Van Kunst en Kunstenaars De iournaüste Familieberichten Letteren en Knnst Gemengd Nieuws Onze hGlihoek ties nog vaak tegenkomt, en die ook' een wederom voor zijnen tijd buitenge wone zuivere gevoeligheid bezat. Zoo ge een der fijnste kanten van den jonge ren Karsen zoudt willen belichten, kondt ge- wijzen op diens kinderlijken eerbied voor zijns vaders arbeid, waarover h;j met onverholen bewondering kan spre ken, daaraan een waardemeter aanleg gend, die in de toekomst wel weer eens juister zou kunnen blijken, dan gerui- mea tijd geweest is. Uit Karsen's om gang met de „mannen van 80" zijn een aantal vriendschapsbanden onverslapt gebleven en men vindt dan ook zonder verwondering onder degenen die voor deze expositie een comité van organisa tie vormden, mannen als Floris Verster en Albert Verwey terug. Wanneer we nu door de groote zaal bij Muller hebben rondgewandeld en onder de schilderijen, een tikje weemoe dig soms, verschillende oude kennissen hebben aangetroffen, voor 't eerst gezien in een tijd, die voor ons weer de jeugd jaren uitmaakte, dan beseffen we eerst recht hoe moeilijk het is daarover iets ;e schrijven, dat meer is dan bloot geleuter op eenigszins kunstige wijze tot leesbaar proza gefantaseerd. Over Karsen als mensch-type zou nog veel tc schrijven zijn, voor zijn werk geldt, wa. eigenlijk voor alle schilderkunst geldt, dat het gezien en niet bepraat moet woiden. Dat is wel te doen, maar bet blijft altijd een ijdel bezig zijn, dal noch den lezer, noch den schrijver eenig geluk verschaft. Ik herinnervmij altijd een juffrouw ik ben haar naam gelukkig al weer lang kwijt geraakt die voor Elsevier's Maandschrift een artikel over Karsen's kunst Jokken" moest. Zilcken was toen redacteur van dat tijaschrift en hij bad de flair voor die bezigheden altijd weer nieuwe en frissche krachten te vinden, die juist omdat ze zoo frisch waren en zoo nieuw, de,moeilijkheid van hun taak niet bemerkten en aan den slag togen met een zelfverzekerdheid, waar een an der niet van terug heeftj De juffrouw werd met een collectie werken van den kunstenaar alleen gelaten, de altijd ga lante Zilcken ihaaldo spoorslags een doosje fijne bonbons voor liaar, waar mee. ze zich op temperatuur kon houden en het artikel, dat, als ik tn'j goed her inner, nog niet tot het slechtste behoor de, wat over onzen artist gezegd is, werd aldus geconcipieerd, in Elsevier opge nomen. Men zal mij wel willen geloo- ven als ik zeg dat ik geen bonbons van noode heb om mijn waardeering voor Karsen's levenswerk onder woorden 'e brengen, maar ik zou het nut van dit kleine feuilleton veel hooger aanslaan zoo het mijn lezers mocht kunnen bewe gen, zelf die tentoonstelling te gaan zien. Voor hen, die dezen raad volgen, mogen dan nog een paar aanwijzingen dit stukje besluiten. Als men de groote zaal in de Doelen straat binnenkomt, moet men zich even over een hindernis heenzetten. Alle schil derijen, op enkele uitzonderingen na. zijn van niet groot formaat en in de geornamenteerde gouden lijsten gezet. die voor twintig jaar de alleenheer schappij voerden, en als Louis XIV lijs ten hekend waren. Ze zijn te goud en 'e breed voor veel van Karsen's schilder werk (ikzeg niet, voor alles) en vooral nu, bijeengehangen, maakt liet een wand tot een muur vol opdringend gouden ko zijnen, waarin het subtiele gelaat van zijn kunst zich geheel terugtrekt. Men bezie dit'werk stuk voor stuk cn van dichtbij, dan is die hindernis ondervan gen. Op een paar standaards afzonderlijk, midden in de zaal vindt ge dadelijk een paar zeer mooie stalen van deze kunst. Een Namiddag (94), houdt nog een ze ker verband met de kunst der Hage naars en der Franschen, het heeft den gloed van een rijpen Weissenbruch. Op een ander standaard het schilderijtje „Op den middag" is geheel hemzelf. Er is een prachtig werkje „Stemming" ge- heeten (35) en dit is een ber.am\ng die feitelijk op elk werk past. Het is alles, stemmingskunst en het is de stemming van de Pastorale van Beethoven, die KaTsen in zijn beste momenten zioh ver want voelt. Een klein werkje als het „Opkomen van den Dauw", ademt voor mijn gevoel dien muzikalen geest, die in veel van