haarlem'S dagblad. ÜRubriek voor onze Jeugd
Uit de Wereld.
Raadseloplossingen
De Sint Nicolaaswedstrüd
Hst Onderhoekje
Feuilleton
REllFolrlck
Bficvsalins
Mijn lisve klaiaeschat...
De journaliste
CATIRDAG 16 SEPTEMBÉR 19£2 DERDE BLAD
"U1TDRUKKINCEN ONTLEEND AAN DE OUDHEID,
iemands levensdraad afsnijden. H et Hollandsche Tempé, Den
Parnassus bestijgen. De zangberg. Le Bois Saa-e.
den. Zij leidden daar een leven van
genot en weelde, werden aan de ta-
lel van Zeus gespijzigd met amlnozia
IEMANDS LEVENSDRAAD
AFSNIJDEN
In den Tartarus, d.i. dat deel der
Onderwereld, waai- volgens de Ouden
groote misdadigere eeuwigdurende
straffen moesten ondex-gaan, bevond
Kien een duistere speionk. Daar buis
dien de drie Parcen of schikgodinnen,
tusters, die een volstrekte heerschap
pij hadden over liet lot der stervelin
gen. Hesiodus noemde haar dochters
Aer Nachtgodin, waarschijnlijk om de
ondoorgrondelijke duisternis van het
menschel ijk lot voor te stellen; of ook
wel dochters van Zeus (Jupiter), den
oppersten god, en ITemus, de godin
dei gerechtigheid, ten einde een
denkbeeld te geven van haar macht
en liaar rechtvaardigheid. De oude
kunst stelde de Parcen voor onder
den vorm van godinnen met streng
gelaat en van hoogen ouderdom. In
den haar gewijden tempel te Corinlhe
droegen haar beelden witte met pur
per afgezette gewaden. Een van haar
droit m do hand een schaar, een
andere een spil, de derde een spin
rokken.
De drie Parcen waren Clotho, La-
chosis on" Atropos. De beide eerstee-
noemden begonnen 's menschen le
vensdraad en 6ponnen dien voort,
totdat, op het oogenbük, dat voor zijn
dood bestemd was, Atropos den
draad afsneed-
„Deze voorstelling wordt niet
dc Oudheid aangetroffen", zegt Dr.
Stoet in zijn „Nederlandsclie Spreek
woorden, Spreekwijzen, Uitdrukkin
gen en Gezegden", „doch dagteekent
uit den tijd der Renaissance." In ie
der geval Jcc.i zij' de verklaring, van
de uitdrukking: iemands le
vensdraad afsnijden, welke
bij ons sedert 1 7e eeuw in
zwang is-
Laat ik ten siouc nog opmerken,
dat Constantijn Huygens in zijn ge
dicht „nel liaagscli Voorhout" door
Clottio ue laak laat vervtülen, die
gewoonlijk wordt toegeschreven aan
Atropos. ln iiet begin van het ge
dicht webt hij de heden op, die ,„<lc
bochten van het gebulte wereldpad
onder allerhande lochten, over 't dro
ge, door het nat, begaan, berold, be
varen" hebben, die dus den geheelen
aardbol met al zijn -klimaten te land
sn ter "zee hebben beieisd. <«n ecu
In gedachtea terug te gaan naar do
plaatsen, die zij eenmaal bezocht
•hebben. Daarna moeten zij zeggen
of zij ergens ter wereld een zoo
schoon „Tempé" hebben aangetrof
fen als het „Bataafsche" (zoo noemt
hij "n.L het Haagsche Voorhout). Zal
men het dan zoeken, vraagt hij o.
in Parijs?
Sal ick dan terugge rijen
Naer de Fransche Scepter-stadt,
Naar de trotsdhe Parmerijen
(Tuilerieen)
En 6oo menig spitse pad, (ge
vaarlijk pad)
Eertijds moedig op de schreden,
(trotscli op)
Grootan Ilenriok, van uw' voet,
Eer hem G lo t h o dede treden
l)aar het al in treden'moet?
waar .alles etc.).
11 af HOLLANDSCHE TEMPé.
Tusschen de beide bergen Olympus
en Ossa in N.O. Thessalië stroomt de
rivier Peneus door een dal, dat in de
geheele oudheid beroemd was om
zijn liefelijk en tevens indrukwek
kend schoon. Het dal zelf is ont-
si n door aard bevinden. Eigenaardig
is weder de voorstelling der Ouden,
die in hun dichterlijke overleveringen
de natuurkrachten verpersoonlijkten.
Volgens de oude sage n.l. dankte het
Teiupe-dal zi;ii ontstaan aan Hercu-
l-es, die de bergen Olympus en Ossa,
welke vroeger één geheel vormden,
nil, elkaar zou gerukt hebben om de
rivier oen doortocht te verschaffen.
Zich nu eens vernauwend tol, een
bergkloof, grootseh als de Aares
scliluch-t in Zwitserland, dan wee:
zich verbreedend tot een groenende,
vruchtbare vlakte, vereenigde het in
zich de lieftalligheid van een rivier-
ia1/:: de trotsdie, verheven schoou-
*o- .au een bergkloof.
