haarlem'S dagblad. ÜRubriek voor onze Jeugd Uit de Wereld. Raadseloplossingen De Sint Nicolaaswedstrüd Hst Onderhoekje Feuilleton REllFolrlck Bficvsalins Mijn lisve klaiaeschat... De journaliste CATIRDAG 16 SEPTEMBÉR 19£2 DERDE BLAD "U1TDRUKKINCEN ONTLEEND AAN DE OUDHEID, iemands levensdraad afsnijden. H et Hollandsche Tempé, Den Parnassus bestijgen. De zangberg. Le Bois Saa-e. den. Zij leidden daar een leven van genot en weelde, werden aan de ta- lel van Zeus gespijzigd met amlnozia IEMANDS LEVENSDRAAD AFSNIJDEN In den Tartarus, d.i. dat deel der Onderwereld, waai- volgens de Ouden groote misdadigere eeuwigdurende straffen moesten ondex-gaan, bevond Kien een duistere speionk. Daar buis dien de drie Parcen of schikgodinnen, tusters, die een volstrekte heerschap pij hadden over liet lot der stervelin gen. Hesiodus noemde haar dochters Aer Nachtgodin, waarschijnlijk om de ondoorgrondelijke duisternis van het menschel ijk lot voor te stellen; of ook wel dochters van Zeus (Jupiter), den oppersten god, en ITemus, de godin dei gerechtigheid, ten einde een denkbeeld te geven van haar macht en liaar rechtvaardigheid. De oude kunst stelde de Parcen voor onder den vorm van godinnen met streng gelaat en van hoogen ouderdom. In den haar gewijden tempel te Corinlhe droegen haar beelden witte met pur per afgezette gewaden. Een van haar droit m do hand een schaar, een andere een spil, de derde een spin rokken. De drie Parcen waren Clotho, La- chosis on" Atropos. De beide eerstee- noemden begonnen 's menschen le vensdraad en 6ponnen dien voort, totdat, op het oogenbük, dat voor zijn dood bestemd was, Atropos den draad afsneed- „Deze voorstelling wordt niet dc Oudheid aangetroffen", zegt Dr. Stoet in zijn „Nederlandsclie Spreek woorden, Spreekwijzen, Uitdrukkin gen en Gezegden", „doch dagteekent uit den tijd der Renaissance." In ie der geval Jcc.i zij' de verklaring, van de uitdrukking: iemands le vensdraad afsnijden, welke bij ons sedert 1 7e eeuw in zwang is- Laat ik ten siouc nog opmerken, dat Constantijn Huygens in zijn ge dicht „nel liaagscli Voorhout" door Clottio ue laak laat vervtülen, die gewoonlijk wordt toegeschreven aan Atropos. ln iiet begin van het ge dicht webt hij de heden op, die ,„<lc bochten van het gebulte wereldpad onder allerhande lochten, over 't dro ge, door het nat, begaan, berold, be varen" hebben, die dus den geheelen aardbol met al zijn -klimaten te land sn ter "zee hebben beieisd. <«n ecu In gedachtea terug te gaan naar do plaatsen, die zij eenmaal bezocht •hebben. Daarna moeten zij zeggen of zij ergens ter wereld een zoo schoon „Tempé" hebben aangetrof fen als het „Bataafsche" (zoo noemt hij "n.L het Haagsche Voorhout). Zal men het dan zoeken, vraagt hij o. in Parijs? Sal ick dan terugge rijen Naer de Fransche Scepter-stadt, Naar de trotsdhe Parmerijen (Tuilerieen) En 6oo menig spitse pad, (ge vaarlijk pad) Eertijds moedig op de schreden, (trotscli op) Grootan Ilenriok, van uw' voet, Eer hem G lo t h o dede treden l)aar het al in treden'moet? waar .alles etc.). 11 af HOLLANDSCHE TEMPé. Tusschen de beide bergen Olympus en Ossa in N.O. Thessalië stroomt de rivier Peneus door een dal, dat in de geheele oudheid beroemd was om zijn liefelijk en tevens indrukwek kend schoon. Het dal zelf is ont- si n door aard bevinden. Eigenaardig is weder de voorstelling der Ouden, die in hun dichterlijke overleveringen de natuurkrachten verpersoonlijkten. Volgens de oude sage n.l. dankte het Teiupe-dal zi;ii ontstaan aan Hercu- l-es, die de bergen Olympus en Ossa, welke vroeger één geheel vormden, nil, elkaar zou gerukt hebben om de rivier oen doortocht te verschaffen. Zich nu eens vernauwend tol, een bergkloof, grootseh als de Aares scliluch-t in Zwitserland, dan wee: zich verbreedend tot een groenende, vruchtbare vlakte, vereenigde het in zich de lieftalligheid van een rivier- ia1/:: de trotsdie, verheven schoou- *o- .au