mijn hoed nf voor mijn reisgenoole en wilde naar binnen gaan. „Mijnheer, mijnheer!" klonk plots de stem van mijn rector, „laat de koetsier nog niet wegrijden, mijn vrouw moet naar hot station!" Ik knikte, maar was keelemaal ver legen. „Koetsier I" zei ik toch, „wacht nog even „Ja!" zei hij, „maar ik moet toch eerst de juffrouw „0, ik kan dat kleine stukje wel loopcnl" klonk het uit het rijtuig. „Het regent bijna niet meer en het ie vlakbij". „Dat is je ongeluk!" dacht ik vol ontzetting in mij zelf en ik verwensch- te mijn gemis aan tegenwoordigheid van geest. Ik had immers den koet sier kalm kunnen laten wegrijden, cn voorgewend hebben, dat ik het niet begrepen had. Nu hielp ik de grijzo regenmantel met het lieve gezichtje uitstappen, juist loen de rectorsvrouw met haar tweede dochter uit de deur kwam. Me groote oogen keken zij het schoone raadsel na, en toen ik op de vraag van de mama wie de jonge dame was, de schouders ophaalde en met het ge zicht van een betrapten zondaar, die ik toch heelemaal niet was, stamelde, dat ik er geen idee van had, fonkel den twee paar oogen als scherpe dol ken in de mijne. Mijn eerste lesuren gingen toch in de aangenaamste stemming voorbij. In de greote pauzo echter, daar brak de bom los. De oude heer verscheen met een gezicht als een oorwurm. Hij kwam naar m:J toe en duwde mij een rolletje papier onder de neus. „Dit heeft mijn vrouw in uw rijtuig gevonden. Ik geloof niet, dat ik mij vergis, als ik vermoed, dat dit aan het persoontje behoort, met wie u van morgen samen naar school gereden is! L w levenswande. schijnt niet boven alle verdenking verheven, jonge man Ik werd bleek en rood,- verwarde mij in mijn woorden en bemerkte in miju verlegenheid niet eons, dat mijn rector a Hang weer weg was. Ik bekeek liet papier. Er waren no ten op geschreven. Een kleine partij uit du Freischütz: „Lavendel, myrrhe en thijm groeien in mijn tuinToen gang mij een licht op, wie mijn reis- genoote was. Een actrice! Vreeselijke waarheid, die de luiiscke magere Clo- thilde waarschijnlijk verschrikkelijke tooneelen voorgetooverd had Ze stond voor het raam, de arme ontgoochelde, toen ik het gebouw verliet, zo stond onbewegelijk als eon standbeeld, en verroerde zich niet, hoe diep ik ook mijn hoed afnam! Ik begreep, wat mij nu boven het hoofd hing. Bijna machinaal kwam ik, voortdu rend mopperend over mijn pech, aan den schouwburg. Ik wilde de oorzaak van al mijn ongeluk tenminste haar muziek terugbrengen. Het was juist repetitie <31 de regisseur kibbelde nier den heldenrol over de juiste uitspraak van den naam Pylades in cle Iphige- riie. Mijne- scboone rijgenoote stelde mij als scheidsrechter voor. Dit was mijn debuut in de pi anken wereld, die onze gekeale wereld is. Ik werd dol verliefd op de werkelijk snoezige en daarbij hoogst deugdzame slanke zan geres en ik werd haar ter wille secre taris aan den schouwburg, In mijn fa milie gaf dat eerst sprakeloozo ontzet-, ting, welke zich later uitte in een niet te stuiten srooni van verwensthingen en verwijten. Maar ik bleef bij mijn besluit, werd na niet te langen tijd regisseur en trouwde I Zoo bon ik. op het tooneel geltomen Als het toen niet zoo vreoseiijk gere gend had, 2at ik nu stellig en zeker 111 Finsterwolde of Veendam en corri geerde ik thema's. Natuurlijk met roo- de inkt! En mogelijk met de kuische Clothiide naast mij I Brr kellner