HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
Emigratiemogelijkheden.
Buitenlandsch Overzicht
BETTY
OONDHRiAQ 7 DECtMEER 1922 TWEEDE BLAD
(Nieuwe roeks.)
No. 118
Canada als immigratieland.
(Interview met Jhr, J. C. C. Sandberg)
De vereeniging: Landverhuizing.De emigratie-mogelijkheden in Frankrijk,
Duitschland, de Vereen. Staten van Amerika, Zuid-Afrika, Zuid-Araerika
en Australië. De drie procents-w6t in de Ver. Staten- Canada al* im
migratieland. De immigratiepolitiek van de Canadoesche Regeering. De
goede naam van den Hollandschen boer in Canada. De industrie in
Canada. Het klimaat. De Canadian Pacitio Railway Company. Uit
breiding van onze handelsrelaties met Canada gewensoht, De landbouw
tentoonstelling te Toronto.De moei lijke tijd voor hot „intellect".
De heer Jlir. J. C. O. Sandberg,
die kort geloden van een reis door
Canada is teruggekeerd, waa zop j
rriendelijk mij in een interview bet
sen en audor mee ve deeien over Cana
da als „ïminigraciet'iud" on nnj voc-its
eenige inlichtingen te verstrekken om-1
trent de tegenwoordige emigratiemo-
gelijkbeden voor .Nederlanders.
De beer Sandberg is directeur
van bet Informatiebureau van de op
12 December 1913 opgerichte veree
niging „Landverhuizing". In „Vragen
van den Dag" van 1921 beeft Jhr.
Sandberg eeu artikel gesokreven over
het ontstaan en de werkwijze van die
vereeniging. Zij is opgezet als parti
culiere vereeniging met belangrijken
T- ook gelde lijken steun van het
Rijk. Voor ba?r huisvesting beschikt
zij over ruime localiteit in bet Gebouw
van het Dep. van Landbouw. Wijlen
minister Talma was baar eerste voor
zitter men kan haar dus wel beschou
wen als een semi-officieele instelling.
Het doel van de vereeniging is bet
verstrekken van voorlichting en hulp
(geen finanoieelel aan aanstaande
landverhuizers, net tegengaan van
onberaden emigratie en bet bestrijden
van slechte practijken in het emigra-
tiewezen. Het voornaamste middel
daartoe is baar Informatiebureau.
'Aan hen, die kennelijk beter zouden
doen met niet te gaan, wordt landver
huizing ontraden. Voorstellen van
landmaatschappijen en landagenten
worden onderzocht en eventueel door
waarschuwing in de pers bestreden.
Zij, die vertrekken, worden zoo veel
mógelijk met raad on daad bijgestaan
en eventueel overgedragen aan de zorg
.van zustervereenigingen, die zich hun
ner willen aantrekken.
Dat een dergelük Informatiebureau
boog noodig was, hebben de ondervin
dingen van emigranten vóór de op
richting der Vereeniging herhaalde
lijk bewezen. De beer Westerdijk
deelt in zijn in mijn vorig artikel
reeds aangehaald prae-advies eenige
treffende staaltjes mede van de ellen
de, welke Nederlandsche emigranten in
Euid-Amerika hebben geleden. Zoo
rertelt hij van 2000 a 3000 Nederlan
ders, die misleid door gewetenloo-
le exploitanten tusschen 1S39 en
'91 naar Argentinië waren vertrok
ken en van wie honderden, aan de
diepste ellende ten prooi, in de wil
dernis zijn gestorven of dermate zijn
verwilderd, dnt sommigen zich met de
Indianen assimileerden.
Door de oprichting van de vereeni
ging Landverhuizing wordt de emi
gratie thans in betere banen geleid
en zijn dergelijke practijken van land
verhuizers-exploitanten vrijwel uitge
floten.
Op mijn vraag aau den heer Sand
berg, hoe het thans, bij de heerschen-
de wereldcrisis, stond met de emi-
gTatiemogelijkbedon voor Nederlan
ders, deelde de directeur van de Ver.
Landverhuizing mij het volgende
mede
Van de landen in Europa biedt al
leen Frankrijk in den tegenwoordigen
tijd goede kansen aan landbouwers
met eeuig kapitaal (ongeveer 15000),
SQ aan een beperkt aantal landarbei-
ers. De Fransche regoering ziet onze
landbouwers en landarbeiders gaarne
komen en is bereid ze met raad en
daad bij te staan. Naar Noord Frank
rijk zijn dit jaar eenige Nederlanders
door den dienst van de arbeidsbe
middeling gegaan.
