De „baron".
Rubriek van den Arbeid.
BETTY
HAARLEM'S DAGBLAD
MAAilDAG 4 DECEMBER 1922 DERDii BLAD
Logement „Het Gulden Vlies"
Onderwater, wiens waren naam ik
1102 altiid niet genoemd héb, is ze
venmaal in verhoor genomen, zijn
vriend Canninjac slechte één keer
minden*. De hoofdofficier, Mar. Jse-
brandus Johannes Faiber van Riems
dijk. vond in hun antwoorden nog al
eeais aanleiding oan te vragen of de
hecien ..niet ten vollen overtuigd
.waren den regter tot dusveiTe in veel*
opzigten met leugens te hebben op
gehouden en of zij nu geiieegen wa
ren de waarheid te zeggen". Waarop
zij, na een bevestigend antwoord, bii
hun sophisterii volhardden. Berouw
vol toonden zij zioh allerminst. Wordt
de eerste beklaagde uilgenoodiigd zioh
omtrent bepaalde door hem gebezigde
uitdruldcingon nader te verklaren,
rilan acht Jiii het voldoende te ant
woorden. dat hii ae „in een galante
rie" gezegd heeft. En Caraninjac
Was het ziin plicht niet geweest de
dochter van zijn vriend Van Oostrum
duidelijk te maken, dat „deeze liefde
wat schielijk was en ras kon verdwij
nen?" Natuurlijk, dit had hij dan ook
gedaan „als oen Christen". Of hij
dan geen berouw over zü" mede
plicMbrbeid had'? „Wel voorde wae
reld. maar niet omdat hii er in Bezon-
dligd had." Ik ben van meening. dat
men eerbied moot hebben voor het
geduld van den rechter. Daarmee Be
wapend brengt hii, zii 't druppelsge
wijze. de waarheid aan 't licht. Ook
hier volgde tenslotte een (bekentenis
„builen piin «n banden van ïizer. en
Zulks vrijwillig".
In dJeze zaak ziin voorts tal van ge
tuigen onder cede gehoord. Wanneer
ge Jacob van Oostrum, Mietjes oud
ste broer, en diens vrind Joannes
Met. hoort verhalen, hoe de vreem
deling in Haarlem gevan<n°n geno-
ïnen werd, dan moet Be erkennen,
niet geweten te hébben, dat het daar
Ibii zoo gemioeW.kon toe-wan. Hier
ie stof voor een klucht. Hoe was de
toestand 1 Onderwater is ziin bewaar
der in Den Haag ontvlucht en in den
Dacht van Donderdag op Vrijdag in
de herberg in den Hout aangekomen.
Maar dat weet de vader van het ge
schaakte meisje niet, en zijn zoon heeft
Vrijdagochtend, waarom is mii niet
duidelijk, nog geen bericht van tie
Haaesohe arrestatie gekregen. Daar
hoort Jacob van de aankomst van
i.diezolve persoon, welke eemlge dia
gen te voaren aldaar dies morgens
Was geweest met een phariKon". Hij
ruikt lont, zoekt den baljuw van
Heemstede op. die hem „addreseeert"
aan een tweeden .ambtenaar, den
..steedehouder". Oi> weg naar huis.
komt hij een brievenbesteller tegen,
die hem een brief geeft van ziin va
der. waarin deze ziin zoon de gevan-
cenneming mededeelt. De verbaasde
jongeling gaat onmiddellijk .naar den
baltpw terug, die hem nu uitnoodigt
..den heere steedéhouder agter op te
volgen, welke reeds met oogmerk was
heengegaan om <zig van die Persoon te
verzee&etren, met verzoek om niet
verder mot de aprehensie voort te
willen traan, waarop gemelde Heer
«Steedehouder weeder is teruggo
keeid"
Thuisgekomen, treft Jacob er ziin
vrind Max aan. on stelt hem voor
samen toch maar eens in den Hout te
paan kiiken. Daar vinden ze werke
lijk den voortvluchtige in ,,'t Wapen
van Amsterdam", zooals v" in de
v^iidkamer" der herberg lsii eon kan
netje koffie zdt. Van Oostrum zal het
nu wel klaar spelen zonder de hulp
der iustitie. Hij geeft ziin metgezel
een wenk om hulp te gaan halen,
houdt ziin slachtoffer aan die —raai,
en. als deze vertrekken wil. treedt hii
hem in den weg. Hevig disputeerende
bereiken ze de Dreof. tv aar Met en
een derde kameraad hun tegemoet
snellen. Zoo komen ze met z'n vieren
een particuliere veiligheidsdienst met
zijn prooi, de stad binnen, en gaan
regelrecht naar „het Gulden Vlies"
op de Groote Markt, waar den baron,
onder meer, een onbetaalde rekening
wacht.
