HAARLEM'S DAGBLAD Uit de Wereld. ZATERCAG 26 AUGUSTUS 1922 VIERDE BLAD Hoe men den afstand van de aarde tot de zon berekend en de zon-zelvc gemeten en ge-wo gen heeft. De lezer© van deze rubriek van Haarlem's Dagblad welen, op welke wijze men de grootte der maan en haar afstand tot de aarde heeft bere kend. Laten wo nog even herinneren, dat de grondslag dezer berekeningen is het feit',, dat wanneer wij een voor werp zien onder een hook van 1 giraad dit voorwerp zich -bevindt op een af stand, gelijk aan 57 maal zijn hoog te. De lijnen, die do twee uiteinden der maanmiddellijn verbinden met het oog van een waarnemer op aarde, vormen een hoek van iets ineer dan een halven graad, de afstand van de maan tot de aarde is dus iets minder den 2 maal 57 de maamniddellijn, en wel 110 maal. Gelijktijdige waarne mingen, gedaan in 1752 te Berlijn en le Kaap de Goede Hoop door twee Franschc sterrenkundigen, hebben vastgesteld, dat de middellijn der aar de van do maan uit gezien wordt on der een hoek van bijna twee graden. De afstand van de aarde tot de maan is dus gelijk aan iets meer dan de helft van 57 aardmiddellijnen en wel 30 ruim. Uit het bovenstaande volgt: le. dat de middellijn der maan 3/11 Is van die der aarde, of 273 duizend- sten en dus bedraagt 3484 kilometer (de aardiniddellijn meet 12732 kilome ter); 2e. dat de gemiddelde afstand van de maan tot de aarde ruim 30 aard- middellijnen of 384.000 kilometer be draagt. Tot berekening van den afstand tus- zclien de aardo en de zon kan de voor de maan gevolgde methode niet dienen. Wel kan men reeds dadelijk vinden, hoeveel zonsrniddel lijnen deze afstand bedraagt. De middellijn der- zon van de aarde uit gezien, meet 32'4 (32 minuten, 4 seconden), dus iets meer dan een halven graad; zij bevindt zich dus op een afstand van iets minder dan 2 maal 57 maal haar eigen lengte (nl. 107 maal). Maar nu moet nog worden berekend onder wel ken hoek men de aardschijf ziet van uit de zon. De aarde i6 echter zoo klein in vergelijking met de zon, dat het niet zou baten, als men gelijktij dig waarnemingen deed op twee plaat sen op aarde, die zoo ver mogelijk van elkaar verwijderd zijn. Toch is men er in geslaagd door een middel, aan de hand gedaan door den Engelschen astrononom Halley. Hij was op het denkbeeld gekomen op 22-jarigen leef tijd (1678) en maakte zijn vinding openbaai- 13 jaar later (1G91). Halley had berekend, dat do planeet Venus in het jaar 1761 juist tusschen die aar de en zon zioh zou bevinden. Wan neer nu tijdens Venus' doorgang oveer de zonneschijf twee waarnemers op ver verwijderde punten op aarde Ve nus gelijktijdig waarnemc-.n, zien zij de planeet zich donker afteekenen op Iwe© verschillende punten der zon. Tusschen de planeet Venus en de twee punten van waarneming op aarde, kan men twee lijnen trekken, die met de lijn tusechen de twee zoo ver mo gelijk van elkaar verwijderde punten op aarde een driehoek vormen. Tus- ichen Venus en de tweo zwarte stip pen op de zon en de verbindingslijn dezer slippen eveneens drie lijnen, die een driehoek vormen. Deze twee driehoeken zijn gelijkvormig en men kent nauwkeurig den afstand van Venus tot de zon en dien van Venus tot de aarde; deze laatste is n.l. 0.37 van <len eerste. De rest der oplossing volgt nu van zelf. De eerste waarne mer zag Venus zich zwart afteekenen op een punt der zon, dat we A zullen noemen, de tweede waarnemer zag haar zich afteekenen op punt B. De al stand tussohen deze twee punten op de zon bleek te zijn 48 (48 secon den). Deze afstand vormt de basis van den eenen driehoek, terwijl de afstand tusschen de twee waarnemers op aar de de basis van den tweeden driehoek is. Deze laatste zal dus het 0.37 van 43 of 17."76 (17 seconden, 76 hon derdsten seconde) zijn, met andere woorden: de middellijn der aarde, ge- haarlemmer Maiieijes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Een paar dagen geleden werd er, toen het al donker was, gebeld. Ons Duitscho dienstmeisje kwam binnen en zei, dat er een mainherr was om uiainherr te spreken, waarbij ze een