HAARLEM'S DAGBLAD
Uit de Wereld.
ZATERCAG 26 AUGUSTUS 1922 VIERDE BLAD
Hoe men den afstand van de
aarde tot de zon berekend en
de zon-zelvc gemeten en ge-wo
gen heeft.
De lezer© van deze rubriek van
Haarlem's Dagblad welen, op welke
wijze men de grootte der maan en
haar afstand tot de aarde heeft bere
kend. Laten wo nog even herinneren,
dat de grondslag dezer berekeningen
is het feit',, dat wanneer wij een voor
werp zien onder een hook van 1 giraad
dit voorwerp zich -bevindt op een af
stand, gelijk aan 57 maal zijn hoog
te. De lijnen, die do twee uiteinden
der maanmiddellijn verbinden met het
oog van een waarnemer op aarde,
vormen een hoek van iets ineer dan
een halven graad, de afstand van de
maan tot de aarde is dus iets minder
den 2 maal 57 de maamniddellijn, en
wel 110 maal. Gelijktijdige waarne
mingen, gedaan in 1752 te Berlijn en
le Kaap de Goede Hoop door twee
Franschc sterrenkundigen, hebben
vastgesteld, dat de middellijn der aar
de van do maan uit gezien wordt on
der een hoek van bijna twee graden.
De afstand van de aarde tot de maan
is dus gelijk aan iets meer dan de
helft van 57 aardmiddellijnen en wel
30 ruim. Uit het bovenstaande volgt:
le. dat de middellijn der maan 3/11
Is van die der aarde, of 273 duizend-
sten en dus bedraagt 3484 kilometer
(de aardiniddellijn meet 12732 kilome
ter);
2e. dat de gemiddelde afstand van
de maan tot de aarde ruim 30 aard-
middellijnen of 384.000 kilometer be
draagt.
Tot berekening van den afstand tus-
zclien de aardo en de zon kan de
voor de maan gevolgde methode niet
dienen. Wel kan men reeds dadelijk
vinden, hoeveel zonsrniddel lijnen deze
afstand bedraagt. De middellijn der-
zon van de aarde uit gezien, meet
32'4 (32 minuten, 4 seconden), dus
iets meer dan een halven graad; zij
bevindt zich dus op een afstand van
iets minder dan 2 maal 57 maal haar
eigen lengte (nl. 107 maal). Maar nu
moet nog worden berekend onder wel
ken hoek men de aardschijf ziet van
uit de zon. De aarde i6 echter zoo
klein in vergelijking met de zon, dat
het niet zou baten, als men gelijktij
dig waarnemingen deed op twee plaat
sen op aarde, die zoo ver mogelijk van
elkaar verwijderd zijn. Toch is men
er in geslaagd door een middel, aan
de hand gedaan door den Engelschen
astrononom Halley. Hij was op het
denkbeeld gekomen op 22-jarigen leef
tijd (1678) en maakte zijn vinding
openbaai- 13 jaar later (1G91). Halley
had berekend, dat do planeet Venus
in het jaar 1761 juist tusschen die aar
de en zon zioh zou bevinden. Wan
neer nu tijdens Venus' doorgang oveer
de zonneschijf twee waarnemers op
ver verwijderde punten op aarde Ve
nus gelijktijdig waarnemc-.n, zien zij
de planeet zich donker afteekenen op
Iwe© verschillende punten der zon.
Tusschen de planeet Venus en de twee
punten van waarneming op aarde,
kan men twee lijnen trekken, die met
de lijn tusechen de twee zoo ver mo
gelijk van elkaar verwijderde punten
op aarde een driehoek vormen. Tus-
ichen Venus en de tweo zwarte stip
pen op de zon en de verbindingslijn
dezer slippen eveneens drie lijnen,
die een driehoek vormen. Deze twee
driehoeken zijn gelijkvormig en men
kent nauwkeurig den afstand van
Venus tot de zon en dien van Venus
tot de aarde; deze laatste is n.l. 0.37
van <len eerste. De rest der oplossing
volgt nu van zelf. De eerste waarne
mer zag Venus zich zwart afteekenen
op een punt der zon, dat we A zullen
noemen, de tweede waarnemer zag
haar zich afteekenen op punt B. De
al stand tussohen deze twee punten op
de zon bleek te zijn 48 (48 secon
den). Deze afstand vormt de basis van
den eenen driehoek, terwijl de afstand
tusschen de twee waarnemers op aar
de de basis van den tweeden driehoek
is. Deze laatste zal dus het 0.37 van
43 of 17."76 (17 seconden, 76 hon
derdsten seconde) zijn, met andere
woorden: de middellijn der aarde, ge-
haarlemmer Maiieijes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Een paar dagen geleden werd er,
toen het al donker was, gebeld. Ons
Duitscho dienstmeisje kwam binnen
en zei, dat er een mainherr was om
uiainherr te spreken, waarbij ze een
kaartje afgaf met dezen inhoud:
IJ. G. VAN WENDELEN PIETEHS
Rcgeeringsadviseur titulair
Den Haag.