Nog thans dient de naam Tempe
tot aanduiding van een lustoord, een
landschap van onvergelijkelijke
schoonheid
DEN PARNASSUS BESTIJGEN.
Terwijl aan den voet van den
Olympus zich hot heerlijk Tempe-dal
uitstrekte, werd dc top bewoond
door Zeus (Jupiter) en de andere go-
en geciiröükt met nectar, Apono net
ziin- lier weerklinken en de bronnym
phen van den Oiympus (de Muzen)
zongen en dansten. De reuk der oiier-
dieren steeg van de aarde op en ver
vulde de Goden met vreugde. Maar
ook ernstige bezigheden namen liun
aandacht m beslag. Van den top van
den Olympus namen zij waar wal er
op aarde gebeurde en bestuurden de
Uieiischeiij&e lotgevallen.
Er waren ook andere bex-gen waai
de Muzen zich gaarne ophielden.
Tusschen de Gneksche landschap
pen. Doris en Phocis verheft zich een
woudgebergte, bekend onder den
naam Parnassur. In het hoogste ge
deelte daarvan verheft zich een berg,
eveneens Parnassus genaamd, zijn
dubbelen top tot een hoogte van
250(1 meter. Aan den voet groenden
oudtijds myrten, laurieren en olij
ven, het midden der hellingen was
bedekt met klimop, terwijl de top
schuil ging in bijna eeuwige sneeuw.
Deze berg was gewijd aan Apollo,
den god der; dichtkunst en de Muzen,
zijn zusters. Van daar de uitdrukking
den Parnassus bestijgen, d.i. de
dichtkunst beoefenen.
In de Nedcr'andsche poezie wordt
de Parnassus ook wel aangeduid on
der den naam Zangberg. In een
van -.zijn Puntdichten geeft Staling
aaai de beoefenaars der dichtkunst!
den volgenden raad:
Alcest., wilt gij den (Zangberg op?
Berijd een eigen paard, geen huur
knol haalt den top.
In de nabijheid van dep Parnassus
verhief zich bij de golf van Corinlhe
de berg Helicon. Ook deze berg
diende tot verblijfplaats der Muzen,
daar vond men ook de Ilypocrene of
Hengstebron, welker water dengene,
die er van dronk, de gave der poezie
gaf. In hot voorbijgaan zij vermeld,
dat de Franschen deze verblijfplaats
der Muzen noemen „het heilige
bosch (le Bois sacré) en dat zij met
dezen naam ook schertsenderwijze
aanduiden het Ministerie van Schoo-
ne Kunsten.
In een aardige scène van een 'blij
spel van dcnzelfden naam (Le Bois
Sacré) wil de Directeur in een rede,
die hij voornemens is uit te spreken,
de namen der negen muzen vermel
den, maar hij kent er maar twee. Op
handige wijze tracht hij nu, zonder
zijn onkunde te doen blijken, van zijn
hoogere ambtenaren de zeven andere
namen te weten te komen, maar op
het geheele departement is er nie
mand, die meer dan twee namen kent
en ongelukkigerwijze steeds dezelfde
twee als de Directeur. Niemand wist
hem te zeggen, dat de negen Muzen
zijn:
Cahiopé, de Muze van het Helden
dicht en den Heldenzang:
Clio, die der Geschiedenis;
Euterpe, die der Lyrische Poëzie;
Terpsichoré, de Muze van den dans;
Era to, die van den Minnezang en
de Mimiek;
Melpómené ,dic van het Treurspel;
Thalia, die van de landelijke Poezie
en liet Blijspel;
Polyhym'nia, die der aan de goden
gewijde Poëzie;
Urania, die der Sterrenkunde.
Zelfs tot op onzen tijd worden de
Muzen in beeld gebracht met de vol
gende attributen:
Calliope, met waschtafelen cn een
stift in de hand; Clio met oen papier-
rol; Euterpe met een fluit; Terpsi
chore met een lier; Melpomene met
het treurspel-masker en den klimop
krans; Tlialia met het blijspelmasker,
den herdersstaf en met klimop in de
haren; Urania met een globe.
Ter afwisseling bieden wij den le
zer een
PUZZLE
Hoe zal men hel aanleggen om met
55 gewichten, en niet meer dan 5. aUe
verschillend, het gewicht te bepalen
van ieder willekeurig vast lichaam
van 1 tot 100 kilogram.
Dozo raadsels z(jn ullo ingezonden door
jongens on meisjes, die „Voor Onze
Jougd'' lezen.
Iedere maand worden onder de beste
oplossers drie boeken in prachtband ver-
«iot.
1. (Ingez. door Zwaluw.)
Mjjn 1ste vindt men in steden en dor
pen. Mjja 2de vindt men aan het strand.
En mijn geheel is een knstplaatsje in
Noord-Holland.
2. (Ingoz. door de Koningin des Velds.)
Ik beu een spreekwoord van 33 letters.
1 2 31 is geen dochter.
20 21 22 23 24 25 doen muizen.
28 29 30 31 32 33 ia geen meisje.
