OM ONS HEEN
Rubriek van den Arbeid.
Uiizs LacfiBüeK
BETTY
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 81 OCTOBER 1922
TWEEDE BLAD
No. 3103
Gedenkschriften van keizer Wilhelm
Veel «ohrij verst ai ent is aan «leze
herinneringen niet besteed. Wel een
«eer duidelijk opzet, om de lezers te
pvertuigen van des auteurs goede be
doelingen in vredelievenden geest, in
en buiten Duitechland. In het oude
rerhaal weet Reinaert de vos, telkeus
wanneer hij voor den troon van ko
ning Nobel gedaagd wordt, zijn ge
drag zoo prachtig voor te stellen,
dat al de toehoorders geneigd zijn.
èem voor een zachtaardig lam aan te
«jen. Hieraan doen de mededeeliugen
run den ex-keizer telkens denken; liet
«chijnt hem er vooral om te doen te
«ijn geweest, den indruk te geven,
dat lnj niet de sterke mUitairistische
neigingen heeft hezeten, die z.jn
vijanden hem verwijten. Toch komt
nu en dan de aap uit de mouw. Of
to liet niet teekenend, dat de kroon
prins, wanneer zijn vader Friedricü
op sterven ligt, meent dezen geen
grooter genoegen te kunnon doen.
dan niet een voorbijniarsch van de 2de
brigade infanterie der garde?"
Hij de onthulling van het stand
beeld voor koningin Victoria in 1911
is hij blijkbaar getroffen geworden
door het défilé van de Engelsche troe-
Kii „net voorbij mareheeren had op
t kringvormig plein met een aan
houdend zwenken plaats; de buiten
ste v.euge,s moesten wijd uit den pa®
mareheeren, een moeilijke taak voor
den troep. Zij werd schitterend uitge-
/oerd, geen man kwam uit de rich
ting' Is het niet zonderling, dat een
gevullen monarch act noodig vindt,
luik een kleinigheïu ui zijn gedenk-
«chriften vast te leggen?
aan over den vioolbouw. „Hij was
nimmer gericht tegen de vier- of
vijfmaal sterker Engelsche vloot.
Geen redelijk niensoh in Duitschland
heeft er ooit van gedroomd, dat wij
haar sterkte bereiken konden". Jam
nier maar, dat die wantrouwige En-
gelschen het niet wilden gelooven. En
ae schrijver zelf? „Ook de sterkste
vijandelijke vloot", betoogt hij ver-
derder," moest zich wel ter dege be
ienken, voor zij de üuitsche te lijf
sou gaan, want zij had van den strijd
«ware verliezen te duchten, die er
haar aan zouden blootstellen, voor
•ndere bestemmingen te zwak te
worden. In het Skngexrak heeft de ri
sico-idee haar waarde schitterend
bewezen. De vijand heeft ondanks
zijn ontzaglijke overmacht zich aan
geen tweeden slag meer gewaagd.
Trafalgar taande toch al reeds, zijn
lauweren mochten niet hcelemaal ont
rafeld worden".
Men gevoelt de tegenspraak in deze
twee citaten en meteen: in welke de
ware Wilhelm van het woord is. De
eigenaardige voorstellingen van den
uitslag van dezen zeestrijd laat ik nu
maar rusten.
Wil men nog een citaat? „Men
weet rnet wat meer te bewonderen:
den geestdrift, waarmee de goddelijke
jongelingschap van 1914 vroolijk en
zonder de werking van ons kanon
vuur af te wachten, op den vijand in
«lormde of wel het zelfverloochenend
plichtgevoel en de standvastigheid"
enz. Deze v r o o I ij k t> jongeling
schap is niet vei meer af van den
„irischen, fröblichen Krieg", dien de
kroonprins te gemoet zag. Zóó zoon,
zoo vader. En toch durft Wilholm
nog al beweren, dat hij in Juli 1914
aan oorlog niet dacht. „Een vorst
die oorlog wil en oorlog beraamt om
zijn huurlieden te overvallen zulk
een vorst blijft niet maandenlang
buitenslands en laat den chef van
zijr. staf niet met zomerverlof naar
Karlstad gaan. De vijanden intus
«chen hebben met overleg toebereid
eel en tot een overval gemaakt."
Hoe overtuigend zou dat kun n e n
klinken, wanneer wij geen andere
tijding hadden, en wel van den vroe-
ren directeur der Krupp-fabriek, Dr.
