KAAHLEKS'S DAGBLAD Uit de Wereld. Rubriek voor onne jQuggd Haadsals tuiiimmi Onze Lacöiicci Binnenland ZATERDAG 28 OCTOBiR 1922 DERDE 3LAD een kleurenbenaminc in de figuurlijke taal. Het woord blauw komt voor in een aantal figuurlijk® uitdrukkingen, waarvan er enke.c hier mogen vol- ^Ee n blauwe Maandag. De porsprong van deze zeer bekende uit drukking staat niet vast. Vroeger daclit men algemeen, dat daarmede in bet bijzonder werd bedoeld de Maan dag, volgende op den laatsien Zondag vóór de Vasten, omdat naar men dacht op dien Maandag tijdens de Middeleeuwen alle beelden in de ker ken, de doopvont, de kansel en het ellaai bekleed werden met biauw- violeftc doeken. Maar in de Middel eeuwen noemde men dien dag den goeden, en met den blauwen Maan dag. Buitendien had het aanbrengen van blauw-violette doeken in de ker ken ai veertien dagen vroeger plaats. Men ljeoft dus deze verklaring moeten ipgevbii. Een andere verklaring is deze Oud- lijd*; hadden do werklieden, die des Zondags moesten werken, den vol genden Maandag vrij. Dit gebruik breidde zich weldra uit tot degenen, die 3 Zondags wel vrij hadden gehad, maar niet afkeerig waren van een napret en er dus nog een dag aan vastknoopten. Op zulk een Maandag werd het noodige gebruikt, er ont stonden vaak lussdien .de nietsdoe ners kleine verschillen van opinie, die uitliepen op fomioele kloppartijen, waarbij menigeen blauwe plekken om de oogen of op andere liehaamsdeelen opiieuen -Nog weer een andere is de volgen ds. !n de middeleeuwen was blauw de kleui der dwaasheid. Zoo bestond die tijden het gilde van „de blauwe i-ute d.i. de blauwe schuit, welke deel uitmaakte van den stoet tochten bij narrenfeesten. Daze „blauwe scute", bij do Duit- ecners bekend onder den naam Nar- renechiff, was een schip op rollen of vielen, door de Italianen genoemd carro navale, d.i. schoepswagcn. In het voorbijgaan zij opgemerkt, dat deze Italiaaneche benaming carro na- vate de oorsprong is van het woord carnaval (d.i. vastenavondfeest) en dat de afleiding earne vale, d.i. vaar- we vleesch h"rust op volks-etymo- lor Welke ex... vergaring mag zijn va.: de uitdrukking, de beteekenis er van staat vast: een blauwe Maandag is een Maandag, waarop niet gewerkt wordt, een Maandaghouder is iemand, die op Maandag de kroeg tot zijn ar beidsveld kiest. Zegt men van iemand hij is een blauwen Maandag in het vak geweest, dan geeft men te ken nen, dat hij één dag in het vak is ge weest en wél een dag, dat er niet go- werkt werd, zoodut zijn ervaring in het vak is gelijk nihil. Blauwboeken. Het blauw ais kleur van boekomslagen hooft aanh. ding gegeven tot den naam blauwboe ken Hieronder verstaat men in de eerste plaate verzamelingen van diplo matische en andere akte-stukken, waarmede in Engeland de ministe- riëii aan het Parlement, inlichtingen verschaffen omtrent een bepaalde aan gelegenheid, met liet doel bijv. om hun bonding te rechtvaardigen, eei ander besluit uit te lokkin, enz. De»> gewoonte werd ook door de Ite- gteringen van andere landen overge nomen, zoo ontstonden bijv. in Italic de groenboeken, in Oostenrijk de rood boeken, in Frankrijk de geelboekcn, bij ons de oranjeboeken, Behalve deze hoogst officieele boe ken zijn er ook blauwboeken van ge heel anderen aard n.l. tic volksboeken m blauwen omslag, waarin men proza-o verzetting terug vond middel- eeuwsche riddergedichten, sprookjes, verhalen van toovergodinnen enz., bijvoorbeeld: de vier Heemskinderen, ie Sccoti.t Mehisita, de Schoone ilaapster in het Bosch, enz. Nog een ander blauw boek heeft on schatbare diensten bewezen aan onze vadrilondsche letteren. Het is de 1537 opgerichte „Gids", het critische lijoschrift, dat onze letteren een ver jongingskuur deed ondergaan onder de ic .cni.g van den bewonderenswaur Jigen autodidact Potgieter en aan vankelijk ook van den genialen, veci- zijdigen Bnkhuizen van den Brink. Het tijdschrift trad op tegen halfheid en sleur, te-gen onze.fstandigheid en lic'doenerij, tegen zoetsappige critiek, tegen bewierooking van olies wat Nc- derlandseh