HAARLERfi'S DAGBIAD Van onzen reizenden Redacteur De Franschen te Essen. Buiteniandsch Overzicht Onze laclibook Bulten de Wet MAANDAG 15 JANUARI 1923 TWEEDE BLAH (Niouwe reeks.) No. 124 IL Wanneer ik. terug nu van mijn tocht naar iet Roergebied, mijn her inneringen de revue laat passeoren, dringt telkens in miin gedacateu het bogenbUk naar voren, waarop Lk de Franschen aan de et ren s van Essen en Breiend voor het eerst heb gezien. Wii wisten, dat de troepon uit de rioh. ting Kettwie naar Essen zouden op rukken on daarom was ik tegen 9 uur met een auto de etad uitgereden om de Franschen zoo ver mogelijk tege moet te gaan. liet was op een drie sprong voor een kleine „conditorei" dat mijn chauffeur stopte. „Hier moeten zii zeker langs ko men zei kit me. Ik lietaald© den man on vroeg hem te wachtenmisschien zou ik zijn hulp dadelijk nog noodtg hebben. De breede straatweg lag leeg en verlaten daar voor mij. Aan nieis was het merkbaar, dat misschien binnen een uur Franschfi troepen hier langs zouden trekken op weg naar het Roergebied, een gebeurtenis toch, die straks, als zijnde van „wereld betee- kenis', naar alle hoeken der aarde zou .worden geseind. Iii do conditores' wist men mij mets Va'j de Franschen te verteilen. „De Franschen i Komen die hier langs? Weet er niets van!" was het antwoord van den wel hc©l ormooze ion bakker. Maai nauwelijks had hij bet gezegd of ik zie mijn chauffeur in -azende vaart in de richting van JLc-en verdwijnen. ..Hallo, de Franzosenroept het 'dochtertje van den bakker verschrikt. Ik hoor het klik, klik, klik,.... iuik, klik. klikklik, klik klik van paar denhoeven op de straatsteenen e« zie vier cavaleristen, hun lichamen over de ha-zen hunner paarden gebogen, voorbij sraloopeerem Dan op eens twee •pantserauto'sZocats ze daar aan komen niden, doen ze met hun drie venijnig dreigend uit de schiet gaten naar buiten stekende mitrarl- leurloopon aan snei bewegende roiniatuur-fortjes denken. Geheimzin- mis. spookachtig rollen ze aan Ja ziet geen bestuurder, geen bedienings- tnanschappen, je ziet alleen maar dat voortsnellende lugubere koepelf ort je Op hetzelfde oogonblik begrijp ik, .waarom mijn chauffeur cr zoo •plot seling van door is gegaan. „Die Franzosen!" roept de bakker tiaar achteren en van alle kanten ver schijnen bijna op hetzelfde oogonblik de bakkorswrouw. de bakkersknecht en de bakkerskinderer». Even later sta ik op de stoep van He conditorei. Een twintig cavaleris ten, do sabels getrokken, komen recht op ons huis aanrijden, „De weg naar Steel©?" vraagt mij jiu een officier in het Dudtsch. en met ziin kaart wijst hij in de richting yan den zijweg. ..Ja, ia. Steeie!" antwoordt gedien stig oe bakker, die nu achter mii in ziih deur staat. De officier heeft zijn hand in ae hoogte; de cavaleristen staan stil. Eon ordonnans rijdt in ren terug. In vliegende vaart snorren nu vier pant ser-auto's mij voorbijeen zwarte poedel vliegt jankond tueschen de been en van. een paard, dat vorsclirikt op zij springt. Dan zie ik een breede gulp bloed vloeien op den grond de auto heeft het arme dier zijn linker flank opengereten. Het is als een Oorlogsvisioen, dat daar langs mijn ©ogen trekt en plots wordt het mij klaar, hoe ik nu getuige ben van een stukje geschieden is. dat voor de heeie wereld groote gevolgen zal hebben. Dan op eens wat klinkt dat Vreemd op dit moment! het tinke len van een gewone trambel! Om den hoek van den weg komt goodig een gele, vieze tramwagen aanrijden. De conducteur en de passag'crs kijken nieuwsgierig naar de gehelmde blau we ruiters, die nog f.teeds voor onze conditorei staan. Hoe verbreekt dis tramwagen onverwachts bij mij de il lusie W eg is het oorlogsbeeld I En te gelijk zie ik het tragl-komische van heel dit geval, van dien opmarsch met getrokken sabels en gepantserde auto's in dit arbeidzame, vreedzame land, waar niemand aan tegenstand denkt! Don Quichotte, die vecht tegen .