Muehlou, die zegt, dot Ilolfferich hem
te Berlijn zeide: „de keizer heeft zijn
reis naar het Noortien alleen maar
onien-omen, om de*i schijn te bewa
ren". Wat hilijft er zoo van de arg oo
ze i-.-.s van Wilhelm naar Noorwegen
ovei En van de toch wol heel kin
derachtige verzekering in zijn ge
denkschriften. „de geheele dip'oma-
tieke machine hij ons heeft geweigerd,
men zag den opdoemenden oorlog
niet
wil men een uiting van den ech
ten Wilhelm, dan is dae tc vinden op
blz. 154 ..het Germanendom in al
zim heerlijkheid is pas door Cham
berlain in zijn ..Grondlagen des XIX
Jahrhundert het verbaasde Duitsohe
votk een red i kt en tot be6Cf gebracht,"
Het Germanendom in al zijn heer
lijkheid. Tol. zooveel eigenwaan heeft
't meest vaderlandslievende volk van
het nog wel nimmer ge-
Het zeer persoonlijk régime, dat de
Keizer van Duitschland voerde, is in
het overige Europa altijd een bron
van groot e zorg geweest. In mijn
eerste beschouwing wees ik al op de
afhankelijkheid. waarin de Rijkskan
seliers in weerwil van hun zooge
naamde verantwoordelijkheid voor de
buiten landsohe zaken, verkeerden
tegenover den keizer, die hen immers
aanstelde. Ook op andere manier be
koorden zij voor hem klaar te staan.
„Dikwijls liet ik hem weten," schrijft
Wilhelm over von BAlow, „dat ik bij
hem eten kwam. Elders deelt hij ons
mede aan buiteailandsche vertegen
woordigers, die aan Ihiitochers niet
genoeg steun gaven, om goede vrien
den te blijven met het gouvernement
waarbij zij geaccrediteerd wanen, hun
ontslag te hebben gegeven dat...
ik dien persoon in quaestie „uit zijn
Doet hab ontzet".
Blijkbaar had hij in dit persoonlijk
regime steun eevonden door de da
den van Von Bismarck, den ijzerer.
kanselier, die op zekeren dag aan de
Llovd te Bremen het weten, „<lat zij
haar nieuwste sohip te Stetam bij de
Vulkan moest laten bouwen." De
Lloyd wou dat namelijk in Engeland
laten doen en de werf Vulkan had
orders noodig. maar dat neemt niet
weg, dat het met de particuliere vrij
heid van de ondernemingen in
Duitschland slecht geschapen stond.
Kan liet brutaler na de onthullin
gen van Kauiaky en Lichnowski?
Haat ik. als tegengif voor hen, die
door Wilhelm® gekeuvel misschien
nog bedwelmd zouden raken, enkele
grepen doen uit de brochure van
Prins Lichnowski, die tijdens den
oorlog Duitscli gezant te Londen was
en zijn herinneringen opschreef, niet
om zichzelf daarmee schoon te ve
gen. maar om de waarheid na te la
ten aan zijn kinderen, door een
toeval kwam de memorie tot open
baarheid.
JDe indruk werd meer en meer be
vestigd". zegt de Duitsohe gezant,
„dat wij tot eiken prijs den oorlog
wilden."
„Heeft de gebeurtenis (bedoeld
wordt hier de oorlogsverklaring
door Duitschland) niet gelijk gegeven
aan hen die de toekomst voor
ziende. zeider. dat het Dmtsche volk
overheerseht wordt door den geest
van Trettschke en BtrnLardi, volgens
wie de oorlog aJs zoodanig een doel is
en met een afschuwelijk kwaad...."
Deao twee citaten uit het relaas van
een gezant van Duitschland, die
waarlijk zijn vauerland lielnad, wor-
aen nog overtroffen door ane welom
schreven verk.aringcn in zijn boekje,
a ie door Lu-niiowski zijn uigeiegd en
aan uu uien ikheid mei® te wensclien
overlaten.
lo. Wij (dat is dus Duitschland)
peppen braai Berchtoid aangemoe
Jigd om .Servie aan te va—en, noewei
er geen D ui tóch be.ang in net spel
was en wij moesten weten, nat dit ne-
leekeiioe. nei gevaar te loepen van
een a.geineenen oorlog.
2o. In de periode van 23 tot 3U Juli
1914, toen iSaeonow energiek verkiaar-
.e, dat hit geen aanval gericht op
Servie duiden kon, hebben wij het
vooirstel tot bemiddeling van Enge
land geweigerd, hoewel Servië, onder
den druk van Rusland en Engeland,
.iet Uostenr.jksChe ultimatum bijna
in zijn geheel zou hebben aanvaard,
hoewel liet gemakkelijk was om t
eens te worden over de twee punten
van verschil en hoewel Graaf Beroh-
told gereed stond, zich over het Ser
vische antwoord voldaan te verkla
ren;
3o. Op 30 J ulï, toen Graaf Bcrchtold
van houding wilde veranoeren en
mder (lat oostenrijk werd aange-
allen, hebben wij naai- aanleiding
van de snupeie mobilisatie van het
Russische leger een ultimatum naar
l'etrograd gezonden; en den 31sten.
Juli hebben wij den oorlog verklaard
aan Rusland, hoewel de Tsaar zijn
woord geneven had, dat hij geen man
zou laten opinarcneereu zooiaug de
besprekingen duurden: zoodoende
hebben wij opzettelijk elke kans om
iiot conriict op vredelievende wijze te
regelen, vernietigd.