Volgens de Duitsche gegevens wa
ren zooals u in mijn prae-advies
voor de nationale Vereeniging tegen de
werkloosheid kunt lozen, in 1910 in
Duitschland 144181 Nederlanders werk
zaam. Er bestaan geen gegeve van
jongeren datum pogingen om te we
ten te komen, hoe groot het aantal
Nederlanders in Duitschland in 1921
was en hoe groot het aantal nu ist le
verden mij geen resultaat op. Naar
verluidt, zou het aantal ongeveer
100.000 minder bedragen dan in 1910,
maar voor de juistheid hiervan durf
ik niet instaan. Bij den tegenwoordi
gen stand van de valuta is emigratie
naar Duitschland voorloopig natuur
lijk uitgesloten.
De Vereenigde Staten
an Noord Amerika bieden
nog volop gelegenheid tot emigreeren,
zoowel voor industrie als landarbei
ders. In de Ver. btaten ie het binnen
komen door de emigratiewetten echter
in verschillende opzichten bemoeilijkt
en het aantal door de zoogenaamde
„drie proeeniswet" beperkt. Deze wet
bepaalt, dat jaarlijks maar 3% van
het aantal Nederlanders, dat in 1910
in de Ver. Staten was gevestigd, mag
worden toegelaten, dat is voor Neder
land slechts 3C07- Voor den oorlog was
het getal Nederlanders, dat naar de
Ver. Staten emigreerde veel grooter
en bedroeg het jaarlijks ongeveer 7000
tot 10.000. Bovendien mag enkele
uitzonderingen daargelaten nie
mand binnenkomen, die reeds een ar
beidscontract heeft afgesloten of aan
wien zelfs maar werk is toegezegd.
Men mag' alleen naar de Ver. Staten
gaan om or werk te „zoeken". Verder
ontzegt de wet het binnenkomen aan
diegenen, wier passage is betaald door
een buitenlandsche Regeering, ge
meente of vereeniging, hetzij direct of
indirect.
Z u i d-A f r i k a biedt alleen goede
insen aan landbouwers met eenig ka
pitaal (ongeveer lö.OOO gliL) en aan
een beperkt aantal zuivelfeundigen.
Als werkkrachten worden in Zuid-
Afrika de kaffers gebruikt, zoodat ar
beiders er niet gevraagd worden.
Zu'i d-A merika is voor Neder
landers ongeschikt. Zij hebben er een
te zware concurrentie aan de Span
jaarden en de Italianen, die an een
lageren levensstandaard gewoon zijn.
In A u s t r a 1 ië is zeker nog land
Senoeg te exploreeren, maar men is
aar van arbeiderszijde zeer tegen
immigratie gekant, omdat men bang
Ie, dat de emigranten naar de steden
zullen komen en er de loonen zullen
drukken. Daarbij komt, dat de passa-
gekosten veel hooger zijn door den
grooten afstand.
Een van de landen, die volgens mij
de beste levenskansen voor Nederland
sche emigranten biedk is O a n a d a.
Ik ben pas in Canada geweest, ben
er van Oost naar Vi est doorge
reisd, zoowel in trein als in auto en
ik heb van dat land als immigratie
land een zeer uunstigen indruk mede
genomen. Canada moet eeu zeer mooie
toekomst hebben. Het is grooter dan
de Ver. Staten en er wonen slechts
8 millioen monachen, dat is dus
slechts 1 millioen meer dan in Ne
derland. Millioenen acres liggen nog
braak, omdat er niet genoeg handen
zijn om don grond to bowerken. Het
is veel te dun bevolkt en vooral land
bouwers eu landarbeiders zullen er
dan ook hartelijk welkom zijn.
De Canadeesche reeeerins voert
deze politiekzii wil Kraae immi
granten. maar ia niet gesteld op
masaa-irmnigi atie. Zii wil dus niet
zooveel mogelijk Immigranten, maar-
zooveel mogelijk geschikte im
migranten. menechen die willen wer
ken en zich gemakkelijk kunnen aan
passen. Wij ziin dan ook sinds verle
den iaar in samenwerking met de Ca-
nadeesohe llogeering, omdat de be
langen van Canada overeenkomen
met die van onze vereeniging. Ganadia.
wil menechen, die reussooren en het
doel van onze vereenïgiimg is juist
om de elementen, die kans hebben te
siogen. te doen ernigóeoren en niet
hen. die waarschijnlijk ln het buiten
land mislukken. Dezulken zouden toch
niets dan eiiende ondervinden.
Ik ontken met, dat er ook bezwaren
tegen het emigreeren zijn. maar door
INiederLand is getoond, dat die be
zwaren overwonnen kunnen worden,
zoo voert men bijv. dikwijls als één
der grootste bezwaren aan, dat die
goede krachten voor Nederland ver
loren gaan, omdat zij bij emigreeren
de nationaliteit van het immigratie
land aannemen. Wanneer wij als
Engeland koloniën hadden, waar
onze menacheu met handenarbeid hun
brood konden verdienen, dan zouden
zii Nederlanders blijven, Maar zulke
koloniën hebben wij niet. Indië is
nu eenmaal niet geschikt voor land-
of industrie-arbeiders. Maar het is
ook niet waar, dat de alierbestem weg
gaan. Die vinden ook hier wel werk
En dan no« is het niet beter daar
werk te hebben dan hier -werkloos te
zijn I De niet bruikbaren kunnen wij
nu eenmaal niet zendendie zouden
toch terugkomen en afbreuk doen aan
onsen goeden naam.