- Ofschoon ik niet in een opgewekte
stemming was (om de kou van den
Augustusavond zat ik met mijn over
jas aan) zei ik: „iaat meneer in den
salon".
Een Regeeringsadviseur is niet zoo
maar iedereen. Die kan je van allerlei
komen vragen of meededen, ook wel
iets wat plezierig is voor je zelf nu of
later enfin, ik ben ten slotte niet
minder verdienstelijk dan een ander.
De bezoeker was een statige man in
een gekleede jns. Hij maakte zijn ex
cuus over het late uur van zijn be
zoek, ik gaf met een beleefd gebaar te
kennen, dat het zoo erg niet was. Wij
waren al dadelijk inet elkaar ingeno
men. Het gesprek begon:
„Mijnheel'", zei hij, „het is u na
tuurlijk bekend, dat de begrooting
van liet Rijk voor het jaar 1923 niet
sluit. Er komen millioenen te kort, die
gedekt moeten worden, hetgeen op
tweo manieren kan gebeuren
„Pardon", zei ik, „ik meende, dat
er maar één manier was, om een be
groeting te laten sluiten
„Hoe zoo?"
„Door de uitgaven te verminderen
én die dus in overeenstemming te
brengen met de ontvangsten".
„Bezuinigen dus. Maar weet u wat
bezuinigen is? Dat is A. benadeelen
ten bate van B, en daar wij Nederlan
ders allemaal gelijk zijn voor de wet,
is bezuiniging altijd een onbillijk
heid"
zien van uit de zon zal meten 17 se
conden en 0.76.
We weten dus nu, dat de middel
lijn der zon, van hier uit gezien be
draagt 32' 4" of 1924 seconden, en die
der aarde van de zon uit, dus op den
zelfden afstand gezien: 17"76. De mid
dellijn der zon is derhalve ruim 108
maal de aardiniddellijn is 108 maal
12732 kilometer is 1.389.000 E.M. De
oppervlakte der zon is 108 maal 108
maal die der aarde, en de inhoud 108
maal 108 maal 108 maal zoo groot als
die der aarde, d.i. in ronde cijfers
1.300.000 maal de aardinhoud. We zul
len de duizelingwekkende uitkomst
van deze vermenigvuldiging niet op
schrijven, het is in kubieke kilometers
uitgedrukt, het getal 1420 gevolgd
door 15 nullen. Geen menschel ijke
verbeelding kan zich zulk een volume
voorstellen. De beste wijze oun er zich
eenig denkbeeld van te vormen is
waarschijnlijk wel de volgende. Ne
men we een oogenbiik, dat de volle
maan zoo hoog mogelijk boven onzen
horizon staat, dus de6 zomers te 12
uur 'e nachts. Wanneer nu de zon
een holle bol was en men kon de aar
de in het middelpunt daarvan plaat
sen en op 30 aardmiddellijnen af
stand daarvan de maan om de aarde
laten draaien, dan zou daar de halve
middellijn der zon 54 aardmiddellijnen
bedraagt-, er aan alle kanten van
de loophaan der maan nog 24 aard-
middeilijnen overbil^vlen, dus plaats
genoeg voor 'n tweede maan, die bijna
2 maal zoover van de aarde verwij
derd zou zijn als de werkelijke maan.
Er is echter ook nog een ander mid
del om do verhouding van het volume
der aarde tot dat der zon eenigsziua
duidelijk te maken. Iemand heeft de
moeite genomen, het aantal graankor
rels te tellen in een Liter; Inet bedroeg
10.000; een d.L. bevat er dus 100.000
en 1.3 H.L. 1.300.000. Tusschen een
enkelen graankorrel en een hoeveel
heid koren gelijk aan 1.3 H.L. bestaat
dus dezelfde verhouding als tusschen
de aarde en de zon, maar daarbij
moet men in aanmerking nemen, dat
liet hier geldt korreltjes, die elk een
inhoud hebben van millioen maal
millioen kubieke kilometer.
Zoo als we hierboven gezien hebben,
ziet men van onze aarde uit de zon
(onder een hoek van 32'4" of 1924 se
conden. Een bol, dien we zien onder
een hoek van 1 graad' is van ons ver
wijderd op een afstand van 57 maal
zijn middellijn; zien we hem onder
een hoek van 1 seconde, dan bedraagt
die afstand 60 maal 60 maal 57 mid
dellijnen, dus op een afstand van 1924
seconden liet 1924 ste deel daarvan.
De middellijn der zon is 108 a 109
maal die der aarde, d.i. 1.389.000
K.M. Een eenvoudige vermenigvuldi
ging en deeling leert ons nu, dat de
afetand van de zon tot de aarde be
draagt in een rond getal 149 millioen
kilometer (60 maal 60 maal 57 maai
12732 kilometer gedeeld dooi* 1924).