dit werk te vinden is, in beel sterke mate. Het muzikale en het sprookje voel ik sterk in werken als bet1 „Vallen van den Nacht" (86) en vooral Rijnsburg (7)» 200 in Ochtend (77) met de lichte scheepje? en het weemoedig st ille Najaar (59). Maar wat zal ik u ver der met een opsomming vervelen van dingen die ge onder bijna honderd wer ken met moeite zoudt terugvinden, al leen omdat ze op mij nu ju-st weer toe vallig een zekere impressie gemaakt heb ben. Ik herhaal: gaat het zelf zien ea laat her op u inwerken. Dan gaat ge er van zelf die uit apart zetten die met uw eigen zielegesieldheid het meest corres- pondeeren en al speurend gaat ge er genegenheid voor koesteren. Karsen's werk wil welwillend benaderd zijn en niet eigenwijs met een enkel etiket ge classificeerd. Het is niet donker en triest en houterig of dor al die dingen heb Ik wél hooren zeggen doch het eischf een milieu, letterlijk en figuurlijk, waar dc klank van zijn karakter weerklank vindt. Deze tentoonstelling bewijst dat die milieu's gelukkig nog te vinden zijn. J. H. DE BOIS. Rubriek voor dragen .VRAAGIk heb me met 1 Novem ber verhuurd en reeds een gedeelte van den Godspenning ontvangen. Ik zie echter van die betrekking af en wil het ontvangen geld teruggeven. Ben ik dan nog strafbaar? ANTWOORD Men kan schadever goeding van u verlangen. VRAAG Heeft een Duitsch dienst meisje, dat vier weken met vacantie gaat, recht op kost- en reisgeld? Zoo ja, hoeveel? ANTWOORD: Het kostgeld wordt aan Duitsche dienstmeisjes gegeven juist zooals aan Hollandsche: d-i.fl daagsover reisgeld wordt gewoonlijk bij het verhuren de afspraak gemaakt. Er bestaan daarvoor geen vaste regels VRAAG: Toen een onzer kippen ge slacht werd, spoot een waterachtige vloeistof uit haar achterlijf. De inge wanden waren omgeven door zeer vele witte knobbeltjes. Wat scheelde het beest? ANTWOORD: Dit is uit 'dc verte niet te bepalen. VRAAG: Mijn kippen hebben 'dik opgezwollen oogen. Wat is hiertegen te doen ANTOORD- Geef uw kippen 2 maai idoags elk drie piUen ter grootte van een knikker, gevormd van een meng sel van gelijke deelen poeder van Gemberwortel, Fenegriek en groene zeep, de oogen eens per dag met een zacht linnen lapje goed schoonmaken, vervolgens ?cn druppel 1 oplossing ^van nitras argenti in het oog laten vallen. VRAAG: 1. Moeten van 'n nalaten schap, welke op de postspaarbank staat, successierechten worden be taald? 2. Hoeveel geld per duizend gulden? ANTWOORD: 1. Ja. 2. Dat hangt van den graad van bloed- of aanverwantschap af waarin de overledene tot de erfgenamen stond. .VRAAGIk behandelde do wasch voor twee dienstboden en werd per dne_ maanden betaald. Een der meis jes is tusschentijds ontslagen, de an dere ging 20 Juli met vacantie. Toen ik 1 Augustus de wasch kwam halen was de familie uit tot September. Toen ik nu 4 September aankwam, kreeg ik de boodschap dat de meisjes zelf zouden wasscheu en werd mijn geld gekort op mijn rekening Mei— Aug. Heeft mevrouw hier het recht toe? ANTWOORD :Neen, daar het niet uwe schuld is dat gij het wasschen niet hebt kunnen bewerkstelligen. VRAAGl.Op welke dagen en uren vertrokken do booten van Am sterdam naar de Lemmer? 2. Varen deze booten niet al' aan de De Ruy- ANTWOÓRD1. Vertrek van Am sterdam dagelijks (behalve Zondag) 11.30 n.m. 2. De Ruyterkade, steiger 6 VRAAGKunt u mij eenige adres sen van woningbouwvereenigingen op geven, waar ik mij kan laten inschrij ven voor een woning van pl.m 6 per week' ANTWOORD Wend n tot den op zichter in onze Tijdingzaal, Groote Houtstraat 93. VRAAGIs het mogelijk, als land bouwer-emigrant naar Australië te gaan wanneer men onbemiddeld is? Zoo ja, tot wien moet men zich dan enden? Het betreft hic- een gezin bestaande uit man, vrouw en kind. ANTWOORD: Wend 1 tot de ge meentelijke Arbeidsbeurs, Nieuwe Gracht 3. VRAAG Welke zijn do adressen van de secretarissen van de verschil lende bouwvereenigingen te Haar lem? ANTWOORDWend u tot den op zichter in onze Tijding:. -J, Groote Houtstraat 93. VRAAG: Mijn poesje heeft al een dag of tien diarrhee. Ze heeft nog al veel vleesch gehad. Wat is hiertegen te doen ANTWOORD: Consulteer een die renarts. VRAAG: Mjjti bediende is ziek en moest worden geopereerd. 