Zoo spreekt Lichnowski, die achter
de schermen 1 erf gekeken en in zijn
memorie bovendien toegelicht, welke
ouding zijn Regeering toen en vroe
ger aaunai^.
En evenmin als van Lichnowski
weet Wilhelm van Kautoky af. Het
boekje heeft toch anders opgang ge-
ioeg gemaakt, maar het zal wel in de
boekerij van Doorn ontbreken en dus
bestaat het voor den ex-kelzer nteï.
v at is gemakkelijker, dan te praten
over aangename dingen en van de
onaangename te doen, alsof ze niet
bestaan!
Ik kan het veilig hierbij laten.
Wilhelm is geen schrijver en dat be-
teekent geen grief, maar uit zijn bock
blijkt voldoende, dat hij ook geen ko
ning en geen keizer geweest is. dat
wil zeggen: de ware deugden van deze
hooge ambten miste en van de waar
digheid alleen maar de costuumpop
was. Hoogstens de spreektrompet.
Toch zou natuurlijk iedere boeken
liefhebber zijn oorlogslectuur niet
compleet hebben zonder deze gedenk
robriften en daarom hoop ik, dat zij
veel zullen worden gekocht. Ook om
voorkomen, dat ooit weer in eenig
Rijk ter wereld zóóveel macht zou
worden gelegd in zulke onbekwame
hanclen. Het mag niet meer voorlid
men, dat één man, in zijn ijdelheid,
gebrek aan verantwoordelijkheid en
militaire dweepzucht ecu geheel we
relddeel in de diepste ellende storten
aan.
Toen een Fransclunan, kort na den
oorlog, te Doorn den gevallen poten
taat ontmoette, zei hij In een opwel
ling van medelijden:
„Pauvre Sire!" (Arme Majesteit).
Maar zijn Nederlandsche vriend zei
Ie het hem in stilte in het Neder
landsch na:
„Povere sirel"
En toen kreeg het een geheel an
dere beteekeni? toen beduidden
deze twee woorden:
„StnmpeT!"
De stumnir nu schreef als van zelf
spreekt, een stumperig boek.
J. C. P.
Van hier en dear.
DE LOONEN VAN HET SPOORWEG
PERSONEEL.
Zaterdag i6 te Utrecht een drukbe
zochte vergadering gehouden van den
Prot. Oir. Bond van Spoor- en Tram
wegpersoneel tot beepreking van de
voorstellen van de Directie der Spoor
wegen.
De Bondsvoorzitter, de heer
Augustein zeide in' zijn openings
woord het niet anders dan te kun
nen toejuichen, dat thans de toestand
in een stadium van overleg is geko
men.
Nadat daarna nog de bestuurder,
de heer J. Eykelboom het woord had
gevoerd, verd gelegenheid gegeven
tot gedachten wisse, ing, waarbij voor
al het onbillijke van de loonsverla
ging van werkplaatopersoneel en de
geruchten over de nieuwe classifica
tie der standplaatsen tot uiting
kwam.
Prof. Slotemaker de Bruine voerde
daarna het woord en schetste de
moeilijke positie van de Christelijke
arbeiders met betrekking tot het eco
nomisch-, politiek- en geestelijk le
ven in deze ernstige tijden.
Na beantwoording door het hoofd
bestuur van de verte billende sprekers
werd het gesprokene in de volgenue
conclusie saamgevat;
„De Prot. Chr. Bond van Spoor- en
Tramwegpersoneel enz.,
erkennende, dat de gewijzigde econo
mische verhoudingen ook van invloed
zijn op de geldelijke uitkomsten van
het bedrijf;
ontkent, dat van de Spoorwegen,
helweiik een bedrijf is van a-gcuieen
maatschappelijk belang, een sluitend
budget is te vragen, indien de loonen
en de rechtspositie van het personeel
daardoor gevaar zullen loopen niet
meer aan redelijk te stellen eist-hen te
voldoen;
draagt het hoofdbestuur op er naar
te streven in overleg met de directie
en in samenwerking met de andere
organisaties de nndeelig© gevolgen
van dc aangekondigde verslechterin
gen zoo gering mogelijk te doen
zijn;
verklaart het volle vertrouwen te
stellen in de leiding van het hoofdbe
stuur, zoowel voor de tot dusver ge
volgde gedragslijn, als voor de han
delingen in de toekomst en roept het
Christelijk Spoor- >:n Tramwegperso
neel Op door krachtige organisatie
ook verder voor rijn belangen op de
bres te 6taan".
UIT DE TEXTIEL-INDUSTRiE.
De hoofdbesturen van Unitas en SI.