26 27 is een lidwoord.
7 4 5 ligt tusschen borgen.
14 0 13 is een hemellichaam.
9 10 31 ig niet jong.
17 15 16 31 is oen vorm van gaan.
20 18 19 18 schrijfmateriaal.
5 3 G is niet vast.
8 13 is een boom.
Raadsels
12 ii
18
s 22 i
s 27 i
32.
-. (Ingez. door Korenfee.)
Ik ben een piaats in Engeland van 10
letters.
8 9 10 komt van 't varken.
4 5 6 9 is een meisjesnaam.
1 2 7 is een jong varkentje.
1 9 6 7 is vreesachtig.
9 3 4 is een lichaamsdeel.
4. (Ingez. door Johan de Wit.)
Vjjf letters noemen U oen Idced,
Dat allo mannen dragen.
Een 1 3 5 is stècdB goreed.
Tot trekken van oen wagon.
Een 2 4 5 dient in 't gezin,
Om cr wat op te hangen.
De 2 3 4 is zeker iets
Om niet naar te verlangen.
5. (Ingez. door Zonnetje.)
Met 1 ben ik een wild dier, met sn ben
ik wit. met m ben ik een vogel, met
ben ik een vrouw, met z ben ik een Ne
derlander.
6. (Iug^z. door Mientje Leaven.)
Mjjn geheel bestaat uit 2 woorden of
12 lotters en is de naam van een beken-
don Oranje-vorst uït de Yaderlandsehe
Geschiedenis.
1 7 4 is keukengereedschap.
0 8 10 12 is een knaagdier.
Door 2 8 10 11 kan men kjjken.
4 7 9 is een grappenmaker.
C 7 2 11 3 4 8 5 is een jongensnaam.
De raadseloplossingen der vorige week
zjjn:
1. Amsterdam.
2. Theedrinken.
3. Al regent het varkens, Jan Salie
krjjgt er geen borstel van.
4. Yacantie.
5. Rutger Jan Sbhimmolpenninck.
0. a. barbieren, b. bergketen, c. slak,
d. zeestorron, e. scllildorsozol, f. kometen,
Goede oplossingen ontvangen van:
Artsenet 3 Sehoomnaakstertje 3 Alleen
in 't nestje 3 Sluiervischje 4, Melatti 4
Kleine Zonnepit 6 Aster 5 Controleur 5
Kerstboompje 5 BlonJkopjo 5 Juffertje
in 't groen 5 Kosmos 5 Piuokkio 5 Jacob
Labeur 5 Zonneprinsesje 5 Aviatenr 4
Wildebras 5 Mies van Koot 5 4 Friso
5 Puarlvlinder 5 Dirk en Piet Oschatz 4
Karei V 5 De kleine Majoor Woelwater
5 Blockneua 3 Joha-i do Wit 5 Volendnm-
- „Hö, schrjjft U nu den Siut-Nieolans-
wodstrijd uit," is me van verschillende
kanten gevraagd.
Mjjn aanvankelijk plan was nog
veertien dagen te wachten. Mnar nu
regen tegen de' ruiten klettert en het
echt herfstachtig gaat worden, kan
me begrijpen, dat velen van jullie op de
vrjje middagen en vooral 's avonds ver
langen naar bezigheid. Dus wjj beginnen
aan den Siut-Nicolaaswodstrijd. Voor dc
oude Bubriekertjes beeft dit woord een
bekenden cn heerlijken klank. Wat ik
verder ga schrijven is dus in hoofdzaak
bestemd voor de Nieuwelingen.
Als ik Sint-Nieolaas zyu naam maar
noem, glunderen jullie snuitjes. Er ver
rijzen heerlijke banketwinkols met bergen
chocola en borstplaat, mooie speelgoed
winkels met peppen, spellen en timmer-
doozen. We denken - aan al de voorpret
van oen vorig jaar. De lucht zat vol ge-
heimzinnjgheden, die straks op den groe
ten avonj van 5 December ontpopt zul
len worden.
We weten hcelemaal niet meer, of het
toen regende of inooi weer wa? we -n
veel te veel vervuld van Vomer.de blijd
schap om op de weersgesteldheid te letten.
De dagen en weken voor Siut-Nicolaas
zijn eigenlijk de hcerlykste dagen van
bet jaar. Dat bezig zjjn voor anderen
maakt ons zelf zoo gelukkig. Dat is
nu ook het doel van onzen Sint-Nicolaas-
wedstrjjd: bezig zjjn voor anderen.
En die anderen kunnen niet de
winkels bewonderen, mogen misschien
niet eens proeven vun do hehrljjko zoo-
ternjjen uit de ban-ketwinkcls, kunnen
thuis geen Sint-Nicolaasfeesl viert
Weten jullie, wie ik bedoelt Ik denk
aan al die kinderen in onze ziekenhuizen.
die op 5 December in hun bedje liggen,
misschien hebben ze veel pjjn of voelen
zich boel ziek, wellicht zjjn ze ook bete
rende, maar één ding missen ze allen:
zjjn op dien heerlijken avond niet thuis.