was. Menig vroeger alge meen bewonderd schrijver, werd aan een strenge maar volkomen eerlijke critiek onden zijn kinderjaren niet het verhaal gelezen of aangehoord van Ridder taoul Blauwbaard? De niet te verdrij ven bloedvlek aan den sleutel, zus ter Anna op den uitkijk, de steeds i'.igcr luidende vraag: „zuster An- ziet gij nog niets komen" deed ons ruien en beven, tot eindelijk de reddende broeders kwamen opdagen en den vrouwen-moordenaar zijn ïot deden ondergaan. Het verhaal komt het ceret voor bij Charles Perraulx (1628—1703) in zijn Contes de ma me re l'Oye, die in alle Europeesche ta len vertaald zijn onder den titel: Sprookjes van Moeder de Gans. Som- rngen- hebben beweerd, dat de Mar quis Gilles van NavaJ, een talentvol en onverschrokken Fransch krijgs- ersle uit de 15e eeuw, die deed aan tooverkunet en die zich door vrouwen- moorden berucht gemaakt heeft, het oorspronkelijke model van Perrault's Blauwbaard is geweest. Offenbach heeft het sprookje omge werkt tot een hoogst vermakelijke mu zikale klucht, die Blauwbaard, ale Hol landsahe Operette menigeen een paar prettige uren heeft doen doorbren gen. In de Engelsche geschiedenis komt een aliee behalve prettige figuur voor, die den bijnaam heeft gekregen van den oKnink.ijken Blauwbaard en te recht. Van zijn eerste vrouw Catha- rina van Arragon, liet hij zich schei den. omdat hij na een huwelijk van twintig jaar op eens tol inzicht wae gekomen, dat het hem eigenlijk niet gepast had, zijns broeders weduwe te huwen. Reeds voordat de scheiding nog was uitgesproken, huwde hij de schoone Anna Boleyn, maar, na oeni- ge jaren verliefd geworden op Jane Seymour, liet hij zijn tweede vrouw, de moeder der latere, zoo beroemde koningin Elisabeth, door ec-n slaafscn gerechtshof van 26 lords schuldig ver klaren aan ontrouw. Het vonnis luid de: „de dood door het vuur of het zwaard. De genadige koning koos het zwaard. Daugs na den gerechtelijkeii moord huwde hij Jane Seymour, die echter stierf kort nadat zij het leven geschonken liad aan een zoon (1537), den lateren Eduard VI. Een drietal jaren daarna verliefd geworden op het zien van een bekoorlijk portret van Anna van Cleve, vroeg en kreeg hij haar ten huwelijk, maai toen zij in Engeland was aangekomen, vonu hij haar te grof en te letlijk, te dom en te smakeloos, van daar dat hij zich haastig dooi- zijn parlement van haar liet scheiden. Anna. niet zoo dom als haar liefhebbende gemaal daclit, stemde toe in de scheiding en redde op die wijze leven en vrijheid. Enkele weken later sloot Hendrik een nieuw huwelijk. De vijfde vrouw Ca- tharina Howard had vóór b3ar huwe lijk een alles behalve onberispelijk le ven geleid, maar er na was zij den koning onverandorlijk getrouw geble ven. Toen een van haar vijanden den koning omtrent haar vroeger gedrag inlichtte, liet hij haar gevangen ne men en onthoofden. De zesde vrouw eindelijk, Catharina Parr, overleefde hem, maar bij zekere gelegenheid had het maar weinig gescheeld. Zij had n.l. in een gesprek met hem gevoelens aan den dag gelegd, in strijd met de leerstellingen der Anglikaansche Kerk, waarvan de Koning het hoofd wat. Reeds had hij het bevel tot in hechtenisneming onder beschuldiging van ketterij onderteekend, gelukkig werd het document door den Rijks kanselier verloren en door een bloed verwant van Catharina gevonden en haar ter hand gesteld. Zij snelde den koning en wist hem in den te brengen, dat zij alleen keu terschc gevoelens verdedigd had, om ze door haar wijzen, scherpzinnigeii, geleerden echtgenoot zegevocrend te hoort ii bestrijden. Verrukt drukte de half waanzinnige dc-spoot haar in zijn armen, maar Catherine vergat haar leven lang niet, dat zij maar juist op het kantje af aan den ontzeltendcn vuurdoor ontkomen wae. Blauwkous. Reeds in de 17e eeuw was deze benaming bekend, zooals blijkt uit de klucht „Krelis Lou wen". waar zij tweemaal voorkomt, eerstens met de beteekenis van: iemand, die wonden genezen kan, en ten Iweedo met die van praatjes ver spreider "of verspreidster Onze tegenwoordige