Do geleerden zijn er niet alleen in
geslaagd, zonder zich een etap van de
aarde te verwijderen, de zon en haar
afstand tot de aarde te meten, maar
hebben ook het middel gevonden liaar
te wegen. Nauwkeurige berekenin
gen hebben aangetoond, dat de aarde,
indien zij alleen gehoorzaamde aan de
aantrekkingskracht der zon, zidh aan
vankelijk met de uiterst geringe snel
heid van 2.9 millimeter in de eerste
seconde naai' de zon zou bewegen,
waar zij na ruim 64 en een halven dag
zou aankomen met een snelheid van
600.000 meter in de laatste seconde.
Zoo zou ook de maan op onze aar
de vallen, zonder de middelpuntvlie
dende kracht. De lezer weet, dat, aan
de oppervlakte der aarde een voor
werp in vrijen val zich in de richting
van het middelpunt beweegt met oen
snelheid van 4.9 meter in de l6te se
conde, 4 maal 4.9 meter in twee se
conden, 9 maal 4.9 meter in 3 secon
den, enz. Do maan bevindt zidli op
een afstand van 60 halve aardmiddel
lijnen van de aarde. Als zij alleen
aan de aantrekking der aarde was
overgeleverd, zou ook zij heel lang
zaam in het begin, maar- met steeds!
„Mijnheel-zei ik, „uw beschou
wing heeft de bekoorlijkheid van het
nieuwe. Ga dus voort en vertel mij
wat het tweede middel kan zijn, om
een tekort van millioenen op een b_-
grooting te dekken".
Hij wou antwoorden, toen zijn oog
viel op ons huishondje, dat in een
heek lag te slapen. Dit scheen hem
aan 't schrikken te brengen. Hij zei:
„natuurlijk blijft onze bespreking ge
heel vertrouwelijk?"
„Zeker", antwoordde ik, „daar het
onderwerp bezuiniging in Nederland
nog niet ter sprake is geweest, beloof
lk u stilzwijgend te zijn als het graf'
Hij scheen dit antwoord als ernst
op te vatten, maar ging naar den
hoek, greep het beestje en verzoent
verlof om het de kamer uit te zetten.
„Men kon nooit weten".
,,'t Is anders al tweo jaar stokdoof,
wij kunnen aan zijn oor „katjes!"
roepen en dan beweegt hij nog geen
spier".
„Zeker is zeker", zei de heer van
Wendelen Pieters en zette onze arme
Ami, die er niets van begreep, zacht
jes in de gang. Ik zei evenwel tot mij
zelf, dat dit zeker diplomatieke manie
ren waren. De ganzen hebben den aan
val op het Kapitool wel verraden,
waarom zou een stokdoof hondje niet
gevaarlijk kunnen wezen voor 's lands
begrooting.
Wij namen het gesprek weer op.
„Er is", zei hij, „nog een tweede
manier, om een begrooting sluitend te
maken. Namelijk door de inkomsten
tc vergrooten".
„Aha", zei ik, „door nieuwe belas
tingen".
„Spreek niet zoo luid", fluisterde
hij, „als er een driftige belastingbe
taler toevallig langs uw huis loopt...."
„Dan zou hij", zei ik, „van pure
woede, een doodelijke ziekte opdoen of
misschien mijn huisdeur intrappen
ofschoon het een huurhuis is geef ik
de voorkeur aan het eerste. Maar ver
woed zou hij zijn, want zooals u mis
schien weet: er bestaan al een paar
belastingen".
„Inderdaad. Maar is u In staat, bm
te zeggen wanneer de grens van hun
aantal bereikt is?"-
toehemende snelheid naar de aarde
vallen. Daar de aantrekking afneemt
in reden van de vierkanten der af
standen, dat wil zeggen, dat als de
afstand 2, 3, 4 enz. maal grooter is,
de aantrekking 4 maal, 9 maal, 16
maal enz. kleiner wordt, zou de val
snelheid der maan in de eerste secon
de bedragen 4.9 meter gedeeld door
60 maal 60, of wel 1 en een derde mil
limeter. Indien de maan even ver
van ons afstond als wij van de zon,
zou zijn in de eerste seconde naai- de
aarde vallen met een snelheid van 4.9
meter gedeeld door 23400 maal 23400
(De afstand tusschen aarde en zon is
gelijk aan 23400 halve aardmiddellij
nen). Deze deeling heeft tot uitkomst
9 millioenste millimeter. De zon
oefent dus op .een afstand vffti 23400
halve aardmiddellijnen een aantrek
king in, die het aangetrokken lichaam
2.9 millimeter doet vallen in de eenste
seconde, de aarde zou het op dien af
stand in de eerste seconde doen val
len 9 millioenste millimeter. Hieruit
volgt, dat de aantrekkingskradht, du»
het gewicht der zon 324.400 maal zoo
groot is als dat der aarde, 2.9 gedeeld
door 9 millioenste is 2.900.000 gedeeld
door 9 is 324.000).
Stadsnieuws
Vsreenvoucligiug vat rechts-
pinging in lichte strafzaken.