1. Gaat het loon door? 2. Hoelang? 3. Hob ik met de operatiekosten niets te maken? ANTWOORD: lo. Ja, 2o. Tot zoolang als na gedane opzegging met inachtne ming van de bjj dc wet gestelde termij nen do dienstbetrekking eindigt. 3o. Neen maar u moet voor de verpleegkosten ge durende oen redelijken tijd opkomen. VRAAG: Ik ben voor de Gem. Veb- sen in de Pers. belasting aangeslagen Daar een huurwaarde van f 20. (Dj. 1922). 1. Mijn wekelijksche huur is f 5,90. Is dit juist? 2. Welke meubelen zijn vrij van aanslag? Mijn jaarlijksch inkomen is DERDE BLAD Trijdag 22 September 1921. Eouard Karsen. Een overzichtsten toonstelling van zijn werk, bij Frederit: Muller en Co., te Amsterdam: vrij toe gankelijk. Professor Prinsen, verle den Zaterdag Robbers' „De Nederland- Bche Litteratuur na 1880", besprekend, zegt daar in den aanvang onder meer ditHet is te hopen, dac sommigen van hen, die in de intimiteit van den (Nieuwen Gidskring der eerste jaren vooral, hebben geleefd, eeas uitvoerige mémoires aanleggen, die misschien over gen halve eeuw kunnen worden uitge geven. Er hebben daar psychische en physische elementen gewerkt buiten ■welker kennis dc nakomelingschap niet zal kunnen om werkelijk een geschiede nis van dezen merkwaardigen tijd samen te stellen. Een dagboek als dat van ds Goncourts zou voor later een kostbare schat voor dc kennis van deze periode rijn." E11 even later memoreer, professor hoe, -,n de litteraire club Flcnor, ook schilders als Haverman en Witsen ver schenen. Inderdaad, de beweging van tachtig is dooi de schilders al even he vig meebeleefd als door hunac vrienden, de schrijvers. Allerhande biedsels hiel den hen tezamen cn, als er vandaag of morgen eens een dagboek als dat der Goncourts hier in Holland verschijneo gaat, dan zou het nog niet zoo gek we zen als het door een schilder bijgehou den bleek. Ik geloof niet dat Eduard Karsen, over wiens, men mag het wel „ëere"-tentoonstclling noemen, ik iets vertellen wilde, de man is, die dat dag- hoek bijgehouden heeft, maai zeer za- ker zou hij het kunnen gedaan heb ben, en dan zou men, mei zijn eigen aardige geesteshouding die teeder en wrang tegelijk is, zich over die lectuur niet te beklagen hebben. Karsen heeft 10 Je periode van oplos sing van litteratuur cn - kunst in Je hoofdstad, geen besturende ro' gespeeld, doch wel dat leven zeer intens en met gespannen aandacht meegeleefd. Een vijftien jaar jonger dan bij, mag ik dat niet, alsof ik he'. zelf aanschouwd haJ, zoo neerschrijven. Doch toea mijne werk zaamheden mij veel later met de mees.e dier kunstenaars, soms in oppervlakkig, een enkel maal in meer intiem contact brachten, heb ik, in wicn de lust tot uu- pluizcn altijd aanwezig was, wel gele genheid gehad over waarden en ver houdingen dier hecrcn, brengers van nieuw leven, en hunne omgeving, na io denken. Brengers van nieuw leven, voor hun tijd zeker; voor hen die thans jong rijn heeft hun werk alweer een andere beteekenis, zóó althans de jongeren van thans zoo verstandig rijn, het niet alle beteekenis te ontzeggen.- Als ge deze uitgebreide verzameling werken van Karsen bezoekt, en Ik raad u zeker aan dit te doen! oan hoop Ik dat ge met mij bewondering voelen kunt voor een kunstenaar die zoo sterk een eenheid in zijn levenswerk iwist te behouden, eenheid die zoo sterk 5s doorgevoerd, dat het nu reeds moei lijk is, onder zijn schilderijen, die nim mer een jaartal dragen, te onderschei den welke tien, welke twintig, welke der tig jaar oud zijn. Ge zult dit hcop ik niet voor stilstand, voor gemis aan groei ver slijten. Het is iets anders, dat een fi guur als dezen schilder nog jaren lang rijn arbeid ongewijzigd en toch weer .varieerend zou kunnen doen voortzet ten liet is de sterke, ge kunt zeggen: fanatieke liefde van hem voor ééne be paalde soort schoonheidservaring, die hem ééns alle geluk gegeven heeft en die hij in „oprechten jrouw" nimmpr verzaken zal. Noch dulden, dat er écn vinger naar uitgestoken wordt, want ook dat is fanatiek in hem da' hij alle kunst en leven, aan het zijne weerspan nig, met kracht van wapenen te lijf 2al gaan. Zijn beste