beteekenis is anders. Men duidt er mee aan een ge leerde vrouw, die aan haar geleerd heid geen bescheidenheid weet te pa ren. We vinden den term terug bij onze nabuurvolken, men denk© waarvan dames het meerendeel der| Ten slotte nog een enkel woord over leden vormden, en waar een zekere u: uitdrukking: Ie te blauw heer Stiliingfleet den toon aangaf, blauw laten. Zoo als zie thans Deze droeg, wanneer bij zich buitens-1 luidt, is ze eigenlijk onzin. In vroeger huis vertoonde, stee is blauwe kousen, j tijd zei men: blauw blauw laten, of Wanneer hij eens een enkele maal af-1 ook wel blauw b'-auw laten blijven, wezig bleef, heette het op de olub: gelijk men zei: laken lak-.n laten blij- Without the blue stockings we can do ven, licht licht laten blijven, met de nothing, d.i. zonder de blauwe kou-j beteekenis: de zaak laten zoo als ze sen gaat het niet. '/co J.lUisjia verte!" er maar niet verder over praten, de Engelsche schrijver Boswel! in zijnl Zou misschien blauw hier weer de „Leven van Johnson." kleur der dwaasheid aanduiden, zoo- De naam blauwbous raakt in on- dat de beteekenis eigenlijk is: Dc zaak bruik sedert de ouderweteche opvat- is wat raar, wat vreemd, een beetje ting, die den vrouwelijken werkkring onverklaarbaar, maar we zullen ze la- beperkte tot huis, keuken en kinder- ten zoo als ze is? Het is mogelijk, kamer, heeft afgedaan. Of zou iemand maar we zullen hel blauw blauw la- van gt-zond vorstand het in zich voe- ten. len opkomen onze vrouwelijke docto ren rechtsgeleerden, leerares6en, zoo to noemen? Of daarmee te bestempe len mevrouw Curie, tijdens het leven van haar wereldboroemdien echtge noot zijn medewerkster, zijn evenknie, en na zijn dood de voortzetsler van beider arbeid! De vraag te stellen is te te beantwoorden. pen, geen wondt elen met angst en beving elke 6lechts aan het Engeische blue- nieuwe af.evering van het gevreesdestocking, het Fransche bas-bleu, het tijdschrift tegemoet zagen. „De blau- Duatsche Blaustrunipt. Als oorsprong we Beu." zoo noemde men „de Gids" der benaming geldt gewoonlijk het wegens het aantal dergenen, die door volgende. hein waren ..afgemaakt'. j Tegen het eind der 18e eeuw bloei Blauwbaard. Wie onzer heeftde in Londen een letterkundige club, 6 Begonia <i Wildebras G Riet-. Daze raadsels zyn alle ingezonden door joageuB en meisjes, die „Voor Onze Jeugd'' lezeu. Iedere maand worden onder de beste oplossers drie boeken in prachtband ver loot. 1. (Ingez. door öoudeterretje.) Ik beu een bekend persoon uit de Va- (U-riaiul.se.hu Geschiedenis van 14 letten. 11 l» 13 14 is een metaal. 1 8 14 13 4 7 is rond. 10 2 3 4 11 ie e--n meisjesnaam. 8 7, 13 is oen plaats in Gelderland, G 5 2 is ecu maand. 12 13 8 4 is een lüeur. 10 11 is een persoonlijk voorn aam door Prinses Maja.) a plaats in Duitschlnnd. Ont- m ik ben een bekend vier- 2. (Ingez. Ik beu ee hoofd mjj i voctig dier. 3. (ingez, door Alleen ju 't Nestje.) Myn geheel bestaat uit 2(5 lettere en is een spreekwoord. 1 3 12 15 is een meisjesiiaajn. 8 5 5 10 zit onder aan den schoen. 20. 5 9 6 18 26 raad 13 10 dnar. IJs is 4 22 2 6. 10 11 25 17 is ©en klear. 14 17 23 12 gebruikt men op 't ijs. 24 1 7 geeft Jicht. 21 22 is een lengtemaat. 4. (Ingez. door Karei V.) Mijn geheel is eon groot gebergte in Azie van S letters. 7 8 is niet neer 1 4 3 is vlcescb. 5 0 zit in de tafel. 2 is een klinker. 5. (Ingez. door Framboos.) In bon oen spreekwoord van 20 lettere. 5 6 7 is een lidwoord. 8 9 15 12 is een meisjesnaam. 1 2 20 19 17 is een voortuig. 10 11 16 7 is een meisjesnaam. 18 13 14 is zeker. /- 0. Strikvragen. a. (Ingoz. door Woelwater.) Hoo meer men er indoet, hoe klei nor het wordt. b. Wat zien men niet, als men ziet on wat ziet men als men niet ziet? e. Welk bijten doet geen pjjnf (1. Wat was was, oer was was wast e. In welk geval is 3 maal 3 twaalf? f. Wat wordt korter, al» men het lan ger maakt t g. (Ingez. door Kees dc Mopperaar i Als ik myu jas omkeer, wat krijg 'k dan! h. Welke kleefstof wordt omgekeerd een lengtemaat? 