Buitenlandsch Overzicht
BETTY
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG S DECEMBER 1922 TWEEDE BLAD
Rubriek voor Vrouwen.
GEBAK.
D ecembcr-geöak. Engol-
scho en Hollandache gewoon
ten.
De maand December ia echt eau
tiid van eigen bakselstegen. Sinter-
klaaa begint het al met borstplaat en
banketletter en dan wordt het verder
ln de maand voortgezet met Kerstge
bak. Want hierin ia ook eon heöle
verscheidenheid, als wii maar aller
eerst eens denken aan den plumpud
ding en de Kerstkrans. Toch heeft dat
eerste hier nooit zoo bursrerrecht ver
kregen als in Engelandhoewel het
recent lang niet onbekend is geblc
ven, Maar naar veler smaak is dit ge
bale te zwaar en te maeeief en men
prefereert de kerstkrans. Dat ligt na
tuurliik grootendieels aan wat men
altijd gewend is geweestin Engeland
is ons banket weer niet gewend, en al
wordt het dan ook heel lekker cevon
den, bureoriecht schijnt het er ook
niet te kunnen krijgen, net zoo min
als de plumpudding hier algemeen
is. Dat aal ook wel door de traditie
van tientallen van jaren komen.
Vroeger gaven wij al eens eanige
verschillende recepten van pLumpud
ding en wii willen ons nu liever eens
bii de kerstkrans houden, die er met
de versiering van Fransche geconfii-
te vruchtjes bovenop altijd zoo fees
telijk uitziet. Het 'bereiden vereischt
nog al veel zorg en tijd, wat ieder,
die wel eene feuilleté-diecg gemaakt
heeft, wel weten zal. De ingrediënten
zijn
1 ons bloem.
1 ons boter.
1 ons suiker.
1 ons amandelen.
1 klein ei-
wat zout.
1 ons poedersuiker.
een scheutje kokend water.
De twee laatste dienen voor het gla
zuur.
Van 2/3 van de bloem. 1/3 van de
boier. v/at water en zout wordt het
deeg gemaaktbloem en boter gaan
ln een kom. en de laatste wordt met
een mes in kleine stukjes verdeeld.
Dan komt .er zooveel water bij. totdal
het deeg aan elkaar blijft hangen
natuurliik mag het niet slap zijn.
maar nogal wat water maakt het
gebak later luchtiger en mooier. De
deegrol en de tafel worden nu met
meel bestrooid van het overige derdie
deel, de klomp dieeg hiei door gewen
teld en deze met eenbestoven rol uit
gerold tot eeu platte lap. Het deeg
mag nooit ergens aan vastplakken,
dus het ie wel geraden de rol en de ta
fel steeds goed bestrooid te houden.
Het rollen moet zoo luchtig mogelijk
geschiedenop de platte lap worden
hier en daar kleine klontjes boter
gelegd, en zoo doorgegaan totdat alle
boter verwerkt en het deeg mooi
luchtig is
Voor het vulsel worden de amande
len gepeld, gedroogd en gemalen: de
suiker en hel ei hieraan toegevoegd
met enkele druppels citroen en wat
watér totdat alles goed samenhangt.
Van het deeg wordt nu een platte
lap gemaakt van ongeveer 17 c.M.
breedte die overal even dik moet
zijn en deze gevuld met de amandel
pers, daarna dichtgevouwen en de
randen met water tegen elkaar ge
plakt. Dat wordt nu om een kleinen
springvorm of een borstplaatring
heengelegd, de uiteinden van het
deeg in elkaar geschoven en dit ook
vastgeplakt. Na de bovenkant met
eigeel bestreken te hebben, wordt de
krans op het met bloem bestrooide
bakblik in den oven gezet, die heet
moet zijn, en waarin zij na 15 a 20
minuten klaar is.
Is de kran6 koud, dan wordt het
glazuur eromheen gestreken en hier
op als het nog nat is, de geconfijte
Fransche vruchtjes met wat snippers
en angeJique.
De moeilijkheid van dit gebak ligt
natuurlijk in het deeg: wanneer dit
niet luchtig genoeg is of te kort i3
uitgerold, dan doet het meer aan
brood denken, en dat is natuurlijk al
lerminst de bedoeling.
Maar naast dit Hollandache kerst
gebak willen wij toch nog een En-
gelsdi noemen dat ook altijd zeer in
den smaak valt en dat lang niet zoo
zwaai- is als de plumpudding. Dit
zijn de zoogenaamde Minee-Pies, een
naam dien wij onvertaald zullen la-,
ten omdat het een gebak is dat in
Holland niet algemeen bekend is.