een bergkloof. Nog thans dient de naam Tempe tot aanduiding van een lustoord, een landschap van onvergelijkelijke schoonheid DEN PARNASSUS BESTIJGEN. Terwijl aan den voet van den Olympus zich hot heerlijk Tempe-dal uitstrekte, werd dc top bewoond door Zeus (Jupiter) en de andere go- en geciiröükt met nectar, Apono net ziin- lier weerklinken en de bronnym phen van den Oiympus (de Muzen) zongen en dansten. De reuk der oiier- dieren steeg van de aarde op en ver vulde de Goden met vreugde. Maar ook ernstige bezigheden namen liun aandacht m beslag. Van den top van den Olympus namen zij waar wal er op aarde gebeurde en bestuurden de Uieiischeiij&e lotgevallen. Er waren ook andere bex-gen waai de Muzen zich gaarne ophielden. Tusschen de Gneksche landschap pen. Doris en Phocis verheft zich een woudgebergte, bekend onder den naam Parnassur. In het hoogste ge deelte daarvan verheft zich een berg, eveneens Parnassus genaamd, zijn dubbelen top tot een hoogte van 250(1 meter. Aan den voet groenden oudtijds myrten, laurieren en olij ven, het midden der hellingen was bedekt met klimop, terwijl de top schuil ging in bijna eeuwige sneeuw. Deze berg was gewijd aan Apollo, den god der; dichtkunst en de Muzen, zijn zusters. Van daar de uitdrukking den Parnassus bestijgen, d.i. de dichtkunst beoefenen. In de Nedcr'andsche poezie wordt de Parnassus ook wel aangeduid on der den naam Zangberg. In een van -.zijn Puntdichten geeft Staling aaai de beoefenaars der dichtkunst! den volgenden raad: Alcest., wilt gij den (Zangberg op? Berijd een eigen paard, geen huur knol haalt den top. In de nabijheid van dep Parnassus verhief zich bij de golf van Corinlhe de berg Helicon. Ook deze berg diende tot verblijfplaats der Muzen, daar vond men ook de Ilypocrene of Hengstebron, welker water dengene, die er van dronk, de gave der poezie gaf. In hot voorbijgaan zij vermeld, dat de Franschen deze verblijfplaats der Muzen noemen „het heilige bosch (le Bois sacré) en dat zij met dezen naam ook schertsenderwijze aanduiden het Ministerie van Schoo- ne Kunsten. In een aardige scène van een 'blij spel van dcnzelfden naam (Le Bois Sacré) wil de Directeur in een rede, die hij voornemens is uit te spreken, de namen der negen muzen vermel den, maar hij kent er maar twee. Op handige wijze tracht hij nu, zonder zijn onkunde te doen blijken, van zijn hoogere ambtenaren de zeven andere namen te weten te komen, maar op het geheele departement is er nie mand, die meer dan twee namen kent en ongelukkigerwijze steeds dezelfde twee als de Directeur. Niemand wist hem te zeggen, dat de negen Muzen zijn: Cahiopé, de Muze van het Helden dicht en den Heldenzang: Clio, die der Geschiedenis; Euterpe, die der Lyrische Poëzie; Terpsichoré, de Muze van den dans; Era to, die van den Minnezang en de Mimiek; Melpómené ,dic van het Treurspel; Thalia, die van de landelijke Poezie en liet Blijspel; Polyhym'nia, die der aan de goden gewijde Poëzie; Urania, die der Sterrenkunde. Zelfs tot op onzen tijd worden de Muzen in beeld gebracht met de vol gende attributen: Calliope, met waschtafelen cn een stift in de hand; Clio met oen papier- rol; Euterpe met een fluit; Terpsi chore met een lier; Melpomene met het treurspel-masker en den klimop krans; Tlialia met het blijspelmasker, den herdersstaf en met klimop in de haren; Urania met een globe. Ter afwisseling bieden wij den le zer een PUZZLE Hoe zal men hel aanleggen om met 55 gewichten, en niet meer dan 5. aUe verschillend, het gewicht te bepalen van ieder willekeurig vast lichaam van 1 tot 100 kilogram. Dozo raadsels z(jn ullo ingezonden door jongens on meisjes, die „Voor Onze Jougd'' lezen. Iedere maand worden onder de beste oplossers drie boeken in prachtband ver- «iot. 1. (Ingez. door Zwaluw.) Mjjn 1ste vindt men in steden en dor pen. Mjja 2de vindt men aan het strand. En mijn geheel is een knstplaatsje in Noord-Holland. 