kaartje afgaf met dezen inhoud: IJ. G. VAN WENDELEN PIETEHS Rcgeeringsadviseur titulair Den Haag. - Ofschoon ik niet in een opgewekte stemming was (om de kou van den Augustusavond zat ik met mijn over jas aan) zei ik: „iaat meneer in den salon". Een Regeeringsadviseur is niet zoo maar iedereen. Die kan je van allerlei komen vragen of meededen, ook wel iets wat plezierig is voor je zelf nu of later enfin, ik ben ten slotte niet minder verdienstelijk dan een ander. De bezoeker was een statige man in een gekleede jns. Hij maakte zijn ex cuus over het late uur van zijn be zoek, ik gaf met een beleefd gebaar te kennen, dat het zoo erg niet was. Wij waren al dadelijk inet elkaar ingeno men. Het gesprek begon: „Mijnheel'", zei hij, „het is u na tuurlijk bekend, dat de begrooting van liet Rijk voor het jaar 1923 niet sluit. Er komen millioenen te kort, die gedekt moeten worden, hetgeen op tweo manieren kan gebeuren „Pardon", zei ik, „ik meende, dat er maar één manier was, om een be groeting te laten sluiten „Hoe zoo?" „Door de uitgaven te verminderen én die dus in overeenstemming te brengen met de ontvangsten". „Bezuinigen dus. Maar weet u wat bezuinigen is? Dat is A. benadeelen ten bate van B, en daar wij Nederlan ders allemaal gelijk zijn voor de wet, is bezuiniging altijd een onbillijk heid" zien van uit de zon zal meten 17 se conden en 0.76. We weten dus nu, dat de middel lijn der zon, van hier uit gezien be draagt 32' 4" of 1924 seconden, en die der aarde van de zon uit, dus op den zelfden afstand gezien: 17"76. De mid dellijn der zon is derhalve ruim 108 maal de aardiniddellijn is 108 maal 12732 kilometer is 1.389.000 E.M. De oppervlakte der zon is 108 maal 108 maal die der aarde, en de inhoud 108 maal 108 maal 108 maal zoo groot als die der aarde, d.i. in ronde cijfers 1.300.000 maal de aardinhoud. We zul len de duizelingwekkende uitkomst van deze vermenigvuldiging niet op schrijven, het is in kubieke kilometers uitgedrukt, het getal 1420 gevolgd door 15 nullen. Geen menschel ijke verbeelding kan zich zulk een volume voorstellen. De beste wijze oun er zich eenig denkbeeld van te vormen is waarschijnlijk wel de volgende. Ne men we een oogenbiik, dat de volle maan zoo hoog mogelijk boven onzen horizon staat, dus de6 zomers te 12 uur 'e nachts. Wanneer nu de zon een holle bol was en men kon de aar de in het middelpunt daarvan plaat sen en op 30 aardmiddellijnen af stand daarvan de maan om de aarde laten draaien, dan zou daar de halve middellijn der zon 54 aardmiddellijnen bedraagt-, er aan alle kanten van de loophaan der maan nog 24 aard- middeilijnen overbil^vlen, dus plaats genoeg voor 'n tweede maan, die bijna 2 maal zoover van de aarde verwij derd zou zijn als de werkelijke maan. Er is echter ook nog een ander mid del om do verhouding van het volume der aarde tot dat der zon eenigsziua duidelijk te maken. Iemand heeft de moeite genomen, het aantal graankor rels te tellen in een Liter; Inet bedroeg 10.000; een d.L. bevat er dus 100.000 en 1.3 H.L. 1.300.000. Tusschen een enkelen graankorrel en een hoeveel heid koren gelijk aan 1.3 H.L. bestaat dus dezelfde verhouding als tusschen de aarde en de zon, maar daarbij moet men in aanmerking nemen, dat liet hier geldt korreltjes, die elk een inhoud hebben van millioen maal millioen kubieke kilometer. Zoo als we hierboven gezien hebben, ziet men van onze aarde uit de zon (onder een hoek van 32'4" of 1924 se conden. Een bol, dien we zien onder een hoek van 1 graad' is van ons ver wijderd op een afstand van 57 maal zijn middellijn; zien we hem onder een hoek van 1 seconde, dan bedraagt die afstand 60 maal 60 maal 57 mid dellijnen, dus op een afstand van 1924 seconden liet 1924 ste deel daarvan. De middellijn der zon is 108 a 109 maal die der aarde, d.i. 1.389.000 K.M. Een eenvoudige vermenigvuldi ging en deeling leert ons nu, dat de afetand van de zon tot de aarde be draagt in een rond getal 149 millioen kilometer (60 maal 60 maal 57 maai 12732 kilometer gedeeld dooi* 1924). Do geleerden zijn er niet alleen in geslaagd, zonder