Het was de eerste maal niet, dat
deze vreemde vogel in Haarlem's
dreven was neergestreken. Den vori-
Kon zomer had hij eens in den Hout
gesoupeerd .met seekere Josephi,
mitsgaders mei seeker e Stephani".
Toen gaf hij zioh uit voor ,,De Wit,
Heer van Jaarsveld, veel parade
makende van de Heerlijkheid van
Jaarsveld, en van de grootheid, waar
in hij siv 1> De heer Cock, de
reeidfe meermalen genoemde herrlber-
gier in den Hout, deelde verder mee,
dat de vreemdeling den Donderdag
voor ziin govan.cenniem in e nog ür
Haarlem was geweest. Hij kwam van
Wee&p. waar hii een branderij had
gekocht onder den naam van J. J.
van der Bank. en reisde, in gezelschap
van een Duitschcr. naar Rotterdam
„om aldaar 't geld te haaien voor den
koopprijs, of ocliik hii 't noemde de
koeken voor de branderij." Die Djiit-
sohei* was er ook al ingevlogen. Hij
traoteerde zijn reisgenoot te Hillegoni
op baars ln den Haag nam hii hem
mee naar zijn broer, die liem gast
vrijheid verleend©, te Rotterdam be
taalde hii in 't Zwijnshoofd" ziin lo
gies. Maar toen liii hier Zaterdag
morgen op stond, was Van der Bank
al te Delft, op de terugreis naar
Haarlem, waan hii dien avond afstap
te aan „Het Gulden VMee" en On
derwater heette. De bedrieger veran
derde van naam zooals het kameleon
van kleur verandert, wanneer het in
gevaar verkeert. Zeer juist merkte
üan ook dp Cock op. toen de baron
zioh aan den drost, die hem arres
teerde. als Vcrbrugge voorstelde
„dat is al aardig, nu Vedbrugsro,
voorleed© donderdag Van der Bank,
voor 1 eedc Saturdag en Sondag Onder
water, cn voorlec-de Som er een jaar
de Wit van Jaarsveld, en dat alle.
maal een en des*'-re persoon, daar je
eyeentlijk v. Ibck biet". Inderdaad
men zou er iemand mee in die war
brengen.En dit was de halft nog niet
van 's mans naamlijst.
In en om „Het Gulden Vlies" is
de schaking voorbereid. Do heer Wes-
eeUng geeft hiei'bij eon affboolldKng van
het logc.mont, zooals het er in het
begin der vorige gouw uitzag. Het
stond tegenover het Noorderportaal
der Groote Kerk en strekte achter tot
Je Schoolsteeg. Hier smeedden de
bedriegers hun plan, lokten zii hun
prooi, liier soupeerde do familie Van
Oostrum als gast van con vreemde
ling, die een niio rookte met den va
oei. wiens dochter hii zou ontvoeren.
Carminiac had zijn vriend de beide
meisjes Van Oostrum aangewezen
als „twee juffers waarmee hii zich
kan amuse-oren" hii had hem bij
üaar ouders geïntroduceerd en deze
hadden den burgemeesterszoon harte
lijk ontvangen hii had den wolf de
schaapskooi binnengeleid. Eu n.u be
gint een reeks van leugens en sünk-
sche 'streken, waardoor zo ten laatste
liet vogeltje in bet net kregen. Ik kan
de gehcele voorbereiding niet vertel
len men mocht eens paan meenen,
dat ik dit alles even .belangriik vond.
Jacob Lom. knecht bij „Dankmeyer
in 't Vlies" wist er allee van, en de
heer Egbert Wouters, die 1 -1 loge
ment ook al bezocht om in zijn gowoo
ne gezelschap, Liberia» genaamd, een
piin te rooken", kon er evenmin van
zwijgen.
Een geruchtmakende zaak. En nu
kwam het uit, hoe Pieter Van Eech,
zoo heette dan de oplichter, overal
slachtoffers had gemaakt. Hij wae een
iiszoon uit Dordrecht en hau
gevaicn als adelbonA en luitenant Ier
zee. Uit 'e lands dienst gegaan, was
hij in het Verbeterhuis terecht geko
men ..omdat hii zoo los leefde en veel
geld doorbragt." Ontslagen, op belof
te dat hii een reis zou maken naar de
goudkust van Guinea, neemt hij
dienst als vaandrig op hot eclnp Pa
ramaribo, dooh deserteert. Nu vangt
een zwerversleven aan-. Amsterdam,
Utrecht. Bréda, de Keizerliike Ne
derlanden (België). Hij leeft, in over
c-enstemming met ziin aangenomen
namen, als een groot heer, maar op
andermans zak. Allernaar ziet hem als
baron Van Eech en ziin gevolg be
staat uit „zeker persoon, ziin gouver
neur". In Kudleniburg toekent hij
Jonkheer Jacob Johannes Van
Moure, baron", waarom ook geen
twee adellijke titels .als je ze i^oar
voor 't grijpen hebtl Ook hier uieni
hem iemandl die „voor zijn knecht
doorgaat". In Brussel en Antwer
pen geeft hii zdoh uit voor baron Hap.