■windmolens Een heel escadron draaft aan om den hoek, een auto met ver Fransche officioren volgt. Heel het ocrlogsvi- moen is dank zij de „electrische" en de trambel, die al maar goedig doortinkelt een eenvoudig manoeu- yre-beeld geworden. Nog even blijft het escadron voor onze conditorei istaan, dan klink het commando „en avant!" en de Fransche cavaleristen galoppeeren voorafgegaan door de pantserauto's verder, in de richting van Steele. De bakkersfamiiie en ik zijn met enkele Journalisten, die de cavalerie volgen, de eenige getuigen van dit overschrijden van de grens van Essen door de vooi hoede der Franeoho troepen ge,veest. H&ri in de verte zie ik mijn cnauffe.ui naast zijn auto sta..«. Ik wenk hem, aJs een par- Iumentair, met een witten zakdoek; langzaam komt hij terugrijden. „Waarom ben je v.eggerodcn 2" „Nanu, je kon toch nooit weten Ze zagen er zoo gevaarlijk uit! Als ze mijn auto nemen, dan ben ik ge sjochten!" lachte de man. Toen reed hij mij vlug naar de stad terug en 10 minuten later kon ik u reeds het benent seinen, dat ik de Franschen de grens van Essen had zien paeseeren. Ach, als de tram er nu maar niet bij was geweest met die illusie-storende tingelende bei, dan had ik mij misschien enkele minuten van mijn leven eent. we; kei ijk „oor logscorrespondent" gevoeld. Dit eerste optreden der Franschen leek vrij oorlogszuchtig. Waren de Franschen werkelijk bevreesd voor te genstand? Vertrouwde men de naar men zegt, vrij lastige W estfaalscl bevolking niet? Of wilde men bij zijn eerste verschijning toonen, dat het heilige ernst was? Een oorlogsdaad in vollen vrede, dat was de indruk, dien ik wel zeer sterk ran dit eerste binnenrukken in net Roergebied heb gekregen. Later bij uen intocht te Es sen was het heel anders. Daar in de volle 6traten, tusschcn de vijfdubbe le rijen van rustig toeziend o toe schouwers, leek alles z^o heet anders, ondanks de volledige corlogsuitrus- ting der troepen, i'oen waren voor mij „troepen op manoeuvre", die een stad doortrokken, toen was ei niets meer over van liet strijdbare op- ticden met getrokken sabels van eenige uren geleden Jaar op den ver laten straatweg bij Bredenei. Maar voor al die huizonde Duitschers was deze intocht daarom niet minder ern stig en minder dreigend. De bezetting van Essen is zeer kalm en rustig verloopen en inciden ten heibbcn er zich in het geheel niet bij voorgedaan. Op do „Rathaus- piatz" was ik toevallig getuige van de liomst der eerste Franschen in hot centrum der stad. liet was ongeveer half één; ik was mij even gaan mel den bij de politie, toen ik terugkee- rend oen peloton cavalerie het plein van het raadhuis zag oprijden, commandeerende luitenant sprong van zijn paard en het was, of het toeval mij daarvoor telkens had aan gewezen stevende regelrecht op mij „Das Rathaus?" vroeg hij me. Ik moest weer mijn schouders op halen en antwoorden, dat ik het niet wist. De jonge officier liep door en ging daarop het stadhuis binnen, maar een oude Duitsciier naderde mij, klopte mij op mijn arm en zei plech tig: „Dat is heel tlirik geantwoord! Zoo moesten alle goede Duitschers dcon 1" Daar was ik dus, geheel buiten mijn wil, op eens tot „goeden Dutte scber" gepromoveerd. Een journalist moet trachten, de in drukken, die hu krijgt, zoo zuiver en eerlijk mogelijk weer te geven. Daar voor wordt hij toch in de eerste plaats uilgezondon. En dan moet ik zeggen, dat het optreden der Fransche mili tairen in Essen en ook in de andere steden, die ik Vrijdag bezocht c-ver het algemeen sympathiek was. Men liet alles na, wat de bevolking maar èeftlgezins kon prikkelen. In deze da gen, nu op de Franschen van vele zij den zoo ernstige kritiek wordt gele verd, mag het wol eens met nadruk naar voren worden gebracht, dat de troepen, die met de uitvoering van de bevelen der Fransche regeering be last waren, zich hiervan op de meest correcte en tactvolle wijze hebben ge kweten. Blijkbaar was van hooger- hand do prder uitgegeven om zoo be zadigd en kalm mogelijk