HAARLEM'S DAGBLAD Uit de Wereld. Rubriek voor onze Jeugd Mm&Ui DE FILMSTAÜ ZATERDAG 3 FEBRUARI 1923 DERDE BLAD DE VOORGESCHIEDENIS VAN DE LUCHTBALLON. Een groot natuurkundige uit de Oudheid. De goudsmid en de natuuronder zoeker. De wet van Archimedes. Otto von Guericke. Het soortelijk ge wicht der lucht. De proef van Guzman. De gebroeders Montgolfier. De opstijging op het Champ de Maft. Op do Oostkust van het eiland Sicilië ligt do zeehaven Syracuse, een stad met ecu roemryk verleden, de geboorteplaats van eonige beroemde mannen, onder wel ke in do eerste plaats mag genoemd wor den Archimedes, de grootste wis-, na tuur- en werktuigkundige der Oudheid (3o eeuw voor Chr.) „Het is niet mogelyk," schreef de Grioksche geschiedschrijver Plutarchus (le eeuw yan onze jaartelling) „in do meetkunde moeilijker en diepzin niger problemen eenvoudiger en helder der op te lossen dan Archimedes". Zoo groot was de bewondering, dio men voor zijn vindingen koesterde, dat men ze aan een bovennatuurlijke invloed toeschreef, hij was, zoo vertelde men, door een hom gunstig gezinde sirene bctooverd en daar door tot bovenmenschelijke geestesin spanning in staat. Eens kreeg hij van niero, den koning van Syracuse, de volgende opdracht. De koning had door een goud smid oen gouden kroon laten vervaardi gen en hem daartoe een zeker gewicht aan goud van bepaald gehalte verstrekt, liet gewicht van do kroon was volkomen in orde, maar Hiero twijfelde, of do goudsmid onder het goud geen minder kostbaar metaal, bijvoorbeeld zilver, ge mengd had. Aan Archimedes werd opge dragen de zaak te onderzoeken, maar de kroon moest geheel intact blijven. Terwijl hij bezig was het moeilijk vraagstuk te overdeuken, ging hü naar een badinrich ting, en het \aak waargenomen feit dat het menscbelyk lichaam, in het water gedompeld, byna alio gewicht schijnt ver loren to hebben, werd thans door hem in verband gebracht met het op to lossen vraagstuk. Op eens ging hem een licht opl Zonder zich den tyd te gunnen, zich te klecdon, snelde liy door de straten van Syracuse, voortdurend in vervoering uit roepend: Eureka (d.i. ik heb het gevon den). Thuis gekomen, dompelde hy de kroon in een glazen vat geheel gevuld met water, ving het overlóopende water op en woog het. Daarna woog hij do kroon, (welker gewicht in do lucht hy kendo), terwijl zy nog ondergedompeld was en bevond dat zy, in water gedom peld, evenveel gewicht verloren had als het gewicht van het verplaatste water bodrocg. Hy had nn twee dingen gevon den, ton eerste een middel om het soorte lijk gewicht to bepalen van een voor on derdompeling geschikt lichaam, d.i. do verhouding van het gewicht van hot li chaam on 't gewicht van een gelyk voiu- mo water; eu ten tweede de uatuurkun- digo wet, die naar hem genoemd wordt do wot van Archimedes en die luidt als volgt: Een in water gedompeld lichaam verliest zooveel aan gewicht als het go- wicht bedraagt van het door dat lichaam verplaatste water. Woldra bleek, dat de wet ook opging voor andere vloeistoffen, maar eeuwen zoudon er vorloopeu, voordat uien er aan dacht, to onderzoeken of do wet even eens opging voor do lucht. Dit had een verklaarbare oorzaak. In de oudheid dacht men dat de lucht geen gewicht had. Do groote Aristoteles (de eeuw v. 0.) de tijdgenoot en leermeester van Alexander deu Grootcn, had het, naar men meende, afdoende bewezen, door de in een vorig artikel besprpken proef met den platge streken en den met lucht gerulden wyn- zak, Gedurende de Middeleeuwen schreef men verschillende verschijnselen, die ver oorzaakt worden door den luchtdruk, dus door do zwaarte der lucht, toe aan afkoer der natuur voor 't ledige (horror vacui). Do lezer weet, hoe de proef van Torri- celli ou vervolgens de proefnemingen, door of on aanwijzing van Pascal onder nomen, aan deze theorie een einde maak te: het luchtledig boven in de buis van Torricolli toonde er de onhoudbaarheid van aan. Ook de grootte van deu lucht druk bleek uit de proef ten duidelijkste: hy bedraagt aan de oppervlakte der aar- do gemiddeld 1,03 K.G. per vierkante centimeter, 103 K.G. per vierkante deci meter. Een kolom lucht dus met een grondvlak van 1 vierkanten decimeter én zich verheffen van 't