Een Schilder op reis. BETTY HAARLEM'S DAGBLAD DCMD"R jae 18 HOVEfSSÏR 1922 DES .02 BLAD DE OVERBLIJFSELEN UIT DE OUDHEID IN BRUGGE DE JERUZA- j-V.TvrRmn.K- IN DE 15DE EEUW GEBOUWD. OVER SLECHTE BESTRA TING, KUNSTSCHILDERS, DE LAKENHAL, KERKKLOKKEN EN EEN OORLOGSK ERKHOF. In Brugge zyn mieschien wel de mees te overblijfselen der oudheid aan gebou- won, self» van do 12e eeuw of ei meeste zeer goed bewaard. Groote gebou wen en geheele complexen oude gevels ■yn hier geen bijzonderheid. Men ziet se in alle straten en wy'ken. Wie Brugge niet gezien heeft, kaa zich daar geen voorstelling van msken. Keer op keer treffen we geheele stukken aan waarover ge zeer verwonderd xijt en zoudt iueonen dat ge soo teruggekeerd waart lot de middeleeuwen. De groote markt met haar enorme lakenhal eu baar grooten toren, die ook weer Belfort genoemd wordt roor uitkyk dienst deed, beslaat bijna één zijde van de markt, terwijl de poBt met het provinciale (louvernementsgi bouw, geheel de andere eyde inneemt. We gaan langs de lakenhalle naar de Place du Bourg. We vinden daar hot stadhuis tn Ancien Greffe (de oude griffie) v •en zeer voorname Gotiek. De Greffé renaissance uit de jaren 1535. En naast het stadhuis vinden wjj de Kapel St. Ba- ule, tegenwoordig moor bekend ouder den naam kajicl van het H. Bloed, uit 1150. Bet 1b juist Vrijdag on wie niet op Vrij dag in Brugge is, krijgt deze kapel niet te zien. Do Jeruzalemkcrk, d:o dagtcekeut uit het jaar 1427, stijl Byzautynsch, is in oog zeer goeden staat, de bovenkapel die ik zag dat zich moet bevinden in ■eer ruimen toren, kon ik niet to krygeu. Het geheel wordt door nonne tjes, die ook dc mis zingen, onderhouden. Ik kreeg ten antwoord op mijn vraag, do bovenkapel tc zien, dat is geen gebruik. Is men in de heel kleine voorkerk, dan treffen al direct de twee steenen trappen die opgaan tot een afgesloten koor met aitaar, ook alleen bestemd voor de sen. Onder deze trappen is een doorgang waardoor men komt in een zeer donker gewelf met altaar. Daar staan weer kan- lelaars met veel kaarsen, en daar aohter ie een zeer smal gangetje met ook i achterin oen kandolaur, men moot daar zeer diep gebogen in gaan, door oen in gang van zeer groote dikke steenen, en dan bukkend ziet inen onder oen bank, ook van steen, achter rasterwerk een Christusbeeld liggen in doeken gewik keld, dit stelt het graf van Christus Men ziet ook in deze kleine kerk zeer byzonder gebrand glas uit 1482. üet valt direct op, door de primitieve uitvoering. De gezichten, do handen, ze zijn niet zoo geprononceerd als op ander geschilderd glas. De kleurvlakken zijn veel grooter en niet zoo doorwerkt. Ook ia ér een aar dig preekstoeltjo en een lief orgel, alles meer eenvoudig en niet zoo overladen als in grootere kerken. We stappen weer op, er is vog *oo veel wat dient gezien te den. Ge moet niet denken dat het kruisen door de stad buiten do groote atraten om, op rozen gaat. Wanneer ge Brugge wilt zien dan zou ik U raden thuis eerst oen soort eierdans iu te stu- deereu, want ge gaat hobbel de bobbel over heel aardige bolronde steentjes. Ik ■eg buiten de hoofdstraten. M3ar dan kuut ge zoo soms in eens op een zeer aar dige gracht met cunense bruggen terecht komen. loo'n brug is oen groote massieve steenklomp, door een toog, waar het zeer duuker onder ia, stroomt het water. Een borstwering van groote zware steenen vervaagt de by ons dunne ijzeren leuningen, en die borstwering loopt geheel de kade langs en veroorzaakt soms door kleine krommingen, een enke len keer onderbroken door een trap naar het water, mot een andere brug de schil derachtigste lijnen. met door den tijd vergrilligde uitbouw- seltjes. En telkens komt ge troepen zwa nen tegen, wit-opteekenend tegen het nogal donkere water, en dan altijd maax door klinkt het beieren der klokken, 't is of ze geen oogcmbllk stilhouden, maar aldoor de lucht vervullende met de al lerliefste geluideD. Elke stad heeft baar narigheid. Zoo ook