Ons beginsel dat wij altijd zullen
handhaven ls, dat zelfs de be
kwaamste boer, die naar den vreem
de emigreert, geen eigen bedrijf moet
beginnen, zonder eerst een zekeren
leertijd te hebben doorgemaakt. De
toestanden zijn daar heel anders dan
hier en hij zou te veel leergeld beta
len. wanneer hij onmiddellijk zelf zou
willen beginnen. Het „bedrijf" ln
Canada ls betrekkelijk Hein, al is het
over het algemeen wel grooter dan
hier. Daardoor hebben boeren zonder
kapitaal ook kans in Canada te sla-
Ken. Onze landbouwers
staan boven aan! De Hol
dsche boer heeft in
Canada e enu it»tekende
m om lijn hek waan-
Dat hd
nen opmerken.
held. Dat heb ik altijd weer kun-
De industrie la ln Canada nog wei
nig ontwikkeld, ofschoon er voldoen
de mineralen behalve steenkolen
zijn. Er is ln Canada echter een enor
me hoeveelheid electiisohe drijf
kracht en electriciteit ls in Canada
dan ook zeer goedkoop. Men betaalt
er biiv. voor het electrisch licht bijna
niets! Waneer men in Canada van
de electriciteit voor de industrie kan
Drofiteeren, dan is het gemis aan ko
len niet erg. De Industrie zal in Car
na-da dan ook wel ontwikkelen en in
de toekomst zal er in Canada ook
voor onze industrie-arbeiders zeker
plaats ziin.
Wat den Ncderi-anriters in Canada op
valt, is het ontza«Iiik aantal auto's.
Zooals wii allen oen fiets hebben, heb
ben de mënschen in Canada hun
auto! Er wordt dan ook zoowel
door de federale als de provinciale
regeering zeer veel gedaan aan we-
Konverbetering. Mijn indruk van de
wegen was,, dat zii ook ln het
binnenland vrij goed berijdbaar
zijn. al word je dan ook wel eens
door elkaar gesmeten
In het prae-advies van den heer
Westerdijk had ik gelezen en zulks
was mij vroeger ook meermalen ver
teld dat het klimaat in sommige
streken van Canada zoodanig is, dat
de Hollandsche boeren er niet willen
wonen. In de buurt van Manitoba
aan de grens'van de Ver. Staten
zouden de winters bijv. zóó streng
en zóó langdurig zijn, dat de He<
lander er niet zou kunnen aarden. Op
mijn vraag aan den heer Sandberg,
of hij het klimaat geen bezwaar vond
voor emigratie van Nederlanders
naar Canada, antwoordde hij mij:
„Men heeft in Canada alle moge
lijke klimaten. U moet niet vergeten,
dat Canada grooter is dan de Ver.
Staten. Op de V ancouver-eilanden
heeft men een klimaat als te Nice.
Daar bloeien in Januari de rozen.
Britsch Columbia is bekend om zijn
gunstig klimaat, al heeft men or ook
in de Rocky Mountains de
eeuwige sneeuw. In centraal Canada
dat is een heel groot gedeelte van
Canada heeft men zeer warme zo
mers en lange, zeer strenge droge
en heldere winters. Zooals bijna
ieder in die streken een auto heeft,
heeft ook ieder mensch daar een
pels. Ik was er in het najaar en to?n
was het er niet koud; ik liep er zl 's
dikwijls zonder demi. Een eigenaar
dige gewoonte in Canada is het, dat
men er overal ook in d'e treinen
buitenmatig hard stookt, zelfs tot 75
k 78 gr. toe. In de huizen zijn de
mensdien dan ook dun gekleed, maar
buiten pakken zij zich ter dege in.
Het klimaat van Canada acht, ik ze
ker geen bezwaar voor Nederlanders
om daarheen te emigreeren.Wel moet
vertrek in het najaar of in den win
ter worden ontraden; het beste tijd
stip van vertrek daarheen is eind
April of begin MeL"
Op mijn vraag, of het landbouw
bedrijf in Canada ook als in Zuid-
Amerika bijzonder riskant ls, ant
woordde de heer Sandberg:
„Riskant is het natuurlijk, als
overal! Maar toch volstrekt niet als ln
Zuid-Amerika. Wel klaagde een Eol-
landsche boer in Canada mij over
sprinkhanen maar van een
„Sprinkhanenplaag" als in Zuid-
Amerika is er toch geen sprake. Op
merkelijk is het, wat de Canadian
Pacific Railway Company doet voor
de meerdere bedrijfszekerheid in het
landbouwbedrijf door haar irrigatie-
werken. De Can. Pac. Railway Gomp.