Er zullen er wel bjj zjjn, die door
ouders en broertjes en zusjes goed be
dacht worden, maar er zjjn er ook, en 't
zjjn er heel velen, die weinig of niets
krygen. Vader heeft geen werk, 't ziek-
zyn hseft al zooveel geld gekost, of moe-
iveduwe en er zyu nog zooveel
mondjes, die om brood vragen.,
Wy, Bubnekertjes, maar ook zy, die
3g buiten de Rubriek staan, moeten
zorgen, dat geen enkel kind op de zalen
Haarlemsehe Ziekenhuizen op 5
December vergeten wordt.
Ik woet wel, dat we voel op ons ne
men, want we hebben voor 6 ziekenhuizen
to zorgen, n.l. voor St. Elisabeths Gast
huis, Maria Stichting, Diaconeesenhuis,
Bothosda-Sarepta, Meeronbosoh, Johan-
do Deo. Maar eendracht maakt macht.
Niemand is te oud, niemand is ook te
jong om aan dezen wedstryd mee te doen.
Ik denk aan mjjn lief S5 jarig oudje van
origc jaar, die zulke mooie rokjes
haakte en ik denk aan de 2-jarige Lncie,
paar mooie schoentjes weggaf,
omdat ze te Ijlein werden. Ook is me
mand te arm om mee te doen. Wat hjj
of zjj noodig heeft, kan in de Ruil-Ru-
"brick gevraagd worden en een legertje
van goede feeën, brengt hot my wel thuis.
Wat zullen we doen? Dat is alle ja-
n do groote vraag. Maak iets, waar je
lust in bobt en waar je bodroven in bent.
Het arbeidsveld is zoo boel groot.
Een heel nuttig iets is van'oud nieuw
maken. Knappe naaistertjes kunnen een
oud klcodiugstukjc omtooveren in een
Knappe knutselaars kunnen oud
speelgoed met wat bjj timmeren of bij-
weer goed bruikbaar maken. Oude
boekon kunnen bijgeplakt worden.
Dan staan er op veel zolders i
zaken, die prachtig voor ons doel ge
schikt zjjn. Van leege kisten kunnen pop-
pehliizen, stallen, winkels, kamers, pak
huizen, enz. gemaakt \wordcn.
Van leege doezen: wiegen, handwerk-
iloox.cn, spellen enz. Van wat restjes wol
kunnen dassen, jumpers, mutsen, truitjes
gebreid of gehaakt worden. Poppen
uit en aangekleed kunnen ^worden,
zijn ook altjjd welkom.
Je.begrijpt wel, dat ik nog veel meer
kan opsommen, maar jullie kunt het
zelf ook nog wel met honderd voorwerpen
aanvullen.
Kuu je niet tot een lx-sluit komen, dan
ben jk 's Woensdags altijd voor je te
Bpreken, van-'s morgens S tot 's avonds
Myu veteranen, die den leeftijdsgrens
bereikt hebben en niet meer meedoen
met dt i wedstrijden, roep ik nu op. Komt
Spoortjes, de Hollanderijes, Beb Poptie,
De Fortgens, de Busseetjes, de Smitjes,
de Geejes. en de Amcrsfoortsche fami-
Iio, het Trio, Tiekie, och ik zal maar uit-
sclioiden, want al noemde ik nog 25 oud
Rubrielcertjes, dan vergat ik er nog veel
Ik denk ook aan de vele vaders en moe
ders en belangstellenden, van wie ik zoo
vaak hartelyk schrijven mocht ontvan
gen. Wilt U het legertje vormen van
stille weldoeners, als we hout, verf, kis
ten, doozen, lappen, karton, wol t
noodig hebben.
Tot 30 November geef ik werktijd, dus
er kan rustig en daardoor netjes gewerkt
worden. Kleine stukken mag je by my be
zorgen, voorzien vnn naam en leeftijd.
Met groote stukken moet, wat de be
zorging betreft, gewacht worden tot ik
jullio-ons tentoonstelliugslokaai opnoem.
Dan kun je het daar zelf een plaatsje
geven.
Want we houden een tentoonstelling
en naar ik hoop van dit jaar een zeer
mooie en groote. Maar daarover- nader.
Later vertel ik jullie ook nog wel iets
van het prettige feest, (lat Haarlem's
Dagblad ons* dan als belooaing geeft. En
de pryzenf Ja, ook deze 2ullen een ver
rassing blijven tot Bint-Nicolaas in aan
tocht is.
boodschap. Ja, wel jammer, dat je wed-
strydcouraris verongelukt. Fietsen en
buiten spelen kan nog een poosje voort
duren. Maar voor zwemmen wordt het
te koud.
VOETBALLER. Ik hoop, dat ik je
lievelingswensch heb kunnen vervul
len. Wat een fyn hotel stond er op je
ansicht. Daar zou ik best. eens willen lo-
geeron. Jy ook niet?
MOEDERSKIND. Gofelieite-erc met
je prys van Floralia. Wat zal moeder hol
prettig vinden, dat ze zoo in de bloe
metjes gezet wordt. Groeit het w.tte
poesje goed? la die oude bromm-.rigc
poe9 haar moeder!