BEPERKING VAN AANHOUDING
EN ONMIDDELLIJKE VOOR
GELEIDING.
HOE TE HANDELEN MET VER
DACHTEN IN STAAT VAN DRON
KENSCHAP VERKEEREND?
OPROEPINGEN VAN KINDEREN.
V/AT TE DOEN OM EEN STRAF
VERVOLGING TE VOORKOMEN?
- Reeds is in ons vorig nummer onder
„Krabbels" een en ander medegedeeld
aangaande de vereenvoudiging van
rechtspleging in lichte strafzaken. In
aansluiting op die mededeelingen, ver
melden wij nog het volgende uit de
voorzieningen, die do minister van
justitie heeft getroffen:
Art. 252 d, 2de lid W. v. Sv. opent
de mogelijkheid van onmiddellijke
voorgeleiding van den verdachte voor
het openbaar ministerie bij het kan
tongerecht, en vervolgens ter terecht
zitting indien hij volgens art. 41
van het Wetboek van Strafvordering
is aangehouden. Deze aanhouding,
aldus de minister van justitie dient in
kantongerechtzaken in hoofdzaak be
perkt t-e blijven tot de daaromtrent
thans geldende practijk en üub in het
algemeen niet te worden uitgebreid
met het oog op de mogelijkheid van
onmiddellijke voorgeleiding. Deze
voorgeleiding, welke uiteraard alleen
kan geschieden op dagen waarop
het kantongerecht strafzitting houdt,
zoolang deze nog niet is afgeloopen,
dient aanvankelijk in beginsel be
perkt te blijven tot de groote ste
den, doch ik heb er geen bezwaar
tegen, dat ook elders door de politic
met het instituut de proef wordt ge
nomen naar de aanwijzingen van het
openbaar ministerie.
Reeds uit de hierboven bedoelde
beperking der aanhouding vloeit on
middellijk voort, dat ook de onmid
dellijke voorgeleiding in kantonge
rechtzaken tot bepaalde gevallen be
perkt dient te blijven. De onmiddel
lijke voorgeleiding kan haar nut heb
ben in gevallen van rustverstoring,
baldadigheid, dronkenschap (na ont
nuchtering), zoo ook tegenover vreem
delingen, die aanstonds weer zouden
vertrekken, doch van een volledige
opsomming der gevallen moet hier
worden afgezien, waar ten slotte al
leen de practijk de waarde van het
nieuwe instituut kan leeren kennen.
Voorzichtig beleid zal te dezen steeds
nuttig zijn.
„Mijnheer", zei ik, „het ongeluk
heeft gewild, dat eon van mijn vrien
den! op reis terecht gekomen is in een
kamer met ongedierte. Daar hij het
niet verjagen kon, heeft hij gepro
beerd om ze te tellen, maar ook dat
mislukte: als hij meende ze allemaal
geteld te hebben, bleken er toch nog
te wezen, waarop hij niet gelet had..."
Hij nam een verontwaardigde hou
ding aan en zei: „Deze vergelijking
van belastingen met ongedierte
,.U kan daar niet tegen hebben,
viel ik hem in de rede. „Beiden sto
ken, zuigen den mensch het bloed uit,
laten zich niet verjagen en overval
len hem altijd onverwachts".
„Het zij dan zoo", antwoordde hij
met een nobel gebaar, alsof bij zeg
gen wou dat hij mij al vergeven had.
„Om tot de zaak te komen: ik zoek een
ste! nieuwe belastingen".
Dit laatste had hij zoo zacht ge
fluisterd, dat ik het vreeselijke woord
meer op zijn lippen aflas, dan wel de
klank hoorde.
„Een stel nieuwe belastingen? En
daarvoor.
„Kom ik uw oordeel Inwinnen,
zooais ik in andere streken van ons
land andere personen van erkende
bekwaamheid denk te bezoeken."
Erkende bekwaamheidI'hiloaofan
en moralisten hebben goed praten
over bescheidenheid en het vinden
van de belooning in je eigen binnen
ste i maar als een heer in een geklee
de jas en met een mooien titel op
zijn visitekaartje je zegt, dat je oen
man van erkende bekwaamheid bent,
dan raakt er toch in je binnenste een
snaar aan 't trillen. Ik zei dus met
een afwerende beweging (want" dal
hoort, zoo wanneer je een compliment
krijgt, waarvan je de waarheid in
ziet) dat ik In het belang van mijn
vaderland met het meeste genoegen
tot zijn beschikking zou ziin.
„Wat ik het liefst zou hebben is
een stel "nieuwe (belastingen, iets
waar nog niemand aan gedacht hoeft,
iet© dat onbepaalde sommen opbren
gen kan."
„Iets als het ei van Colombus op
belastinggebied."
„Juist", zei mijn bezoeker en stak
Voorts dient- aan verdachten, die in
slaat van dronkenschaj. vorkeeren, bij
voorkeur niet aanstonds een oproe-
ping te worden uitgereikt, die zij wel
licht zouden kunnen" verliezen of weg
werpen. Zulke lieden kunnen beter
worden aangehouden terwijl dan de
uitreiking na ontnuchtering op het
politicbureel kan geschieden.