wapen, het is zijn eigen werk. Zoo hij andere kiest en zich ver meien gaat in redeneering en betoog zal hij vermoeien cn afmatten, zonder -e winnen, doordat de eenzelvigheid bij het scheppen van schoonheid eene gratie, bij de bespiegeling der schoonheid een hindernis oplevert. Doch, zoo van dezen schilder een dagboek mocht bestaan, bestemd om over vijftig jaar gelezen te worden, dan zullen onze kleinkinderen, gesteld dat die zich nog voor zoo iets als schilderkunst intcresseeren, een heele kluif daaraan hebben. Ik hoop het voor ze, want juist van zulk een egocen trisch kunstenaar, die daarbij den blik 'eens instructierechters heeft, zijn cu- rieuse zaken tc wachten, al zullen ze, de détails belichtend, niet altijd de ne velen over het geheel verjagen, die dan over wat nu ous jongst verleden is, lig gen zullen. Karsen is in i860 geboren en een zoon van den stadsgezichtenschilder Kasper of Kars Karsen, wiens wijken men in, in vroeger tijd gevormde, collcc- Feuilleton N a a r Re t Engelsch van Mrs. C. N. WILLIAMSON. - 12) Lucille begon tc vreezen, dat zij de hoop, om op dusdanige wijze haar hrood te verdienen, zou moeten op geven. Zij dacht aan Marion Bridges ien aan het weinige geld, dat zij op' het oogenblik liet hare kon noemen en zuchtte even. Daarop vroe^ zij: „Is er niet iets andei-s, dat ik zou kunnen doen?" „Wat kunt 11 doen?" vroeg meneer Bland, terwijl hij haar wat nauwkeu riger opnam. „Wel, ik zou bij voorbeeld mijn indrukken van Londen kunnen geven, gezien uit hot oogpunt van een -Ame- rikaansche. Ik geloof zeker, dat ze amusant zouden wezen". „Maar ons publiek zou dat niet In teresseeren", zei meneer Bland. „Ziet fli, ons tijdschrift is bestemd voor da mes uit do middelklasse cn die geven rrict om zoo iets". „O", zei Lucille, „in Amerika heb ben we geen middelklasse, daar zijn maar twee klassen". 1 Meneer Bland streek langs zijn snor en ging voort: „Natuurlijk zou het veel aangenamer zijn, slechts voor onze eigen klasse te schrijven (de vader van meneer Bland had bij zijn leven een klein boekwinkeltje ge had) maar dat kan nu eenmaal niet. De dames, die ons tijdschrift lozen, lezen het liefst over vorstelijke perso nen. gebeurtenissen aan het hof, over den adel, over menschen van naam. liet eenige werk, dat u misschien voor ons zou kunnen doen, zou het interviewen van beroemde personen zijn. Daarvoor geloof ik, als ik mij tenminste do vrijheid mag veroorlo ven, dit te zegggon, dat iemand van uw uiterlijk wel geschikt zou zijn". - Lucille wist niet, of ze dit als een compliment of als het tegenoreree- slelde daarvan zou moeten opvatten. „Hoe bedoelt u dat?" waagde zij het te vragen. „Wel, ziet 11, een dame, die de menschen interviewt, behoort :n de eerste plaats jong te zijn en knap van uiterlijk. Zij fnoet zich goed klee- den en vooral veel gavoir faire heb ben. Uw landgenooten staan er voor bekend, dat zij zich overal en met iedereen op hun gemak gevoelen en" „.Ta", viel Lucille hem In de rede. „dat heb ik wel eens meer gehoord. Ik geloof, dat u, als u het mof mij zou willen probeeivn, geen spijt zou heb- beji, Ik belo.of u, dat ik mijn aller- mooisle japon zal aantrekken, maar ik hoop, dat u, om te beginnen, niet een al te deftig personage uitkiest". „Wij interviewen alleen maar per sonen vau gewicht", antwoordde me neer Blond, en dal zijn meestal def tige personages". „En wilt u daar zoon eenvoudig iemand als ik ben. heen sturen*" vroeg Lucille, en zri lachte, terwijl zü dit zei, zoo vroolijk en kinderlijk, dat meneer Bland zich afvroeg, of hij misschien niet een goede vondst ge daan had. „We beginnen Juist een nieuwe se rie", merkte, hij op. „De ecne week willen wij een interview met „de trouw van een hooggèplaatst per- soou", publieeoren en de week daar op een interview met een minister. Wé hebben al een paar interviews klaar liggen, maai- er moeten er nog verscheidene gedaan worden, hijvoor beeld van Lady Ashe-Potts, de vrouw- van Sir Thomas Aslie-Pots, de m;l- lionnair, die pas toi den adelstand verheven is .omdat hij met Kerstmis dertig duizend gezinnen meT een kal koen en een zak steenkolen verblijd heeft. Hij is de uitvinder van een be paalde soep in blik. waarmee hij al dat geld verdiend heeft, en is op het ocgenblik de rage. Onze lezeressen zijn natuurlijk zeer benieuwd te we ten, hoe zijn vrouw is. Hij is al ge ïnterviewd. Jn, me dunkt, u moest f 1920, lk hen "gehuwd, zonder Kin deren. 