aardoppervlak tot do uitorstc greDs der luchtzeo weegt 103 K.G., dat staat onomstootelijk vast. Maar hoeveel bedraagt nn het soortelijk ge wicht der lucht, met andere woorden: wat weegt 'n kubieke decimeter (of Li ter) luchtHet antwoord op deze vraag werd gegeven door Otto von Guericke, burgemeester van Maagdenburg. Deze vond in 1050 de luchtpomp uit, het be kende natuurkundig instrument, waar mee men de lucht uit een afgesloten ruimte kan verwyderen. Met behulp van dit werktuig vond hy door nauwkeurige proeven dat by gemiddelden barometer stand (76 centimeter) en een temperatuur van nul graden (liet vriespunt) 773 liter lucht 1 K.G. weegt, met andere woor den, dat 1 liter lueht aan de oppervlakte der aarde een gewicht heeft van ongeveer 13 decigram. D»t bleek hem door het we gen van een hollen glazen bol van beken den inhoud, voorzien van een korte buis met afsluitkraan, eerst te wegen met do lucht, die hy bevatte, en vervolgens op nieuw, nadat de lucht er uitgepompt was. Het verschil in gewicht gaf natuurlyk Let gewicht der uitgepompte lucht aan. Hiermede was dus het soortelijk ge wicht der lucht gevonden. Maar de lucht pomp toonde tevens aan, dat een lichaam, gewogen in de lucht, minder weegt dan datzelfde lichaam, gewogen in het lucht ledig. "Wanneer men een massieven en een hollen glazen bol van gelyk gewicht ophangt aan de armen van een gevoelige baians en die brengt onder de nog met lucht gevulde klok der luehtpomp, dan zal er evenwicht zyn. Wanneer men daar na de lucht uit de klok wegpompt, zal men zien dat het evenwicht verbroken wordt. De grootere holle glazen bol zal zwaarder blijken dan de kleinero mas sieve, de balans zal doorslaan aas den kant van den grooteren bol. Do gevolg trekking ligt voor de liand: do grootero bol scheen, in de lucht gewogen, even zwaar als de kleinere omdat hy, evenals in het water zou gebeurd zyn, iets meer van zyn gewicht verloor dan do kleinere. Gaat dan misschien de wet van Archime des ook op voor de lueht en verliest een zich in de lucht bevindend voorwerp evenveel aan gewicht als dat der ver- i plaatste lucht bedraagt' De luchtpomp gaf een bevestigend iwoord ook op deze vraag. Laat by voorbeeld het ver schil in volume der twee bollen bedragen 1 knbieken decimeter. Nu plaatst men aan do zyde van den kleinen bol 13 deci gram en het evenwicht ir verbroken. Wan neer men daarop de balans met toebo- hooren onder de klok der luchtpomp plaatst, ziet men zich gaandeweg het evenwicht herstellen. En met het vinden van deze wet was de weg gebaand voor de luchtvaart, aan vankelijk niet onbestuurbare ballons. Wanneer men namelyk er in kon slagen een v oorwerp te vervaardigen, dat seor- i telyk Echter was dan de lucht en dus per kubieken decimeter gemiddeld min der woog dan 13 decigram, het in de lucht zou opstygen, evenals een stuk kurk, dat men op den bodem van een emmer water drukt, naar boven schiet zoodra men het los laat. Maar hoe zulk een voorwerp to maken Het schynt, dat in 1736 oen Pcr- tugeesch edelman een eerste poging ge waagd heeft. Hy trachtte» op te stygen door middel van een met papier overtrok ken peervormige mand van gevlochten teenwerk. Onder dezen mand, die van on der open was, werd oen vuur ontsto- konj de lucht in de mand werd sterk ver hit en zette zich uit, een deel ontsnapte in de buitenlucht; het overige deel, dat in den ballon achterbleef, was dus na tuurlijkerwijze lichter dan een hoeveel heid buitenlucht vat hetzelfde volume. Het verschil in gewicht was groot genoeg om te maken, dat de verwarmdo lucht to zarnon met de mand soortelijk minder zwaar was dan de buitenlucht eu do niar.d dus opsteeg. Maar ze kwam in aanraking met een balkon, zoodat de proef mislukte Ze werd niet herhaald. Do eerste welgeslaagde opstijging had plaats den 4en Juni 17S3 bij het stadje Aunonay in Frankrjjk. Daar hadden .zich do gebroeders Montgolfier, papierfabri kanten, feeds e'enigeu tyd beziggehouden met proefnemingen op het gebied der luchtvaart. Zij hadden tot vulling van hun ballons gebruikt waterdamp, vervol gens hadden zy vochtig stroo vermengd met fijngeknipte wol onder hun ballon gestookt, denkend dat zich daaruit elec- irische dampen ontwikkelden, die den ballon deden