Alvorens een oproeping uit te reiken
aan den verdachte van een op heeterdaad
ontdekt strafbaar feit, dient de opspo
ringsambtenaar den verdachte zich, zoo
noodig, tc laten legi timeeren (door ver
toon van eert brief, visitekaartje of op
welke wijze dan ook). Kan de verdachte
zich, waar noodig, niet legitimeeren.
dan zal het voorzichtig zijn üf den op
roep achterwege te laten of deze over
eenkomstig art. 253 c, tweede lid van
het Wetb. v. Sv. alsnog aan den per
soon van den verdachte te doen aan
bieden.
Bestaat er twijfel omtrent de perso
nalia van den verdachte, dan zal het
raadzaam zijn dat de opsporingsambte
naar zelf laatstbedoelde aanbieding doet.
Doch overigens laat art. 252c, tweede lid,
op zich zelf toe, dat ook een andere
dienaar der openbare maebt door een
hooger politie-orgaan met de in dat
artikel bedoelde aanbieding wordt be
last. In het proces-verbaal betreffende
het strafbare feit, waarvoor een oproe
ping is uitgereikt, kan de wijze waarop
de verdachte zich gelegitimeerd heeft,
worden aangeduid.
Bij de oproepingen van kinderen he
neden de 18 jaren zal de opsporingsamo-
tenaar tevens moeten vragen naar na
men enz. van ouders of voogden, dezen
kunnen dan overeenkomstig art. 252 h,
vierde lid van het W. v. Sv., eveneens
door den opsporingsambtenaar worden
opgeroepen om ter terechtzitting te ver
schijnen en in elk geval dient de amb
tenaar van het O. M. die namen enz. te
kennen om c.q. zelf ouders of voogden
te kunnen doen dagvaarden.
Het treffen van nadere regelingen
heeft de minister van Justitie gemeend
over te moeten laten aan het openbaar
ministerie. Verder heeft de minister,
gelet op de voordrachten, welke de offi
cieren van justitie de kantonrechters ge
hoord, hebben ingezonden, bepaald, dat
in verband met art. 252 b van het Wetb.
van Strafv., gelijk het thans luidt, inge
volge de wet van 5 Juli igzi, voor alle
kantons van het aanhangig maken door
oproeping uitgesloten zijn de navolgen
de strafbare feiten
ie. die welke omschreven zijn en de
artikelen 436, 442, 444. 445, 448—450,
451 ter, 451 bis, 451 quater, 455, 457.
462—464, 46546S, 469472 van het
Wetb. van Strafrecht;
2e. die, welke strafbaar zijn gesteld
bij of krachtens de Boterwet, de Phos-
phor-luciferswet 1901, de Vuurwapenwet
1919 en de Warenwet (StbL 1919, no.
5S1)
3e. de overtredingen van keuren of
politieverordeningen van waterschappen,
veenschappen of veenpolders;
4e. die, welke zijn ontdekt door amb
tenaren, die niet behooren tot de justi
tie, de rijksveldwacht; het wapen der
Kon. marechaussee of de gemcente-po-
litie of door ambtenaren, die in parti
culieren dienst zijn.
Het Vaderland meldt nog, dat de op
roeping om voor den Kantonrechter te
verschijnen, ook de mededeeling aan
den delinquent bevat dat alt hij straf
vervolging wil voorkomen, hij zich
zoo spoedig mogelijk mondeling of
schriftelijk kan wenden tot den amb
tenaar van het openbaar ministerie
bij het kantongerecht om de voor
waarden te vernemen, waaronder dit
mogelijk is.
Men weet, zegt het blad, dat men
reeds volgens 't thans gekiende reoht
oen vervolging voor een overtreding,
waarop enkel boete als straf is gesteld
kan voorkomen door het maximum
de bedreigde boete te beialen. Het
daaraan ten grondslag liggende begin
sel wordt nu uitgebreid. Men zal zich
nu bij 't pariet kunnen vervoegen en
met den ambt en a ar van 't O. M. on
derhandelen over de onmiddellijke be
taling van een bedrag, door edzen vast
te stellen, desnoods ver beneden het
maximum.
Dat bedrag zal uit den aard der
zaak niet voel verschillen met de boe
te, die de kantonrechter gewoon is
voor een dergelijke overtreding op te
leggen, maar het voordeel zit aan
twee kanten. In de eerste plaats is de
overtreder gevrijwaard voor een be
handeling van zijn zaak Ier openbare
met innig welbehagen de sigaar aan
die ik hem presenteerde. Op con na
de laatste van de 25 fijne, die ik mij
zelf (want je moet jo vrouw nooit
sigaren laten koopen) vereerd heb op
mijn laatsten verjaardag.
