DE FILMSTAD HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN De iegrnoting van le P. T. en Binnenland Ds moord op Engelsman VRIJDAG £0 JANUARI 1933 TWEEDE BLAD No. 3138 Meer lesuren meer leerlingen. jan met den meelzak in de eerste plaats de leerlin gen het moeilijke materiaal meer huiswerk? be langhebbend, ook bevooroordeeld? ethica en goede v/il der onderwijsmannen er v a ri n gscetal le n het recee- kincsplan een democratische fout een verzwakt eind examen de diepere bedoeling van het onderwijs een blinde kracht in u en tempel. Maar hebben wij niet sinds jaar en dag gehoord, dat er al te e ei huiswerk is naar het gezamenlijk oordeel van leeraren, ouders en leer lingen? Gaan wij dus niet den ver- keei den kant uit, door de eigen stu die nog uit te breiden? Dat de leerling in de grootere klasse, met de verminderde beurten, minder dan vroeger zal opletten, zich .daar dus minder zal inspannen, is I wel zeker, maar weegt niet tegen de grooter Inspanning des avonds op. Er moet niet vergeten worden, dat de leerling, zelfs wanneer hij op school zit te soezen, zich laat ik maar zeggen gevangen voelt, in elk geval ver-: stoken ie van de frissche lucht, waar in hij zijn gedachten een geheel an- deiett loop zou kunnen geven. Om nu maar niet Yan zijn spieren on longan te «preken, die liij zou kunnen oefe nen. Kaar het schijnt heeft de Regeering het plan, met 1 September a.s. het aantal lesuren van de leeraren voor gymnasiaal en rniddeibaai onderwijs uit te breiden van 24 tot 30 en het aantal leerlingen per klasse tot 30 te vohoogen. Het doet denken aan den heer, die zijn knecht liet roepen en zei: „kijk! Jan, ik zou wel willen, dat je dezen .zak meel naar mijn jongsten broer bracht, die woont zooals je weet tien kilometer hier vandaan maar nu ik me wel bedenk, gun ik den zak liever aan mijn oudsten broer, breng hem daar maar heen." En toen Jan, gelnikt onder den zwaren last, schuch ter opmerkte: „maar baas, die woont twintig kilometer ver en de zak is toch al zoo zwaar", antwoordde de hoer: „och Jan, wat doet er dat toe? Nu we toch over werkverzwaring pra ten, komt het toch immers op een ki lometer of wat niet aan!" Meer leerlingen in de klas, meer uren lesgeven neen, al6 je eenmaal praat over werkverzwaring, l:omt het .op geen kilometer aan. Maar wat zal Jan, den langen weg a'zwoegende, wel gedacht hebben? Dat is de zaak. En dan durf ik veronderstellen, dat de zak meel hem in de laatste kilo meters véél zwaarder gedrukt zal hebben, aan in de eerste, omdat hij ten slotte vermoeid was en dus zijn volle weerstandsvermogen niet meer bezat. Men zal zeggen, dat het beeld on juist is en ik kan het niet tegenspre ken. Hier is immers maar één partij, aan vier belangen gedacht moet wor- den- de drager, want de zak meel is een stom ding, zonder gevoel of per soonlijkheid. Maar wanneer wij spre ken van onderwijsverlenging en lclas- severgrooting, dan komen niet alleen de leeraren, maar ook dc leerlingen er aan te pas en ofschoon die in zoo ver op den zak meel lijken, dat de leeraren hen dragen moeten, zoo lij delijk als de meelzak zijn ze niet: zij moeten meewerken, hun krachten in spannen. Bij het plan, dat aan de Re geering wordt toegeschreven, zijn dus zoowel de leeraren als de leerlingen betrokken- Laat ons nu eens beginnen met de leerlingen en voorloopig afzien van de leeraren, onder het motief: „zij zijn de belanghebbenden en mogen dus niet meespreken." Ik zeg niet, dnt dit motief geldig is of waarde heeft, maar bij het uitvaardigen van wetten en besluiten wordt het in den Haag maar al te vaak gehuldigd, zoo dat we ons daarbij dan maai ééns yocrloopig aansluiten. Wat zal dus voor de leerlingen het gevolg er van wezen, wanneer de klas sen grooter moeten worden Natuurlijk, dat zij minder beurten krijgen. En nu weet ik wel, dat het in die beurten niet alleen zit. Maar daar dc jeugd nog niet genoeg ervaring en levenswijsheid heeft om in te zien, dat zij leert tot haar eigen bestwil en dus neiging heeft om het zich gemakke lijk te maken bij het loeren van les sen thuis en tot mijmeren of suffen