zich een etap van de aarde te verwijderen, de zon en haar afstand tot de aarde te meten, maar hebben ook het middel gevonden liaar te wegen. Nauwkeurige berekenin gen hebben aangetoond, dat de aarde, indien zij alleen gehoorzaamde aan de aantrekkingskracht der zon, zidh aan vankelijk met de uiterst geringe snel heid van 2.9 millimeter in de eerste seconde naai' de zon zou bewegen, waar zij na ruim 64 en een halven dag zou aankomen met een snelheid van 600.000 meter in de laatste seconde. Zoo zou ook de maan op onze aar de vallen, zonder de middelpuntvlie dende kracht. De lezer weet, dat, aan de oppervlakte der aarde een voor werp in vrijen val zich in de richting van het middelpunt beweegt met oen snelheid van 4.9 meter in de l6te se conde, 4 maal 4.9 meter in twee se conden, 9 maal 4.9 meter in 3 secon den, enz. Do maan bevindt zidli op een afstand van 60 halve aardmiddel lijnen van de aarde. Als zij alleen aan de aantrekking der aarde was overgeleverd, zou ook zij heel lang zaam in het begin, maar- met steeds! „Mijnheel-zei ik, „uw beschou wing heeft de bekoorlijkheid van het nieuwe. Ga dus voort en vertel mij wat het tweede middel kan zijn, om een tekort van millioenen op een b_- grooting te dekken". Hij wou antwoorden, toen zijn oog viel op ons huishondje, dat in een heek lag te slapen. Dit scheen hem aan 't schrikken te brengen. Hij zei: „natuurlijk blijft onze bespreking ge heel vertrouwelijk?" „Zeker", antwoordde ik, „daar het onderwerp bezuiniging in Nederland nog niet ter sprake is geweest, beloof lk u stilzwijgend te zijn als het graf' Hij scheen dit antwoord als ernst op te vatten, maar ging naar den hoek, greep het beestje en verzoent verlof om het de kamer uit te zetten. „Men kon nooit weten". ,,'t Is anders al tweo jaar stokdoof, wij kunnen aan zijn oor „katjes!" roepen en dan beweegt hij nog geen spier". „Zeker is zeker", zei de heer van Wendelen Pieters en zette onze arme Ami, die er niets van begreep, zacht jes in de gang. Ik zei evenwel tot mij zelf, dat dit zeker diplomatieke manie ren waren. De ganzen hebben den aan val op het Kapitool wel verraden, waarom zou een stokdoof hondje niet gevaarlijk kunnen wezen voor 's lands begrooting. Wij namen het gesprek weer op. „Er is", zei hij, „nog een tweede manier, om een begrooting sluitend te maken. Namelijk door de inkomsten tc vergrooten". „Aha", zei ik, „door nieuwe belas tingen". „Spreek niet zoo luid", fluisterde hij, „als er een driftige belastingbe taler toevallig langs uw huis loopt...." „Dan zou hij", zei ik, „van pure woede, een doodelijke ziekte opdoen of misschien mijn huisdeur intrappen ofschoon het een huurhuis is geef ik de voorkeur aan het eerste. Maar ver woed zou hij zijn, want zooals u mis schien weet: er bestaan al een paar belastingen". „Inderdaad. Maar is u In staat, bm te zeggen wanneer de grens van hun aantal bereikt is?"- toehemende snelheid naar de aarde vallen. Daar de aantrekking afneemt in reden van de vierkanten der af standen, dat wil zeggen, dat als de afstand 2, 3, 4 enz. maal grooter is, de aantrekking 4 maal, 9 maal, 16 maal enz. kleiner wordt, zou de val snelheid der maan in de eerste secon de bedragen 4.9 meter gedeeld door 60 maal 60, of wel 1 en een derde mil limeter. Indien de maan even ver van ons afstond als wij van de zon, zou zijn in de eerste seconde naai- de aarde vallen met een snelheid van 4.9 meter gedeeld door 23400 maal 23400 (De afstand tusschen aarde en zon is gelijk aan 23400 halve aardmiddellij nen). Deze deeling heeft tot uitkomst 9 millioenste millimeter. De zon oefent dus op .een afstand vffti 23400 halve aardmiddellijnen een aantrek king in, die het aangetrokken lichaam 2.9 millimeter doet vallen in de eenste seconde, de aarde zou het op dien af stand in de eerste seconde doen val len 9 millioenste millimeter. Hieruit volgt, dat de aantrekkingskradht, du» het gewicht der zon 324.400 maal zoo groot is als dat der aarde, 2.9 gedeeld door 9 millioenste is 2.900.000 gedeeld door 9 is 324.000). Stadsnieuws Vsreenvoucligiug vat rechts- pinging