Brugge en dat zjjn voor mij de massa schilders. Ze zitten by groepjes van twee on van drie gezel lig in het griezelige weer te verkleumen en te werken. Ge kunt geon hoek om slaan of er zit er weer een, geen straat ingaan of, ge loopt tegen oen doek en een schilderkist. Het is baast net als met de zwanen, maar de zwanen zie. ik liever, ze maken mooie en sierlijke bewegingen Van de schilders daarentegen zie ik niets dan leelyke studies, maar er komen hier veel, zeer veel Engelschen en Ame rikanen. Dat zegt wat. Ga maar over een meur liggen en kijk maar, tot je geen meusch en jezelf ook niet ziet, en breng je denken terug naar' Momlinek en van Eyek, en de andore grooten uit dien tijd. Wat een mannen. We hebben natuurlijk de kleine musea bezocht en al de beken den gevonden, do bekende door de vele afbeeldingen, maar nu sta je voor de din gen zelf, en zegt: zoo ben jij daar ook, en wat hebben we genoten van dat eeuwen geleden gemaakte werk. Wat een studie, wat een werk, wat een zorg en waarom kan dat nu niet meer. Laten we zacht gestemd zyn voor onze schilde rende tjjdgenooten. Woer een andor gedeelte, ge ziet recht voor U uit op het water, uit den achtergrond schiet statig op een pracht lhouet van een kerk, rechts huisjes met trapgoveltjes, trapjes nsar 't water, uit rooden baksteen gebouwd. Links een groot stevig, de ecuwen trotseerend ko lossaal griisteenen gebouw, alles ten voeten uit in 't water, en altijd weer de paar zwanen. Behalve dat we in ver rukking zijn over het gezicht, kunt ge TJ ook niet anders vooratellen of ge zyt in de 14e, 15e eeuw. En er zou ook niets aan veranderen zyn, 't is alles zoo solide stevig, wie zon het in zyn hoofd kry- i er iets aan te doen. En dat ze in Brugge begrijpen, dat hot zoo moet zijn en niet anders, wordt bewezen door het hier en daar weder nienw opbouwen van gevels in denaelfden styL Waarom ook niet, zoolang we nog niets beters hebben. Wo moeten niet denken, dat alles wat Brugge té zien geeft mooi is. Wanneer ge in een vreennde stad zijt, ga vroeg op, in do vroegte ziet ge de bedrjj- igheid, die op den dag niet meer terug komt. En zoo langs de lakenhal komend, we een ongewone drukte, vooral veel vrouwtjes stroomen ecu poort ia, en ge- gd als we zijn dan maar direct mee te gaan, komen wo :n het ondergedeelte der halle en zien zoo lang als ze tafeltjes, ta feltjes met vlocschbrokken, en oen gekap van beenen en een gescharrel van koo- pen, zooals we niet verwacht hadden. We staan terecht onverwacht in een heel drukke handelswereld. De vrouwtjes we gen op de haad, kecren en beduimel het vlèescb, loven en bieden en gaan mot hun lekkers naar buis. Er is vleesch -'oor alle beurzen, er is ook afval, heel veT aeh- in den hoek aan het einde der holle. We loopen roud en zien zoo dat de 1 allo een groote binnenplaats heeft, i over en komen in een zelfde afdee- van even groote afmeting. Maar is hot anders, hier meer leven en law Hier worden de groenten, het wild ook groote, precies allemaal afgepaste stukken vleesch, geveild. Ge moet n;ot denken, by groote hoeveelheden, naar ieder koopt zyn bos pry of zyn kool, pre- Ik denxt U dit in een teekeningelje te lawn zien. Het is of men loopt langs een grooten diepen waterbak, met aau den anderen kant huizen met de voeten in het water of aiieraardigsto achternitjes cies wat hij noo !.g heeft. Op eon houten verhevenheid tegen den mnur zit een man, tusschen twee latten aan eiken kant vóór hem een man met een dik boek. Er zyn ook gele briefjes in het spel- Een groote toonbank voor hem, daarachter1 'weer een paar mauneu, die de opbrengen. Als dus de waren opgebracht zyn, dan begint het voor on« onbegry- pelyke en belacbolyke. Do man op de ver hevenheid komt in beweging, 't ia als een pop die een touwtje tusschen do bee nen heeft, by maakt (laarby met de kool het geluid van een ratel. Ik moe;erg lachen en dacht: de mensehen xyu zoo ernstig, ze zuilen hem zeker verstaan. Ik heb 't aan twee of drie gevraagd, m heb ben hun schouders lachend opgetrokken en geechud met het hoofd. De voor de bank roepon „60 centimes, times". Geen vrouwtje doet ook maar oen beweging van lost hebben tot koopen. 