OM ONS HEEN Rubriek van den Arbeid. Uiizs LacfiBüeK BETTY HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 81 OCTOBER 1922 TWEEDE BLAD No. 3103 Gedenkschriften van keizer Wilhelm Veel «ohrij verst ai ent is aan «leze herinneringen niet besteed. Wel een «eer duidelijk opzet, om de lezers te pvertuigen van des auteurs goede be doelingen in vredelievenden geest, in en buiten Duitechland. In het oude rerhaal weet Reinaert de vos, telkeus wanneer hij voor den troon van ko ning Nobel gedaagd wordt, zijn ge drag zoo prachtig voor te stellen, dat al de toehoorders geneigd zijn. èem voor een zachtaardig lam aan te «jen. Hieraan doen de mededeeliugen run den ex-keizer telkens denken; liet «chijnt hem er vooral om te doen te «ijn geweest, den indruk te geven, dat lnj niet de sterke mUitairistische neigingen heeft hezeten, die z.jn vijanden hem verwijten. Toch komt nu en dan de aap uit de mouw. Of to liet niet teekenend, dat de kroon prins, wanneer zijn vader Friedricü op sterven ligt, meent dezen geen grooter genoegen te kunnon doen. dan niet een voorbijniarsch van de 2de brigade infanterie der garde?" Hij de onthulling van het stand beeld voor koningin Victoria in 1911 is hij blijkbaar getroffen geworden door het défilé van de Engelsche troe- Kii „net voorbij mareheeren had op t kringvormig plein met een aan houdend zwenken plaats; de buiten ste v.euge,s moesten wijd uit den pa® mareheeren, een moeilijke taak voor den troep. Zij werd schitterend uitge- /oerd, geen man kwam uit de rich ting' Is het niet zonderling, dat een gevullen monarch act noodig vindt, luik een kleinigheïu ui zijn gedenk- «chriften vast te leggen? aan over den vioolbouw. „Hij was nimmer gericht tegen de vier- of vijfmaal sterker Engelsche vloot. Geen redelijk niensoh in Duitschland heeft er ooit van gedroomd, dat wij haar sterkte bereiken konden". Jam nier maar, dat die wantrouwige En- gelschen het niet wilden gelooven. En ae schrijver zelf? „Ook de sterkste vijandelijke vloot", betoogt hij ver- derder," moest zich wel ter dege be ienken, voor zij de üuitsche te lijf sou gaan, want zij had van den strijd «ware verliezen te duchten, die er haar aan zouden blootstellen, voor •ndere bestemmingen te zwak te worden. In het Skngexrak heeft de ri sico-idee haar waarde schitterend bewezen. De vijand heeft ondanks zijn ontzaglijke overmacht zich aan geen tweeden slag meer gewaagd. Trafalgar taande toch al reeds, zijn lauweren mochten niet hcelemaal ont rafeld worden". Men gevoelt de tegenspraak in deze twee citaten en meteen: in welke de ware Wilhelm van het woord is. De eigenaardige voorstellingen van den uitslag van dezen zeestrijd laat ik nu maar rusten. Wil men nog een citaat? „Men weet rnet wat meer te bewonderen: den geestdrift, waarmee de goddelijke jongelingschap van 1914 vroolijk en zonder de werking van ons kanon vuur af te wachten, op den vijand in «lormde of wel het zelfverloochenend plichtgevoel en de standvastigheid" enz. Deze v r o o I ij k t> jongeling schap is niet vei meer af van den „irischen, fröblichen Krieg", dien de kroonprins te gemoet zag. Zóó zoon, zoo vader. En toch durft Wilholm nog al beweren, dat hij in Juli 1914 aan oorlog niet dacht. „Een vorst die oorlog wil en oorlog beraamt om zijn huurlieden te overvallen zulk een vorst blijft niet maandenlang buitenslands en laat den chef van zijr. staf niet met zomerverlof naar Karlstad gaan. De vijanden intus «chen hebben met overleg toebereid eel en tot een overval gemaakt." Hoe overtuigend zou dat kun n e n klinken, wanneer wij geen andere tijding hadden, en wel van den vroe- ren directeur der Krupp-fabriek, Dr. Muehlou, die zegt, dot Ilolfferich hem te Berlijn zeide: „de keizer heeft zijn reis naar het Noortien alleen maar onien-omen, om de*i schijn te bewa ren". Wat hilijft er zoo van de arg oo ze i-.