Men heeft er kleine zandtaartvorm
pjes voor noodig die met boter be
smeerd zijn. Het deeg wordt gemaakt
van 11/2 ons bloem en 3/4 ons boter
op de bekende wijze, dat wil zeggen
gemengd eri gerold, en dit ©enige ma-
len herhaald. Daarna worden de
vormpjes gevoerd met het deeg, dal
zoowat een halve centimeter dik
moet zijn en dan is het vulsel aan de
beurt. Dit bestaat uii:
60 gram krenten.
60 gr. rozijnen.
50 gr. sucade.
10 gr. snipper*.
1 zure appel.
60 gr. kalfsniervet (öf boter).
50 gr. suikeir.
1 theelepel gemengde kruiden.
Het sap van een citroen.
Geraapte schil van ©en halve
citroen
Het kalfsniervet is speciaal En
gelsen, maar voor wie er niet van
houden, kan boter even goed. Al de
ze ingrediënten worden door elkaar
gehakt en gemengd, waarna het ge
voerde vormpje ermee wordt gevuld.
Dit wordt daarna met een dekseltje
van het deeg afgedekt en de gebakjes
in den oven lichtbruin gebakken.
Het vulsel doet wel wat aan een
plumpudding-gerecht denken, maar
deze gebakjes smaken heerlijk en
zijn uitstekend voor bij de thee.
Een snoeperijtje die eigenlijk niets
met het vorige uitstaande heeft,
maar ook veel in Kersttijd wordt go-
maakt, is de toffee, die gemaakt
wordt van ons suiker, 60 gr. bo
ter en een hal ven deciliter water. Wa
ter en suiker moeten koken totdat
ze lichtbruin zijn: daarna wordt de
boter &r door eeroerd en alles samen
nog ©ven gekookt. Daarna wordt de
massa vlug op een beboterd bakblik
uitgegoten en in gelijke stukjes ge
sneden.
Al het gebak, dat tegen Kerstmis
gemaakt wordt, kan zoo fleurig met
groen en rood versierd worden, en
al levert de tuin misschien geen hulst
met roode bessen op. kleine klimop
blaadjes kunnen net zoo goed dienst
doen. Ook een heele tafel met groen
alleen versierd, kan nog heel aardig
staan, wanneer de takken in wat
slanken, vluggen vorm gekozen wor
den.
Heel wat menechen voelen er
ook behoefte aan om anderen eens
zoo'n eigen gebak cadeau te doen:
wilt ge er een herstellende me© ge
lukkig maken, versier het geschenk
dan zoo aardig en smakelijk moge
lijk, en maak het niet zoo groot, dat
de patient er als een berg tegen op
ziet! Natuurlijk moet het er voor de
gezonden niet minder keurig uitzien
en in de meeste gevallen is zoo Iets
zieer welkom. Maar het is niet gera
den om het eigen gebak in eigen ver
pakking ver weg te sturen: tien tegen
een dat het gekneusd en stokoud aan
komt, want er zijn altijd zooveel pak
jes te bezorgen. Het Is dan veel be
ter om er wat meer geld voor uit te
geven en de bestelling aan den ban
ketbakker op te dragen: die doet het
gebak versch in een goed sluitend
blik en liet komt even mooi op "de
plaats der bestemming aan als dat
het verzonden is.
E. E. PEEREBOOM.
Koloniën
DE WATERVOORZIENING VAN
SOERABAJA. Zooala men weet,
achrjjft de N. Soer. Crt., is de capaciteit
van de bron waterleiding te Soerabaja te
gering voor het verbruik aldaar.
Tn 1920 is besloten in het tekort te
voorzien door het filteren met jewel-fil
ters en vervolgens ozoniseeren van rivier
water.
Thans, oerst na ruim 2 jaar, is die ozo-
uisatie-inriehting gereed en men zau zo
met eenigo feestelijkheid in gebruik stel
len, Soerabaja krjjgt dan half-om-half te
drinken, d.w.z. een mengsel van bron- en
rivierwater.
Wellicht zal men daar binnenkort ons
drinkwater kannen benjjden wat wjj
Soerabaja intusschen vele jaren hebben
moeten doen.
KEN BELANGRIJKE JUWEELEN-
DIBFSTAL. Een Chineescho juwelier
uit Gang Pinggir kwam zich, zoo De Loc.
bjj do politie beklagen over hot feit, dat
b\j hem ingebroken was en voor oen waar-
do van 80.000 gulden aan goudwerken en
juweelen was gestoleD.
De politie, danig geschrokken door dit
enorme bedrag, toog onmiddellijk naar
Gang Pinggir om een onderzoek ter plaat
se in te stellen. Zjj kon echter noch aan de
deuren, noch aan de brandkast sporen
van braak zien. waarover zjj den Chi
nees haar bevreemding to kennen gaf.