50 ctra., 50 ctm., alles stil. 40 etm., 40 ctm. Daar gaan eenige vingers aan de hoogte iu. De harlekyn begint als een gek te schryven op de gele briefjes, en aan de koopers worden die door de andere mannen uitgereikt. Zeker om hier of daar aan een kaa te gasu betalen. We gaau nog eens op de binnenplaats terug, eeu steenen trap en sie, daar weer uitgonoodigd 'n toren te be zoeken. We moeten hier de vele trappen klimmen, en ons optrekken aan dik touw Zooals in Gent is hier geen lift, maar't is nog wel zoo prettig, wo krygen nu de verschillende verdiepingen te zien, kunnen een© op ons gemak rondkijken, zien nog steenen kamer met nissen en dub bele ajour bewerkte ijzeren deuren, die zeker vroeger voor gevangencellon ge diend hebben. Wo krygen zoo allerhande bipsonderheden van zoo'n toren te zien, byv. de zeer zware nnkors, die de vier by elkaar houden. Op olko verdie ping. En dan eindelijk het uitzicht en do klokken, de enorme klokken, waarvan do grootste, de' zegeklok, 9500 kilo weegt, en waarvoor acht nian noodig zyn om ze in beweging to brengen. En dan het klok kenspel, dat bestaat uit 49 klokken, die zameu 28.053 kilo wegen. Ze werden 't jaar 1741 gegoten door den Amster dammer Joris Duoiery. Ge denkt: hoe kan iu zulk gewicht de eeuwen door dragen. Maar ge moet zien en dan (lil bin ten of stoeien waar die klokken in hangen We vindon hier alles nog primitief, de klokken of liever de trommel wordt nog mei de hand opgedraaid, door den schoen maker, die hier zjjn stiel uitoefent, lek ker by een warm kacheltje. Hy U niet tevreden, de mopperaar tusschen de klok ken. Vandaag is het allerheiligen, morgen aller zieleD, de eerete is een Zondag de tweede niet, en nu viert men de allerzie- ien op allerheiligen en dat vieren bestaat het bozoeken dor graven. Het is, zoo- als altyd door iedereen al dagen van te voren verwacht wordt, zeer triestig weer. Vanmorgen te halftien vergaderden op de groote markt allo eorporatics, met hnn muziek en trokken ceaigen tijd later in goede volgorde op naar het kerkhof, om op de graven der gesneuvelde soldaten uit den laatsten oorlog kransen en bloemen te leggen. Hot mag misschien wat theatraal zyn, maar het maakt toch wel geweldigen indruk, zooals daar gaan do oudstryders, dc mannen met do hel- e meisjes, de jongens en jonge mannen de vrouwen en tusschen elke gToep de kleurige omfloerste vanen, en trommelslag met de omfloerste trommels. Daarby de treurmuziek, voor mij was bet zeer nandoenlyk. Ik bon 's middags in rogon en wind naar het kerk hof, buiten do stad. Op het eerste ge zicht doet zoo'n kerkhof een beetje vreemd aan, er zyn gewoonweg serretjes gebouwd om ijzeren kransen met kra len versierd netjes te bewaren. Maar, alles wordt wel vergood door het zieii van dea ijver, waarmee men be zig is potten chrysanten mede te deepen en te pooten voor of achter een graf. We gaau weer stadwaarts, trams in geen vel den of wegen te zien en het regent py- pesteJen en de wind giert door do tukken der boomen, en pletst de gele bladeren tegen den grond. Ge hebt al gelezen dat Hngo Vorriest verladen Vrijdag is overleden. We gaan niet naar den zeekant, zooals het plan was, we gaan U dciv volgenden keer ver tellen van zyn begrafenis. We gaan naar Ingoughem, waar.hij Zaterdag begraven wordt. Gegroet A. J. G. Stadsnieuws AaBiBüMainjs# alt Se Lstszaleu. De Opanfeare Leeszaal. Over almanakken hebben wij gele zen m de Stads-Bibüotheeéc, over die kleine, nuttige, dikwijls niet onver makelijke boekjes, waarvan een ver- zame.ing zoo'n uardigen kijk geeft op een stuk. volkeloven, door de eeuwen been. Er staal n.l. in de afdeeling ge schiedenis van de Openbare Leeszaal een aardig werk in twee doelen. In 1874 verscheen liet bij de Haarlem- sche uitgevers Kruseman en