DE MODE
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 3 MAART 1923
VIERDE BLAD
EEN HOEDEN-PR AATJE
-*e£ is niet onwaarschijnlijk dat de
groote hoed dezen zomer va©! gedra
gen zal worden, üoah op net oogenhlik
zijn de hoeden alle nog klein. Ten
eerste kan men nu. waar iedere man
tel bijna met een bontenkraag gedra
gen wordt, niet anders dan kleine
hoedjes dragen en ook bij de eenvou
dige nieuwe voorjaarstailleur staat
niets zoo vlug en elegant dan het een
voudige, kleine „trottourhoedje". Het
klokihoedje heeft van achteren bijna
geen rand, de garneering wordt rechts
maar meer naar hektoren aange
bracht en de bol is boog en smal. De
lijn van de Egyptische hoofdtooi is
zeer geliefd. De ronde bol van deze
soort hoedjes is van voren verborgen
door den verticaal opstaanden rand
die opzij neerdaalt en over de wangen
reikt De garneering die rechts en
linies is aangebracht onderstreept deze
beweging nog".
Andere „troUeuvs" hebben een on
derbroken rand, die dan door eeu
strik of een garnituur wordt opgeno
men aan den linkerkant. Deze gar
neeringen hebben een horizontale
richting en verlengen de lijn van het
profiel.
Er worden zeer veel verschillende
soorten stroo gebruikt voor de voor
jaarshoeden. Het soepele stroo het zoo
genaamde „lajza de paille" dat per
meter wordt verkocht is een geduchte
concurrent voor de stroohoeden" die op
vormen gemaakt worden. Het stroo
dat genaaid kan wordpn maakt het
moge'ijk dat de modiste een bepaald
model creëert, dat ziï alleen maakt.
Er bestaat ook een soort _stroo, dat
zich even soepel laat drapeéren als
stof. De groote hoeden worden ge
maakt van manilla-stroo of z.g. raba-
ne, een raffia-weefsel. Het grove ge
schubde stroo, dat erg glinstert wordt
in donkere tinten voor de kleine hoed
ies gebruikt. Wat do garneering be
treft; het schijnt dat men zoowel bloe
men, veeren als lint zal zien. Bloe
men zijn meer in trek als het vorige
seizoen. Cocarden, ronde bouquettem
van voren of van achteren geplaatst
maai- altijd boven de bol uitstekend
zijn gemaakt van heel kleine bloem
pjes op de manier van oudervvctsche
bouquetten. Vergect-mii-nietjes, 'serin
gen, bloempjes gelakt in heldere kleu
ren maken het effect van emaille.
Men maakt ook veel cocardien en gar
neeringen die samengesteld zijn uit
miniatuur-roosjes van lint of tafzijdi
De bladereu zijn op dezelfde manier
gemaakt. Struisveeren lang en plat, of
de toppen ervan, die zéér gefriseerd
worden,-ziet men in papegaai-achtige
kleuren op één hoed vereenigd. Ons
pluimvee levert ook veel hoedgar
ring, die zoo mooi bewerkt gekleurd
cn gekruld wordt,dat men de oorspron
keli.jke veeren er niet in hork en na
zou. hint is, als altijd" een dankbar
hoed-garneering. Vooral de glimmend'
geglaceerde soorten en de lamé's wor
den voor groote strikken en lussen ge
bruikt. De smallere fantaisie linten,
met aardige randjes, frangetjes en fes
tons ziet men op de kleine cloche'
en bedekken gewoonlijk den rand er
van.
De kleuren voor dit, voorjaar zijn
fleech-gi'oen, mosgroen en amandel-
groen. En dit zijn niet alleen de hoe-
den-kleuren ,maar over liet algemeen
"rijn deze kleuren zeer in trek, koper,
en roest kleuren, alle tinten die rood
bevatten, wondien er mee gecombi
neerd.
Twee voorjaarstoüetteu
Ziehier t\yee voorjaarsjaponnen. De
eerste is van witte popcline, geborduurd
reet zilver. Let eens goed op de bijzon
dere punt-kraag en de mouw met de twee
doffen.