Deze deed daarop een lang verhaal van
oen slotenmaker, dien hjj een tjjd geleden
had laten roopon, ora een defect aan het
slot van zjjn brandkast to herstellen. De
Chinees heeft hem toen met geheim van
het letterslot moeten openbaren en nu
vermoet hij, dat do slotenmaker meer van
dezen diefstal afweet. De politie speurt
thans ijverig naar de(n) juwoelenliefheb-
ber(s), maar heeft nog geen kotrangan
gekregen I
DE TURKEN REKENEN OP DEN STEUN DER RUSSEN.
DE BROEDEROORLOG IN IERLAND.
DE MOORDAANSLAC OP SCHEIOEMANN.
Uit Lausanne
komen belangrijke berichten, die i
duidelijk op wijzen, dat het gevaar voor
verwikkelingen lusschen de Turken en
do geallieerden nog Hang niet voor
bij is.
Integendeel,
De zitting was van de Eerste Com
missie (betreffende de territoriale en mi
litaire aangelegenheden)
Zoowel de Russen als de Turken wa
ren aanwezig.
Na de opening van de Conferentie
vroeg Lord Curzon de Turken en de
andere betrokken delegaties hun mee
ning over de kwestie der zee-engten.
Hij voegde er aan toe, dat de gealli
eerden niet zouden antwoorden voordat
de voorstellen waren onderzocht.
Ismet Pasja gaf een korte uiteenzet
ting van het Turksche standpunt, in
den loop waarvan hij verklaarde, dat
Konstantinopel, de hoofdstad van het
Turksche rijk en de zetel van het Ka'i-
faat, met de Zee van Marmora tegen
aanvallen beschermd moet worden. Hij
gaf den wensch te kennen, dat de zee-
engtep open zullen blijven voor het in
ternationale handelsverkeer.
Lord Curzon wees er op, dat de Tur
ken hier geen practische oplossing aan
de hand doen en voegde er aan toe, dat,
toen de uitnoodigingen voor de Confe
rentie waren verzonden, een algemecne
richtsnoer was aangewezen.
Curzon sprak de hoop uit, dat Ismet
Pasja eenige practische voorstellen zou
doen, waarbij de souvereiniteit van Tur-
iijs zich niet behoefde te verzetten te
gen een internationaal beheer van de
Ook de andere delegaties zetten hun
standpunt uiteen. Op een vraag van
Lord Curzon, of Ismet Pasja het Rus
sische standpunt aanneemt als te zijn
het Turksche, volgden eenige oogen-
blikken van indrukwekkende stilte.
Daarop verklaarde Ismet Pasja, dat
ook den anderen mogendheden zou
worden verzocht voorstellen 'te doen.
Hij gaf toe, dat Rusland het meest aaa
de Tarksche voorstellen tegemoet komt.
Ei dreigt dus
een conflict tusschen Turkije
en de geallieerden.
De Turken rekenen daarbij op den
steun der Russen. Engeland zal nooit
toelaten, dat de zeestraten bij Turkije
in militair bezit der Turken komen,
zoodat».
Een nieuw protest
der Russen.
De Russen hebben een nieuwe nota
aan de conferentie gezonden in ver
band met hun gedeeltelijke uitsluiting
van de besprekingen.
Over
andera vraagstukken
seint de medewerker G. Nijpels in het
Alg. Handelsblad
Het tegenvoorstel der Turken tegen
het Fransche voorstel, dat behelsde
gedurende twee jaar een ad valorem-
tarief van vijftien, eventueel vah twin
tig procent, luidt twee jaar handhaving
van het tarief, zooals thans door An.
gora in Klein-Azië toegepast en hand
having van de daar thans uitgevaardig
de invoerverboden van alcoholica en
luxe-artikelen. Het tarief thans door An
gora toegepast, is hetzelfde, dat kort
vóór den oorlog door den inspecteur
der Turksche financiën, Crawford, werd
voorgesteld, maar door do xnogendhe.
den werd verworpen en na het uitbre
ken van den wereldoorlog ingevoerd en
tot de occupatie door de Engelschen
toegepast, een tarief, dat Angora we-
geus de depreciatie van het Turksrh
geld vijfvoudig verhoogde en voor fabri
katen vijftienmaal, terwijl het voor en
kele levensbehoeften en artikelen uit
Syrë werd verlaagd, soms één procent.
De algemeene overtuiging rondom de
conferentie is, dat de kans dat deze tot
goed einde komen zal steeds klei
ner wordt.
Tsjiitsjerin en Ismet confereerden
acht uren te Lutry over do houding in
do eerste zitting der Dardanellen aan ie
nemen. Verwacht wordt, dat Tsjitsje-
rin in een uitvoerig betoog alle tot he
den behandelde quaesties in verband
de zee-engten brengen zal en den
aisch van Turksche controle op de zee
engten stellen zal. De weinige optimis
ten gelooven, dat de geallieerden zullen
toegeven ten aanzien van de capitula
ties en de Turken en Russen in de Dar
danellen.
Het vraagstuk dar Duitsclie
schadeloosstolling
vordert nog weinig naar een oplossing.