Tjeenk Willink; Dr. G. D. J. Schotel eciireef het eu hei heet: „Vaderlandsche Volksboeken en Volksprookjes; van de vroegste tijden tot het einde der 18e eeuw." Blijkens den ondertitel bevat het bijzonderheden ovei „almanakken, prognosücatie-, planeet- en toover- boeken, prenten, comoediebooken, dige romans, Arcadia's brieven, rei zen, geestelijke eu wercldsche liaae- kens, kluchten, sagen, «sprookjes cj> andere curieus© boekakens." Napoleon III had nog al eens wat wij in den tegen wo or digen tijd „be vliegingen" noemen. En zoo kreeg hij op een dag ook eens de bevlie ging, te willen weten „wat het volk los". Hij droeg aan den iu zijn tijd bekende letterkundigen M. E. C. Nisard op dit eens te onderzoeken e zoo ontstond diens book: „Hisloir des livres poputaires". Een dergelijk werk is ook het boek van Dr. Schotel, waarvan wij alleen het hoofdstuk over almanakken, vluchtig hebben doorgebladerd, hier en daar een aansteeking makend. De eoorten almanakken waren on eindig gToot in aantal. De oudste al manakken zijn de kerkelijke, niet roode letters; zij vermelden alleen de feest- en de heilige dagen. En verder waren daar plak-almanakken, die aan missalen en andere boeken ge hecht wenden, de Enkhuyzer (als wij ons niet vergissen bestaat deze nog altijd) en de Amsterdamsche alma nak, de eeuwigdurende almanak (veelal op tabaksdoozen), de Breda- sche, de Alkmaarsche, de Haagsche, de Friesche, de Harünger, de Wor- kumer, de Hoerenveener almanak En nog vee- meer In 1778 verecheen een speciale do- mesalmanak. Om der curiosïieit-- wi'Ie schreven wij even den titel af: „Het Vrouwen-Almanakje van een Diewertje en Grietje, vervult met al het nodige, tot een Almanak behoo- rende en vele andere zeldzame din gen, na rijpe overleg en lange prac- tisatie door deeze paar wijfjes (sie!) in liet licht gebracht Gedruckt bij de Erve de Wed. Jacobus van Eg- jnont" Hoe lang de wtjfjee Diewertje en Grietje met het samenstellen van deze damesalmanak zijn voortge gaan en of de uitgave succes had vermeldt de historie niet F.on goede almanak behoort bij zonderheden te geven over mark tem en kermissen, over zons op- en onder gang. over de schijngestalten der maan, enz. Maar behalve deze nut tige wetenswaardigheden bevatten aJ'e almanakken ook „attracties", die denzelfden dienst verrichtten als een Limapark bij een tentoonstelling. Onder deze „attracties" moeten gerekend worden dikwijls heel aar dige houtsneden zoogenaamde „doolhoven", versjes en verhaaltjes. Een almanak van 1694 geeft wijze lessen in versvorm. Wfi noteerden dit advies betreffend© het ten geschenke geven van scherpe voorwennen: „Als een vriier z;in beminden. Op Nlen-jaarsdag messen ge»ft: Hoort eens toe, gij suit bevinden Dat de liefde scbrickt en beeft." Andere geven weer korte spreuken-. „Geld te leonen, wedden, sneden, Breeokt de vrientschap onder voelen." Of: „Een kleyn kombuys maeckt groot het huis, Maer een vette keuoken op 't end Maeckt een mager testament" Eén almanak bevatte ook nuttige wenken voor landbouwers en gezond- heidslessen voor elke maand. Voor de maand Februari adviseerde dit vriendelijke boekje bij voorbeeld voor reiniging van het bloed: Al die ilu 't lijl ontlasten wil, Die neem Aganricas in pil." Voor de inaand Mei raadt het aan het gebruik van „warme spijzen cn klein bier, klaren wijn, geiten- cn schapenmelk, melk en boter, en het verzamelen van Mei-wormen, swarto, clynen en vette wormkene, die vleu gelen hebben, waaruit, als men ze in den honig legt, oly uitkomt, om ze tegen de beten van dolle honden en ziek ve© te gebruiken." e Met dezen smakelijken raad willen wij voor heden eindigen. Opmerkingen Bit de Büfprü Do heer H. v. d. W. maakt de opmerking, dat het toch eigenlijk ou- billijk is, dat de café's ha het slui- tiugsuur der winkels mogen openblij ven. Het zou vrij wat beter zijn, meent inzender, als des avonds r. 1 i e zaken, de cafés zoowel als de winkels, ge sloten waren, dan zou menig huisva der heei wat kunnen bezuinigen cn zouden zich ook geon sluitende too- neelen voordoen, zooals de heer v. d. W. er Maaandagavond een zag: een moeder die met haar kind op den stoep van een café in de koude stond tc wachten op haar man, die in het goed verwarmde café zat. f 3. Alsvoren van een raadsbesluit inzak.» verleening van steun aan de Particuliere bouwnij verheid. 