op to treden. De Fransche troepen deden hun plicht maar trachtten dezen opmarsch den Duitechers niet onnoodig pijnlijk te maken. Het was niet zooals inder tijd te Frankfort en Dtisseldorf een „triomfale zegetocht" met vliegende vaandels cn muziek. Stil, zonder trom potgeschal. trokken de troepen door do stad. Ik heb nergens ln die dagen één signaal zelfs gehoord. De houding der Franschen was zelfs Duitschers - hebben mij 3al loegegcveïi bnder ae gegeven omstandigheden sympa thiek. Het viel my telkens op, hoe waar dig en flink de poilu's. die op schild wacht stonden soms tusschen een hen nieuwsgierig aangapende menig te hun plicht deden. Jk denk weer aan den kleinen soldaat op het sta- érhausen, die, zijn geweer op den schouder met vluggen pas tel kens heen en weer liep /onder zich iets van de menschen om zich heen aan te trekken. Er was niets uitda gends in heel zijn optreden. En zoo was hot overal, waar ik Fransche sol- laten zag. In de hal van het postkan toor te Essen werd een Fransche wacht van acht man, die rustig od een bank zat, vrij brutaal aangegaapt door een twintig hmuerh;k opdrin- genda jongens en. geen van de Fran sche dacht er zelfs aan één woord te gen oeze lastposten to zeggen. De Franschen rookten hun sigaretten, geeuwden en verveelden zich en de den, of er geen Duitsche jongens be stonden. Een zaalwachter moest ton slotte komen om de nieuwsgierige bende uit de hal te verdwijnen. in het sta-dje j»orst nopen twee in- speeteorende generaals door de straat met als gevolg.... een tiental groeze lige, Vieze straatkinderen en ik heb hun zelfs geen toeken aan hun ordon nansen zien geven om dezo kinderen vrat op een afstand te honden. Waar do generaals liepen, ging het gevolg van de op hun hoofdjes krabbende kin deren mee. Keen, agressief of aan matigend was het optreden der Fran schen allerminst. En nu het Duitsche publiek? Wan neer ik denk aa;, de brullende rede voering bij het Kaiser Wilhelm Denk mal en aan de zoo toegejuichte woor den van Dr. Keiler in de protestver- gaclering van den vorigen avond, moet beri gemaakt, wanneer de intocht der troepen door '.eega straten hadde piaats gehad I Dit zou een protect, rijn geweest van oneindig groot», kracht dan het luiae zingen van „Die Wacht ani Rhein"' cn het schreeuwen van „Nieder die Franzosen! Rache RacheWeg mot de Franschen Wraak I Wraak op den avond vóór de bezetting. En wat was er merkbaar van de stille verachting, die uit aller blikken re lezen moest zijn, van het ostentatief den vijand den rug toekeeren, het blootshoofds loopen door de stad? Kietel Er was alleen een o. zeer begrijpelijke nieuwsgierigheid I Es sen hoeft nooit garnizoen gehad en al dit militair gedoe was voor de Esso- naars naar deze elementen te bcoordce het- overvol in de straten en aan niets bemerkte mon, dat het een „rouwdag1' was voor deze stad. In de café's stond het publiek met do neuzen tegen de ruiten om de Franschen te zien binnentrokken. Men praatte min cf meer schamper over de „militaire komedie", maar in belee- cigende termen hoorde ik niemand om mij heen zich ©ver do Fransche mili tairen uiten. Over het algemeen toon den zij veel belcngstellicg en soms zelf3 bewondering voor do uitrus ting der troepen. Katuurlijk waren er op straat ook eenige helden, die vóór de komst der Franschen tegen ons, vreemdelingen, zeer braai optraden men dwong zelfs enkele journalisten hun passen te laten zien en riep mij o.a. toe„Hier wordt alleen maar Duïtsch geschre ven"' doch dezo napperen zwegen onmiddellijk, zoodra de neus van net eersto Fransche naard zichtbaar werd. Het zou heel onbillijk zijn do Esse- naar naar deze elementen te hcoordee- len. Met genoegen constateerde ik, dat het- optreden van dit soort natio- .k zeggen, dat de houding der bcvol-jnaal voelende Duitschers trouwens king mij niet is meegevallen- Welk door velen luide veroordeeld werd. een groote indruk zou het op de Fran- schen en op heel do wereld heb-h. o^HulL- EEN