Het gerucht volgens hetwelk het Brit-
sche kabinet voornemens zou zijn voor
te stellen om aau Duitschland een kon
voorloopig moratorium tot een maxi
mum van twee maanden toe te staan,
schijnt zoo. seint Havas uit Parijs
een onjuiste uitlegging te zijn van de
plannen van Bonar Law en het gevolg
van verwarring ten aanzien der bespre-
kngen tusschen de kabinetten van Lon
den en Parijs met het doel de bijeen
komst der geallieerde premiers op g De
cember vast te stellen. In den loop dezer
besprekingen heeft Bonar Law geen be
paald voorstel gedaan, maar tegenover
Poiucaré geconstateerd, dat voor het
geval men eerst na den isden Decem
ber te Parijs kon bijeenkomen, het hem
moeilijk voorkwam den toestand van
Duitschland voor 31 December te rege
len en dat het noodig zou kunnen zijn
wellicht het toestaan van een mora.o-
rium van een of twee maanden ondet
de oogen te zien.
Poincaré toonde zich beslist gekant
tegen het denkbeeld van een morato
rium en besloot, daar Bonar Law niet
naar Parijs kon komen, naar Londen t®
gaan ten einde iedere vertraging te ver
mijden, welke een regeling van den toe
stand voor T Januari 1923 zou kunnen
beletten.
Het denkbeeld der Britsche regeering
had dus geen reden van bestaan meet.
Het had geenszins de beteekenis van
een principieel voorstel, het wezen der
zaak rakend, daar de toestand eerst na
een bespreking tusschen de geallieer
den moet worden geregeld. Bonar Law
heeft trouwens een verklaring van de
zen aard afgelegd bij zijn jongste rede
in het Lagerhuis, welke een gunstigen
indruk in Frankrijk heeft gemaakt om-
dat er de wensch der Britsche regee
ring uit blijkt van Duitschland de be
talingen te eischen, die het in staat is
to doen.
De Iersche quaestios.
De Iersche Vrijstaat zal heden offi
cieel worden ingewijd en volgens het
Engelsche Zondagsblad „Observer"
zal tegen dien tijd de koninklijke goed
keuring zijn gegeven aan de noodza
kelijke wetsontwerpen, die door het
Britsche parlement zijn aangenomen,
ln een buitengewone zitting zal de
voorloopige regeering haar verant
woordelijkheden officieel overdragen
aan het parlement van den lerscüen
Vrijstaat- De tegenwoordige Dail, het
voorloopige parlement, zal vooreerst
het Lagerhuis zijn. De Senaat moet
nog worden samengesteld. Deze zal
uit zestig leden bestaan, van wie de
helft gekozen door het Lagerhuis.
Wanneer een gouverneur-generaal is
benoemd, zal het parlement van den
Vrijstaat volledig zijn.
liet genoemde blad verneemt, dat
de benoeming van den heer Timothy
M. Healy tot eersten gouverneur-gene
raal zal worden bekend gemaakt, zoo
dra de koninklijke goedkeuring van
het wetsontwerp betreifende de con
stitutie is geteekend. Het bericht is
met officieel bevest'gd, maar de waar
schijnlijkheid van Healy's benoeming
wordt door de bladen druk bespro
ken. Sedert 1918 heeft hij zich uit de
actieve politiek teruggetrokken. Van
af zijn intrede in het Britsche parle
ment als lersch nationalist in 1880
was hij een der hardnekkigste strij
ders voor Home Rule. Hij is gebo
ren in 1855, werd in 1884 lersch ad
vocaat en 'vele jaren later als En-
gelsch advocaat toegelaten. Bij vriend
en vijand stond hij bekend om zijn
scherpe opmerkingen, die steeds zeer
gewaardeerd werden door ieder tegen
wien zo niet waren gericht. In zijn
jeugd was Healy spoorwegklerk ge
weest, welke betrekking hij al vrij
gauw in den steek liet. Door zijn le
vendige journalistieke artikelen trok
hij de aandacht van Parnell en Dillon
en in 1880 noodigden zijn politieke
chefs hem uit om deel te nemen aan
een campagne in Amerika. Van dien
tijd af tot aan den val der Nationa
listische Partij was hij een der meest
bekende strijders voor Home Rule.
Eeu tweede naam die in verband
met de benoeming van een gouver
neur-generaal genoemd wordt, i8 die
van Lord Shaughnessy, het hoofd van
do Canadian Pacific Railway, Lord
Shaughnessy is wel niet in Ierland ge
boren, doch zijn ouders komen uit het
dorp Drumcollogher, in het graafschap
Limerick. Een paar jaar geleden
heeft hij daar nog een vrij langen tijd
bij zijn bloedverwanten doorgebracht
on hij heeft altijd veel belang gesteld
ia Iersche aangelegenheden.