in lichte strafzaken. BEPERKING VAN AANHOUDING EN ONMIDDELLIJKE VOOR GELEIDING. HOE TE HANDELEN MET VER DACHTEN IN STAAT VAN DRON KENSCHAP VERKEEREND? OPROEPINGEN VAN KINDEREN. V/AT TE DOEN OM EEN STRAF VERVOLGING TE VOORKOMEN? - Reeds is in ons vorig nummer onder „Krabbels" een en ander medegedeeld aangaande de vereenvoudiging van rechtspleging in lichte strafzaken. In aansluiting op die mededeelingen, ver melden wij nog het volgende uit de voorzieningen, die do minister van justitie heeft getroffen: Art. 252 d, 2de lid W. v. Sv. opent de mogelijkheid van onmiddellijke voorgeleiding van den verdachte voor het openbaar ministerie bij het kan tongerecht, en vervolgens ter terecht zitting indien hij volgens art. 41 van het Wetboek van Strafvordering is aangehouden. Deze aanhouding, aldus de minister van justitie dient in kantongerechtzaken in hoofdzaak be perkt t-e blijven tot de daaromtrent thans geldende practijk en üub in het algemeen niet te worden uitgebreid met het oog op de mogelijkheid van onmiddellijke voorgeleiding. Deze voorgeleiding, welke uiteraard alleen kan geschieden op dagen waarop het kantongerecht strafzitting houdt, zoolang deze nog niet is afgeloopen, dient aanvankelijk in beginsel be perkt te blijven tot de groote ste den, doch ik heb er geen bezwaar tegen, dat ook elders door de politic met het instituut de proef wordt ge nomen naar de aanwijzingen van het openbaar ministerie. Reeds uit de hierboven bedoelde beperking der aanhouding vloeit on middellijk voort, dat ook de onmid dellijke voorgeleiding in kantonge rechtzaken tot bepaalde gevallen be perkt dient te blijven. De onmiddel lijke voorgeleiding kan haar nut heb ben in gevallen van rustverstoring, baldadigheid, dronkenschap (na ont nuchtering), zoo ook tegenover vreem delingen, die aanstonds weer zouden vertrekken, doch van een volledige opsomming der gevallen moet hier worden afgezien, waar ten slotte al leen de practijk de waarde van het nieuwe instituut kan leeren kennen. Voorzichtig beleid zal te dezen steeds nuttig zijn. „Mijnheer", zei ik, „het ongeluk heeft gewild, dat eon van mijn vrien den! op reis terecht gekomen is in een kamer met ongedierte. Daar hij het niet verjagen kon, heeft hij gepro beerd om ze te tellen, maar ook dat mislukte: als hij meende ze allemaal geteld te hebben, bleken er toch nog te wezen, waarop hij niet gelet had..." Hij nam een verontwaardigde hou ding aan en zei: „Deze vergelijking van belastingen met ongedierte ,.U kan daar niet tegen hebben, viel ik hem in de rede. „Beiden sto ken, zuigen den mensch het bloed uit, laten zich niet verjagen en overval len hem altijd onverwachts". „Het zij dan zoo", antwoordde hij met een nobel gebaar, alsof bij zeg gen wou dat hij mij al vergeven had. „Om tot de zaak te komen: ik zoek een ste! nieuwe belastingen". Dit laatste had hij zoo zacht ge fluisterd, dat ik het vreeselijke woord meer op zijn lippen aflas, dan wel de klank hoorde. „Een stel nieuwe belastingen? En daarvoor. „Kom ik uw oordeel Inwinnen, zooais ik in andere streken van ons land andere personen van erkende bekwaamheid denk te bezoeken." Erkende bekwaamheidI'hiloaofan en moralisten hebben goed praten over bescheidenheid en het vinden van de belooning in je eigen binnen ste i maar als een heer in een geklee de jas en met een mooien titel op zijn visitekaartje je zegt, dat je oen man van erkende bekwaamheid bent, dan raakt er toch in je binnenste een snaar aan 't trillen. Ik zei dus met een afwerende beweging (want" dal hoort, zoo wanneer je een compliment krijgt, waarvan je de waarheid in ziet) dat ik In het belang van mijn vaderland met het meeste genoegen tot zijn beschikking zou ziin. „Wat ik het liefst zou hebben is een stel "nieuwe (belastingen, iets waar nog niemand aan gedacht hoeft, iet© dat onbepaalde sommen opbren gen kan." „Iets als het ei van Colombus op belastinggebied." „Juist", zei mijn bezoeker en stak Voorts dient- aan verdachten, die in slaat van dronkenschaj. vorkeeren, bij voorkeur niet aanstonds een oproe- ping te worden