stygen. Hoewel de geleerde Saussuré hun duidelijk had aangetoond, dat de stygkracht van den ballon met electriciteit niets te maken had, maar al leen het gevolg was van do uitzetting der door hun stroo- en wolmur uitgezette lucht, gaven zij hun idee van electrisehe dampen nooit geheel op. Ook by de eer ste openbare proefneming op 4 Juni 1783 brandden zy een zekere hoeveelheid wol onder het stroo. De ballon, dien zy voor deze gelegen heid gebruikten, had een middellijn van 12 meter en was vervaardigd van stevig linnen, van binngn beplakt -met papier. Hy woog 215 kilo en had oen draagver mogen van 250 kilo. Aan de onderzyde was een ringvormige opening, die diende gul de uitgezette lucht voor zoover noo- dig te laten ontsnappen en waaraan ge wichten waren bevestigd om te beletten, dat de ballon by opstijging zou kan: n. Duizenden waren toegesneld om net nooitgczieue schouwspel by te wonen. De algemeen© verwachting was op het hoog ste gespannen. Daar begon op eens het gevaarte te stygen hooger en steeds boogcr, tien minuten lang, en viel daarna neer op een kwart kilometer afstand van de opstygplaats. De geestdrift was onbe- schryfelyk eu weldra bereikto het be richt der welgeslaagde proef de hoofd stad. Onmiddellijk werd d^ar door de Acadenh van Wetenschappen een commis sie benoemd tot nader onderzoek der nieuwe vinding. Maar dit ging don Pary-' zenaars niet snel genoeg. Enkelen hun ner brachten de noodige gelden bycen en aan twee werktuigkundigen, de gebroe ders Robert, werd onder leiding van den beroemden professor Charles opgedragen een soortgelijken ballon te vervaardigen. Professor Charles besloot tot vulling van den ballon te gebruiken waterstofgas dat 11 maal zoo licht is als de damp- j kringslucht. Welk gas de gebroeders1 Montgolfier gebruikt hadden, wist hy niet. want zy hielden hun procédé zorg vuldig verborgen, waar hij was terecht overtuigd, dat zij geen lichter gas hou den aanwenden dan hy. Den 27cn Augus tus 17S3 was do ballon voor twee derden gevuld. Door stevige touwen vastgehou den, werd nu de reeds zwevende ballon overgebracht naar het Champ de Mars, het reusachtige plein, waar den volgen den dag de vulling werd voltooid. Des middags om 5 uur gaf ecu kanonschot het sein om de touwen los te laten en snel, als een pyl uit een boog, schoot de ballon omhoog in het luchtruim, tot hij boven c^- wolken uit het gezicht verdween Tweemaal honderdduizend opgetogen toeschouwers waren getuigen van deze nieuwe overwinning van liet menscbelyk vernuft. De geestdrift, d:e zy wekte, gaat alle beschrijving te boven. Drie kwartier later kwam de ballon neer in een dorpje op 5 uur afstand van Parijs. De boeren dachten eersi. dat de maan uit den hemel kwam vallen; maar toen zy daar een reusachtig en geheim zinnig wezen over den grond r.: draaien als een gewond gevleugeld ir.sékt gingen zy het te lijf met zeisen en hooi vorken. Charles vond by zyn aankomst in het dorp de treurige overblijfselen van zyn prachtigen ballon. Do ballon was dus vernield, maar het menscbelyk vernuft, dat hem had ontworpen, bleef in voile (Deze raadsels zyn alle ingezonden door jongens en meisjes die „Voor Onze Jeugd" lezen. Iedere maand worden ouder de beste oplossers twee boekeu in prachtband verloot. Do raadselpryzen voor de maand Ja nuari zyn by loting ten deel gevallen aan: VOGELTJE, INKTVISCH en MAAX- BLFJE, die ze Woensdag 7 Februari by uiy mogen "afhalen. <1. (lugez. door Pietje Bel.) Ik .ben een visch verander mijn hoofd en ik geef licht. 2. (Ingcz. door Amerikaautje.) Ik ben een stad in de Balkan van 1-1 letters, n.l 1 k, 2 o, 2 t, 1 a, 3 n, 1 s, 1 i, 1 o, 1 1, en 1 p. 3. (Ingcz.'door Aardmannetje,) Ik ben oen spreekwoord van 18 letters. 9 17 2 is eeu rivier in Afrika. 1 3 15 is een meisjesnaam. 8 9 is een voorzetsel. 7 1 11 is brandbaar. 4 is de 5de letter van het alfabot. 12 1 1 11 is een rivier in Nederland. 6 15 18 is een boom. 5 14 16 is aan een huis. 10 is de 9de letter van het alfabet. 12 1 9 is geen vrouw. 18 13 is een jongensnaam. 4. (Ingoz. door VrykogelA Ik ben een bekend man uit do Ge schiedenis van 8 letters. 5 0 7 8 is een stad in Spanje. 17 4 woont in een klooster. 2 3 3 6 5 is een vrucht. 