2. (Ingoz. door de Koningin des Velds.) Ik beu een spreekwoord van 33 letters. 1 2 31 is geen dochter. 20 21 22 23 24 25 doen muizen. 28 29 30 31 32 33 ia geen meisje. 26 27 is een lidwoord. 7 4 5 ligt tusschen borgen. 14 0 13 is een hemellichaam. 9 10 31 ig niet jong. 17 15 16 31 is oen vorm van gaan. 20 18 19 18 schrijfmateriaal. 5 3 G is niet vast. 8 13 is een boom. Raadsels 12 ii 18 s 22 i s 27 i 32. -. (Ingez. door Korenfee.) Ik ben een piaats in Engeland van 10 letters. 8 9 10 komt van 't varken. 4 5 6 9 is een meisjesnaam. 1 2 7 is een jong varkentje. 1 9 6 7 is vreesachtig. 9 3 4 is een lichaamsdeel. 4. (Ingez. door Johan de Wit.) Vjjf letters noemen U oen Idced, Dat allo mannen dragen. Een 1 3 5 is stècdB goreed. Tot trekken van oen wagon. Een 2 4 5 dient in 't gezin, Om cr wat op te hangen. De 2 3 4 is zeker iets Om niet naar te verlangen. 5. (Ingez. door Zonnetje.) Met 1 ben ik een wild dier, met sn ben ik wit. met m ben ik een vogel, met ben ik een vrouw, met z ben ik een Ne derlander. 6. (Iug^z. door Mientje Leaven.) Mjjn geheel bestaat uit 2 woorden of 12 lotters en is de naam van een beken- don Oranje-vorst uït de Yaderlandsehe Geschiedenis. 1 7 4 is keukengereedschap. 0 8 10 12 is een knaagdier. Door 2 8 10 11 kan men kjjken. 4 7 9 is een grappenmaker. C 7 2 11 3 4 8 5 is een jongensnaam. De raadseloplossingen der vorige week zjjn: 1. Amsterdam. 2. Theedrinken. 3. Al regent het varkens, Jan Salie krjjgt er geen borstel van. 4. Yacantie. 5. Rutger Jan Sbhimmolpenninck. 0. a. barbieren, b. bergketen, c. slak, d. zeestorron, e. scllildorsozol, f. kometen, Goede oplossingen ontvangen van: Artsenet 3 Sehoomnaakstertje 3 Alleen in 't nestje 3 Sluiervischje 4, Melatti 4 Kleine Zonnepit 6 Aster 5 Controleur 5 Kerstboompje 5 BlonJkopjo 5 Juffertje in 't groen 5 Kosmos 5 Piuokkio 5 Jacob Labeur 5 Zonneprinsesje 5 Aviatenr 4 Wildebras 5 Mies van Koot 5 4 Friso 5 Puarlvlinder 5 Dirk en Piet Oschatz 4 Karei V 5 De kleine Majoor Woelwater 5 Blockneua 3 Joha-i do Wit 5 Volendnm- - „Hö, schrjjft U nu den Siut-Nieolans- wodstrijd uit," is me van verschillende kanten gevraagd. Mjjn aanvankelijk plan was nog veertien dagen te wachten. Mnar nu regen tegen de' ruiten klettert en het echt herfstachtig gaat worden, kan me begrijpen, dat velen van jullie op de vrjje middagen en vooral 's avonds ver langen naar bezigheid. Dus wjj beginnen aan den Siut-Nicolaaswodstrijd. Voor dc oude Bubriekertjes beeft dit woord een bekenden cn heerlijken klank. Wat ik verder ga schrijven is dus in hoofdzaak bestemd voor de Nieuwelingen. Als ik Sint-Nieolaas zyu naam maar noem, glunderen jullie snuitjes. Er ver rijzen heerlijke banketwinkols met bergen chocola en borstplaat, mooie speelgoed winkels met peppen, spellen en timmer- doozen. We denken - aan al de voorpret van oen vorig jaar. De lucht zat vol ge- heimzinnjgheden, die straks op den groe ten avonj van 5 December ontpopt zul len worden. We weten hcelemaal niet meer, of het toen regende of inooi weer wa? we -n veel te veel vervuld van Vomer.de blijd schap om op de weersgesteldheid te letten. De dagen en weken voor Siut-Nicolaas zijn eigenlijk de hcerlykste dagen van bet jaar. Dat bezig zjjn voor anderen maakt ons zelf zoo gelukkig. Dat is nu ook het doel van onzen Sint-Nicolaas- wedstrjjd: bezig zjjn voor anderen. En die anderen kunnen niet de winkels bewonderen, mogen misschien niet eens proeven vun do hehrljjko zoo- ternjjen uit de ban-ketwinkcls, kunnen thuis geen Sint-Nicolaasfeesl viert Weten jullie, wie ik bedoelt Ik denk aan al die kinderen in onze ziekenhuizen. die op 5 December in hun bedje liggen, misschien hebben ze veel pjjn of voelen zich boel ziek, wellicht zjjn ze ook bete rende, maar één ding missen ze allen: zjjn op dien heerlijken avond niet thuis. Er zullen er wel bjj zjjn, die door ouders en broertjes en zusjes goed be dacht worden, maar er zjjn er ook, en 't zjjn er heel velen, die