nacht z'n
rust zouden komen storen. Onontwikkeld
als hy was, hy kon ternauwernood lezen,
werd by niet gekweld door politiek of
maatschappelijk gedoe, dat anderen maar
al te dikwijls slapeJooze nachten bezorgt.
Hy gevoelde zich vry en onafhankelijk.
Lag 's avonds z'n hoofd rustig neer, eu
had geen bekommernissen voor den 'lag
van morgen.
Maar nu inoj z'n twee en een halve
nt zou hij niets hebben aan een
dorpsherberg, al kwaan hy er een voorby.
No: u, hy moest eerst de ginder liggende
boederyen bereikt hebben; trachten daar
iets to verkoope-u, zóóveel althans, da: hy
den herberg nie-t. nutteloos voorby be
hoefde te gaan. Daarom sjokte hy \oort.
Moe en loom. Zwectdroppelen biggelden
zyn baard. Zwaar steunde z'n rechter
band op den eikenstok.
Eindelijk had LÜ de eerste boerderij
bereikt.
Maar de vrouw bleek naar de stad en
de boer had geen tijd. De kooprnan moest
maar eens terugkomen. Een volgenden
koer Als-io een boterham wildet Hy be
dankte. Honger had-ie niet. Hij dronk can
glas karnemelk. Maar hij verkocht niets.
Z'n kapitaalbezit bleef ongewijzigd.
By ecu tweede trof hy het niet beter.
Daar sloeg een nydigo hofhond zoo ge
weldig aan, daft allo lust tot binnenkomen
plots by den zwerver verdwenen was. Hy
hoopte nog, dat een der bewoners naar
bulbun zon komen, am den hond in be
dwang te houden, doch er yensdhoen uic-
mand.
Na een poosje gaf hij het °P en zwoeg
de verder.
Bijlde volgende scheen de kans grootor te
worden. Daar kwam men hem voorkomend
tegemoet en vroeg wat hij wilde? By het
vartoonen -van de aneiabten, stelden de
knechts en meiden zich in oen kringetje
cn bewonderden een voor een do kleur
rijke zinnebeeldige figuren, daarbij tracht
tead de Duitsche onderschriften te ont
cijferen.
„Wat of dat voorstelde!" vroegen ze.
„Van liefde en zoo!" antwoordde de
«werver, die zelf ook onkundig was van
heft afgebeeWde, maar wel oons een en
ander van anderen had opgevangen.
De prija was vijf cent per stuk, eu
als iemand den heelen voorraad wil
de netaen, vier, animeerde hij, doch
niemand hap'e «oe. Ze vonden ze toch
niet kleurig genoeg. Ook de potloo
den, de veters, de lucifers hadden
geen aftrek. Dan de laatte troef moe'
maar op tafel, dacht de zwerver, en
diepte uit een der zakken vau z'n
schunnig jasje, een der lleschje:
vlekkenwater.
De aandacht der boerenmenschen
werd dadelijk weer eenigszins le
vendieer en geheimzinnig keken ze
naar het fleschje met vocht in des
ververs hand.
Hij schon er een weinig van op z'n
noezelige linkermouw, waar een
zwarte veeg plakte van wagensmeer,
of zoo iets. In minder dan geen tijd
loste het smeer op, en was dc vlek ver
dwenon, weggevaagd met de andere
mouw.
Do boeren stonden verwonderd toe
zien. Ook verdere proeven met vet,
vlekken in andere kleedingstukken, in
derhaast uit de kamers genaaid, slaag
den wonderwel. Toch aarzelden zij
nog te koopen. "Vjjf en twintig ceni
voor zoo'n wonderfleschje, was toch
niet tc veel. Te geef zelfs. Maar de
boeren zijn vasthoudend, en hetgeen
ze met eigen oogen aanschouwen, ver
trouwen ze nog maar half. De zwer
ver was reeds tot tien cent terugge
komen van den oorspronkclijken prijs,
en nog beter ze niet toe. Hy bromde
in zijn baard. Zou hy mi weer zonder
eén cent rijker te zijn geworden, de
hoeve moeten verlaten.
„Ziedaar!... Vijf cent, dan!" riep
hy scbor, t fleschje schuddend om
hoog houdend.
Ze keken elkander dan lachend
aan. cn verdwenen toen, de een na
den ander.
Terwijl de zwerver het flctcbje
weer in den zak borg, mompelde hij
een hardgrondige verwensehing tus
sclien z'n zwarte, gebrokkelde tan
den.
