Buitenlandsch Overzicht BETTY HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG S DECEMBER 1922 TWEEDE BLAD Rubriek voor Vrouwen. GEBAK. D ecembcr-geöak. Engol- scho en Hollandache gewoon ten. De maand December ia echt eau tiid van eigen bakselstegen. Sinter- klaaa begint het al met borstplaat en banketletter en dan wordt het verder ln de maand voortgezet met Kerstge bak. Want hierin ia ook eon heöle verscheidenheid, als wii maar aller eerst eens denken aan den plumpud ding en de Kerstkrans. Toch heeft dat eerste hier nooit zoo bursrerrecht ver kregen als in Engelandhoewel het recent lang niet onbekend is geblc ven, Maar naar veler smaak is dit ge bale te zwaar en te maeeief en men prefereert de kerstkrans. Dat ligt na tuurliik grootendieels aan wat men altijd gewend is geweestin Engeland is ons banket weer niet gewend, en al wordt het dan ook heel lekker cevon den, bureoriecht schijnt het er ook niet te kunnen krijgen, net zoo min als de plumpudding hier algemeen is. Dat aal ook wel door de traditie van tientallen van jaren komen. Vroeger gaven wij al eens eanige verschillende recepten van pLumpud ding en wii willen ons nu liever eens bii de kerstkrans houden, die er met de versiering van Fransche geconfii- te vruchtjes bovenop altijd zoo fees telijk uitziet. Het 'bereiden vereischt nog al veel zorg en tijd, wat ieder, die wel eene feuilleté-diecg gemaakt heeft, wel weten zal. De ingrediënten zijn 1 ons bloem. 1 ons boter. 1 ons suiker. 1 ons amandelen. 1 klein ei- wat zout. 1 ons poedersuiker. een scheutje kokend water. De twee laatste dienen voor het gla zuur. Van 2/3 van de bloem. 1/3 van de boier. v/at water en zout wordt het deeg gemaaktbloem en boter gaan ln een kom. en de laatste wordt met een mes in kleine stukjes verdeeld. Dan komt .er zooveel water bij. totdal het deeg aan elkaar blijft hangen natuurliik mag het niet slap zijn. maar nogal wat water maakt het gebak later luchtiger en mooier. De deegrol en de tafel worden nu met meel bestrooid van het overige derdie deel, de klomp dieeg hiei door gewen teld en deze met eenbestoven rol uit gerold tot eeu platte lap. Het deeg mag nooit ergens aan vastplakken, dus het ie wel geraden de rol en de ta fel steeds goed bestrooid te houden. Het rollen moet zoo luchtig mogelijk geschiedenop de platte lap worden hier en daar kleine klontjes boter gelegd, en zoo doorgegaan totdat alle boter verwerkt en het deeg mooi luchtig is Voor het vulsel worden de amande len gepeld, gedroogd en gemalen: de suiker en hel ei hieraan toegevoegd met enkele druppels citroen en wat watér totdat alles goed samenhangt. Van het deeg wordt nu een platte lap gemaakt van ongeveer 17 c.M. breedte die overal even dik moet zijn en deze gevuld met de amandel pers, daarna dichtgevouwen en de randen met water tegen elkaar ge plakt. Dat wordt nu om een kleinen springvorm of een borstplaatring heengelegd, de uiteinden van het deeg in elkaar geschoven en dit ook vastgeplakt. Na de bovenkant met eigeel bestreken te hebben, wordt de krans op het met bloem bestrooide bakblik in den oven gezet, die heet moet zijn, en waarin zij na 15 a 20 minuten klaar is. Is de kran6 koud, dan wordt het glazuur eromheen gestreken en hier op als het nog nat is, de geconfijte Fransche vruchtjes met wat snippers en angeJique. De moeilijkheid van dit gebak ligt natuurlijk in het deeg: wanneer dit niet luchtig genoeg is of te kort i3 uitgerold, dan doet het meer aan brood denken, en dat is natuurlijk al lerminst de bedoeling. Maar naast dit Hollandache kerst gebak willen wij toch nog een En- gelsdi noemen dat ook altijd zeer in den smaak valt en dat lang niet zoo zwaai- is als de plumpudding. Dit zijn de zoogenaamde Minee-Pies, een naam dien wij onvertaald zullen la-, ten omdat het een gebak is dat in Holland niet algemeen bekend is. Men heeft er kleine zandtaartvorm pjes voor noodig die met boter be smeerd zijn. Het deeg wordt gemaakt van 11/2 ons bloem en 3/4 ons boter op de bekende wijze, dat wil zeggen gemengd eri gerold, en dit ©enige ma- len herhaald. Daarna worden de vormpjes gevoerd met het deeg, dal zoowat een halve centimeter dik moet zijn en dan is het vulsel aan de beurt. Dit bestaat uii: 60 gram krenten. 