1. Welk ijzer wordt van goud gesmeed? j. Wie gant het laatst de kerkdeur uit? k. (Ingoz. door Meiklokje.) Wie kan bewijzen, dat een hond 8 poo- teil heeft? 1. (Tngez. door Goudsterrctje.) Welk dier wordt honderd jaar, ale men het onthoofdt? De raadseloplossingen der vorige week zijn: 1. Gezelligheid kent go euiyd. 2.TOBACCO, 3. Volondaui. 4. lloe liooger berg hoe lag-r dal. 5. Die zjjii neus schendt, schendt zyn aangezicht. G. a. Havenhoofd, b. Pop van een vlin der. c. O, ik zie U. d. Wind. e. 888 9/9. 1'. Herbergen, g. Spijkers in de gelnoeneu. h. Strijkkwartet, i. Koffiemolen, j. Lijn koeken. k. Landkaart. 1. Zeepbel, in. Kooltje vuur. n. Een schaapscheerder, o Brandnetel. Goede oplossingen ontvangen van: Urkertje 5 Alleen in 't ucatje 5 Mede dingster 3 Lachebekje 5 Spartaan 6 Mei klokje 6 Violet 6 Voleudommer 2 Rood kapje 6 Steenbok G Kleine Zonnep/t 6 Poesje 6 Bchangertje 6 Frederik Hen drik G Zwcmstertjo 0 Voetbaljongon Controleur 5 Kerstboompje 5 Bloudkojijo 5 Kees de Mopperaar 5 Aviateur 5 Ma deliefje G Sportman 6 Boterbloempje Zaandarumertje 2 Matroos G Ribes 5 Ananas 6 Korenbloem 5 Maanclfje 6 Bleekneus 5 De Schipperin 5 Elzekutje 5 Oraalos 0 Montbretin G Vriendinnetje G Zanglust 4 De kleine Majoor 6 Duivelin- netje 6 Middenvoor 6 Joekie 6 Pieter baas 5 Deuappcltjo 4 Willem III 4 Mau- daryntje 4 Hein Stavast 4 Pierewiet 0 Heidoprinsespe 6 Prinses Ataja 5 Moe ders Breistertje G Goudsterretje C Tiekie en Piene 6 D;rk en Pret Or-'uatz -b JAN HAL LOG, Eikenstraat 21, Seho-1 ton wou graiig ean vriendje hebben. Liefst een jongen, die in zijn buurt woont. Hij ie 12 jaar oud. PRINSES MAJA, Staten Bolwerk 8, zoa graa« een vriend ine tjo willen hebben. b Stii.N,euiaaswüü8trijd DE SCJlil'PERIN, Papotorenvest 13, vraagt een doosje ongeveer 25 bij 20 c.M. SNEEUWKLOKJE, Gen de Wetstraat 10r„ vraagt wat witte wol om een jurkje te borduren, TIEKIE en PIENE, Gen. de Wetstr. 38, vragen om een poppen-strijkboutje. Wie het noodig heeft, kau b(j iny ko men halen: een mooi doosje, l'.v. voor een popje, stevig vloeipapier, voor bin- nenbel-leêdiug, lapjes en ansli bf- jr- ten. VOLENDAMMER, L. Wijngnardstr. 27r., biedt zich aan voor reparatie van netwerk. ANNIE Y.TJN3TRA. Waldeck Pvr- montstraat 12r„ wou zoo graag wol heb ben om een das te breien. Brievenbus Brieven aan de Redactie van de Kin- der-Afdeeling moeten gezonden worden tan Mevr. BLOMBERG-ZEEMAN, v. d. Vinnestraat 21rood. (In de bu» gooien, zonder aanbellen). Nieuwelingen zyn: ANTOON VAN AMERONGEN, Gerrit van lieesstraat 10, oud? (9de nieuweling in October.) GUCBTJE BIET, oud 11 jaar, Scho- terweg 47. Guurtje mag Woensdag, .nis !0de nieuweling in deze maand, een boek bij rey komen halen. VOETBALJONGEN. Ja, ik weet rog best, wie voetbaljongen 5-, Een kleine spring in 't veld, die heerlijk droomt over reuze-overwinningen van H. F. C. Natuurlijk bcr» ik er ook van over tuigd. dat H. F. C. eon volgend jaar weer .li de 1ste klas zit. Bevalt het je goed op de nieuwe school? Je droogbloeier heeft prachtig gebloeid, maar ie nu uit gebloeid. Groeten voor moeder. ZWDMSTERTJE. 't, Wordt nu toch tijd. dat je poppekiud warmer kleertjes aankrjjgt Bevalt de nieuwe woning goed? En zijn jullie nl op orde? KEES DE .MOPPERAAR. Als moe der je kwijt wil zijn, moet »e je maar naar Hoofddorp sturen. Daar »al je vast niet gaan mopperen. Je bent natuurlijk wel een beetjj jaloerseb op jo Haarlom- mermeorschen vriend. Ik had je wel èena willeu zien in je blauwe kiel en manches ter broek. Je hebt je daar nog aardig verdienstelijk gemaakt. Gaat het niet meer op de M.ILLO., dan zul je misschien als boerenknecht jo kostjo kunnen ver dienen. Maar de dartolc sprongen op do hooibergen zul jo dan al' moeten loeren. Bracht je niet een paar verdwaalde hooi- sprir-tjew *niv naar hu.s? Speelde je ook piano in je blauwe kiel? Maar met alles e:i alle.* was hot een onvergetelijk dagje STEENBOK. Wat do ijhit-Nico- laawedstrijil is? Laat ik je dat eeire gauw vertellen. Wij, Rubriekertje© willen met Sint-Nicolaas alle zieke kinderen, die in onze Haarlemscho Ziekenhuizen liggen, blij maken. Dat sunncn we doen: lo. Door zelf iets moois of iota nuttigs te fabrieeereu. 