een flesch wijn stel je voor, dat ih daarvan droom vannacht!" Binnenland PARLEMENTAIRE TAAL. Uit het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de oorlogsbe- gruoling voor 1923 ontleent Neerlan- diu het volgend staaltje van parle meniaare taal: „Gevraagd werd, tegen wanneer de, naar men meende te weten, door den Minister beoogde herziening van de bestaande bepalingen nopens het toekennen van hoogere jaarwedde aan en het bereiken van den hoogsten onderofficiersrang door werklieden te verwachten is." NIET VLEIEND VOOR DE ONDERWIJZERS. In het Chr. Schoolblad „Onze Var catures" wordt liet volgende ver teld: „Een onderwijzer, die van kosthuis weuschte te veranderen, plaatste in den jare 1017 een advertentie in het veelgelezen Chr. dagblad „De Rotter dammer" van don volgenden inhoud. ONDERWIJZER, vraagt zit-slaapkamer met volle dig pension. Br. onder no. Uur. van dit blad. Tot driemaal boe werd do adverten- 1 tic "geplaatst, zonder da£ eeii en kele aanbieding kwam. Met de gedachte dat „Do Rotter dammer" een krant van niets was, probeerde hij zijn geluk in het „Nieuwsblad". Resultaat nihil. Een tweede annonce had evenmin succes. Een oud collega, wien hij liet ge val vertelde, vroeg hem aanstonds: „Heb je wel eens wat aan psychologie gedaan." De aangesprokene, die zijn hoofd akte kort geleden gehaald had, met schitterende punten, voelde zich eenigszins gepiqueevd door de vraag, vooral waar zij gedaan werd door iemand, wier werken hij bestudeerd had. Do oude collega moest bekennen, dat hij niet zooveel gelezen nad in de hoeken.Hem had daartoe detijd ontbi'o ken. Vanaf zijn slagen voor do on derwijsakte, had hij bohalve zijn schoolwerk, zooveel bijbaantjes moe ten aannemen, dat er van studcoren ets had kunnen komen. Doch door jarenlangen omgang met mensehen in zijn vele kwaliteiten in de avond uren had hij een blik geslagen :i ziel van het volk. Hij wist, hoe hoog do menschen ©en onderwijzer taxeer den, hij ervoer het nog dagelijks dut de opvoeder der jeugd in hun schat ting niet zooveel boven een putjes- .chepper stond. Daarom gaf lnj z.jn pensionzoekenden collega don rand. dezelfde advertentie nog oens in „De Rotterdammer" te plaatsen, maar het opschrift onderwijzer te vervangen door Heer. jferd godaan en tot groote ver bazing en blijdschap van den onder wijzer, had hij binnen 2 dagen 03 aanbiedingen ontvangen, waaronder er waren, die een maandelijkscner. pensionprijs vroegen tien gulden la ger dan zijn schatting was. DE RESTAURATIE VAN KERK EN PRAALCRAF TE DELFT. Zooals mon weet. wil men als natio naal huldeblijk ter gelegenheid van van het a.s. ïegeeringsjubiluum van H. M. de Koningin een fonds bijeen brengen tot restauratie van het koor der Nieuwe Kerk te Delft en van het praafgraf van den vader des vader lands Voor het Leidsche Nutsdepar- tement heeft de architect H. van der Kloot Meijburg uit Voorbuig «en en ander aangaande d restauratie medegedeeld. Aan het verslag dut het' I.eidscho Dagblad van de lozing geeft ontlenen wij liet volg Ta c: Spr. deed uitkomen, hoe naast de national© zaak. die de resiauy.Ge is geworden, deze restauratie ook wel verdiend is uit aesthetisch oogpunt. Deze kerk is toch een hoogst belang rijk monument van bouw kunst, waar aan Delft mede een reputatie geniet tot ver builen onze landpalen, ter wijl hol historisch belang hoogeflijk is betrokken bij deze kerk, doordat