HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur Emigratiemogelijkheden. Buitenlandsch Overzicht BETTY OONDHRiAQ 7 DECtMEER 1922 TWEEDE BLAD (Nieuwe roeks.) No. 118 Canada als immigratieland. (Interview met Jhr, J. C. C. Sandberg) De vereeniging: Landverhuizing.De emigratie-mogelijkheden in Frankrijk, Duitschland, de Vereen. Staten van Amerika, Zuid-Afrika, Zuid-Araerika en Australië. De drie procents-w6t in de Ver. Staten- Canada al* im migratieland. De immigratiepolitiek van de Canadoesche Regeering. De goede naam van den Hollandschen boer in Canada. De industrie in Canada. Het klimaat. De Canadian Pacitio Railway Company. Uit breiding van onze handelsrelaties met Canada gewensoht, De landbouw tentoonstelling te Toronto.De moei lijke tijd voor hot „intellect". De heer Jlir. J. C. O. Sandberg, die kort geloden van een reis door Canada is teruggekeerd, waa zop j rriendelijk mij in een interview bet sen en audor mee ve deeien over Cana da als „ïminigraciet'iud" on nnj voc-its eenige inlichtingen te verstrekken om-1 trent de tegenwoordige emigratiemo- gelijkbeden voor .Nederlanders. De beer Sandberg is directeur van bet Informatiebureau van de op 12 December 1913 opgerichte veree niging „Landverhuizing". In „Vragen van den Dag" van 1921 beeft Jhr. Sandberg eeu artikel gesokreven over het ontstaan en de werkwijze van die vereeniging. Zij is opgezet als parti culiere vereeniging met belangrijken T- ook gelde lijken steun van het Rijk. Voor ba?r huisvesting beschikt zij over ruime localiteit in bet Gebouw van het Dep. van Landbouw. Wijlen minister Talma was baar eerste voor zitter men kan haar dus wel beschou wen als een semi-officieele instelling. Het doel van de vereeniging is bet verstrekken van voorlichting en hulp (geen finanoieelel aan aanstaande landverhuizers, net tegengaan van onberaden emigratie en bet bestrijden van slechte practijken in het emigra- tiewezen. Het voornaamste middel daartoe is baar Informatiebureau. 'Aan hen, die kennelijk beter zouden doen met niet te gaan, wordt landver huizing ontraden. Voorstellen van landmaatschappijen en landagenten worden onderzocht en eventueel door waarschuwing in de pers bestreden. Zij, die vertrekken, worden zoo veel mógelijk met raad on daad bijgestaan en eventueel overgedragen aan de zorg .van zustervereenigingen, die zich hun ner willen aantrekken. Dat een dergelük Informatiebureau boog noodig was, hebben de ondervin dingen van emigranten vóór de op richting der Vereeniging herhaalde lijk bewezen. De beer Westerdijk deelt in zijn in mijn vorig artikel reeds aangehaald prae-advies eenige treffende staaltjes mede van de ellen de, welke Nederlandsche emigranten in Euid-Amerika hebben geleden. Zoo rertelt hij van 2000 a 3000 Nederlan ders, die misleid door gewetenloo- le exploitanten tusschen 1S39 en '91 naar Argentinië waren vertrok ken en van wie honderden, aan de diepste ellende ten prooi, in de wil dernis zijn gestorven of dermate zijn verwilderd, dnt sommigen zich met de Indianen assimileerden. Door de oprichting van de vereeni ging Landverhuizing wordt de emi gratie thans in betere banen geleid en zijn dergelijke practijken van land verhuizers-exploitanten vrijwel uitge floten. Op mijn vraag aau den heer Sand berg, hoe het thans, bij de heerschen- de wereldcrisis, stond met de emi- gTatiemogelijkbedon voor Nederlan ders, deelde de directeur van de Ver. Landverhuizing mij het volgende mede Van de landen in Europa biedt al leen Frankrijk in den tegenwoordigen tijd goede kansen aan landbouwers met eeuig kapitaal (ongeveer 15000), SQ aan een beperkt aantal landarbei- ers. De Fransche regoering ziet onze landbouwers en landarbeiders gaarne komen en is bereid ze met raad en daad bij te staan. Naar Noord Frank rijk zijn dit jaar eenige Nederlanders door den dienst van de arbeidsbe middeling gegaan. Volgens de Duitsche gegevens wa ren zooals u in mijn prae-advies voor de nationale Vereeniging tegen de werkloosheid kunt lozen, in 1910 in Duitschland 144181 Nederlanders werk zaam. Er bestaan geen gegeve