-.s van Wilhelm naar Noorwegen ovei En van de toch wol heel kin derachtige verzekering in zijn ge denkschriften. „de geheele dip'oma- tieke machine hij ons heeft geweigerd, men zag den opdoemenden oorlog niet wil men een uiting van den ech ten Wilhelm, dan is dae tc vinden op blz. 154 ..het Germanendom in al zim heerlijkheid is pas door Cham berlain in zijn ..Grondlagen des XIX Jahrhundert het verbaasde Duitsohe votk een red i kt en tot be6Cf gebracht," Het Germanendom in al zijn heer lijkheid. Tol. zooveel eigenwaan heeft 't meest vaderlandslievende volk van het nog wel nimmer ge- Het zeer persoonlijk régime, dat de Keizer van Duitschland voerde, is in het overige Europa altijd een bron van groot e zorg geweest. In mijn eerste beschouwing wees ik al op de afhankelijkheid. waarin de Rijkskan seliers in weerwil van hun zooge naamde verantwoordelijkheid voor de buiten landsohe zaken, verkeerden tegenover den keizer, die hen immers aanstelde. Ook op andere manier be koorden zij voor hem klaar te staan. „Dikwijls liet ik hem weten," schrijft Wilhelm over von BAlow, „dat ik bij hem eten kwam. Elders deelt hij ons mede aan buiteailandsche vertegen woordigers, die aan Ihiitochers niet genoeg steun gaven, om goede vrien den te blijven met het gouvernement waarbij zij geaccrediteerd wanen, hun ontslag te hebben gegeven dat... ik dien persoon in quaestie „uit zijn Doet hab ontzet". Blijkbaar had hij in dit persoonlijk regime steun eevonden door de da den van Von Bismarck, den ijzerer. kanselier, die op zekeren dag aan de Llovd te Bremen het weten, „<lat zij haar nieuwste sohip te Stetam bij de Vulkan moest laten bouwen." De Lloyd wou dat namelijk in Engeland laten doen en de werf Vulkan had orders noodig. maar dat neemt niet weg, dat het met de particuliere vrij heid van de ondernemingen in Duitschland slecht geschapen stond. Kan liet brutaler na de onthullin gen van Kauiaky en Lichnowski? Haat ik. als tegengif voor hen, die door Wilhelm® gekeuvel misschien nog bedwelmd zouden raken, enkele grepen doen uit de brochure van Prins Lichnowski, die tijdens den oorlog Duitscli gezant te Londen was en zijn herinneringen opschreef, niet om zichzelf daarmee schoon te ve gen. maar om de waarheid na te la ten aan zijn kinderen, door een toeval kwam de memorie tot open baarheid. JDe indruk werd meer en meer be vestigd". zegt de Duitsohe gezant, „dat wij tot eiken prijs den oorlog wilden." „Heeft de gebeurtenis (bedoeld wordt hier de oorlogsverklaring door Duitschland) niet gelijk gegeven aan hen die de toekomst voor ziende. zeider. dat het Dmtsche volk overheerseht wordt door den geest van Trettschke en BtrnLardi, volgens wie de oorlog aJs zoodanig een doel is en met een afschuwelijk kwaad...." Deao twee citaten uit het relaas van een gezant van Duitschland, die waarlijk zijn vauerland lielnad, wor- aen nog overtroffen door ane welom schreven verk.aringcn in zijn boekje, a ie door Lu-niiowski zijn uigeiegd en aan uu uien ikheid mei® te wensclien overlaten. lo. Wij (dat is dus Duitschland) peppen braai Berchtoid aangemoe Jigd om .Servie aan te va—en, noewei er geen D ui tóch be.ang in net spel was en wij moesten weten, nat dit ne- leekeiioe. nei gevaar te loepen van een a.geineenen oorlog. 2o. In de periode van 23 tot 3U Juli 1914, toen iSaeonow energiek verkiaar- .e, dat hit geen aanval gericht op Servie duiden kon, hebben wij het vooirstel tot bemiddeling van Enge land geweigerd, hoewel Servië, onder den druk van Rusland en Engeland, .iet Uostenr.jksChe ultimatum bijna in zijn geheel zou hebben aanvaard, hoewel liet gemakkelijk was om t eens te worden over de twee punten van verschil en hoewel Graaf Beroh- told gereed stond, zich over het Ser vische antwoord voldaan te verkla ren; 3o. Op 30 J ulï, toen Graaf Bcrchtold van houding wilde veranoeren en mder (lat oostenrijk werd aange- allen, hebben wij naai- aanleiding van de snupeie mobilisatie van het Russische leger een ultimatum naar l'etrograd gezonden; en den 31sten. Juli hebben wij den oorlog verklaard aan Rusland, hoewel de Tsaar zijn woord geneven had, dat hij geen man zou laten opinarcneereu