60 gr. rozijnen. 50 gr. sucade. 10 gr. snipper*. 1 zure appel. 60 gr. kalfsniervet (öf boter). 50 gr. suikeir. 1 theelepel gemengde kruiden. Het sap van een citroen. Geraapte schil van ©en halve citroen Het kalfsniervet is speciaal En gelsen, maar voor wie er niet van houden, kan boter even goed. Al de ze ingrediënten worden door elkaar gehakt en gemengd, waarna het ge voerde vormpje ermee wordt gevuld. Dit wordt daarna met een dekseltje van het deeg afgedekt en de gebakjes in den oven lichtbruin gebakken. Het vulsel doet wel wat aan een plumpudding-gerecht denken, maar deze gebakjes smaken heerlijk en zijn uitstekend voor bij de thee. Een snoeperijtje die eigenlijk niets met het vorige uitstaande heeft, maar ook veel in Kersttijd wordt go- maakt, is de toffee, die gemaakt wordt van ons suiker, 60 gr. bo ter en een hal ven deciliter water. Wa ter en suiker moeten koken totdat ze lichtbruin zijn: daarna wordt de boter &r door eeroerd en alles samen nog ©ven gekookt. Daarna wordt de massa vlug op een beboterd bakblik uitgegoten en in gelijke stukjes ge sneden. Al het gebak, dat tegen Kerstmis gemaakt wordt, kan zoo fleurig met groen en rood versierd worden, en al levert de tuin misschien geen hulst met roode bessen op. kleine klimop blaadjes kunnen net zoo goed dienst doen. Ook een heele tafel met groen alleen versierd, kan nog heel aardig staan, wanneer de takken in wat slanken, vluggen vorm gekozen wor den. Heel wat menechen voelen er ook behoefte aan om anderen eens zoo'n eigen gebak cadeau te doen: wilt ge er een herstellende me© ge lukkig maken, versier het geschenk dan zoo aardig en smakelijk moge lijk, en maak het niet zoo groot, dat de patient er als een berg tegen op ziet! Natuurlijk moet het er voor de gezonden niet minder keurig uitzien en in de meeste gevallen is zoo Iets zieer welkom. Maar het is niet gera den om het eigen gebak in eigen ver pakking ver weg te sturen: tien tegen een dat het gekneusd en stokoud aan komt, want er zijn altijd zooveel pak jes te bezorgen. Het Is dan veel be ter om er wat meer geld voor uit te geven en de bestelling aan den ban ketbakker op te dragen: die doet het gebak versch in een goed sluitend blik en liet komt even mooi op "de plaats der bestemming aan als dat het verzonden is. E. E. PEEREBOOM. Koloniën DE WATERVOORZIENING VAN SOERABAJA. Zooala men weet, achrjjft de N. Soer. Crt., is de capaciteit van de bron waterleiding te Soerabaja te gering voor het verbruik aldaar. Tn 1920 is besloten in het tekort te voorzien door het filteren met jewel-fil ters en vervolgens ozoniseeren van rivier water. Thans, oerst na ruim 2 jaar, is die ozo- uisatie-inriehting gereed en men zau zo met eenigo feestelijkheid in gebruik stel len, Soerabaja krjjgt dan half-om-half te drinken, d.w.z. een mengsel van bron- en rivierwater. Wellicht zal men daar binnenkort ons drinkwater kannen benjjden wat wjj Soerabaja intusschen vele jaren hebben moeten doen. KEN BELANGRIJKE JUWEELEN- DIBFSTAL. Een Chineescho juwelier uit Gang Pinggir kwam zich, zoo De Loc. bjj do politie beklagen over hot feit, dat b\j hem ingebroken was en voor oen waar- do van 80.000 gulden aan goudwerken en juweelen was gestoleD. De politie, danig geschrokken door dit enorme bedrag, toog onmiddellijk naar Gang Pinggir om een onderzoek ter plaat se in te stellen. Zjj kon echter noch aan de deuren, noch aan de brandkast sporen van braak zien. waarover zjj den Chi nees haar bevreemding to kennen gaf. Deze deed daarop een lang verhaal van oen slotenmaker, dien hjj een tjjd geleden had laten roopon, ora een defect aan het slot van zjjn brandkast to herstellen. De Chinees heeft hem toen met