Juist was hij het hek gepasseerd,
dat hij met een woedenden smak bad
dichtgeslagen, en zou hij den weg ver
der opstrompelen, toen een der boeren
hem hardloopend achterna kwam.
„Hé, baasriep hij, hijgend, is
dat. spul in die flessies ook goed om
fietsbanden te lijmen?
De zwerver hield stil, loensde met
icheven kop naar den oolijken boer,
krabde met zijn grijpvingers door
zijn wanordelijken, ruigen baard, en
op het gezicht van den boer slechts
vollen ernst lezend, ontwondde by.
Banden lijmen?.... Natuurliik
Waarom niet? Je ken der lies mee
lijmen
„Geef main dan moar zoo'n fles
sie klonk he" daarna.
Maar mser als een dubbs'sje kon
Ie koopman er riet voor bedingen e:i
daar berustte hij ten slocce in.
Het resultaat was gering. Bij de nog
volgende hoeven ging het evenzoo. Het
wilde dien middag niet. Toen hij bij den
eersten dorpsherberg aangeland was,
kon hij over niet meer dan twaalf en een
halven cent beschikken. Daar kon hij
geen enkelen dronk voor krijgen. Tenzij
de kastelein een beetje wilde schipperen.
Dat moest-ie wagen. Met aplomp trad
hij dc gelagkamer binnen. Maar de kas
telein wilde eerst geld zien. Dat had-ic.
Een dubbeltje, twee centen en een hal
ven. Niet genoeg, was het besluit des
kasteleins. Een half glas dan? Ook niet.
Hij begon niet met halvie's. Hij aarzel
de nog een oogenblik, toen nam de zwer-
cr zijn geld weder van den toonbank ea
ging terug naar de deur.
Daar gekomen_ keerde hij zich nog
even naar den kastelein en wensebte
hem toen weinig adem toe, heel weinig,
zoo weinig, dat hij er het leven niet
tifee zou kunnen behouden. Hij had dien
wensch echter vervat in een kort, krach
tig woord, hetwelk aan onduidelijkheid
niet mank ging;
Hy liep het dorp nu door in dwars-
richting; hier viel niets voor hem te
verdienen. Er waren meer dan genoeg
die kleine winkels, prutszaken, waar
potlooden en ansichten en veters wer
den verkocht. Zij konden hem missen.
Nee, voor vandaag was het niets meer
gedaan. Hij was alweer aan den buiten
rand van het dorp gekomen, toen de
zwerver een zwak, mager kindje op
merkte, een meisje van een jaar of tien,
verlangend kijkend naar de uitstalkast
van een obscuur winkeltje, waar chocola
drups en suikergoed in buikige fles-
sclien, keurig en fleurig schitterden,
tusschen gerookte paling en bokking en
gebakken schol.
Het kind keek even op, toen de zwer-
:r stil hield, lachte 2wakjes cn stak
daarna verlegen haar vinger in den
mond.
e gwerver schraapte z'n keel en
vroeg schor:
„Wou je wat hebben, jij kleine?"
Het meisje lachte weer eventjes, maar
dc vinger bleef in den mond.
„E-geè-gelispelde ze, haar
hoofdje telkens wat omdraaiend.
De zwerver had het dubbeltje gegre
pen uit zijn rechterjaszak; hield hel he:
meisje voor en gromde
„Hier!Da's voor jou!.... Wat
koop ie der nou voor?"
He: kind kwam iets naderbij. Ze aa'-
zelde nog. Het dubbeltje glinsterde in
de hand van den zwerver. Even later
had het meisje het geldstuk gekregen.
,.'n Stukkie chocola," zei ze schuch
ter, „voor me moe."
„Voor je moe?" vroeg de zwerver
erbaasd.
„Die is ziek lichtte de kleine toe.
„Nou goed goed," gromde de zwe--
-er, en slofte verder.
De_ zon stond al wat lager, het was
nu niet meer zoo schrijnend, langzamer
hand zou het avond zijn; de eerste boïr-
deri; welke hij zou passeeren zou hem
wel een plaatsje willen verlcenen in een
schuur, of in het hooi. Hij verlangde
naar rust.
Hij was al woer een he«l eind builen
hot dorp, toen het meisje, dat z'n
dubbeltjes had ge/kregen, hem hijgend
en naar adem snakkend, achterop
kwam.
„Meneer!" hijgde ze, wat moest 't
kind anders zeggen, der zit 'n bon
voor geld in de chocola. Kijk u
jmaar. voor 'n hoop geld, zei de
juffrouw uit 't winkeltje.