4. Wijziging en aanvulling der voor schriften voor het schoonhouden van gebouwen en terreinen van de open bare lagere scholen in dc gemeente Velsr-n. 5. Prae-advies op het verzoek hei bestuur der afdeeling Kennemer- land van den Ned. Aannemersband rm aigemeene publieke aanbesteding van bouwwerken, waarvan de kosten uit openbare kassen worden bestreden. C. Als voren op een verzoek van II. Jansen en P. Schweitzer om vergun ning tol het aanleggen van een straat, tc Wijkeroog. Verzoek van den heer F. C. J. Netscher om toestemming voor het lioude-n van ©en interpelii fende het voornemen der regeering tot wijziging der Huurcommissiewet. Zij hebben mhsdïen het wetsontwerp i* dien zin gewijzigd. Het gewijz.gd wen- ontwerp is gesplitst in 3 artikelen. Artikel 1 geeft thans aan <r Kroon uitdrukkelijk dc bevoegdheid om, hij algemeenen maatregel van bestour, ter voorkoming van brandgevaar van ge bouwen of getimmerten, bepalingen door straffen tc handhaven, vast 13 stellen betreffende de drie voormelde onderwerpen. Artikel 2 verklaart de Kroon bevoegd om bij aten algemeenen maatregel van bestuur op de overtreding daarvan straf te stellen. En artikel 3 houdt een be paling ;n omtrent de bevoegdheid van lagere- besturen tot het maken van aan- uilende verordeningen. Ook het intitulé en de beweegrede- voor Li|„„ l» interoftllnlifl helre' Het Sewijzigd wetsontwerp strekt na interpellatie betref-n,et laQgcr om Welbock vam Suaf. recht aan te vullen, doch om een bij- 1 zonder© wettelijke regeling, staande 8. Behimdehug van het voorstel van MM1 het sraf-tb*»* i» Lt fcvea ir den beer Tusenius tot het instellen) vam een onderzoek betreffende ridder-, geestelijk© en geschicdkim- sen. Uit Se Omstreken VELSEN. AGENDA voor de vergadering van den gemeenteraad op Dinsdag 21 No vember 1922, des nam. 7 uur. 1. Ingekomen stukken en mededee- lingen. 2. Wijziging van de verordening re gelende het veearisenijkundig toezicht op dc- veemarkten in de gemeente Vel- visecher ij bedrijf en aanverwante vak ken te IJmuiden. 9. Wijziging der verordening rege lende de samenstelling en den werk kring der commissie van bijstand voor de financiën. 10. Vaststelling opnieuw der dening op de heffing van schoolgeld voor het gewoon lager onderwijs, vcr- vo'gonderwijs, buitengewoon lager onderwijs en uitgebreid lager onder wijs. 11. Uitbreiding verliohting school A. 12. Verleenen van eervol ontslag aan den controleur der gemeentebelastin gen en opheffing van dem afzonderlij ken tak van dienst der controle van gen ^entebe'astingen. 13. Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand en wijzi ging der verordening regelende de ver aeeiing van werkzaamheden. 14. Belastingzaken en verzoeken van ambtenaren tot het bekleeden van bij betrekkingen. Binnenland. HET BRANDGEVAAR IN CEBOU- WEN OF GETIMMERTEN. Bij de Tweede Kamer is de Memorie van Au 1 woord verschenen inzake hc: wetsontwerp tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met eeue bepa ling ter voorkoming van gevaar vooi brand in gebouwen of getimmer'en. De ministers van Justitie cn van Ondetwijs. Kunsten en Wetenschappen, verklaren daarin, dat, hoewel dc oorspronkelijk voorgestelde regeling in geen enkel od- zicni een nieuw beginsel invoerde en ge heel in de lijn bleef van zoovele andere er bij hen geen bezwaar bestaat om, ter tegemoetkoming aan de gerezen- be denkingen, de aan de Kroon te verlee nen bevoegdheid om ter voorkoming van brandgevaar in gebouwen of ge- limmerien bepalingen, door straffen te handhaven, vast te stellen, te beperken tot bepaalde onderwerpen. Wat op dit