geheim van het letterslot moeten openbaren en nu vermoet hij, dat do slotenmaker meer van dezen diefstal afweet. De politie speurt thans ijverig naar de(n) juwoelenliefheb- ber(s), maar heeft nog geen kotrangan gekregen I DE TURKEN REKENEN OP DEN STEUN DER RUSSEN. DE BROEDEROORLOG IN IERLAND. DE MOORDAANSLAC OP SCHEIOEMANN. Uit Lausanne komen belangrijke berichten, die i duidelijk op wijzen, dat het gevaar voor verwikkelingen lusschen de Turken en do geallieerden nog Hang niet voor bij is. Integendeel, De zitting was van de Eerste Com missie (betreffende de territoriale en mi litaire aangelegenheden) Zoowel de Russen als de Turken wa ren aanwezig. Na de opening van de Conferentie vroeg Lord Curzon de Turken en de andere betrokken delegaties hun mee ning over de kwestie der zee-engten. Hij voegde er aan toe, dat de gealli eerden niet zouden antwoorden voordat de voorstellen waren onderzocht. Ismet Pasja gaf een korte uiteenzet ting van het Turksche standpunt, in den loop waarvan hij verklaarde, dat Konstantinopel, de hoofdstad van het Turksche rijk en de zetel van het Ka'i- faat, met de Zee van Marmora tegen aanvallen beschermd moet worden. Hij gaf den wensch te kennen, dat de zee- engtep open zullen blijven voor het in ternationale handelsverkeer. Lord Curzon wees er op, dat de Tur ken hier geen practische oplossing aan de hand doen en voegde er aan toe, dat, toen de uitnoodigingen voor de Confe rentie waren verzonden, een algemecne richtsnoer was aangewezen. Curzon sprak de hoop uit, dat Ismet Pasja eenige practische voorstellen zou doen, waarbij de souvereiniteit van Tur- iijs zich niet behoefde te verzetten te gen een internationaal beheer van de Ook de andere delegaties zetten hun standpunt uiteen. Op een vraag van Lord Curzon, of Ismet Pasja het Rus sische standpunt aanneemt als te zijn het Turksche, volgden eenige oogen- blikken van indrukwekkende stilte. Daarop verklaarde Ismet Pasja, dat ook den anderen mogendheden zou worden verzocht voorstellen 'te doen. Hij gaf toe, dat Rusland het meest aaa de Tarksche voorstellen tegemoet komt. Ei dreigt dus een conflict tusschen Turkije en de geallieerden. De Turken rekenen daarbij op den steun der Russen. Engeland zal nooit toelaten, dat de zeestraten bij Turkije in militair bezit der Turken komen, zoodat». Een nieuw protest der Russen. De Russen hebben een nieuwe nota aan de conferentie gezonden in ver band met hun gedeeltelijke uitsluiting van de besprekingen. Over andera vraagstukken seint de medewerker G. Nijpels in het Alg. Handelsblad Het tegenvoorstel der Turken tegen het Fransche voorstel, dat behelsde gedurende twee jaar een ad valorem- tarief van vijftien, eventueel vah twin tig procent, luidt twee jaar handhaving van het tarief, zooals thans door An. gora in Klein-Azië toegepast en hand having van de daar thans uitgevaardig de invoerverboden van alcoholica en luxe-artikelen. Het tarief thans door An gora toegepast, is hetzelfde, dat kort vóór den oorlog door den inspecteur der Turksche financiën, Crawford, werd voorgesteld, maar door do xnogendhe. den werd verworpen en na het uitbre ken van den wereldoorlog ingevoerd en tot de occupatie door de Engelschen toegepast, een tarief, dat Angora we- geus de depreciatie van het Turksrh geld vijfvoudig verhoogde en voor fabri katen vijftienmaal, terwijl het voor en kele levensbehoeften en artikelen uit Syrë werd verlaagd, soms één procent. De algemeene overtuiging rondom de conferentie is, dat de kans dat deze tot goed einde komen zal steeds klei ner wordt. Tsjiitsjerin en Ismet confereerden acht uren te Lutry over do houding in do eerste zitting der Dardanellen aan ie nemen. Verwacht wordt, dat Tsjitsje- rin in een uitvoerig betoog alle tot he den behandelde quaesties in verband de zee-engten brengen zal en den aisch van Turksche controle op de zee engten stellen zal. De weinige optimis ten gelooven, dat de geallieerden zullen toegeven ten aanzien