VEULEN. Hoe bevalt je den prji-J
vind het heel prettig, dat
eens kennis hebben gemaakt. Je floralin-
plantje mocht je zeker houden. Zoo'n he
liotrope ruikt zoo hcerlyk. Wat knap, dat
Mol zelf zoo'n heimaudje kon
Bevalt het goed op school?
KLEINE ZONNEPIT. Aan je
wensch heb ik voldaan.
MELATTI. Ben jy zoo bly, dat de
ucaatie om is? Ik deuk niet, dat c-r veel
zullen zijn, die je dat nazeggen. Je hebt
daar zeker een gezellig plaatsje naast Ba
in keltje. Zjjn al do Bubriekertjes over
gegaan?
••sLUIERVISCHJE. Zjjn jullie al
heelemaal op orde? Ik k«n me begrijpen,
dat je het stil vindt op het dorp. 't Is
natuurlijk heel iots anders dan het stads
leven. Toch leuk, dat je eenmaal in de
wc): naar Haarlem komt. Dat-is zeker
soort feestdag. Dezen schuilnaam
mag je houden.
HEIDEBLOEMPJE. 't Is niets erg,
als jo eens een keer met de raadsels over
slaat. Je avonden zyu wel druk bezet. De
eling zal by jou niet om het hoekje
komen gluren. Heb jo plezier gehad, teen
je vriendin Jopie jarig was? En wanneer
beu jy nu jarig? Knap zoo, dat je nu om
je n na in hebt gedacht.
ASTER. Zoo, dus je boodsohappeu-
cidje heeft goed haar werk verricht.
Hob je het boek al uit?
PAARLVLINDER. Krijg ik
volgende week een brief!
FRISO. Nummer 2 was nog al
moeilijk. Is de prys naar je zin? Ik kan
me voorstellen, dat er in Leiderdorp niet
veel tc zien was. Maar zoo'n dagje uit,
is ook wel eens prettig.
BLEEKNEUS. Het doet m<
gen, dat het boek in jo smaak valt. Heeft
ider het ook gelezen? 't Is niets erg,
of je eona een paar raadsels mist. Als
je trouw meedoet, heb jo aan 't eind van
do maand toch wel het voldoende aan
tal om te inogon meten. Een prettig
vooruitzicht, vaders verjaardag, 't Valt
net op Zaterdag, dus je kunt 's avond»
oen beetje later naar bod gaan.
WOELWATER. Hot spreekwoorden-
raadsel was moeilijk. Dat ben ik dadelyk
met je eens. Vond moedor je zoo woelig?
Jc bent zeker zoo'n soort barometer, dio
vooruit aankondigt, dat er stonr
til is.
DE KLEINE MAJOOR. Dat
weer een ouderweteohe gezellige brief.
In gedachten zag ik je daar met tante
in den Haag wandelen. Die waterpartij
was lieel leuk, maar toch ook heel nat.
Haar had je wel een leelyke verkoudheid
mee op kunnen loopen. Ik kan me voor»
stellen, dat de passagiers in den" tram
liever niet naast je kwamen zitten. Hoor
je nog wel eens wat van dat Hongair-
in meisje! Is die niet ziek geworiea
van ,t onvrijvrilligo bad! Je hebt heel
moois gezien en heel wat plezier gehad.
Groeten voor moeder.
JOILN DE WIT. Jo raadsels zjjn
goed.
MEVROUW E. S.—VAN PH. Ze-
I kor, uw opmerking ia juist. Hot is my
ontglipt. Leuk, dat Piet zoo trouw mee
doet.
W. BLOMBERG—ZEEMAN,
v. d. Vinuestraat 21rood.
W. DORREMAN, Tcylerplein 55, heeft
een lief zindelyk poesje.
PIET SPAANDER, Kampersingel 36,
wil een poesje weg geven. Het kan des
middags na 5 uur gehaald worden.
Brieven aan de Redactie van de Kin-
dor-Afdeeling moeten gezonden worden
aan Mevr. BLOMBERG-ZEEMAN, v. d.
V.nnestraat 21rood.
(In de bus gooien, zonder aanbellen).
VOLENDAALMER. Jc hebt maar
ecu besten verjaardag gohad. En 't aar
digste was, -dat je drie cadeaux zelf hebt
verdiend. Werkt je stoommachine fijn?
Ik heb van jou al weer geleerd, wat een
record-matador is. Kun je er al vee! fi
guren mee maken? Is de verfdoos ook al
In gebruik? Je zakmes en schaar draag
jo zeker aUe dagen, 't Dood me genoegen,
dat je je prys zoo mooi vondt. Nu ga je
zeker wat moois knutsolen vocjr onzen
Sint-Nicolaaswedstryd.
ALLEEN IN 'T NESTJE. Je raad.
sel ia goed. 'k Vond het leuk weer eens
wat van je te hooren. Je hebt maar heer-
lyk genoten. Maar nu i-s werken weer do
Haarlem, 16 Sept. 1922.