Toen eiin voorganger in 1706 commis
saris dei Republiek in de veroverde
Zuidelijke Nederlanden was, k'aagden
de Belgen over de „tmandhreo hautai-
n©n et grands aires die Monsieur De
Hop. qui fa.it ioy le Mfrftre diespa-
tioque". (1) Nu waren het valsche
wieeels en onlbbtmalde rekeningen, die
hen boos .maakten. Overal bedrogen
mensdhem. In Fn netoer laat hii rich
ineohriiv&n als student in de rechten,
om te zekerder in Groningen ziin col
lega's zilveren gespen en degens te
kunnen afzetten. Hier gaat hii rond
als „De Rijp van Ameland" en Frans
is zijn trouwe knecht. Inmiddels
schrijft hii aan iemand, dien hii pas
heeft opgelicht: „mijn oaracter, mijn
vriend, is oneindig verschillende van
dat van een bedrieger."
Men staat bij wijlen verlegen met
de menscheliiko natuur. Van Esch
is niet zonder talent. Hii weet zioh
goed voor te deen „om bij lieden van Traast 3e arbeidslijst op een duidelijk
plaats opgehangen moet
fatsoen polAtesoen tc ontvangen'
Daarom reist hii zoker ook met het
portret van keizer Frans en zegelt hij
zijn brieven met den gedenkpenning
van Doggersbank. Hii is resoluut,
vindingrijk .spreekt ziin talen zij 't
met een Braibóntsch tongval. Hii weet
aich aangenaam te maken, speelt zijn
rol uitmuntend, houdt haar vol tot
het eindehii wendt zach tot den
stadhouder „om te hebben gratie en
aboMtie. we<*ens de» gevangens voor
schreven geperpetreerde feiten)'.
De lezer verlangt het vonnis te höo-
ren. Geëisoht werd „dat den gevan
gen aal worden gebrast op het scha
vot. staande voor het Raadthuis dezer
stad. en aldaar aan oen paal gebonden
met een brief boven deszefte hoofd,
waarop ziin rechte naarn, met bijvoe-
mng van Falsaris zal ziin ge schroe
ven door den scherprechter met roe
den strengel ijk te worden gegeeeeeld
en wijders geconfineerd. voor den tiid
van zee achtereenvolgende jaaren in
het werkhuis dezr si ad, om met
zijner handen arbeid aldaar de koet
te winnen: ende vervolgens voorden
tiid van twaalf achtereenvolgende
iaaren gebannen uit den. lande van
Bolland en Westvriesland", Schepe
nen daarentegen pasten de wetten
irii'lder toe. Ze gaven den gevangene,
die zich in hun genade had aanbe
volen achttien iaar in 't Werkhuis en
twaalf iaar verbanning, en on toefden
den eischer ziin verderen eiscb.
Pieter paste goed on. Zeven iaar
later, 4 November 1792 werd hii ont
slagen. Hii had ziin vriiheid herkre
gen. maar was baron af.
H. E. KNAPPERT.
(1) De trotsche manieren en hoog
hartig© houding van. mi inkeer de Hop,
'dia hier den despoot uithangt.
Van hier en daar.
EEN ENQUéTE NAAR DE
WERKLOOSHEID.
De Kamer van Koophandel en Fa-'
briekon te Rotterdam richtte aan de
erséhiüende bedrijven aldaar een
schrijven, waarin zij mededeelde, dat
in een vergadering van haar Kamer
de meening is geuit, dat de wcrkloos-
heidsondersteuningen, zooals die
thans worden gegeven, eerlang drei
gen vast te loopen, daar de werk
loosheid steeds zich meer uitbreidt en
de toestand der rijks- en gemeentefi-
nautiên 't vorleenen van steun steeds
bezwaarder doen worden.
Bovendien werken de ondersteunin
gen in zeer vele opzichten demoralisee-
rend, zoowel voor den werkwilligen
werkman, die voor zich en zijn gezin
door arbeid den kost wil verdienen
-wöen 't ontvangen van geld zonder
tc-genpraestatie tegen de borst stuit,
als voor liem, die liever lui is dan
moe en die deswege, nu hij steun ont
vangt, aangeboden arbeid verwerpt".
Om nu een holder inzicht in den
aard, de oorzaken en den omvang van
de tegenwoordige werkloosheid in de
verschillende bedrijven te krijgen, ver
zoekt de Kamer den werkgevers in
liaar district haar de noodige inlidh-
tmgen te geven.