van de capitula ties en de Turken en Russen in de Dar danellen. Het vraagstuk dar Duitsclie schadeloosstolling vordert nog weinig naar een oplossing. Het gerucht volgens hetwelk het Brit- sche kabinet voornemens zou zijn voor te stellen om aau Duitschland een kon voorloopig moratorium tot een maxi mum van twee maanden toe te staan, schijnt zoo. seint Havas uit Parijs een onjuiste uitlegging te zijn van de plannen van Bonar Law en het gevolg van verwarring ten aanzien der bespre- kngen tusschen de kabinetten van Lon den en Parijs met het doel de bijeen komst der geallieerde premiers op g De cember vast te stellen. In den loop dezer besprekingen heeft Bonar Law geen be paald voorstel gedaan, maar tegenover Poiucaré geconstateerd, dat voor het geval men eerst na den isden Decem ber te Parijs kon bijeenkomen, het hem moeilijk voorkwam den toestand van Duitschland voor 31 December te rege len en dat het noodig zou kunnen zijn wellicht het toestaan van een mora.o- rium van een of twee maanden ondet de oogen te zien. Poincaré toonde zich beslist gekant tegen het denkbeeld van een morato rium en besloot, daar Bonar Law niet naar Parijs kon komen, naar Londen t® gaan ten einde iedere vertraging te ver mijden, welke een regeling van den toe stand voor T Januari 1923 zou kunnen beletten. Het denkbeeld der Britsche regeering had dus geen reden van bestaan meet. Het had geenszins de beteekenis van een principieel voorstel, het wezen der zaak rakend, daar de toestand eerst na een bespreking tusschen de geallieer den moet worden geregeld. Bonar Law heeft trouwens een verklaring van de zen aard afgelegd bij zijn jongste rede in het Lagerhuis, welke een gunstigen indruk in Frankrijk heeft gemaakt om- dat er de wensch der Britsche regee ring uit blijkt van Duitschland de be talingen te eischen, die het in staat is to doen. De Iersche quaestios. De Iersche Vrijstaat zal heden offi cieel worden ingewijd en volgens het Engelsche Zondagsblad „Observer" zal tegen dien tijd de koninklijke goed keuring zijn gegeven aan de noodza kelijke wetsontwerpen, die door het Britsche parlement zijn aangenomen, ln een buitengewone zitting zal de voorloopige regeering haar verant woordelijkheden officieel overdragen aan het parlement van den lerscüen Vrijstaat- De tegenwoordige Dail, het voorloopige parlement, zal vooreerst het Lagerhuis zijn. De Senaat moet nog worden samengesteld. Deze zal uit zestig leden bestaan, van wie de helft gekozen door het Lagerhuis. Wanneer een gouverneur-generaal is benoemd, zal het parlement van den Vrijstaat volledig zijn. liet genoemde blad verneemt, dat de benoeming van den heer Timothy M. Healy tot eersten gouverneur-gene raal zal worden bekend gemaakt, zoo dra de koninklijke goedkeuring van het wetsontwerp betreifende de con stitutie is geteekend. Het bericht is met officieel bevest'gd, maar de waar schijnlijkheid van Healy's benoeming wordt door de bladen druk bespro ken. Sedert 1918 heeft hij zich uit de actieve politiek teruggetrokken. Van af zijn intrede in het Britsche parle ment als lersch nationalist in 1880 was hij een der hardnekkigste strij ders voor Home Rule. Hij is gebo ren in 1855, werd in 1884 lersch ad vocaat en 'vele jaren later als En- gelsch advocaat toegelaten. Bij vriend en vijand stond hij bekend om zijn scherpe opmerkingen, die steeds zeer gewaardeerd werden door ieder tegen wien zo niet waren gericht. In zijn jeugd was Healy spoorwegklerk ge weest, welke betrekking hij al vrij gauw in den steek liet. Door zijn le vendige journalistieke artikelen trok hij de aandacht van Parnell en Dillon en in 1880 noodigden zijn politieke chefs hem uit om deel te nemen aan een campagne in Amerika. Van dien tijd af tot aan den val der Nationa listische Partij was hij een der meest bekende strijders voor Home Rule. Eeu tweede naam die in verband met de benoeming van een gouver neur-generaal genoemd wordt, i8 die van Lord Shaughnessy, het