I.ambertus hebben een brief gericht
tot de samenwerkende textielfabrikan-
tenvereemgingen, waarin zij mede
deelen, dat zij na ernstig© overwegin
gen de meening blijven toegedaan,
dat de door laatstgenoemden ver
strekte gegevens omtrent de noodza
kelijkheid van tijdelijke werktijdver-
lengingcn en/of loonsverlaging onvol
doende moeten worden geacht. Uit
de hun verstrekte gegevens blijkt li.i.
In geen enkel opzient dat de bestaans
mogelijkheid in het bedrijf een gaan
in de door de fabrikantenvereenigm-
gen aangegeven richting als eisch
stelt
„Wij meenen daarom gaat het
schrijven voort, dat om verzoek om
zoodanige gegevens, welke tot een be
tere en juistere beoordeeling van den
toestand in het textielbedrijf in staat
stel.en, in elk opzicht redelijk is te
achten.
Wij stellen er prijs op te verkla
ren, de overtuiging te zijn toegedaan,
dat bij eventueele moeilijkheden in
het bedrijf deze in gemeenschappe
lijk overleg onder de oog-en moeten
worden gezien, teneinde gezamenlijk
middelen te beramen, welke tot
betering kunnen leiden.
Om bovengenoemde redenen zouden
vrij, indien uwe besturen ook thans
nog in tegenstelling met ons, de mee
ning blijven toegedaan, dat wijziging
in den bestaanden toestand noodzake
lijk is, het op prij6 te stellen, van
eventueel door u noodig geoordeelde
maatregelen tijdig in kennis te
den gesteld."
UIT HET BAKKERSBEDRIJF.
Het R.K. llanzegilde van Bakkers-
patroons St. Honoratue te 's-IIerto-
genboech en St. Honoré te Tilburg
hebben den minister van arbeid ver
zocht toe te staan, dat kleine broodjes
onder de 50 gram van 's morgens 3
uur uf verkocht mogen worden. Zij.
betoogen, dat vele bakkerijen, die
aan den verkoop van kleine broodjes
haar bestaan danken, liggen tc ziel-
toogen. Voorts wordt in Let adres ge-
zegu, dat bij aanvang van den bak-
kersarbeid om 6 uur waarvoor uien
eohter voor alle gemeenten verlangt
5 uur de bakkerij om 8 uur goeae
uitgerezen kleine broodje® gereed kan
hebben
DUITSCHE ARBEIDSKRACHTEN IN
DE MIJNSTREEK.
Gistermiddag heeft te Heerlen een
druk bezbehte vergadering van arbei-
dersvereenigingen in de mijnstreek
plaats gehad. In deze vergadering,
waarin de heeren H. Maenen, voor
zitter van den R. K. Mijnwerkers-
bond en lid van de Provinciale Staten
van Limburg, H. Stiuo, voorzitter
van den Christelijken Mijnwerkers-
bond. en monseign. dr. Poele het
woord voerden, werd stelling geno
men tegen den grooten toevloed van
üuitsche arbeidskrachten in de mijn
streek. Besloten werd een adres te
richten aan de regeering em de mijn-
directies.
BESPREKINCEN MET DEN MINIS
TER VAN ARBEID.
Met, het oog op de vergaderingen
van de Staten-Generaal zullen de con
ferentie® op het departement van
landbouw, nijverheid en handel van
den minister van arbeid betreffende
den toestand van de industrie niet
meer des Woensdags, doch des Maan-
•Jagsmiddags worden gehouden.
Maandagmiddag heeft de minister
van arbeid geconfereerd ïuet verte
genwoordiger van de glas-, de be
ton-, de dakpan-, de kalkzandsteen-
en de aardewerkindustrie.
Uit do Pers
HET VRAACSTUK DER BEDRIJFS
ORGANISATIE.
In „de Nieuwe Euween R.K.
weekblad is opgenomen een beschou
wing naar a an leading van het rapport
der commissie XI1 van den Hoogen
Raad van Arbeid. Het blad bespreekt
de beide stroomingen in de commissie.
Ten aanzien van de eerste schrijft
zij o.m., naar wij in de N. R. Ct. le
zen, het volgende:
Het algemeen bindend verklaren
van een collectief contract lijkt zoo
eenvoudig, het to o.a. een gevaarlijk
experiment. Het collectief contract on
derstelt. machtige vakorganisaties en
juist in dezen tijd verzwakken zij be
denkelijk; liet bedoelt een vredes-in-
stituut te zijn en practisch to het
strijdmiddel, het zal wegen® het doel:
bindende regels tot stand te brengen,
een zekere graad van contmuiteit
moeten bezitten en deze continuïteit
is practisch niet bereikbaar: tegen
den tijd, dat de termijnen van het col
lectief contract verstreken zulien zijn
wapenen zich beide partijen tot het
verkrijgen van groote, of het behou
den van dezelfde voordeden, wat in
cJk geval de verbindbaarheid der re
gelen ondermijnt. Nu verklaren de
voorstanders van dit stelsel wel, dat
een collectief contract eerst dan
aanmerking zal koüien om algemeen
I bindend verklaard te worden voor een
geheel bedrijf, wanneer het voor een
overwegend ileel der bij het bedrijf
betrokken arbeider® reeds toepasselijk
is en bet overwegend gedeelte der
aangesloten organisaties van werkge
vers en werknemers de verbindend
verklaring wenscht, doch juist de
kwestie van het overwegend deel is
niet gemakkelijk op te lossen. Wie
bepaalt „het overwegend deel''.