weinig of niets krygen. Vader heeft geen werk, 't ziek- zyn hseft al zooveel geld gekost, of moe- iveduwe en er zyu nog zooveel mondjes, die om brood vragen., Wy, Bubnekertjes, maar ook zy, die 3g buiten de Rubriek staan, moeten zorgen, dat geen enkel kind op de zalen Haarlemsehe Ziekenhuizen op 5 December vergeten wordt. Ik woet wel, dat we voel op ons ne men, want we hebben voor 6 ziekenhuizen to zorgen, n.l. voor St. Elisabeths Gast huis, Maria Stichting, Diaconeesenhuis, Bothosda-Sarepta, Meeronbosoh, Johan- do Deo. Maar eendracht maakt macht. Niemand is te oud, niemand is ook te jong om aan dezen wedstryd mee te doen. Ik denk aan mjjn lief S5 jarig oudje van origc jaar, die zulke mooie rokjes haakte en ik denk aan de 2-jarige Lncie, paar mooie schoentjes weggaf, omdat ze te Ijlein werden. Ook is me mand te arm om mee te doen. Wat hjj of zjj noodig heeft, kan in de Ruil-Ru- "brick gevraagd worden en een legertje van goede feeën, brengt hot my wel thuis. Wat zullen we doen? Dat is alle ja- n do groote vraag. Maak iets, waar je lust in bobt en waar je bodroven in bent. Het arbeidsveld is zoo boel groot. Een heel nuttig iets is van'oud nieuw maken. Knappe naaistertjes kunnen een oud klcodiugstukjc omtooveren in een Knappe knutselaars kunnen oud speelgoed met wat bjj timmeren of bij- weer goed bruikbaar maken. Oude boekon kunnen bijgeplakt worden. Dan staan er op veel zolders i zaken, die prachtig voor ons doel ge schikt zjjn. Van leege kisten kunnen pop- pehliizen, stallen, winkels, kamers, pak huizen, enz. gemaakt \wordcn. Van leege doezen: wiegen, handwerk- iloox.cn, spellen enz. Van wat restjes wol kunnen dassen, jumpers, mutsen, truitjes gebreid of gehaakt worden. Poppen uit en aangekleed kunnen ^worden, zijn ook altjjd welkom. Je.begrijpt wel, dat ik nog veel meer kan opsommen, maar jullie kunt het zelf ook nog wel met honderd voorwerpen aanvullen. Kuu je niet tot een lx-sluit komen, dan ben jk 's Woensdags altijd voor je te Bpreken, van-'s morgens S tot 's avonds Myu veteranen, die den leeftijdsgrens bereikt hebben en niet meer meedoen met dt i wedstrijden, roep ik nu op. Komt Spoortjes, de Hollanderijes, Beb Poptie, De Fortgens, de Busseetjes, de Smitjes, de Geejes. en de Amcrsfoortsche fami- Iio, het Trio, Tiekie, och ik zal maar uit- sclioiden, want al noemde ik nog 25 oud Rubrielcertjes, dan vergat ik er nog veel Ik denk ook aan de vele vaders en moe ders en belangstellenden, van wie ik zoo vaak hartelyk schrijven mocht ontvan gen. Wilt U het legertje vormen van stille weldoeners, als we hout, verf, kis ten, doozen, lappen, karton, wol t noodig hebben. Tot 30 November geef ik werktijd, dus er kan rustig en daardoor netjes gewerkt worden. Kleine stukken mag je by my be zorgen, voorzien vnn naam en leeftijd. Met groote stukken moet, wat de be zorging betreft, gewacht worden tot ik jullio-ons tentoonstelliugslokaai opnoem. Dan kun je het daar zelf een plaatsje geven. Want we houden een tentoonstelling en naar ik hoop van dit jaar een zeer mooie en groote. Maar daarover- nader. Later vertel ik jullie ook nog wel iets van het prettige feest, (lat Haarlem's Dagblad ons* dan als belooaing geeft. En de pryzenf Ja, ook deze 2ullen een ver rassing blijven tot Bint-Nicolaas in aan tocht is. boodschap. Ja, wel jammer, dat je wed- strydcouraris verongelukt. Fietsen en buiten spelen kan nog een poosje voort duren. Maar voor zwemmen wordt het te koud. VOETBALLER. Ik hoop, dat ik je lievelingswensch heb kunnen vervul len. Wat een fyn hotel stond er op je ansicht. Daar zou ik best. eens willen lo- geeron. Jy ook niet? MOEDERSKIND. Gofelieite-erc met je prys van Floralia. Wat zal moeder hol prettig vinden, dat ze zoo in de bloe metjes gezet wordt. Groeit het w.tte poesje goed? la die oude bromm-.rigc poe9 haar moeder! VEULEN. Hoe bevalt je den prji-J vind het heel prettig, dat eens kennis hebben gemaakt. Je floralin- plantje mocht je zeker houden. Zoo'n he liotrope ruikt zoo hcerlyk. Wat knap, dat Mol zelf zoo'n heimaudje kon Bevalt het goed op school? KLEINE ZONNEPIT. Aan je wensch heb ik voldaan. MELATTI. Ben jy zoo bly, dat de ucaatie om is? Ik deuk niet, dat c-r veel zullen zijn, die je dat nazeggen. Je hebt daar zeker een gezellig plaatsje naast Ba in keltje. Zjjn al do Bubriekertjes over gegaan? ••sLUIERVISCHJE. Zjjn jullie al heelemaal op orde? Ik k«n me begrijpen, dat je het stil vindt op het dorp. 