In ©en groot aantal ingekomen ant
woorden kunnen aldus de circu
laire wellicht aanwijzingen worden
gevonden, die de Kamer tevens rich
ting geven omtrent d© aan te wenden
middelen tot herstel. De beste vorm is
zonder twijfel een zoodanige weder
opleving van handel en nijverheid, dat
tal van thans werkloozen weder te
werk worden gesteld en het is daarom
ook van belang te weten, welk© facto
ren dat hers UI, in elk bedrijf op zich
zeli, tegenwerken.
Maar ook, indien een algemeene op
leving nog vooreerst niet verwacht
kan worden, is het zaak den demorali
seerenden invloed van de, niettemin
noodige, werkloosheids-ondersteuning
te elimineerrn. Hiertoe wordt o.a.1
aanbevolen liet door de daartoe ge
schikt te achicn werkloozen doen ver
richten van productieven arbeid.
De Kamer doet dan eenige vragen
om den aard en den omvang der
Werkloosheid, alsmede de oorzaken
daarvan te weten te komen. Verder
om de meening te vernemen aangaan
de het huidig© stelsel van steunver-
leening. Verder wordt gevraagd, wel
ke regeling verbetering in de bestaan
de bezwaren zou kunnen brengen.
Ten slotte wordt gevraagd: Verdient
naar uw meening Jiet doen uitvoeren
van productieven arbeid, zoowel gec-s-'
telijken arbeid als handenarbeid, op
hu oogemblik aanbeveling? (bezwa
ren- minder geschiktheid van vele
werklooze vakarbeiders voor het be-
noodigde wek; hoog© onmiddellijke
uitgaven vooi materiaal en loon). .Zoo
ja, welke arbeid zoudt gij in het alge
meen belang willen zien uitvoeren
ONTSLAC PERSONEEL P., T., T.
In aansluiting aan het bericht, dat
bij den P. T. T. -dienst een groot aan
tal ambtenaren op wachtgeld zullen.
worden gesteld, kan de ïlaagsohe re
dacteur van de Maasbode nog het vol
gende mededeeJ^n:
Op het ©ogenblik is er bij verschil
lende categorieën van P. T. T. per
soneel en groot surplus aan ambtena
ren; zoo zijn er ongeveer 300 commie
zen-titulair te veel, en in «'én groep
redraagx hei surplus zelfs 800 perso
nen. Het totale te veel aan ambtena
ren bij de P. T. T. bedraagt thans on
geveer 1500 j>cr6onen, hetgeen op het
geheel e ambtenarencorps van 27000
personen 5 a 6 procent be teekent. Dit
overschot wordt veroorzaakt door ver
schillende factoren, waaronder o.a.
werkver de el in gmeerder gebruik
van machines en vereenvoudiging in
de tarieven een belangrijke plaats in
nemen.
Door de bezuinigingsnoodzaak zal
het overtollige personeel moeten wor
den ontslagen en op wachtgeld ge
steld. Wie voor ontslag in aanmer
king komen, wordt thans geregeld in
de commissie voor georganiseerd over
leg, waarbij zooveel mogelijk met de
belangen van het personeel wordt re
kening gehouden. Men denkt met deze
regeling aan het Hoofdbestuur der P.
T. T. nog deze maand gereed te ko
men; diaarna moet zij nog door den
minister van financien worden goed
gekeurd, zoodat nog niet met zeker
heid valt te ze'ggen, wanneer het ont
slag van het overtallig personeel bij
de P. T. T. zal ingaan.
Intusechcn ligt het voor de hand,
dat het overt-, ig P. T. T. personeel
zoo veel mogelijk bij andere diensten
zal worden ondergebracht voorzoo ver
daar tenminste behoefte aan personeel
bestaat. Men verzekerde ons dan ook,
dat toet met ontslag en op wachtgeld
stellen „nogal zal meevallen'".
DE ARBEIDSTIJD IN DE
SICAREN-NIJVERHEID.
Naar aanleiding van ingediende ver
zoeken van de werkgevers en werkne
mersorganisaties in het sigarenma-
kerebedrijf heeft de minister van aT-
beid aan hoofden of bestuurders van
ondernemingen in de sigareniudustrie
in alle gemeenten des rijks, vergun
ning verleend, dat de in hun onderne
ming werkzame arbeiders, in afwij
king van het bepaalde in art. 24 der
Arbeidswet 1919, in liet' tijdvak van 3
dezer tot 1 Februari a.s. op 26 werk
dagen, niet zijnde Zaterdagen, gedu
rende 9% uur per dag arbeid verrich
ten, onder voorwaarde, dat:
u. door de betrokken arbeiders
25 en 26 dezer en 1 Januari geen ar
beid wordt verricht;
b. de arbeidstijd op bepaalde dagen
gelegen zij tusschen 7 uur voormid
dag» en 7 uur namiddags;
c. door arbeiders beneden 16 jaax
niet langer dan 48 uren en door arbei
ders van 16 jaar of ouder niet langer
dan 53 uren per week arbeid wordt
yerridht;
d. de regeling van den arbeidstijd
van de betrokken arbeiders blijkt, het
zij uit de arbeidslijst, hetzij uit een
geschrift, hel welk zoolang van deze
zichtbare
zijn.