hoofd van do Canadian Pacific Railway, Lord Shaughnessy is wel niet in Ierland ge boren, doch zijn ouders komen uit het dorp Drumcollogher, in het graafschap Limerick. Een paar jaar geleden heeft hij daar nog een vrij langen tijd bij zijn bloedverwanten doorgebracht on hij heeft altijd veel belang gesteld ia Iersche aangelegenheden. Een correspondent van de „Daily Mail" te Dublin heeft inzage gehad van merkwaardige „documents hu- uiaines", de laatste brieven van don terechtgestelden Erskine Childers aan zijn vrouw. Oorspronkelijk w as de exe cutie bepaald op 21 November. Den avond te voren schreef hij „Zal deze natie spoedig begrijpen en waardeeren wat onze makkers in deze zaak drijft? Ik voel dat ze dat zullen. Kon ik maar sterven in de we tenschap, dat mijn dood op de een of andere manier hoe weet ik niet het leven van anderen zou redden en een einde maken aan aan deze po litiek van terechtstellingen. Gemoeds rust, ja die heb ik ten slotte. „Ik hoop, dat mijn goede naam in Engeland eenmaal gezuiverd zal wor den. Ik heb me aangetrokken wat Churchill gezegd heeft over mijn „haat en kwaadaardigheid" jegens En geland. Wij weten maar al te goed dat het niet waar was. Wat van het geen ik geschreven of gesproken heb motiveert deze beschuldiging I lk sterf met liefde voor Engeland, harts tochtelijk biddend, dat het ten aan zien van Ierland geheel en voor goed veranderen". Een paar uur later sokreef hij „Mijn terechtstelling is uitgesteld dat is alles wat ik weet. Het is mis schien maar voor een dog en dan had ik veel liever dat het nu ineens maar gebeurde." Op den avond voor zijn terechtstel ling schreei hij, hoe zijn bewakers, die afgelost werden, tot hem gezegd had den en hij tot heu„Vaarwel en God zegene u". „Zij wilden sou venirs van me hebben, maar ik had zoo weinig, alleen 'n paar boeken met mijn naam. En zoo gaven wij, broe ders. elkaar de hand, midden in een afscnuwelijken broederoorlog' Do allerlaatste brief, Vrijdagoch tend vroeg geschreven, toen hij om 7 den dood verwachtte, zegt „Mijn geliefd land. God zende u moed. overwinning en rust en voor al 5 broeders harmonie en liefde. Het u 6 uur. Het zou u genoegen doen. zien hoe onverstoorbaar normaal en rustig ik dezen nacht geweest ben. Het schijnt alles zoo volkomen een voudig eu onvermijdelijk, als het zich ter ruste begeven na een langen dag werk.'' Nader wordt gemeld over den gouverneur-generaal van den Vrijstaat. De „Times" verzekerd, dat zij uit be trouwbare bron verneemt, dat Timothy Healy de functie van gouverneur-gene raal van den Ierschen Vrijstaat heeft aanvaard. De „Daily News" meldt, dat deze benoeming zeer zal worden toegejuicht door de aanhangers van den Vrijstaat in Ierland, waar Healy algemeen bekend is en zeer wordf geacht. Het is waarschijnlijk, dat het parle ment in zijn bijeenkomst van Dinsdag onmiddellijk den president zal kiezen, die op zijn beurt dc ministers zal be noemen. Niemand twijfelt er aan, dat Cos- grave, die, volgens de „Times" sinds den dood van Arthur Griffith een goe den indruk heeft gemaakt, zal worden herkozen en naar alle waaarschijnlijk- hetd zullen alle andere ministers hun portefeuilles behouden. Verspreid nieuws. PROCES TEGEN DE AANRANDERS VAN SCHEIOEMANN. Te Leipzig begon Maandag voor het Rijksgerechtshof het proces tegen de personen, die beschuldigd worden, aan den aanval op den öpperburgemees'er van Cassel, Scheidemann, te hebben deelgenomen, n.l. den koopman Ilustc-t en den landbouwer Oehlschlager. In plaats van president Hagen, die ziek was geworden, werd het voorzitter schap waargenomen door den senaats president Schmidt. Er was veel belangstelling: Beklaagde Huster is degene geweest, die op Pinkster-Zondag, den vierden Juni jJ., den aanslag heeft gepleegd, toen Scheidemann met zijn dochter na bij Kassei een wandeling maakte. Oehlschlaeger zou de met blauwzuu» verzadigde vloeistof hebben verstrekt, welke door Huster met behulp van een gummispuit