't Is natuurlijk heel iots anders dan het stads leven. Toch leuk, dat je eenmaal in de wc): naar Haarlem komt. Dat-is zeker soort feestdag. Dezen schuilnaam mag je houden. HEIDEBLOEMPJE. 't Is niets erg, als jo eens een keer met de raadsels over slaat. Je avonden zyu wel druk bezet. De eling zal by jou niet om het hoekje komen gluren. Heb jo plezier gehad, teen je vriendin Jopie jarig was? En wanneer beu jy nu jarig? Knap zoo, dat je nu om je n na in hebt gedacht. ASTER. Zoo, dus je boodsohappeu- cidje heeft goed haar werk verricht. Hob je het boek al uit? PAARLVLINDER. Krijg ik volgende week een brief! FRISO. Nummer 2 was nog al moeilijk. Is de prys naar je zin? Ik kan me voorstellen, dat er in Leiderdorp niet veel tc zien was. Maar zoo'n dagje uit, is ook wel eens prettig. BLEEKNEUS. Het doet m< gen, dat het boek in jo smaak valt. Heeft ider het ook gelezen? 't Is niets erg, of je eona een paar raadsels mist. Als je trouw meedoet, heb jo aan 't eind van do maand toch wel het voldoende aan tal om te inogon meten. Een prettig vooruitzicht, vaders verjaardag, 't Valt net op Zaterdag, dus je kunt 's avond» oen beetje later naar bod gaan. WOELWATER. Hot spreekwoorden- raadsel was moeilijk. Dat ben ik dadelyk met je eens. Vond moedor je zoo woelig? Jc bent zeker zoo'n soort barometer, dio vooruit aankondigt, dat er stonr til is. DE KLEINE MAJOOR. Dat weer een ouderweteohe gezellige brief. In gedachten zag ik je daar met tante in den Haag wandelen. Die waterpartij was lieel leuk, maar toch ook heel nat. Haar had je wel een leelyke verkoudheid mee op kunnen loopen. Ik kan me voor» stellen, dat de passagiers in den" tram liever niet naast je kwamen zitten. Hoor je nog wel eens wat van dat Hongair- in meisje! Is die niet ziek geworiea van ,t onvrijvrilligo bad! Je hebt heel moois gezien en heel wat plezier gehad. Groeten voor moeder. JOILN DE WIT. Jo raadsels zjjn goed. MEVROUW E. S.—VAN PH. Ze- I kor, uw opmerking ia juist. Hot is my ontglipt. Leuk, dat Piet zoo trouw mee doet. W. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vinuestraat 21rood. W. DORREMAN, Tcylerplein 55, heeft een lief zindelyk poesje. PIET SPAANDER, Kampersingel 36, wil een poesje weg geven. Het kan des middags na 5 uur gehaald worden. Brieven aan de Redactie van de Kin- dor-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevr. BLOMBERG-ZEEMAN, v. d. V.nnestraat 21rood. (In de bus gooien, zonder aanbellen). VOLENDAALMER. Jc hebt maar ecu besten verjaardag gohad. En 't aar digste was, -dat je drie cadeaux zelf hebt verdiend. Werkt je stoommachine fijn? Ik heb van jou al weer geleerd, wat een record-matador is. Kun je er al vee! fi guren mee maken? Is de verfdoos ook al In gebruik? Je zakmes en schaar draag jo zeker aUe dagen, 't Dood me genoegen, dat je je prys zoo mooi vondt. Nu ga je zeker wat moois knutsolen vocjr onzen Sint-Nicolaaswedstryd. ALLEEN IN 'T NESTJE. Je raad. sel ia goed. 