is een enorme maatschappij, die niet
alleen haar eigen spoorwegnet, haar
stoomvaartlijnen en kolossale hotels
heeft, maar ook haar eigen terreinen,
die door de irrigatiewerken, bevloei-
baar worden gemaakt, waardoor rij
niet afhankelijk zijn van langdurige
droogte. Zij doet dat natuurlijk lou
ter uit een „business "-oogpunt, maai
het is zeker, dat Canada niet dank
baar genoeg kan wezen voor een
maatschappij, die zoo in het alge
meen belang arbeidt. Deze maat
schappij doet dan ook alles om de
immigratie te bevorderen, omdat zij
volkomen beseft, dat een goede be
bouwing in haar belang is.
Nu ik toch over Canada spreek,
wil ik het volgende nog opmenken.
Bij mij is op mijn reis door Canada
de vraag gerezen, of onze handelsre
laties met dat land niet meer uitge
breid kunnen worden. Wij hebben
er dat heb ik herhaaldelijk kunnen
constateeren een zeer goeden naam.
Nederland heeft door de vahita-mi-
sère vele markten vereren. Dit ls rede
genoeg om te trachten meer contact
met Canada te krijgen. Ik heb dani
ook de aandacht gevestigd op de
Jaarlijksohe groote landbouwtentoon
stelling te Toronto in de provincie
Ontario, een van de grootste land
bouwtentoonstellingen van de we
reld, die gewoonlijk eind Augustus
wordt gehouden. Behalve de Ver.
Staten heb Ik ook als deelnemers
Italië, Zwitserland eh België hooren
Doemen. Mij is in Canada de vraag
gesteld, of het niet goed zou zijn, alt,
Nederland met zijn eigen en koloniale
producten op die allerbelangrijkste
tentoonstelling vertegenwoordigd
werd. Ik meen zeker, dat er In Car
nada voor energieke Nederlanders
nog zeer veel te doen is."
Ten slotte gaf de heer Sandberg
mij als zijn meening te kennen, dat
het in den tegenwoordigen tijd heï
bezwaarlijkst is voor het „in^llect"
om buiten Nederland werk te vinden.
Voor Jongelui met eindexamen H.B.
S. is bijna niete te doen. Voor die
moeilijkheid is alleen ln uitzonde
ringsgevallen een oplossing te vin
den. „Voor deze soort jongelui"
zoo zei de heer Sandberg aan het
slot van het interview „is het op
het oogenblik moeilijker om aan werk
te komen dan voor de arbeiders."
J. B. SCHUIL.
DE TURKSCHE EN
DE QUAESTIE DER DUITSCHE SCHADELOOSSTELLING.
Te Lausanne
worden, nadat er dagen gepraat zijn,
zaken gedaan.
Het belangrijkste punt van de Woens
dag gehouden vergadering der eerste
commissie i» geweest de uiteenzetting,
door Lord Curzon gegeven, ten aanzien
van de geallieerde voorstellen omtrent
de toekomstige positie van de zeestra
ten en de daarbij geopperde inzichten
van de Amerikaansche regeering dooi
haar toehoorder Child.
De Fransche gedelegeerde Barrêre en
de Itaiiaansche gedelegeerde GarTcui
betuigden hun instemming met de dooi
Lord Curzon medegedeelde voorstel
len, die derhalve kunnen worden be
schouwd als eenheidsvoorstellen van ós
geallieerden. Barrère legde den nadruk
op de volmaakte overeenstemming tus
schen de geallieerden en gaf te ken
nen, dat deze alle mogelijke moeite heb
ben gedaan voor de beveiliging van de
algemeene wereldbelangen.
De geallieerde voorstellen zijn als
ilgt
De zeestraten zullen bij nacht en
bij dag in vredestijd open zijn voor
alle koopvaardijschepen en ook open zijn
in geval van een oorlog, waarbij Tur
kije neutraal is.
Wanneer Turkije aan een oorlog
deelneemt, zullen de zeestraten open
zijn voor alle neutrale handelsschepen,
maar met het Turksche recht van visi
tatie.
3. In tijd van vrede zullen de zee
straten open zijn voor alle oorlogssche
pen; hieraan zullen echter verschillen
de voorwaarden zijn verbonden. Een van
deze is, dat te gcenex tijd een mogend
heid een vlootmacht in de Zwarte Zee
zal mogen hebben, welker sterkte over
treft de vlootmacht aldaar van eenigen
oeverstaat. Een andere voorwaarde is.
dat, in geval de oeverstatcn mochten
besluiten tot dfmilitarisatie van de
Zwarte Zee, alsdan geen andere mo
gendheid daarheen een vloot zal mo
gen zenden van meer dan drie bodems
of bestaande uit een tonnenmaat van
meer dan 10.000 ton.