op school, is het noodig, dat zij elk oogenblik kan worden opgeroepen om vat haar parate kennis te doen blij ken. Althans de kans, de leerling pleegt in zijn gedachtengang te zeg gen „het gevaar", moet blijven be staan. Dat gevaar nu wordt veel kleiner naarmate de klasse grooter is. De leerling, in de eigenaardige geestes gesteldheid, die ik hierboven aan duidde, zal dus meer dan ooit ge neigd zijn, het maar te avonturen, dat hij geen beurt krijgt en dus van zelf minder beslagen ten ijs komen. Vooral, wanneer hij opmerken mocht, dat zijn leeraren als gevolg van meer lesuren en grooter klassen, inboeten van hun energie. Misschien klinken deze opmerkin gen sceptisch, maar wij hebben hier met nuchtere feiten, namelijk verlen ging van uren en uitbreiding van klassen te doen en niet met idealisti sche aangelegenheden. Er komt nog een ander element jn overweging. De mogelijkheid is namelijk niet uitge sloten, dat er leeraren zijn, die ge voelende dat zij aan de leerlingen in de klasse niet meer kunnen geven, wat zij zouden wenschen, het ontbre kende trachten aan te vullen met uit breiding van het huiswerk. Ik kom nu tot de leeraren. Met per missie, zou ik bijna zeggen, want, niet waar, het is gewoonte bij autori teiten om zich van den last om des kundigen te raadplegen, af te maken dooi te zeggen, dat zij belanghebben den, dat is bev ooroordeelden zijn. Nu is dit juist bij mannen van het onderwijs veel minder, dan bij som mige anaeren het geval. Waarom gaat iemand leeraar worden? Om zich een bestaan te scheppen, zeer zeker, maar toch niet alleen daaiom stel lig met om in dat vak groote winsten te behalen, want die gaan zijn neus voorbij. Dus moet er iets anders zijn, dat hem drijft naar de keus van liet onderwijs. En dat kan toch niet an ders zijn, dan neiging, welaan, laat' ik het woord maar gebruiken: anders, dan roeping. Vele n schen worden er om zoo te zeggen, heengetrokken. Ais nu zulke mensclien tegenover eek voornemen van de Regeering ataan om de klassen te vergroeien en d© lesuren te verlengen, dan mag de onpartijdige booordeeiaor vrij geloo-: ven, dat zij liefde genoeg voor hun vak hebben om ernstig te zoeken naar wat er goeds in schuilen kan. In de be kende enquête, waarvan het resultaat op mijn schrijftafel iigt, is dat duide lijk to bespeuren. Maar wanneer zij nagenoeg unaniem, zij het ook langs verschillende redeneerlng, de nieuwe denkbeelden van de hand wijzen, heb ben zij, reken daarop, dat in ge-moede cn met het volle gevoel van hun ver antwoordelijkheid gedaan. Evenwel behoeven wij leekon hun opnie niet aan te nemen op gezag, maar willen liever langs eigen lijnen lot een eigen overtuiging trachten te komen. Al dadelijk stuiten wij daarbij op da moeilijkheid van de bepaling der dagtaak. Wie stelt vast, dat een maximum van 24 lesuren per week, dat algemeen in den lande gelat, niet te hoog is, zoodat het 20 zou moeten zijn, noch te weinig, zoo dal het wel 30 worden kan? Na tuurlijk vallen ook hier niet allen over éen nam te scheren. Er zullen er zijn, die 'M uren kunnen verduren en anderen, voor wie 20 feitelijk het maximum van hun krachten boteo- kent. blaar het gemiddelde dat mo gelijk is voor de meeste, moet blijk baar 24 zijn, omdat het steunt op er varing: er zijn er geweest, die in tijd van overgang of in een periode van ziekte en invallende voor collega's, eenigen tijd boven 24 uur gewerkt hebben en zich daarbij niet wel be vonden. De bestaande norm is een ondervindingsgetal, dat doet denken aan de doses, die een medicus toe dient aan zijn patiënten, naar gelang van hun leeftijd en algemeenen toe stand. Dat de norm 24 is en niet meer of minder is dus als 't ware een officieel cijfer met de keur van 't gezond ver stand er op gestempeld. Of leeken dat niet allen kunnen begrijpen, doet er weinig toe. Gewoonlijk vatten zij de zwarigheden van andermans taak- niet, daar zij in de details niet zijn doorgedrongen en de zaken alleen be kijken van den buitenkant. Intuïtief schrik ik persoonlijk van het denk beeld, twintig, twee en twintig, vier en twintig woelige jongelui, die