zooiaug de besprekingen duurden: zoodoende hebben wij opzettelijk elke kans om iiot conriict op vredelievende wijze te regelen, vernietigd. Zoo spreekt Lichnowski, die achter de schermen 1 erf gekeken en in zijn memorie bovendien toegelicht, welke ouding zijn Regeering toen en vroe ger aaunai^. En evenmin als van Lichnowski weet Wilhelm van Kautoky af. Het boekje heeft toch anders opgang ge- ioeg gemaakt, maar het zal wel in de boekerij van Doorn ontbreken en dus bestaat het voor den ex-kelzer nteï. v at is gemakkelijker, dan te praten over aangename dingen en van de onaangename te doen, alsof ze niet bestaan! Ik kan het veilig hierbij laten. Wilhelm is geen schrijver en dat be- teekent geen grief, maar uit zijn bock blijkt voldoende, dat hij ook geen ko ning en geen keizer geweest is. dat wil zeggen: de ware deugden van deze hooge ambten miste en van de waar digheid alleen maar de costuumpop was. Hoogstens de spreektrompet. Toch zou natuurlijk iedere boeken liefhebber zijn oorlogslectuur niet compleet hebben zonder deze gedenk robriften en daarom hoop ik, dat zij veel zullen worden gekocht. Ook om voorkomen, dat ooit weer in eenig Rijk ter wereld zóóveel macht zou worden gelegd in zulke onbekwame hanclen. Het mag niet meer voorlid men, dat één man, in zijn ijdelheid, gebrek aan verantwoordelijkheid en militaire dweepzucht ecu geheel we relddeel in de diepste ellende storten aan. Toen een Fransclunan, kort na den oorlog, te Doorn den gevallen poten taat ontmoette, zei hij In een opwel ling van medelijden: „Pauvre Sire!" (Arme Majesteit). Maar zijn Nederlandsche vriend zei Ie het hem in stilte in het Neder landsch na: „Povere sirel" En toen kreeg het een geheel an dere beteekeni? toen beduidden deze twee woorden: „StnmpeT!" De stumnir nu schreef als van zelf spreekt, een stumperig boek. J. C. P. Van hier en dear. DE LOONEN VAN HET SPOORWEG PERSONEEL. Zaterdag i6 te Utrecht een drukbe zochte vergadering gehouden van den Prot. Oir. Bond van Spoor- en Tram wegpersoneel tot beepreking van de voorstellen van de Directie der Spoor wegen. De Bondsvoorzitter, de heer Augustein zeide in' zijn openings woord het niet anders dan te kun nen toejuichen, dat thans de toestand in een stadium van overleg is geko men. Nadat daarna nog de bestuurder, de heer J. Eykelboom het woord had gevoerd, verd gelegenheid gegeven tot gedachten wisse, ing, waarbij voor al het onbillijke van de loonsverla ging van werkplaatopersoneel en de geruchten over de nieuwe classifica tie der standplaatsen tot uiting kwam. Prof. Slotemaker de Bruine voerde daarna het woord en schetste de moeilijke positie van de Christelijke arbeiders met betrekking tot het eco nomisch-, politiek- en geestelijk le ven in deze ernstige tijden. Na beantwoording door het hoofd bestuur van de verte billende sprekers werd het gesprokene in de volgenue conclusie saamgevat; „De Prot. Chr. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel enz., erkennende, dat de gewijzigde econo mische verhoudingen ook van invloed zijn op de geldelijke uitkomsten van het bedrijf; ontkent, dat van de Spoorwegen, helweiik een bedrijf is van a-gcuieen maatschappelijk belang, een sluitend budget is te vragen, indien de loonen en de rechtspositie van het personeel daardoor gevaar zullen loopen niet meer aan redelijk te stellen eist-hen te voldoen; draagt het hoofdbestuur op er naar te streven in overleg met de directie en in samenwerking met de andere organisaties de nndeelig© gevolgen van dc aangekondigde verslechterin gen zoo gering mogelijk te doen zijn; verklaart het volle vertrouwen te stellen in de leiding van het hoofdbe stuur, zoowel voor de tot dusver ge volgde gedragslijn, als voor de han delingen in de toekomst en roept het Christelijk Spoor- >:n Tramwegperso neel Op door krachtige organisatie ook verder voor rijn belangen op de bres te 6taan". UIT DE TEXTIEL-INDUSTRiE. De hoofdbesturen van Unitas en SI. I.ambertus hebben een brief gericht tot de samenwerkende