Blijkbaar de organisaties, dus de
macht, niet in de eerste plaats het
bedrijfsbelang, doch het producenten-
belang. Waarborg voor het algemeen
belang bestaat du.i ook niet m dit
systeem.
Ten aanzien van het tweede stesel.
dat in het rapport der commissie
wordt verdedigd, de bedrijfsorganen
met verordende bevoegdheid, merkt
de redactie het volgende op:
Het heeft bij het eerste dit tegen,
dat het nog niet op eenige pr act ijk
kan wijzen, althans niet in ons land.
eHt to theorie, sohoone theorie welis
waar, doch theorie. Dit reeds stelt
den eischt van de uiterste voorzich
tigheid en soepelheid. In het prae-ad-
vies wordt daarop dan ook de nadruk
gelegd. Doch in tweeërlei opzicht js
het verkieslijker dan het stelsel der
collectieve contracten. Vooreerst
wordt er het algemeen belang, voor
zoover dan mogelijk beter door behar
tigd: er kunnen, wat bij het andere
stelsel niet meer denkbaar is, consu-
mentenraden gevormd worden. Het
denkbeeld van één consiimentenraad.
waartegen wij vroeger al eens beden
kingen hebebn gemaakt, is dus losge
laten, er zullen komen voor elk be
drijf afzonderlijk ingestelde college®
Én op de tweede plaats ligt er in
het tweede stelsel een betere basis voor
het medezeggenschap en heit overleg
dan in het eerste, dat per saldo een
maohlsformatie ie, dus willekeurig
en, naar gelang de omstandigheden
zijn, wankel. In aansluiting daarmee
kunnen de voorstandera van het be
drijf sradenstclsel er op wijzen dat een
van de gewichtigste bevoegdheden,
die aan de bedrijfsraden moet worden
gegeven is liet recht om kennis tc kun
uen nemen van de boekhouding van
de tot het bedrijf beboerende onder
nemingen, wat bij het stelsel der col
lectieve contracten altijd wel zeer
moeilijk zal zijn to bereiken en zoo al.
dan ten koste van strijd, die kostbaar
en wisselvallig is.
Het groote bezwaar tegen liet in
het prae-advie® ontwikkelde bedrijls-
radenstelsel is, wij herhalen het, het-
gebrek aan practijk. De voorstanders"
der verhinderd verklaarde collectieve
cantracten laten niet na, daarop her
haaldelijk te wijzen, en dit nog aan te
dikken met een beroep op het buiten
land, waar dergelijk© jxigingen bezig
zijn te mislukken. Zij hebben inder
daad de practijk vóór: althans de
pract-k van het buitenland, met name
Duitscli land. Daar wordt van de be
voegdheid om collectieve contracten
verbindend te verklaren oen druk ge
bruik gemaakt: volgens een dezer da
gen verschenen statistiek bedroeg het
aantal in 1919: 638, in 1920: 1464 en in
1921: 1818 van welke 1251 gelden voor
het geheel© rijk en 467 voor bepaalde
gewesten. Intueschen moei bedacht
worden, dat het goede resultaat nog
niet liet juiste beginsel veronderstelt
zeker niet in Duiitscliland onder
den huidigen strijd om het bestaan
GEDRANG.
A.: IV at eou vervelend gedraag to if
altijd by het uitgaan v&a den echonw
burg!
B.: Ja, als alle menschen maar blere®
ritten tot de anderen er unt zijn, dan nor
lieelemaal geen gedrang wezen!
"Vader (tot zoon): Wat beteekent dat,
fiat jo mjjii igarettcn zit op te rookent
Zoon: Wel, er zijn geen sigaren meer!
Varia.
De N. R. Crt. deelt mede, dat bin-
enkort van B. en W. van Delft voor
stellen zijn te verwachten tot intrek
king van den vacantietoe®lag voor
bet gemeentepereoneel en tot invoe
ring van de 48-urige werkweek voor
de gemeentewerklieden.
Nu de minister de steunregeling
■oor de transportarbeide ra te Hailin-
gen heeft stopgezet, heeft do gemeen
teraad besloten den steun van ge
meentewege ook te doen ophouden.
Bij de firma Biere Stork en Co.
Hengelo to dc werktijd terugge
bracht op 4 dagen jier week.
B. en W. van Tilburg stollen bij
de gemeentebegrooting voor in 1923
de uitkeering van den jnarlijkechen
vacantietocslag aan gemeenteperso-
neel niet te doen plaats hebben.