In tijd van oorlog, waarbij Tur
kije neutraal is. zuilen alle oorlogssche
pen het recht van doortocht hebben met
zekere nader vast te stellen beperkin
gen, toe te passen op oorlogsschepen
van belligerenten.
5. In tijd van oorlog, waaraan Tur
kije deelneemt, zullen de oorlogsschepen
van neutrale mogendheden het recht
van doortocht hebben.
Ter verzekering van den vrijen
doortocht zullen zekere zóncs worden
vastgesteld en een internationale com
missie worden ingesteld voor het be
heer van de zeestraten. Een Turksch ge
delegeerde zal permanent voorzittei
zijn van deze internationale commissie,
waarin verder zullen zijn vertegenwoor-
digdGroot-Brittannië, Frankrijk, Ita
lië, Japan, de Vereenigde Staten van
Amerika, Rusland, Roemenië, Bulgarije
en Griekenland. w
De bijzonderheden van de wijze van
benoeming van de commissie en de
kwestie, of de Volkenbond al dan niet
in de commissie zal worden vertegen
woordigd, zullen nader worden over
wogen, alsook de positie en de omvang
van de te demilitariseeren zone, de aard
van die demilitarisatie en de vereischte
strijdkrachten om toezicht te houden op
de betrokken gebieden.
De voorgestelde demüïtarisatie van
de Constantinopel-zöae zal dermate wor
den geregeld, dat Turkije dcsgewenscht
do Tsjataldsja-linie zal kunnen verster
ken en van een garnizoen voorzien. Dt
Turken zullen een troepenmacht vax
10.000 man in de Constantinopel-zónt!
mogen hebben. Turksche juristen zullen
worden uitgenoodigd tot besprekingen
met de geallieerden ten aanzien van
aannemelijke waarborgen voor de ont
wapening van de zönes aan beide kan
ten van de Thracische grens en van de
zeestraten.
Lord Curzon legde uit, dal deze voor
stellen het resultaat zijn vau een nauw
keurig onderzoek en hij drukte de hoop
uil, dat zij een basis voor een opiossiag
mogen vormen. Voldoende tijd zal wor
den gegeven voor de beoordeeling van
de voorstellen, terwijl de militaire- en
marine-experts van de drie geallieerds
mogendheden op een latere zitting van
de commissie aanwezig zouden zijn
voor het beantwoorden van vragen o.'
het geven van nadere uiteenzettingen,
die leden van andere delegaties moch
ten wenschen, ten einde in staat te zijn
zich een oordeel te vormen over <K
waaide van het geallieerde schema.
Bjj de indiening van de vorenvermel-
de voorstellen hield Lord Curzon ee.v
rede, waarin hij criiiek oefende op de
Russische voorstellen bij monde van
Tsjitsjerin ter tafel gebracht. Volgens
Lord Curzon strekken deze voorstellen
tot de vestiging van bevoorrechte zö-i
nes, waar vreemde mogendheden zullen
worden buiten gehouden, terwijl binnen
die zónes de Russen naar verkiezing
zouden kunnen handelen. Hierdoor zou
de Zwarte Zee worden herschapen in
een Russisch meer, met Turkije al3
trouwe wachter aan de zeestraten.
De Amerikaansche gezant Child zei
O.sl
„Wij kunnen niet voldaan zijn, als
onze oorlogsschepen hun vreedzame
taax niet mogen vervullen en zich niet
mogen begeven daarheen, waar onze
burgers, benevens onze bandels- en
scheepvaartbelangen zijn."
Ismet Pasja, uilgeDOodigd zijn mee.
ning te zeggen, vroeg uitstel, ten einde
de geallieerde voorstellen te onderzoe
ken.
Vervolgens verklaarde Tsjitsjerin, dat
de Russische delegatie later een gede
tailleerd antwoord zal geven. Desniette
min gaf de Russische gedelegeerde al
vast eenige algemeene opmerkingen.
Hij verklaarde o.a. dat hij Turksche
controle over de zeestraten minder na-
deelig achtte voor den handel, dan in
ternationale contróle.
Men zag in de algemeene opmerkin
gen van Tsjitsjerin een begin van den
„terugtocht" der Russen.
De quaestie der
Duilscho schadeloosstelling.
Bij de besprekingen tusschen de
Duitsche lijksregecring en de minister,
presidenten der verschillende Duitsche
landen, werd men het er volkomen ovei
eens, dat de op 13 November aan de
Commissie van Herstel gezonden nota
de basis moet vormen voor de te vol
gen politiek en dat door de rijksregee-
rinjr niets mag worden nagelalen om
bij de tenuitvoerlegging van de nota
tot een positief resultaat te komen.
Betreffende de kwestie van het Rijn
land en de bezette gebieden waren de
vertegenwoordigers der verschillende
Duitsche landen het allen eens met de
verklaringen, welke door den rijkskan
selier op 25 November en 3 Decembei
zijn afgelegd.