5. (Ingcz.door Overbuurtje.) Mijn geheel bestaat uit 6 letters en is juist geen eere-titel. 3 4 5 6 gebruikte men vroeger in den oorlog. 1 2 3 4 5 vindt men aan ieder huis 6. Strikvragen. a. (Ingez. door Turnster.) Dc koning is 1 M. 81 c.M. lang, de prin ses 1 M« 35 c.M. Hoe lang is nu de ko ningin moodcr? b. (fngez. door Vrijkogel.) Welke bak verdwijnt als men hein ge bruikt? c. Hoe legt men 3 lueifoTs zoo, dat er zes zyn? cl. (Ingez. door Jacob Versloeg.) Welke vorst had vroeger het droe vigste leven? e. Wat is het verschil tusschen een mug en oen olifant? f. (Ingez.. door Willem Bismeyer.) Jk leef' zonder lyf, ik hoor zonder ooren, Jk spreek zonder mond en beu ro do lucht geborcu. g. (Ingez. door Merkstertjo.) Ik weet een tonnetje, wol bekend, Dat heeft geen boven of. on derend. Geen hoepel of bodem, geen spongat of kraan. Je kunt het niet open of dicht laten gaan. 't Is boordevol, maar je hoort het niet klinken, Je moet het kapot slaan, om 't ledig te drinken. Raadssloplossinpn De raadseloplossingen dor voiigc week zyn: 1. Oudejaarsavond. 2. Haarlem. 3. Arbeid adelt. 4. Niet geplaatst. 5. Kippenhok. 6. a. 't Waren twee kinderen van drie lingen. b. Ongeluksvogel, c. Achter onzen vyver loopen vyf en vijftig eenden, d. d. Als hy zyn hoofd uit 'i raampje steekt e. De dag van heden. f. De boeken in onze boekenkast, g. De torenklok, h. De wij zer van eeu klok. L Kortkorter, j. Eén oog. k. De letter m. 1. Java. Goede oplossingen ontvangen van: Willem lil 5 Denappeltje 5 Vogeltje 5 Autoped 5 Alleen in t nestje 5 5 Het Duo 5 Meiklokje Roodkapje 5 Li nana 5 Duizendschoon 5 Korenbloem 5 Matroos 5 Oolmapusehi 5 Houthakker 5 Klein inaar Dapper 5 Timmerman Manden maker 5 Aster 5 Crocus 5 Goudmuiltje 5 Inktvisch 5 Zonnebloem 5 Kruizemuntjo 5 Witte Muis 5 Mollêboon 5, Sterretje Bchangertjo 5 Poesje 5 Automaat 5 L pino 5 Frits Wardland 5 Controleur 5 Kerstboompje 5 Blondkopjo 5 Snccuw- balletjo 5 Lentebode 5 Neerlandia 5 Boschwachter 5 Juffertje Onrust 5 Prin ses Marsepyntjc 5 Pietje Bel 5 Indrama- joe 5 Turnster 5 Maandroosje 5 Heide bloempje 4 Johan v. Reycndnm 5 Kleine Zounepit 5 Do drie Elven 4 Zeeroover 5 Pierrette 4 neideprinsesje 5 Pierewiet 5 Aviateur 5 Maanelfje 5 Zanglust 5 Naaistertje 5 Lina Punt 3 Visscher 3 Voetballer 3 Roel de Rakker 3 Volendam- mor 5 Paranoot 5 De kleine muzikant Padvindster 5 Madeliefje 5 Sportman 5 Boterbloempje 5 Marketentstertje 5 De kleine Sportman 5 Komieke 5 De Schip- periu 5 Honnie 5 Sjaanije 5 Elzekatje 5 Theeroos 5 Michiel do Ruytor 5 Vergeet mij nietje 5 Moeders Stopstertje 5 Kui kentje 5 Anemoon 5 Gems 5 Bloemen- vriendinnetje 5 Zaandammertje 5 Alpen viooltje 5 De kleine Majoor 5 De kleine Spoorman 5 Bruinoogje 5 Johan de Wit 5 Aspedistra 5 Karei V 5 Bleekneus 4 Prinsej Maja 5 Ananas 5. Brieven aan de Redactie van de Kii der-Afdeeling moeten gezonden worden nan Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN v. d. Vinuestraat 21rood. (Inde bus gooien zonder aanbellen.) INKTVJSCII. Komt de Inktvisch niet uit do diepe wateren to voorsehyu nu hy eeu raadselprys heeft? CROCKS. Ik kan je nietf vooruit zeggéu, wanneer je raadsel :n dc courant komt. Neem nog maar eon poedertje go- duld in ASTER. Hoe is het nu mot de dikte? Doot het je pyn? KLEIN MAAR DAPPER. Ja. 't is in Haarlem heel wat drukker dan in liil- lcgom. Waar woonde je in Hillegom? Jc raadsel is goed, HOUTHAKKER. Wat heb ijj oen grappig broertje. Ik kan rae indenken, dat jullie dikwyls om hero lachen moeten. COLMAPUSCHL. Dio raadsels scly- ncn in den kaatsten tyd beonen gekregen to hebben. Broer mag best meedoen. MATROOS. 't Doet me plezior, dat do kalender ïiaar je ziu is. Daar staat nu letterlijk van alles in, hè. Ik wab bly dat de ruiling nog lot stand kon komen, ROODKAPJE. Jy vondt de raadsel: moeilylc en je bovenburen schryven me dat ze de raadsels dadelyk -hadden, zoc gcmakkolyk waren ze. "Wat moet ik daar nu van denken? "Wanneer beu jo jarig? MEIKLOKJE. De Clercqstraat housch niet zoo lastig te vinden. De ma aan wien jullie hel vroegen, sprak zeki potjes-iatyn. HET DUO. Is de wedstryd naar ji: lie zin? Willen j '.1U* vóór taan ook jo naam onder de raadsels zetten? Jo r seis zyn goed. MOLLÊBOON. Is vader ai wee: rug uit Friesland? En zyn do grootouders gekomen? Ik weet nu, dat je een heel druk leventje hebt. STERRETJE. - Als do wangetjes rood worden, zullen ze ook wel dik de.u. Mag jc ai naar schooi? Je gaat nu zeker alle dagen wandelen me: dc grootouders. WITTE MUIS. De bekende postze gels zul je wel niet gemakkelijk Knunen ruilen, daar de verzamelaars die natuur lijk hebben. Hoevee] plaatjes zyn jullie rykor geworden? Je raause. is good, 't is meer een aardig gezegde dan een spreuk. Vind je ook niet? LINA P. 