„Zeg, jongen, is dat nu balf negen
in den avond?" vroeg de oude majoor,
terwijl hij eenigszins ontstemd zijn
zoon, die zooeven van een lange zaken-
reis was thuisgekomen, aankeek,
majoor was op het punt van tijd heel
erg secuur. „Te vroeg" was hem e
onaangenaam als „te laat" en hij nam
het nu werkelijk zijn zoon kwalijk, d-xt
hij al om hall drie verscheen, terwijl
xiij geschreven had om haif negen te
komen.
„Ik kon gelukkig ter naar huis toe,
papa," antwoordde Frans haastig
luisterde aandachtig of hij in de an
dere kamer ook eenig geluid hoorde.
„Maar waar is Emmy toch:'
..Je vrouw?.... HmJa, jongen
lief!" zei dc majoor met een bedrukt
gezicht, dat niet veel goeds voorspelde.
„Wat is er, papa?" nep Frans en
greep zijn vader bij den schouder. „W:
is er gebeurd?"
„Iets heel naars, cu je zult het zoo
straks hooren, hoewel je door je
vroegde thuiskomst mij overrompeld
hebt."
„Houd mij toch niet zoo in spanning.'
1: ze ziek!Erg ziek?... Heeft ze
1 misschien een ongeluk gehad?"
Naar het Eiigelsch van
Mrs. C. N. WILLIAMSON.
7)
liet was een jong-meisje, niet veel
grooter dan oen kind, maar het ge
laat, dat wasbleek was, leek bijna op
dat van een oude vrouw.
Lucille dacht, dat het meisje was
blijven staan, oin haar excuus te
vragen voor haar onbeleefdheid, of
om haar te helpen, dc bloemen op to
rapen, maar toen het geen woord zei
en haar maar steecis bleef aanstu
ren, begon Lucille onwillekeurig zelf
cenige woorden van verontschuldi
ging te stamelen.
„Ik heb u toch niet bezeerd?" vroeg
ïij.
liet magere, strakke gezichtje ont
spande zich een weinig, terwijl de
bezitster er van als uit een droom
scheen te ontwaken.
„Bezeerd?" vroeg zij op doffen
toon. „Neen, ik geloof het niet. Ik
weet het niet. Ben ik tegen u aange-
loopen? Ik had u niet gezien".
Daarop keerde het magere figuur
tje in het zwart zich weer om en lico
langzaam naar boven.
Door eed plotselingen inval gedre
ven, riep Lucille: ..Wil u ook mis
schien een paar van mijn nloemen
hebben?"
Zij liep de vreemde enkele treden
achterna en duwde haar wat gele
bloemen in de hand, maar het won
derlijke schepseitjo gaf zich tea- nau-
wemood de moeite, ze aan te nemen.
Of het haar bedankt had, wist Lu
cille ook niet, hoewel zij haar wel
wat had hooren mompelen.
„Ik mag lijden, dat de andere be
woners van 't pension niet allemaal
zoo vreemdsoortig zijn", zei Lucille
tot zichzelf. „Ik geloof niet, dat ik
lafhartig van aard ben, maar als ilc
meer zulke ontmoetingen had. zou ik
vast en zeker last van mijn zenuwen
krijgen. Ik hoop maar, dat ik gauw
werk vind, om mijn gedachten wat
af te leiden, want het is hier geen
omgeving voor iemand, die niets
doet".
Terwijl zij haar bloemen sohikte en
daarna haar lunch gebruikte, die
door juffrouw Winch op zeer eieren-
aardige wijze was' toebereid, dacht
zij telkens weer aan. het meisje met,
het bleeko gezichtje en de vreemde
wezenlooze oogen. Zou zij niet goed
bij het hoofd zijn of liod zii ver
driet?
„Ze is er waarschijnlijk nog min
der goed aan toe dan ik", dacht Lu-
Papa schudde inet onheilspellend g#
zicht het hoofd.
„Nee jongen, het is veel erger!..
Je vrouw bedriegt je."
„Onmogelijk! U vergist zich! Dat if
niet waar! Dat zal ik oooit en nooit ge-
looven!" riep de jonge man ontsteld
„Het kwam mij ook ongelooflijk voor,
Je weet, dat ik altijd een beetje tcgei
dat huwelijk geweest ben, van het too
nee! komt over het algemeen niet veel
goeds. Zoodra ik ictj bemerkte, heb ik
de hulp ingeroepen van een vertrouwd
detective-bureau
„Maar vader!" steunde de zoon, d'«
geheel ontdaan was over de maatre
gelen tegen zijn vrouwtje.
„Kalm maar! Ik ücb bet zoo voor
zichtig mogelijk aangepakt. Ik ben
naar den directeur van „Het open oog"'
gegaan en heb hem gevraagd om zij»
meest vertrouwden detective. Ik beb
dezen op zijn eerewoord la:tn beloven,
dat hij niet zou trachten achter den
naam van de dame te komen. wiet
gangen hij moest nagaan. Jc begrijpt,
ik wil er geen gcpraai over hebben."
„Zou de man zich-daaraan houden?"
