DE FILMSTAD
HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
De iegrnoting van le
P. T. en
Binnenland
Ds moord op Engelsman
VRIJDAG £0 JANUARI 1933
TWEEDE BLAD
No. 3138
Meer lesuren meer leerlingen.
jan met den meelzak in de eerste plaats de leerlin
gen het moeilijke materiaal meer huiswerk? be
langhebbend, ook bevooroordeeld? ethica en goede v/il
der onderwijsmannen er v a ri n gscetal le n het recee-
kincsplan een democratische fout een verzwakt eind
examen de diepere bedoeling van het onderwijs een
blinde kracht in u en tempel.
Maar hebben wij niet sinds jaar
en dag gehoord, dat er al te e ei
huiswerk is naar het gezamenlijk
oordeel van leeraren, ouders en leer
lingen? Gaan wij dus niet den ver-
keei den kant uit, door de eigen stu
die nog uit te breiden?
Dat de leerling in de grootere
klasse, met de verminderde beurten,
minder dan vroeger zal opletten, zich
.daar dus minder zal inspannen, is
I wel zeker, maar weegt niet tegen
de grooter Inspanning des avonds op.
Er moet niet vergeten worden, dat de
leerling, zelfs wanneer hij op school
zit te soezen, zich laat ik maar zeggen
gevangen voelt, in elk geval ver-:
stoken ie van de frissche lucht, waar
in hij zijn gedachten een geheel an-
deiett loop zou kunnen geven. Om nu
maar niet Yan zijn spieren on longan
te «preken, die liij zou kunnen oefe
nen.
Kaar het schijnt heeft de Regeering
het plan, met 1 September a.s. het
aantal lesuren van de leeraren voor
gymnasiaal en rniddeibaai onderwijs
uit te breiden van 24 tot 30 en het
aantal leerlingen per klasse tot 30 te
vohoogen.
Het doet denken aan den heer, die
zijn knecht liet roepen en zei: „kijk!
Jan, ik zou wel willen, dat je dezen
.zak meel naar mijn jongsten broer
bracht, die woont zooals je weet tien
kilometer hier vandaan maar nu
ik me wel bedenk, gun ik den zak
liever aan mijn oudsten broer, breng
hem daar maar heen." En toen Jan,
gelnikt onder den zwaren last, schuch
ter opmerkte: „maar baas, die woont
twintig kilometer ver en de zak is
toch al zoo zwaar", antwoordde de
hoer: „och Jan, wat doet er dat toe?
Nu we toch over werkverzwaring pra
ten, komt het toch immers op een ki
lometer of wat niet aan!"
Meer leerlingen in de klas, meer
uren lesgeven neen, al6 je eenmaal
praat over werkverzwaring, l:omt het
.op geen kilometer aan. Maar wat zal
Jan, den langen weg a'zwoegende,
wel gedacht hebben? Dat is de zaak.
En dan durf ik veronderstellen, dat
de zak meel hem in de laatste kilo
meters véél zwaarder gedrukt zal
hebben, aan in de eerste, omdat hij
ten slotte vermoeid was en dus zijn
volle weerstandsvermogen niet meer
bezat.
Men zal zeggen, dat het beeld on
juist is en ik kan het niet tegenspre
ken. Hier is immers maar één partij,
aan vier belangen gedacht moet wor-
den- de drager, want de zak meel is
een stom ding, zonder gevoel of per
soonlijkheid. Maar wanneer wij spre
ken van onderwijsverlenging en lclas-
severgrooting, dan komen niet alleen
de leeraren, maar ook dc leerlingen
er aan te pas en ofschoon die in zoo
ver op den zak meel lijken, dat de
leeraren hen dragen moeten, zoo lij
delijk als de meelzak zijn ze niet: zij
moeten meewerken, hun krachten in
spannen. Bij het plan, dat aan de Re
geering wordt toegeschreven, zijn dus
zoowel de leeraren als de leerlingen
betrokken-
Laat ons nu eens beginnen met de
leerlingen en voorloopig afzien van
de leeraren, onder het motief: „zij
zijn de belanghebbenden en mogen
dus niet meespreken." Ik zeg niet,
dnt dit motief geldig is of waarde
heeft, maar bij het uitvaardigen van
wetten en besluiten wordt het in den
Haag maar al te vaak gehuldigd, zoo
dat we ons daarbij dan maai ééns
yocrloopig aansluiten.
Wat zal dus voor de leerlingen het
gevolg er van wezen, wanneer de klas
sen grooter moeten worden
Natuurlijk, dat zij minder beurten
krijgen. En nu weet ik wel, dat het in
die beurten niet alleen zit. Maar daar
dc jeugd nog niet genoeg ervaring en
levenswijsheid heeft om in te zien, dat
zij leert tot haar eigen bestwil en dus
neiging heeft om het zich gemakke
lijk te maken bij het loeren van les
sen thuis en tot mijmeren of suffen
op school, is het noodig, dat zij elk
oogenblik kan worden opgeroepen om
vat haar parate kennis te doen blij
ken. Althans de kans, de leerling
pleegt in zijn gedachtengang te zeg
gen „het gevaar", moet blijven be
staan.