De zwerver loensde nam het pa
piertje, dat het kind in de chocola
had gevonden, maar hij kon zoo
slecht lezen en zonder een brokkie
bril ging het heel erna al niet moor.
„Geld!" bromde hij, en weer loerde
hij naar den l>o».
Wat wist hy van den chocolade
oorlog, van statistiekbone, van gok-
reepen, hij las niels, hij vernam mets,
hij had al weken uitsluitend op het
land gezworven, buiten de menschen
staande, en de gesprekken niet vol
gende Wal kletste dat kind. Geld in
do chocolade? En weer loensde hij,
iets scherper ditmaal. Het censgc pa-
füergcld, dat hij kende, was oen zil-
vi rbon. Maar dat was géén zilverbon,
dat zag hij wel. Nu, nee, dat kind
praatte maar wat, en de juffrouw had
haar ietis wijs gemaakt.
„Wanwelpraat", mopperde hij, als
dat geld is, geof het dan maar an je
moeder, hoor! dde is immers riek?
„Mag 'k het lieusch houwe, me-
heei''" vroeg het kind onthutst-
„Kom.loop toch rond mol die
fantassies!
De kleine greep de knoestige hand
van den zwei-ver, en drukte er zoo
waar een kus op.
„Danlkie meneer, dankte!" zei ze.
Toen was ze ijlings weer verdwenen,
on weldra in het dorp terug.
Er waren aJ heel wat weken verloo-
pen, toen het den zwerver voor liet
eerst bleek, wat eigenlijk in de choco
lade verborgen was geweest en hoe hij
onbewust als weldoener had gefun
geerd.
Particuliere Correspondentie vin
Haarlem's Dagliiad.
Londen, JulL.
„Will you buy mij sweet lavendel!"
Do zangerige straatkreet galmt tusschen df
hooge huizen, in de heerlijke ochtendzon,
waarin het wemelt van spelende kinderen. IJ
beu in een van de eigenaardigste buurten va»
Londen. Het was vroeger een deftige wijk
Groote huizen van de tweede helft der achfc
tiende eeuw, met prachtige deuren en fraai»
hekken. En breede, lange, rechte straten.
Mooi parallel loopen ze alle uit op een groot»
open ruimte, een grasveld met boomen, waar
achter ver, wit en stemmig, een gesticht voo?
vondelingen, dat nu weldra zal verdwijnen,
omdat de grond zoo duur kan worden ver
kocht, dat met het geld een pracht van ge
bouw buiten Loriden kan worden opgericht»
waarin wel vier keer zooveel kinderen eea
onderkomen zullen vinden.
In de statige heerenhuizen treft men n»
evenwel niet meer de stijve, welgestelde b*
woners aan, die ze gedurende de Napoleon,
tische oorlogen met hun aanwezigheid versier
den. Zij staan nu in een „slum" een achter
buurt, met een gezin ia ieder hunner vclo ka
mer8.
Will you buy De lavendel-venter 5/
naderbij gekomen. Hij biedt zyn aardigi
bosjes geurige kruiden aan, en uit do hui-
zen komen kinderen met hun stuiver om er
van te koopen. Ik koop er ook een paar-
„Just let mo hear you again", vraag ik.
De twee beenen wijd uit elkaar, stelt hij
zich voor me op. Aan zijn linkerarm bengel!
de platte mand, en zijn linkerpïnk steekt bij
in zijn oor, om zijn stem verder te doen ween
klinken. Zorgvuldig kiest hij drie bosje»
uit, en houdt ze, als om ze aan to bieden, ic
zijn vooruitgestoken rechterhand. Hoog, al»
kwam de stem vön onder zijn getaand voor
hoofd, luidt zyn lied:
Will you buy my sweet lav'ndel,
It's only sixteen branches for penny,
They are so sweet and nice
They will keep your linen fresh and nice
They will keep away the mice
And keep your Sunday clothing nice.
Will you buy, my sweel lav'del
It's only sixteen branches for a penny. Vw
Een meisje kwam onder 't gezang om een
bosje. Hij keek niet naar haar om, eer het
liedje uit was. Geheel in zijn rol van ouder
we toch straatleurder, wil hij zijn effect niel
bederven. Een artiest, zoowaar. Ik geef hei*
een zilveren sixpence, blijkbaar het eerste
presentje van den dag, want met een leuk
gebaar, knippend het zesje tusschen midden
vinger en duim, wipt hij het omhoog, en
spuwt, er op, „for luck".