het hoe en waarom van hun studie ten halve of in 't goheel niet beseffen, urenlang kennis bij te moeten brengen, terwijl ik weet, dat in het vorige uur een ander dat zelfde heeft Moeteif 'doen en fn het volgende uur een derde het op zijn beurt zal hebben te probeeren. En wanneer ik daarbij nog moet denken aan de voorbereiding en voor al, vooral aan het vermoeiende, dai in stapels correctiewerk gelegen is, dan voel ik toch ais leek, hoe groot de da- gelijkschc inspanning moet zijn van den leeraar, die geen docecrmachine worden wil. Lettende ojj zijn eigen drukke, woe lige, moeilijk bij een zaak te houden jongens, moet iedere er de moei lijkheid van de taak deo leeraars todh beseffen. Hem dan nog meer op de schouders te leggen, meer leerlingen meer lesuren, dan de ervaring toe laat te doen, is, om met het bekende Fransche gezegde ©en lijn te trek ken, erger dan een misdaad: het ic een fout. Die zich wreken zal op de leeraren natuurlijk, op hun frischheid (want in sleur te vervallen is n u al een groot gevaar in het vak) en dus op hun geschiktheid, om kennis bij to brengen aan hun leerlingen. Op de leerlingen zelf, want het is wel merk* waardig, dat juist nu die verslechte ring zou toegepast worden, nu een ge heel nieuwe categorie van leerlingen tot het M. O. is toegelaten, die vroe ger alleen de school van buiten mocht' bezien. Een democratische fout dus. Een dubbele fout, omdat pas het schoo'-eindexamen is inge voerd, zoodat bij verslechtering van Let onderwijs de resultaten zullen verminderen, zonder dat de leeraren het bemerken, omdat zij immcr3 ge zamenlijk met de leerlingen naar be neden gaan. Indien dit nieuwe Bijvaar uit Den Haag het gevolg mocht zijn van de eigenaardige minachting. die zich schiir.t te vetïipreiden voor intellec tualisme. voor schoolkennis van fei ten en cufers. dan heeft men daar de beteekeni6 van onderwijs tc*jh bitter slecht begrepen. Inderdaad is het niet in hoofdziak om het geheugen te doen lui bergt cit in geheime laadjes heel wat op. dat later te voorschijn kan worden gehaald) maar om de metho de van studie te leeren en het denk apparaat geschikt te maken voor de opneming van indrukken gedurende het geheele leven zoo ais de sleutel tot de brandkast g'ai blijft, wanneer hij dagelijks gebruikt wordt en spoe dig roest, rds hij wordt weggelegd. Oefening van het denkvermogen, ont sluiting van fie poort tot de hersenen, ziedaar het dieper liggende doel van het onderwijs maar dat goed moet zijn. Daarom is het noodig, den leeraar niet af te matten, hem zoo frisch te houden als met een dage- lijksch terugkeerende taak maar mo gelijk is. Woei, men dat in den Haag niet? Het is nauwelijks le gelooven.Maar er wordt, gejaagd naar Oezuintgiug. Mag ik daar clan tegenoverstellen het over bekende beeld van dc ouders, die ieder kwartje zorgvuldig besparen om hun kinderen toch vooral maar goed te laten onderwijzen, bij intuïtie ge voelende, dat zij niets beters in den levensstrijd kunnen meegeven. 'bot een beweging tegen de noodlot tige plannen van dc Regeering ook de ouders op te roepen, lijkt mij vruch teloos. Wij hebben gezien, boe de Tweede Kamer de stapels van het laatste request over het lager onder wijs in een hoek gezet en er niet naar omgekeken heeft- Maar wij mogen iets verwachten van do waarschuwingen, uit de enquête, gehouden onder direc teuren van H. B. S.( rectoren van gymnasia en leeraren. Minister de Visser is sterk, als een dictator op het gebied van 't onder wijs. Maar het is gevaarlijk, die kracht te misbruiken. Hij zou doen denken aan den blind geworden Simson, die de pilaren van den tempel naar zich toe rukkende, het- heeie gebouw deed instorten een beeld, dat hij beter dan iemand anders kennen moet. Ds afvloeiing van «jat over compleet personeel. j. o. P. LOOD IK1 DE DOGEN. Een onge huwd fitter der waterleiding te Weesp N. de B., die Woensdag aan de fa briek der firma Van Leer brandkra- nen plaatste, kreeg daarbij spattend lood in beide oogen. Een oog is geheel weg, het behoud van het anaere ie twijfelachtig. DOOR ELECTRICITEIT GEDOOD. - Omstreeks