Dat gevaar nu wordt veel kleiner
naarmate de klasse grooter is. De
leerling, in de eigenaardige geestes
gesteldheid, die ik hierboven aan
duidde, zal dus meer dan ooit ge
neigd zijn, het maar te avonturen,
dat hij geen beurt krijgt en dus van
zelf minder beslagen ten ijs komen.
Vooral, wanneer hij opmerken mocht,
dat zijn leeraren als gevolg van meer
lesuren en grooter klassen, inboeten
van hun energie.
Misschien klinken deze opmerkin
gen sceptisch, maar wij hebben hier
met nuchtere feiten, namelijk verlen
ging van uren en uitbreiding van
klassen te doen en niet met idealisti
sche aangelegenheden. Er komt nog
een ander element jn overweging. De
mogelijkheid is namelijk niet uitge
sloten, dat er leeraren zijn, die ge
voelende dat zij aan de leerlingen in
de klasse niet meer kunnen geven,
wat zij zouden wenschen, het ontbre
kende trachten aan te vullen met uit
breiding van het huiswerk.
Ik kom nu tot de leeraren. Met per
missie, zou ik bijna zeggen, want,
niet waar, het is gewoonte bij autori
teiten om zich van den last om des
kundigen te raadplegen, af te maken
dooi te zeggen, dat zij belanghebben
den, dat is bev ooroordeelden zijn.
Nu is dit juist bij mannen van het
onderwijs veel minder, dan bij som
mige anaeren het geval. Waarom
gaat iemand leeraar worden? Om zich
een bestaan te scheppen, zeer zeker,
maar toch niet alleen daaiom stel
lig met om in dat vak groote winsten
te behalen, want die gaan zijn neus
voorbij. Dus moet er iets anders zijn,
dat hem drijft naar de keus van liet
onderwijs. En dat kan toch niet an
ders zijn, dan neiging, welaan, laat'
ik het woord maar gebruiken:
anders, dan roeping. Vele n
schen worden er om zoo te zeggen,
heengetrokken.
Ais nu zulke mensclien tegenover
eek voornemen van de Regeering
ataan om de klassen te vergroeien en
d© lesuren te verlengen, dan mag de
onpartijdige booordeeiaor vrij geloo-:
ven, dat zij liefde genoeg voor hun vak
hebben om ernstig te zoeken naar wat
er goeds in schuilen kan. In de be
kende enquête, waarvan het resultaat
op mijn schrijftafel iigt, is dat duide
lijk to bespeuren. Maar wanneer zij
nagenoeg unaniem, zij het ook langs
verschillende redeneerlng, de nieuwe
denkbeelden van de hand wijzen, heb
ben zij, reken daarop, dat in ge-moede
cn met het volle gevoel van hun ver
antwoordelijkheid gedaan. Evenwel
behoeven wij leekon hun opnie niet
aan te nemen op gezag, maar willen
liever langs eigen lijnen lot een eigen
overtuiging trachten te komen.
Al dadelijk stuiten wij daarbij op
da moeilijkheid van de bepaling der
dagtaak. Wie stelt vast, dat een
maximum van 24 lesuren per week,
dat algemeen in den lande gelat, niet
te hoog is, zoodat het 20 zou
moeten zijn, noch te weinig, zoo
dal het wel 30 worden kan? Na
tuurlijk vallen ook hier niet allen
over éen nam te scheren. Er zullen
er zijn, die 'M uren kunnen verduren
en anderen, voor wie 20 feitelijk het
maximum van hun krachten boteo-
kent. blaar het gemiddelde dat mo
gelijk is voor de meeste, moet blijk
baar 24 zijn, omdat het steunt op er
varing: er zijn er geweest, die in tijd
van overgang of in een periode van
ziekte en invallende voor collega's,
eenigen tijd boven 24 uur gewerkt
hebben en zich daarbij niet wel be
vonden. De bestaande norm is een
ondervindingsgetal, dat doet denken
aan de doses, die een medicus toe
dient aan zijn patiënten, naar gelang
van hun leeftijd en algemeenen toe
stand.
Dat de norm 24 is en niet meer of
minder is dus als 't ware een officieel
cijfer met de keur van 't gezond ver
stand er op gestempeld. Of leeken dat
niet allen kunnen begrijpen, doet er
weinig toe. Gewoonlijk vatten zij de
zwarigheden van andermans taak-
niet, daar zij in de details niet zijn
doorgedrongen en de zaken alleen be
kijken van den buitenkant. Intuïtief
schrik ik persoonlijk van het denk
beeld, twintig, twee en twintig, vier
en twintig woelige jongelui, die het
hoe en waarom van hun studie ten
halve of in 't goheel niet beseffen,
urenlang kennis bij te moeten
brengen, terwijl ik weet, dat in
het vorige uur een ander dat
zelfde heeft Moeteif 'doen en fn
het volgende uur een derde het op
zijn beurt zal hebben te probeeren.