textielfabrikan- tenvereemgingen, waarin zij mede deelen, dat zij na ernstig© overwegin gen de meening blijven toegedaan, dat de door laatstgenoemden ver strekte gegevens omtrent de noodza kelijkheid van tijdelijke werktijdver- lengingcn en/of loonsverlaging onvol doende moeten worden geacht. Uit de hun verstrekte gegevens blijkt li.i. In geen enkel opzient dat de bestaans mogelijkheid in het bedrijf een gaan in de door de fabrikantenvereenigm- gen aangegeven richting als eisch stelt „Wij meenen daarom gaat het schrijven voort, dat om verzoek om zoodanige gegevens, welke tot een be tere en juistere beoordeeling van den toestand in het textielbedrijf in staat stel.en, in elk opzicht redelijk is te achten. Wij stellen er prijs op te verkla ren, de overtuiging te zijn toegedaan, dat bij eventueele moeilijkheden in het bedrijf deze in gemeenschappe lijk overleg onder de oog-en moeten worden gezien, teneinde gezamenlijk middelen te beramen, welke tot betering kunnen leiden. Om bovengenoemde redenen zouden vrij, indien uwe besturen ook thans nog in tegenstelling met ons, de mee ning blijven toegedaan, dat wijziging in den bestaanden toestand noodzake lijk is, het op prij6 te stellen, van eventueel door u noodig geoordeelde maatregelen tijdig in kennis te den gesteld." UIT HET BAKKERSBEDRIJF. Het R.K. llanzegilde van Bakkers- patroons St. Honoratue te 's-IIerto- genboech en St. Honoré te Tilburg hebben den minister van arbeid ver zocht toe te staan, dat kleine broodjes onder de 50 gram van 's morgens 3 uur uf verkocht mogen worden. Zij. betoogen, dat vele bakkerijen, die aan den verkoop van kleine broodjes haar bestaan danken, liggen tc ziel- toogen. Voorts wordt in Let adres ge- zegu, dat bij aanvang van den bak- kersarbeid om 6 uur waarvoor uien eohter voor alle gemeenten verlangt 5 uur de bakkerij om 8 uur goeae uitgerezen kleine broodje® gereed kan hebben DUITSCHE ARBEIDSKRACHTEN IN DE MIJNSTREEK. Gistermiddag heeft te Heerlen een druk bezbehte vergadering van arbei- dersvereenigingen in de mijnstreek plaats gehad. In deze vergadering, waarin de heeren H. Maenen, voor zitter van den R. K. Mijnwerkers- bond en lid van de Provinciale Staten van Limburg, H. Stiuo, voorzitter van den Christelijken Mijnwerkers- bond. en monseign. dr. Poele het woord voerden, werd stelling geno men tegen den grooten toevloed van üuitsche arbeidskrachten in de mijn streek. Besloten werd een adres te richten aan de regeering em de mijn- directies. BESPREKINCEN MET DEN MINIS TER VAN ARBEID. Met, het oog op de vergaderingen van de Staten-Generaal zullen de con ferentie® op het departement van landbouw, nijverheid en handel van den minister van arbeid betreffende den toestand van de industrie niet meer des Woensdags, doch des Maan- •Jagsmiddags worden gehouden. Maandagmiddag heeft de minister van arbeid geconfereerd ïuet verte genwoordiger van de glas-, de be ton-, de dakpan-, de kalkzandsteen- en de aardewerkindustrie. Uit do Pers HET VRAACSTUK DER BEDRIJFS ORGANISATIE. In „de Nieuwe Euween R.K. weekblad is opgenomen een beschou wing naar a an leading van het rapport der commissie XI1 van den Hoogen Raad van Arbeid. Het blad bespreekt de beide stroomingen in de commissie. Ten aanzien van de eerste schrijft zij o.m., naar wij in de N. R. Ct. le zen, het volgende: Het algemeen bindend verklaren van een collectief contract lijkt zoo eenvoudig, het to o.a. een gevaarlijk experiment. Het collectief contract on derstelt. machtige vakorganisaties en juist in dezen tijd verzwakken zij be denkelijk; liet bedoelt een vredes-in- stituut te zijn en practisch to het strijdmiddel, het zal wegen® het doel: bindende regels tot stand te brengen, een zekere graad van contmuiteit moeten bezitten en deze continuïteit is practisch niet bereikbaar: tegen den tijd, dat de termijnen van het col lectief contract verstreken zulien zijn wapenen zich beide partijen tot het verkrijgen van groote, of het behou den van dezelfde voordeden, wat