van jongeren datum pogingen om te we ten te komen, hoe groot het aantal Nederlanders in Duitschland in 1921 was en hoe groot het aantal nu ist le verden mij geen resultaat op. Naar verluidt, zou het aantal ongeveer 100.000 minder bedragen dan in 1910, maar voor de juistheid hiervan durf ik niet instaan. Bij den tegenwoordi gen stand van de valuta is emigratie naar Duitschland voorloopig natuur lijk uitgesloten. De Vereenigde Staten an Noord Amerika bieden nog volop gelegenheid tot emigreeren, zoowel voor industrie als landarbei ders. In de Ver. btaten ie het binnen komen door de emigratiewetten echter in verschillende opzichten bemoeilijkt en het aantal door de zoogenaamde „drie proeeniswet" beperkt. Deze wet bepaalt, dat jaarlijks maar 3% van het aantal Nederlanders, dat in 1910 in de Ver. Staten was gevestigd, mag worden toegelaten, dat is voor Neder land slechts 3C07- Voor den oorlog was het getal Nederlanders, dat naar de Ver. Staten emigreerde veel grooter en bedroeg het jaarlijks ongeveer 7000 tot 10.000. Bovendien mag enkele uitzonderingen daargelaten nie mand binnenkomen, die reeds een ar beidscontract heeft afgesloten of aan wien zelfs maar werk is toegezegd. Men mag' alleen naar de Ver. Staten gaan om or werk te „zoeken". Verder ontzegt de wet het binnenkomen aan diegenen, wier passage is betaald door een buitenlandsche Regeering, ge meente of vereeniging, hetzij direct of indirect. Z u i d-A f r i k a biedt alleen goede insen aan landbouwers met eenig ka pitaal (ongeveer lö.OOO gliL) en aan een beperkt aantal zuivelfeundigen. Als werkkrachten worden in Zuid- Afrika de kaffers gebruikt, zoodat ar beiders er niet gevraagd worden. Zu'i d-A merika is voor Neder landers ongeschikt. Zij hebben er een te zware concurrentie aan de Span jaarden en de Italianen, die an een lageren levensstandaard gewoon zijn. In A u s t r a 1 ië is zeker nog land Senoeg te exploreeren, maar men is aar van arbeiderszijde zeer tegen immigratie gekant, omdat men bang Ie, dat de emigranten naar de steden zullen komen en er de loonen zullen drukken. Daarbij komt, dat de passa- gekosten veel hooger zijn door den grooten afstand. Een van de landen, die volgens mij de beste levenskansen voor Nederland sche emigranten biedk is O a n a d a. Ik ben pas in Canada geweest, ben er van Oost naar Vi est doorge reisd, zoowel in trein als in auto en ik heb van dat land als immigratie land een zeer uunstigen indruk mede genomen. Canada moet eeu zeer mooie toekomst hebben. Het is grooter dan de Ver. Staten en er wonen slechts 8 millioen monachen, dat is dus slechts 1 millioen meer dan in Ne derland. Millioenen acres liggen nog braak, omdat er niet genoeg handen zijn om don grond to bowerken. Het is veel te dun bevolkt en vooral land bouwers eu landarbeiders zullen er dan ook hartelijk welkom zijn. De Canadeesche reeeerins voert deze politiekzii wil Kraae immi granten. maar ia niet gesteld op masaa-irmnigi atie. Zii wil dus niet zooveel mogelijk Immigranten, maar- zooveel mogelijk geschikte im migranten. menechen die willen wer ken en zich gemakkelijk kunnen aan passen. Wij ziin dan ook sinds verle den iaar in samenwerking met de Ca- nadeesohe llogeering, omdat de be langen van Canada overeenkomen met die van onze vereeniging. Ganadia. wil menechen, die reussooren en het doel van onze vereenïgiimg is juist om de elementen, die kans hebben te siogen. te doen ernigóeoren en niet hen. die waarschijnlijk ln het buiten land mislukken. Dezulken zouden toch niets dan eiiende ondervinden. Ik ontken met, dat er ook bezwaren tegen het emigreeren zijn. maar door INiederLand is getoond, dat die be zwaren overwonnen kunnen worden, zoo voert men bijv. dikwijls als één der grootste bezwaren aan, dat die goede krachten voor Nederland ver loren gaan, omdat zij bij emigreeren de nationaliteit van het immigratie land aannemen. Wanneer wij als Engeland koloniën hadden, waar onze menacheu met handenarbeid hun brood konden verdienen, dan zouden zii Nederlanders blijven, Maar zulke koloniën hebben wij niet. Indië is