PROTjESTREDE VAN DEN DUITSCHE?! RIJKSKANSELIER. DE RIJKSDAG NAM DAARNA EEN MOTIE AAN OM TEGEN DE FRAN SCHE POLITIEK TE PROTESTEEREN. DE FRANSCHE MIJNINGENIEURS KWAMEN MET DE MIJNOIREC- TIES UIT HET ROERCcDIEO OVEREEN, DAT DE Si EEK KOLEN AAN FRANKRIJK CELEVERO ZULLEN WORDEN TECEN CONTANTE BETALINC. EEN INCIDENT TE STEELE. EEN FRANSCHE VLAG DOOR DE PROTESTEERENDE BEVOLKING NEERGEHAALD. Zaterdag hield de Duitsche Rijksdag een protestbijeankomst, Er was groote belangstelling, de tri bunes waren dicht bezet. Alles wees op ccn belangrijke zitting. De voorzitter. Lobe, hield de openings rede, waarin hij ia de eerste piaats de vermaning richtte tot de landslieden, die door den militairen gewcldmaat: gel van Frankrijk worden getroffen, standvastig en trouw cn met trots waardigheid pal tc staan. Hij verklaar de dat deze slag, die toegebracht wordt aan den vrede van een land, aan de kcid en het recht zijner bewoners, niet alleen heilzame gevolgen zal hebben voor Duitscbland, maar voor allen die een rustige Ontwikkeling wenschen, cn de meest noodlottige gevolgen met zich zal brengen voor de gemeenschap. Daarna hield de rijkskanselier dr. Cuno zijn rede. Hij verklaarde o.a. Deze gewapende inval is ondernomen tegenover een volk en een land, hetwelk zijn otnwapening heeft doorgevoerd ca vreedzamen arbeid nastreeft ca er met aan denken kan of er aan heeft ge dacht aan de Fransch-Belgische legers met ook maar dén man of één geweer tegenioot te trekken. Het Duitsche volk heeft eerlijke pogingen in het werk ge steld, de voorwaarden van het vredes verdrag lot aan de uiterste grenzen van zijn prestatievermogen te vervullen. Ik vraag daarom aan de wereld, of ooit een volk meer heeft gepresteerd en meer heeft kunnen presteeren dan het onze, dat 4 jaar lang van het wereldverkeer was geïsoleerd en door de nooden die het gevolg van den oorlog rijn geweest, ontzenuwd en krachteloos is geworden. Hoe kan daarom Poincaré in zijn in de Fransche Kamer gehouden rede ver klaren, dat hij niet meer op de valsche belofte van Duitscbland kan ingaan? Do rijkskanselier gaf dan een uiteen zetting van de verschillende door Duitscbland gedane doch door Frank rijk niet erkende pogingen voor de door voering van het aanbod, vervat ia de nota van 14 December 1922. Duitscbland vervolgde de rijks kanselier heeft in economisch en politiek opzicht alles willen doen om de schadeloosstelling te betalen. De Fran sche regcering heeft zich echter bij de door haar genomen maatregelen op een tandpunt gesteld cat uitsluitend op een machtspolitiek gebaseerd. (Levendige bijval.) Voor onze beweerde tekortschieting do levering van mijnhout en telegraaf palen onderneemt Poincaxd een mili- laire actie, die enorme kosten met zich zal meebrengen en op de meest ingrij pende wijze ce middelen die voor ct schadeloosstelling noodtg zijn zal op- eischen vor onproductieve doeleinden. De woorden van Poincaré kunnen ons niet de werkelijkheid omtrent de Fran sche wapens cn soldaten verbergen. Na de argumenten, die door Poincaré voor zijn houding zijn aangevoerd, hebben gecritisecrd, veiklaaide de rijks kanselier: „Het sraat vast dat het. recht en hc: vredesverdrag door het oprukken der Fransche troepen in het Roergebied zijn geschonden. (Levendige bijval bij de meerderheid van het Huis.) De Duitsche regcering laat daarom tegen de gewelddaad, die hierdoor een weerloos volk wordt aangedaan, tegen over de gebefte wereld een plechtig pro test hooren. (Levendige bijval.) Hij richtte tot act Fransche volk den raa:iGaat niet verder en herstelt het onrecht, hetwelk gij tegen ons hebt be gaan, anders zult gijzelf en uwe nazaten de gevolgen daarvan dragen." Met uitzondering van de communis ten hadden alle afgevaardigden rich van hun zetels verheven. Zij toonden lnide bun instemming met de afgelegde ver klaringen. Vervolgens jegdc de rijkskanselier dr. Cuno een verklaring- af nopens de bezet ting van het Roergebied. Hij gaf een schildering ran