in cJk geval de verbindbaarheid der re gelen ondermijnt. Nu verklaren de voorstanders van dit stelsel wel, dat een collectief contract eerst dan aanmerking zal koüien om algemeen I bindend verklaard te worden voor een geheel bedrijf, wanneer het voor een overwegend ileel der bij het bedrijf betrokken arbeider® reeds toepasselijk is en bet overwegend gedeelte der aangesloten organisaties van werkge vers en werknemers de verbindend verklaring wenscht, doch juist de kwestie van het overwegend deel is niet gemakkelijk op te lossen. Wie bepaalt „het overwegend deel''. Blijkbaar de organisaties, dus de macht, niet in de eerste plaats het bedrijfsbelang, doch het producenten- belang. Waarborg voor het algemeen belang bestaat du.i ook niet m dit systeem. Ten aanzien van het tweede stesel. dat in het rapport der commissie wordt verdedigd, de bedrijfsorganen met verordende bevoegdheid, merkt de redactie het volgende op: Het heeft bij het eerste dit tegen, dat het nog niet op eenige pr act ijk kan wijzen, althans niet in ons land. eHt to theorie, sohoone theorie welis waar, doch theorie. Dit reeds stelt den eischt van de uiterste voorzich tigheid en soepelheid. In het prae-ad- vies wordt daarop dan ook de nadruk gelegd. Doch in tweeërlei opzicht js het verkieslijker dan het stelsel der collectieve contracten. Vooreerst wordt er het algemeen belang, voor zoover dan mogelijk beter door behar tigd: er kunnen, wat bij het andere stelsel niet meer denkbaar is, consu- mentenraden gevormd worden. Het denkbeeld van één consiimentenraad. waartegen wij vroeger al eens beden kingen hebebn gemaakt, is dus losge laten, er zullen komen voor elk be drijf afzonderlijk ingestelde college® Én op de tweede plaats ligt er in het tweede stelsel een betere basis voor het medezeggenschap en heit overleg dan in het eerste, dat per saldo een maohlsformatie ie, dus willekeurig en, naar gelang de omstandigheden zijn, wankel. In aansluiting daarmee kunnen de voorstandera van het be drijf sradenstclsel er op wijzen dat een van de gewichtigste bevoegdheden, die aan de bedrijfsraden moet worden gegeven is liet recht om kennis tc kun uen nemen van de boekhouding van de tot het bedrijf beboerende onder nemingen, wat bij het stelsel der col lectieve contracten altijd wel zeer moeilijk zal zijn to bereiken en zoo al. dan ten koste van strijd, die kostbaar en wisselvallig is. Het groote bezwaar tegen liet in het prae-advie® ontwikkelde bedrijls- radenstelsel is, wij herhalen het, het- gebrek aan practijk. De voorstanders" der verhinderd verklaarde collectieve cantracten laten niet na, daarop her haaldelijk te wijzen, en dit nog aan te dikken met een beroep op het buiten land, waar dergelijk© jxigingen bezig zijn te mislukken. Zij hebben inder daad de practijk vóór: althans de pract-k van het buitenland, met name Duitscli land. Daar wordt van de be voegdheid om collectieve contracten verbindend te verklaren oen druk ge bruik gemaakt: volgens een dezer da gen verschenen statistiek bedroeg het aantal in 1919: 638, in 1920: 1464 en in 1921: 1818 van welke 1251 gelden voor het geheel© rijk en 467 voor bepaalde gewesten. Intueschen moei bedacht worden, dat het goede resultaat nog niet liet juiste beginsel veronderstelt zeker niet in Duiitscliland onder den huidigen strijd om het bestaan GEDRANG. A.: IV at eou vervelend gedraag to if altijd by het uitgaan v&a den echonw burg! B.: Ja, als alle menschen maar blere® ritten tot de anderen er unt zijn, dan nor lieelemaal geen gedrang wezen! "Vader (tot zoon): Wat beteekent dat, fiat jo mjjii igarettcn zit op te rookent Zoon: Wel, er zijn geen sigaren meer! Varia. De N. R. Crt. deelt mede, dat bin- enkort van B. en W. van Delft voor stellen zijn te verwachten tot intrek king van den vacantietoe®lag voor bet gemeentepereoneel en tot invoe ring van de 48-urige werkweek voor de gemeentewerklieden. Nu de minister de steunregeling ■oor de transportarbeide ra te Hailin- gen heeft stopgezet, heeft