Een correspondent van de „Daily
Mail" te Dublin heeft inzage gehad
van merkwaardige „documents hu-
uiaines", de laatste brieven van don
terechtgestelden Erskine Childers aan
zijn vrouw. Oorspronkelijk w as de exe
cutie bepaald op 21 November. Den
avond te voren schreef hij
„Zal deze natie spoedig begrijpen
en waardeeren wat onze makkers in
deze zaak drijft? Ik voel dat ze dat
zullen. Kon ik maar sterven in de we
tenschap, dat mijn dood op de een of
andere manier hoe weet ik niet
het leven van anderen zou redden
en een einde maken aan aan deze po
litiek van terechtstellingen. Gemoeds
rust, ja die heb ik ten slotte.
„Ik hoop, dat mijn goede naam in
Engeland eenmaal gezuiverd zal wor
den. Ik heb me aangetrokken wat
Churchill gezegd heeft over mijn
„haat en kwaadaardigheid" jegens En
geland. Wij weten maar al te goed
dat het niet waar was. Wat van het
geen ik geschreven of gesproken heb
motiveert deze beschuldiging I lk
sterf met liefde voor Engeland, harts
tochtelijk biddend, dat het ten aan
zien van Ierland geheel en voor goed
veranderen".
Een paar uur later sokreef hij
„Mijn terechtstelling is uitgesteld
dat is alles wat ik weet. Het is mis
schien maar voor een dog en dan had
ik veel liever dat het nu ineens maar
gebeurde."
Op den avond voor zijn terechtstel
ling schreei hij, hoe zijn bewakers, die
afgelost werden, tot hem gezegd had
den en hij tot heu„Vaarwel
en God zegene u". „Zij wilden sou
venirs van me hebben, maar ik had
zoo weinig, alleen 'n paar boeken met
mijn naam. En zoo gaven wij, broe
ders. elkaar de hand, midden in een
afscnuwelijken broederoorlog'
Do allerlaatste brief, Vrijdagoch
tend vroeg geschreven, toen hij om 7
den dood verwachtte, zegt
„Mijn geliefd land. God zende u
moed. overwinning en rust en voor al
5 broeders harmonie en liefde. Het
u 6 uur. Het zou u genoegen doen.
zien hoe onverstoorbaar normaal
en rustig ik dezen nacht geweest ben.
Het schijnt alles zoo volkomen een
voudig eu onvermijdelijk, als het zich
ter ruste begeven na een langen dag
werk.''
Nader wordt gemeld over
den gouverneur-generaal
van den Vrijstaat.
De „Times" verzekerd, dat zij uit be
trouwbare bron verneemt, dat Timothy
Healy de functie van gouverneur-gene
raal van den Ierschen Vrijstaat heeft
aanvaard.
De „Daily News" meldt, dat deze
benoeming zeer zal worden toegejuicht
door de aanhangers van den Vrijstaat
in Ierland, waar Healy algemeen bekend
is en zeer wordf geacht.
Het is waarschijnlijk, dat het parle
ment in zijn bijeenkomst van Dinsdag
onmiddellijk den president zal kiezen,
die op zijn beurt dc ministers zal be
noemen.
Niemand twijfelt er aan, dat Cos-
grave, die, volgens de „Times" sinds
den dood van Arthur Griffith een goe
den indruk heeft gemaakt, zal worden
herkozen en naar alle waaarschijnlijk-
hetd zullen alle andere ministers hun
portefeuilles behouden.
Verspreid nieuws.
PROCES TEGEN DE AANRANDERS
VAN SCHEIOEMANN.
Te Leipzig begon Maandag voor het
Rijksgerechtshof het proces tegen de
personen, die beschuldigd worden, aan
den aanval op den öpperburgemees'er
van Cassel, Scheidemann, te hebben
deelgenomen, n.l. den koopman Ilustc-t
en den landbouwer Oehlschlager.
In plaats van president Hagen, die
ziek was geworden, werd het voorzitter
schap waargenomen door den senaats
president Schmidt.
Er was veel belangstelling:
Beklaagde Huster is degene geweest,
die op Pinkster-Zondag, den vierden
Juni jJ., den aanslag heeft gepleegd,
toen Scheidemann met zijn dochter na
bij Kassei een wandeling maakte.
Oehlschlaeger zou de met blauwzuu»
verzadigde vloeistof hebben verstrekt,
welke door Huster met behulp van een
gummispuit naar Scheidemann zou zijn
gespoten. Onmiddellijk na den aanslag
wisten beiden zich uit de voeten te ma
ken en te verdwijnen.
Onder de aangenomen namen Hallei
en Wurm vonden ce beklaagden na den
aanslag werk in de Kon. Hohenlohscne
houtvesterijen te Klein Alt-Hammer,
met ver van Kosel. Later werden zij
evenwel ontdekt cn gearresteerd.