Uit de Pers
DE WERKLOCZENZORC.
In een nabetrachting over den loop
zijner werkloosheid-interpellatie ves
tigt het Tweede kamerlid v. d. Tem
pel in de Rotterdamsche „Voor
waarts" de aandacht op de verklaring
van minister Buys, dat dc grootte van
den a<an gemeenten voor werkloozen-;
zorg te verstrekken steun voor ieder'
geval afzonderlijk zal worden bepaald,
doch dat de regeering hieromtrent wel
regelen zal moeten stellen.
Daaraan knoopt de schrijver de vol
gende beschouwing va6t:
Men mag verwachten, dat de regee
ring thans met het opstellen dezer re
gelen een aanvang heeft gemaakt.
Het ecliijnt uus ovenwei van groot be
lang dat vóór deze regelen de rege
len dus die het optreden der regeering
terzake van de steun verleening zullen
baheerschen definitief worden vast
gesteld de besturen van gemeenten
waar groote werkloosheid heerscht en
de besturen der vakoenIralen van hun
ne meening op hoofdzaken hebben
doen blijken Wij vree zen, dat het ini
tiatief daartoe niet van de regeering
zal uitgaan. Maar dan zou het initia
tief toch kunnen uitgaan van ©en com
binatie van de me©f>b-belanghebbende
gemeenten en van de vakcentruien.
Natuurlijk blijft het laatste woord aan
de regeering, maar wij nemen aan dat
zulk optreden tooh zijn sporen zou na
laten op het ministerieel besluit, dat
straks zal worden gepubliceerd. Dat
hier met spoed moet worden gehan
deld is duidelijk.
Ook wanneer d© minister van Bin-
ltcxüandfiche Zaken bij de regeling van
den rijkssteun handelt volgens den
geest van de uitspraak der Tweede
Kamer, staat liet ten slotte tooh aan
de gemeentebesturen of zij aanspraak
zullen maken op de rijkshulp en een;
steunregeling voor do werklooze inge
zetenen willen invoeren of handha
ven. Veel hangt dus voor den een;tvol
genden tijd af van den plaatselijken
invloed der arbeidersbeweging en van
de plaatselijke actie. Wil men tot een
bevredigende steunregeling komen,
dan moet in de gegeven omstandighe
den vóór alles plaatselijk het voorbe
reidende werk worden gedaan en ini
tiatief worden ontwikkeld.
Het zal in den aanstaanden winter
heei wat strijd kosten, niet voor het
minst m de kleinere plaatsen, om on
willige gemeentebesturen te nopen
haar plicht jegens de werkloozen te
doen, Doch dal. werk moet worden
verricht terwllle van onze werklooze
makkers. De groote etxijd komt dan
natuurlijk voor elke gemeente met de
negeermg, of cm, zoo ia, tot welk per
centage de regeeriug in de kosten wil
tegemoetkomen.
Varia.
Te Rotterdam is een comité gevormd
om gelden in te zamelen ten eind© in
de wintermaanden eenigen steun te
kunnen vorleenen aan gezinnen, die
door den langen duur der werkloos
heid zijn verarmd. De uitkeering zal
plaats hebben door de vereeniging tot
verbetering van armenzorg.
Naar de „Ree.-bode" verneemt,
heeft het personeel hij do Nederland-
schc Spoorwegen, dat volgens het Ar
beidscontract werkt, aanzegging go-
kregen van een loonsverlaging van
pl.m. 10 Deze loonsverlaging is in
gegaan met 1 December..
Verschillende organisaties van
transportarbeiders en zuivelbew erkers
richtten een adres aan den raad van
Den Haag met verzoek maatregelen
te treffen, waardoor dc verkoop van
melk op de openbare straal en aan de
huizon op Zondag wordt verboden, en
om te bepalen, dat de verkoop van
melk per maat in winkels gedurende
den Zondag aan een nader vast
stellen tijd wordt verbonden.
De directie van de Turmac-siga-
i ettenfabriek te Arnhem spreekt het
bericht tegen, dat haai- fabrieken zou
den worden stopgezet.
De hoofdbestuurders der bouw
vakarbeidersorganisaties besloten den
pafiroons mede te deelen, dat zij be
leid zijn de onderhandelingen ove 1
het collectief contract voort te zetten.
De raad van Almelo besloot 5990
uit te trekken voor steun aan dc uit
getrokken textielarbeiders.
De correspondent van Het Voik
te Rotterdam meldt, dat het gcheele
6 ig aren bedrijf eer firma van Nolle zal
worden stopgezet.