„U heeft, als man van beschaving
en ontwikkeling, zeker wel eT.9 over
dit vraagstuk gedacht 1"
„Natuurlijk, natuurlijk," zei ik.
Wat moet je, als anan van beschaving
en ontwikkeling, andere zeggen I De
waarheid was, dat ik meer cepeinsd
had over middelen om een paar van
de bestaande belastingen xwijt te
raken.
„Nu dan", zei de .bezoeker en haal
de een zakboekje voor den dag, om
daar mijn geniale invallen in op te
schrijven.
„Wat zou u denken van. van
een Aanweaigiheidsbelasting?"
Mijn bezoeker keek mij vragend en
ietwat onzeker aan. „Aanwezig
haidsoelasting 1"
„Luister goed. Voor wie moet de
Staat geld uitgeven eii onkosten ma
ken? Natuurlijk voor degenen, die er
zijn. Niet meer voor dc dooden en
ook niet meer voor hen, die voor
goed vertrokken zijn, bijvoorbeeld
naar Amerika, Indië, Duitschland
of waar ook andere heen. Daar te-
hoeft de Staat niet meer voor te zor
gen. Er is dus alle redenen voor een
aan wezi gheidsJbelast i ng. Onverschil
lig in welke gemeente iemand woont,
als hij binnen de grenzen van Neder
land aanwezig is, moet hij betalen
of moet er voor hem betaald wor
den".
Mijn bezoeker keek ernstig en
knikte toen ©enige keeren achter el
kaar met zooveel nadruk, dat ik
bang werd voor den atlas én den
dranier waaruit, naar wij op school
leerden, ons halsgew richt bestaat.
Daarna maakte hij eenige aantee
keningen in zijn boekje.
„Alzoo, een anwezighoidsbelas-
ting. En zou dat een wisselend of
oen vast bedrag moeten wezen?"
„Vaste bedrogen," antwoordde ik,
op onderriohtenden toon, want met
groot genoegen merkte ik zijn be
langstelling op, „vaste bedragen be
terechtzitting, wat hem beslommering
en tijdverlies bespaart. En in de twee
de plaats wordt de kantonrechter, die
het toch al druk genoeg lie eft. bevrijd
van de behandeling vuu zoo'n dood
eenvoudig zaaikjo. Öok voor hem dus
winst.
Intusschen behoeft men geen ge
bruik te maken van de aldus gegeven
faciliteit en kan men er de voorkeur
aan geven z:jn zaak door den kanton
rechter behandeld te zien. Dat kan
b.v. het gevail zijn als men meent, dat
de verbalise erende ambtenaar niet in
zijn recht is geweest. De kantonrech
ter behandeld dus de zaak op den dag,
door de oproeping aangegeven en
heeft dan de bevoegdheid mondeling
vonnis tc vellen. Berust de overt reden-
dnar in, zoo kan hjj den volgenden
dag de boete bij de griffie betalen.
Maar hij mag ook vragen om een
schriftelijke veroordeeling, die hem
zoo spoedig mogelijk wordt uitgereikt.
Eindelijk vermeldt het Wad nog dat
niet elke verbaliseerende ambtenaar
de bevoegdheid heeft een oproeping
1 aan een overtreder aan te bieden. Die
vrijheid is n.l. niet toegekend aan
bijzondere ambtenaren of onbezoldig
de rijkveldwachters in particulieren
dienst. Wel dus aan politie-agenten,
rijksveldwachters en marechaussees.
EXCURSIE Men schrijft ons:
Onder leiding liunuer onderwijzere
maakten de leerlingen van den tuin
bouwwintercureuis, alhier op Don
derdag j.l. een excursie.
In <ien voormiddag werd te Leiden
de Rijksplantentuin met de verschil
lende kaeaen, o.a. de Victoria Regia-
kas, 'bezichtigd onder de deskundige
voorlichting van het personeel. Over
stelpend is daar het aantal planten
soorten uit alle deelen der wereld
biieeneébracht en de jongelieden, die
al eenig oog op de plantenwereld
krijgen, konden hun hart aan cén
vormenrijkdom ophalen. Na een
paar uur was men moe. Nu even
iets gebruikt en het gezelschap ver
trok naar Loosduinen, waar in den
middag gezien werden de reusachtige
complexen van ela-shuizen, waarin
als 't ware fabriekmatig groenten en
fruit worden geproduceerd. Teel sen
van kassen 50 M. lang, 10 JL breed,
en daarnaast of het ijsvelden waren,
groote oppervlakten overdekt met
broeiramen. In de kassen op Leden
snijboonen en tomaten, onder 't
platte glas meloenen. Al» bijzonder
heid werd nog bezichtigd een kwoe
ker ii met ettelijke kasseit vol Ken-
tia's, in Nederland iets buitenge
woons. Even nog een oogie in de
praclisch ingeriohte veilinggebou
wen en een bezoek aan een gewone,
maar goed gesorteerde bloemisterij
daarna trok het gezelschap naar
Scheveningen, in de hoop met een
strandwandeüne den dag te beslui
ten, maar toen kwam de regen en
dreef de reizigers in een snel tempo
naar tram on trein, waarmee ze
dankbaar aan allen, die lw-'rir.igen
en meegewerkt baden om d-jn tocht
mogelijk te maken, weer in Haarlem
aankwamen.