uitgereikt, die zij wel licht zouden kunnen" verliezen of weg werpen. Zulke lieden kunnen beter worden aangehouden terwijl dan de uitreiking na ontnuchtering op het politicbureel kan geschieden. Alvorens een oproeping uit te reiken aan den verdachte van een op heeterdaad ontdekt strafbaar feit, dient de opspo ringsambtenaar den verdachte zich, zoo noodig, tc laten legi timeeren (door ver toon van eert brief, visitekaartje of op welke wijze dan ook). Kan de verdachte zich, waar noodig, niet legitimeeren. dan zal het voorzichtig zijn üf den op roep achterwege te laten of deze over eenkomstig art. 253 c, tweede lid van het Wetb. v. Sv. alsnog aan den per soon van den verdachte te doen aan bieden. Bestaat er twijfel omtrent de perso nalia van den verdachte, dan zal het raadzaam zijn dat de opsporingsambte naar zelf laatstbedoelde aanbieding doet. Doch overigens laat art. 252c, tweede lid, op zich zelf toe, dat ook een andere dienaar der openbare maebt door een hooger politie-orgaan met de in dat artikel bedoelde aanbieding wordt be last. In het proces-verbaal betreffende het strafbare feit, waarvoor een oproe ping is uitgereikt, kan de wijze waarop de verdachte zich gelegitimeerd heeft, worden aangeduid. Bij de oproepingen van kinderen he neden de 18 jaren zal de opsporingsamo- tenaar tevens moeten vragen naar na men enz. van ouders of voogden, dezen kunnen dan overeenkomstig art. 252 h, vierde lid van het W. v. Sv., eveneens door den opsporingsambtenaar worden opgeroepen om ter terechtzitting te ver schijnen en in elk geval dient de amb tenaar van het O. M. die namen enz. te kennen om c.q. zelf ouders of voogden te kunnen doen dagvaarden. Het treffen van nadere regelingen heeft de minister van Justitie gemeend over te moeten laten aan het openbaar ministerie. Verder heeft de minister, gelet op de voordrachten, welke de offi cieren van justitie de kantonrechters ge hoord, hebben ingezonden, bepaald, dat in verband met art. 252 b van het Wetb. van Strafv., gelijk het thans luidt, inge volge de wet van 5 Juli igzi, voor alle kantons van het aanhangig maken door oproeping uitgesloten zijn de navolgen de strafbare feiten ie. die welke omschreven zijn en de artikelen 436, 442, 444. 445, 448—450, 451 ter, 451 bis, 451 quater, 455, 457. 462—464, 46546S, 469472 van het Wetb. van Strafrecht; 2e. die, welke strafbaar zijn gesteld bij of krachtens de Boterwet, de Phos- phor-luciferswet 1901, de Vuurwapenwet 1919 en de Warenwet (StbL 1919, no. 5S1) 3e. de overtredingen van keuren of politieverordeningen van waterschappen, veenschappen of veenpolders; 4e. die, welke zijn ontdekt door amb tenaren, die niet behooren tot de justi tie, de rijksveldwacht; het wapen der Kon. marechaussee of de gemcente-po- litie of door ambtenaren, die in parti culieren dienst zijn. Het Vaderland meldt nog, dat de op roeping om voor den Kantonrechter te verschijnen, ook de mededeeling aan den delinquent bevat dat alt hij straf vervolging wil voorkomen, hij zich zoo spoedig mogelijk mondeling of schriftelijk kan wenden tot den amb tenaar van het openbaar ministerie bij het kantongerecht om de voor waarden te vernemen, waaronder dit mogelijk is. Men weet, zegt het blad, dat men reeds volgens 't thans gekiende reoht oen vervolging voor een overtreding, waarop enkel boete als straf is gesteld kan voorkomen door het maximum de bedreigde boete te beialen. Het daaraan ten grondslag liggende begin sel wordt nu uitgebreid. Men zal zich nu bij 't pariet kunnen vervoegen en met den ambt en a ar van 't O. M. on derhandelen over de onmiddellijke be taling van een bedrag, door edzen vast te stellen, desnoods ver beneden het maximum. Dat bedrag zal uit den aard der zaak niet voel verschillen met de boe te, die de kantonrechter gewoon is voor een dergelijke overtreding op te leggen, maar het voordeel zit aan twee kanten. In de eerste plaats is de overtreder gevrijwaard voor een be handeling van zijn zaak Ier openbare met innig welbehagen de sigaar aan die ik hem presenteerde. Op con na de laatste van de 25 