'k Vond het leuk weer eens wat van je te hooren. Je hebt maar heer- lyk genoten. Maar nu i-s werken weer do Haarlem, 16 Sept. 1922. „Zeg, jongen, is dat nu balf negen in den avond?" vroeg de oude majoor, terwijl hij eenigszins ontstemd zijn zoon, die zooeven van een lange zaken- reis was thuisgekomen, aankeek, majoor was op het punt van tijd heel erg secuur. „Te vroeg" was hem e onaangenaam als „te laat" en hij nam het nu werkelijk zijn zoon kwalijk, d-xt hij al om hall drie verscheen, terwijl xiij geschreven had om haif negen te komen. „Ik kon gelukkig ter naar huis toe, papa," antwoordde Frans haastig luisterde aandachtig of hij in de an dere kamer ook eenig geluid hoorde. „Maar waar is Emmy toch:' ..Je vrouw?.... HmJa, jongen lief!" zei dc majoor met een bedrukt gezicht, dat niet veel goeds voorspelde. „Wat is er, papa?" nep Frans en greep zijn vader bij den schouder. „W: is er gebeurd?" „Iets heel naars, cu je zult het zoo straks hooren, hoewel je door je vroegde thuiskomst mij overrompeld hebt." „Houd mij toch niet zoo in spanning.' 1: ze ziek!Erg ziek?... Heeft ze 1 misschien een ongeluk gehad?" Naar het Eiigelsch van Mrs. C. N. WILLIAMSON. 7) liet was een jong-meisje, niet veel grooter dan oen kind, maar het ge laat, dat wasbleek was, leek bijna op dat van een oude vrouw. Lucille dacht, dat het meisje was blijven staan, oin haar excuus te vragen voor haar onbeleefdheid, of om haar te helpen, dc bloemen op to rapen, maar toen het geen woord zei en haar maar steecis bleef aanstu ren, begon Lucille onwillekeurig zelf cenige woorden van verontschuldi ging te stamelen. „Ik heb u toch niet bezeerd?" vroeg ïij. liet magere, strakke gezichtje ont spande zich een weinig, terwijl de bezitster er van als uit een droom scheen te ontwaken. „Bezeerd?" vroeg zij op doffen toon. „Neen, ik geloof het niet. Ik weet het niet. Ben ik tegen u aange- loopen? Ik had u niet gezien". Daarop keerde het magere figuur tje in het zwart zich weer om en lico langzaam naar boven. Door eed plotselingen inval gedre ven, riep Lucille: ..Wil u ook mis schien een paar van mijn nloemen hebben?" Zij liep de vreemde enkele treden achterna en duwde haar wat gele bloemen in de hand, maar het won derlijke schepseitjo gaf zich tea- nau- wemood de moeite, ze aan te nemen. Of het haar bedankt had, wist Lu cille ook niet, hoewel zij haar wel wat had hooren mompelen. „Ik mag lijden, dat de andere be woners van 't pension niet allemaal zoo vreemdsoortig zijn", zei Lucille tot zichzelf. „Ik geloof niet, dat ik lafhartig van aard ben, maar als ilc meer zulke ontmoetingen had. zou ik vast en zeker last van mijn zenuwen krijgen. Ik hoop maar, dat ik gauw werk vind, om mijn gedachten wat af te leiden, want het is hier geen omgeving voor iemand, die niets doet". Terwijl zij haar bloemen sohikte en daarna haar lunch gebruikte, die door juffrouw Winch op zeer eieren- aardige wijze was' toebereid, dacht zij telkens weer aan. het meisje met, het bleeko gezichtje en de vreemde wezenlooze oogen. Zou zij niet goed bij het hoofd zijn of liod zii ver driet? „Ze is er waarschijnlijk nog min der goed aan toe dan ik", dacht Lu- Papa schudde inet onheilspellend g# zicht het hoofd. „Nee jongen, het is veel erger!.. Je vrouw bedriegt je." „Onmogelijk! U vergist zich! Dat if niet waar! Dat zal ik oooit en nooit ge- looven!" riep de jonge man ontsteld „Het kwam mij ook ongelooflijk voor, Je weet, dat ik altijd een beetje tcgei dat huwelijk geweest ben, van het too nee! komt over het algemeen niet veel goeds. Zoodra ik ictj bemerkte, heb ik de hulp ingeroepen van een vertrouwd detective-bureau „Maar vader!" steunde de zoon, d'« geheel ontdaan was over de maatre gelen tegen zijn vrouwtje. „Kalm maar! Ik ücb bet zoo voor zichtig mogelijk aangepakt. Ik ben naar den directeur van „Het open oog"' gegaan en heb hem gevraagd om zij» meest vertrouwden detective. Ik beb dezen op zijn eerewoord la:tn beloven, dat hij niet zou trachten achter den naam van de dame te komen. wiet gangen hij moest nagaan. Jc begrijpt, ik wil er geen gcpraai over hebben." „Zou de man zich-daaraan houden?" „Ik geloof het wel, maar bovendien, in de zeak verandert het niets! Air je vrouw je bedriegt, dan ben je ah echtgenoot verplicht „Maar papa," viel Frans hem ia de rede, „hoe bent u in 's hemelsnaam op de gedachte gekomen. Van de hecle geschiedenis geloof ik .niets. Mijn vrouw is een