Binnenland
DE ELECTRISCHE SPOORWECEN
IN HET COOI.
De (Mederlajtdschc Veróemigiing
van Spoor- en Tramwegpersoneel
heeft aan den Minister van Water
staat een adres gezonden, waarin er
op aangedrongen wordt, het tot
standkomen der nieuwe Eleetrische
spoorwegl ijnen op het ontworpen
traoé te doen verhinderen. De bezwa
ren, tegen het plan, voortspruitende
uit zorg voor het natuurschoon, zijn
reeds veelvuldig geuit, ook o.a. in
het minderheids-rapport betreffende
deze Lijnen, van de heeren 11. I'oiak
en A. W. Weissman.
Adr. is van meening, dat de aan
leg der nieuwe lijnen bet financieel
tekort der Spoor- en Tramwegen nog
zal vergrooten. Uit een exploitatie-
oogpunt is de electrificatie der
stoomtram niet toe te juichen, daal
de dijn Amsterdam.BussurnHlil-
vereum te Bussum en Hilversum op
zeer ongunstige punten aankomt. Bij
niet-electrificatie der lijn Amster
dam—Amersfoort, gepaard gaande
met den aanieg van een loc-aal .oor-
staan practisch in belastingen niet.
Zij zijn altijd wisselendin zooverre,
dat ze voortdurend stijgen. Overi
gens, ik heb u eenmaal het denkbeeld
aan de hand gedaan, laat men zich
iiu in den Haag met de uitwerking
belasten."
„Ik dank u," zei hij ernstig. „Mijn
voorgevoel heeft mijdus Jiietbedrogen,
ik wist wel, dat ik bij u frireche
nieuwe denkbeelden vinden zou.
Mag ik vragenkunt u ntij 7,og an
dere belastingobjecten noemen
Het was, of ik plotseling ingevin
gen kreeg en zonder aarzelen zei ik:
„een luchtbelasting."
„LuchtbelastiDg V'
„Ja, luister eens goed. Een mensch
kan zonder ademhalen niet leven. Hij
februikt dus verscho lucht, zuurstof,
ie in oneindig groote hoeveelheid
voorhanden 13. Die wordt bent ge
schonken door de Natuur. Maar hoe
zou hij daarvan rustig gebruik kun
nen maken, wanneer allerlei mensche
lijke instellingen dat niet, mogelijk
maakten? Begrijpt u, waar ik heen
wil?"
Met de handen op zijn knieën, voor
overgebogen. met schitterende oogen.
keek hij mij aan. „Ik geloof dat ik
het vat, maar ga voort..."
„Voor de mogelijkheid om rustig en
onbelemmerd frissche lucht in tc
ademen moet belasting betaald wor
den. Naar den omvang van het ge
zin, ook naar den mnatschappclijken
welstand. Millioenen zijn daaruit te
halen...., maar wat doet u...
Hij was namelijk van zijn stoel op
gesprongen en luisterde met het oor
tegen dc kamerdeur. „Neem mij niet
kwalijk, ik meende uw hond aan dc
deur te hooren krabbelen, we zijn
toch wel alleen? Onze bespreking
moet strikt vertrouwelijk blijven..."
Juist op datzelfde oogenbiik werd
er hard aan dc (leur gescheld.
Ik hoorde daarna druk praten door
verschillende personen.
Mijn bezoeker scheen niet recht op
zijn gemak. Hij keek schuw naar de
deur.
Op eens werd er aan de kamerdeur
Onze Laeliliosk
A.Wat heb je? Je ziet er bedruk!
uit
B. Mijn vrouw is uit<r-.-caan vix zij
heeft geen parapluie bij zich-
A.Is dat alle») Zij kan toch wol
ergens in een winkel schuilen
B.Dat is het juiet! Dan krijg ik
later de rekening!
Z ijp gas.
Een niet al te snugger student
ontving privaatlessen ten huize van
zijn leeraar iu de natuurkunde. Des*
behandelde de verschillende soorten
van gassen. O.a. noemde hij op w»
teretofgas, lichtgas, rtoc'.gas.
Noemt u nu nog eens een soort
gas, vroeg hij den student. Deze
inoesi liet antwoord schuldig blijven.
We! m ij n gas. zc-ide (le lecraar.
O. ja. zei de student met een blij
gezicht van begrijpen, terwijl hij
naar 's leeraars brandende gaskroon
opkeek, u w gas.
ZijAls iii nu eens in 'nijn schoe
nen stond, wat zou je dan doen-?
Hij(met een blik op de schoe
nen) Gillen van pijn
weg AmsterdamHilversum, zielen
vele gemeenten, zooals Baam, Maar
tensdijk hierdoor niet geholpen
worden.