daarin ziin golêeen de eraven van ons Vorstenhuis en het prachtige praalgraf, door Hendrik de Kevzer gemaakt. Gddcn voor de restauratie waren er echter niet en dooir het uit stel, dat daardoor ontstond, is ver betering zeer noodzakelijk geworden. Er zal worden gerestaureerd vol gens den nieuwen stijl. De oude stijlterugbrengen in den staat van stichting, waarbii hierbij werd «efan- taiseerd in gevallen van twijfel en ni et-wet en is verlaten, daar deze leid de tot vervn.lsch.iug. De nieuwe stijl plombeert als het ware het oude. zoo dat er zoo min mogelijk aan wordt <3©daan en is vervanging onafwend baar. dan zoekt men eerst te recon- strueeren don ouden toestand en zoo men deze niet precies kent, dan past het mee aan onzen tiid in-het gebouw zelf. Goede stijlen, uit welk tijdperk ook. vloekeu nimmer met elkaar. Ka dan in het kort een jaartal- geschiedenis te hebben gegeven in 1331 werd een houten kerk op deze plaa(3 gezet die in 1430 al was ver vangen door een baksteenen onder bouw, waarop is voortgewerkt tot in 1496 toen de spits het geheol vol maakten liet spr. daarop van de hand van een reeks lichtbeelden zien ln de eerste plaats, dat deze restau ra ti noodig is, in de tweede plaats, hoe men dezo wil voltrekker. Voor verbetering van het koor be dragen de kosten f 80.000, wordt het kooromvang ook gerestaureerd dan zal een f 200.000 noodig zijn en ko men de bijgebouwen ook aan de beurt, dan zal nog één ton meer moe ten worden heengebracht, terwijl voor de giaven enz. de kosten eveneens op één ton zijn begroot. KOLENZENDINGEN NAAR BELCIë EN FRANKRIJK. Uit Heerlen wordt aan De Tel. gemeld: De vraag naar Limburgsche kolen )or industriegebruik blijft aanhouden tegen oploopende prijzen. Dagelijks wor den duizenden tonnen verzonden naar België en Frankrijk via Visé en Lanae- ken. De verzending wordt de laatste da gen vertraagd door opstopping van goe deren in de grensstations in Beigië, waardoor de steenkolentreinen niet alle overgenomen kunnen worden en ver schillende in Maastricht moeien blijven Ook naar cokes is de vraag zeer groot, tegen bevredigende prijzen. De cokesfabriek der Staatsmijn Emma le-. veri het grootste gedeelte dei productie Beigië en Frankrijk en dè cokesfa- brlcJf te Maastricht nagenoeg de gc- de voorgosteldo wijziging 'der Leerplicht- ..-1- ---J..-..- xt v 1 wet als onderdeel van do bezuinigings plannen der rogooring Imn medewerking te verloenen. Immers, dat de voorgestelde maatregol bezuiniging zal brengen, acht ten deze Iedon bulten twijfel en dat doze bozuiniging een ratioueele is, kan huns inziens niet op goedo gronden worden ontkend. Deze leden spraken als hun mooning nit, dat van de inperking dor leerver plichting goenszins zulke nadeoligo ge volgen behoeven te worden gevreesd als do tegenstanders van het out worp schij nen te verwachten. Do tot dusver opge dane ervaring geeft voor die vrees goën grond. Wat betreft do vergrooting van afstand tusschen den leeftijd, voort vloeiende uit do bepalingen der Leer plichtwet en dien, genoemd in do Ar beidswet, morkton deze loden op, dat, voor zoover daarin bezwaar mocht zjjn gelegen, dat niet geldt voor de helft der schooljeugd, de. meisjes, die in het gezin oen werkkring vinden en evenmin voo kinderen, die na hun schooljaren in land-bonw worden werkzaam .gesteld. Voorts vestigden zjj er de aandacht op, dat do ouders vrq Wijven -hun