nu eenmaal niet geschikt voor land- of industrie-arbeiders. Maar het is ook niet waar, dat de alierbestem weg gaan. Die vinden ook hier wel werk En dan no« is het niet beter daar werk te hebben dan hier -werkloos te zijn I De niet bruikbaren kunnen wij nu eenmaal niet zendendie zouden toch terugkomen en afbreuk doen aan onsen goeden naam. Ons beginsel dat wij altijd zullen handhaven ls, dat zelfs de be kwaamste boer, die naar den vreem de emigreert, geen eigen bedrijf moet beginnen, zonder eerst een zekeren leertijd te hebben doorgemaakt. De toestanden zijn daar heel anders dan hier en hij zou te veel leergeld beta len. wanneer hij onmiddellijk zelf zou willen beginnen. Het „bedrijf" ln Canada ls betrekkelijk Hein, al is het over het algemeen wel grooter dan hier. Daardoor hebben boeren zonder kapitaal ook kans in Canada te sla- Ken. Onze landbouwers staan boven aan! De Hol dsche boer heeft in Canada e enu it»tekende m om lijn hek waan- Dat hd nen opmerken. held. Dat heb ik altijd weer kun- De industrie la ln Canada nog wei nig ontwikkeld, ofschoon er voldoen de mineralen behalve steenkolen zijn. Er is ln Canada echter een enor me hoeveelheid electiisohe drijf kracht en electriciteit ls in Canada dan ook zeer goedkoop. Men betaalt er biiv. voor het electrisch licht bijna niets! Waneer men in Canada van de electriciteit voor de industrie kan Drofiteeren, dan is het gemis aan ko len niet erg. De Industrie zal in Car na-da dan ook wel ontwikkelen en in de toekomst zal er in Canada ook voor onze industrie-arbeiders zeker plaats ziin. Wat den Ncderi-anriters in Canada op valt, is het ontza«Iiik aantal auto's. Zooals wii allen oen fiets hebben, heb ben de mënschen in Canada hun auto! Er wordt dan ook zoowel door de federale als de provinciale regeering zeer veel gedaan aan we- Konverbetering. Mijn indruk van de wegen was,, dat zii ook ln het binnenland vrij goed berijdbaar zijn. al word je dan ook wel eens door elkaar gesmeten In het prae-advies van den heer Westerdijk had ik gelezen en zulks was mij vroeger ook meermalen ver teld dat het klimaat in sommige streken van Canada zoodanig is, dat de Hollandsche boeren er niet willen wonen. In de buurt van Manitoba aan de grens'van de Ver. Staten zouden de winters bijv. zóó streng en zóó langdurig zijn, dat de He< lander er niet zou kunnen aarden. Op mijn vraag aan den heer Sandberg, of hij het klimaat geen bezwaar vond voor emigratie van Nederlanders naar Canada, antwoordde hij mij: „Men heeft in Canada alle moge lijke klimaten. U moet niet vergeten, dat Canada grooter is dan de Ver. Staten. Op de V ancouver-eilanden heeft men een klimaat als te Nice. Daar bloeien in Januari de rozen. Britsch Columbia is bekend om zijn gunstig klimaat, al heeft men or ook in de Rocky Mountains de eeuwige sneeuw. In centraal Canada dat is een heel groot gedeelte van Canada heeft men zeer warme zo mers en lange, zeer strenge droge en heldere winters. Zooals bijna ieder in die streken een auto heeft, heeft ook ieder mensch daar een pels. Ik was er in het najaar en to?n was het er niet koud; ik liep er zl 's dikwijls zonder demi. Een eigenaar dige gewoonte in Canada is het, dat men er overal ook in d'e treinen buitenmatig hard stookt, zelfs tot 75 k 78 gr. toe. In de huizen zijn de mensdien dan ook dun gekleed, maar buiten pakken zij zich ter dege in. Het klimaat van Canada acht, ik ze ker geen bezwaar voor Nederlanders om daarheen te emigreeren.Wel moet vertrek in het najaar of in den win ter worden ontraden; het beste tijd stip van vertrek daarheen is eind April of begin MeL" Op mijn vraag, of het landbouw bedrijf in Canada ook als in Zuid- Amerika bijzonder riskant ls, ant woordde de heer Sandberg: „Riskant is het natuurlijk, als overal! Maar toch volstrekt niet als ln Zuid-Amerika. Wel klaagde een Eol- landsche boer in Canada mij over sprinkhanen maar van een „Sprinkhanenplaag" als in Zuid- Amerika is er toch geen sprake. Op merkelijk is het, wat de Canadian Pacific Railway Company doet voor de meerdere bedrijfszekerheid in het