3. Wat is het totale bedrag vjan mijn aanslag voor de Ink.bel.,verded. bel. enz. ANTWOORD: 1. Ja. 2. Meubelen zijn alleen vrij van aanslag indien het perceel een huur waarde van een zeker bedrag niet te boven gaat; voor Velsen is dat bedrag f 160. 3. Inkomstenbelasting f 42.60: Ver dedigingsbelasting II f 5.50, Gemeen te inkomstenbelasting f 58.32. VRAAG: Op een donker blauwe kamgaren rok zün rumvleklen eeko men. Hoe zijn die te verwijderen? ANTWOORD: Wrijven met spiritus van 70 VRAAG1. Is het Muiderslot Zon dag a.s. te bezichtigen? 3. Op welken tijd? 3. Wat zijn de kostea daarvan? 4. Mogen jongens van 16 jaar er zon der geleide in? ANTWOORD Het Muiderslot is voor het publiek kosteloos toegankelijk ia de maanden Juni tot en met Sep tember van 10 uur 's morgens tot 5 uur des avondsin de maanden October lot 1 Mei van 's morgens 10 uur tot 4 uur des avonds. Op Zon- en feestda gen wordt het eerst des namiddags 1 uur geopend. UIT ANDERE DAGBLADEN. Getrouwd: F. F. von Schlick met Jkvr. M.- N. Rutgers van Rozenburg, Berlijn. Mr. J. E. van Hoogstraten met Angy Sanders, Lausanne. Ir. M. J. Weidema, t. met Tr. van Krimpen, Amsterdam. Ir. H. L. Matthijsen met F. Heijenbroek, Blaricum. CL Bak ker met G. Molau, Amsterdam. D. C. Verheyden met J. C. Reynen, Am sterdam. Bevallen: HooftRond, d., Ma- dan.. SloogWouthuysen, z., Amster dam. RasBoom, d., Amsterdam. Overleden: A. Cohen, 63 jaar, Amsterdam. Jhr. Mr. P. van Foreest, 76 jaar, Nijenburg, Heiloo, C. J. Becht, 58 jaar, Soest. Laetuur voor oozo Jsugfi. Het huis bij den toren door Louise Feith, uitgegeven door van Holkema en ¥a- rendorf. Een gezelhg verhaal van een groote Groningsche familie, die een Zwit- sersch huis bewoont in Be nabijheid van den Martini-toren. We "ija er da delijk in als we Franks verjaardig meevieren. Een van zijn lievelings- wensehen, het beklimmen van den Martini-toren wordt vet vuld. Hèel toevallig mag het nieuwe schoolvriend je Tom Walensteiu, ook mee. Tom woont bij grootvader, in het groote patriciërshuis op de Markt. Zijn ouders zijn dood. Ik vind het jammer, dat de schrijfster den groot vader als de oorzaak van den dood van Toms vader laat optreden.Zij zegt wel, dat Tom, als zijn vriendjes hem dat vreeselijke hebben verteld, zich nog meer aan grootvader gaat hech ten, maar dat wil er bij mij niet in. Wanneer grootvader sterA, is het heerlijk voor Tom, dat Lij ook een oner wordt vau het Zwitserache huis. Hoe echt warm cn spontaan wor den de groote huiselijke feestdagen beschreven. En we kunnen het ons zoo levendig indenken, dat vaders vertrek naar Indië een schaduw werpt in dit zonnig interieur. Als vader Is afgereisd, komen er nieuwe schadu wen. Dik, de Benjamin, wordt ernstig ziek. Arme Jo, die zich niet bepalen kan bij Karei den Grooten, omdat ze al maar denken moeten aan het lieve broertje en aan vader, die daar ver weg is. Dit wordt gelukkig beter en als va der terugkeert is er groot feest. Ze hebben zelf een comodiestukje ge maakt, een soort toekoinsb-idylle. Al le kennissen worden genoodigd als publiek. Ten slotte moeten ze afscheid ne men van Groningen, van schoolvrien den en vriendinnen. Vader heeft een betrekking gekregen in Den Haag. Vooral op Jo drukt zwaar de wee moed van het afscheid. Met vader be klimt ze nog eens den ouden, gelief den toren. Maar dan plotseling dringt het tot haar door, dat de herinnering niet aan een plaats gebonden is, dat ze die meedraagt door 't leven. Het huis bij den Toren is een goed boek voor al onzt jongens en meisjes. De teekeningen van Netty Hevügers zijn buitengewoon fijn. W. B.