En wanneer ik daarbij nog moet
denken aan de voorbereiding en voor
al, vooral aan het vermoeiende, dai in
stapels correctiewerk gelegen is, dan
voel ik toch ais leek, hoe groot de da-
gelijkschc inspanning moet zijn van
den leeraar, die geen docecrmachine
worden wil.
Lettende ojj zijn eigen drukke, woe
lige, moeilijk bij een zaak te houden
jongens, moet iedere er de moei
lijkheid van de taak deo leeraars todh
beseffen. Hem dan nog meer op de
schouders te leggen, meer leerlingen
meer lesuren, dan de ervaring toe
laat te doen, is, om met het bekende
Fransche gezegde ©en lijn te trek
ken, erger dan een misdaad: het ic
een fout.
Die zich wreken zal op de leeraren
natuurlijk, op hun frischheid (want
in sleur te vervallen is n u al een
groot gevaar in het vak) en dus op
hun geschiktheid, om kennis bij to
brengen aan hun leerlingen. Op de
leerlingen zelf, want het is wel merk*
waardig, dat juist nu die verslechte
ring zou toegepast worden, nu een ge
heel nieuwe categorie van leerlingen
tot het M. O. is toegelaten, die vroe
ger alleen de school van buiten
mocht' bezien. Een democratische
fout dus. Een dubbele fout, omdat
pas het schoo'-eindexamen is inge
voerd, zoodat bij verslechtering van
Let onderwijs de resultaten zullen
verminderen, zonder dat de leeraren
het bemerken, omdat zij immcr3 ge
zamenlijk met de leerlingen naar be
neden gaan.
Indien dit nieuwe Bijvaar uit Den
Haag het gevolg mocht zijn van de
eigenaardige minachting. die zich
schiir.t te vetïipreiden voor intellec
tualisme. voor schoolkennis van fei
ten en cufers. dan heeft men daar de
beteekeni6 van onderwijs tc*jh bitter
slecht begrepen. Inderdaad is het niet
in hoofdziak om het geheugen te doen
lui bergt cit in geheime laadjes heel
wat op. dat later te voorschijn kan
worden gehaald) maar om de metho
de van studie te leeren en het denk
apparaat geschikt te maken voor de
opneming van indrukken gedurende
het geheele leven zoo ais de sleutel
tot de brandkast g'ai blijft, wanneer
hij dagelijks gebruikt wordt en spoe
dig roest, rds hij wordt weggelegd.
Oefening van het denkvermogen, ont
sluiting van fie poort tot de hersenen,
ziedaar het dieper liggende doel van
het onderwijs maar dat goed
moet zijn. Daarom is het noodig, den
leeraar niet af te matten, hem zoo
frisch te houden als met een dage-
lijksch terugkeerende taak maar mo
gelijk is.
Woei, men dat in den Haag niet?
Het is nauwelijks le gelooven.Maar er
wordt, gejaagd naar Oezuintgiug. Mag
ik daar clan tegenoverstellen het over
bekende beeld van dc ouders, die
ieder kwartje zorgvuldig besparen om
hun kinderen toch vooral maar goed
te laten onderwijzen, bij intuïtie ge
voelende, dat zij niets beters in den
levensstrijd kunnen meegeven.
'bot een beweging tegen de noodlot
tige plannen van dc Regeering ook de
ouders op te roepen, lijkt mij vruch
teloos. Wij hebben gezien, boe de
Tweede Kamer de stapels van het
laatste request over het lager onder
wijs in een hoek gezet en er niet naar
omgekeken heeft- Maar wij mogen iets
verwachten van do waarschuwingen,
uit de enquête, gehouden onder direc
teuren van H. B. S.( rectoren van
gymnasia en leeraren.
Minister de Visser is sterk, als een
dictator op het gebied van 't onder
wijs. Maar het is gevaarlijk, die kracht
te misbruiken. Hij zou doen denken
aan den blind geworden Simson, die
de pilaren van den tempel naar zich
toe rukkende, het- heeie gebouw deed
instorten een beeld, dat hij beter
dan iemand anders kennen moet.
Ds afvloeiing van «jat over
compleet personeel.
j. o. P.
LOOD IK1 DE DOGEN. Een onge
huwd fitter der waterleiding te Weesp
N. de B., die Woensdag aan de fa
briek der firma Van Leer brandkra-
nen plaatste, kreeg daarbij spattend
lood in beide oogen. Een oog is geheel
weg, het behoud van het anaere ie
twijfelachtig.
DOOR ELECTRICITEIT GEDOOD.