half twee Donderdag middag was de 24-jarige monteur Ü- B. in een bakkerij van A. S. aan den üchiedamschedijk te Rotterdam bezig met het nazien van den oven. Hij droeg een electriscÜe looplamp. De draad daarvan was vermoedelijk niet goed geïsoleerd, waardoor de man de eiectriciteit door het lichaam kreeg, tengevolge waarvan hij dood neerviel. Per auto van den Geneeskundigen Dienst vervoerde men het lijk naar het ziekenhuis aan den CooJiingel. Het geval wordt te tragischer, tiaar de on gelukkige juist Woensdag gehuwd Aan het voorloopig verslag van Tweede Kamer op het wetsontwerp tot regeling van de inkomsten en uitga ven van do Posterijen, do Telegrafie en Telefonie voor het dienstjaar 1S£3, wordt ontleend, dat verscheidene le den hun leedwezen er over uitspraken dai deze begrooting wederom zoo laat word lngedjend- Gevraagd w"rd, of spoedig zal wor den overgegaan tot vervuiling van de vacature r-n directeur generaal dor Posterijen, Telegrafie en Telefo nie, die nu r.cds lenige maanden be-, staat. Men zou het betreuren, indien het in de bedoeling mocht liggen deze va cature open te houden, totdat zij wel licht te «eniger tijd weder door den afgetreden functionaris zou kunnen werden bezet. Een zoo gewichtige functie als die van directeur-generaal der P. T. behoorde, meende men, niet langer onvervuld te blijven dan «trikit noodzakelijk is. Gewaardeerd werd, dat een sluiten de begrooting is ingediend, lotusschen werd door sommige leden gevraagd of de raming der inkomstsn niet be langrijk te hoog Is. Vel© leden vestigden de aandacht op de zeer hooge tarieven, die sedert 11 Maart 1921 bij dit bedrijf gelden. Gevraagd wérd, of het verband der tarieven met de uitkomsten van het bedrijf commercieel is bestudeerd. Ook vroeg men, of de minister voor nemens is, met de tegenwoosuige hoo ge tarieven door te gaan of spoedig tol verlaging daarvan te geraken. Door veie leden werd de meening uitgesproken, dat dc- practische grens voor porti, waarboven men niet moet komen, althans voor de corresponden tie biruien een gemeente, met de te genwoordige porti reeds is overschre den. Deze ieden waren voorts van oor deel, dat het betalen van een uniform porttarief voor communaal en inter communaal verkeer in strijd is met een gezond commercieel begrip. Spoedige verlaging der tarieven achtte men ook in het algemeen be lang dringend gewenscht. Vooral dé hooge drukwerkporli vormen een ern stige belemmering voor het verkeer. Ook de telegramtarieven werden door crschcidcne leden te hoog geacht. Door vele leden werd de hoop uitge sproken, dat ae minister bij de af vloeiing van het teveel aan personeel m d© onderscheidene rangen de bil lijkheid zou weten te betrachten. Som mige leden meemden te weten, dat het voornemen zou bestaan, 338 comi zen-titulair en 414 kantoorbedienden te ontslaan, doch slechts zeer weinig commiezen en hoofdcommiezen. Een gevaar hierin achtten sommige leden, dat het overcompleet personeel in de hoogere rangen niet wordt ont slagen, doch te werk gesteld in lagere functies. Velo leden betoogden, dal in de eer ste plaats zouden moeten worden ont slagen zij, die reeds dicht bij den pen sioengerechtigden leeftijd zijn geko men. Voorts dient in de vele gevallen, waarin een postambtenaar gehuwd is met oen vrouwelijke postambtenaar, ontslag te worden gegeven aan de ge huwde vrouw, wier man in dienst wordt gehouden. Ten slotte hehoort het ongehuwde personeel voor het ge huwde voor ontslag in aanmerking te komen. Sommige leden drongen aan op eer beperking van den Zondags- dunst in de steden, met zoo noodig als compensatie een uitbreiding van de besteldiensten op Zaterdagavond cn Maandagochtend. Andere leden hadden tegen een nog verdere beper king van den Zondagsdienst ernstig bezwaar Voorts werd opgemerkt, dat nu de Zondagsbestelling op het platteland is afgeschaft, daar tusschen Zaterdag ochtend vóór lö uur en Maandagoch tend, veelal Maandagmiddag, geen brieven, couranten enz. meer besteld worden. Algemeen achtte men dezen toestand onhoudbaar. OLIFANTEN IN INDISCBEN LE GERDIENST. Het is een bekend