De tweede is weer een japon, die ons
aan de middeleeuwen doet denken met
zijn de schouders ontblootenó decolleté,
lage taille en nauwe slanke mouw. De
japon is van banaankleung crêpe ma
ïocain, de garneering is ajour.
Een aardige kraag
Een vorige maal vertelde ik u hoe
ge een japon -van verleden jaar weer
eens een nieuw aanzien kon geiven.
Ditmaal geef ik u een plaatje van een
aardige kraag, die een japon, die mis
schien wat saai of somber is, weer
hee'.emaal opvroolijkt.
Schoentjes
Tegenwoordig wordt er veel meer
nadruk op het schoeisel gelegd dan
vroeger. Ook de kousen, de kleur en
de soort moeten zorgvuldig uitgeko
zen worden. In de stad, bij de na
middagjapon, is de schoen van suède,
lakleer, of chevreau leer. In de mode
zijn op liet oogenhlik schoentjes van
krokodillenleer, maar daar dit een
echte modegril is en ze niet overal
hij ,,gaan" is liet verstandiger om,
wanneer men niet over een ruim
kleedgeld beschikt, zooiets bijzonders
niet aan te schaffen. Gewoonlijk
draagt men bij cle siuède schoentjes een
-li kous in een lichte tint. In
géén geval mag de kous donkerder
zijn dun de schoen, alle tinten van
giijs en beige staan goed bij donker
bruine schoentjes en bij zwart suèdé
kan ook wit en helderbruin gedragen
worden. Vooral is deze kleur zeer ge
liefd bij zwarte verlakte riemschoenen.
Draag in geen geval wollen kousen,
neer go elegant wilt zijn. Zijt ge
kouwelijk, draag don een dunne witte
oashmere kous onder uw zijden en
;c zult geen last van de kou hebben.
Het is verkeerd gezien om bij de ta.il-
•ur een fantasiesolioen inet riempjes
f iets dergelijks te dragen. Bij een
tailleur costuum, dat. niet anders is
dan een japon met een mantclji
dezelfde slof, gaat deze schoen er
mee door, doch bij de strenge tail
leur kan men niet anders dan een ge
sloten, dichtgeregen molière ciragen.
Wanneer ze van boxcalf of glacé leer
zijn, dan is een wollen kous hier niet
uit den bcoze. De veters mogen vol
strekt geen bengelende strik vormen,
maar moeten naar binnen zijn vast
gemaakt.
Do avond schoontjes zijn meestal van
gouden of zilveren stof en dit is wel
practisch, daar men déze overal bi]
diagen kan. De kousen moeten óf van
dezelfde kleur zijn als de schoentjes
tf van de nieuwe .perzik" kleur.
Geen meisje dat danst zal iets anders
dragen dan een schoentje met band
jes of riempjes. Er zijn ook heel wat
modellen om uit te kiezen. Meestal
zijn» deze schoentjes in twee kleuren.
Men ziet gouden schoentjes met baaid-
jes van blauw, zilveren met roode
bandjes en zwarte met witte bandji
Groote gespen zijn uit de mode. Voor
de jonge vrouw of het meisje dat iede-
ren dag er op uit moet en dikwijls
veel moet staan, is de schoen met de
lage hak een ware uitkomst. Gewoon
lijk zijn ze in het „broque" model, cn
van stevig donkerbruin leer. De ton
gen met franje, zooals men een tijdje
geleden droeg, behooren tot het verle
den. In dit genre is het nieuwste de
stevige broque schoen, met lage
hak, maar dan niet dichtgeregen,
maar voorzien van twee riempjes met
smalle stalen gespjes. Alleen voor
mooi droog weer zijn deze soort ge
schikt. Bij deze soort schoenen gaan
grove wollen kousen, grijs of beige
met grappige ruiten of strepen, ver
sierd. Het nieuwste is een kous, die
met de hand gebreid is, van grove
kunstzijde.