- Omstreeks half twee Donderdag
middag was de 24-jarige monteur Ü-
B. in een bakkerij van A. S. aan den
üchiedamschedijk te Rotterdam bezig
met het nazien van den oven. Hij
droeg een electriscÜe looplamp. De
draad daarvan was vermoedelijk niet
goed geïsoleerd, waardoor de man de
eiectriciteit door het lichaam kreeg,
tengevolge waarvan hij dood neerviel.
Per auto van den Geneeskundigen
Dienst vervoerde men het lijk naar het
ziekenhuis aan den CooJiingel. Het
geval wordt te tragischer, tiaar de on
gelukkige juist Woensdag gehuwd
Aan het voorloopig verslag van
Tweede Kamer op het wetsontwerp tot
regeling van de inkomsten en uitga
ven van do Posterijen, do Telegrafie
en Telefonie voor het dienstjaar 1S£3,
wordt ontleend, dat verscheidene le
den hun leedwezen er over uitspraken
dai deze begrooting wederom zoo laat
word lngedjend-
Gevraagd w"rd, of spoedig zal wor
den overgegaan tot vervuiling van
de vacature r-n directeur generaal
dor Posterijen, Telegrafie en Telefo
nie, die nu r.cds lenige maanden be-,
staat.
Men zou het betreuren, indien het
in de bedoeling mocht liggen deze va
cature open te houden, totdat zij wel
licht te «eniger tijd weder door den
afgetreden functionaris zou kunnen
werden bezet. Een zoo gewichtige
functie als die van directeur-generaal
der P. T. behoorde, meende men,
niet langer onvervuld te blijven dan
«trikit noodzakelijk is.
Gewaardeerd werd, dat een sluiten
de begrooting is ingediend, lotusschen
werd door sommige leden gevraagd
of de raming der inkomstsn niet be
langrijk te hoog Is.
Vel© leden vestigden de aandacht
op de zeer hooge tarieven, die sedert
11 Maart 1921 bij dit bedrijf gelden.
Gevraagd wérd, of het verband der
tarieven met de uitkomsten van het
bedrijf commercieel is bestudeerd.
Ook vroeg men, of de minister voor
nemens is, met de tegenwoosuige hoo
ge tarieven door te gaan of spoedig
tol verlaging daarvan te geraken.
Door veie leden werd de meening
uitgesproken, dat dc- practische grens
voor porti, waarboven men niet moet
komen, althans voor de corresponden
tie biruien een gemeente, met de te
genwoordige porti reeds is overschre
den. Deze ieden waren voorts van oor
deel, dat het betalen van een uniform
porttarief voor communaal en inter
communaal verkeer in strijd is met
een gezond commercieel begrip.
Spoedige verlaging der tarieven
achtte men ook in het algemeen be
lang dringend gewenscht. Vooral dé
hooge drukwerkporli vormen een ern
stige belemmering voor het verkeer.
Ook de telegramtarieven werden door
crschcidcne leden te hoog geacht.
Door vele leden werd de hoop uitge
sproken, dat ae minister bij de af
vloeiing van het teveel aan personeel
m d© onderscheidene rangen de bil
lijkheid zou weten te betrachten. Som
mige leden meemden te weten, dat het
voornemen zou bestaan, 338 comi
zen-titulair en 414 kantoorbedienden
te ontslaan, doch slechts zeer weinig
commiezen en hoofdcommiezen.
Een gevaar hierin achtten sommige
leden, dat het overcompleet personeel
in de hoogere rangen niet wordt ont
slagen, doch te werk gesteld in lagere
functies.
Velo leden betoogden, dal in de eer
ste plaats zouden moeten worden ont
slagen zij, die reeds dicht bij den pen
sioengerechtigden leeftijd zijn geko
men. Voorts dient in de vele gevallen,
waarin een postambtenaar gehuwd is
met oen vrouwelijke postambtenaar,
ontslag te worden gegeven aan de ge
huwde vrouw, wier man in dienst
wordt gehouden. Ten slotte hehoort
het ongehuwde personeel voor het ge
huwde voor ontslag in aanmerking
te komen.
Sommige leden drongen aan op
eer beperking van den Zondags-
dunst in de steden, met zoo noodig
als compensatie een uitbreiding van
de besteldiensten op Zaterdagavond
cn Maandagochtend. Andere leden
hadden tegen een nog verdere beper
king van den Zondagsdienst ernstig
bezwaar
Voorts werd opgemerkt, dat nu de
Zondagsbestelling op het platteland
is afgeschaft, daar tusschen Zaterdag
ochtend vóór lö uur en Maandagoch
tend, veelal Maandagmiddag, geen
brieven, couranten enz. meer besteld
worden. Algemeen achtte men dezen
toestand onhoudbaar.
OLIFANTEN IN INDISCBEN LE
GERDIENST. Het is een bekend
feit, dat in Atjéh door ons leger nog
wordt gebruikt gemaakt van olifan
ten tot het vervoer van zware lasten.