't Doet me genoegen, dut de hoele familie hes boek zoo mooi .u-lt. Hoe is 't nu met moeder! Gelukkig :i dat Henk thuis kon blyveu om wat te helpen. Raadsel 4 was een kor; raa tje, ik deuk, dat do zetter het over hoofd heeft gezien. Wat zeg je van nieuwen wedstryd? Zyn jullie allemaal be2ig om pyramides te bouwen? PIEREWIET. Jy hebt maar eeu bo venst besten vader, die van je oude fiets />cn nieuwe heeft gemaakt-. Heb je den bagnge-drager al ontvangen? En wat ga je een feesten tegemoet. Je gaat meteen nog denken dat het heelo leven een pretje is PIERRETTE. "Wat ben je no aan "t naaien? Gaat de kookles nog door? Zyn de panlappen klaar gekomen? Als je hel zelf op mag eten, moet je er maar voor zorgen, dat er niets aangebrand of half gaar is. DE DRIE ELVEN. Hoe is net met de kleme plaaggeest? Ze moet zeker on der do wol blyveu? Zyn do broertjes nog vry gebleven! !k Hoop het maar, vooral voor die kleine baby. MARKETENTSTERTJE. Jy hebt het dus druk met een goed werk. Ik kei» dat krantje niet- Neen hoor, ik heb geen pop gewonnen op myn lootje. Wanneer worden die tableaux vertoond! En wat stel je voor? VOLEXDAMMER. Ja jongen, waar afgaat en niet byko"-t, kryg je vermin dering. Ik zou ep het restje dus maar heel zuinig zyn. f Een naamlooze sehryft me iets over een raadsel, waar ledikant uit moet komen. Maar ik kan het zonder naam tov-h niet plaatsen. JOHAN* VAN R. Er is al «-on Du veltje, dus je moet een anderen schuil- HEIDEBLOEMPJE. Ik vermoed, dat de vorige vluchteling om gezelschap verlegen was. Als je eens wat meer te vertellen hebt, kryg ik zeker een groote ren brief. MAANDROOSJE. Hoe gaat het er nu nice? Had jo keelpyn? Jo lag anders maar gezellig in ue voorkamer. En dan nog met een heele bibliotheek by je. Heb je ook nog schoolwerk kunnen maken? TURNSTER. !k Hoop toch zoo, -dat Ilomic-ke door aar kwaal heengroeit. Al les maar doen wat de dokter zegt. Mag ze al onder de kunstzon? Kan ze leek nog wel grapjes maken? Ik wil wel ge- looven, dat moeder nu heel wat te doen ELZEKATJE. Hoe maakt moeder het! Wanneer is de feestdag? DE SCHIPPEREN. Wordt het hoes ten al minder? Daar kun je soms een win ter mooi mee zyn. Echt prettig, dat het je op de Mandoline-club zoo goed betalt. Nu moet je je thuis zeker ook oefenen. Voor welke bazaar werk jc! Aan dezen wedstryd doe je toch natuurlyk mee. KOMIEKE. Nu jy zoo stil en gedul dig moet'zyn, kryg je ook een extra groot briefje, want ik heb altyd een beetje medelijden met rustelooze vogeltjes, rue n:ct vry naar buiten mogen vliegen lk merk wel, dat je tóeh guitenstreken u.t- haalt. Torn je daar zoo gepoederd lag, zag de dokter je zeker aan voor een ge- vluchten clown. De dokter nam hot ge lukkig nogal komiek op. Zorg nu maar, dat je met ;n dc riemen moet. Dag kleiui Komieke, van harte beterschap. INDRAMAJOE. Ja, ik heb var verschillende Rubriekertjes gehoord, dat de Palestiuafilm zoo mooi was. Zo had den voor jullie ook maar wat bananen en sinaasappels moeten afplukken, PRINSES MARSEPIJNTJE. Kon do wolf ook praten? Heeft bet broertje geen kwaad gedaan, dat hy naar buiten is geweest? Mug hy al weer naar school? Als zulke kereltjes zich vervelen gaan, heoft moeder er dubbele last mee. JUFFERTJE ONRUST. Eu lean je al merken, dat de gymnastiek hcilbnam werkt? Wanneer je geen gymnastiek doet zog je maar honderdmaal tegen je zelf: ..Rechtop loopen!" FRITS WARDLAND. Je raadsel LUPINE. Je moogt dozen schuil naam houden. Natuurlyk schrijf jo veel vryer, als het buiten de kennisjes gaat. KOMPELSTEELTJE. >t Gaat al wat goed met de raadsels. En met strikvragen zal het ook wel wennen, do wedstrijd naar j'e zin? OVERBUURTJE. Wanneer we kra nig zyn in het oplossen, -vinden we raadsels gemakkelijk. Zoo is het ook andere raken. Het