Tot slot een paar raadgevingen over
het onderhoud van uw schoeisel. Wan
neer uw bruin leeren schoenen te licht
zijn naar uw smaak, wrijf ze dan tel
kens in met den binnenkant van een
bananenschil, alvorens ze te poetsen.
Het arm-gedeelte van lang© peau de
suède handschoenen kan goed dienen
om een dun zooltje in een avond
schoentje te maken.
Fijn schuurpapier is beter om suède-
schoenen ruw te houden, daai een sta
len borsteltje. Schoentjes van stof
moeten zorgvuldig in vloeipapier wor
den gepakt, -wanneer men ze in lang
niet draagt. Iedere schoen, die -men
niet draagt, moet op een leest worden
gezet en op den langen duur is het
voordeeliger om verscheiden paren
echoenen in gebruik te hebben dan
b.v. tw-eo paar.
Een eenvoudig mandje
een aardige wieg.
„Een wieg van een mandje gemaakt
dat» is nu weer een van jouw dwaze
ideeën", zei Bobbie's moeder spottend
tegen mij. „Dat is nu wel heel vin
dingrijk, maar toeli ook uiterst on-
practisch. Verbeeld je, ik, die Bobbie
wanneer hij gaat slapen kalm naar de
andere kamer rol in zijn wieg op wiel
tjes ik zou het heusch niet met jouw
mandje kunnen doenl"
Door de tegenspraak werd ik na
tuurlijk geprikkeld, „hu, mag ik een
wiegje voor Bobbie maken, dat je
evengoed door de kamer kan rijen?"
11c weet zeker dat je het leuk zult
vinden". Bobbie's moeder vond het
natuurlijk best en ik ging thuis direct
aan den slag. Een gewoon rieten mand
je (ge ziet het op do kleine schetsjes)
was mijn grondvorm. Van binnen be
kleedde ik het i et fijn wit katoen.
Vooraf hechtte ik een laagje watten
aan den binnenkant en op den rand
vast zoodat baby zich niet kon kras
sen aan het riet. Ik had verschillende
idees in mijn hoofd, waarvan het eer
ste er aldus uit zag als het eerste
plaatje-
lang én 3e twee zij-steuntjes 2ijn 0.20
M. Over dit geraamte hingen we het
gordijntje. Bovenop kwam een strik
van soepel moiré hnt, evenals op de
twee hcngseltjes.
De soort kragen zijn zeer modern,
men ziet z© op vele der nieuwe voor-
jaarsmodellcn. Men kan deze kragen
van voren of van achteren laten slui
ten. Op ons plaatje is de -kraag van
wit linnen, geschulpt en omgefeston-
ne©rd met roode. wol, In de hoekjes is
een eenvoudig bloempje geborduurd.
De kraag sluit met een smal zwart
fluweel dat tot in bet middel afhangt.
Na deze ernstige beschouwing over
allerlei schoenwerk wil ik toch nog
even uw aandacht vragen voor een
paar allerliefste baby-schoentjes. Hoe
snoezig zullen deze grappige laarsjes
staan, wanneer het kindje voor hot
eerst looptZe doen mij denken aan
kabouteriaarzen. Ze zijn'gemaakt
licht rood peau de suède, met
breede band van wit konijnenbont
den bovenrand.
Ik had liet mandje van drie teenen
hoepeltjes voorzien die met een lin
nen bandje onderling verbonden op
gelijken afstand van elkaar werden
gehouden, liet onderste boogj a maak
te ik met een stevig ijzordruad aan
het wiegje zelf vast. Ik bekleedde hec
met een vroolijk gekleurd cretonne,
maakte er zonder veel moeite een
paar wieletjes onder en Bobbie's
sto wiegje was klaar. Van een lapje
cretonne dat over was, kon ik nog
juist een enveloppe maken oor het
dekentje. Van binnen bekleedde
het kapje met licht groen, go weet
misschien niet det deze kleur rustig
werkt op de baby, evenals zacht
blauw.