Uit Londen wordt gemeld, dat de
voorloopige besprekingen der gealli
eerde minister-presidenten Zaterdag
avond in het departement van Bonar
Law zullen aanvangen.
Over
wordt uit Parijs het volgende gemeld 1
Hoewel de geslotenheid van Poia-
caré omtrent zijn eigenlijke plannen de
wanhoop pleegt op te wekken van al zijn
commentatoren, heeft men nu toch de»
indruk gekregen, dat hij te Londen
slechts de conferentie van Brussel in
hoofdtrekken zou willen voorbereide
en de mededeelmg van bijzonderheden
der Fransche plannen tot Brussel w:l
bewaren. Het doel van dit optreden zcu
zijn de wensch, om de Fransche plan
nen niet te ontvouwen dan voor dt
gadering, waar ook de kleine entente
aanwezig is en de vervrachting, dal die
p'.aanen meer kans op succes zouden
hebben, "wanneer ze niet ineens te Lon
den, maar geleidelijk en in verschillen*
de étapes werden uiteengeze:.
Te Parijs echter is men niet unaniem
overtuigd, dat dit optreden het bcsie
is en merkt men op dat het allereerste
vereischte is, het eens te wot oen mei
Engeland. Zonder een dergti: !:- over
eenstemming heeft men tocii i.ic-; aan'
andere bondgenooteu, die wen
schen te kiezen tusschen Londen ra
Parijs. Ze zullen zich misschien later
met een afzonderlijk optreden vas
Frankrijk en Duitschland vercenigca,
maar een dergelijk optreden buiten En-
geland's instemming nooit bij voorbaat
goedkeuren. Daarom oordeelt men te
Parijs in sommige rechtsche kringen,
dat Poincaré beter zou doen te Londen
zich geheel uit te spreken. Pertinax
bijvoorbeeld spreekt de meening uit,
dat het de allereeistc taak voor Franx-
rijk niet is te streven naar een rege.
ling der intergealüeerde schulden, he--
geen toch niet mogelijk is zonder Ame-
rika's medewerking, noch een ingr-j-
pen in Duitschland's aangelegenheden
1 dc financiën te regelen en de aait
stabiliseeren, maar druk uit tc ocfe»
a op dc Duitsche economische macht
het Ruhrgebied eu het Rijnland ea
daarvan gebruik te maken om betaling
der schadevergoeding te krijgen. Juist
omdat het hierbij niet dc minste bij
gedachte heeft, kan Frankrijk daarvoor
openlijk uitkomen.
Van JF.ngelsche en Belgische zijde
hoopt men blijkbaar ook, dat Poincard
Londen ronduit spreken zal en de
Londenscke conferentie daardoor gele
genheid zal geven het tusschen dc voor
naamste geallieerden eens te worden.
De Belgische regeering zou dit zoo es
sentieel vinden, dat Tbeunis heeft t<s
kennen gegeven, dat hij liever de con
ferentie te Brussel niet zou bijeenroe
pen dan de kans te loopen dat die uit*
":ep op een Fransch-Engelsch con
flict en dat men dus alles eerst te Lon
den zorgvuldig afpraten moet. Wat het
fond der quaestie betreft, schijnt de
Belgische regeering van plan te zijn er
zeer op aan te dringen, dat een cven-
tueele bezetting van Duitsch gebied in
ieder geval door de gezamenlijke geal
lieerden ondernomen zal worden en niet
alleen van Frankrijk zal uitgaan.-
Ciemenceau ovor de
„révolte allemande".
De „Echo National" bevat ccn arti
kel van Clemencenu, voor Amerika be
stemd. Hij behandelt er ditmaal dc „ré
volte allemande" iD, n.l. het verzet van
Duitschland tegen de uitvoering der be
palingen van het vredesverdrag. Z. i.
heeft Duitschland opzettelijk den koers
van de mark doen dalen om in Enge
land en Amerika werkloosheid te doen
ontstaan. En in dit verband wijst hij er
op dat men in Frankrijk zoo lang ge
wacht heeft met de leveringen in n-t-
tura omdat, hoe men het ook beriep
wat Duitschland naar het buitenland le
vert of verkoopt, in mindering komt van
hetgeen de industrieën der landen, die
zijn schuldeischers zijn, leveren.
Hij bepleit verder een inbeslagne
ming door Duitschland, om althans eia
deel van ziin schulden te betalen, van
de vreemde deviezen, waarin een groot
deel van het vermogen des lands is be
legd en stelt de vraag of men den
schuldeischers van Duitschland niet
een belang zou geven in de groote
Duitsche industrieele en financieelo
maatregelen. Dit acht hij beter -dan tiet
zuiver negatieve kunstmiddel van een
Met de internationale leening komt
men te laat, meent Ciemenceau. Als
men, in plaats van dat ieder zijn eigen
weg ging, voortgegaan was me: ge
meenschappelijk :e handelen, zou dia
leeaing er al in 1920 zijn geweest en
zou het vraagstuk der schadeveigoodin-
gen niet op de wereld hebben gedru".".