Daar zijn, volgens de „Deli Crt." op
het oogenblik nog in dienst elf olifan
ten, waarvan er twee te Koeta Radja
zijn gestationneerd. Deze beide die
ren dienen uitsluitend om zware las
ten te trekken. De grootste, een bijna
volwassen dier, kan met gemak een
vracht i^an 6000 K.G. voortbewegen.
Waar de constructie der door hen ge
trokken karren slechts een gewicht
van 3000 K.G. toelaat, wordt deze ma-
xmiuiu-arboideprcstatie alleen in drin
gende gevallen verricht dooi twee kar
en achter elkander te bevestigen.
De overige negen olifanten bevinden
zich öp 3e marecbaussée-pöslen Lam
Meulo an TangBé In het eerste bivak
zijn er zes, in be* tweede dne. Zij die
nen voor dep «rovoer van de benoo-
aigdheden voor qo posten Tangsé en
Geumpang en worden reeds verechei-
den jaren voor dit doel aangewend.
Indien de toestand van den weg het
toelaat kunnen de grootste dezer oli
fanten een gewicht van óOO K.G. ver
voeren, gemiddeld is do belasting een
300 a 400 K.G.
Deze olifanten zijn alle op zeer jeug
digen leeftijd bij het leger ingelijfd en
zijn geleidelijk opgeleid voor de taak,
die zij thans vervullen.
Mon dient hen niet langd.-rig te ge
bruiken op verharde wegen. Langs
boschpaden zijn zij het bost te benut
ten, hindernissen bestaan voor hen
bijna niet en slechts zeer zelden Ico
nen zij eenige neiging om gevolg te
geven aan de roepstem van de wil
dernis, waarin zij thuis behooren,
maar waarvan zij vervreemd zijn door
hun langdurig verblijf onder de men
sclien.
Hun eetlust laat niets tc wenschen
over, een paar honderd K.G. gras
wordt dagelijks met smaak genuttigd.
Iedere olifant heeft als vasten verzor
ger, een lnlandech dwangarbeider,
EEN „BEZUTNIGINGS "-SLACHT
OFFER. Bezuiniging hier, bezuiniging
daar, bezuiniging overall
De balans was niet meegevallen. Voor
al de bedrijfskosten wogen zwnar In de
zen tjjd van malaise.
„Bezuinigen, waard© vriend, bezuini
gen," had de president-commissaris
directeur met klem aanbevolen, aldus
vertelt men in hot „Hbl."
En de bedrijfsleider, blakend ran jjver,
besluit den volgenden ochtend onver
wacht de rondo te doen door do uitge
strekte kantoren en magazijnen.
Kr wordt gewerkt, dat valt niet t<
ontkennen. De organ sat-.e funefcionneert
Teder heeft zjja taak. Naast het chefs
kantoor ratelen de schrjjfmachtjcs, in de
afdeeling boekhouding ziet by de hooi
den over de folianten gebogen, in de
gazynen ligt alles op nummer cn ook daar
is het personeel met lust eii yver aan
arbeid. Het gelaat van den directeur ver
heldert. Aanstonds zal hy den president
commissaris zyu bevindingen mcdedoelen.
Die kan tevreden zjjn.
Nog oven een oogje in het pnkaais wer
pen, dan is dc controle bciindig
ütoero kerels sjouwen zware kisten
•mar het hysehblok, voortdurend deelt de
expeditie-chef goederen uit, dio met be
kwamen spoed gereed worden gemaakt.
Maar wat is dat? Waarom staat die jon
gen daar met de handen in de zakken oen
deuntje tc fluiten?
De directeur observeert den knaap
twas minuten, vyf minuten, Stevent dan
qnasi kalm op hem af.
- Zeg eens vriend, hoeveel ver
dien jij?
Tien gulden per week, meneer.
Tien gulden. Zoo, zoo.
Directeur haalt zijn portofcnillo to
toorscliijn, neemt er een bankbiljet van
10 gulden uit, duwt dat don jongen in do
hand en zegt op barschcn toon:
Hier heb jo oen week loon on nu
ingerukt. Je hebt hier niets moor to
maken.
Als een pjjl uit den boog verdwijnt de
knaap.
Vertol mij eens, menoor Janssen,
wendt do directeur r.ieh tot den expedi
tie-chef, hoo lang i» die doeniet hier
al in betrekking?
Die jongnu? Maar meneer, die is
hier heclen-.nnl r.:ot in betrekking. Hij
kwam oen pakje brengen van -.'.e firma
Pctcrsc en moest cveu op een bewjjsje.
wachten.
VAN EEN BEZU1NICINCS-
METHODE.
Een bezuinigingsmethode, v.-a.iraaa
een zekere mate van originaliteit niet
kan worden ontzegd, wordt ter provin
ciale griffie van Utrecht toegepast. Daar
fordt ad. den ambtenaren een „provi-
ie" van ten hoogste 30 pCt. gegeven
voor hetgeen zij in elk begrootingsjaar
hebben weten tc bezuinigen.