Ik was bijzonder tevredefn over mijn
werk en rustte niet voordat ik nog
een tweede rustplaats voor Bob klaar
had. In beginsel wis deze natuurlijk
het zelfdé, alleen liet ik nu de teenen
boogjes van het eene hengsel naar het
andere loopen zoodat het effect toch
geheel anders werd. Dit wiegje maak
te ik heelemaal in blauw van verschil
lende tinten, zacht grijsb.lauw voor de
voering van het kapje, d"r-'!'do tint.
iets lichter voor de volants den bui
tenkant van het kapje, en met helder
er bij Meurend blauw festonneerde
ik de uitgeschulpte randen. Aan
weerskanten versierde ik de hengsel-
tjes met een bosje gehaakte bloem
pjes in dezelfde tinten, bij' elkaar ge
bonden met een kersrood lintje.
Ik hoop dat ge, hetzij voor uw ei
gen kindje, of oor dat van u vrien-
eens zoo'n grappig wiegje zult
:en. Ik kan u verzekeren dat ieder
of aanstaand moedertje er ver-
'j van zal zijn-
M. S.
De ideale logeerkamer
Om gastvrouw te zijn voor één mid
dag of één avond is niet zoo'n zware
taak, maar om de plichten als gast
vrouw goed te vervullen gedurende
een week of zelfs een maand, dat is
heel iets anders en dat vergt ook veel
meer van ons karakter cn tempera
ment. Alleen door te denken; „hoe zou
ik het zélf graag hebben" is het mo
gelijk de rol van gastvrouw succes
vol te spelen.
Allereerst moet ge trachten uw
gc-erkamer zoo gezellig en aangenaam
mogelijk in te richten. Hiervoor
hotit ge heusch geen handen
geld" uit te geven, maar bij veel men
scheen is de logeerkamer de plaats,
waar overtollig en niet met de ove
rige huisinrichting harmonieerend
meubilair wordt „geborgen". Dat is
natuurlijk glad verkeerd eu het resu!
laat is een onharmonisch, ongezellig
interieur, dat er' onvriendelijk uitziet
en waarin de logé zich zeker nooit
„thuis" zal veelen. Een g9cde gast
vrouw zorgt er wet voor, dat zoo'r
soort logeerkamer in hatfr huis nie'
te vinden is. Ik ken een dame, die
een allerliefste gastvrouw is, waarbij
ieder zich op zijn gemak voelt. Haar
logeerkamers, alhoewel héél eenvou
dig, hebben iets huiselijks, iets pret
tigs. Toen ik haar er eens naar vroeg,
hoe het mogelijk was dat in haar lo
geerkamers zoo'n „bewoonde sfeer
hing, antwoordde zij mij, dat zij zelf
eerst eenige dagen in haar logeerka
mers ging slapen om te zisn. ol alles
er prettig en goed was ingericht.
Daardoor verloren haar logeerkamers
dat koude, onbewoonde gevoel, dat
ens direct overvalt, wanneer wij in
een kamer komen; die niet écht be
woond wordt.
Daar het onmogelijk is om te ver
wachten, dat al onze gasten dezelfde
smaak hebban, moet ge uw logeerka-
ultgesp roken nc
leubelen. Over smaak valt niet t-
twisten, en wat tante Marie mooi
vindt, verfoeit nichtje Suze. Schilder
uw kamer bv. niet in de schelle en on
rustige kleuren en decoraties, die
thans in de mode zijn en die uw oude
tante waarschijnlijk een slapeloozen
nacht zullen bezorgen. Licht geschil
derde muren of een rustig behangsel
kunnen voor niemand hinderlijk zijn,
evenmin als een aardig stemmig
kleedje op de glad geboende vloer.
Cretonne gordijnen met een vriende
lijk patroon, hetzelfde voor stoel-
cvertrek cn bedsprei geven een harmo
nisch geheel. Alhoewel onze gasten
gewoonlijk mét ons in de. huis- en zit
kamer verkoeren, is de eigen kamer
van den gast toch eigenlijk de eenige
plaats waar zij (of hij) gehéél vrij is
c-m b.v. brieven te schrijven, kousen
te stoppen enz. Vandaar dat wij moe
ten trachten de logeerkamer iets hui
selijks te geven.