landbouwbedrijf door haar irrigatie- werken. De Can. Pac. Railway Gomp. is een enorme maatschappij, die niet alleen haar eigen spoorwegnet, haar stoomvaartlijnen en kolossale hotels heeft, maar ook haar eigen terreinen, die door de irrigatiewerken, bevloei- baar worden gemaakt, waardoor rij niet afhankelijk zijn van langdurige droogte. Zij doet dat natuurlijk lou ter uit een „business "-oogpunt, maai het is zeker, dat Canada niet dank baar genoeg kan wezen voor een maatschappij, die zoo in het alge meen belang arbeidt. Deze maat schappij doet dan ook alles om de immigratie te bevorderen, omdat zij volkomen beseft, dat een goede be bouwing in haar belang is. Nu ik toch over Canada spreek, wil ik het volgende nog opmenken. Bij mij is op mijn reis door Canada de vraag gerezen, of onze handelsre laties met dat land niet meer uitge breid kunnen worden. Wij hebben er dat heb ik herhaaldelijk kunnen constateeren een zeer goeden naam. Nederland heeft door de vahita-mi- sère vele markten vereren. Dit ls rede genoeg om te trachten meer contact met Canada te krijgen. Ik heb dani ook de aandacht gevestigd op de Jaarlijksohe groote landbouwtentoon stelling te Toronto in de provincie Ontario, een van de grootste land bouwtentoonstellingen van de we reld, die gewoonlijk eind Augustus wordt gehouden. Behalve de Ver. Staten heb Ik ook als deelnemers Italië, Zwitserland eh België hooren Doemen. Mij is in Canada de vraag gesteld, of het niet goed zou zijn, alt, Nederland met zijn eigen en koloniale producten op die allerbelangrijkste tentoonstelling vertegenwoordigd werd. Ik meen zeker, dat er In Car nada voor energieke Nederlanders nog zeer veel te doen is." Ten slotte gaf de heer Sandberg mij als zijn meening te kennen, dat het in den tegenwoordigen tijd heï bezwaarlijkst is voor het „in^llect" om buiten Nederland werk te vinden. Voor Jongelui met eindexamen H.B. S. is bijna niete te doen. Voor die moeilijkheid is alleen ln uitzonde ringsgevallen een oplossing te vin den. „Voor deze soort jongelui" zoo zei de heer Sandberg aan het slot van het interview „is het op het oogenblik moeilijker om aan werk te komen dan voor de arbeiders." J. B. SCHUIL. DE TURKSCHE EN DE QUAESTIE DER DUITSCHE SCHADELOOSSTELLING. Te Lausanne worden, nadat er dagen gepraat zijn, zaken gedaan. Het belangrijkste punt van de Woens dag gehouden vergadering der eerste commissie i» geweest de uiteenzetting, door Lord Curzon gegeven, ten aanzien van de geallieerde voorstellen omtrent de toekomstige positie van de zeestra ten en de daarbij geopperde inzichten van de Amerikaansche regeering dooi haar toehoorder Child. De Fransche gedelegeerde Barrêre en de Itaiiaansche gedelegeerde GarTcui betuigden hun instemming met de dooi Lord Curzon medegedeelde voorstel len, die derhalve kunnen worden be schouwd als eenheidsvoorstellen van ós geallieerden. Barrère legde den nadruk op de volmaakte overeenstemming tus schen de geallieerden en gaf te ken nen, dat deze alle mogelijke moeite heb ben gedaan voor de beveiliging van de algemeene wereldbelangen. De geallieerde voorstellen zijn als ilgt De zeestraten zullen bij nacht en bij dag in vredestijd open zijn voor alle koopvaardijschepen en ook open zijn in geval van een oorlog, waarbij Tur kije neutraal is. Wanneer Turkije aan een oorlog deelneemt, zullen de zeestraten open zijn voor alle neutrale handelsschepen, maar met het Turksche recht van visi tatie. 3. In tijd van vrede zullen de zee straten open zijn voor alle oorlogssche pen; hieraan zullen echter verschillen de voorwaarden zijn verbonden. Een van deze is, dat te gcenex tijd een mogend heid een vlootmacht in de Zwarte Zee zal mogen hebben, welker sterkte over treft de vlootmacht aldaar van eenigen oeverstaat. Een andere voorwaarde is. dat, in geval de oeverstatcn mochten besluiten tot dfmilitarisatie van de Zwarte Zee, alsdan geen andere mo gendheid daarheen een vloot zal mo gen zenden van meer dan drie bodems of bestaande uit een tonnenmaat van meer dan 10.000 ton. In tijd van oorlog, waarbij Tur kije neutraal is. zuilen alle oorlogssche pen het recht van doortocht hebben met zekere nader vast te stellen beperkin gen, toe te passen op oorlogsschepen van belligerenten. 