De lavendel-zang ik won, 'dat ik de mu-
""nk, een zachte kerktoon voor u kon neor-
schrijven is het laatste overblijfsel van een
'e verzameling straatkreten, die vroege»
in Londen in gebruik waren. Er bestaat eea
aardige collectie gekleurde platen, uit de j»
ren dertig, waarop allerlei van die kreteü
worden yoorgeste!cl. Maar nu hoort men z«
niet meer. Enkel de geurige lavendel hecfi
ons dat brokje uit hef verleden bewaard.
Vry wél lederen avond verschijnt op éc«
hoek van het Londensche Westend een nieu
we lichtreclame. Steeds grilliger, steeds rij
ker aan kleuren en aan variaties. Ieder»
nieuwe reclame moet door een nieuw trucje
zich van de andere onderscheiden. De laat
ste ontwikkeling stelt een vuurpijl voor, die
t-nderaan bij den grond oprijt, omhoog flitst
en in den vorm van een letter uiteenspat. Do
letters scharen zich naast elk...ir cn vormer
den naam van een bekend sigarettenmerk}
van een automobielsoort, of van een varië
teit-, bier of stout. Piccadilyl-circus is bef
volst en binnenkort staan daar alle gevels t»
knippen en te flikkeren. Om de auto, die
daar met brandende lantaarns, draaiende
wielen, puffenden motor, dame met flapperen»*
voile wordt voorgesteld, hebben al heel wa(
menschen geklaagd. Men vindt dat al te bar-
baarsch. Maar wie Londen in de helschc duis'
ternis van den oorlog heeft gekend, verheugt
zich over den terugkeer van het leven.
Wel krijgt men nu merkwaardige voorbeeL
den van die reclamewoede te zien. Wat zo»
mem minder met opvatting van Aincrikaniso-
'.ien flitsende avondlichten verbinden dan do
kunst, en nog wel in het bijzonder de muziek.
Toch kan men in Charing Cross Road iedoren
avond den naam van een bekend componist
electrisch zien spelen, rood en geel, schuin
tegen den gevel aanloopend, even in zijn ge
heel schitteren, om dan als door e<m reuzen-
adem weer te worden uitgeblazen. De compo
nist, wiens naam het publiek in vlammend»
letters wordt aangeprezen, is directeur van
een groote zaak, die uitsluitend zijn werk in
den handel brengt. Een heele winkel ligt vol
liedjee en stukben van dezen vruchtbaren mu
sicus. En of hij populair is.
De reclame is nu trouwens nog hooger ge
stegen dan de hoogste gevels, en van tijd tot
tijd speelt een vliegtuig over den hemel, cn
zigzagt er als een juffer over het watervlak,
in witten rook dei naam van do „Daily Mail'?
of van 'n sigarettensoort schrijvend. De kran
ten willen in dat eoort mededinging nooit bij
elkaar achterblijven. De „Daily 'Express"
heeft zich onderscheiden door het orgnniaeo-
ren van eon kolossale „vrouwententoonstel-
ling" in de Olympia^Hal in Kensington.
Do voorbereiding van de tentoonstelling
was op zichzelf al een heal stnk reclame.
De Exprew hield een wedstrijd, en loofde
een aanzienlijken prijs uit voor de beate re
clameplaat, voor do tentoonstelling door een
- .uw geteekend. Do prijs werd gewonnen
door een artiste, die oen vrouw voorstelde,
den wereldbol torsend. Overal zag men dien
aanplakbrief, en toen de tentoonstelling ge
opend werd, verscheen aan het Londensche
uitspansel een reuzen ballon, den wereldbol
voorstellend, waaronder - een reusachtige
figuur hiug. Een halve week later ging er
weer zoo'n ballon od.
Ik wil U eemige korte indrukken mededco-
len van een bezoek aan die tentoonstelling.
Ik nam den voorzorgsmaatregel, om mij on
der het geleide te stellen van een vrouwe
lijke gids. Misschien heeft dat feit ook mijn
indrukken een weinig gekleurd. Tenminste,
voor we nog het hooge portaal binnentraden,
had ik al een toespraak moeten aanhooren,
waarin mij een nieuwe theorie van dc vrou
wententoonstelling werd voorgehouden. H
deel ze U mee zonder haar voor eigen reko
ning te nemen.
„Ongetwijfeld", sprak mijn feministisch»
kennisse, „bestaat er in Engeland een beww