Nadat door bestuurders van den
am. Nod. Metaalbewerkersboml
eon onderhoud had plaats gehad met
de leden der firma Ten Hora, maefci-
nefabrikante te Voendam is door die
firma een aangekondigde loonsverla
ging van 10 weder ingetrokken.
De raad van Almelo heeft een
wnchgeklregeling vastgceteld ton be
hoeve der arbeiders, werkzaam bij de
textielfirma II. en B. Schoten, waar
slechts 3 dagen per week wordt ge
werkt.
Binnenland
ONREGELMATIGHEDEN IN BE-
HEEK. De N. R. Ct. meldt Hel be
stuur van dc aardappelmeelfabriek We?-
lerwolde te Veelervecn heeft aan de aia-
deethouders bericht, dat bi; een onder
hoek door ccn accountant grove onrz-
gelmatig-hcden in het beheer van den di
recteur zijn ontdekt. De verliezen over
bet laatste boekjaar zijn nog niet :t
raaien, doch dc toestand baart zorg. De
directcui van de fabriek, R. J. N., 5-
er vandoor gegaan.
NEDERLANDSCHE BOND TOT
HET REDDEN VAN DRENKE
LINGEN.
Men schrijft ons
De Nederlandsche Boud tot het
Redden van Drenkelingen heeft op 17
September j.l in Den Haag op waar
dige wijze zijn eerste lustrum her
dacht gehouden werden: Nationale
wedstrijden in zwemmend redden en
bet verleenen van eerste hulp aan
drenkelingen cn verstikten.
De Bond werd opgericht 16 Sep
tember 1917 door de ioen bestaande
brigades, Amsterdam, Haarlem, Den
Bosch, Den Haag en Breda en telt
:.s lö afdeelingen. Door den Bond
werden brigades gesticht in Zwolle,
Heemstede, Middelburg, utrecht, Lei
den, Amersfoort, Noordwijk aan Zee,
Zaandam, Maarsen, Gouda, en Zand-
:oort.
De bond verheugt zich in het feit,
dat thans reeds 3 Brigades Den Haag
in Scheveningen, Noordwijk en Zand-
voort hulp willen en kunnen bieden
aan hen, die gevaar loopen te ver
drinken aan de kust.
Ons waterrijke land met zijn honder
den rivieren, nieren, vaarten, kana
len en slooteu, zijn lange kustlijn van
Dollard tot de Zeeuwschc strooinen en
het Zuiderzeegebied, heeft jaailijke
ongeveer duizend gevallen van dood
door verdrinking te betreuren. De
Bond werkt samen met den Ned.
Zwembond om liet zwemmen te bevor
deren en streeft ernaar, reddingsbri
gades te stichten in ons gansehe Va
derland om het aantal gevallen van
dood door verdrinking zooveel moge
lijk te beperken.
De Secretaris van den Bond, de
Heer A. J. Meijeriuk te Haarlem, ver
schaft gaarne alle gewenschte inlich
tingen.
De Bond heeft, daarbij krachtig fi
nancieel gesteund door het Carnegie
Heldenfonus (Den Haag) een verzeke
ring gesloien voor de gediplomeerde
leden bij de algemoene verzekenng-
raaatschappij „Providentia" Amster
dam voor bedragen van j 3000 bij over
lijden in verband met een redding
3000, bij algeheele invaliditeit en ƒ3,
per dag voor tijdelijke ongeschiktheid,
liet Carnegie Heldenfonds betaalt
voor de 100 gediplomeei leden de
geheele premie.
DeMaatscbappij tot Redding van
Drenkelingen, opgericht in 1767 te
Amsterdam, steunt het streven van
den Bond met een jaarlijksche subsi
die terwijl verschillende Brigades
eveneens gelden ontvangen.
Dooi' de Technische Commisio van
den Bond wordt vijfmaal per jaar ge
legenheid geschonken proeven van be
kwaamheid in zwemmend redden af te
leggen, voor leden der aangesloten
Brigades liet eerstvolgend examen
vinclt plaats iu Utrecht op 12 Novem
ber m de overdekte zweminrichting,
Biltstraac 4 de Heer J. van Gemen,
Linnaeuskade 25 Amsterdam, Voorzit
ter T. C.} verschaft desgewenscht de
noodige mlichtingcyi. De Medische
Comnnssie, Secretaris Dr. Max Juda,
Amsterdam, neemt dienzelfden dag
Medisch examen volgens de
Bondseisehcn af
De bond wijdt- ook zijn aandacht
aan de verbeieriug van het reddings
materiaalreddingsbaken, reddings-
lijnen, ijsladders enz. De Bond wekt
Gemeentebesturen en particulieren op
modern rcddiDgsmateriaal t«r be
schikking te stellen.