—Z. DE PARIJSCHE LUCHTVAART TENTOONSTELLING. Fokker wil Inschrijven. In December a.s. wordt te Parijs we derom een luchtvaartttentoonstelling ge houden, waarvoor ook de heer Fokker wenscht in te schrijven. Naar aanleiding daaivan schrijft ie „Chicago Tribune" het volgende „Anthony Fokker, dc „vliegende Hol- maar met Lady Asho-Potls beginnen ea daarna komt Sir Griffith Knight aan do beurt." Lucille toonde onwilkeurig eenige verbazing, toen zij dien naam hoorde noemen, en meneer Bland merkte dit dadelijk op. „Hebt u Sir Griffith Knight al ont moet?" vroeg hij, met wat meer res pect. „Neen, nog niet, maar ik heb al veel van hem gehoord ©n ik heb van meneer Chaunoey oen introductie brief aan hein meegekregen". „Dat treft dan prachtig!" riep me- néér Blond uit. „Ik go'oof, dat hij nog.al op Amerikanen gesteld is. Nu, juffrouw Ames, dan lijkt het mij nu beter, dat u eerst naar Sir Griffith Knight gaat, on als dat. onderhoud goed van stapel loopt, en dat zou een groot succes voor 11 zijn. daar hij tot nog toe alle interviews geweerd heeft, zullen we tot I.ndy Ashe-Potts over gaan. Sir Griffith Knight loot tegen woordig als letterkundige nog al eens van zich spreken. Hij heeft pas een boek geschreven en bovendien is hij lid van het Parlement". Lucille bloosde, en on eens schoot liet Znaar door het hoofd, dat het voor Sir Griffith van groot belong moest zijn, dat, wat Marion Bridgce van hem wist. niet aan de buitenwereld bekend werd. Wie weet, of hij door bedreiging er nog niet toe gebracht lander", die het vorige jaar de Parijsche tentoonstelling bijna uitgedreven werd, beeft de gemoederen thans wederom in beroering gebracht door opnieuw in te schrijven voor de a.s. show in De cember. Hij was de ontwerper van de beruch te Fokker-jagers voor bet Duitsche le ger, die zoo vele Fransche toestellen neergeschoten hebben. Hij is getrouwd met een dochter van een Duaschen ge neraal. Het was Fokker, die onder den langen Hollandschen naam van zijn maatschappij exposeerde op dc Parijsche tentoonstelling in het Gra.nd Palais ;n 1921, waarbij zijn eigen naam cn iden titeit zorgvuldig verzwegen bleven. Eerst verscheidene dagen na de opening van de tentoonstelling kwam Fokker daar plotseling opdagen. Het duurde echter niet lang of Fransche oorlogsveteranen kregen er de lucht van en dreigden Fok- ker's stands te vernietigen, zoodat po litiebewaking noodig was om dit te voor komen. De publieke stemming in Frankrijk tegen Fokker was zoo verbitterd, da', toen president Millerand de tentoonstel ling bezocht, hij de stands van Fokker totaal negeerde, hoewél hij alle andere belangrijke inzendingen bezichtigde. In Frankrijk beschuldigt men Fokker er van, dat hij in I9t3 dc ontwerpen heeft nagemaakt van de Mciane-Saul- nier-vliegtuigen en deze verscheidene ji- ren later gebezigd heeft voor de vervaar diging van vliegtuigen voor Duitsch- land. Fokker beweert daarentegen den geallieerden aangeboden te hebben tij dens den oorlog machines voor hen te maken, speciaal voor Engeland, doch dat zijn aanbod werd geweigerd. Bij zijn aanvrage om op de a.s. De- cember-tentoonstelling te ex poseeren, heeft hij toestemming verzocht om dit onder zijn eigen naam te mogen doen. Hij wenscht zijn nieuwste modellen vliegtuigen in te zenden, o.a.ook het motorlooze glijvliegtuig, waarmede hij eeigen tijd geleden in de Rhön een re cordvlucht maakte met een passagier. Het tentoonstellingsbestuur heeft omtrent dit verzoek van Fokker nog geen beslissing genomen. Daar de show internationaal zal zijn, vreest men, dat een weigering tot toelating van Fokker oorzaak kan zijn, dat ook andere belang rijke inzendingen teruggehouden zullen worden. Fokker is thans bezig mqt het ver vaardigen van verkeerstoestellen voor het Aroerikaansche leger." UITSCHLAND EN Dc VOL KENBOND. Op het congres der Duitsche so ciaal-democraten werd met algemee- ne stemmen een resolutie aangeno men ten gunste van Duitsehlands toetreding tot den Volkenbond. DE VOLKENBOND. De internationals schulden- Het plan, dat De Jouvenel in de zitting van hedenmiddag zal indie nen in verband met het voorstel van Lord Robert Cecil, komt in hoofd zaak overeen met het- plan van Cler.ii, alleen met het ondierscheid, dat het de wenschelijkheid, dat de Volken bond zich bezig houdt met de kwes tie der schadeloosstelling en der in- tergeallieerde schulden, afhankel ik Btelt van een desbetreffend verzoek der geïnteresseerde regeeringen. l?et plan van De Jouvenel is in een vwm van een