5. In tijd van oorlog, waaraan Tur kije deelneemt, zullen de oorlogsschepen van neutrale mogendheden het recht van doortocht hebben. Ter verzekering van den vrijen doortocht zullen zekere zóncs worden vastgesteld en een internationale com missie worden ingesteld voor het be heer van de zeestraten. Een Turksch ge delegeerde zal permanent voorzittei zijn van deze internationale commissie, waarin verder zullen zijn vertegenwoor- digdGroot-Brittannië, Frankrijk, Ita lië, Japan, de Vereenigde Staten van Amerika, Rusland, Roemenië, Bulgarije en Griekenland. w De bijzonderheden van de wijze van benoeming van de commissie en de kwestie, of de Volkenbond al dan niet in de commissie zal worden vertegen woordigd, zullen nader worden over wogen, alsook de positie en de omvang van de te demilitariseeren zone, de aard van die demilitarisatie en de vereischte strijdkrachten om toezicht te houden op de betrokken gebieden. De voorgestelde demüïtarisatie van de Constantinopel-zöae zal dermate wor den geregeld, dat Turkije dcsgewenscht do Tsjataldsja-linie zal kunnen verster ken en van een garnizoen voorzien. Dt Turken zullen een troepenmacht vax 10.000 man in de Constantinopel-zónt! mogen hebben. Turksche juristen zullen worden uitgenoodigd tot besprekingen met de geallieerden ten aanzien van aannemelijke waarborgen voor de ont wapening van de zönes aan beide kan ten van de Thracische grens en van de zeestraten. Lord Curzon legde uit, dal deze voor stellen het resultaat zijn vau een nauw keurig onderzoek en hij drukte de hoop uil, dat zij een basis voor een opiossiag mogen vormen. Voldoende tijd zal wor den gegeven voor de beoordeeling van de voorstellen, terwijl de militaire- en marine-experts van de drie geallieerds mogendheden op een latere zitting van de commissie aanwezig zouden zijn voor het beantwoorden van vragen o.' het geven van nadere uiteenzettingen, die leden van andere delegaties moch ten wenschen, ten einde in staat te zijn zich een oordeel te vormen over <K waaide van het geallieerde schema. Bjj de indiening van de vorenvermel- de voorstellen hield Lord Curzon ee.v rede, waarin hij criiiek oefende op de Russische voorstellen bij monde van Tsjitsjerin ter tafel gebracht. Volgens Lord Curzon strekken deze voorstellen tot de vestiging van bevoorrechte zö-i nes, waar vreemde mogendheden zullen worden buiten gehouden, terwijl binnen die zónes de Russen naar verkiezing zouden kunnen handelen. Hierdoor zou de Zwarte Zee worden herschapen in een Russisch meer, met Turkije al3 trouwe wachter aan de zeestraten. De Amerikaansche gezant Child zei O.sl „Wij kunnen niet voldaan zijn, als onze oorlogsschepen hun vreedzame taax niet mogen vervullen en zich niet mogen begeven daarheen, waar onze burgers, benevens onze bandels- en scheepvaartbelangen zijn." Ismet Pasja, uilgeDOodigd zijn mee. ning te zeggen, vroeg uitstel, ten einde de geallieerde voorstellen te onderzoe ken. Vervolgens verklaarde Tsjitsjerin, dat de Russische delegatie later een gede tailleerd antwoord zal geven. Desniette min gaf de Russische gedelegeerde al vast eenige algemeene opmerkingen. Hij verklaarde o.a. dat hij Turksche controle over de zeestraten minder na- deelig achtte voor den handel, dan in ternationale contróle. Men zag in de algemeene opmerkin gen van Tsjitsjerin een begin van den „terugtocht" der Russen. De quaestie der Duilscho schadeloosstelling. Bij de besprekingen tusschen de Duitsche lijksregecring en de minister, presidenten der verschillende Duitsche landen, werd men het er volkomen ovei eens, dat de op 13 November aan de Commissie van Herstel gezonden nota de basis moet vormen voor de te vol gen politiek en dat door de rijksregee- rinjr niets mag worden nagelalen om bij de tenuitvoerlegging van de nota tot een positief resultaat te komen. Betreffende de kwestie van het Rijn land en de bezette gebieden waren de vertegenwoordigers