Het is wel een aardig idee orn het
bed overdag als divan te gebruiken,
de kamer krijgt hierdoor* een pretti
ger aanblik. Men legt hiervoor de
icese stanldraadmatras uit het gewone
Engelsche ledikant op een stevig hou
ten onderstel, zonder uit-stekend voe
ten- of hoofdeind, een gebloemde sprei
en, voor den -dag, een paar kussens
van dezelfde stof vormen de aanklee
ding van uw divan. Voor oudere gas
ten heeft zoo'n bed liet bezwaar van
het „ongewone", en dit is vooral op
het punt „bed" een moeilijk over te
stappen bezwaar. Denk er ook vooral
aan altijd een of twee dekens als re
serve te Hebben op uw logeerkamer,
niets is zoo onplezierig a's het dos
nachts koud.te hebben en de opinies
over het benoodigde aantal dekens
loopen soms zeer uiteen. Wanneer ge
zelf weinig ruimte hebt, is het
haast onmogelijk om de kasten en la
den in uw logeerkamer ongebruikt te
Deze twee wiegjes liet ik den ande
ren morgen aan Bobbie's moedei
brengen en ik kwam ze-», wat later,
'om eens te hooren hoe zij mijn
„dwaze ideeën'' vond, toen zij werke
lijkheid waren geworden. Ze was ver
rukt! Kleine Bobbie was al direct in
mijn lichtblauwe maaksel gelegd - eu
sukkelde langzamerhand in slaap.
„Toe zeg, vroeg zij mij vleiend, „wil
je ook met zóo'n wiegje maken voor
Dolly. Zo verwacht deze maand haar
eerste Baby en ze" heeft natuurlijk al
een „gewone" wieg kant eu klaar
maar ik zou 't zoo leuk vinden als ze
er zoo eentje nog bij kreeg!" Nu
grooter overwinning van mijn „dwa
ze idee'' is wel niet mogelijk- Ik vond
het natuurlijk best en 's middags gin
gen wij er op uit om samen nog een
mandje te koopen en de benoodigde
stof. Daar het een „cadea»u"\vieg
was,moest het er een beetje fijn uit
zien, alhoewel het mijns inziens niet
zoo practisch was. We kochten fijne
rose organdi en dezelfde hoeveelheid
cerise organdi. Ge ziet op ons derde
plaatje hoe dit wiegje er uit zag. Do
rose organdi werd over de donker
dere tint geplooid, zóó dat de eerste
kleur er met een klein randje onder-
uithing. Het gordijntje plaatsten wij
aan den langen kant van het mandje,
heb kleine schetsje maakt het u dui
delijk. De midden-steun is 0.60 M.
laten. Doch wanneer ge een logé
krijgt, neem dan de moeite voor dien
tijd de kasten te ontruimen. Niets is
zoo vervelend en geeft zóó het gevoel
van in een vreemde omgeving te zijn,
als de aanblik van kasten en laddn,
gevuld met de kleérai en eigendom
men van anderen. Wat uw logeerka
mer vooral aantrekkelijk kan maken
en uw goede zorg en toewijding voor
uw ga-ion duidelijk doet spreken, is
het kleine tafeltje naast het bed. Hier
op zet ge het. electrische lampje. Een
paar Boeken cf tijdschriften naar den
smaak van uw logeergast, een vaasje
met een paar bloemen, een trommel
tje met biscuits. De 'oilettafel moet na
tuurlijk ook keurig in orde zijn. In
een van mijn vorige artikeltjes ver
telde ik u hoe" go een aardige toiletta
fel moet aankleedem Zijt ge hierin
r genoegen geslaagd, dan voorziet
ge deze met een zeer eenvoudig toilet-
stol, dat absoluut zonder luxe mag
zij-n. Zorg er voor, dat er goed licht is,
zoowel overdag als 's avonds.
Sommige gastvrouwen zorgen dat er
altijd een aantal toiletartikelen op de
toilettafel aanwezig zijn, een kam en
borstel, haarspelden, een nagclschaar-
e en wat lavendelwater of ander par-
Hang aan den muur een paar repro
ducties naar mooie schilderijen, een
nvoudig etsje en een kalender.