kinder een jaar langer naar school te eenden. heels productie. Naar het onbezette bied van Duitschland, waarheen voor otikele weken nog kolen vervoerd wer den, is de afzet miniem, daar de Hol- landsche induslriekolen, o.a, door de hooge vracht, niet kunnen concurrcercn tegen de prijzen der Engelsohe kolen, die naar Hamburg verscheept worden. HET BOSCHBEDRIJF EN DE ONT- CINNINC VAN WOESTE GRONDEN. In een nota naar aanleiding van het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van de begrooting van het Staatsboschbc- drijf voor 1922 merkt de Minister op, dat de bestrijding van werkloosheid door het ontginnen van woeste gronden mei op den thans govolgden weg kan worden voortgezet, omdat de bebossching der gronden geen gelijken tred kan houden met dn voorbereidende grondbewerking door de werkloozen, zoodat het produc tief karakter dezer werkverschaffing ernstig in gevaar zou komen, terwijl het bedrijf op langdurige hulpveileening op groote schaal niet is of kan werden iDge richt. Daarom worden maatregelen ge troffen om het Staatsbosclibedrijf zoo veel mogelijk te ontlasten, opdat dit we der in normale banen kan worden terug geleid. Do tot heden in verband met de be strijding der werkloosheid in Drente aangekochte gronden beslaan een op pervlakte van pl.m. 2200 H.A., terwijl het onder Ambt-Hardenberg te verkrij gen complex het totaal tot pl.m. 2900 H.A, zal doen. stijgen. De gemiddelde aankoopprijs per H.A. bedraagt met kosten van afkoop van waterschaps- lasten (wegschappen), ongeveer f 130 per H.A. De grondbewerking kost, met inbc- grip van wegen en waterleidingen, pl.m. f 3Qo per II.A. en met alle kosten dei werkverschaffing pl.m ƒ450 per IIA. Voor de eigenlijke bebossching zal dan hatting nog pl.m. f 1S5 benoo- digd zijn. Op 16 Februari 1923 bcdioeg de bc- erkte opp.ervlak'.e in Drente pl.m. T300 H.A., waarvan in dit voorjaar zullen wer den beboscht ongeveer 300 H.A. De aangekochte gronden zijn, behou dens enkele perceelen bouwland, die deze bestemming zullen behouden, slechts geschikt voor bebossching.. De bij het Siaalsbo?'Lbedrijf betaalde loonen op werkverschaffingen hebben steeds verband gehouden met die der eigen losse arbeiders en verschilden daarmede f 0.2; tot f 0.50 por dag, welk •erschikbij taakwerk in den regel kon worden opgeheven. DE WIJZIGING VAN DE LEER PLICHTWET. Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer betreffende .do wijziging var. Leerplichtwet is het volgende ontleend. Vole leden konden zich met liet wets ontwerp niet veroohig.cn. Zjj zonden het zeer betreuren, indien in den vervolge do leerverplichting met het volbreng© van liet zesde leerjaar zou oindigen. Wi draagt, hot wetsontwerp oon tjjdeljjk ka rakter, doch het lijdt bijkans geen twijfel dat do werkingsduur van den thans voor- gestelden maatregel in 11125 zal moeten worden verlengd. Immers zal dan een achterstand zijn ontstaan, die het maken van een begin met do practische doorvoeriug van de 'ze ven-jarige leerverplichting vrijwel onmo gelijk *al maken. Bjj hotgcen men noemde de „feitelijk©" afschaffing van het ver- vo!g-onderwijs bjj de jongste herziening dor Lager-Ondcrwijswet was 't voor naamst© argument der rogeering, dat er nu toch 'n 7c leerjaar was om na de be staande zes leerjaren der lagere school nog iets moor te ouderwijzen en iets die per in de leerstof floor te dringen, Do re geering had in