resolutie opgesteld, welke zegt: De vergadering Jegt er den nadruk op, dat de materiee'e ontwapening gebonden is aan de moreel e ontwa pening, welke op haar beurt afhan kelijk is van vertrouwen en veilig heid in de wereld- In het bewustzijn hiervan, verklaart de vergadering voorts, dat het voor het herstel van het wederzijdsch vertrouwen in de wereld noodzakelijk is, de desorgani satie der wisselkoersen alsmede de werkloosheid en de economische on rust, welke thans in de wereld heerscM, uit den weg te ruimen. De vergadering merkt verder ep, dat de eenigo wijz© om aan den eco- nomischen nood der wereld een ein de te maken er in bestaat, dat de on zekerheid betreffende het herstel der verwoeste gebieden wordt opgeheven en de kwestie der intergeallieerde schulden wordt opgelost. De vergade ring is van oordeel, dat de regeerin gen, die de verdragen, waarin ue kwestie der schadeloosstelling is op genomen, hebben onderteekei-d zoe spoedig mogelijk een oplossing a an het geheele probleem der schadeloos stelling en der intergeallieerde ecluri- den moeten vinden. Vérder verzoekt de vergadering den Volkenbondsr iad met aandacht alle pogingen te volgen die door de geinteresseerde roieerin- gen ter uitvoering van deze aanbeve lingen worden gedaan. Daarbij maakt "de vergadering er dén Volkenbonls- Taad op opmerkzaam, dat hij door de geïnteresseerde regeeringen moet worden liitgenoodigd om daadwerke lijk tot de regeling van de kwestie der schadeloosstelling en van liet vraagstuk der intergeallieerde schul den te kunnen bijdragen. Alle gedelegeerden te Genève heb ben aan hun regeeringen telegra fisch 0111 nadere instructies verzocht voor het Donderdagmiddag voort te zou kunnen worden, Marion te trou wen. Marion zou zeker niet voor zich zelf opkomen, maar als zij nu eens moed vatte, om Sir Griffith op zoh plicht te wijzen? „Moet ik hem vooruit schrijven, 0111 hem te vragen, wanneer ik hem spreken kan?" vroeg zij. zich weer tot 111 oneer Bland wendend. „Ik gelooi, dat het het verstandigst zou zijn, als u gewoon naar hem toe ging en een kaartje afgaf, waarop geschreven stond, dat u voor de Wo man's Age kwam, vooral daar u bo vendien nog een introductiebrief van meneer Chaunoey aan hem hebt", zei meneer Bland, terwijl hij juffrouw Ames goedkeurend aankeek. Hij vond haar een beel knap. aantrekkelijk meisje. (Natuurlijk zou hij. als hij geweten had, dat zij juffroujy Chand ler was, haar een groote schoonheid gevonden hebben). „Ik zou, als het niet noodig is, lie ver niet van mijn intro<JuQ tie brief ge bruik maken," zei Lucille. „Ik heb daar een bepaalde reden voor. Ik zou liever alleen bij hem komen als re porter van (je Woman's Age. Ik ge loof wel, dat het mij, als ik er mijn best toe doe, gelukken zal, hem te interviewen." Meneer Bland twijfelde daar zelf eigenlijk ook niet aan. Sir Griffith had, dat wist hij, een zwak voor Ame rikanen, en deze Amerikaansche zou AL TE KLEIN. Een boer komt met zijn vrouw ia een hotel en viaagt om een eenvoudig® kamer; hij wordt door den portier ver» zocht in de lift plaats tc nemen. Boer: Nee, dank oe; da kèm- merke js me nou wel wat al te kleinl zetten debat ovor do ontwapening, dut thans een debat geworden is o- er de kwestie der schadeloosstelling. Een aantal Engelsche en Amerikaansche journalisten, die tneeds tn verband met de gebeurtenissen in Klein-Azië naar Constantinopel wilden vertrek ken, zijn ten gevolge van de gisterer door lord Robert Cecil gehouden rede te Genève gebleven. DE MOORD OP LUITENANT GRAF, Uit Brussel yvordt gemeld: De „Daraière Heure" verneemt, dat de vermoedelijke moordenaars van luitenant Graff zijn gearresteerd. Bij het onderzoek zou gebleken zijn, dat er een complot gesmeed was te gen den agent van den Belgischen veiligheidsdienst Schmidt, die een Duitschén agent had doodgeschoten. De aanranders schijnen luitenant Graff te hebben aangezien voor do zen Schmidt, op wien zij wraak wil den nemen. YALSCHE POSTZEGELS. Se dert eenigen tijd werden te Parijs valsche postzegels te koop aangebo den, vooral van verachillende kolo niën die noga! eens van eigenaar wa ren verwisseld, bijzondere opdruk ken ei oude zegels van Kreta