do gemeen teraad besloten den steun van ge meentewege ook te doen ophouden. Bij de firma Biere Stork en Co. Hengelo to dc werktijd terugge bracht op 4 dagen jier week. B. en W. van Tilburg stollen bij de gemeentebegrooting voor in 1923 de uitkeering van den jnarlijkechen vacantietocslag aan gemeenteperso- neel niet te doen plaats hebben. Nadat door bestuurders van den am. Nod. Metaalbewerkersboml eon onderhoud had plaats gehad met de leden der firma Ten Hora, maefci- nefabrikante te Voendam is door die firma een aangekondigde loonsverla ging van 10 weder ingetrokken. De raad van Almelo heeft een wnchgeklregeling vastgceteld ton be hoeve der arbeiders, werkzaam bij de textielfirma II. en B. Schoten, waar slechts 3 dagen per week wordt ge werkt. Binnenland ONREGELMATIGHEDEN IN BE- HEEK. De N. R. Ct. meldt Hel be stuur van dc aardappelmeelfabriek We?- lerwolde te Veelervecn heeft aan de aia- deethouders bericht, dat bi; een onder hoek door ccn accountant grove onrz- gelmatig-hcden in het beheer van den di recteur zijn ontdekt. De verliezen over bet laatste boekjaar zijn nog niet :t raaien, doch dc toestand baart zorg. De directcui van de fabriek, R. J. N., 5- er vandoor gegaan. NEDERLANDSCHE BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKE LINGEN. Men schrijft ons De Nederlandsche Boud tot het Redden van Drenkelingen heeft op 17 September j.l in Den Haag op waar dige wijze zijn eerste lustrum her dacht gehouden werden: Nationale wedstrijden in zwemmend redden en bet verleenen van eerste hulp aan drenkelingen cn verstikten. De Bond werd opgericht 16 Sep tember 1917 door de ioen bestaande brigades, Amsterdam, Haarlem, Den Bosch, Den Haag en Breda en telt :.s lö afdeelingen. Door den Bond werden brigades gesticht in Zwolle, Heemstede, Middelburg, utrecht, Lei den, Amersfoort, Noordwijk aan Zee, Zaandam, Maarsen, Gouda, en Zand- :oort. De bond verheugt zich in het feit, dat thans reeds 3 Brigades Den Haag in Scheveningen, Noordwijk en Zand- voort hulp willen en kunnen bieden aan hen, die gevaar loopen te ver drinken aan de kust. Ons waterrijke land met zijn honder den rivieren, nieren, vaarten, kana len en slooteu, zijn lange kustlijn van Dollard tot de Zeeuwschc strooinen en het Zuiderzeegebied, heeft jaailijke ongeveer duizend gevallen van dood door verdrinking te betreuren. De Bond werkt samen met den Ned. Zwembond om liet zwemmen te bevor deren en streeft ernaar, reddingsbri gades te stichten in ons gansehe Va derland om het aantal gevallen van dood door verdrinking zooveel moge lijk te beperken. De Secretaris van den Bond, de Heer A. J. Meijeriuk te Haarlem, ver schaft gaarne alle gewenschte inlich tingen. De Bond heeft, daarbij krachtig fi nancieel gesteund door het Carnegie Heldenfonus (Den Haag) een verzeke ring gesloien voor de gediplomeerde leden bij de algemoene verzekenng- raaatschappij „Providentia" Amster dam voor bedragen van j 3000 bij over lijden in verband met een redding 3000, bij algeheele invaliditeit en ƒ3, per dag voor tijdelijke ongeschiktheid, liet Carnegie Heldenfonds betaalt voor de 100 gediplomeei leden de geheele premie. DeMaatscbappij tot Redding van Drenkelingen, opgericht in 1767 te Amsterdam, steunt het streven van den Bond met een jaarlijksche subsi die terwijl verschillende Brigades eveneens gelden ontvangen. Dooi' de Technische Commisio van den Bond wordt vijfmaal per jaar ge legenheid geschonken proeven van be kwaamheid in zwemmend redden af te leggen, voor leden der aangesloten Brigades liet eerstvolgend examen vinclt plaats iu Utrecht op 12 Novem ber m de overdekte zweminrichting, Biltstraac 4 de Heer J. van Gemen, Linnaeuskade 25 Amsterdam, Voorzit ter T. C.