gebied noodig wordt ge acht, is allereerst een regeling betref fende het verrichten of doen verrich ten van loodgieterswerkzaamheden. De ze regeling mag niet worden beperxt tot gebouwen of getimmerten, welke om hun kunstwaarde, geschiedkundig be lang of bestemming bijzondere bescher ming tegen brandgevaar behoeven, daar 't doei deT regeling moet zijn om in het loodgietersvak te doen doordrin gen een wijze van werken, die het ge vaar tot ccn minimum beperkt. In de tweede plaats is noodig een re geling betreffende het oprichten of doen oprichten van inrichtingen, niet val lende onder de bepalingen der Hinder wet, welke naar het oordeel der Kroon brandgevaar ojilcvcren voor de reeds genoemde gebouwen of getimmerten, welke om hun kunstwaarde, geschied kundig belang of bestemming bijzon dere bescherming tegen dat gevaar be hoeven. Dc ministers stellen zich die regeling, eveneens neer te leggen iu een algemeenen maatregel van bestuur, aldus voor, dat voor bet oprichten of doen oprichten van bedoelde inrichtin gen een vergunning zal worden ge vorderd, aan welke voorwaarden zullen kunnen worden verbonden, b.v. betref fende dc constructie van het gebouw, waarin dc inrichting zal worden geves tigd, de wijze van gebruik der inrici- lingen en het voorhanden hebben van brandbluschmiddelen. Zoowel de inrichtingen als de gebou wen of getimmerten, voor welke zij brandgevaar kunnen opleveren, zouden door dc Kroon of volgens door de Kroon te stellen regelen kunnen wor den aangewezen. En in de derde plaats is gevvenscht een regeling, waarbij ten aanzien van evenbedoelde gebouwen of getimmerten kan worden gevorderd, da', aan bepaalde voorwaarden zal wor den voldaan en zoo noodig zelfs een zelfde eisch kan woiden gesteld ten aanzien tan brandgevaar opleverende inrichtingen, ook al mochten die reeds vóór dc in .verkiagtreding der ontwor pen, wettelijke regeling zijn opgericht. De onderteekenaars van het wetsont werp hebben geen bezwaar om in het wetsontwerp neer te leggen, dat bij den daarin bcdoeldeü algemeenen maatre gel van bestuur bepalingen, door straf fen te handhaven, enkel rullen mogen worden vastgesteld betreffende de hiei boven aangeduide drie onderwerpen. j roepen. UITVOERING VAN OE TA- BAKSWET. In de Staatscourant worden de vol gende mededeelingeu gedaan Verschillende grossiers co winke liers in sigaren en sigaretten bekla gen zich over de verplichting tot be taling van den accijns, dien zij over eenkomstig de door hen ingeleverd© voorraadsaangiftc verschuldigd zijn, hoewel zij die voorraden nog slechts voor een gedeelte hebben verkocht. De mogelijkheid tot betaling in zes gelijke maandelijuschc termijnen, zooals die ingevolge medcdeeling ia de St.-Ct. van 14 ugustua j.L, No. 157, onder rentevergoeding is toege staan en de bevoegdheid, den ontvan gers der accijnzen gegeven, om in spe ciale gevallen een njg langer uitstel te verleenen, ondervangt die bezwa ren niet geheel. Op dieu grond wordt medegedeeld, dat het beiaugheobenden vrij staat sigaren en sigaretten, waarvan aan gifte is gedaan ingevolge het bepaald© Lui art. 83 der Tabakswet, met af schrijving van den accijns terug t© zendcu aan den fabrikant-leverancier of aan eenigen anderen fabrikant, ten einden voor zoover deze tot be w aar neming bereid is, in diens fabriek te worden ingeslagen- De sigaren en sigaretten blijven daarbij uiteraard eigendom van de betrokken grossiers en winkeliers en kunnen door dezen elk oogenblik worden verkocht. In dien dc accijns overeenkomstig art. 84 der Tabakswet bereids is betaald, kan bij inslag in fabrieken, als hier voor bedoeld, teruggaaf van accijns worden verleend. Voor den terug voer naar een fabriek wordt vergun ning verleend door den ontvanger der accijnzen. Door deze regeling hebben belang hebbenden het in de naDd hun uit art. 84 der Tabakswet alsnog voortvloei ende obligo's te verminderen in ver band met nun draagkracht, en kunnen zij de onaangename gevolgen van niet