en Vo- naco. De vervalschingen waren uit stékend gelukt, zoodat het soms vrij wel onmogelijk was, ze van echte to onderscheiden. De vakvereuniging d.r postzegel handelaars ging er zich n;ee bemozien en diende een klacht in bij liet par ket en er werd een deskundige be noemd. Verder werd de justitieek politie met het opsporen der verval- sellers belast. Brigadier Sevestre be gaf zich toen op het oorlogspad, i'coi zich allereerst in verbinding te s el len, met de-g-fopte kooper-. kreeg hij waardevolle inlichtingen, die hem spoedig op het spoor brachten vat den vervalsdher, den 60-jarigen Al fred Bagnet, wonende in de rue Hrn- ri-DuhoilIon. Daar begaf de brigadier zich heer en hij deed net of hij postzegels wil de koopen. Maar de oude rot 100k lont en zei dat hij wel verzamelaar, maar geen handelaar was. Den vol genden dag wc-rd toen huiszoeking gedaan en ontdekte men een vollz li ge postzegel-drukkerij, persen, te- kleurde inkt, speciaal papier, gom cn een perforoer-machine voor verschil lende soorten tandingen. Achter oen stoel verborgen, vond men ook een heel vel zegels van Monaco, die nog niet „oud" genoog waren geworlen. Het. gekke was, dit Bagnet zelf oen mooie verzameling echto postz-ïzels had, blijkbaar niet alleen voor zijn vcrvalschingspraktijken. Hij gaf toe wel postzegels na te ma ken. maar alleen uit een artistiek ge noegen in de mooie kleuren. Ver kocht had hij echter nooit iets. ../.Is er valsche zegels in omloop zijn zei hij dan zijn die niet van mij afkomstig De man is ter beschikking van Let parket gesteld. DE FILM. Te Berlijn zi;n Zondag alle sterren aan den filinhemel naar het Allnin- bra opgegaan 0111 een nieuwe uitvin ding te zien. Ook vakmenschen en vele buitenlanders waren in den nieuw-AbaLHche kunsttempel op den Kurfürstendanim aanwezig om te zitn wat van de 150 „vorgeführten" paten ten de moeite waard was. Er was inderdaad eon merkwaardi ge nieuwigheid, dc geluid gevende film, waarbij lichtstralen en geltri -s- golven gelijktijdig en op dezelfde .rol waren opgenomen. Houten muziek instrumenten, vooral xylofoon, fluit en cello, gaven de beste resultaten. Bij de rest hoorde men meer of min der het geluid van „meeklinken" dat aan alie vijanden der gramofoon vol doende bekend is. De rol van de me talen naald wordt hier op geniale wij ze overgenomen door de lichtstraal zelf en daar de nntuur cv-voeligcr is dan de fijnste punt van de fijnste naald, wordt hier zelfs het lichtste geruisch als het zuchten van een ge tuige en het zenuwachtige kuchen van den rechter van instructie na tuurgetrouw weergegeven. Een Ne derlander, Herman Heyermans, ge noot de groote eer met zijn „Brond in de Jonge Jan" voor lift onderwerp te hebben gezorgd. Alleen do stem van den rechter, die voorbij de op- neem-trechtcr had moeten spreken, klonk vplgens het verslag in de „Tag" niet heel duidelijk. Het blad verlangt nu nog een nieuwe electrische keel, bliksemende en zuigende oogen en nog een dozijn andere kunstmatige menschcliike organen om de sprec-k- filnï te volmaken zoo vertelt '1 N. v. d. D. hij zeker niet kunnen weerstaan. „Als mij dit gelukt, mag ik dan ho pen in het vervolg nog meer werk van u te krijgen?" vroeg Lucille, toer zij afscheid nam. ..Zeer zeker", antwoordde mencei Bland, (hopen kon ze allicht, dacht hij). „U gaat dus morgen er op af. niet waar? Tusschen twaalf en con zal wel de beste tijd zijn". „Ja, morgen", zei Lucille met op gewekte stem, maar in werkelijkheid voelde haar hart loodzwaar. HOOFDSTUK VIIÏ. Meneer B1 a n d's avond receptie. Den volgenden dag precies oa kwart voor cenen verscheen Lucille, gekleed in een mooi, grijs mantelpak, weer in bet kantoor van de Woman's Age. „Ik kom tr vertellen, meneer Bland," zei ze, „dat ik vergeefs gegaan ber.." „Zoo, zoo. beeft u Sir Griffith Knight niet te spreken kunnen krijgen? Na, een volgenden keer zult u, hopen wij, meer succes hebben." „Dat geloof ik niet," zei Lucille op neerslachtigen toon. Meneer Bland wees haar een stoel, maar Lucille was zoo vervuld van hair teleurstelling, dat zij bet nie- eens op merkte ea staan.bleef. (Wordt vervolgd)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9