feit, dat in Atjéh door ons leger nog wordt gebruikt gemaakt van olifan ten tot het vervoer van zware lasten. Daar zijn, volgens de „Deli Crt." op het oogenblik nog in dienst elf olifan ten, waarvan er twee te Koeta Radja zijn gestationneerd. Deze beide die ren dienen uitsluitend om zware las ten te trekken. De grootste, een bijna volwassen dier, kan met gemak een vracht i^an 6000 K.G. voortbewegen. Waar de constructie der door hen ge trokken karren slechts een gewicht van 3000 K.G. toelaat, wordt deze ma- xmiuiu-arboideprcstatie alleen in drin gende gevallen verricht dooi twee kar en achter elkander te bevestigen. De overige negen olifanten bevinden zich öp 3e marecbaussée-pöslen Lam Meulo an TangBé In het eerste bivak zijn er zes, in be* tweede dne. Zij die nen voor dep «rovoer van de benoo- aigdheden voor qo posten Tangsé en Geumpang en worden reeds verechei- den jaren voor dit doel aangewend. Indien de toestand van den weg het toelaat kunnen de grootste dezer oli fanten een gewicht van óOO K.G. ver voeren, gemiddeld is do belasting een 300 a 400 K.G. Deze olifanten zijn alle op zeer jeug digen leeftijd bij het leger ingelijfd en zijn geleidelijk opgeleid voor de taak, die zij thans vervullen. Mon dient hen niet langd.-rig te ge bruiken op verharde wegen. Langs boschpaden zijn zij het bost te benut ten, hindernissen bestaan voor hen bijna niet en slechts zeer zelden Ico nen zij eenige neiging om gevolg te geven aan de roepstem van de wil dernis, waarin zij thuis behooren, maar waarvan zij vervreemd zijn door hun langdurig verblijf onder de men sclien. Hun eetlust laat niets tc wenschen over, een paar honderd K.G. gras wordt dagelijks met smaak genuttigd. Iedere olifant heeft als vasten verzor ger, een lnlandech dwangarbeider, EEN „BEZUTNIGINGS "-SLACHT OFFER. Bezuiniging hier, bezuiniging daar, bezuiniging overall De balans was niet meegevallen. Voor al de bedrijfskosten wogen zwnar In de zen tjjd van malaise. „Bezuinigen, waard© vriend, bezuini gen," had de president-commissaris directeur met klem aanbevolen, aldus vertelt men in hot „Hbl." En de bedrijfsleider, blakend ran jjver, besluit den volgenden ochtend onver wacht de rondo te doen door do uitge strekte kantoren en magazijnen. Kr wordt gewerkt, dat valt niet t< ontkennen. De organ sat-.e funefcionneert Teder heeft zjja taak. Naast het chefs kantoor ratelen de schrjjfmachtjcs, in de afdeeling boekhouding ziet by de hooi den over de folianten gebogen, in de gazynen ligt alles op nummer cn ook daar is het personeel met lust eii yver aan arbeid. Het gelaat van den directeur ver heldert. Aanstonds zal hy den president commissaris zyu bevindingen mcdedoelen. Die kan tevreden zjjn. Nog oven een oogje in het pnkaais wer pen, dan is dc controle bciindig ütoero kerels sjouwen zware kisten •mar het hysehblok, voortdurend deelt de expeditie-chef goederen uit, dio met be kwamen spoed gereed worden gemaakt. Maar wat is dat? Waarom staat die jon gen daar met de handen in de zakken oen deuntje tc fluiten? De directeur observeert den knaap twas minuten, vyf minuten, Stevent dan qnasi kalm op hem af. - Zeg eens vriend, hoeveel ver dien jij? Tien gulden per week, meneer. Tien gulden. Zoo, zoo. Directeur haalt zijn portofcnillo to toorscliijn, neemt er een bankbiljet van 10 gulden uit, duwt dat don jongen in do hand en zegt op barschcn toon: Hier heb jo oen week loon on nu ingerukt. Je hebt hier niets moor to maken. Als een pjjl uit den boog verdwijnt de knaap. Vertol mij eens, menoor Janssen, wendt do directeur r.ieh tot den expedi tie-chef, hoo lang i» die doeniet hier al in betrekking? Die jongnu? Maar meneer, die is hier heclen-.nnl r.:ot in betrekking. Hij kwam oen pakje brengen van -.'.e firma Pctcrsc en moest cveu op een bewjjsje. wachten. VAN EEN BEZU1NICINCS- METHODE. Een bezuinigingsmethode, v.-a.iraaa een zekere mate van originaliteit niet kan worden ontzegd, wordt ter provin ciale griffie van Utrecht toegepast. Daar fordt ad. den ambtenaren een „provi- ie" van ten hoogste 30 pCt. gegeven voor hetgeen zij in elk begrootingsjaar hebben weten tc bezuinigen. Mr. A. v. Dcoroinck, griffier dier Sta ll, vertelt er een en ander van in het Tijdschrift der Ned. Mij. voor Nijver heid en Handel. 