De beklaagden bekenden bij het ver
hoor, dat zij besloten hadden Scheide
mann om politieke redenen te vermoor
den.
President Waarom moest Soheide-
mann worden vermoord?
Beklaagde HusterIk zie ia hern
iemand, die voor 1918 de revolutie heeft
voorbereid, die.de maiinedivisies heeft
opgestookt en zichzelf later in veilig
heid heeft gebracht.
PresidentWie heeft u dc opdracbi
tot den aanslag gegeven en zijt gij zoo
oniaard, dat gij deze daad maar zondei
er verder bij na te denken hebt vol
voerd
Beklaagde Ik heb de daad niet ver
der bij mezelf overlegd. Ik zag alleen
do politieke beteekenis daarvan.
PresidentWaar vandaan hebt gij de
geldelijke middelen bekomen, die ten
uwent zijn gevonden?
Beklaagdelk heb mijn ge'd opge
spaard en bezat op dat cogenblik, te
zamen met mijn maandsalaris 5500
maik, 1
Onze LaGfohoefc
A.Zog eens, jij vertelde me dat j«
in een twistgesprek met je vrouw al
tijd het laatste woord hadI
B.: Nu....?
A.Maar zooeven heb je het toch
moeten afleggen!
B. Maar ik had «och het laats e
woord! Heb je mij niet hooren zeggen
Uitstekend
Bluffer (zijn jachtavonturen ver
tellend) Wij hadden nog niet lang go
jaagd of er lag al een tijger aan an a
voeten!
Cynische vriend; En waar wat
die aan gestorven?
President: Hebt gjj niet zes-enzestig
gespeeld met de afspraak, dat d.ejjooe
an u beide, die zou verliezen, dc daad
iu moeten uitvoeren!
Beklaagde: Dat was slechts scherts.
President: Is dan een moord
scherts! Iets dergelijks heb ik in mijn
geheele loopbaan nog niet medegemaakt.
Uit een politiek oogpunt kan ik u begrij
pen doch alB mensch kan ik mij n niet in
denken.
Beklaagde: Oehlschlaeger heeft m\j de
vloeistof gegeven en men zeide, dat de
doodeljjko werking daarvan slechts zes
dagen bleef bestaan. Ik weet niet waar
de vloeistof vandaan kwam, terwijl ook
de herkomst der gummispuit mjj niet be
kend was.
President: De spuit zou uit Mn ache*
afkomstig zfjn.
Beklaagde: Dat weet ik niet.
Dr. Ebermayer (Openbaar Ministerie)!
Zij was afkomstig uit een gnmmifabriek
1 niet nit een apotheek.
Beklaagde: Oehlschlaeger heeft naar
Kassei 20.000 Mark medegebracht.
Ik had tot Oehlschlaeger gezegd: Geef
mij de spnit en het geld, dan zal ik het
doen.
President: Welke dag was voor deo
aanslag bepaald.
Beklaagde: De eerste Juni. Wjj wis-,
selden onze woningen met elkander. Den
eersten Pinksterzondag besloten wjj ech
ter, ons van de guxntn ispnit to ontdoen.
Wq begaven ons op weg en ontmoetten
toen Scheidemann met zjjn dochter.
President: Hadt gjj daarop niet gere
kend!
Beklaagde: Neen. Wjj zagen hem unai
de tram gaan, die naar do Wilhelmshönc
rijdt- Ook wjj Stapten toen in en ik ging
den achtersten wagen om Scheidemann
kunnen gadeslaan. Toen wjj aan het
eindpunt waren gekomen lieten wij hem
voorbij gaan en volgden hem toen gedu
rende een uur.
President: Het is vreeselqk, dat gij
daar een nar hebt rondgeloopcn, steedt
denkendo aan het uitvoeren van den
.oord.
Beklaagde: Ik nam Oehlschlaeger de
spuit nit den rugzak. \Vq waren tueu op
een afstand van 20 pas van Scheidemann.
Oehlschlaeger zeide tot mij: Vooruit, doe
het nu. Ik deed het en bjjca op hetzelfde
oogenblik was het reeds gebeurd. Daarop
liep ik enel weg. Dat Scheidemann noa
twee schoten op mij xoa hebben getost.
neb is niet bemerkt.
President: Gij zondt driemaal hebber
gespoten.
Beklaagde: Dat is niet waar.
President: Wiet gij, dat het vocht doo
deljjk Kon zqn!
Beklaagde: Ja, ten minste, wanneer het
den mond terecht kwam. Over do wer-
aing van de vloeistof kwam ik echter
te weten, toen ik den volgenden dag
te Kassol terugkeerde.
Beklaagd Oehlsehlueger zeide, dat hji
de spuit van een Hongaar, die ik in 1920
Boedapest leerde kennen, gekregen bad.