„Ik geloof het wel, maar bovendien,
in de zeak verandert het niets! Air
je vrouw je bedriegt, dan ben je ah
echtgenoot verplicht
„Maar papa," viel Frans hem ia de
rede, „hoe bent u in 's hemelsnaam op
de gedachte gekomen. Van de hecle
geschiedenis geloof ik .niets. Mijn
vrouw is een zoo nobel, hoogstaand
wezentje, dat, al was ze in plaats van
drie maanden, dertig jaar op de plan
ken geweest, dan zou ze zich nog niet
verlagen tot iets slechts!"
„Zooals alle menschen, die verliefd
zijn, ben jij ook blind. Dank zij myn
oude, scherpe soldatcnoogen ben ik
achter haar onwaardige handelingen
gekomen. En als jij niet je maatrege
len zou willen nemen, dan zou ik mij
genoodzaakt zien. uit je huis te trek
ken en op mij zelf te gaan wonen I"
antwoordde dc oude streng.
„Ik wil eerst alles hooren I Vertelt
u dus alstublieft!"
„HmmHet viel mij op, dat
jc vrouw geregeld 's middags naar de
stad ging, hoewel ze dat vroeger nooit
deed, zelfs de vorige week Dinsdag,
toen ze verscheidene werklui in huia
had, die ze aanwijzingen moest 'geven,
ging ze toch weg. Toevallig moest k
dien middag op het politiebureau zijn.
Terwijl ik daar zoo voor het raam sta
en naar buiten kijk, zie ik je vrouw
uit het postkantoor komen. Ik^ denk
nog niets kwaads, tot ik zie, dat ze
staan blijft, een brief openmaakt e?
hem midden op straat gaat staan le
zen." Hier wachtte de majoo- even, om
meer indruk te maken en dc woorden
goed op zijn zoon te laten inwerken.
Frans zweeg, maar zijn bedrukte ge-
zicht klaarde langzaam op.
„Een brief, dien zij van hei postkan-
toor haalt!" ging de oude voort. „Wal
heeft de vrouw van je zoon met brieve»
poste-restante tc maken?" vloog hel
mij door het hoofd. Daarbij kon ik zieD
dat licl lezen van den brief haar ge
noegen deed. Zc keek zoo biij en zoo
'gelukkig!"
Een blijde uitdrukking gleed over hel
gezicht van den jongen echtgenoot.
„Is dat alles, papa?" vroeg hii, ter-
..'ijl hij een beetje verlegen aan zijn
bruine snor draaide.
„Alles?! Je schijnt de zaan nog a'
luchtig op te nemen, mijn zoon?" ver
weet hein de majoor gepikeerd.
„Waarom zou mijn vrouw geen brie
ven poste-restante mogen ontvangen,
^at pteitig -vindt?" vroeg dc
zoon.
„Dat dacht ik eerst ook,' gaf de
oude heer toe, „ik vroeg daarom aan
tafel of ze 's middags misschien op
het postkantoor geweest was en postze
gels had meegebracht. Ze schrok en zei
toen neen. Twee dagen tater weer het
zelfde spelletje. Ik vond dat zoo ver
dacht, cat ik de hulp van een delec-
tive-bareau inriep. Het heefi mij wel
veel geld gekos:, maar ik had al des
avonds antwoord..—"
„Ahgaf men u de bewijzen dat
Emmy.
Indirect: ja! Het is dea detective
gelukt om over haar ;choude.- een bliV
in den brief te werpen!"
„Ja? En?"
„Hij heeft het opschrift gelezen!"
„Werkelijk?"
„En wat denk je, da- er boven
stond?"
De majoor wachtte weer even om
meer indruk tc maken, tocu kwam ei
met donderende stem woord vooi
woord, heel langzaam uit: „Mijn lie
ve kleine s c h a 11"
„Hm!" mompelde de jonge echtge
noot, terwijl hij langs zijn vader heer
een beetje verlegen den tu.n in keek
„Mijnlieve. kleine
scha tl" heihaalde de mzjoor nog
eens met dreigende stem.
„Kan de brief niet van een vriendin
geweest zijn?" vroeg dc zoon, merk
baar verlicht.
„Ben je nu heelemaal niet wijs?'1
maakte dc majoor zich nydig. „Je
wilt niet zien, wa'. zoo klaar is als
de dag. .Maai dat had ik al voorzien en
daarom hebben wc be noten tot een
maatregel, die eige^üjk niet heele
maal wettelijk is. We zijn besloten om
cille. „Ik bezit ten minste nog- ruim
twintig pond en zeifs al vind ik niet
dadelijk werk, dan kan ik daar toch
nog verscheidene weken van leven.
Om drie uur. trok Lucille een aardi
ge, hoewel eenvoudige japon aan, die
zij voor haar vertrek in New York
had laten maken en met een bosje
violettes cle Parine in haur ceintuur
verliet zij haar kamers, om een wen-
delingetjo te gaan maken. Het was
heerlijk lonteweer, en zelfs in Blooms
bury was de hemel helder blauw en
vertelde de Zuidenwind van de tos-
sclien, waar hii door heen was ge
gaan en de bloemen, die hij gezien
had. Ergens in de verte speelde een
troepje muzikanten sentimenteele
wijsjes, en aan alle kanten hoorde
men het slraalgerocp der Londensche
venters.