Mr. A. v. Dcoroinck, griffier dier Sta
ll, vertelt er een en ander van in het
Tijdschrift der Ned. Mij. voor Nijver
heid en Handel. 9
c uit zeven leden ambtenaren ter
griffie met den griffier als voorzit
ter samengestelde bezuinigingscommis
sie, heeft, naar schz. meent, groote voor
deden.
Een dei: belangrijkste voordcelen is,
dat door de instcling dezer commissie
de belangstelling voor het bezuinigsngs-
vraagstuk bij de ambtenaren zeer is ver
levendigd. Ambtenaren van uiteenloo
penden rang dienden bij de commissie
'oorstellen in, welke in den regel door
haar werden overgenomen cn door Ged.
Staten goedgekeurd. I-Iet onder cijfers
brengen van de daardoor verkregen be
sparingen, waarmede een der leden van
de commissie zich belast, is wel-is-waar
altijd gemakkelijk, doch leverde
geenszins onoverkomelijke moeilijkhe
den op j bijkomstige voordeden liet men
algemcene instemming builen be
schouwing. Voorts is van belang, dat hel
onderling verband tusschen de afdeelin-
gen der griffie is versterkt, hetgeen
voornamelijk tot uiting kwam bij de uit
wisseling van werkkrachten, indien tij
delijk één afdeeliüg was overbelast cn
andere voor korter of langer tijd werk
krachten konden missen; aanstelling van
tijdelijk personeel kon daardoor meer
dan eens worden voorkomen.
Ook afzonderlijk betaald overwerk
kwam niet meer voor. Niet onbelangrij
ke besparingen werden voorts door
tusschenkomst der commissie verkregen
in de kosten van schrijf- en drukwerk*
zoowel door inkrimping van het aantal
brieven, alsook door toenemend gebruik
van stempels en van copiöer- en andere
machines; ook het beheer van d© bureau*
benoeften werd op deugdelijker grond
slag geregeld, terwijl in de kosten van
schoonhouden, verlichting ea verwar
ming van het griffiegebouw, o.a. door
practischen aankoop van brandstoffen,
niet onbelangrijk kon worden bespaard.
Eindelijk verleende de commissie haar
medewerking bij een reorganisatie van
dé griffie, welke door inkrimping van
personeei een besparing van ruim
10 pCt. op den post jaarwedden moge
lijk maakte.
Bij dit alles dient natuurlijk in het
oog te worden gehouden, dat op den
duur het vinden van nieuwe besparingen
moeilijker wordt. Daartegenover staaf
echter, dat de commissie, indien een
maal bet laagste peil zal zijn bereik^
een wellicht even vruchtbaar arbeids
veld zal vinden om te zorgen, dat turt
peil niet weder wordt overschreden. Al»
Leen moet dan een nieuwe vorm van be
zoldiging gevonden worden, welke toot
een intensieve vervulling van deze nieu
we 'aak even krachtige waarborgen
schept.
Aan het reglement der bezuinigings-
commissie is nog het volgende ont
leend
De commissie heeft ten doel zooveel
mogelijk bezuinigingen te bevorderen fa
het administratief beheer der provinciale
griffie ea in de kosten van schoonhou
den, verlichting cn verwarming van het'
Zoo spoedig mogelijk na 1 Jsnuari ran
elk jaa: stelt de commissie een zooveel
mogelijk door bescheiden gestaafde be
rekening op van de door haar tusschen
komst sedert 1 Januari van het afgeloo-
pen jaar bewerkte bezuinigingen en ver»
kregen besparingen, welke berekening
zij zendt aan Gedeputeerde Staten. Ge
deputeerde Staten onderzoeken de ge-
noemde berekening en stellet» haar ge
wijzigd of ongewijzigd vast.
Van het saldo dezer berekening word?
een telken jare door Gedeputeerde Sta
ten te bepalen percentage, dat niet hoo-
ger dan 30 pCt. mag zijn, aaa de amb
tenaren en beambten der griffie uitge
keerd. Deze uitkcerine wordt tusschen
de ambtenaren en beambten dei griffie
gelijkelijk verdeeld. De griffier der Sta
ten ontvangt geen aandeel van deze!
uitkeering.
Ieder ambtenaar of beambte doet aan'
de commissie de voorstellen die hij itC
het belang acht van het doel waarvooij
de commissie is ingesteld; wordt aan
die voorstellen door de commissie niet'
het door hem gewenschte gevolg gege
ven, dan kan hij zich terzake recht
streeks tot Gedeputeerde Staten wenden*
Aaneaand© de behandeling van de
ïak van den moord op den Neder-
ndter Engelsman. voor het Volksge
richt, to Neurenberg is nog het volgen
de ontkend aan het verslag in de Te
legraaf
I11 den loon van het verhoor ver
klaarde beklaagde Led er er nog. dai
Engelsman reeds den lOden OcioöeC
onverwachts was eekomen, om in da
fabriek de door hcru gekochte waren
"jecicktigen. Hoe wei alles reeds
Ingepakt, verlangde Engelsman
dat de zending woer zou won-
ultgooakt. daar hij. naar hii ver'
klaarde, bemerkt had, dat men hem
tnlndcnraar dge waren wilde lever
ren. Lederer beweert, zich daarover
zóó opgewonden te hebben, dai op
nieuw het plan bii hem opkwam*
UngoIs'ruM te vermoorden. Toei*
Mouse l Donderdag naar Offenheim
was gegaan, heeft hii in diens afwe
zigheid het schrijfbureau in het kan
toor zoodanig verplaatst, dat hij e©-
legcnhcid zou hebben. Engelsman van
achteren aan te vallen.