fijne, die ik mij zelf (want je moet jo vrouw nooit sigaren laten koopen) vereerd heb op mijn laatsten verjaardag. „U heeft, als man van beschaving en ontwikkeling, zeker wel eT.9 over dit vraagstuk gedacht 1" „Natuurlijk, natuurlijk," zei ik. Wat moet je, als anan van beschaving en ontwikkeling, andere zeggen I De waarheid was, dat ik meer cepeinsd had over middelen om een paar van de bestaande belastingen xwijt te raken. „Nu dan", zei de .bezoeker en haal de een zakboekje voor den dag, om daar mijn geniale invallen in op te schrijven. „Wat zou u denken van. van een Aanweaigiheidsbelasting?" Mijn bezoeker keek mij vragend en ietwat onzeker aan. „Aanwezig haidsoelasting 1" „Luister goed. Voor wie moet de Staat geld uitgeven eii onkosten ma ken? Natuurlijk voor degenen, die er zijn. Niet meer voor dc dooden en ook niet meer voor hen, die voor goed vertrokken zijn, bijvoorbeeld naar Amerika, Indië, Duitschland of waar ook andere heen. Daar te- hoeft de Staat niet meer voor te zor gen. Er is dus alle redenen voor een aan wezi gheidsJbelast i ng. Onverschil lig in welke gemeente iemand woont, als hij binnen de grenzen van Neder land aanwezig is, moet hij betalen of moet er voor hem betaald wor den". Mijn bezoeker keek ernstig en knikte toen ©enige keeren achter el kaar met zooveel nadruk, dat ik bang werd voor den atlas én den dranier waaruit, naar wij op school leerden, ons halsgew richt bestaat. Daarna maakte hij eenige aantee keningen in zijn boekje. „Alzoo, een anwezighoidsbelas- ting. En zou dat een wisselend of oen vast bedrag moeten wezen?" „Vaste bedrogen," antwoordde ik, op onderriohtenden toon, want met groot genoegen merkte ik zijn be langstelling op, „vaste bedragen be terechtzitting, wat hem beslommering en tijdverlies bespaart. En in de twee de plaats wordt de kantonrechter, die het toch al druk genoeg lie eft. bevrijd van de behandeling vuu zoo'n dood eenvoudig zaaikjo. Öok voor hem dus winst. Intusschen behoeft men geen ge bruik te maken van de aldus gegeven faciliteit en kan men er de voorkeur aan geven z:jn zaak door den kanton rechter behandeld te zien. Dat kan b.v. het gevail zijn als men meent, dat de verbalise erende ambtenaar niet in zijn recht is geweest. De kantonrech ter behandeld dus de zaak op den dag, door de oproeping aangegeven en heeft dan de bevoegdheid mondeling vonnis tc vellen. Berust de overt reden- dnar in, zoo kan hjj den volgenden dag de boete bij de griffie betalen. Maar hij mag ook vragen om een schriftelijke veroordeeling, die hem zoo spoedig mogelijk wordt uitgereikt. Eindelijk vermeldt het Wad nog dat niet elke verbaliseerende ambtenaar de bevoegdheid heeft een oproeping 1 aan een overtreder aan te bieden. Die vrijheid is n.l. niet toegekend aan bijzondere ambtenaren of onbezoldig de rijkveldwachters in particulieren dienst. Wel dus aan politie-agenten, rijksveldwachters en marechaussees. EXCURSIE Men schrijft ons: Onder leiding liunuer onderwijzere maakten de leerlingen van den tuin bouwwintercureuis, alhier op Don derdag j.l. een excursie. In <ien voormiddag werd te Leiden de Rijksplantentuin met de verschil lende kaeaen, o.a. de Victoria Regia- kas, 'bezichtigd onder de deskundige voorlichting van het personeel. Over stelpend is daar het aantal planten soorten uit alle deelen der wereld biieeneébracht en de jongelieden, die al eenig oog op de plantenwereld krijgen, konden hun hart aan cén vormenrijkdom ophalen. Na een paar uur was men moe. Nu even iets gebruikt en het gezelschap ver trok naar Loosduinen, waar in den middag gezien werden de reusachtige complexen van ela-shuizen, waarin als 't ware fabriekmatig groenten en fruit worden geproduceerd. Teel sen van kassen 50 M. lang, 10 JL breed, en daarnaast of het ijsvelden waren, groote oppervlakten overdekt met broeiramen. In de kassen op Leden snijboonen en tomaten, onder 't platte glas meloenen. Al» bijzonder heid werd nog bezichtigd een kwoe ker ii met ettelijke kasseit vol Ken- tia's, in Nederland iets buitenge woons. Even nog een oogie in de praclisch ingeriohte