het binnentrekken van het Fransche en Belgische bezettingsle ger in het Roergebied. Door de meerder heid van den Rijksdag werden hierbij herhaaldelijk en luide teekenen van af keuring gegeven. Ons volk kan zich tegen die geweld daad niet verweren, doch het zal zich niet voor deze verdragsbreuk buigen, of, zooals ons werd voorgesteld, medewerken de doorvoering van de Fransche plannen. (Levendige bijval.) De verantwoordelijkheid voor de ge volgen, die door deze daad zullen ont staan, valt alleen terug op de regee ringen, die het bevel voor hel oprukken hebben gegeven. Zoolang deze toestand, tegen het vredsverdrag indrulscht, zal blijven beslaan, zal niemand van het Duitsche volk een hand uitsteken om VERTROUWEN IN DE GENEES KUNDE.' Een man had op straat een toeval gekregen en werd in allerijl naar een ziekenhuis vervoerd. Toen' men hem daar zijn jas uitdeed werd aan de binnenzijde daarvan de volgende mts dede>eJing op een met spelden aan de voering bevestigd stuk papier geron nen „Dit is een gewoon toeval, geen blindedarmontsteking. Mijn blinde darm is reeds twee keer verwijderd-" Kantoorbediende: (tot p.-y- troon»Meneor. ik ben tot de ontdek king gekomen, dat sedert ik getrouwd ben, <wiin salaris ntet meer voeldoen- de is. Patroon (m- een zucht): Jij nent de eerste nisi. die tot die ont dekking gekomen Is! aan de uitvoering van 3e Fransche n regelen mede te werken. Du.gene, wat wh uiterlijk tegenover het geweld kun nen plaatsen is weliswaar bitter weinig, doch wat wij innerlijk daartegenover kunnen en moeten stellen, is meer. Het is de wil en het voornemen, de eenheid van het rijk onverbreekbaar te handha ven. De andere volken zullen moeten er kennen, dat vrede en verzoening niet kunnen gecijen, wanneer hier 't geweld over het recht zegeviert. ik richt geen oproep tot de andere volken, want ik weet dat thans meer dan ooit het lot der volken en naties door onverbiddelijke problemen van eigenbelang wordt beslist. Het gaat bij deze actie van de Fransche regeering dan ook niet om de eigenlijke kwestie der schadevergoeding, doch om de reeds door Lodewijk XIV begonnen en door diens republikeinsche opvolgers voortge zette Fransche exoansiepolitiek, welke ten doel heeft het Rijnland voor goed van Duitschland los te scheuren. Ten slotte gaf de rijkskanselier aan alle Duit schers den dringenden en nadrukkelijk ken raad, te trachten om ook dezen toe stand tc doorstaan. Hij spoorde aan tot bezonnenheid en sloot zijn rede met de woorden „Wij voelen ons als de dra gers van een recht, dat niet 2al vallen. Onrecht, nood «n ontbering is heden on., deel. Rechtsvxijheid cn vrede zal steeds ons doel zijn, eensgezindheid de weg dien wij zullen volgen." (Stormachtige bijval en applaus bij de meerderheid van den Rijksdag.) Een door de communisten ingediende motie van wantrouwen werd eerst ver worpen, en daarna is bij hoofdelijke stemming met 2S3 tegen 12 stemmen en 16 onthoudingen de volgende motie aan genomen. welke door Mant (Centrum) was ingediend „De Rijksdag protesteert plechtig te gen de inbreuk op het recht cn het vre desverdrag, welke de gewelddadige be tting van het Roergebied voimt. Dc Rijksdag zal ce regcering bij alle door haar diens'baar geachte middelen tot vastberaden afwering van deze ge- welddaad met alle krachten steunen." De Duitschers hebben bun standpunt om geen kolen meer aan Frankrijk te leveren, verlaten. Er zullen hedan aan Frankrijk en België geleverd werden, maar tegen contante beta ling. Omtrent een Zaterdag gehouden bij eenkomst van de Fransche Ingenieurs de Duitsche mijneigenaars worden de volgende bijzonderheden genicia De bijeenkomst werd gepresideerd door den leider der Fransche ingenieurs- missie Coste; behalve de Fransdie, na men ock Belgische ingenieurs aan de bijeenkomst deel Van Duitsche zijde wa ren. twaalf mijn directies vertegenwoor digd, zoowel uit het gebied rechts als links van den Rija. De heer Coste begon met inlichtingen te vragen omtrent