Up het voorbeeld van Haarlem heb
ben Aalsmeer, Heemstede, Schiedam,
Leiden, Middelburg, Amersfoort en,
zoo wc hojien binnen korten tijd ook
TJtreeht refifiiiigahaken aan de bruggen
geplaatst, die door elk voorbijganger ge
hanteerd kunnen worden om hulp te
bVdc'ii, In Haarlem zjjii met deze red
dingshaken reeds ongeveer 90 mensehen,
vrouwen en kinderen gered; dit
resnhaat moest alle Gemeentebesturen
i* land er toe brengen deze nuttige.
prakt-.srhe, weic.g kostbare haken anii
schaffen.
n verband met de meermalen uitge
sproken vrees, dat de baldadigo jeugd
nldiiigahaken zal bljjven vernielen,
deretoand rapport vaa beteekenis,
uitgebracht door den heer J. Kramer, den
Inspcs-tetir van den Gemeentelijken Ha
vendienst te Haarlem:
„In voldoening aan Uw mondeling ver
zoek, U wel te willen mededeelcn de re-
sultaten van het toezicht op de ran de
bruggen geplaatete reddingsbaken, kan
ik U tot innii genoegen :neJedeelen, dat
het verloren geraken en het breken daar
van thans in veel minder mate voorkomt
dan eertjjfis. Hoewel den eersten tijd,
rots de controle van het havonpereoneo.
n politie, vele haken verdwenen of dooi
!e baldadige jeufi in ke.t water werden
gegooid, ziin d:e euveldaden aanmerkelijk
rug en uw zwakke armen! Zoo vol
rimpel®, zoo zonder tanden en zoo
blind!" En opstaand, keerde ze zioli
om en leunde met haai- ellebogen op
den zonnewijzer. Na een poosje kwam
haj naast haar staan en keek haar
aan, en wee® toen op het gedichtje
dat in de steen gegraveerd was.
„Lee® dal eens", zei hij, „lees het
cn zeg me dan of dat niet volkomen
wa-air is?" En gehoorzaam las ze
hardop:
O jeugd brengt vreugd doch ouder
dom brengt somberheid, helaas
Elk op zichzelf moet 't leven door
feuilleton
door
JEFFERY FARNOL.
(Geautoriseerde vertaling uit het
Engetocb.)
(Nadruk vernoden.)
15)
„Nooit moer?"
„Nooit meer, behalve den lantsten
tijd. Het meisje zweeg; hij kwam wat want samen zijn zij dwaas,
dichter bij haar en vervolgde: „Twin-„Ja" knikte ze „een heel ver-
tig jaar geleden had ik haar lief en standig spreekwoord en net als dfe
omdat er geen hoop voor mij was, meeste spreekwoorden windt het er
"wilde ik sterven; ik was overal, waar geen doekjes om. En ik vind u een
maar een slag geleverd moest worden, grooten lafaard, majoor d' Arcy de
Als de eene veldtocht afgeloopcn was, vechtersbaas!"
zocht ik weer nieuwe. Zoo heb ik veel 'Betty?" zei hij ademloos,
fflenschen en vreemde landen leeren „In een gevecht i® u misschien heel
jennen en den oorlog in al zijn ellen- dapper, maar -- maar in andere op-
de meegemaakt, maar van vrouwen zichten vind ik u een lafaard!"
cn liefde weet ik niets. Als ik niet on- „Freule O BettyBedoel je
verwacht deze erfenis had gekregen is het heusch mogelijk kan zulk een
sou ik nu nog aan 't vechten zijn. En wonder jij in den vollen bloei van
hu hij zuchtte. I jeugd en schoonheid, en ik
„En nu?" herhaalde zo zachtjes. J „Zoo krom van ouderdom!" zei ze
r-Xu merk ik dat m'n jeugd voorbijeen beetje spottend „zoo zwak en
to en een groote leegte heeft achter- zooblind I"
Bclaten!" j De wijsgeerige kalmte van den ma-
„O, arme, anno, versleten, oude joor was verdwenen; hij etak plo^ge-
me» uw J7c.il/iircniiiiic liarlstoohteliik de armen uit,
maar raakte haar niet aan.
Betty!" riep hij uit, „de hemel
weet of ik een dwaas ben of boven alle
verwachting gezegend, maar laat ik
één keer zeggen lk heb je lief, om
dat je zoo mooi bent, om je aardige
maniertjes en je coquetterie, maar
meer nog om je echte vrouwelijke
zien. En dit is geen voorbijgaande
vlam van dc jeugd, ik wil alle® ge
ven cn verlang ai es maar vraag
nietik bedoel, Betty, of je met
mij trouwt of niet, ik zal je altijd blij
ven liefhebben!"
„Zelf® als ik een ander zou liefheb-1
ben en met een ander zou trouwen?"
vroeg ze zachtjes.
„Zelfs dan
„Je beoit een edeler mensch dan ik,
wanti.e zweeg en streek met
haar roze vingertjes lange de afgesle
ten lettere op den zonnewijzer. „Want
als jij van iemand anders zou houden
of met iemand andere zon trouwen
dan zou ik dau zou ik sterven van
woede cn jalouzic en verdriet en
De majoor sloog zijD lange armen i
om haar heen, en zich bukkend buete
hij haar telkens weer op haar oogen,
haar en lippen.