Binnenland
MALARIABESTRIJDING.
Dc inspecteurs voor de volksgezond
held dr. Aldershoff en dj-. Jiehewerth,
belast met dc leiding der malariabe
strijding in Noord-Holland, hebb-n
onder de aandacht van dc burge
meesters gebracht, dat de bedoeling
dei- muggenverdelging in den wintei
vooral is om daardoor de bevolking
rgunnïng gebruik wordt gemaakt, te loeren hoe dc muggenverdelging
geschiedt, ten einde dit in den vervol-
gé üan de bevolking zelf te kunnen
overlaten, zoo mogelijk onder beschik
baarstelling van het instrumentarium
en de noodige vloeistoffen.
Daar de toestand der publieke geld
middelen wel niet zal toelaten, dat
de campagne op deze wijze in de vol
gende jaren wordt voortgezét, moet
bet opvoedend element in de volgen
de derde campagne nog mper op den
voorgrond worden geplaatst; moet
worden getracht het daarheen te lei
den, dat dc bevolking zelf in staat is
voor geregelde ontnmgging van wo
ningen, schuren, stallen en hokken ta
zorgen, waarbij hulp van en controle
door de overheid, gebaseerd op daar
toe in liet. leven te roepen wettelijks
bepalingen en verordeningen wel ge-
wenscht, volgens de meening der in
specteurs zelfs noodzakelijk zal zijn.
Teneinde nu de bevolking een werk
zaam aandeel in de campagne 1922
1923 te doen nemen, dient den ont-
muggers de uitdrukkelijke last te
worden gegeven om de eigenaren van
scliurn, etal'en en hokken te verzoe
ken niet alleen bij de ontmugging te
genwoordig te zijn, maar ook behulp
zaam, en hun mede te deelen, dat. zij N
in het vervolg zelf voor het. vrijhou-
van muggen zullen hebben te
zorgen, evengoed als dat het geval is
met het. schoonhouden der slooten.
Er zal dit jaar slechte tweemaal
ontmugd worden, ln verband hier
mede zal de campagne niet vóór 1
Januari a-s. aanvangen eii zullen de
e ontinuggingen dus in het tijds
verloop tot j April kunnen plaats
vinden. Zal hei opvoedend karakter
tot zijn recht komen, dan is in het
bijzonder de steun van en de conti'ólo
door meer ontwikkelde pOfsonen, die
•belangstellen in het malanavraagstulA
noodzakelijk. Ten einde deze belang
stelling in het algemeen wakker t©
houden worden vlugschriften ter uit
reiking gezonden. Ook dient vooral-
de belangstelling der jeugd te worden
gewekt er, daarom wordt verzocht
deze vlugschriften ook uit tc reiken
aan de schoolhoofden met verzoek
ze met de leerlingen te doen hespre
ken. Op deze wijze zal vanuit de
school de strijd tegen de malaria, die
toch alleen bij volle medewerking der
bevolking succesvol kan zijn, krachtig
worden gesteund.
RECELINC VAN HET LEVENSVER-
ZE KERIN CSBE D RIJF.
Ou het Yporioopie Verslag dor
Tweede Kamer omtrent het ontwei p
wet tot reeding van het levens
verzekerino-bedriif deelt de reeeerin?
mede. dat de oorzaak dat het ontwerp
zich niet uitstrekt tot andere takken
van verzekerin?. gevonden wordt in
het bijzonder karakter dat de levens
verzekering eigen is en wal mede
brengt dat een lovcnwerzekoraar nog
ettelijke jaren solvabel kan schijnen,
terv.'Ml hjj (jat in werkelijkheid niet
De vraag of omtrent andere vei ze
keringen dan levensverzekering bij
de wet regelen moeten worden ge
steld. is een vraag op zichzelf, die a'"-
zoodanig kan worden overwogen. Dc
omstandigheid, dat voor de leven.'»
verzekering een voorziening noodig
wordt geacht, sluit daarom nov goen
bevestigend antwoord op die vraag
in. Ten onrechte wordt uit het feit,
dat volledige vriiheid' en afwezigheid
van toezicht bdi de uitoefening van
het levensverzékeringbcdriif tot vor
keerde toestanden k?ui leiden, door
e enige ieden geconcludeerd, dat een
staatsmonopolie als de meest wenscbe-
lijke remedie is aangewezen. De re-
Boering wil daaimede niet een ge
vaarlijke proefneming doen.
Of in de toekom-:! uitbreiding dor
wettelijke voorschriften noodkakoliik
zal wezen, zal de tiid moeten uitwij
zen. Wat betreft de algemeen© rego
ling der naamlooze vennootsdin<»on
wordt medegedeeld, dat het advies
der staatscommissie voor de burgerlij
ke wetgeving inzake het bii de Tw ee
de Kamer aanhangige wetsontwerp
den minister van Justitie kort - le
den heeft bereikt.