was zeker eeu heel feest, toen moeder uit 1). thuis kwaï LACHEBEKJE. Je raadsels zyn BE HANGERTJE. Nu was het met je naam best in orde. En als het van lou ter blyasehap kwam, wil ik het je graag vergeven. Het doet me genoegou, dat je zoo .u je schik bent met den kalender. Nu maar met frisschen moed aan den i wen wedstryd begonnen. POESJE. Je raadsel is goed. ALPEN VIOOLTJE. Heb je net boek nu uit? Moeder wou je het prettige dus met theelepeltjes toe dienen. ZAANDAMMEETJE. Nog wel Uur- te yk gefeliciteerd met jo verjaardag. Was het een leuk dagje? Gezellig, dat er meisjes bij je op visite mochten komen En ben je vanmiddag naar de muziekles geweest? Beu je klaar met den Sul:: wedstryd? BLOEMENVRIENDIN NETJE. Guurtje niet bly met je cadeau? Had je er zelf ook een versje in geschreven? \V a- ieu de cioeusseii uitgekomen? 't Schooi- potje staat zeker iu de vensterbank. GEMS. Je bent dus badgast ge weest, al heb je dan geen bad genomen, 't Was maar een heerlyke, t'risscae i doling. En je hebt flink aït je oogoti keken. Je was zeker wel erg moe, je thuis kwaia. Ik kaa me begrijpen, nat jo hongerig was. Je bent anders een snybooa, als je niet eens wist, dat je aardappelen met biefstuk gegeten nud. Up de dierkunde-les heb je zeker wei ver teld, hoe eon Gems met 3oodo zoévogels :n aanraking is geweest. PRINSES MAJA. Nog wel gefeli citeerd met moeders verjaardag. En feli citeer morgen Eondstnrretje maar »'an me. Als zo tyd en lust heeft, moet r« maar spoedig wat van zich laten hooren. BLEEKNEUS. 't Deed me plezier zulke goede berichten van moeder te hoo rn Ik hoop. dat het zoo voort gaat. KUIKENTJE. Was de schoolbios coop Donderdag mooi? Waar ging het over? Wat worden jullie nu knap met al d;e boeken. Moet je 's avonds veol huis werk makenf Deze wedstrijd is gemak kelijker dan je denkt. Uitkijken ea oit- zoeken is de boodschap. ]>E KLEINE MAJOOR. 't Doet me genoegen, dat het bock naar je zin is en dat groote zus het ook moo: vindt. Aan Jen wedstryd ben je zeker dadelyk be gonnen en je dacht natuurlijk direct «en reuze-pyramide te krijgen. Heb je pret- ig by "je vriendje gespeeld? Gingen de ■oor-drachten van een leien dakje? Hoe s hot nu met Thoa? Ze bad zeker pijn lijke. dikke armpjes, dio kleine guit. JOHAN DE WIT en ASPEDISTRA. Wat heb je een besten verjaardag ge had, Johan de Wit. Je raadsels zijn goed. ANEMOON. MOEDERS STOPSTER TJE en MEVR. M.-DE V. krygen Woens dag antwoord. W. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vinnstraat 21rood. Haarlem, 3 Februari 1923. Hoe de ijdelheid van den een, tot een succes leidt van den ander. OeOTge Carter had al zyn hoop geves tigd op zyn kaartje, dat zooeven dc lift- jongen van het „Laatste Nieuws" van hem had aangenomen. Beleefd maar kort had deze hem ver zocht plaats te nemen in de wachtkamer, waar hy zyn ougeduld kon trachten mees ter te worden met het lezen van de l::ant of van tijdschriften, totdat de redacteur hom kon ontvangen. Carter was eeu jonge man, geweien soldaat en optimist in liart en nieren. Maar het liep hem nu wel erg tegan. In twee weken tyds had hy' gesolliciteerd by elke courant in Fleet-street, not was een slechte tyd in do krantenwereld, en Carter was al zijn laatste paar schoenen aan -'t verslyten, toen het tot hem door drong, dat niemand hem noodig had. En Carter's vrouw merkte het ook daaraan, dat ze ai aan hun laatste „appeltje voor de dorst" bezig waren. Het leek hem een eeuw toe, voor do lift jongen zyn hoofd om het hoekje van de deur stak en riep: „Hierheen, alstublieft!" De jongen bracht hem door lange gan gen, voorbij kamers waar hot eentonig geluid van do schrijfmachine» onophoudo- lyk klonk, bleef toen plotseling staan, en werkte hem in de lcamor van den re dacteur. De redacteur van „Het Laatsto Nieuws" was een jonge man met een oud gezicht, goon ongewoon verschijnsel by journalisten. Hij beduidde Carter om to gaan zitten vervolgde zyn gesprok door de telefoon. Toon hy daarmee klaar was, legde hy de hoorn neer, en keek zyn be zoeker aan. „Wel m(jnhèer Carter", zei hij leven dig, alle journalisten zyn levendig, of benoorden hc-t te zyn „wat kan ik voor u doen?" Carter glimlachte innemend en voelde zich meer op zyn gemak. „U kunt my een