„O Betty zuchtte hij. „mijn mooie
Betty het is een wonder!"
I „O John", zuchtte ze bevend, „o
Jack, wat ben je een woeste aanbid
der. Genade1" Hij Iiot haar dadelijk!
los en bleef haar met schitterende'
oogen aankijken.
„Ben ik te ruw vroeg bij bezorgd, i
„Vergeef het ineMaai- het is alle-1
maal zoo vreemd, zoo onverwacht, zoo
ongeioofelijkEr zijn er zooveel die
verliefd op je zijn, dat ik I
„Je zal eeren wat echte liefde to",
mompelde ze. „En ik vind je heeie-
maal niet ruw, hoor Jack!".
„Het is niet te geloovcn", zei hij ten
slotte, terwijl hij haar een eindje van
zich af hield om zijn oogen te gast te
laten gaan aan haar schoonheid. „Ik
kan me nog niet begrijpen, dat je uit
al je aanbidders mij lfiest ik hen
zooveel ouder, zoo zijn adem
stokte, en zijn handen beefden plot-
Beling. „Betty", zei hij met hoesche
stem, „het is toch geen gril van je,
geen voorbijgaande verliefdheid? Hou
je werkelijk van me?" Toen so den
smeekenden blik in zijn oogen zag,
zijn trillende lippen en zijn verlegen
houding, uitte ze een zachten kreet,
trok hem naar zich toe en hield zijn i
hoofd tegen haar wang gedrukt.
„O liefste", fluisterde ze, „waarom
twijfelde je nog. Ik geloof, dat ik van
het eerste oogenblik af van je
gehouden heb, hoewel ik pa® vandaag
tot bet besef ben gekomen, dat het
liefde was. En wat je leeftijd betreft
dwaasheid ik zou niet willen,
dat je een uur jonger was, en mijn
liefde is o zoo diep en zal steeds groo
ter worden want als ik ie beier ieor
zal ik ook moer van jo gaan
houden. Ik weet wel dat je me erg
jong vmdt, luchthartig misschien en
zorgeloos, maar in haar hart is ecu
vrouw altijd ouder dan een man en
in weerwil van mijn ojjpervlakkie-
heid ben ik toch nog zoo kwaad
niet".
„Ja", antwoordde hij, „jij bent de
liefste, dc mooiste, d© edelste vrouw,
ter wereld!" Maar toen hij haar weer
m zijn armen wilde nemen bloosdq
ze en lachte en zette haai- mutsju
recht en streek haar krullen weg nu-t
de handen die een beetje beefden,,
toon ging z© zitten, sloeg zedig dei
kleine voetjes over ©-'kaar eu noodig-
de hem uit om naast haar te komen
zitten.
„O!" zuchtte ze, „je bent een ideale
aanbidder! En je liefde is zoo
zoo heerlijk dat ik me e. u beetje ang
stig maak of ik iict wel waard ben.
„Neen niet doen!" riep hij ter
wijl hij haar hand aan zijn lippen
bracht.
„Je liefde maakt me zoo verlegen,
Jack, liet is alles zoo anders, zk><\
eerbiedig en zoo zoo heftig",
fluisterde ze.
„Werkelijk?" vroeg hij bezorgd.
„Ja zeker!" fluisterde z» terwij' ?e
haar wang tegen riin paarse jas
legde. „Maar Ik geloof dat ik bet
Jiccriiik vind".
„O Betty wanneer wil je met me
trouwen?"
„U John wat een vraag daan
moet ik over nadenken. In de eer
ste plaats wanneer wil je rae heb
ben?"
v andaag! Morgen.' Zoo gauw mo
gelijk!"
„O, ongeduldige jeugd!" mompelde
„Ten tweede zul je je vrouw,
veel vrijheid geven?"
„Zoovee! ze wil antwoordde hij.
,Fen derde zul je haar een deel
van 't jaar in Londen laten woncif
en naar bnls en comedies en concer
ten laten gaan?"
„AJs ze dat graag wil", zei hij ceil
beetje teleurgesteld, toen ze dat zag,
ging ze nog wat dichter bij hem zit
ten.
„Ten vierde wil je me beloven
dat je een echtgenoot zult zijn „a lal
mode?"
„Wat is dat? vroeg hij.
„Zul je erg beleefd tegen je vrouw
zijn en haar zelden lastig vallen nu t.
je tegenwoordigheid, zooals tegen
woordig dc mode is. Zul jc
..Neen!' riep de majoor uit en,
Betty gaf hem plotse ng een zoen.
„Ik geloof heusch dat je een even
goede man zult zijn al» een aanbid
der", zuchtte ze. „En, Jack, ato j<*
gauw met me wil trouwen..."
„Neen, liefste viel hij haar m de