2o. Door van oud sjieel- goed bruikbaar speelgoed te roiken. 3o. Door van hot onze iets af te staan. Num mer 1 en 2 hebbeu voor nq de meeste waarde. Heb je het nu gesnapt? Andere maar weer opnieuw vragon. SNEEUWKLOKJE. Als Prinses Maja dit leest, weet ze meteen, dat je er wed wat voor voelt, "vriendêchap met haar to sluiten, 't Is 't beste, dat jnllio elkaar 'dan maar e&ns bezoeken. Jc bod betreffende den knikkerzak vaard ik heel gaarne. Leuk, dat je ba- uy-mutsje ul klaar is. Jc mag je pakje ook by my brengen. Je Tuil-aanvraag zal ik jdaatson. ROODKAPJE. Zoo, ben je 12 jaar? Denk er aan jc leeftijd te vermelden by jc wedstrydwerk. Leuk, dat je eens echt Roodkapje bent gewecs Leeft het dejeunectje nog? VOLENDAMMER. :k ilooj. dal je öt te doen krijgt jongen. Alle beetjes helpen. Zoo is het ook met de raadsels. Het duurt zeker een hoel tijdje, voor je het houtsnijwerk goed meestor bent. - RIEKJE H. -Misschien vind jc de raadsels dit keer wat gemakkelijker. Dus van 't jaar worden jullie nog Utrechte naars. Moeder is zeker wel blij dat ze een hui» heeft. Is je werkmandje at in gebruik? Eu spelen de zusjes prettig met liet hondje? Wat leuk, dat. kleine Martb3 aJtyd zingt. Zoo'u vroolyke sys. Blijf inet Fransch maar goed je best doen, want het wordt natuurlijk steedï rnoc:- lykor. Heb je dat blad afgekregen? Veel groeten voor moeder en dc zusjes. VIOLET. Wil jc voortaau ook je naaun onder jo briefje zetten? Alleen op de ouvoloppe ib niet voldoende. Heb je al een slabbetje klaar? Ik ben zeer be nieuwd om dat doosje van ansichtkaar ten te zien. Je ra&lsel is goed. POESJE. 'k Hoop, dat je het ver langde ontvangen zal. 'Is het kaarten- doosjo aardig uitgevallen? De raadsels waren niet zoo gemakkelijk, maar Poesje wordt zoo knap in het oplossen. BEHANGERTJE. Dat boek ken ik niet. Is liet mooi? Als Jopie nog maar een half jaar is, kan het nog wel oven- vjes wachten mot de tafelstoel. Leuk, dat je kanier zoo mooi wordt. Ik ben toch >.oo verlangend om al jullie moois te zien. Dus jullie zyn nog knapper dan tante .n het raadsels oplo««en. FREDERIK HENDRIK mag zijn schuilnaam houden. RIETVINKJE. De cyfcrraadsels zijc in den regel de goninkkelykste raad sels Wat heef', eraun geschc-eld? Dat trof jo niet met je vacunlio-week, maar nu hob je op school ook niets verzuimd. ZAANDAMMERTJE mag haar schuil naam houdc-u. Miesehicn ken je wel een Rabriekerlje, die je een beetje met de raad*e!s wil helpen. MATROOS. Dat was Woensdag nog net weertje om er eens heerlijk op uit te gaan. Is moeder nog aan den schoon maak? Is de Hoez-boot mooi uitgevallen? Je zult,zoodoende een flinke verzameling kieken krygen. Het doet ine plezier, dat je wedstrydwerk flink opechiet. Je hebt nog oen heele maand voor je ANANAS. Haaut je maar niets met de vliegmachine. Werk er maar rnstig aan. Jo hebt nog 4 weken voor den boeg. ELZEKATJE. Piepen de beuie- nootjes ook in den oven? Dat deden wy vroeger en dat smaakte wat lekker. Jc bent vlug klaar met je slabbetje. Ec ben je nu aan de handschoenen bezig? Aar dig van moeder, dat je ook nog een popje uiag aauklceden. DE SCHIPPEIHNHoe kleiner popje, hoe meer peuterwerk. Maar 't is een prettig werkje vind jc niet? Als je dat dooeje niet krijgt, kom dan maar eens by my kijken. Ik heb nog wel wat in voorraad. BLEEKNEUS. -Dus liet doosje is goc-d uitgevallen. Dat geeft een burger moed. Hebben jullie in Heemstede au kachel-vacnntic? Het raadsel, dat jc niet wist, was toch hensuh zoo moeilijk niet. MA ANELFJE. Jy hebt maar een knappe moeder. En ik ben heel verlan gen,] oiu do mooie jurkjes te zien. MONTBRETIA. Weer harlelyk wolkom in de Rubriek. Ik hoop, dat je nu een flinke, gezonde meid zult wor-len. Vind je het niet hoerlyk weer thuis te zyn? Lonk hoor, dat je ook aan onzen wedstrijd mee wilt doen. Jy weet by er varing wat jo rni-i. als je op St. Nico- laasavond niet thuis bent. Misschien kryg je wel een idee wat je maken zult, als jo de briefjes