de reden van de stop zetting der kolenlevering De Duitschers antwoordden, dat zij als Duitschers ver plicht waren, het „Kohlenwirtschaftsge- setz" na te leven, en van die verplich ting door geen dwangmiddelen konden worden ontslagen. En de rijkfregeenng bad nu eenmaal besloten, de levering stop te zetten. Na ceze verklaring, die meer een po litiek karakter droeg, ging dc crer Coste over tor het stellen van vragen van ec> nomlschen aard De Duitsche mijneigenaars deelden ter beantwoording van die vr..gen mede, dat rij de levering der z.s. „schaccver- goedingskolen" niet machten hervatten, doch bereid waren, met de Franschen en Belgen te onderhandelen over den ver koop tegen «yatan'e betaling van steen kolen uit de Roermijncn. Dit was dus een voorstel van zuiver commercieelen aard, en week geheel af van de vroegere regeling, waarbij het Fransche rijk dc aan de geallieerden geleverde kolen aan de rr.ijneigena2is betaalde, en de geal lieerden het bedrag van het geleverd* eenvoudig afschreven van de rekening der schadevergoeding Om duidelijker te zijn; de mijneigenaars beschouwen Frankrijk als een nieuwen klant, waar aan zij tegen contants betaling willen le veren, elke mijneigenaar op richze'.f. daar het Kohlensyndikat, dat hen om vatte en vertegenwoordigde, naar Ham burg is verplaatst. De Franschen verklaarden zicmh hier- bij wel tc kunnen aansluiten, wat dc le vering tegen baar betrof, doch herin nerden er aan, dat de bevelvoerende ge neraal gelast had, dat Maandag dc leve ringen zouden worden hervat en dat ce achterstallige leveringen zouden wor den ingehaald De Duitschers betoogden, dat dit laat ste absoluut onmogelijk was. Tenslotte namen de F'-ansclien ge noegen met de Duitsche voorstellen. Heden, Maandag, vangen dus de onderhandelingen aan tusschen dej be zet;:ngsautorlteiten. Fransche missie en de verschillende mijnen elk voor zich. Het is natuur- :i> mogelijk, lat zich daarbij op nieuw moeilijkheden voordoen, doch aan Duitsche, zoowel a!s aan Fran sche zijde is men te dien aanzien zeer optimistisch gesteand. Het blijft nog de vraag, of de rijk». koJencommissaris zich met de over eenkomst zal vereenifeim. Op eon vraag van" de journalisten aan den Franschen commandant, welke hoeveelheden koien de Fran schen zullen oischen, antwoordde hij: De hoeveeelhd.en, genoemd door de aatste cijfers van net verdrag van Versailles. Tenslotte dooide hij' mede, dat de industrieën ni<* in m>t minst in haar oedrijf zullen worden gestoord. Bemiddeling van den Volken bond Ingeroopon? Het bestuur der Zwitsersche socia listische partij neeft tot den Bonds raad een boodschap gericht, waarin de aandacht van dat lichaam geve», tigd wordt op den teiugsiag van da sancilepolitiek :n het Roerbeklen op den toestand in do neutrale staten. Het bestuur vraagt mi vervulling van de beloften, gedaan bi; de discussie over de toetreding vau Zri'serlsnd u<i uen Volkenbond ter hanlhaving vnn cicn wereldvrede, overeenkomstig "tt. 11 van het Bondstaiujt. De „Basler Nachricntcn verwacht* at .10 Bondraad in z.jn zitting den toestand zal bespreken, speciaal da kansen van eventueelo stappen der Zwitsersciio regeermg b;j het secieta- r.aat van den Volkenbond ten behoe- ve van interventie van den Bond. De cfflcleele moenlng van Amerika. in officieele kringen te Washington hcopt men, dat zoowel in Frankruk w.- in D'utechland de kritieke toestand welke is ontstaan door de bezetting van het Roergebied, kalm onder c. oogen zullen zien. Men is van meening, dat ten slottë 00:de ancien het den besten weg zul- l?n vinden, om het principe van Hngries voorstel, Je bijeeiirocping van een commissie van internationale financiers, voor het ontwerpen van een oplossing der schadeloosstellings- kwestie, aan to nemen. Nog verdere uitbrelèlng der bezetting. He; volgvv.de doel der bezettings troepen is Ilerne. Na de haven van Gelsmkirchen is thans ook Gelsen- kirchen-13isma.rk bezet. In Gelsenkir- chcn zelf zijn talrijk© eskadrons