Ongetwijfeld zal de verzekeringska
mer bii haar tcczioht letten ooik op
den aard der gekozen dekking cn
niet nalaten, indien zii deze dekking
om eenige reden onvoldoende acht.
haar invloed aan te wenden, opdat de
ooodive verbeteringen worden aange
bracht
De eivch. dat tenminste 10 pet. van
-het kapitaal beli'xnt to ziin geetori, is
iri overec-istemrning met den regel
van art. 51 van het Wetboek van
Koophandel. Er zijn niet vo'.docnd©
reden om van dit beein&e! voor de
levensverzekering af tc wijken. Bij
den alsrcmeenen maatregel van be
stuur kan ".-vier worden overwogen,
of er termen ziin voor het spaarver-
zekerinesbedriif mot eon lager kap.-
baalsminimum te volstaan.
Omtrent de valut moeilijkheden
der Duitsohe levensverzekeringen
deelt de regeerinp mede. dat zij m«'.
het oog od de betrokken belangen ge
meelid heeft zioh niet te mogen ont
trekken aan besprekingen met de
Duitechc regeering. teneinde te trach
ten aldus tot een oplossing te geraken.,
tot welke besprekingen dc Duitsohe
Feuilleton
(Geautoriseerde vertaling uit het
Eugelech.)
(Nadruk verboden.)
40)
„Goeden dag sergeant Zebedeo",
zei ze zedig.
„Hetzelfde, freule en dank ui"
„Etn hoe gaat toet met den majoor?"
„Heoft u hem dan zooeven niet ge
zien?"
„Jawel, maar hij hij was ver
dwenen voor ik een woord tegen hem
fceggen kon, sergeant."
„Vprdraaid!" mompelde de ser
geant.
„Wat zeg je, sergeant Zebedeo?"
„Och. freule, ik zoek zijn jas
„Jas?" herhaalde het meisje.
„Ja, freule, zijn Ramilliejas, hij
heeft me hier naar toe gestuurd om
baar te halen
„Ik zie hom niet, jij, sergeant?"
„Neen, freule, ik ook niét. Maar
hij zegt dat hij haar hier gelaten
heeft en
„„Maar zij schijnt hier toch niet tc
*ijn, is 't wel?"
„Neen, freule, tenzij u
„En vertel me eens, hoe gaat het
met den majoor?"
Sergeant Zebedee zuchtte en schud
de het hoofd.
„Och, freule, hij is zoo somber, hij
zucht vcoitdurend, hij zit te kniezen
in z'n studeerkamer als hij buiten in
de zon hoorde te zijn ©n loopt buiten
als hij in zijn bed hoort
„Maar hij lieeft hier tooh vandaag
gezeten
„Ja, dat is wel een wonder! Juf
frouw Agatha en ik hebben er hem
toe overgebracht".
„Hij lijkt me een erge lastige
humeurige man, sergeant".
„Ja, maar alleen dien laateten tijd,
freule".
„Iloe zou dat komen?"
De sergeant keek haar eens in de
heldere oogen, keek naar den grond,
keek naar d© lucht en wreef langs
zijn lcin.
„Och, nu u liet tooh vraagt, freule
ik geloof dat het door een vrouw
of door tooverij komt, misschien wel
door allebei. En over tooverij gespro
ken, waar is die jas van hem toch,
is u er misschien ook
„Hij schijnt vreeselijk op die jas go-
steld te zijn", zei ze, terwijl ze haar
wijde rokken netjes uitspreidde, „en
het is zoo'n vies, oud ding.
„Dat is zoo, freule, maar ik heb die
jas gevolgd door hel stof cn den rook
van den slag bij Ramillice en toen
zag iiij er wel beter uit, ziet u, maar
zelfs nu kuil je de scheuren in de
mouw nog vinden waar hij dien dag
door een bajonet en een kogel getrof
fen werd. Het is ©en bijzondere jas,
freule".
„Hij zou het zeker onaangenaam
vinden om hem te verliezen?
„Verliezen? Freule, daar valt niet
aan te denken!"
„Maar ik geloof dat liet heel goed
voor hem zou zijn ais hij die jas tens
ten tijdje motst missen hij schijnt
niets geen goeden invloed op hem t©
hebben".
„Neen, ik geloof dat hot net an-
darsom is, freule. Ik zei eens op een
dag tegen hem: „Meneer, ;zcg ik,
waarom trekt u toch altijd die Ramil
liejas aan, als li iets hindert?" „Wel
Zeb, zegt hij, als ik die aantrek, lijkt
het me altijd of ik iels van mijn ver
loren jeugd terug krijg. Maar, er
moet een grens ziin, freule, er moet
een grens zijn en het is voor iemand
van zijn stand toch niet goed. om met
zoo'n jas uit tc gaan al heb ik
hem ook herhaaldelijk gestopt. Zoo
gaat hij naar zijn pachters ook. En
daar hel) je nou dc weduwe Weston,
dat is een lastig menscli, freule,
maar het is toch niet te verwonderen,
dat ze gisterenmiddag om vier uur
den majoor nog tegen "esproken heeft.