der verschillende Duitsche landen het allen eens met de verklaringen, welke door den rijkskan selier op 25 November en 3 Decembei zijn afgelegd. Uit Londen wordt gemeld, dat de voorloopige besprekingen der gealli eerde minister-presidenten Zaterdag avond in het departement van Bonar Law zullen aanvangen. Over wordt uit Parijs het volgende gemeld 1 Hoewel de geslotenheid van Poia- caré omtrent zijn eigenlijke plannen de wanhoop pleegt op te wekken van al zijn commentatoren, heeft men nu toch de» indruk gekregen, dat hij te Londen slechts de conferentie van Brussel in hoofdtrekken zou willen voorbereide en de mededeelmg van bijzonderheden der Fransche plannen tot Brussel w:l bewaren. Het doel van dit optreden zcu zijn de wensch, om de Fransche plan nen niet te ontvouwen dan voor dt gadering, waar ook de kleine entente aanwezig is en de vervrachting, dal die p'.aanen meer kans op succes zouden hebben, "wanneer ze niet ineens te Lon den, maar geleidelijk en in verschillen* de étapes werden uiteengeze:. Te Parijs echter is men niet unaniem overtuigd, dat dit optreden het bcsie is en merkt men op dat het allereerste vereischte is, het eens te wot oen mei Engeland. Zonder een dergti: !:- over eenstemming heeft men tocii i.ic-; aan' andere bondgenooteu, die wen schen te kiezen tusschen Londen ra Parijs. Ze zullen zich misschien later met een afzonderlijk optreden vas Frankrijk en Duitschland vercenigca, maar een dergelijk optreden buiten En- geland's instemming nooit bij voorbaat goedkeuren. Daarom oordeelt men te Parijs in sommige rechtsche kringen, dat Poincaré beter zou doen te Londen zich geheel uit te spreken. Pertinax bijvoorbeeld spreekt de meening uit, dat het de allereeistc taak voor Franx- rijk niet is te streven naar een rege. ling der intergealüeerde schulden, he-- geen toch niet mogelijk is zonder Ame- rika's medewerking, noch een ingr-j- pen in Duitschland's aangelegenheden 1 dc financiën te regelen en de aait stabiliseeren, maar druk uit tc ocfe» a op dc Duitsche economische macht het Ruhrgebied eu het Rijnland ea daarvan gebruik te maken om betaling der schadevergoeding te krijgen. Juist omdat het hierbij niet dc minste bij gedachte heeft, kan Frankrijk daarvoor openlijk uitkomen. Van JF.ngelsche en Belgische zijde hoopt men blijkbaar ook, dat Poincard Londen ronduit spreken zal en de Londenscke conferentie daardoor gele genheid zal geven het tusschen dc voor naamste geallieerden eens te worden. De Belgische regeering zou dit zoo es sentieel vinden, dat Tbeunis heeft t<s kennen gegeven, dat hij liever de con ferentie te Brussel niet zou bijeenroe pen dan de kans te loopen dat die uit* ":ep op een Fransch-Engelsch con flict en dat men dus alles eerst te Lon den zorgvuldig afpraten moet. Wat het fond der quaestie betreft, schijnt de Belgische regeering van plan te zijn er zeer op aan te dringen, dat een cven- tueele bezetting van Duitsch gebied in ieder geval door de gezamenlijke geal lieerden ondernomen zal worden en niet alleen van Frankrijk zal uitgaan.- Ciemenceau ovor de „révolte allemande". De „Echo National" bevat ccn arti kel van Clemencenu, voor Amerika be stemd. Hij behandelt er ditmaal dc „ré volte allemande" iD, n.l. het verzet van Duitschland tegen de uitvoering der be palingen van het vredesverdrag. Z. i. heeft Duitschland opzettelijk den koers van de mark doen dalen om in Enge land en Amerika werkloosheid te doen ontstaan. En in dit verband wijst hij er op dat men in Frankrijk zoo lang ge wacht heeft met de leveringen in n-t- tura omdat, hoe men het ook beriep wat Duitschland naar het buitenland le vert of verkoopt, in mindering komt van hetgeen de industrieën der landen, die zijn schuldeischers zijn, leveren. Hij bepleit verder een inbeslagne ming door Duitschland, om althans eia deel van ziin schulden te betalen, van de vreemde deviezen, waarin een groot deel van het vermogen des lands is be legd en stelt de vraag of men den schuldeischers van Duitschland niet een belang zou geven in de groote Duitsche industrieele en financieelo