naar Scheidemann zou zijn gespoten. Onmiddellijk na den aanslag wisten beiden zich uit de voeten te ma ken en te verdwijnen. Onder de aangenomen namen Hallei en Wurm vonden ce beklaagden na den aanslag werk in de Kon. Hohenlohscne houtvesterijen te Klein Alt-Hammer, met ver van Kosel. Later werden zij evenwel ontdekt cn gearresteerd. De beklaagden bekenden bij het ver hoor, dat zij besloten hadden Scheide mann om politieke redenen te vermoor den. President Waarom moest Soheide- mann worden vermoord? Beklaagde HusterIk zie ia hern iemand, die voor 1918 de revolutie heeft voorbereid, die.de maiinedivisies heeft opgestookt en zichzelf later in veilig heid heeft gebracht. PresidentWie heeft u dc opdracbi tot den aanslag gegeven en zijt gij zoo oniaard, dat gij deze daad maar zondei er verder bij na te denken hebt vol voerd Beklaagde Ik heb de daad niet ver der bij mezelf overlegd. Ik zag alleen do politieke beteekenis daarvan. PresidentWaar vandaan hebt gij de geldelijke middelen bekomen, die ten uwent zijn gevonden? Beklaagdelk heb mijn ge'd opge spaard en bezat op dat cogenblik, te zamen met mijn maandsalaris 5500 maik, 1 Onze LaGfohoefc A.Zog eens, jij vertelde me dat j« in een twistgesprek met je vrouw al tijd het laatste woord hadI B.: Nu....? A.Maar zooeven heb je het toch moeten afleggen! B. Maar ik had «och het laats e woord! Heb je mij niet hooren zeggen Uitstekend Bluffer (zijn jachtavonturen ver tellend) Wij hadden nog niet lang go jaagd of er lag al een tijger aan an a voeten! Cynische vriend; En waar wat die aan gestorven? President: Hebt gjj niet zes-enzestig gespeeld met de afspraak, dat d.ejjooe an u beide, die zou verliezen, dc daad iu moeten uitvoeren! Beklaagde: Dat was slechts scherts. President: Is dan een moord scherts! Iets dergelijks heb ik in mijn geheele loopbaan nog niet medegemaakt. Uit een politiek oogpunt kan ik u begrij pen doch alB mensch kan ik mij n niet in denken. Beklaagde: Oehlschlaeger heeft m\j de vloeistof gegeven en men zeide, dat de doodeljjko werking daarvan slechts zes dagen bleef bestaan. Ik weet niet waar de vloeistof vandaan kwam, terwijl ook de herkomst der gummispuit mjj niet be kend was. President: De spuit zou uit Mn ache* afkomstig zfjn. Beklaagde: Dat weet ik niet. Dr. Ebermayer (Openbaar Ministerie)! Zij was afkomstig uit een gnmmifabriek 1 niet nit een apotheek. Beklaagde: Oehlschlaeger heeft naar Kassei 20.000 Mark medegebracht. Ik had tot Oehlschlaeger gezegd: Geef mij de spnit en het geld, dan zal ik het doen. President: Welke dag was voor deo aanslag bepaald. Beklaagde: De eerste Juni. Wjj wis-, selden onze woningen met elkander. Den eersten Pinksterzondag besloten wjj ech ter, ons van de guxntn ispnit to ontdoen. Wq begaven ons op weg en ontmoetten toen Scheidemann met zjjn dochter. President: Hadt gjj daarop niet gere kend! Beklaagde: Neen. Wjj zagen hem unai de tram gaan, die naar do Wilhelmshönc rijdt- Ook wjj Stapten toen in en ik ging den achtersten wagen om Scheidemann kunnen gadeslaan. Toen wjj aan het eindpunt waren gekomen lieten wij hem voorbij gaan en volgden hem toen gedu rende een uur. President: Het is vreeselqk, dat gij daar een nar hebt rondgeloopcn, steedt denkendo aan het uitvoeren van den .oord. Beklaagde: Ik nam Oehlschlaeger de spuit nit den rugzak. \Vq waren tueu op een afstand van 20 pas van Scheidemann. Oehlschlaeger zeide tot mij: Vooruit, doe het nu. Ik deed het en bjjca op hetzelfde oogenblik was het reeds gebeurd. Daarop liep ik enel weg. Dat Scheidemann noa twee schoten op mij xoa hebben getost. neb is niet bemerkt. President: Gij zondt driemaal hebber gespoten. Beklaagde: Dat is niet waar. President: Wiet gij, dat het vocht doo deljjk Kon zqn! Beklaagde: Ja, ten minste, wanneer het den mond terecht kwam. Over do wer- aing van de vloeistof kwam ik echter te weten, toen ik den volgenden dag te Kassol terugkeerde. Beklaagd Oehlsehlueger zeide, dat hji de spuit