9 c uit zeven leden ambtenaren ter griffie met den griffier als voorzit ter samengestelde bezuinigingscommis sie, heeft, naar schz. meent, groote voor deden. Een dei: belangrijkste voordcelen is, dat door de instcling dezer commissie de belangstelling voor het bezuinigsngs- vraagstuk bij de ambtenaren zeer is ver levendigd. Ambtenaren van uiteenloo penden rang dienden bij de commissie 'oorstellen in, welke in den regel door haar werden overgenomen cn door Ged. Staten goedgekeurd. I-Iet onder cijfers brengen van de daardoor verkregen be sparingen, waarmede een der leden van de commissie zich belast, is wel-is-waar altijd gemakkelijk, doch leverde geenszins onoverkomelijke moeilijkhe den op j bijkomstige voordeden liet men algemcene instemming builen be schouwing. Voorts is van belang, dat hel onderling verband tusschen de afdeelin- gen der griffie is versterkt, hetgeen voornamelijk tot uiting kwam bij de uit wisseling van werkkrachten, indien tij delijk één afdeeliüg was overbelast cn andere voor korter of langer tijd werk krachten konden missen; aanstelling van tijdelijk personeel kon daardoor meer dan eens worden voorkomen. Ook afzonderlijk betaald overwerk kwam niet meer voor. Niet onbelangrij ke besparingen werden voorts door tusschenkomst der commissie verkregen in de kosten van schrijf- en drukwerk* zoowel door inkrimping van het aantal brieven, alsook door toenemend gebruik van stempels en van copiöer- en andere machines; ook het beheer van d© bureau* benoeften werd op deugdelijker grond slag geregeld, terwijl in de kosten van schoonhouden, verlichting ea verwar ming van het griffiegebouw, o.a. door practischen aankoop van brandstoffen, niet onbelangrijk kon worden bespaard. Eindelijk verleende de commissie haar medewerking bij een reorganisatie van dé griffie, welke door inkrimping van personeei een besparing van ruim 10 pCt. op den post jaarwedden moge lijk maakte. Bij dit alles dient natuurlijk in het oog te worden gehouden, dat op den duur het vinden van nieuwe besparingen moeilijker wordt. Daartegenover staaf echter, dat de commissie, indien een maal bet laagste peil zal zijn bereik^ een wellicht even vruchtbaar arbeids veld zal vinden om te zorgen, dat turt peil niet weder wordt overschreden. Al» Leen moet dan een nieuwe vorm van be zoldiging gevonden worden, welke toot een intensieve vervulling van deze nieu we 'aak even krachtige waarborgen schept. Aan het reglement der bezuinigings- commissie is nog het volgende ont leend De commissie heeft ten doel zooveel mogelijk bezuinigingen te bevorderen fa het administratief beheer der provinciale griffie ea in de kosten van schoonhou den, verlichting cn verwarming van het' Zoo spoedig mogelijk na 1 Jsnuari ran elk jaa: stelt de commissie een zooveel mogelijk door bescheiden gestaafde be rekening op van de door haar tusschen komst sedert 1 Januari van het afgeloo- pen jaar bewerkte bezuinigingen en ver» kregen besparingen, welke berekening zij zendt aan Gedeputeerde Staten. Ge deputeerde Staten onderzoeken de ge- noemde berekening en stellet» haar ge wijzigd of ongewijzigd vast. Van het saldo dezer berekening word? een telken jare door Gedeputeerde Sta ten te bepalen percentage, dat niet hoo- ger dan 30 pCt. mag zijn, aaa de amb tenaren en beambten der griffie uitge keerd. Deze uitkcerine wordt tusschen de ambtenaren en beambten dei griffie gelijkelijk verdeeld. De griffier der Sta ten ontvangt geen aandeel van deze! uitkeering. Ieder ambtenaar of beambte doet aan' de commissie de voorstellen die hij itC het belang acht van het doel waarvooij de commissie is ingesteld; wordt aan die voorstellen door de commissie niet' het door hem gewenschte gevolg gege ven, dan kan hij zich terzake recht streeks tot Gedeputeerde Staten wenden* Aaneaand© de behandeling van de ïak van den moord op den Neder- ndter Engelsman. voor het Volksge richt, to Neurenberg is nog het volgen de