Electrificatie van de lijnen der
Gooische stoomtram zal reeds verbe
tering brengen, en wanneer dan te
vens uitvoering werd gegeven aai: <ie
reeds lang bestaande plannen inzake
electrificatie van dc spoorlijn Amers
foortAmsterdam en nieuwe ©la-
tionsbouw te Hilversum ïou onge
twijfeld volkomen in de erkcerv
moeilijkheden, waar die bestaan,
voorzien kunnen worden.
Volgens de uitspraken vail <iéJi
heer P. A. Arriens. eertijds Hoofd
ambtenaar der H. S. M. in het Ko
ninklijk Instituut van Ingenieurs
gedaan, zou deze electrificatie de
verkeerscapaciteiten aanzienlijk ver
sterken, terwijl de kosten oor kul st-
werken betrekkelijk gering zouden
zijn-
Dit laatste spruit o.a. voort usi .-et
feit. dat de onteigening van grond
langs de bestaande spoorlijn, gezien
de situatie en de eigendomsverhou
dingen, aanmerkelijk minder kosten
inet zich zullen brengen dan de
eventueele aanleg van de than© ont
worpen lijnen.
SNELHEIDSWAANZIN. Men leesi
in de „Asser Crt."
Het is Woensdag gebeurd, dicht bij
't station Gasselternijveen.
De uein uit Coevorden, die om 6 uur
namiddags te Gasselternijveen aan
komt, moet, even vóór de plaats waar
dc lijn Zuid-Noord en die Oost-West
ontmoet, een weg passcercr. Afsluiting
is daar niet. Wie zich op den weg be
vindt, moet den trein wel zien aanku-
Een auto Teed met snellen gang op
bedoelden -weg; richting Gasselterny.
veen. Dc locomotief van den trein liet
he; bekende geklingel hooren. De auto
reed door
Snel naderde de trein het kruïsings*
punt, snel gleed ook de auto daarheen.
Er kwam onrustige spanning in do
passagiers. Men vroeg zich af wat de
automobilist wilde? Een drietal mca-
schen scheen zich in den car te be
vinden.
Het leek schier onmogelijk, dat d*
auto het kruisingspunt eerder zou be
reiken dan de trein. De chauffeur ver*,
snelde zijn vaart.
Hét gevoel van hen, die net geval za
gen, werd van onrust tot angst.
De machinist waarschuwde. De chauf
feur reed door.
Een botsing scheen onvermijdelijk.
Daar kwam het beslissende oogen
biik Dc locomotief bereikte den
wegDe auto snorde er nog juist
vóór langs 1 Een paar meter nog dooi
dc locomotief gewonnen en het gevrees
de was gebeurd een botsing, een ver
nielde auto, misschien een deraillemea»
van den trein, misschien eenige doodex
of gekwetsten
Het waagstuk wekte even sensatie en
verontwaardiging. Van dc locomotief af
was het nummer van den auto geziea.
Gasselternijveen waarschuwde Stadska
naal. Zoo werd het mogelijk proces-vcr-
baal te maken.
hard geklopt. Op hetzelfde oogenbiik
4kwam een man met een streng ge
zicht binnen, die zich zonder op mij
te letten tot mijn bezoeker wendde.
„Komaan, van der Walst, het gesprek
heeft nu zeker_ wel lang genoeg ge
duurd. Mijnheer moet naar bed, het is
al laat, ga maar rustig met ons mee.
Jansen, kom maar binnen!" En voor
dat ik nog van mijn verwondering be
komen was, nam de tweede mijn be
zoeker mee. Hij ging heel gewillig,
na voor mij een uiterst beleefde bui
ging te hebben gemaakt.
„Mag jk weten..." vroeg ik gebie
dend, „wat dat allemaal be teekent?"
„Uw bezoeker is een zenuwlijder,
die vanavond ia gaan wandelen en
niet terugkwam. Het is zijn idee
fixc. dat hij dc financiën van Neder
land moet reddenwaarschijnlijk
heeft hij u een kaartje gegeven met
een mooien naam en titel ja, daar
zie ik het al liegen. De naam is be
dacht en de titel bestaat niet. Ik
hoop maar, dat. bij 11 niet lastie geval
len hoeft?"
„Wij hebben", zei ik stamelend,
„vrat gepraat over belastingen en
zoo".
„Ja, dt is zoo zijn hobby. Het spijt
mij, dat bij u lastig gevallen ishet
zal niet meer gebeuren". En met con
groet vertrok dc man.
Ik keerde naar de huiskamer terug
en antwoordde, op de verschrikte vra
gen van mijn huisgenooten. dat er
geen enkele reden voor ongerustheid
geweest was. Maar die twee nieuwe
belastingen van mij. denk ik, moeten
toch maar liever niet ingevoerd wor
den. En waarom de "complimentjes
mij zoo aangenaam aandeden, kan ik
in 't geheel niet meer begrijpen. Het
meeste leed lmb ik over de sigaar.
Op één na de laatste....
FIDELIO.