„Ja. ik ken de weduwe Weston!"
glimlachte Betty. „Heeft z© hem te
gengesproken net iets voor haai-".
„Ja, freule. De majoor stond met
zijn oudte jas tegen haar tc buigen
en liij kuchte en verslikte zicli, ziet
u, want haar schoorsteen rookte zoo
vroeeelijk.
„Juffrouw", zegt hij, „ik vrees dat
uw schoorsteen rookt!" ,,'t le niet
waar", roept zii. „dat doet ie niet,
cn als ie 't doet, is t niet erger dan
toen me man nog leefde en as t voor
hem goed genoeg was. is 't voor mij
ook best", zegt ze. En toen ging de
majoor al buigende weer naar bui
ten en moest op weg naar huis voort
durend het roet uit zijn oogen wrij
ven".
„Maar over die jas gesproken, ser
geant
„Ja, dat is waar ook, freule. I-Iij
st.aat er op te wachten".
..Je moet er op aandringen, dat hij
hem niet meer draagt, sergeant".
„Aandringen? Maai* freule ik
aandringen hij den majoor? Dat
gaai niet, freule".
„Nu, dan moet hij dc jas verlie
zen, sergeant Zeb". zei Betty ondeu
gend.
„Verliezen? O freule, de majoor
zou het nne nooit vergeven!"
„O jawel, dat zon hij wel. F.n bo
vendien. jii hebt hem Inch niet ver
loren? En hier is d« jas niet, is 't
wel?"
„Nu ik zie hem hier niet, freule.
Maar ik dacht dut u er misschien op
kon zit
„ytill" riep Betty met opgeheven
vinger uit. „Komt daar iemand aan?"
D© sergeant ging nuar buiten om
rond te kijken, luisterde even en
schudde het hoofd.
„Neen freule maar xk moet naar
huis terug, de majoor zal
„Hoe is hel met zijn gezondheid,
sergeant zijn eetlust, cel hij goed?"
„Eten, freule?" riep de serECiuit
somber uit. „Hij kan niet meer ©ten".
„Ik begdn werkelijk te gelooven.
dat hij toch een ziel heeft, sergeant
„Een ziel, freule? Nooit mooier
ziel geweest. Hij is oen en al ziel,
freule, ik maak me juist zoo ongerust
over zijn lichaam, dat «nelt als 't
ware weg. Ja zijn lichaam..
„Nu, ik geloof dal er nog heel wat
overgebleven is, sergeant en het ziet
er stevig genoeg uit» „O!" riep ze
plotseling uit cn eloeg de handen in
elkaar, toen er in de verte eon heesch
gehrom klonk, dat aangroeide tot
luid geschreeuw. „Wat Is dat in vre
desnaam".
„Dc Kolonel roept me. freule. Ik
moet nn gaan, cn verzoek u dus ne
derig om
„Wacht even, sergeant Zeb, ga
ooi>t eens een ladder voor mo ha
len".
„Een ladder, freule?"
„Zonder ladder kan ik toch niet
over den muur terug klimmen?!'
De sergeant keerde zich om, keek
naai- den muur, schudde het hoofd
©n wreef langs zijn kin!
„De vraag is maar hoe Is u Cl
over gekomen, freule?"
„Dat doet er niet toe. Ga nu die
ladder halen, men mag mii hier niet
zien ga nu dadelijk'." Dc sergeant
ging.
Toen liii uit het gezicht verdwenen
was sprong Betty op, liep haastig den
boomgaard door, gooide de Ramillie
jas over den muur >n haar eigen
tuin en was weer in het prieel terug
"oen halve minuut voor de sergeant
met den ladder op zijn schouder te
rug kwam.
„Lieve sergeant Zeb!" riep z© uit,
terwijl ze opstond cn naast hem den
boomgaard door liep. ,,De dapperste
soldaten en de sterkste mannen zi n
altijd het vriendelijkste en bet zacht
ste tegen vrouwen, is liet niet?'
„Vindt u, fraaie? Zei de sergeant
blozend, terwijl hij de ladder neer
zette op de plaats dio ze hem aan
wees.
„Ja zeker", zuchtte ze terwijl ia
haar rokken in de hand nam. „Be
denk maar eens hoe hard je die ake
lige Jennings getrapt hebt
„Zal ik (le ladder vasthouden, freu
le?" vroeg hii, cn bloosde nog erger.
„Neen. dank u!" antwoordde te. cn