Toen de beklaagde zei, dat Scheid©-
ann in den oorlog de positie der Duit-
sche troepen heeft ondermijnd, tlat hjj
als socialistische staatssecretaris den kei-
heeft verraden en als opperburge
meester van Kassei zich zelfs meubelen
van den keizer heeft toegeëigend, viol do
voorzitter hem in de rede met de woor
den:
Wjj bespreken hier niet de politiek
doch hebben alleen recht te spreken. Dat
dienen wy in onze verklaringen voor
oogen t© honden. Het is mjj onbegrijpe
lijk, hoe ontwikkelde meiuchen zoo kun-
spreken. Wie geeft u het recht, als
wreker ©p te treden!
Beklaagde. God.
President, zichtbaar opgewonden: God
:egt: Gjj zult niet dooden. Dio mensc.hen-
bloed vergiet, diens bloed znl zelf worileu
vergoten. Dit moet iedere staat, hoe b(j ook
in samenstelling mogo wezen, opvolgen,
God heeft met deze zaak niets uitstaande
of wilt gjj gelooven, dat God opdracht
heeft gegeven, Scheidemann nit den weg
te raimen!
Beklaagde: Dat wa» geen goddelijke
opdracht.
President: Ik geloof, dat Scheidemann
op voorbeeldelooze wjjze zjjn schuld aaa
het Duitsche volk heeft vervold
Hierna werd onder grooto belangstel
ling Scheidemann als getuige gehoord. Na
te zyn becedigd, verklaarde hij o.n.:
Ik vertoefde te Berljjn in ecu sana
torium en ontving daar cn later ook to
Kassei verscheidene dreigbrieven, waar
aan ik evenwel niet te veel aandacht
schonk. Ik begon er echter wat meer op
te letten, toen ik van mijn dochter ver
nam, dat vreemde lieden ons huis bo-
Feuilleton
(Geautoriseerde vertaline uit liet
Engelecb.)
(Nadruk verboden.)
41)
En nu keerde Betty zich om en keek
met tranen in haar oogen naar die
versleten jas. Ze legde haar wang op
het oude ding en bleef zoo een heelen
tiid liggen, met den brief tegen zich
aan. Toen kwam ze weer overeind,
nam de snippers papier en probeerde
ze aan elkaar te passen, maar ze wa
ren heclcinaol door elkaar geraakt
toch kon ze hier en daar nog stuk
ken van zinnen lezen.
- .mijn gebroken hart getwij
feld aan je mooie, eerlijk© oogen
mijn geluk is dood. de wereld is een
woestenij o, dien nacht met jou
die zonsopgang als ik in den
oorlog moet sterven, sterf ik gerust
-vaarwel aan jou en de liefde...
nooit vergelen
Deze dingen las ze, en riog veel
meer. Ze streek leder stukje gekreu
keld papier glad en las elk geschre
den woord en legde het op zij.
En nu ze toch al zoover gesnuffeld
had, maakte ze het andere papier,
dat alleen maar toegevouwen was,
open en zag het volgende
„Ik, John d'Arcy uit Weslerhain,
Kent, laat hij mijn dood na.
Aan Zebedee Tring, mijn bediende,
vroeger bij liet Derde Regiment, de
som van vijftigduizend gulden en ten
huisje d.at hij zelf mag uitzoeken,
aan jufrouw Agathu Ridley de som
van Tienduizend gulden, maar als zij
trouwt met Zebedee Tring dan laat
ik bun een huwelijksgift na van veer
tig duizend gulden dus honderd
duizend gulden in hot geheel.
En wat ik verder bij mijn overlij
den bezit, hetzij geld of goederen,
laat ik onvoorwaardelijk na aan La
dy Elizabeth Carlyon.
John d'Arcy.
Toen ze het papier weer bad opge
vouwen en weggelegd, bleef Betty ©en
poosje heel stil liggen en staarde
naar buiten. Toon blies ze de kaarsen
uit en begon in het donker heftig te
snikken en te huilen, met haar hoofd
op een mouw van de oude jas, en
zoo viel zo tenslotte in slaap.
HOOFDSTUK XI.VÏI.
Een vrouwelijke krijgs-
raad.
De sergeant stond altijd vroeg op,
maar dien ochtend was hij al bulten,
toen de zon opging. Het was een
prachtige ochtend, die wel alle som
berheid verdrijven moest en de hoop
weer doen opleven. De sergeant bleei
eons staan om de heerlijke lucht op
te snuiven en naar den hemel te kij
ken en de tuin om hem heen waarin
alle dauwdruppels glinsterden als
diamanten. Zebedee vond het dien
morgen heerlijk om to leven en dacht
dat er zelfs voor een sergeant van
drie en veertig* jaar nog wel wat
goeds in de toekomst zou zijn. En
terwijl hij daar zoo etond, kwam er
een andere trek op zijn gewoonlijk
zoo ernstige gezicht en voor het eerst
in zijn drukke leven, begon hij te
droomen en vergat het werk, waar
voor hij zoo vroeg bulten gekomen
was; ten slotte vermande hij zich, en
liep over het gras en langs de keuri-
go paadjes naar het schuurtje waar
hij zijn gereedschap bewaarde. Hij
floot zachtjes, terwijl hij er heen
liep. En even later liep hij gewapend
met spijkerkist, hamer, zaag, en zoo
voorts, naar zijn werk een rustiek©
pergola, die hij aan het maken was,
het was in elk opzicht een zeer kun
stig ding, en hij moest er herhaalde
lijk met opgetrokken wenkbrauwen
naar kijken en sonts plotseling een
paar pas achteruit gaan en het
hoofd scheef honden om de lijn en
dc proporties goed te kunnen beoor-
d eel en.