zoo nobel, hoogstaand wezentje, dat, al was ze in plaats van drie maanden, dertig jaar op de plan ken geweest, dan zou ze zich nog niet verlagen tot iets slechts!" „Zooals alle menschen, die verliefd zijn, ben jij ook blind. Dank zij myn oude, scherpe soldatcnoogen ben ik achter haar onwaardige handelingen gekomen. En als jij niet je maatrege len zou willen nemen, dan zou ik mij genoodzaakt zien. uit je huis te trek ken en op mij zelf te gaan wonen I" antwoordde dc oude streng. „Ik wil eerst alles hooren I Vertelt u dus alstublieft!" „HmmHet viel mij op, dat jc vrouw geregeld 's middags naar de stad ging, hoewel ze dat vroeger nooit deed, zelfs de vorige week Dinsdag, toen ze verscheidene werklui in huia had, die ze aanwijzingen moest 'geven, ging ze toch weg. Toevallig moest k dien middag op het politiebureau zijn. Terwijl ik daar zoo voor het raam sta en naar buiten kijk, zie ik je vrouw uit het postkantoor komen. Ik^ denk nog niets kwaads, tot ik zie, dat ze staan blijft, een brief openmaakt e? hem midden op straat gaat staan le zen." Hier wachtte de majoo- even, om meer indruk te maken en dc woorden goed op zijn zoon te laten inwerken. Frans zweeg, maar zijn bedrukte ge- zicht klaarde langzaam op. „Een brief, dien zij van hei postkan- toor haalt!" ging de oude voort. „Wal heeft de vrouw van je zoon met brieve» poste-restante tc maken?" vloog hel mij door het hoofd. Daarbij kon ik zieD dat licl lezen van den brief haar ge noegen deed. Zc keek zoo biij en zoo 'gelukkig!" Een blijde uitdrukking gleed over hel gezicht van den jongen echtgenoot. „Is dat alles, papa?" vroeg hii, ter- ..'ijl hij een beetje verlegen aan zijn bruine snor draaide. „Alles?! Je schijnt de zaan nog a' luchtig op te nemen, mijn zoon?" ver weet hein de majoor gepikeerd. „Waarom zou mijn vrouw geen brie ven poste-restante mogen ontvangen, ^at pteitig -vindt?" vroeg dc zoon. „Dat dacht ik eerst ook,' gaf de oude heer toe, „ik vroeg daarom aan tafel of ze 's middags misschien op het postkantoor geweest was en postze gels had meegebracht. Ze schrok en zei toen neen. Twee dagen tater weer het zelfde spelletje. Ik vond dat zoo ver dacht, cat ik de hulp van een delec- tive-bareau inriep. Het heefi mij wel veel geld gekos:, maar ik had al des avonds antwoord..—" „Ahgaf men u de bewijzen dat Emmy. Indirect: ja! Het is dea detective gelukt om over haar ;choude.- een bliV in den brief te werpen!" „Ja? En?" „Hij heeft het opschrift gelezen!" „Werkelijk?" „En wat denk je, da- er boven stond?" De majoor wachtte weer even om meer indruk tc maken, tocu kwam ei met donderende stem woord vooi woord, heel langzaam uit: „Mijn lie ve kleine s c h a 11" „Hm!" mompelde de jonge echtge noot, terwijl hij langs zijn vader heer een beetje verlegen den tu.n in keek „Mijnlieve. kleine scha tl" heihaalde de mzjoor nog eens met dreigende stem. „Kan de brief niet van een vriendin geweest zijn?" vroeg dc zoon, merk baar verlicht. „Ben je nu heelemaal niet wijs?'1 maakte dc majoor zich nydig. „Je wilt niet zien, wa'. zoo klaar is als de dag. .Maai dat had ik al voorzien en daarom hebben wc be noten tot een maatregel, die eige^üjk niet heele maal wettelijk is. We zijn besloten om cille. „Ik bezit ten minste nog- ruim twintig pond en zeifs al vind ik niet dadelijk werk, dan kan ik daar toch nog verscheidene weken van leven. Om drie uur. trok Lucille een aardi ge, hoewel eenvoudige japon aan, die zij voor haar vertrek in New York had laten maken en met een bosje violettes cle Parine in haur ceintuur verliet zij haar kamers, om een wen- delingetjo te gaan maken. Het was heerlijk lonteweer, en zelfs in Blooms bury was de hemel helder blauw en vertelde de Zuidenwind van de tos- sclien, waar hii door heen was ge gaan en de bloemen, die hij gezien had. Ergens in de verte speelde een troepje muzikanten sentimenteele wijsjes, en aan alle kanten hoorde men het slraalgerocp der Londensche