Het bloed begon I.ucille wat snel
ler door de aderen te strooinen. De
hoop herleefde wger in haar hart.
Wie weet, wat voor heerlijks haar
nog in de toekomst wachtte'
Juist wilde zii de straatdeur uit
gaan, toen zij verschrikt bleef staan
bij het hooren van de stem van juf
frouw Wlnck, die op sclirillen toon
het dienstmeisje toeriep:
„Sara. ga dadelijk een politieagent
halen. Dat ellendige schepsel van de
derde verdieping heeft der eigen xaD
kant willen maken!"
Lucille'e hart begon heftig te klop-
pen. Zij sloot haastig de straatdeur
en voordat ze wist. wat z© deed, l.ad
zij Sara bij den arm gevat en haar
verzocht nog even te wachten.
„Misschien vergist juffrouw Winch
zich wei", zeide zij, ..en bedoelt zij.
dat je een dokter moet halen'
Zij begreep, dat „dat schepsel"
niemand anders kon zijii dan hei
bleeko meisje met de wezenlooze
oogen. Natuurlijk ging de zaak haar
niet aan, maar hei was haar onmo
gelijk, juffrouw Winch haar gang te
laten gaan.
Sara, die zulk een gebeurtenis
eigenlijk een prachtige afleiding
vond in haai- kleurloos bestaan, en
die veel liever om een politie-agent
dan om een dokter was gegaan, iiet
zich door een shilling, die Lucille
haar in de hand stopte, overhalen,
oni nog even ie wachten. Lucille snel
de de trappen op en kwam in de bo
vengang reeds juffrouw Winch te
gen. Deze, die. gemeend had. dat er
geen van haar commensalen thuis
was, en nu boos was, dat Lucille
haar gehoord had en misschien op
slaq zou willen verhuizen, zei haas
tig:
„Komt n maar liever niet naar bo
ven, juffrouw. Het is niets voor u.
Als ik geweten had, dat u thuis was,
had ik mijn mond gehouden. Als u
nu maar uw kamerdeur dicht houdt,
zal ik zorgen, dat u er zoo weinig
mogelijk van merkt".
Hoewël juffrouw Winch nu op sni-
kerzoeten toon sprak, was haar ge
laat vertrokken van nijd, en vertoon
don haar wangen roode vlekken nm
opwinding.
I-uciüe schonk nauwelijks aandacht
aan haar woorden.
„Is het dat bleeke, jonge meisje in
di j armoedige, zwarte japon?" vroeg
zij-
„Ju", zei juffrouw Winch, „maar
nu mag ik mijn d niet langer vei-
pruten. Sara, w..i iieteekent dat? Ben
jo nog niet om een politie-agent ge
gaan?"
Lucille besloot diplomatisch op te
treden.
..Als ik u was", zeide zij, „zou ik
nie» om de politie sturen. Het zcu
zoo'n opzien baren, én a!s het meisje
ten minst© niet sterft, behoeft nie
mand dan wij beiden er iets vnn te
weten".
„Sterven? Het lijkt er wat naar",
zei juffrouw Winch op scherpen toon
„Ik geloof, dat z© het alleen gedaan
heeft, om mii aan het schrikken te
malton. Daarr doe ik me de deur open,
om solioone handdoeken neer te leg
gen (want. al betaalt^ze me nooit op
tijd, ze krijgt van me* wat z© heflh-n
moet) en daar zie ik me al dat bloed
Het had mijn dood wel kunnen we
zen. want mijn hart is erg zwak en
ecu pijn in mijn zij. dal ik altild
heb Ik wist niet eens, dat z© op haar
kamer was, want anders is ze uiloen
maar Zaterdags thuis. Mijn karpet
ziet er uil, dat het een schande is.
Had ze, als zo zich dan toch van kant
wou maken, liever wat vergif geno
men, dut maakt ten minsta n.et zoo'n
rommel, klaar neen, daar was ze me
bezig met ©en groote, roestige schaar
haar hals door te snijden".
„O, houdt u toch opl" riep Lucille
suieekend uit, terwijl zij onwillekeu
rig de handen voor do ooren nicld.
„Maakt u zich maar niet overstuur,
juffrouw. Als zc nog loopen kan, zal
ik niet om de poliLic sturen en hour
alleen buiten de deur zetten, maar'
„O. w acht u nog even, laat ik ccret
naar haar toegaan en met haar sjirc
ken".
Lucille* deed, terwijl zij dit zei, e*-r»
stap in de richting van dc trap. Juf
frouw Winch kwam dadelijk achter
haar aan.
,,-Vls ik u was, deed ik het niet,
juffrouw", zeide zij. „U valt vast cn
zeker van u zelf, nis u het ziet".
Maar Lucille was al op het boven-
portaal en duwde een deur, die reed?
op een kier 6lond, wat meer open.
(Wordt vervolgd).