maatregelen. Dit acht hij beter -dan tiet zuiver negatieve kunstmiddel van een Met de internationale leening komt men te laat, meent Ciemenceau. Als men, in plaats van dat ieder zijn eigen weg ging, voortgegaan was me: ge meenschappelijk :e handelen, zou dia leeaing er al in 1920 zijn geweest en zou het vraagstuk der schadeveigoodin- gen niet op de wereld hebben gedru".". Ook ten aanzien der sancties heeft men, naar zijn meening, den tijd laten voorbijgaan. Scherp laat Ciemenceau zich uit over wat bij noemt „la crise de volonié chcz les alliés", waarmee hij bedoelt dat de geallieerden in de sedert 1920 gehou den conferenties slechts in staat zijn geweest tot improvisaties even spoedig ter zijde gesteld als uitgewerkt, en 10: besluiten, die meer kwaad dan goed deden tot zelfs aan Duitschland. Nu eens is de Commissie van Herstel al machtig. dan weer wordt zij :n voogdij schap gehouden en veroordeeld tot tin rol van een orgaan, dat slechts heeft constateeren. Ten slo>te waarschuwt de schrijver tegen mercantiele overwegingen, die maar al te vaak de geheime motieven zijn van gevaarlijke houdingen, welke worden aangenomen. In dit verband gewaagt hij van de huidige „course at» pétTole" en hij waarschuwt tegen het imperialisme van het goud, dat bet wer kelijks imperialisme dreigt te worden. Verspreid nieuws, DE IERSCHE QUAESTIE. Duizenden pakjes geweer- en rcvol- verpatronen en ontplofbare stoffen, blijkbaar bestemd voor dc lersciie op standelingen, zijn te Liverpool in be slag genomen, verborgen in vaatjes stopverf. Een andere zending, bestaan de uit 12000 revolverpatronen, werd ge vonden ia een lading veevoeder, be stemd voor lerlaril. Feuilleton (Geautoriseerde veria line uit het Engeisch.) (Nadruk verboden.) *3) HOOFDSTUK XLIX. Een nachtelijke tocht. Met zijn kin in zijn hand stond do majoor naar het verweerde hekje te kijken, dat een eindje van den wee af etorid tusschen liooge heggen en in de schaduw van een grootsten boom, de planken waren krom en vergaan van ouderdom en den invloed van het weer, en in den tijd dat het daar ge staan had, hadden heel wat minnen de paartjes op die plek elkaar gekust en trouw gezworen, maar niemand had ooit met meer ongeduld daar ge wacht of aandachtiger geluisterd iiaar naderende voetstappen, dan ma joor John d'Arcy, hoewel hii daar pchijnbanr heel rustig en bedaard stond en bij het licht van de opko mende maan ernstig naar het bouw vallige hek keek. Hier had hij haar in zijn armen gehouden, toen de dag aanbrak, en haar gekust en vanavond. De majoor legde zijn hand op het hek en liet hem daar rusten. Terwijl hij daar stond begon hij tc droomen over het eeuwige wonder dat Liefde heet eu vanavond „En daarom, John. moet je mij morgenavond om half tien ontmoeten bij ons hekje waar wij de zon heb ben zien opgaan.en daar zal al je twijfel en angst vergaan en verdwij nen voor altijd en eeuwig en ik denk dat je nog meer dan vroeger van mij houden zult. Dus kom daar, John, om half tien, maar geen oogenblik vroeger -en blijf niet weg, ter wille van mij en ter wille van jou en ter wille van onze liefde". „Wat herinnerde hij zich deze re gels. die hij zoo vaak gelezen had. goed hii kende Iedere lïin en krul van de lettere uit rijn hoofd. Heel in de verte sloeg do kerkklok negen tiurl Nog een half uur wach ten! II ij was vroeger dan hij ge dacht had. De majoor zuchtte en leun de op het hekje en staarde naar de opkomende maan. Nog eon half uur en dan „Dus kom daar, John, om half tien. maai geen oogenhlik vroeger". „En waarom eigenlijk niet?" dacht hij. Was dat ter wille van hem, of...'