Nog steeds fluitend bad de 6ergeant
er net, zijn eenvferi spijker ingesla
gen en was even achteruit geloopen
om het effect te beoordeelen, toen hij
zich plotseling oindraaado en den
kamer lied, vallen.
„Sergeant o sergeant Zebedee!"
Hij raapte den hamer 011 en rende
naar den boomgaard toe. bij den
muur stond hij stik groette en staar
de verbaasd in liet bezorgde gezicht
van freule Betty.
„U ie erg vroeg op, freule!"
„O, ik ben hier al een heelen tijd,
ik heb op je gewacht. Vertel me tens
is is de majoor thuis?"
„Do majoor, freule? Ja. dio slaapt
nog!"
„Weet je dat zeker heel zeker
sergeant?"
„Ja, freule. Ik ben pas nog op zijn
kamer geweest om, zooals ik altijd
doe, de gordijnen open te trekken en
hij sliep gelukkig zoo rustig als een
kind. Maar waarom
„Omdat hij van plan ie om om
weg te gaan".
„Waarheen, freule?"
„Weer in den oorlog".
De sergeant bromde een krachtterm
maakte oogonblikkelijk zijn excuus
cn salueerde.
„Weet u het zeker, freule?"
„Ja, heel zeker, sergeant'
„Maar zonder mij zou hij toch niet
gaan, freule, dat kan onmogelijk
het zou onnatuurlijk zijn, ziet u
„Maar hij doet het toch, hij heeft
het me geschreven, sergeant, hij
wil wegrijden te middernacht, al
leen misschien vannacht of mor
gennacht we moeten hem tegen
houden.
De sergeant ke©k ernstig naar een
lijstor die in bet gras vlak bij hem
rond sprong.
„Hoor je me, sergeant?"
„Ja, freule, ik hoor het, ik hoor
hetl"
lrNu zeg dan toch eens wat...."
„Freule ik kan er geen woorden
voor vinden geen enkele!"
„Maar wat kun je doen?"
„Nu, in de eerste plaats m'11 kop
pel schoonmaken en dan
„Wat bedoel je?"
„Ik bedoel dat, als hij gaat, ik
ook
„O dwaasheid, sergeant, dwaas
heid
„Zeker, freule, dai ben ik met u
eens, maar plich is plich en als dc
majoor beveelt gehoorzaam ik, dat
ie in'n
„Maar hij beveelt niet hij is van
plan om zonder ]o te gaan".
„Maar dat kan niet, freule, en
daarom als hij gaat, ga ik ook".
,En wal moet er dan van die arme
juffrouw Agatha worden?"
De sergeant trok even met zijn
mond en keerde zich weer om. om
naar dc lijster te kijken.
„Plich is plich. freule".
„Heb je zin om weer te gaan vech
ten?"
Neen freule, ik daoht dat mijji so)
datentijd voorbij was, maai- als hij
gaat ga
.,En wil ie hem dan niet tegen hou
den wil je niets doen
Den majoor tegenhouden? Freule,
als dio eenmaal tot iets besloten is.
kan oen heel regiment cavalerie hem
niet tegen houden neen zelfs l et
derde regiment niet aardbevin
gen, branden, overetroomingen kun
nen hem niet
„Neen, maar lk wel, sergeant, en
ik zal het doen ook!" zei Betty met
een vastberaden knikje. „Lieve help!"
riep zc verontwaardigd uit, „wat zijn
mannen toch lastige, eigenwijze kin
deren en zoo hulpeloos!"
„Kinderen, freule?"
„Ja jullie allebei! Hij zoo eigen
wijs cn jij zoo hulpeloos. Ga als 't ja
blieft juffrouw Agntha ©ene voor me
halen*
De sergeant schrok. „Maar freule
ik stotterde hij blozend, „het ia
zoo vroeg en ze slaapt en ik ze
slaapt, ziet u, het zou niet ik
„Sergeant", zuchtte Betty, „breng
me dan ln vredesnaam de ladder
maar. Dan zal ik haar 7.elf gaan roe
pen".
De ladder werd gebracht, de ter-