Ook ten aanzien der sancties heeft
men, naar zijn meening, den tijd laten
voorbijgaan.
Scherp laat Ciemenceau zich uit over
wat bij noemt „la crise de volonié chcz
les alliés", waarmee hij bedoelt dat de
geallieerden in de sedert 1920 gehou
den conferenties slechts in staat zijn
geweest tot improvisaties even spoedig
ter zijde gesteld als uitgewerkt, en 10:
besluiten, die meer kwaad dan goed
deden tot zelfs aan Duitschland. Nu
eens is de Commissie van Herstel al
machtig. dan weer wordt zij :n voogdij
schap gehouden en veroordeeld tot tin
rol van een orgaan, dat slechts heeft
constateeren.
Ten slo>te waarschuwt de schrijver
tegen mercantiele overwegingen, die
maar al te vaak de geheime motieven
zijn van gevaarlijke houdingen, welke
worden aangenomen. In dit verband
gewaagt hij van de huidige „course at»
pétTole" en hij waarschuwt tegen het
imperialisme van het goud, dat bet wer
kelijks imperialisme dreigt te worden.
Verspreid nieuws,
DE IERSCHE QUAESTIE.
Duizenden pakjes geweer- en rcvol-
verpatronen en ontplofbare stoffen,
blijkbaar bestemd voor dc lersciie op
standelingen, zijn te Liverpool in be
slag genomen, verborgen in vaatjes
stopverf. Een andere zending, bestaan
de uit 12000 revolverpatronen, werd ge
vonden ia een lading veevoeder, be
stemd voor lerlaril.
Feuilleton
(Geautoriseerde veria line uit het
Engeisch.)
(Nadruk verboden.)
*3)
HOOFDSTUK XLIX.
Een nachtelijke tocht.
Met zijn kin in zijn hand stond do
majoor naar het verweerde hekje te
kijken, dat een eindje van den wee af
etorid tusschen liooge heggen en in de
schaduw van een grootsten boom, de
planken waren krom en vergaan van
ouderdom en den invloed van het
weer, en in den tijd dat het daar ge
staan had, hadden heel wat minnen
de paartjes op die plek elkaar gekust
en trouw gezworen, maar niemand
had ooit met meer ongeduld daar ge
wacht of aandachtiger geluisterd
iiaar naderende voetstappen, dan ma
joor John d'Arcy, hoewel hii daar
pchijnbanr heel rustig en bedaard
stond en bij het licht van de opko
mende maan ernstig naar het bouw
vallige hek keek.
Hier had hij haar in zijn armen
gehouden, toen de dag aanbrak, en
haar gekust en vanavond. De
majoor legde zijn hand op het hek
en liet hem daar rusten. Terwijl hij
daar stond begon hij tc droomen over
het eeuwige wonder dat Liefde heet
eu vanavond
„En daarom, John. moet je mij
morgenavond om half tien ontmoeten
bij ons hekje waar wij de zon heb
ben zien opgaan.en daar zal al je
twijfel en angst vergaan en verdwij
nen voor altijd en eeuwig en ik denk
dat je nog meer dan vroeger van mij
houden zult. Dus kom daar, John,
om half tien, maar geen oogenblik
vroeger -en blijf niet weg, ter wille
van mij en ter wille van jou en ter
wille van onze liefde".
„Wat herinnerde hij zich deze re
gels. die hij zoo vaak gelezen had.
goed hii kende Iedere lïin en krul
van de lettere uit rijn hoofd.
Heel in de verte sloeg do kerkklok
negen tiurl Nog een half uur wach
ten! II ij was vroeger dan hij ge
dacht had. De majoor zuchtte en leun
de op het hekje en staarde naar de
opkomende maan. Nog eon half uur
en dan
„Dus kom daar, John, om half tien.
maai geen oogenhlik vroeger".
„En waarom eigenlijk niet?" dacht
hij. Was dat ter wille van hem, of...'?
Hij fronste dc wenkbrauwen en werd
een beetje onrustig, hij ging weer
j rechtop staan, draaide zich half om
j eu wilde wat gaart wandelen tot ae
afgesproken tijd was aangebroken
j toen luisterde hij plotseling ingespan-
I nen.
I Het was warm en erg stil, zoodat
men alle geluiden ver hoorde, en zoo
i ving hij ieis op wat zijn geoefende
ooren oinntuvielhik herkenden als Let
geluid van paardenhoeven in galop.