eens doorleest. DE KLEINE MAJOOR. Nog wel hartelijk gefeliciteerd met moeders ver jaardag. De volgende week schrijf je me er zeker van alles over. ZANGLUBT. Jy bent ook fliDk op geschoten. Echt aardig, dat moeder er die twee vlinders op geborduurd heeft, Wil je bij je ineen-ding je imam en leeftyd zetten? TIEKIE en PIENE. Ja, d^t étryk- plankje vind ik een aardig idee. Ik hoop nu muar, dat je er een boutje voor kr'jjgt. Die blondjes mag je best inzenden, mis schien kun je er eeu aardig omslag voor maken. Je hebt deu kalender geloof ik eeug als prijs gehad. Is 't niet zoo? GOUDSTERRETJE. Jy hebt je al dapper geweerd. Twee slabbetjes al klaar en nu nog eon hemdje, een flanelle tje, 2 servetnugetjes, oen manteltje. Kind, dat wordt een hcelo uitzet. Als je dat allemaal of hebt en dan nog met een jurkje wilt beginnen, wil ik wel in de Buil-Rubriek om ecu lapje vragen. Die servetbaudjes kuü je wei met oen smal zjjdeu lintje laten sluiten. Wat Violet bedoelde, begrijp 'b "iet goed. Leuk, dat je je briefje hebt uitgeknipt. Ik ken oen Rubriekertje, die jaren lang zyn briefje heeft uitgeknipt en opgeplakt. Dan wordt het zoo'u soort dagboek M0EDEB8 BREISTERTJE. Dezen naam mag jo wel houden. Ik vind h«n ook aardiger dan de vorige. Een Blond- kop jo was er al. Hoever zyn broertjes kouaen al? Domme meid om alle raad HET VOORNAAMSTEI Vrouw (minachtend,/: Wat weten mannen nu van vrouwenklceitof Man (met een zucht): Wij weten- wat zij kosten! NIET AARDIG. Een handelsreigizcr kwam een win kelier bezoeken. „Mag ik u mijn artikelen eens la- ten zien vroeg hij. En één voor één pakte lüj zijn monsters uit een kleine, zeer volle lasch. —„Ik wil vandaag maar één ding", begon de winkelier. „En dat vroeg de reiziger ver heugd, zijn notitieboek voor den dag halend. „Ik wil wel eens zien, hoe u dat allemaal weer in uw tnsch krijgt!" seis te hebben <*n re vergeten in te stu ren. Die vader van jou ij niet mis. Ge lukkig maar, dat dc bedreiging nies uit gevoerd behoeft te worden. PRINSES MAJA. Gaat het naar wensch met dc mooi^ blauwe motel Je maakt maar praciische dingen. 30 No vember moet ik alles hebben. Voor dien tijd zet ik wel in de Rubriek, waar en wanneer do tentoonstelling 19. Dan mag jc het daar ook naar toe brengen. Zeg Prinses nu geef je wel jo adri* maar herhaalt niet je Rnilaanvraag. En mijn geheugen is heusch niet van ijzer; in&ar ik zal nog eens heel diep nadenken. De raadsels mogen wel door elkaar. Dat hindert niet. PIEREWIET. Je raadsel is goed, 't Doet me genoegen dat hot boek in jo aniaak viel, Zoorn diploma 13 vooral een aardige herinuering voor later, als je groote korel bent geworden, 't Is maar goed, dat vader de opziebter is by het timmerwerk, want spijkers met koppen slaan is lang niet ieders werk. DEN"APPELTJE. Hebban jullie rus ook bericht van Poesonmoedertjc gehad! Ik hoor dan wel het #dre». hè? Jc raadsels zyn goed. MOEDERS JONGSTE. Begint het met eon B? Ik zal cene raden. Broek, ba ret, baby-muteje, boezelaar. Is 't erbij? Ik heb van zus gehoord, dat je zoo mooi ?eien kunt. Heb jo Woensdag prettig j de grootouders gespeeld? KRULLEBOL. Gaat het goed met de guntjoamnkory? Dat is nog eens fijn zog, zoo'n avondje zonder huiswerk. Het is wel een beetje saai voor jullie nu vader veertien dagen wegblijft. Werkt vader weer by de zontboringen? Die grootmoeder van jou is zeker oen breister eerste klas. Ik feliciteer je nog wel met bet nieuwe neefje Ts het een Hunrlem- mertje! MIDDENVOOR. In de badplaatsen ie de vroolüfcheid verdwenen. Maar de zee kan in 't najaar vaak zoo mooi zyn. Nu zul je voorloopig niet meer naar vacantle verlangen. Ik ben benieuwd om je kegelspel te zien. Kranig, dat je zelf die gezichten hebt gekleurd. P1ÏTERBAAS. Nog wel gefelici teerd met den verjaardag van broer. Dat trof mooi, dat het juisi op Zondag viel. Wat heeft hy ec-11 prachtig cadeau van vader en moeder gekregen. Jy mag er zeker ook wel oens mee spelen? JOEKLE. Hoe is hot met de ver koudheid? Zoek kt* zoc netje maar cp, is beste medicijn. Hob je die rok je zelf gomnaktf En ia do broek ook klaar? Je wordt maar een degelijk stertje. Een inktlap en een ta6chje aardige cadeautj.