} verschaft desgewenscht de noodige mlichtingcyi. De Medische Comnnssie, Secretaris Dr. Max Juda, Amsterdam, neemt dienzelfden dag Medisch examen volgens de Bondseisehcn af De bond wijdt- ook zijn aandacht aan de verbeieriug van het reddings materiaalreddingsbaken, reddings- lijnen, ijsladders enz. De Bond wekt Gemeentebesturen en particulieren op modern rcddiDgsmateriaal t«r be schikking te stellen. Up het voorbeeld van Haarlem heb ben Aalsmeer, Heemstede, Schiedam, Leiden, Middelburg, Amersfoort en, zoo wc hojien binnen korten tijd ook TJtreeht refifiiiigahaken aan de bruggen geplaatst, die door elk voorbijganger ge hanteerd kunnen worden om hulp te bVdc'ii, In Haarlem zjjii met deze red dingshaken reeds ongeveer 90 mensehen, vrouwen en kinderen gered; dit resnhaat moest alle Gemeentebesturen i* land er toe brengen deze nuttige. prakt-.srhe, weic.g kostbare haken anii schaffen. n verband met de meermalen uitge sproken vrees, dat de baldadigo jeugd nldiiigahaken zal bljjven vernielen, deretoand rapport vaa beteekenis, uitgebracht door den heer J. Kramer, den Inspcs-tetir van den Gemeentelijken Ha vendienst te Haarlem: „In voldoening aan Uw mondeling ver zoek, U wel te willen mededeelcn de re- sultaten van het toezicht op de ran de bruggen geplaatete reddingsbaken, kan ik U tot innii genoegen :neJedeelen, dat het verloren geraken en het breken daar van thans in veel minder mate voorkomt dan eertjjfis. Hoewel den eersten tijd, rots de controle van het havonpereoneo. n politie, vele haken verdwenen of dooi !e baldadige jeufi in ke.t water werden gegooid, ziin d:e euveldaden aanmerkelijk rug en uw zwakke armen! Zoo vol rimpel®, zoo zonder tanden en zoo blind!" En opstaand, keerde ze zioli om en leunde met haai- ellebogen op den zonnewijzer. Na een poosje kwam haj naast haar staan en keek haar aan, en wee® toen op het gedichtje dat in de steen gegraveerd was. „Lee® dal eens", zei hij, „lees het cn zeg me dan of dat niet volkomen wa-air is?" En gehoorzaam las ze hardop: O jeugd brengt vreugd doch ouder dom brengt somberheid, helaas Elk op zichzelf moet 't leven door feuilleton door JEFFERY FARNOL. (Geautoriseerde vertaling uit het Engetocb.) (Nadruk vernoden.) 15) „Nooit moer?" „Nooit meer, behalve den lantsten tijd. Het meisje zweeg; hij kwam wat want samen zijn zij dwaas, dichter bij haar en vervolgde: „Twin-„Ja" knikte ze „een heel ver- tig jaar geleden had ik haar lief en standig spreekwoord en net als dfe omdat er geen hoop voor mij was, meeste spreekwoorden windt het er "wilde ik sterven; ik was overal, waar geen doekjes om. En ik vind u een maar een slag geleverd moest worden, grooten lafaard, majoor d' Arcy de Als de eene veldtocht afgeloopcn was, vechtersbaas!" zocht ik weer nieuwe. Zoo heb ik veel 'Betty?" zei hij ademloos, fflenschen en vreemde landen leeren „In een gevecht i® u misschien heel jennen en den oorlog in al zijn ellen- dapper, maar -- maar in andere op- de meegemaakt, maar van vrouwen zichten vind ik u een lafaard!" cn liefde weet ik niets. Als ik niet on- „Freule O BettyBedoel je verwacht deze erfenis had gekregen is het heusch mogelijk kan zulk een sou ik nu nog aan 't vechten zijn. En wonder jij in den vollen bloei van hu hij zuchtte. I jeugd en schoonheid, en ik „En nu?" herhaalde zo zachtjes. J „Zoo krom van ouderdom!" zei ze r-Xu merk ik dat m'n jeugd voorbijeen beetje spottend „zoo zwak en to en een groote leegte heeft achter- zooblind I" Bclaten!" j De wijsgeerige kalmte van den ma- „O, arme, anno, versleten, oude joor was verdwenen; hij etak plo^ge- me» uw J7c.il/iircniiiiic liarlstoohteliik de armen uit, maar raakte haar niet aan. Betty!" riep hij uit, „de hemel weet of ik een dwaas ben of boven alle verwachting gezegend, maar laat ik één keer zeggen lk heb je lief, om dat je zoo mooi bent, om je aardige maniertjes en je coquetterie, maar meer nog om je echte vrouwelijke zien. En dit is geen voorbijgaande vlam van dc jeugd, ik wil alle® ge ven cn verlang ai es maar vraag nietik bedoel, Betty, of je met mij trouwt of niet, ik zal je altijd blij ven liefhebben!" „Zelf® als ik een ander zou liefheb-1 ben en met een ander zou trouwen?" vroeg ze zachtjes. „Zelfs dan „Je beoit een edeler mensch dan ik, wanti.e zweeg en streek met haar