Tracht uw logeerkamers zóó te ma
ken, dat ge er zelf ook graag in zou
■onen eu logaffen.
Schoonmaak
De dagen worden langer en het
w eer helderder. We beginnen eens om
ons heen te zien, wat er alzoo ver-
frischt, vernieuwd en veranderd moet
worden na een stoffigen winter. De
meeste vrouwen dénken nog niet aan
,,de schoonmaak", dit ontzettende
overhoop halen van het geheele huis.
Toch is het nut onverstandig om er.
reeds nu een bescheiden begin me© ;e
maken. Ge kunt bijvoorbeeld uw over
gordijnen reeds naar de stoomerij
sturen. Denk er aan, de voering er
uit te tornen. Die kunt ge gemakke
lijk thuis reinigen en er naderhand
weer innaaien. Ge bespaart u zoo
aanmerkelijke kosten. Hebt ge, zoo
als tegenwoordig veel het gebruik is,
lichte cretonne gordijnen, dan kunt ge
die wel heelemaal zelf behandelen.
Men neemt ze al, borstelt ze en
klopt zo uit, zoodat alle stof er uit
verwijderd is. Hierna haalt men de
ringen er af en zet de gordijnen een
nacht in koud water, waarin wat keu
kenzout is opgelost; daar dit de kleur
vastheid bevordert. Maak nu een
mengsel, door een Kilo rijst te koken
in acht Liter water. Noem twee derde
deel van dit mengsel, zet er uw geel-
geworden gordijnen in cn wasch ze
er in. De rijst doet dienst als zeep.
Spoel ze in koud water uit, en laat
ze flink uitdruipen. Leg de gordijnen
dan nog eens in 't overgebleven rijst-
water, waar ge de rijst nu uitneemt,
sla zo er goed in heen en weer, wring
zo uit en strijk ze op, wanneer ze nog
vochtig 7,ijn. Voor alle heldere kleu
ren verdient het aanbeveling om in
het spoelwater een lepel ammoniak
te doen. Vooral rood en groqn zijn
daar zeer gevoelig voor.
Uw olieverfschilderijen kunnen
inet een heel eenvoudig middel ge
reinigd werden. Men wrijft ze voor
zichtig met een doorgesneden ui,
waaruit ieder zwart plekje .verwijderd
is. Hierna veegt men ze met een spons
vochtig gemaakt in schoon water, af.
Uw geverniste schilderijen eischen
een geheel andere behandeling en be
halve het heel voorzichtig afwrijven
met een zachte doek, doet ge beter dit
aan de vakmenschen over te laten.
Vergeet ook vooral uw bibliotheek
nietDoor de boeken vlug door te
bladeren verjagen we het stof, dat
tusschen de bladen zit. De boeken die
verguld op snèe zijn en glad afgesne
den, maakt men inet een zachte doek
schoon. Voor onafgesneden boekem
kan men dit volstrekt niet doen: hier
verjaagt men het stof met ëen zacht
borsteltje. De leeren ruggen worden
met 'een zeemenlap, die voor dit doel
gehouden wordt, afgewreven.
HOE MEN ZEEMLEDEREN HAND
SCHOENEN WASCHT.
Doe de handschoenen aan en wasch
uw handen op dezelfde manier alsof ge
geen handschoenen aan he.di. Spoel ze
uil in warm water, totdat ze geheel
schoon zijn. Wasch ze dan nog eens in
schoon warm water met zeep, laat ze
flink uitdruipen en spoel ze niet uit.
Strijk dc duimen en vingers goed plat
en leg de handschoenen tusschen een
dubbel gevouwen badhanddoek. Rol do
handdoek op, zorff ervoor dat dc hand
schoenen elkaar niet raken en laat zo
liggen totdat re droog zijn. Dit zal twee
oi drie dagen duren. Laat de handschoe
nen in gcén geval met kunstmatige
hitte in aanraking komen, daar ze dan
hard worden. Wanneer ze droog zijn,
rek ze dan goed op en ze zullen even
zacht en soepel worden alsof ze nieuw
DE MODE IN VROEGER DAGEN.