-. maar het jurkje spant natnurlyk den krooe. Is die Doo: 0 'n kleine feeks? DU1VEL1NNETJE. Zeker mag je it weegschaaltje geven. Haarlem, 28 October 1922. W. BI AJMBE EG—Z EEMA N, d. Vinnestraat Slrood. DE 100.000. Het WM. verhaalt Een caféhouder had in November an het vorive iaar een loteriiolub in riin zaak. waarvan hij i>enniri?mees ter was. De club tolde acht leden die elke week oen dubbeltje inleeden. Op een der loten van de club viel de 100.000. De hceren bezatc-11 een tien tje. dat de uenninenncester niet in acht. ju a ar in negen gelijke portie* verde y.da E'k kreeg f 944, immer* volden- den kast eleiii-séhatbc waard er had zijn zwager ook een aandeel in de zaak. Daar kwamen de andore leden te- "en op. T.f /.ochten hun recht met het eeva'.g, dat db peTniins-ineester voor de Rotterdauii-che Rechtbank wegens verduirierin-- v.-" 1 94-i moest terecht ■slaan De als getuigen gedagvaarde leden van de loteriie'ub hielden vol, dat zo maar niet hun achten waren geweest. Er hadden ook maar acht namen in het lioekje van den pen ningmeester gestaan. Dat boekje was echter helaas bij oen verbuiziti" zoek p-eraakt. Eij de betaling wae de flesoh royaal aangesproken. daarom had men niet geprotesteerd tegen de wijze, van verdeeling, maar later was men beter gaan nadenken. De officier eisclii vier maandend« verdediger, mr. Van Dantxie, wraak te de getuigen. Feuilleton BETTY (Geautoriseerde vertaling uit het Engelech.) (Nadruk verooden.) 13) „Ln je bent dus niet bang voor «poken?" ...Neen, meneer". „Ik ook niet, Joseph en liet) spookuur nadert - geef me m'n hoed en m'n stok eens aan". En Dalroyd stond langzaam op. „Meneer", zei Joseph terwijl hij «in meester het verlangd© bracht, „Mag ik u aanraden een van uv/ telspistolen „Neen, Joseph, mijn zak zou er zoo *an uitrekken en spoken zijn toch niet gevoelig voor pistolen of zul- jen we zeggen „blaffers" wat, ge loof ik, meer de vakteram io?" Weer schrok Joseph eenigszins en «oen hij dit zacr lachte Dalroyd even. „"'i-sohien blijf ik wel een uur of langer weg. Joseph je moot wnk- *er blnven om m- straks te helpen". ..(■oed meneer! Fn als ik 'I zesrgen tong, meneer, zc zoggen dat liet spook den laaUten tijd op het kerkhof rond doolt". „Dat klinkt tenminste spookachtig genoeg!" knikte Dalroyd. „En denk er aan, Joseph, dat je je tong goodl in bedwang houdt 't is in je eigen be-ang!" „Goed meneer zeker! Je kunt een staart krijgen!" voegde de 011- derdanigo Joseph er binnensmonds bij toen hij de gestalte van zijn mees ter langzaam zag verdwijnen ei* zijn oogen stonden dichter bij elkaar dan 00H. HOOFDSTUK XVI. Dalroyd ziet een spook en de sergeant een eeeet- verschijning. Dalroyd stapte naar buiten in den zomernacht, de maan echeen heldor en men rook overal een heerlijke hooi lucht. Voor zoover men zien kon, waa de breede weg stil en verlaten ner gens was een licht te zien, in hel dorp sliep iedereen al uren. Dalroyd slenterde verder, lang» kleine huisjes over «en weiland er, zoo naar het hek van het kerkhof, waar acliter de eTafsfeenen er spook achtig uitzagen in het mnnn'icht. Een poosje stond hii cr rustig naar te kij ken, toen schrok hij op en keek naar den toren waar de klok juist midder nacht sloeg. Een voor een telde hij de slagen, wachtte lot de laatste was weggestorven, maakte toen liet hek open, ging het kerkhof op en wan delde tusschen de graven -loor, hij zwaaide met zijn stok en vol 1.de het, pad dat om de kerk heen nep Zocy kwam hij langzamerhand in de scha duw terecht en dc duisternis stak daar dubbel scherp af tegen het prachtig heldere lïoht van de maan, het was in die duisternis of de grai- steenen nieuwe en onverwachte vor men aannamen. Plotseling zwaaide Dalroyd niet meer met zijn stok, hij bleef bewegingloos staan, hield zijn adem in en staarde met eroote open Oogen voor zich TtU. Vlak voor heul doemde een groote grafsteen op, do omtrekken waren inaair vaag zicht-i haar in het halve licht, maai' aan dezen kant was het marmer gebar sten en gespleten en uit deze spleet solieen e?n spookachtig licht, toen. verdween het en in de etilte hoorde hij iets ritselen, een zachte plof en; het geluid van een zware ademhaling. Dalroyd ging nog meer in het donker staan, liet zijn stok in het gras val len cn zocht naar het gevest van y deven. Terwijl hij nog steeds in de zelfde richting staarde, kroop er biü het eraf een vage gc°talte te voor schijn die nog even zoekond rond tastte en toen opstond en Dalroyd zag c-en groot, vormeloos hoofd met twee kromme horens cr op. Dit vit.