ca valerie binnengerukt. Alleen het sta tion van Gelsenkircheoi is toi dusver neg niet bezet. Ook Lochum is tot nu tce nox niet bezet. Zaterdag trokken verschillende kleine tioepenaföeelin- gen door Boclinm. Het douancbureau te Bochum is met het oog op de aan staande bezetting verplaatst. Een Incident. In ae plaats Steele, welke door de Franschen Is bezet, beef: een Incident plaats gehad. Een Fransche vlag, dio door de bezettingstroepen was geho- scken, werd reeds na een uur neerge haald cn vernield. Do burgenieeivï?? heeft aan den commandant der Fran sche troepen zijn verontschuldigingen aangeboden c-n een proclamatie aan de bevoiking doen aanplakken, waar in hij waarschuwt voor excessen. De rouwdag. Heden zal in het bezette gebied doof de mijnwerkers een proteststaking ar. eon half uur worden gehcuden. De kerkklokken zullen luiden en er il een algemeone stilte van twee mi nuten zijn. De bezettingsautoriteiten te Wiesbaden en Spiers hebben verbo oen, dat ter gelegenheid van den treurdag de vlaggen halfstok worden geheechen. Tegen het halfstok hijschen van de vlaggen te Keulen zijn geen bezwaren geopperd van de zijde der Engclsche Feuilleton Naar het Engelsch van GEORGE SURREY. (Geautoriseerde vertaling). 23) „Ln een kerel met zulk een uit- hoüuingevermogen leidt oen derge lijk leven", mompelde lleweltt ver baasd, naar het gehavende gezicht kij kend. Het speet hem niet dat het gevecht ivoorbij was. fKj rustte eerst eens flink uit, toen Atond hij met moeite op en ging langzaam naar het beekje toe. Na zijn terugkeer voelde hij zich heel wat. beter en hij droeg zijn eiren en GrasitU) t hoed, gevuld met water, in de handen. Een uur later lagen de tegansttm- der», die er nu weer een beetje toon baar uitzagen elk aan den kant van een groot vuur rustig te rooken. Eten hadden ze nog niet gedaan, dat zou te pijnlijk geweest zijn, mr.ar wel dronken ze heiden met smaak de door Hewoitt gezette koffie. Zij vonden het beiden maar beter 7.00 weinig moge lijk te praten. Grantley verbrak het eerst de stilte. „Wat bezielde je toch. Heweitt. je met deze zaak te bemoeien?" vroeg hij plotseling. „Ja met mij", ant woordde hij op een vragenden blik. En Heweitt gal ten antwoord: „Om dat ik vend dat je hoewel je je dwaas aanstelde een te goede kern in je had om het leven te leiden, dat je deedt Bovendien, je bent een Engelschman en ik ook. Je bent jong en naar ik hoopte, nog jong genoeg om van een les te profitoeren". Hij rookte door en dacht aan zich- zel'. Hij wns ook een dwaas geweest, ook hti we» jontr Sn jaren, maar hij betwijfelde het of er één les was. waaruit hij voordeel kon trekken. „Je bent toch niet van plan, van zulke zaakjes je dagelijksch werk te maken?" vroeg Grantley na een lang durig stilzwijgen „Het is ten minste geen gewoonte Yan uie". Hij had zijn eigen loven verknorid, misschien dat het hom ten goede aan gerekend zou worden, wanneer bij dat van een ander trachtte te red den. Zonder dat hij het merkte, ging zijn pijp uit. Hij dacht aan den man, Sto ve Heweitt. die gek genoeg was ge weer-I ziin hoole leven te vergooien, omdat hij zich de wispelturigheid van oen meisje te veel 3:;id nangetrok'-ioü. Hij schaamde zich over zijn eigen zwakheid. Zoo 111 gedachten verzon- j ken lette hij er niet op, dat de ander hem nieuwsgierig zat op te nemen, j Grantley zat ook 11a tc denken. „Na-j tuurlijk. ben ik een ellendige kerel ge- weost", zeïde hij eensklaps, „hoewel ik het nooit van dat standpunt uit bekeken «ad. Ik djLcbt dat ik me amu seerde. Je hebt me nu anders geloerd. Ik had moer dan geld genoeg, ik had niets dat me hinderde. Ik dacht, dat het cr niet op aan kwam. Als jij niet tusschenbeide gekomen was, zou ik or nog zoo over denken". Ploweiing girig hij zitten. „Weet je" en hij keek naar Heweitt die hem aandachtig beschouwde. Eon oog was dicht, de lippen waren kapot en gezwollen en zijn moeder zou zeker flauw gevallen zijn \nn echrik, wanneer ze hem zoo had kunnen