baantje geven," zei hy, probeerend. "Misschien wel en misschien ook niot," was het korte antwoord. „Wat kunt uf" „Hoofdartikelen schryven, politieko verslagen, beschrijvende verslagen, ste nografische verslagen, typen, do telefoon bedienen, de krant uitgeven „Op het oogcnblik", viel do ander hem in lie rede „hebben wo niet iemand noo dig voor de hoofdartikelen, eu ik ge loof ook niel, dat de uitgever zich terug wil trekken." Carter keek verbaasd en teleurgesteld, maar wachtte tot de redacteur verder „Wat w\j nood-.g hebben," ging dezo heer voort, „is een jonge man, die, wan neer hy uitgestuurd wordt op iets, bo- slist niet terug komt, voor hy alles er \un weet. Begrypt u het?" „Uitstekend!11 zei Cnrter. Hy hneï het al honderden malen gehoord. „D.i:kt u. dat u dat zoudt kunnen?" vroeg do redacteur. Carter glimlachte. „lx ben degecc, naar wien u al jaren eu jaren gezocht hebt!" zet hy beschei den. „U is heel zeker van u zelf," zei de redacteur bedachtzaam. De teiefoon rmke.de. Toon gaf Carter het ding in zichzelf allerlei iceiyke namc-n, maar later kon hy nooit naar een telefoon kyken, zonder een gevoel van warme genegenheid voor dnt voel-gesma'Jo instrument. Een telefoon boomc nooit een bclccd'-giOg van hem en zelfs de telefonisten ivareu nooit in de gelegealic.d gesteld om kennis te ma ken uut zyn Lui: i gewoon voiicdige lo- gorvocabuiaire. Want de teiefoonbei was het keerpunt in Carter's loopbaan. Zo gaf hem zjia kans. feuilleton Naarhet Engelsch van GUY THOHNE. (Nadruk verboden). 13) „Wat u me zooeven verteld heeft"', zei hij, „werpt een heel nieuw licht o)i deze vreemde zaak. We schijnen nu tenminste een drijfveer voor de misdaad gevonden te iiebben. Het is heel waarschijnlijk^ Kolonel Moore ontmoet Hunter voor den tweeden keer na een eeiieinizinflige tocht van enko'e maanden in een woest en rii- wel onbekend land. Hij weet dat er menschen zijn die hem achterna zit ten. Hii eeeft het kistje aan Ilunter om het te verbergen. Het is dus zeker dat do vijanden van den Kolonel wil den probeeren om het in handen te krijgen. Zii verwachtten niet dat hij het aan iemand anders zou toever trouwen. en waarschijnlijk, als ze iets vp:i Hur.ter v. ist?n. beseffen ze toch niet dat !iij eeu inii me vriend van Kolonel Moore geworden was, maar beschouwden hem meer nis een op pervlakkige kennis die hij aan boord ontmoet had. Toen hij in Londen was, bleek Kolonel Moore nog steeds bang te zuil voor de veiligheid van het Kist je. Hij gaf het nu aan juffrouw Aioo re in bewaring en vertrouwde er dus blijkbaar op dat het bij haar even veilig zou zijn als bij Hunter. Waar om'? Blijkbaar omdat Kolonel Moore dacht dat hij zijn vervolgers voorloo- pig van het spoor gebracht had, en dal ze niet wisten dat hij een dochter had. Let daar goed op dat is van zeer veel belang Muriel knikte. Ze begreep niet goed wat hij er mee bedoelde. Tom Hunter begon het te begrijpen en hij trok hard aan zijn pijp. „Naar alle waarschijnlijkheid", ver volgde Isaacson, „zou het kistje slechts korten tijd onder de hoede van juffrouw Moore gebleven zijn als Ko on éi Moore niet opge.icht was. Hij had er waarschijnlijk geen vermoe den van dat zijn vijanden tegelijker tijd met*hem in Engeland waren aan gekomen. of misschien al in Engeland waren voor hij aankwam wat weer een ander gezichtspunt is waarover we het later nog zullen hebben. En nu het kistje". „Wilt u het zien?" vroeg Muriel. ..Heel graag was het antwoord, „maar 'laat ik eerst een paar voor zorgsmaatregelen nemen". Hii stond op en trok de gordijnen dicht voor alle ramen. Toen deed hij alle deuren open en liet even het licht van zijn zaklantaarn in de andere ka mers schijnen. De deur naar de keu ken liet iui aanstaan, maar aan het eind van de gang hoorde men jut frouw Jones, die al neuriënd bezlR was om af te vvasschen. Muriel glimlachte om dezo voor zorgsmaatregelen, maar ze maakten op Tom Hunter een onaangenamen indruk. Voorzichtig zijn is altijd goed, natuurlijk, maar waar kon Isaacson op dit eenzame plekje bang voor zijn? Toen ging liet tweetal met Muriel naar de slaapkamer ze maakte de kast open en brachten samen het kistje, waar de linnenhoes nog omheen zat, in do zitkamer. Het was niet prooter dan