? Hij fronste dc wenkbrauwen en werd een beetje onrustig, hij ging weer j rechtop staan, draaide zich half om j eu wilde wat gaart wandelen tot ae afgesproken tijd was aangebroken j toen luisterde hij plotseling ingespan- I nen. I Het was warm en erg stil, zoodat men alle geluiden ver hoorde, en zoo i ving hij ieis op wat zijn geoefende ooren oinntuvielhik herkenden als Let geluid van paardenhoeven in galop. Verbaasd liep hij door tot hij, vlak bij den hoogen heg staande, een heel eind van den weg kon zien in het licht van de maan, na eenige oogeu- blikken zag hij twee ruiters aanko men, blijkbaar reizenden, die vlak bij elkaar reden, niettegenstaande hun groote snelheid. Als door een instinct gedreven gine de majoor achteruit in de schaduw en stond weer bij het hek toen hij schrok en zich vlug omdraai de boven het doffe geluid van de hoeven uit had hij iemand hooren lachen, min of mcor lui eu kwijnend; <3e majoor balde de vuisten, bleef in de schaduw staan en sloeg de nade rende ruitere aandachtig gade. Toen ze diohter bii kwamen, zag hij dat een van de twee een vrouw- was; teen ze nog dichter bij kwamen herkende hij het bleeke gezicht van Dalroyd; snel kwamen zo aanrijden de ma joor hield plotseling zijn aderu in, want onder de wijd© kap van den damesmantel zag hij een fijn gezichtje omlijst door glazende zwarte krullen het mooie profiel, do lange wimpers, het mondje, hel gezichtje van Betty zelf. ,J)us zoo kwam zo naar hem toe! Nu..." hij ceeu aarzelend een stap vooruit Maar kwam ze eigoultjk wel naar hem toe? Ze bleef met dezelfde snelheid doorrijden; nog twaalf me- j ter nog zes! Kwam ze daar volgens j haar afspraak met hem? Neen!" Voor I het eerst in zijn heele leven verloor de majoor allo zelfbeheersching, liij I werd razend; een zwaard had hij niet bij zich, maar, niet in staat zich te bedwingen, sprong hij ongewapend op Dalrovd'a paard af. Een kreet, verbaasde uitroepen, verward ge stamp en gesteiger van de angstige paarden toen groep Dalroyd een van zijn pistolen en richtte het op zijn tegenstander, dien hij maar vaag kon zien, maar terwijl hij den trek ker overhaalde kreeg hij een klap te gen zijn arm zoodat het ecliot in de lucht afging. Toen gaf Dalroyd ziin steigerende paard de sporen en ruk to zich los 011 dc majoor, die een trap van liet dier ltrcog, viel ln den grep pel. Toen hij tenslotte .weer overeind kwam was het paar bijna uit het ge zicht verdwenen. „Zoo was het d'ArcyI" zei Dal royd, oen beetje buiten adem, terwijl hij zijn pistool weer in het foudraal deed. Liefste, het is een opluchting voor mo dat ik het weet, ik uacht aat hetzoo. was het d'Arcy, anno ke- reL ,,0 Betty, nu je eindelijk van mij bent beb Lk haast medelijden met den etumper hij aanbod je, Betty, jij, em en al leven en liefde. Jo zou in hetn als minnaar niet veel beha gen geschept hebben, lieveling, hij is een dwaas en zou je dol gemankt hebben met zijn ernst en degelijkheid. Maar ik, Betty Dalroyd zweeg plotseling, keek achterom en reed een paar minuten door met het hoofd scheef, alsof hij gespannen luisterd» „Hoorde je ook iete, Betty? Paar dengetrappel?" „Neen, heusch niet!" klonk een stem die gesmoord werd in den man tel. „Mooi!" Toen begon Dalroyd aan een lang verhaal ovor zijn clgon deugden als minnaar, maar hij keek Hok eenige malen achterom en luister de af en toe. „Ja, Betty, het is wel goed dnt je voortaan in Parijs wilt "Wonen, want het is noodig dat ik F.ngelond Cfii poosje verlaat. Ik lieb een paar maan den geleden iemand beleedtgd, be laas, en verleden week beging dia kerel do domheid om te stenen en daarom moot Ik nu een poosj> naar Frankrijk, maar met jou zui het oen waar paradijs zijn! Dalroyd wildo de hand van hot meisje grij pen. maar terwijl hij dit deed, keef: hij weer achterom en begon onmid dellijk daarna ziin pistool weer 10 Ia den. „Het was dwaa» van je brot r om een anderen weg je kiezen, Betty overal onderweg hel) ik nieuwe paar den besteld en er ligt in een afgele- een baai een logger op ons te wach ten. Ate hij nn eens te laat komt „We moeten op hom wachten", zei Betty. „Ja, we zullen nen poosje wachten, hoewel het vrees- lijk is voor iemand, die zoo ongeduldic- i* als ik. Morgen ochtend moeten we in Boulogne aan komen en in Boulogne zul jc met m© trouwen, en IteJty keerde 2ich om en keek den I langen weg af. i „Hoor je wat Dcfty een paard?" F-', meisje schudde hot hoofd, maar jr. 11 werd Dalroyd stU en reed voor- I rich'.ig verder. (Wordt rcrvolg.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5