venters. Het bloed begon I.ucille wat snel ler door de aderen te strooinen. De hoop herleefde wger in haar hart. Wie weet, wat voor heerlijks haar nog in de toekomst wachtte' Juist wilde zii de straatdeur uit gaan, toen zij verschrikt bleef staan bij het hooren van de stem van juf frouw Wlnck, die op sclirillen toon het dienstmeisje toeriep: „Sara. ga dadelijk een politieagent halen. Dat ellendige schepsel van de derde verdieping heeft der eigen xaD kant willen maken!" Lucille'e hart begon heftig te klop- pen. Zij sloot haastig de straatdeur en voordat ze wist. wat z© deed, l.ad zij Sara bij den arm gevat en haar verzocht nog even te wachten. „Misschien vergist juffrouw Winch zich wei", zeide zij, ..en bedoelt zij. dat je een dokter moet halen' Zij begreep, dat „dat schepsel" niemand anders kon zijii dan hei bleeko meisje met de wezenlooze oogen. Natuurlijk ging de zaak haar niet aan, maar hei was haar onmo gelijk, juffrouw Winch haar gang te laten gaan. Sara, die zulk een gebeurtenis eigenlijk een prachtige afleiding vond in haai- kleurloos bestaan, en die veel liever om een politie-agent dan om een dokter was gegaan, iiet zich door een shilling, die Lucille haar in de hand stopte, overhalen, oni nog even ie wachten. Lucille snel de de trappen op en kwam in de bo vengang reeds juffrouw Winch te gen. Deze, die. gemeend had. dat er geen van haar commensalen thuis was, en nu boos was, dat Lucille haar gehoord had en misschien op slaq zou willen verhuizen, zei haas tig: „Komt n maar liever niet naar bo ven, juffrouw. Het is niets voor u. Als ik geweten had, dat u thuis was, had ik mijn mond gehouden. Als u nu maar uw kamerdeur dicht houdt, zal ik zorgen, dat u er zoo weinig mogelijk van merkt". Hoewël juffrouw Winch nu op sni- kerzoeten toon sprak, was haar ge laat vertrokken van nijd, en vertoon don haar wangen roode vlekken nm opwinding. I-uciüe schonk nauwelijks aandacht aan haar woorden. „Is het dat bleeke, jonge meisje in di j armoedige, zwarte japon?" vroeg zij- „Ju", zei juffrouw Winch, „maar nu mag ik mijn d niet langer vei- pruten. Sara, w..i iieteekent dat? Ben jo nog niet om een politie-agent ge gaan?" Lucille besloot diplomatisch op te treden. ..Als ik u was", zeide zij, „zou ik nie» om de politie sturen. Het zcu zoo'n opzien baren, én a!s het meisje ten minst© niet sterft, behoeft nie mand dan wij beiden er iets vnn te weten". „Sterven? Het lijkt er wat naar", zei juffrouw Winch op scherpen toon „Ik geloof, dat z© het alleen gedaan heeft, om mii aan het schrikken te malton. Daarr doe ik me de deur open, om solioone handdoeken neer te leg gen (want. al betaalt^ze me nooit op tijd, ze krijgt van me* wat z© heflh-n moet) en daar zie ik me al dat bloed Het had mijn dood wel kunnen we zen. want mijn hart is erg zwak en ecu pijn in mijn zij. dal ik altild heb Ik wist niet eens, dat z© op haar kamer was, want anders is ze uiloen maar Zaterdags thuis. Mijn karpet ziet er uil, dat het een schande is. Had ze, als zo zich dan toch van kant wou maken, liever wat vergif geno men, dut maakt ten minsta n.et zoo'n rommel, klaar neen, daar was ze me bezig met ©en groote, roestige schaar haar hals door te snijden". „O, houdt u toch opl" riep Lucille suieekend uit, terwijl zij onwillekeu rig de handen voor do ooren nicld. „Maakt u zich maar niet overstuur, juffrouw. Als zc nog loopen kan, zal ik niet om de poliLic sturen en hour alleen buiten de deur zetten, maar' „O. w acht u nog even, laat ik ccret naar haar toegaan en met haar sjirc ken". Lucille* deed, terwijl zij dit zei, e*-r» stap in de richting van dc trap. Juf frouw Winch kwam dadelijk achter haar aan. ,,-Vls ik u was, deed ik het niet, juffrouw", zeide zij. „U valt vast cn zeker van u zelf, nis u het ziet". Maar Lucille was al op het boven- portaal en duwde een deur, die reed? op een kier 6lond, wat meer open. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9