een kleine naaimachine. Muriel maakte den omslag los en daar stond het kistje. Het licht van de vlammen in den haard schitterde op de koi>e- ren banden. „Hier hebben we, als ik me niet ver gis den sleutel van het geheim", zei Isaacson tenslotte. „Juffrouw Moor©, ik durf er alles om te verwedden dat het fortuin waarover uw vader sprak in dat kistje zit". Hier viel Tom hem in de rede. „Door de volmacht die ik van den Ko lonel heb gekregen", zei hii. „weet ik natuurlek alles vnn ziin zaken af. Op Id© bank had hii zesduizend gulden 6taan en zijn inkomen bedroeg onge veer achtduizend gulden per jaar. waarvan hij honderdvijftig gulden per maand aan Muriel af stond". „Al weer een bewijs", zei Isaacson. „Het is heusch niet alleen nieuwsgie righeid dat ik graag zpu willen we ten wat er in het kistje zat. Mij dunkt dat er ons veel duidelijk zou worden als we wisten waaruit de inhoud be stond." Hij wendde zich tot Muriel. „Uw vader zei dat het een groot fortuin was, is 't niet?" „Ja, meneer Isaacson. Hij zeide dat we nu werkelijk rijk ware::." „En als Kolonel Moore zoo iets ge zegd heeft moet het wel een groote eom zijn", zei Tom, ^.vvant hij was erg royaal en zou niet gauw tevreden zijn". ..Misschien is het wel massief goud!' fluisterde Muriel. Isaacson lac.;.c. „Juffrouw Moore", zei hii, „in dat kistje zou hoogstens voor honderdvijftig duizend gulden aan goed kunnen zijn". „O!" zei Muriel verbaasd. ,,lk weet niets van zulke dingen af. Maar va der moet veel meer dan dat gehad hebben. Ik herinner me dat hij het eens over drie millioen had toen we spraken over het koopen van een landgoed". Tom f o at van verbazing. „Drie Mil lion)"' herhaalde hij. Maar Isaacson scheen beelemual niet verbaasd te zijn. „Dat zou ik wel zoo ongeveer gedacht hebben", zei'hij „ook zonder de hulp van juffrouw Moore". „Maar wat kan er nu in zoo'n klei ne ruimte zitten dat zooveel waard is", zei Tom. „Niets anders dan edelgesteenten", riep MuriA uit. In Jvieuw-Guinea worden geen edel gesteenten gevonden", zei Isaacson, „behalve een minderwaardig soort robijnen- lk weet nogal van goud en ju weel en af, dat zit me in het bloed. Neon. met al die veronderstellingen komen we niets verder. Zelfs al had Kolonel Moore de prachtigste robijnen gevonden in Nieuw-Guinea dan zou den zo nog niet de helft waard zijn van de som die juffrouw Moore noem de. En waarom zou hii die in zoo n kistje bewaren een ki-ije dat zoo enorm zwaar is! Zelf» al waren «le in woeien in lood gezet dan konden ze nog niet zoo,veel wegen. Neen. we moeten er een andere verklaring oor vinden, maar u heeft me al een eindje op wee geholpen". „Hoe dan?" vroeg Tom. „Ik wil er nu liever niet verder over spreken, ik ben bang om je te leur !e stel'en. T.aten we rui over wat anders praten. Later kunnen we wel vve?r op deze zaak terug komen. Als men heel diep over iets moet naden ken moet men af en toe er eens roe© ophouden. Later krijgt men er dan dikwijls weer een nieuwen kijk op". liet vv.is nu ougceer half tien. lom stonu met een e.gc.'iuurdigen glim lach van z.jn stoel op, deed Ce deur open en liep naar dc veranda. Hij kwam terug met een tasch waarin een flescii whiskey en e<m siphon spuitwater zaten „Ik dacht, dal jo dit wel niet in huis zou Imbbcn, Jiurael", zei hij la chend. „en daarom neb Ju liet maar m-egporaciit. isaaeeon en iü zipi al- teu.i erg mali-; nn. ii .wc houden toch we. mn een wuisKey-soda s avonds". Muriel maakte haar verontschuldi gingen en ging dadelijk glazen halen. Toen ze terug kwam, zei Tom: „Waar is juffrouw* Stone toch? Ik heb hecl©- maal niet meer aan haar gedacht!" Muriel schrok. „Ze is era laat", zei ze bezorgd Ze tied boofdnijn en wilde niets eten. /.e zei dat zo mi lange wandeling over de heuvels ging ma ken". „O, ze zal wel gauw komen', zei Isaacson. „Het is volkmtian, en z© kan onmogelijk verdwalen. „Toch vind ik het niet prettig dat ze alleen uitgaat, meneer Isaacson". „U behoeft zich heusch niet onge rust te maken, iullrnuw Moore. Ze zni even vei.i - zijn al of ze in «leze kam.-r was. en ine dunkt dat jufftoaw* Stone een hijzonder flink meisje is. Ze wordt zeker de beste secretaresse aie ik ooit gehad heb!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 9