veilinggebou wen en een bezoek aan een gewone, maar goed gesorteerde bloemisterij daarna trok het gezelschap naar Scheveningen, in de hoop met een strandwandeüne den dag te beslui ten, maar toen kwam de regen en dreef de reizigers in een snel tempo naar tram on trein, waarmee ze dankbaar aan allen, die lw-'rir.igen en meegewerkt baden om d-jn tocht mogelijk te maken, weer in Haarlem aankwamen. Binnenland DE ELECTRISCHE SPOORWECEN IN HET COOI. De (Mederlajtdschc Veróemigiing van Spoor- en Tramwegpersoneel heeft aan den Minister van Water staat een adres gezonden, waarin er op aangedrongen wordt, het tot standkomen der nieuwe Eleetrische spoorwegl ijnen op het ontworpen traoé te doen verhinderen. De bezwa ren, tegen het plan, voortspruitende uit zorg voor het natuurschoon, zijn reeds veelvuldig geuit, ook o.a. in het minderheids-rapport betreffende deze Lijnen, van de heeren 11. I'oiak en A. W. Weissman. Adr. is van meening, dat de aan leg der nieuwe lijnen bet financieel tekort der Spoor- en Tramwegen nog zal vergrooten. Uit een exploitatie- oogpunt is de electrificatie der stoomtram niet toe te juichen, daal de dijn Amsterdam.BussurnHlil- vereum te Bussum en Hilversum op zeer ongunstige punten aankomt. Bij niet-electrificatie der lijn Amster dam—Amersfoort, gepaard gaande met den aanieg van een loc-aal .oor- staan practisch in belastingen niet. Zij zijn altijd wisselendin zooverre, dat ze voortdurend stijgen. Overi gens, ik heb u eenmaal het denkbeeld aan de hand gedaan, laat men zich iiu in den Haag met de uitwerking belasten." „Ik dank u," zei hij ernstig. „Mijn voorgevoel heeft mijdus Jiietbedrogen, ik wist wel, dat ik bij u frireche nieuwe denkbeelden vinden zou. Mag ik vragenkunt u ntij 7,og an dere belastingobjecten noemen Het was, of ik plotseling ingevin gen kreeg en zonder aarzelen zei ik: „een luchtbelasting." „LuchtbelastiDg V' „Ja, luister eens goed. Een mensch kan zonder ademhalen niet leven. Hij februikt dus verscho lucht, zuurstof, ie in oneindig groote hoeveelheid voorhanden 13. Die wordt bent ge schonken door de Natuur. Maar hoe zou hij daarvan rustig gebruik kun nen maken, wanneer allerlei mensche lijke instellingen dat niet, mogelijk maakten? Begrijpt u, waar ik heen wil?" Met de handen op zijn knieën, voor overgebogen. met schitterende oogen. keek hij mij aan. „Ik geloof dat ik het vat, maar ga voort..." „Voor de mogelijkheid om rustig en onbelemmerd frissche lucht in tc ademen moet belasting betaald wor den. Naar den omvang van het ge zin, ook naar den mnatschappclijken welstand. Millioenen zijn daaruit te halen...., maar wat doet u... Hij was namelijk van zijn stoel op gesprongen en luisterde met het oor tegen dc kamerdeur. „Neem mij niet kwalijk, ik meende uw hond aan dc deur te hooren krabbelen, we zijn toch wel alleen? Onze bespreking moet strikt vertrouwelijk blijven..." Juist op datzelfde oogenbiik werd er hard aan dc (leur gescheld. Ik hoorde daarna druk praten door verschillende personen. Mijn bezoeker scheen niet recht op zijn gemak. Hij keek schuw naar de deur. Op eens werd er aan de kamerdeur Onze Laeliliosk A.Wat heb je? Je ziet er bedruk! uit B. Mijn vrouw is uit<r-.-caan vix zij heeft geen parapluie bij zich- A.Is dat alle») Zij kan toch wol ergens in een winkel schuilen B.Dat is het juiet! Dan krijg ik later de rekening! Z ijp gas. Een niet al te snugger student ontving privaatlessen ten huize van zijn leeraar iu de natuurkunde. Des* behandelde de verschillende soorten van gassen. O.a. noemde hij op w» teretofgas, lichtgas, rtoc'.gas. Noemt u nu nog eens een soort gas, vroeg hij den student. Deze inoesi liet antwoord schuldig blijven. We! m ij n gas. zc-ide (le lecraar. O. ja. zei de student met een blij gezicht van begrijpen, terwijl hij naar 's leeraars brandende gaskroon opkeek, u w gas. ZijAls iii nu eens in 'nijn schoe nen stond, wat zou je dan doen-? Hij(met een blik op de schoe nen) Gillen van pijn weg AmsterdamHilversum, zielen vele gemeenten, zooals Baam, Maar tensdijk hierdoor niet geholpen worden. Electrificatie