roze vingertjes lange de afgesle ten lettere op den zonnewijzer. „Want als jij van iemand anders zou houden of met iemand andere zon trouwen dan zou ik dau zou ik sterven van woede cn jalouzic en verdriet en De majoor sloog zijD lange armen i om haar heen, en zich bukkend buete hij haar telkens weer op haar oogen, haar en lippen. „O Betty zuchtte hij. „mijn mooie Betty het is een wonder!" I „O John", zuchtte ze bevend, „o Jack, wat ben je een woeste aanbid der. Genade1" Hij Iiot haar dadelijk! los en bleef haar met schitterende' oogen aankijken. „Ben ik te ruw vroeg bij bezorgd, i „Vergeef het ineMaai- het is alle-1 maal zoo vreemd, zoo onverwacht, zoo ongeioofelijkEr zijn er zooveel die verliefd op je zijn, dat ik I „Je zal eeren wat echte liefde to", mompelde ze. „En ik vind je heeie- maal niet ruw, hoor Jack!". „Het is niet te geloovcn", zei hij ten slotte, terwijl hij haar een eindje van zich af hield om zijn oogen te gast te laten gaan aan haar schoonheid. „Ik kan me nog niet begrijpen, dat je uit al je aanbidders mij lfiest ik hen zooveel ouder, zoo zijn adem stokte, en zijn handen beefden plot- Beling. „Betty", zei hij met hoesche stem, „het is toch geen gril van je, geen voorbijgaande verliefdheid? Hou je werkelijk van me?" Toen so den smeekenden blik in zijn oogen zag, zijn trillende lippen en zijn verlegen houding, uitte ze een zachten kreet, trok hem naar zich toe en hield zijn i hoofd tegen haar wang gedrukt. „O liefste", fluisterde ze, „waarom twijfelde je nog. Ik geloof, dat ik van het eerste oogenblik af van je gehouden heb, hoewel ik pa® vandaag tot bet besef ben gekomen, dat het liefde was. En wat je leeftijd betreft dwaasheid ik zou niet willen, dat je een uur jonger was, en mijn liefde is o zoo diep en zal steeds groo ter worden want als ik ie beier ieor zal ik ook moer van jo gaan houden. Ik weet wel dat je me erg jong vmdt, luchthartig misschien en zorgeloos, maar in haar hart is ecu vrouw altijd ouder dan een man en in weerwil van mijn ojjpervlakkie- heid ben ik toch nog zoo kwaad niet". „Ja", antwoordde hij, „jij bent de liefste, dc mooiste, d© edelste vrouw, ter wereld!" Maar toen hij haar weer m zijn armen wilde nemen bloosdq ze en lachte en zette haai- mutsju recht en streek haar krullen weg nu-t de handen die een beetje beefden,, toon ging z© zitten, sloeg zedig dei kleine voetjes over ©-'kaar eu noodig- de hem uit om naast haar te komen zitten. „O!" zuchtte ze, „je bent een ideale aanbidder! En je liefde is zoo zoo heerlijk dat ik me e. u beetje ang stig maak of ik iict wel waard ben. „Neen niet doen!" riep hij ter wijl hij haar hand aan zijn lippen bracht. „Je liefde maakt me zoo verlegen, Jack, liet is alles zoo anders, zk><\ eerbiedig en zoo zoo heftig", fluisterde ze. „Werkelijk?" vroeg hij bezorgd. „Ja zeker!" fluisterde z» terwij' ?e haar wang tegen riin paarse jas legde. „Maar Ik geloof dat ik bet Jiccriiik vind". „O Betty wanneer wil je met me trouwen?" „U John wat een vraag daan moet ik over nadenken. In de eer ste plaats wanneer wil je rae heb ben?" v andaag! Morgen.' Zoo gauw mo gelijk!" „O, ongeduldige jeugd!" mompelde „Ten tweede zul je je vrouw, veel vrijheid geven?" „Zoovee! ze wil antwoordde hij. ,Fen derde zul je haar een deel van 't jaar in Londen laten woncif en naar bnls en comedies en concer ten laten gaan?" „AJs ze dat graag wil", zei hij ceil beetje teleurgesteld, toen ze dat zag, ging ze nog wat dichter bij hem zit ten. „Ten vierde wil je me beloven dat je een echtgenoot zult zijn „a lal mode?" „Wat is dat? vroeg hij. „Zul je erg beleefd tegen je vrouw zijn en haar zelden lastig vallen nu t. je tegenwoordigheid, zooals tegen woordig dc mode is. Zul jc ..Neen!' riep de majoor uit en, Betty gaf hem plotse ng een zoen. „Ik geloof heusch dat je een even goede man zult zijn al» een aanbid der", zuchtte ze. „En, Jack, ato j<* gauw met me wil trouwen..." „Neen, liefste viel hij haar m de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5