-- seJijke ding stond even stil alsof Ik. luisterde naar verre geluiden, tiet i toen een pas vooruit, struikelde over een graf en uitte een kreet. Dalroyd liet zijn degen weer los, raapte zijn stok op en begon dit vreemde ding] te volgen, terwijl hij er voor zorgde steeds in de schaduw te blijven, ala een spook liep tie gestalte tua-ohci» de graven door, tot ze aan den muur kwam cn daar vlug ovcrklom even stilstond oin te luisteren en om zich heen te kijken toen ging het ge heimzinnige wezen hard loopen dep weg op. Da'royd ging er steeds ach teraan, lieol voorzichtig, want «Ju nacht was doodstil, en hij wendde zijn blik geen oogenblik van heli vreemde voinielooz© ding af. Zoo kwa. men ze na een poosje op een zijpad, dat aan den eenen kant begrensd werd door een dikke heg en aan den anderen door een boogen muur. Hier stond de gestalte etil, Dalroyd ver borg zich in de schaduw van de heg, zag het spook overal rondkijken, toen kwamen er een paar lange ar men te voorschijn en het spook klom op den muur en bleef daar even zit ten voor het aan den anderen kant verdween. Dalroyd stak het pad over, keek over den muur en zag het ge heimzinnige wezen nog net door een boomgaard loopen, weer over een muur klimmen en wéér verdwijnen. Hij aarzelde niet maar klom op zijn beurt over den muur, kwam op zuch ten grond terecht en zette dc lersol- ging voort, dat wli zeggen hij v. een grasveld overgestoken en wilde juist over den anderen muur klim men toen hij van achteren door «en paar stevige tuinden gegrépen werd en een bitTSche stem zeide- „Dat is geen spook! Rechtsomkeert, cn laat je gezicht eens zien'" En Dal royd werd zoo woest, omgedraaid dat zijn haod afviel. „Verdraaid!" a-it-ix de sergeant uit ,,'t te toch een van do fijne Londcnsche heertjes! Dal royd vloekte. „Mentor", zei de sor- gcant onverstoorbaar, ..wat uoet u hier op een andermans terrein en zoo laat? Wat heeft u daar mee voor?" Schurk", zei de heer Dalroyd „raap m'n hoed op". „Schurk?' zei de eereeant peinzend. '..Beest m'n hoed!" „Nou een beest?" ..Hoor longedierte?' Dalrovd bief hel hoofil on zoodfll de lange krul len van zijn pruik wegvielen lang» voorhoofd en want» r-n zü'n Irofarh» hleoke gezicht duidelijk uitkwam lu liet heL'p-fi mnjmlirM. en toen Mi dit o-ezieht zag met de fijne «warte wenkbrauwen, de kromme neus schitterende oogen en dunne lippeu, ging de sergeant eon stau achteruit en riep: „Vcrdraaidl" Er was iets in dc houding van deu sergeant dat Da'royd opviel, hij ke<4tj Zebedee op zijn beurt eens onderzoe kend aan, gin* tegen den muur bu llen, speelde met de kruillen van zijn» pruik cn toen hij weer writ zei klonk zijn stem even zacht en kwijnend i)d anders. „Wat nu, ezel?" De sergeant h(.al<« de diep ndciu. „Over ge ©eten en verschijningen gesproken ik weet toch niet mo> zeker of ie er niet «en bent". „Waarom?" „N'ou. als u eeu officiersuniform? droeg een roode jas met blauwe opslagen, cn een paar rijlaarzen aniy had dan zou ik heel zeker wet ca dat 11 een epook was". Wat bedoel je?" Dalroyd keek i gend en toen hii de uitdrukking ia' ziln oogen yng ging de sergeant j een pa» achteruit. „Wot bedoel jc?" ,,lk bedoel dat u dan dood zou ziinf Maar uw jas is niet rood. is 't wel* meneer? En uw rijlaarzen ziin schoe nen niet gesuen en u is snrimr'eveud» is 't piet, meneer en dnnmm ver zoek ik u om uw eigendommen opï te rapen en weer terug te klimmer#

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9