ontkend aan het verslag in de Te legraaf I11 den loon van het verhoor ver klaarde beklaagde Led er er nog. dai Engelsman reeds den lOden OcioöeC onverwachts was eekomen, om in da fabriek de door hcru gekochte waren "jecicktigen. Hoe wei alles reeds Ingepakt, verlangde Engelsman dat de zending woer zou won- ultgooakt. daar hij. naar hii ver' klaarde, bemerkt had, dat men hem tnlndcnraar dge waren wilde lever ren. Lederer beweert, zich daarover zóó opgewonden te hebben, dai op nieuw het plan bii hem opkwam* UngoIs'ruM te vermoorden. Toei* Mouse l Donderdag naar Offenheim was gegaan, heeft hii in diens afwe zigheid het schrijfbureau in het kan toor zoodanig verplaatst, dat hij e©- legcnhcid zou hebben. Engelsman van achteren aan te vallen. Lederer verte;: vervolgens nauw keurig. hoe de moord zich heeft toe gedragen. Hij was Donderdag reeds om zeven uur 's morgans in de fa briek. waar hii den oven aanmaakte en overwoog: ..Wanneer Engelsman niet komt en de oven voor het ver branden van het lijk niet noodig is, kan er eventueel porselein worden gebakken voor een firma, die reeds lang op levering wacht." Lederer was met zijn gedachten voortdurend bii het moordplan. De magazijnbe diende werd weggestuurd, zoodat hij alleen achterbleef, 's Morgens kwam ook Meusei. Toen daarop Engelsman de fabriek binnenkwam, stak Lede rer <ie haaiden in de zakken. Engelsman ging evenwel zoo zitten, dat hii het goh oei e vertrek kon over zien. Meunelc draalde evenwel onder een voorwendsel znn stoel om. toen Feuilleton Naar het Engelschyan GUY THORNE» .(Nadruk verboden)^ 6) „En het is mooi ontsnapt ook maar dat, zal niet lang duren, denk ik", antwoordde Williams. ,,U heeft niet gezien wat ik zag juffrouw. Hier vlak bij is een ijzeren brandladder aan den muur vastgemaakt, die naar die ver schillende verdiepingen leidt Die man hij moet wel een uitmuntende gymnast ziin waagde veel. maar hij is tenslotte op den ladder terecht gekomen en bij een van de verdiepin gen er af gegaan en hij is toen binnen gehaald in een kamer door iemand die op hem wachtte! „Dus hij was al dien tijd al hier. terwijl wij in de zitkamer waren?" Williams knikte. ..Ik denk dat hii net met zijn werk klaar was en al die dingen vernield had. toen wij boven kwamen. Het lijkt veel op liet werk van een krank zinnige. mr-vr b 4 K-;*? om verschil lende redenen gedaan zijn. Hij heeft ons niet kunnen hooren voor ik den sleutel in het slot had gestoken u herinnert zich nog wel hoe vlug de deur open ging. De kamer was don- keg en ik veronderstel, dat hij om die reden bang was om den sprong te wa gen. in ieder geval had hij er geen tijd voor en is waarschijnlijk in zijn doodsangst in de kaet gekropen". Terwijl hij sprak, was hij naar de waschtafel toegeloop en, schonk wat water in een glas en gaf het haar. „Do gérant zal wel dadelijk hier zijn", ging hij op kalmeerenden toon voort „en dan zullen alle kamers onmiddellijk onderzocht worden. Dit is een veel belangrijker zaak dan ik dacht, juffrouw, hoewel ik al eenigs. zins onder den indruk was van v. at meneer Hunter en u mij vanavond verteld hebben. „Ja dit wordt een van de groot ste zaken van dit jaar!" en hoe el lendig ze ziah ook voelde, Muriel's gevoel voor humor werd opgewekt en ze glimlacht© flauwtjes ofii de ver rukking die in den stem van den in specteur klonk. In ongeloofelijk korten tijd vas Tom terug met den gérant en nog iemand in een donker blauw pak. dien hii voorstelde als den hotel-de- lectlye. ,,lk weet wat er gebeurd is" zei hij tegen Williams nadat bii een buizinc voor Muriel had gemaakt. „Het is de vreemdste geschiedenis, die ik ooit in mijn loophaan heb meegemaakt". „De man, wie hij dan ook was, ia gevlucht langs den brandtrap", zet Williams vlug. „Het is zeer onwaar schijnlijk dat hij tot aan de binnen plaats naar beneden is gegaan. Daar uit volgt dus dat hij naar binnen g© haald is door eeh raam op weg naar beneden, door een medeplichtige die hem hierheen gestuurd had". Dc gérant Tan het groote hotel had niet voor niets deze hoog© positie bereikt- Dadelijk keerde ktj zich tot den