van een Hongaar, die ik in 1920 Boedapest leerde kennen, gekregen bad. Toen de beklaagde zei, dat Scheid©- ann in den oorlog de positie der Duit- sche troepen heeft ondermijnd, tlat hjj als socialistische staatssecretaris den kei- heeft verraden en als opperburge meester van Kassei zich zelfs meubelen van den keizer heeft toegeëigend, viol do voorzitter hem in de rede met de woor den: Wjj bespreken hier niet de politiek doch hebben alleen recht te spreken. Dat dienen wy in onze verklaringen voor oogen t© honden. Het is mjj onbegrijpe lijk, hoe ontwikkelde meiuchen zoo kun- spreken. Wie geeft u het recht, als wreker ©p te treden! Beklaagde. God. President, zichtbaar opgewonden: God :egt: Gjj zult niet dooden. Dio mensc.hen- bloed vergiet, diens bloed znl zelf worileu vergoten. Dit moet iedere staat, hoe b(j ook in samenstelling mogo wezen, opvolgen, God heeft met deze zaak niets uitstaande of wilt gjj gelooven, dat God opdracht heeft gegeven, Scheidemann nit den weg te raimen! Beklaagde: Dat wa» geen goddelijke opdracht. President: Ik geloof, dat Scheidemann op voorbeeldelooze wjjze zjjn schuld aaa het Duitsche volk heeft vervold Hierna werd onder grooto belangstel ling Scheidemann als getuige gehoord. Na te zyn becedigd, verklaarde hij o.n.: Ik vertoefde te Berljjn in ecu sana torium en ontving daar cn later ook to Kassei verscheidene dreigbrieven, waar aan ik evenwel niet te veel aandacht schonk. Ik begon er echter wat meer op te letten, toen ik van mijn dochter ver nam, dat vreemde lieden ons huis bo- Feuilleton (Geautoriseerde vertaline uit liet Engelecb.) (Nadruk verboden.) 41) En nu keerde Betty zich om en keek met tranen in haar oogen naar die versleten jas. Ze legde haar wang op het oude ding en bleef zoo een heelen tiid liggen, met den brief tegen zich aan. Toen kwam ze weer overeind, nam de snippers papier en probeerde ze aan elkaar te passen, maar ze wa ren heclcinaol door elkaar geraakt toch kon ze hier en daar nog stuk ken van zinnen lezen. - .mijn gebroken hart getwij feld aan je mooie, eerlijk© oogen mijn geluk is dood. de wereld is een woestenij o, dien nacht met jou die zonsopgang als ik in den oorlog moet sterven, sterf ik gerust -vaarwel aan jou en de liefde... nooit vergelen Deze dingen las ze, en riog veel meer. Ze streek leder stukje gekreu keld papier glad en las elk geschre den woord en legde het op zij. En nu ze toch al zoover gesnuffeld had, maakte ze het andere papier, dat alleen maar toegevouwen was, open en zag het volgende „Ik, John d'Arcy uit Weslerhain, Kent, laat hij mijn dood na. Aan Zebedee Tring, mijn bediende, vroeger bij liet Derde Regiment, de som van vijftigduizend gulden en ten huisje d.at hij zelf mag uitzoeken, aan jufrouw Agathu Ridley de som van Tienduizend gulden, maar als zij trouwt met Zebedee Tring dan laat ik bun een huwelijksgift na van veer tig duizend gulden dus honderd duizend gulden in hot geheel. En wat ik verder bij mijn overlij den bezit, hetzij geld of goederen, laat ik onvoorwaardelijk na aan La dy Elizabeth Carlyon. John d'Arcy. Toen ze het papier weer bad opge vouwen en weggelegd, bleef Betty ©en poosje heel stil liggen en staarde naar buiten. Toon blies ze de kaarsen uit en begon in het donker heftig te snikken en te huilen, met haar hoofd op een mouw van de oude jas, en zoo viel zo tenslotte in slaap. HOOFDSTUK XI.VÏI. Een vrouwelijke krijgs- raad. De sergeant stond altijd vroeg op, maar dien ochtend was hij al bulten, toen de zon opging. Het was een prachtige ochtend, die wel alle som berheid verdrijven moest en de hoop weer doen opleven. De sergeant bleei eons staan om de heerlijke lucht op te snuiven en naar den hemel te kij ken en de tuin om hem heen waarin alle dauwdruppels glinsterden als diamanten. Zebedee vond het dien morgen heerlijk om to leven en dacht dat er zelfs voor een sergeant van drie en veertig* jaar nog wel wat goeds in de toekomst zou zijn. En terwijl hij daar