tijdige betaling voorkomen. Ten slotte zullen winkeliers, indien zij geen fabrikant kuDnen vinden, die bun hiervoor bedoelde voorraden in een fabriek wil opnemen, hun sigaren en sigaretten kunnen opslaan in en trepot, onder afschrijving of teruggaaf vau den accijns als hiervoor bedoeld. Inlichtingen omtrent de gemeenten waar aigemeene of publieke entrepots gevestigd zijn, kunnen belanghebben den bekomen ten kantore van de ont vangers der accijnzen. HET NIEUWE REGLEMENT BE TREFFENDE DB KRIJGSTUCHT. In een zeer druk bezoeh:c vergadering van de Vereeuiging van Onderofficieren „Ons Belaag", heeft Mr. G. A. E. B. Meyer te Utrecht het nieuwo Reglement betreffende de Krijgstucht besproken. Na «en inleiding, waarin spreker on dermeer herinnerde aan den langzamen gang der militaire wetgeving en den schroiuclyken achterstand daardoor in hei begin der eeuw ontstaan, ontwikkelds hy de volgende stellingen: 1. Door de invoering van dea persoon lijken dienstplicht ontstond het noodza kelijk contact tusschen de burgerlijke en militaire Maatschappij. Dit contact en do belangstelling Is het militaire vraagstuk groeide daarna voortdurend, cn bereikt© hot hoogtepunt iu ca door de mobilisatie» 2. Het is ook thans nog voor den bur ger van groot belang, te weten wat ei omgaat in de militaire kringen, ia bij zonder in die der onderofficieren, ook wat betreft do militaire wetgeving en rechtspraak. 3. Tkisschen het tijdstip (1903) var. het tot-stand-komen van het niouwe 'Wetboek van Militair Strafrecht met do Wet op de Krijgstucht en de Invoeringswet (1921) viel een periode van zulk een belangrijk maatschappelijk gebeuren, dat dit een al geheel© herziening zou bobben gewettigd. 4. Het Nieuwe Reglement op de Krijgs tucht. dat staat te worden ingevoerd, 011 het meer dan 100 jsxige oude Regiemei t te vervangen, houdt geen rekening cue! die gebeurtenissen en bevat bepalingen in zich, die als volkomen in stryd mei een gezonden, douiocrattichen zin dienen t» worden afgekeurd, immers wel ecu achteruitgang maar geen vooruitgang bc- teekenen. In bijzonder geldt dit voor artikel van het Reglement betreffende het lidmaatschap van Vereenigingen, De gel- Feuilleton. JEFFERY FARNOL. (Geautoriseerde vertaling uit het Engelecb.J (Nadruk verooöen.) 27) De zon was resde lang onderge gaan, de schc-iiering werd tot nacht maar, toen lui wild© heengaan, hield tij hem terug met vriendelijke handen ■achten en klaK©nd gefluister. ■.Het is nog niet Iaat het leven telt zoo weinig sctioone uren als deze en John, liefste, Ut weet dat er moeilijkheden in aantocht zijn voor ons twijfel, John en verdriet En toch Is onze liefdo te laat maar *'s je ooit iets kwaads mocht hoo- ren of mocht zien". „Betty o Betlyl" Het was Lady Belinda's stem met een klank die Betty onmiddellijk deed opstaan, P'otseling bleek en bevend van angst. ..Betty, o Betty!" Met dezen uitroep op haar lippen, verscheen Lady Be linda in het halfdonker en liep snel naar hen toe terwijl zij de handen wrong: „He-aas, Betty!" „Ja, tante gauw. wat is er ge beurd?" „Charles onze lieve Charlesl" „Ja, ja, wat?" „O, Betty bij is weg!" „Weg? Maar tante dat is onmoge lijk, de deur was toch op slot „Ja, maar het venster het ven ster! Hij is vordwenen, Betty tou wen en zoo -- beddeiakens en wat al niet. O, o! Daar ziin zii zif han gen uit het, raam te bengelen heen en weer. Maar die arm© .koppi ge, ondeugende Charles ia verdwe nen!" HOOFDSTUK XXX. Over Charles, Graaf van Medhurst. Betty had een eigenwiiz© en koppi ge natuur, maar haar broer zeker niet minder, vastbesloten zijn zusier van zijn gevaarlijke tegenwoordig heid t© verlossen, bevon hii, zoodra ze weer was, met ziin vlucht voor te bereidens. Do^r middel van bed deiakens en allerlei stukjes tonw en koord die hii 00 den zo'der vond, slancde hii er in door het raam den beganen grond te bereiken. Toen het donker werd en het wil de zoeken naar hem afgeloopen was en er eindelijk geen onmiddellijk ge vaar meer