van de lijnen der Gooische stoomtram zal reeds verbe tering brengen, en wanneer dan te vens uitvoering werd gegeven aai: <ie reeds lang bestaande plannen inzake electrificatie van dc spoorlijn Amers foortAmsterdam en nieuwe ©la- tionsbouw te Hilversum ïou onge twijfeld volkomen in de erkcerv moeilijkheden, waar die bestaan, voorzien kunnen worden. Volgens de uitspraken vail <iéJi heer P. A. Arriens. eertijds Hoofd ambtenaar der H. S. M. in het Ko ninklijk Instituut van Ingenieurs gedaan, zou deze electrificatie de verkeerscapaciteiten aanzienlijk ver sterken, terwijl de kosten oor kul st- werken betrekkelijk gering zouden zijn- Dit laatste spruit o.a. voort usi .-et feit. dat de onteigening van grond langs de bestaande spoorlijn, gezien de situatie en de eigendomsverhou dingen, aanmerkelijk minder kosten inet zich zullen brengen dan de eventueele aanleg van de than© ont worpen lijnen. SNELHEIDSWAANZIN. Men leesi in de „Asser Crt." Het is Woensdag gebeurd, dicht bij 't station Gasselternijveen. De uein uit Coevorden, die om 6 uur namiddags te Gasselternijveen aan komt, moet, even vóór de plaats waar dc lijn Zuid-Noord en die Oost-West ontmoet, een weg passcercr. Afsluiting is daar niet. Wie zich op den weg be vindt, moet den trein wel zien aanku- Een auto Teed met snellen gang op bedoelden -weg; richting Gasselterny. veen. Dc locomotief van den trein liet he; bekende geklingel hooren. De auto reed door Snel naderde de trein het kruïsings* punt, snel gleed ook de auto daarheen. Er kwam onrustige spanning in do passagiers. Men vroeg zich af wat de automobilist wilde? Een drietal mca- schen scheen zich in den car te be vinden. Het leek schier onmogelijk, dat d* auto het kruisingspunt eerder zou be reiken dan de trein. De chauffeur ver*, snelde zijn vaart. Hét gevoel van hen, die net geval za gen, werd van onrust tot angst. De machinist waarschuwde. De chauf feur reed door. Een botsing scheen onvermijdelijk. Daar kwam het beslissende oogen biik Dc locomotief bereikte den wegDe auto snorde er nog juist vóór langs 1 Een paar meter nog dooi dc locomotief gewonnen en het gevrees de was gebeurd een botsing, een ver nielde auto, misschien een deraillemea» van den trein, misschien eenige doodex of gekwetsten Het waagstuk wekte even sensatie en verontwaardiging. Van dc locomotief af was het nummer van den auto geziea. Gasselternijveen waarschuwde Stadska naal. Zoo werd het mogelijk proces-vcr- baal te maken. hard geklopt. Op hetzelfde oogenbiik 4kwam een man met een streng ge zicht binnen, die zich zonder op mij te letten tot mijn bezoeker wendde. „Komaan, van der Walst, het gesprek heeft nu zeker_ wel lang genoeg ge duurd. Mijnheer moet naar bed, het is al laat, ga maar rustig met ons mee. Jansen, kom maar binnen!" En voor dat ik nog van mijn verwondering be komen was, nam de tweede mijn be zoeker mee. Hij ging heel gewillig, na voor mij een uiterst beleefde bui ging te hebben gemaakt. „Mag jk weten..." vroeg ik gebie dend, „wat dat allemaal be teekent?" „Uw bezoeker is een zenuwlijder, die vanavond ia gaan wandelen en niet terugkwam. Het is zijn idee fixc. dat hij dc financiën van Neder land moet reddenwaarschijnlijk heeft hij u een kaartje gegeven met een mooien naam en titel ja, daar zie ik het al liegen. De naam is be dacht en de titel bestaat niet. Ik hoop maar, dat. bij 11 niet lastie geval len hoeft?" „Wij hebben", zei ik stamelend, „vrat gepraat over belastingen en zoo". „Ja, dt is zoo zijn hobby. Het spijt mij, dat bij u lastig gevallen ishet zal niet meer gebeuren". En met con groet vertrok dc man. Ik keerde naar de huiskamer terug en antwoordde, op de verschrikte vra gen van mijn huisgenooten. dat er geen enkele reden voor ongerustheid geweest was. Maar die twee nieuwe belastingen van mij. denk ik, moeten toch maar liever niet ingevoerd wor den. En waarom de "complimentjes mij zoo aangenaam aandeden, kan ik in 't geheel niet meer begrijpen. Het meeste leed lmb ik over de sigaar. Op één na de laatste.... FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 11