Verbaasd liep hij door tot hij, vlak
bij den hoogen heg staande, een heel
eind van den weg kon zien in het
licht van de maan, na eenige oogeu-
blikken zag hij twee ruiters aanko
men, blijkbaar reizenden, die vlak bij
elkaar reden, niettegenstaande hun
groote snelheid. Als door een instinct
gedreven gine de majoor achteruit in
de schaduw en stond weer bij het hek
toen hij schrok en zich vlug omdraai
de boven het doffe geluid van de
hoeven uit had hij iemand hooren
lachen, min of mcor lui eu kwijnend;
<3e majoor balde de vuisten, bleef in
de schaduw staan en sloeg de nade
rende ruitere aandachtig gade. Toen
ze diohter bii kwamen, zag hij dat
een van de twee een vrouw- was; teen
ze nog dichter bij kwamen herkende
hij het bleeke gezicht van Dalroyd;
snel kwamen zo aanrijden de ma
joor hield plotseling zijn aderu in,
want onder de wijd© kap van den
damesmantel zag hij een fijn gezichtje
omlijst door glazende zwarte krullen
het mooie profiel, do lange wimpers,
het mondje, hel gezichtje van Betty
zelf.
,J)us zoo kwam zo naar hem toe!
Nu..." hij ceeu aarzelend een stap
vooruit Maar kwam ze eigoultjk wel
naar hem toe? Ze bleef met dezelfde
snelheid doorrijden; nog twaalf me-
j ter nog zes! Kwam ze daar volgens
j haar afspraak met hem? Neen!" Voor
I het eerst in zijn heele leven verloor
de majoor allo zelfbeheersching, liij
I werd razend; een zwaard had hij niet
bij zich, maar, niet in staat zich te
bedwingen, sprong hij ongewapend
op Dalrovd'a paard af. Een kreet,
verbaasde uitroepen, verward ge
stamp en gesteiger van de angstige
paarden toen groep Dalroyd een
van zijn pistolen en richtte het op
zijn tegenstander, dien hij maar vaag
kon zien, maar terwijl hij den trek
ker overhaalde kreeg hij een klap te
gen zijn arm zoodat het ecliot in de
lucht afging. Toen gaf Dalroyd ziin
steigerende paard de sporen en ruk
to zich los 011 dc majoor, die een trap
van liet dier ltrcog, viel ln den grep
pel. Toen hij tenslotte .weer overeind
kwam was het paar bijna uit het ge
zicht verdwenen.
„Zoo was het d'ArcyI" zei Dal
royd, oen beetje buiten adem, terwijl
hij zijn pistool weer in het foudraal
deed. Liefste, het is een opluchting
voor mo dat ik het weet, ik uacht aat
hetzoo. was het d'Arcy, anno ke-
reL
,,0 Betty, nu je eindelijk van mij
bent beb Lk haast medelijden met den
etumper hij aanbod je, Betty,
jij, em en al leven en liefde. Jo zou
in hetn als minnaar niet veel beha
gen geschept hebben, lieveling, hij
is een dwaas en zou je dol gemankt
hebben met zijn ernst en degelijkheid.
Maar ik, Betty Dalroyd zweeg
plotseling, keek achterom en reed
een paar minuten door met het hoofd
scheef, alsof hij gespannen luisterd»
„Hoorde je ook iete, Betty? Paar
dengetrappel?"
„Neen, heusch niet!" klonk een
stem die gesmoord werd in den man
tel.
„Mooi!" Toen begon Dalroyd aan
een lang verhaal ovor zijn clgon
deugden als minnaar, maar hij keek
Hok eenige malen achterom en luister
de af en toe.
„Ja, Betty, het is wel goed dnt je
voortaan in Parijs wilt "Wonen, want
het is noodig dat ik F.ngelond Cfii
poosje verlaat. Ik lieb een paar maan
den geleden iemand beleedtgd, be
laas, en verleden week beging dia
kerel do domheid om te stenen
en daarom moot Ik nu een poosj>
naar Frankrijk, maar met jou zui
het oen waar paradijs zijn! Dalroyd
wildo de hand van hot meisje grij
pen. maar terwijl hij dit deed, keef:
hij weer achterom en begon onmid
dellijk daarna ziin pistool weer 10 Ia
den.
„Het was dwaa» van je brot r om
een anderen weg je kiezen, Betty
overal onderweg hel) ik nieuwe paar
den besteld en er ligt in een afgele-
een baai een logger op ons te wach
ten. Ate hij nn eens te laat komt
„We moeten op hom wachten", zei
Betty.
„Ja, we zullen nen poosje wachten,
hoewel het vrees- lijk is voor iemand,
die zoo ongeduldic- i* als ik. Morgen
ochtend moeten we in Boulogne aan
komen en in Boulogne zul jc met m©
trouwen, en
IteJty keerde 2ich om en keek den
I langen weg af.
i „Hoor je wat Dcfty een paard?"
F-', meisje schudde hot hoofd, maar
jr. 11 werd Dalroyd stU en reed voor-
I rich'.ig verder.
(Wordt
rcrvolg.)