VII.
In dit artikel willen wij niet alleen
het eens hebben over de mode van de
vrouw, maar ook over die van de wo
ninginrichting uit het midden en
tweede helft der negentiende eeuw.
Zooals het zoo vaak gaat na een
periode van groote weelde en overdre
ven opschik, was de terugslag ook nu
des te grooter. Na alle kleurenrijk
dom en overlading, die liet kenmerk
was van de Rococo- en later van de
Empire-stijl, openbaarde de Bieder-
maier-tijd zich in de huizen met eeri
eenvoud, die aan het vervelende
grensde. De hoeveelheid meubelen
was tot het allernoodzakelijkste ge
bracht cn hun bouw was zoo sober,
dat een kamer uit het begin van dat
tijdperk een strengen, ongezelligen
indruk maakte. IIet roodbruine ma
honiehout, was het meest in tol; het
hout moest glimmend met was onder
houden worden, waardoor de kleur
steeds donkerder werd en wat de om
geving niet opvroolijktc.
Een enkele lithografie of ets aan
den wand was voldoende, vond men,
alleen de gordijnen waren overdadig.
Er hingen er eenige over elkaar heen,
soms van verschil lende shawls ge--
maakt, c-n de st^ffeerderszaken bloei-1
den als ncoit te voren, want het was i
Biedermaier.
een heele, kunst om deze raambedek-
king smaakvol uit te voeren.
Het spreekt vanzelf, dat de Bietler-
maier-mode haar ontstaan dankte aan
de voorafgaande periode, zooals dit
altijd het geval is,- maar de bronzen
I versieringen die voor de Empirestijl
zoo kenmerkend zijn, waren verdwe
nen, evenals de andere opschik, be
halve het motief van den zwaan, dat
te pas en te onpas werd gebruikt.
Bij al deze zware, massieve maho
niehouten meubels was oen imitatie
van de omle gothiek merkbaar en
uit dien tijd stammen dan ook de stoe
len met een kathedraalraam als rug
en de staande klokken met het kerk-
voorstuk. Gemakkelijk te onderhon
den waren deze allerminst en dat men
toentertijd, niettegenstaande de een
voud toch ook wel van pronken hield,
bewijst de z.g. „Servants". Dit kastje
inet een achterwand van spiegelglas,
was verder met zijwanden en een deur
van gewoon glas, zoodat alle pronk
stukken er ruimschoots in tot hun
recht kwamen.
En daar er een rage bestond voor
kostbaar porceiein, borg zoo'n sci-
vante bij ten gefortuneerde familie
heel wat dure schatten. Vooral oud-
Saksisch, ïapansch en Chineesch poi-
celein waren in de mode en voor do
minder-gegoeden was er het Berlijn-
sche cn Weensche goed. Het spreekt meene gezondheid werd er daardoor
vanzelf, dat er prachtstukken bij zoo'n niet beter op.
verzameling waren, vooral bij de rij
ke burgers, maar de orde en regel
maat in het arrangeeren was zoo
overdreven, dat zij ook de kamers al
niet opvroolijkten. Vooral kopjes
moesten in grooten getale bij zoo'n
verzameling zijn: bij alle mogelijke
gelegenheden werden die vervaardigd
met opschriften als herinnering er op,
en daarmee pronkte men dan.
En dan de klokken met hun suiker
zoete vooretellingen uit de romantiek.
Daar waren Phoebus en Esmeralda, I
dc Freischütz, troubadours, herders j
en herderinnetjes, enz. Kroonluchters
behoorden hier heel dikwijls bij, va
zen stonden ertusschen, en al dit j
moois was zorgvuldig onder glas op-
gesteld. In het begin waren al dezo
dingen nog van brons gemaakt, ook
wel van albast, maar later werd het
zink, met een bronslaagje er over
heen.