man naast hem en gaf hem vlug achter elkaar een heele serie opdrach ten. De man verdween. „Iedere kamer die vanaf de brand ladder te bereiken la", zei hij, „zal binnen vijf minuten onder toezicht staan. En dan kunt u als u wilt oen systematisch onderzoek beginnen, me neer Williams!" „Ja Ik zal naar Scotland Yard te!e- foneeren om hulp. Wij staan hier voor een groot raadseL" De gérant, een Fransohm an met een puntbaardje, trok de wenkbrau wen op van verbazing. „Het is vreeselijk!" zei, hij terwijl hij de kamer rond keek.,. Wat 'n ontzet i ten de verwoesting! En meneer Hun- ter heeft me maar heel weinig kun nen vertellen hoe zag die verniel- 1 zuchtige man er eigenlijk uit?" 1 Hij liep naar het raam en tuurde naar buiten. „Ontzettend!" riep hij uit „Hij moet wel een dapper mensch geweest zijn of hij wees op den vloer „of eon krankzinnige". Er heerschte een oogenblik stilte en toen begon de inspecteur langzaam te spreken en woog zijn woorden terwijl hii dit deed. „Wij waren allemaal erg geschrok ken", zei hii, „ik vertrouw in zulka gevallen als dit nooit een eersten in druk. Ik zou graag een half uurtje rustig over alles nadenken en trach ten mij het tooneel weer voor den geest t© roepen. Voorloopig kan ik alleen maar zeggen dat ik getroffen ward door iets zeer ongewoons aan den persoon, wie hij ook was, die uit d© kast sprong. „Aha!" zei Tom „dus u ook! Ik krees precies denzelfden indruk zoo dra de deur open ging. Wij kunnen dus met zekerheid uitgaan van het standpunt, dai het geen gewone man was. Hoewol ik verstijfd was van schrik, voelde ik tegelijkertijd een zekere walging als voor iets abnor maals. Voor zoover als ik iets zeker kan zeggen, heb ik een kleine, dikke man gezien in een donker pak 'at tot bovenaan toe dichtgeknoopt was. En ik geloof maar dat weet ik niet zeker, dat hii handschoenen aan had!" „Jui6t, meneer llunter", zei de in specteur kalm. „IJat zag ik ook bruin leeren rijliandschoenen. Er zul len dus gc-on vingerafdrukken zijn die ona kunnen helpen!" Toen sprak Muriel en z© schrokken allen en keken haar aan. „Maai- heeft u zijn gezicht gezien", fluisterde ze. „Mijn hemel, hcoft u zijn gezicht gezien?" „Niet© dan e«n glimp er van", zei Tom. „Nogal ©on groot gezicht, dunkt mof' „De man had oen groot hoofd, groo ter dan de meeste menschen. Dat ls mij wel opgevallen", zei dc lnspcc- j teur. „Ja, maar zijn gezichtl" zei Muriel. „Ik zie het nu wcor duidelijk voor me. Het was zoo vreemd ik heb nog I nooit in mim loven zoo iets gezien. Tom ging naast haar staan alsof hij haar wilde beschermen en als bij instinct ging z© nog wat dichter naar hem toe. „Denkt u, dat u er een beschrijving I van zou kunnen geven, juffrouw Moo- re?" vroeg de gérant ruetig. „en zou- I den we niet ÜoTCr naar de zitkamer gaan?" i Zii volgden hem door de open deur I en Muriel ging op de rustbank zit ten. .„Het was het was zoo zoo onnatuurlijk" bracht ze er uit. „F.ért oogenblik kon ik het duidelijk zien. De man had een zacht roze tornt als een meisje en blozende wangen". „Een masker dacht u?" vroegen Tom en Williams tegelijk. Mui lal schudde het hoofd. „Neen, dat was het zeker niet", zoi ze. „Een masker heeft een soort sta rende uitdrukking, maar hel gezicht van dezen man leefde en bewoog. En hoewel hij een huidskleur had ais eea porceloinen pop waren dc trekken al lemaal verkeerd, de net» had een ra- ren vorm. De mond was erg groot, met vreoaelijKe roze lippen o!" Ze slaakte een diepen zucht en viel achterover op de ru6ibank. Haar ze nuwen gaven het op. Z© was bewuste loos. HOOFDSTUK IX. Hetnuisje ln het bosch. Het was laat op den avond. Muriel Moore zat alleen in het flat in Ken sington. Er waren lichte plekken op den muur waar de wandversiering had gehangen. Het karpet was weg gehaald en ze zat nu op den planken vloer. Een paar doozen en twee kof fers stonden tegen den muur bij do tleur. Het was er eenzaam en orige- zoiliz. Muriel zat bii e.-n klein tafel tje waarop een krant was neergelegd en waarop klaargezet was voor een eenvoudigen maaltijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5