Lederer verte;: vervolgens nauw
keurig. hoe de moord zich heeft toe
gedragen. Hij was Donderdag reeds
om zeven uur 's morgans in de fa
briek. waar hii den oven aanmaakte
en overwoog: ..Wanneer Engelsman
niet komt en de oven voor het ver
branden van het lijk niet noodig is,
kan er eventueel porselein worden
gebakken voor een firma, die reeds
lang op levering wacht." Lederer
was met zijn gedachten voortdurend
bii het moordplan. De magazijnbe
diende werd weggestuurd, zoodat hij
alleen achterbleef, 's Morgens kwam
ook Meusei. Toen daarop Engelsman
de fabriek binnenkwam, stak Lede
rer <ie haaiden in de zakken.
Engelsman ging evenwel zoo zitten,
dat hii het goh oei e vertrek kon over
zien. Meunelc draalde evenwel onder
een voorwendsel znn stoel om. toen
Feuilleton
Naar het Engelschyan
GUY THORNE»
.(Nadruk verboden)^
6)
„En het is mooi ontsnapt ook maar
dat, zal niet lang duren, denk ik",
antwoordde Williams. ,,U heeft niet
gezien wat ik zag juffrouw. Hier vlak
bij is een ijzeren brandladder aan den
muur vastgemaakt, die naar die ver
schillende verdiepingen leidt Die
man hij moet wel een uitmuntende
gymnast ziin waagde veel. maar
hij is tenslotte op den ladder terecht
gekomen en bij een van de verdiepin
gen er af gegaan en hij is toen
binnen gehaald in een kamer door
iemand die op hem wachtte!
„Dus hij was al dien tijd al hier.
terwijl wij in de zitkamer waren?"
Williams knikte.
..Ik denk dat hii net met zijn werk
klaar was en al die dingen vernield
had. toen wij boven kwamen. Het
lijkt veel op liet werk van een krank
zinnige. mr-vr b 4 K-;*? om verschil
lende redenen gedaan zijn. Hij heeft
ons niet kunnen hooren voor ik den
sleutel in het slot had gestoken u
herinnert zich nog wel hoe vlug de
deur open ging. De kamer was don-
keg en ik veronderstel, dat hij om die
reden bang was om den sprong te wa
gen. in ieder geval had hij er geen
tijd voor en is waarschijnlijk in zijn
doodsangst in de kaet gekropen".
Terwijl hij sprak, was hij naar de
waschtafel toegeloop en, schonk wat
water in een glas en gaf het haar.
„Do gérant zal wel dadelijk hier
zijn", ging hij op kalmeerenden toon
voort „en dan zullen alle kamers
onmiddellijk onderzocht worden. Dit
is een veel belangrijker zaak dan ik
dacht, juffrouw, hoewel ik al eenigs.
zins onder den indruk was van v. at
meneer Hunter en u mij vanavond
verteld hebben.
„Ja dit wordt een van de groot
ste zaken van dit jaar!" en hoe el
lendig ze ziah ook voelde, Muriel's
gevoel voor humor werd opgewekt
en ze glimlacht© flauwtjes ofii de ver
rukking die in den stem van den in
specteur klonk.
In ongeloofelijk korten tijd vas
Tom terug met den gérant en nog
iemand in een donker blauw pak.
dien hii voorstelde als den hotel-de-
lectlye.
,,lk weet wat er gebeurd is" zei hij
tegen Williams nadat bii een buizinc
voor Muriel had gemaakt. „Het is de
vreemdste geschiedenis, die ik ooit in
mijn loophaan heb meegemaakt".
„De man, wie hij dan ook was, ia
gevlucht langs den brandtrap", zet
Williams vlug. „Het is zeer onwaar
schijnlijk dat hij tot aan de binnen
plaats naar beneden is gegaan. Daar
uit volgt dus dat hij naar binnen g©
haald is door eeh raam op weg naar
beneden, door een medeplichtige die
hem hierheen gestuurd had".
Dc gérant Tan het groote hotel had
niet voor niets deze hoog© positie
bereikt- Dadelijk keerde ktj zich tot
den man naast hem en gaf hem vlug
achter elkaar een heele serie opdrach
ten. De man verdween.