Omstreeks 1840 kwamen de eerste
overtrokken stoelen uit Frankrijk, cn
heel veel van de houten werden ook
door ijzeren meubels vervangen. Het
was een tijd van ongezelligheid in
huis, maar ook op straat door den
zeer slechten toestand der wegen en
de schamele verlichting.
Het ideaal van een vrouw in dien;
'tijd was een smachtend, bleek, cthe-' De mode uit dien tijd was intue-
visch wezentje, dat bij de onmogelijk- scben zeer flatteus; het nauwsluitende
ste gelegenheid flauw vie.i. Om dit lijfje met uen lagen hals en dc korte
alles te bereiken, brachten sommige mouwen, U ©crinoline die door enkele
vrouwen het zeer ver in de kunst van j baleinen ondersteund werd, het co-
weinig eten en drinken en de alge- quette kleine hoedje, de shawl en het
parasolletje gaven aanleiding' tot veel
elegance. Het haar was strak naar
achteren gekamd en hoog opgemaakt,
maar de losse krullen over de ooren
temperden het al te strenge van deze
coiffure en verleenden iets zeer jeug
digs aan het geheel.
Deze kleeding kan men over het al
gemeen als normaal beschouwen; het
corset werd weliswaar vrij algemeen
gedragen, maar het werd niet meer
ingeregen dan de natuurlijke vorm
toeliet. De stoffen waren nu in hoofd
zaak fluweel en meer zware soorten,
maar ook veel bonte zijde. Een tijd-
land gold geheel wit voor het aller
mooiste en er wordt verteld van par
tijen, waarbij de dames bijna allen in
wit verschenen.
Terwijl vroeger dc koningiuneu van
Frankrijk de toonaangeefsters waren,
veranderde dit na de revolutie en wer
den de groote actrices de voorgang
sters in Parijs. Maar de heerenmode
kwam uit Engeland en een zeer be
kende figuur uit dien tijd is „Beau
Brainmc;", een echte dandv, dl aan
zijn zucht naar modieuse kïeeren ech
ter veel smaak paarde, waardoor don
kerbruin, donkerblauw en flesschen-
groen de meest gezochte kleuren wa-
van tricot, de jas doet min of meer
aan die van tegenwoordig denken, en
ren. De lange nauwe pantalon was
onder het wit-piqué vest, dat de lieer
op ons plaatje draagt, was nog eott
tweede van zwart fluweel.
Toen Brummel echter wegens schul
den Engeland moest verlaten, probeer
de men de overdaad van kleuren in
de mannenkleeding tc doen herleven.
Een tijdlang scheen dit ook werkelijk
het geval te zijn, maar het heeft niet
lang meer geduurd, of het gekleurde
vest alleen bleef over bij een geheel
zwart costuum.
In het toenmalige Pruisen, waar de
armoede tamelijk groot was, bleef
men noodgedwongen eenvoudig in
kleeding en huis, en een gevolg daar
van was do opkomst van minder
waardig fabriekswerk. Wat vroeger
van brons* was Vervaardigd, was nu
van zink, voor drijfwerk zag men ge
slagen Mik, gips kwam in dc plaats
van hout en snijwerk, geolied papier
in die van gebrand glas. Versierin
gen aan meubels, die ancsiig-onsterk
waren, waren er aangelijmd, een
eigenlijke stijl bestond niet meer, en
de patronen waren gezocht en on
waar.
Bovendien was een bierpul een
naaimand, een helm was een néces
saire, zelfs de'kop van Bismarck en
van andere ••rocmdhódèn waren in
chocolade of in zeep tc krijgen. Het
was in een woord ongelooflijk, wat
de wansmaak in dat opzicht wist te be'
reiken en het eenige wat wij tegen
woordig van deze laat-Biedcrmaicr-
kunst kunnen zeggc-n, is, dat zij
merkwaardig is.
De kl eding was echter mooi en het
is dan ook niet te verwonderen, dat
velen bekoord worde» door dit cos-
tuin, zoowel" voor lieéren als voor da
mes. wanneer j-r een bal masqué in
het zicht is.
E. E. PEEREBOOM.