zien, zoo was hij veranderd. I maar Hewaiit zag dat er een heel nn- I der« uitdrukking was in het etne nog j bruikbare oog, een uitdrukking van vastberadenheid, die daar vroeger ontbroken had. „Weet je, ik ga heelemaal weer opnieuw beginnen. Je hebt me aan mijn verstand gebracht .wat een ellen deling ik geweest ben l?5e dwaas ik me we] heb aangesteld „ÏTol verheug; ine, je iljji té hooren zeggen. Daar hoopte ijc op. Daarom heb ik met je gevochten". En voor de tweed© maal dien dag schudden zij elkaar de hand. „Waar ga je nu naar toe als het niet lo brutaal is om dat te vragen?" vroeg de jong© man beschroomd. Heweitt scnudde het hoofd. Waar ging hij heen? Wat kwam het er op aan, waar hij heen ging. Er was maar een din? dat hij bereiken kon; een ander was er niet. Hoe lang hij het ook. uitstelde, een andeye toe komst was er niet. Hij kon geen. nieuw leven beginnen. „Nu ik wilde je vragen", ging Grantley op aonuwachtigen toon voort „Wil je ik bedoel dat Wil je me mez Je mee laten gaan, wat dat ook mag zijn?" Dit was een vraag, die Heweitt ge heel van zijn stuk bracht. „Met mij mee trekken!" riep hij op ruwen toon uit. „Ik zou nog liever. Wat, dacht je dat ik zou traohten je uit het varwvuur te redde* om je cp den weg naar de hel t« brengen? Want daar ga ik op af". „Afaar e kan jo niet meer te rug?" Do vogelvrij verklaarde lachte. Voor hem was er geen terugkeer meer mogelijk. „Ik heb mijn eigen weg gfkozen en t'i'-n ik g::rm. Maar ik zal nooit toestaan, dat een ander denzelfden kant opgaat", antwoordde hij vastbe raden. En er was een uitdrukking in zijn gezicht, die Grantley weerhield ver dere pogingen te wagen. Toen de avond inviel, luisterde He weitt nog steeds bij het vuur gezeten naar d© bekentenissen van zijn met gezel, maar zelf zeide hij haast niets. Hij was moe en traag naar lichaam en ziel, een poging om deze wakker to schudden bezorgde hem pijn. Een gevoel van minderwaardigheid door stroomde hem. liet kan zijn, dat hij Rupert Grantley van den ondergane- cered had, maar hij wist heel goed, dat het heel wat belangrijker was, zichzelf t© redden. Hij was zoo hoog moedig geweest, Grantley voor ren dwaas cn een lafaard uit te maken. En was hij zelf niet een veel grooter dwaas en lafaard. En wat kwam bot ©r op ann hc© een man weer op den goeden weg kwam. De jong© man had psliïk gehad. Neen. hier droeg Amy <5e schuld niet van. Het zou een laag heid zijn, waarboven hü verheven stond haar een dcrgelitke verant woordelijkheid ts dragen te geven. Ook had hij niets aan do verontschul diging, waarmee andere inannen dik wijls pogen hun zwakheden te ver bloemen: nl. d© overoude bewering, 'lot go om'fandir'K-'V.n hom t* -'"rl: waren geweest. Hii had vrij ers'r.-R. Ihet was zijn eigen keus geweest Met Mn schok ontwaakte lis veilt uii zijn gepeins. Wat kwam het er per slot van rekening op aan? Het was nu i eenmaal gebeurd, liet moest nu maar gaan, zooals het moest. J Een koel 6 r.acmwmd bewoog de toppen vun de populieren, de steiren begonnen hier cu daar te voorschijn te Komen, hew eitt keek over het vuur natir z.in metgezel. „Zeg eens riep hij uit „daar ligt nog een deken en een paar uur slapen zal je heusch geon kwaad doen". Rupert Grantley bewoog zich. Hij stond op en rekt© zich een p&ar maai met een benauwd gezicht uit. „Nu, Heweitt, je kunt er ook aar dig op los slaan zeide hij. terwijl hij een. poging deed om te lachen. „Bij jou mankeert het daar ook niet aan", antwoordde Heweitt. „Goeden nacht". Twee minuten later ©Ufp Grantley va«t, rnel de roeeeu naar hot vuur k-c~ 1 koerd. Een poosje daarna stond Ife- wen; op, klopt© zijn pijp uit en be gaf z:ott naar de zrozende paarden. ite zon was al een paar uur op, toen Grantley wakker werd. Eerst keok hij verbaasd om zich heen, niet in stant zich te binnen te brengen waar hij was. Toen viel zijn blik op Heweitt die bv.ig was bij het vuur het ontbijt klaar i© maken. Met een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5