„Iedere kamer die vanaf de brand
ladder te bereiken la", zei hij, „zal
binnen vijf minuten onder toezicht
staan. En dan kunt u als u wilt oen
systematisch onderzoek beginnen, me
neer Williams!"
„Ja Ik zal naar Scotland Yard te!e-
foneeren om hulp. Wij staan hier
voor een groot raadseL"
De gérant, een Fransohm an met
een puntbaardje, trok de wenkbrau
wen op van verbazing.
„Het is vreeselijk!" zei, hij terwijl
hij de kamer rond keek.,. Wat 'n ontzet i
ten de verwoesting! En meneer Hun-
ter heeft me maar heel weinig kun
nen vertellen hoe zag die verniel- 1
zuchtige man er eigenlijk uit?" 1
Hij liep naar het raam en tuurde
naar buiten.
„Ontzettend!" riep hij uit „Hij
moet wel een dapper mensch geweest
zijn of hij wees op den vloer
„of eon krankzinnige".
Er heerschte een oogenblik stilte en
toen begon de inspecteur langzaam te
spreken en woog zijn woorden terwijl
hii dit deed.
„Wij waren allemaal erg geschrok
ken", zei hii, „ik vertrouw in zulka
gevallen als dit nooit een eersten in
druk. Ik zou graag een half uurtje
rustig over alles nadenken en trach
ten mij het tooneel weer voor den
geest t© roepen. Voorloopig kan ik
alleen maar zeggen dat ik getroffen
ward door iets zeer ongewoons aan
den persoon, wie hij ook was, die uit
d© kast sprong.
„Aha!" zei Tom „dus u ook! Ik
krees precies denzelfden indruk zoo
dra de deur open ging. Wij kunnen
dus met zekerheid uitgaan van het
standpunt, dai het geen gewone man
was. Hoewol ik verstijfd was van
schrik, voelde ik tegelijkertijd een
zekere walging als voor iets abnor
maals. Voor zoover als ik iets zeker
kan zeggen, heb ik een kleine, dikke
man gezien in een donker pak 'at tot
bovenaan toe dichtgeknoopt was. En
ik geloof maar dat weet ik niet
zeker, dat hii handschoenen aan had!"
„Jui6t, meneer llunter", zei de in
specteur kalm. „IJat zag ik ook
bruin leeren rijliandschoenen. Er zul
len dus gc-on vingerafdrukken zijn die
ona kunnen helpen!"
Toen sprak Muriel en z© schrokken
allen en keken haar aan.
„Maai- heeft u zijn gezicht gezien",
fluisterde ze. „Mijn hemel, hcoft u
zijn gezicht gezien?"
„Niet© dan e«n glimp er van",
zei Tom. „Nogal ©on groot gezicht,
dunkt mof'
„De man had oen groot hoofd, groo
ter dan de meeste menschen. Dat ls
mij wel opgevallen", zei dc lnspcc-
j teur.
„Ja, maar zijn gezichtl" zei Muriel.
„Ik zie het nu wcor duidelijk voor
me. Het was zoo vreemd ik heb nog
I nooit in mim loven zoo iets gezien.
Tom ging naast haar staan alsof
hij haar wilde beschermen en als bij
instinct ging z© nog wat dichter naar
hem toe.
„Denkt u, dat u er een beschrijving
I van zou kunnen geven, juffrouw Moo-
re?" vroeg de gérant ruetig. „en zou-
I den we niet ÜoTCr naar de zitkamer
gaan?"
i Zii volgden hem door de open deur
I en Muriel ging op de rustbank zit
ten.
.„Het was het was zoo zoo
onnatuurlijk" bracht ze er uit. „F.ért
oogenblik kon ik het duidelijk zien.
De man had een zacht roze tornt als
een meisje en blozende wangen".
„Een masker dacht u?" vroegen
Tom en Williams tegelijk.
Mui lal schudde het hoofd.
„Neen, dat was het zeker niet", zoi
ze. „Een masker heeft een soort sta
rende uitdrukking, maar hel gezicht
van dezen man leefde en bewoog. En
hoewel hij een huidskleur had ais eea
porceloinen pop waren dc trekken al
lemaal verkeerd, de net» had een ra-
ren vorm. De mond was erg groot, met
vreoaelijKe roze lippen o!"
Ze slaakte een diepen zucht en viel
achterover op de ru6ibank. Haar ze
nuwen gaven het op. Z© was bewuste
loos.
HOOFDSTUK IX.
Hetnuisje ln het bosch.
Het was laat op den avond. Muriel
Moore zat alleen in het flat in Ken
sington. Er waren lichte plekken op
den muur waar de wandversiering
had gehangen. Het karpet was weg
gehaald en ze zat nu op den planken
vloer. Een paar doozen en twee kof
fers stonden tegen den muur bij do
tleur. Het was er eenzaam en orige-
zoiliz. Muriel zat bii e.-n klein tafel
tje waarop een krant was neergelegd
en waarop klaargezet was voor een
eenvoudigen maaltijd.