dTeigde, kroop de graaf met moeite nit een leeg© regenton, waarin hii zich verstopt had, veegde stof en spinnewebben van zijn klee- ren of fhii had een pak van Viscount Merlvale aan dat hem vee! te groot was) en gleed stil en zacht als een schaduw door den donkeren tuin. Toen hij bij den muur kwam klom lui er vlug over» bleef aiieen even bovenop zitteu om iu de richting van liet raam van zijn zuster met zyn hoed te zwaaien, even later stond hij in het laantje, liep het een enuljo langs en sloeg toen de weilanden in, zoo Hard üij maar loopen kon. Al sjioedig kwam liij bij een klein boeeh en hu had nog maar een klein eind je tusschen de boomen geloopen toen zijn scherpe oor en opmerkten dat er menschen voor hem liopen, dichtbij kraakt© eon bosclije en hij hoorde een heesche, fluisterende stem zeggen: ik hoor iemand achter ons!" „Een vogel. Jo© het bosch ia cv vol van. 't Is in ieder geval niet de man, dien we zoeken hij kom: langs het veldpaadje. Stil! wat was dat?" De oogen van Charles be gonnen te schitteren, hii zetu> zijn hoed steviger op, haalde zijn zwaard uit de schede 011 liep door naar oen open plek. Br volede een geritsel van bladeren, het gedempte geluid van vlugge voetstappen en bij het licht van de opkomende maan zag Char les een paar vag© gestalten, die zich draalden en kromden en armen die heftig bewogen, met getrokken sabel sprong hii met een eehreeuw voorn:t Hij was vlak bij de vechténden toen er een van wankelde een ander viel op z:in knieën en toen viel de craaf op hen aan. Een dun zwaard is ten lastig wapen om t© vechten P-g©>i da zware slagen van dikke stckkm. Charles bleef daarom op een vsund, vermeed hun uitvallen en slagen door vlug en handig uit den weg te gaan, tweemaal had hij tevergeefs zijn wa pen gebruikt, maai- na zijn derden uitval klonk er een kreet van pijn en plotseling sloegen zijn twee aanval lers op de vlucht, waarop de graaf een schreeuw gaf van vreugde en hen achterna sprong, maar ojieens kreeg Ixij van achteren een harden slag op het hoofd en zag even later den dorden boosdoener de twee ande ren achterna loopen. Charles voelde zich flauw eu draaierig, uitte een verwensching, liet zijn zwaard vallen, hoord© toen vlak bij gekreun en 6trompcldc naar den gevallen man toe- En toen sergeant Zebodee na eeni gen tijd da oogen open deed en in hel gezicht keek dat zich over hem heen boog, een gezicht dot bleek zag in het maanlicht, en met e©n donke re bloedstreep op de wang ping hii verbaasd overeind zitteu, knipte met de ocgen en zei: „Verdraaid' Ala dat niet de stroo- per is die op wonderbaarlijk'» wijze verdwenen was!" Charles knikte en glimlachte flauwtjes. „Hoe gaat het er mee, sergeant?" vroeg hij. terwijl hij naar rechte en naar links zwaaiend bij hem neer knielde. „Egp flinke elag op m'n hoofd cn nog een paar klappen van voren cn ven achteren, maar erger is het dank zii u niet geworden, en nu maar lie\© help, meneer, wat scheelt cr aan? Hebben ze u ook to pakken go- had? Charles probeerde te lachen, maar bracht het niet verder dan een glimlach. „Ja mompelde hii. „ze hebben m© Ik ik geloof dat ik hij eindigde met een zucht en Lord Medhurst viel lang uit op den grond en bleef daar liggen. Mop perend in het Engelsch, Fransch en Vlaamsch, drukt© de sergeant zijn handen tc?en het kloppende hoofd, keek om zich heen en zag hst zwaard vlak bij zich liegen, nam het op, be keek den punt, knikte even en stak het weer in de schede. To°n nam hij de hulpeloos© gestalte op als Iemand die 7.00 iets meer gedaan heeft, legdo hem over ziin schouder cn stapte er stevig van door. maar terwijl hii zoo liep scheen het kloppen lil ziin hoofd als hamerslagen die hem doof en blind maakten, toch liep hii door cn bleef nfet stil staan, tot hii etndeliilc de welkome Ifchten van het groot© huis voor zich zag. Steeds door ploe terend hoorde hii opeer* een stent boven het gehamer in zijn hoofd uit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9