zoo etond, kwam er een andere trek op zijn gewoonlijk zoo ernstige gezicht en voor het eerst in zijn drukke leven, begon hij te droomen en vergat het werk, waar voor hij zoo vroeg bulten gekomen was; ten slotte vermande hij zich, en liep over het gras en langs de keuri- go paadjes naar het schuurtje waar hij zijn gereedschap bewaarde. Hij floot zachtjes, terwijl hij er heen liep. En even later liep hij gewapend met spijkerkist, hamer, zaag, en zoo voorts, naar zijn werk een rustiek© pergola, die hij aan het maken was, het was in elk opzicht een zeer kun stig ding, en hij moest er herhaalde lijk met opgetrokken wenkbrauwen naar kijken en sonts plotseling een paar pas achteruit gaan en het hoofd scheef honden om de lijn en dc proporties goed te kunnen beoor- d eel en. Nog steeds fluitend bad de 6ergeant er net, zijn eenvferi spijker ingesla gen en was even achteruit geloopen om het effect te beoordeelen, toen hij zich plotseling oindraaado en den kamer lied, vallen. „Sergeant o sergeant Zebedee!" Hij raapte den hamer 011 en rende naar den boomgaard toe. bij den muur stond hij stik groette en staar de verbaasd in liet bezorgde gezicht van freule Betty. „U ie erg vroeg op, freule!" „O, ik ben hier al een heelen tijd, ik heb op je gewacht. Vertel me tens is is de majoor thuis?" „Do majoor, freule? Ja. dio slaapt nog!" „Weet je dat zeker heel zeker sergeant?" „Ja, freule. Ik ben pas nog op zijn kamer geweest om, zooals ik altijd doe, de gordijnen open te trekken en hij sliep gelukkig zoo rustig als een kind. Maar waarom „Omdat hij van plan ie om om weg te gaan". „Waarheen, freule?" „Weer in den oorlog". De sergeant bromde een krachtterm maakte oogonblikkelijk zijn excuus cn salueerde. „Weet u het zeker, freule?" „Ja, heel zeker, sergeant' „Maar zonder mij zou hij toch niet gaan, freule, dat kan onmogelijk het zou onnatuurlijk zijn, ziet u „Maar hij doet het toch, hij heeft het me geschreven, sergeant, hij wil wegrijden te middernacht, al leen misschien vannacht of mor gennacht we moeten hem tegen houden. De sergeant ke©k ernstig naar een lijstor die in bet gras vlak bij hem rond sprong. „Hoor je me, sergeant?" „Ja, freule, ik hoor het, ik hoor hetl" lrNu zeg dan toch eens wat...." „Freule ik kan er geen woorden voor vinden geen enkele!" „Maar wat kun je doen?" „Nu, in de eerste plaats m'11 kop pel schoonmaken en dan „Wat bedoel je?" „Ik bedoel dat, als hij gaat, ik ook „O dwaasheid, sergeant, dwaas heid „Zeker, freule, dai ben ik met u eens, maar plich is plich en als dc majoor beveelt gehoorzaam ik, dat ie in'n „Maar hij beveelt niet hij is van plan om zonder ]o te gaan". „Maar dat kan niet, freule, en daarom als hij gaat, ga ik ook". ,En wal moet er dan van die arme juffrouw Agatha worden?" De sergeant trok even met zijn mond en keerde zich weer om. om naar dc lijster te kijken. „Plich is plich. freule". „Heb je zin om weer te gaan vech ten?" Neen freule, ik daoht dat mijji so) datentijd voorbij was, maai- als hij gaat ga .,En wil ie hem dan niet tegen hou den wil je niets doen Den majoor tegenhouden? Freule, als dio eenmaal tot iets besloten is. kan oen heel regiment cavalerie hem niet tegen houden neen zelfs l et derde regiment niet aardbevin gen, branden, overetroomingen kun nen hem niet „Neen, maar lk wel, sergeant, en ik zal het doen ook!" zei Betty met een vastberaden knikje. „Lieve help!" riep zc verontwaardigd uit, „wat zijn mannen toch lastige, eigenwijze kin deren en zoo hulpeloos!" „Kinderen, freule?" „Ja jullie allebei! Hij zoo eigen wijs cn jij zoo hulpeloos. Ga als 't ja blieft juffrouw Agntha ©ene voor me halen* De sergeant schrok. „Maar freule ik stotterde hij blozend, „het ia zoo vroeg en ze slaapt en ik ze slaapt, ziet u, het zou niet ik „Sergeant", zuchtte Betty, „breng me dan ln vredesnaam de ladder maar. Dan zal ik haar 7.elf gaan roe pen". De ladder werd gebracht, de ter-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5