verbnnd daarmede be dacht behooren te ei)n op een krRclitig doorzotten van de zeven-jarige leerver plichting als steun voor wat ia deze richting reeds thans onverplicht wordt godaan. Een bezwaar van bijkplnstigen maar daarom niot minder ernstigen aard acht ten do hierbedoelde leden "gelegen in do vergrooting van den afstand, aio ligt tuj- sehen het einde van den leorplichtigen leeftijd en het begin van den leeftijd, waarop krachtens de bepalingen der Ar beidswet 1919 do arboid in fabrieken en werkplaatsen geoorloofd is. Bij aanne ming der wet zou oon zeer groot aantal kindoren op 111/2 a 12-jarlgon leeftijd do school verlaten om dan tot hun lddo jaar de prachtigste doch vaak minder goode vrnehten opleverende leerschool der straat bevolken. Dat de voorgestelde «maatregel tot con belangrijke bezuiniging zou leiden, acht ten deze leden aan ernstigen twijfel on derhevig. Verschillende gemeenten toen hebben het onderwijs reeds geheel op een zevenjarige leerverplichting inge richt, terwijl ook bij don bouw van de zeer vele scholen, die den laatsten tjjd zjjn opgericht, met den zeven-jarigen leextjjd is rekening gehouden. Blijft de zes-jarige leertijd regel, dan zou hier zelfs verspilling plaats hebben. Deze lo den vroegen den minister een raming van do bespaarde kosten voor rjjü: en ge meenten. Ook het argument, dat de verwezen! ij- ting gedurende de jaren 1923 en 192-1 niet anders dan hoogst gebrekkig zon kannen zjjn, achten deze leden niet klem mend. Verscheidene andere leüon verklaarden zich bereid aan het tot stand komen v DE BUITENHAVEN TE SCHEVE- HINGEN, Begin dezer week had een delegatie uil de Havencommissie, be slaande uit dc hoeren J. J. de Niet, Jac. den Duik, C. v. d. Toorn en. F G. Diuiren, een onderhoud met den minis ter van Waterstaat in verband met dc door dezen minister voorbereide plan nen, waarmede een oplossing van de bc- taande moeilijkheden bij het uitgaan n binnenkomen der schepen wordt mo gelijk: geacht. De commissie, welke zich in een ge detailleerde bespreking inzake de plan nen begaf, kreeg, de overtuiging, dat uitvoering dezer plannen vrij groote tckerheid zou openen op een behoor lijke diepte, ook wanneer door de weers gesteldheid nic. regelmatig gebaggerd kan worden. Rekening houdende met de omstandigheid, dat de onderhavige ha ven is een „bijhaven", mag worden aan genomen, dat dc beletselen voor de vis- schersvloot, wat het binnenkomen en uit gaan betreft, zullen zijn weggenomen. Waar ten opzichte der uitvoering vol ledige overeenstemming, met den minis- Oorlog is verkregen, is vastge steld, dat in liet nieuwe bagger-contract, hetwelk 1^ Mei a.s, in werking treedt, ct de nieuwe verhoudingen rekening .1 worden gehouden. Het staat derhalve te voorzien, dat, buitengewone misrekening daargela ten. de buitenhavenkwestie spoedig tot het verleden zal behooren. NAKLANKEN VAN DEN OORLOG. Uit Heerlen wordt aan Dc Tel. ge meld Een oude man uit Wessem', die 11 October igiS in de Maas aan 't vis- schen was, zag plotseling het lijk van ccn man in staande houding in de ri vier drijven. Het was alsof het lijk, door den stroom gedreven, naar hem toe kwair, stappen. De man schrok hevig en riep de hulp in van een zekeren R.; samen visclucn zij het lijk op. I-Iet bleek te ziin een Belg, die op het kerkhof te Wessem begraven werd zonder dat men zijn identiteit kon vaststellen. Men vermoedde, dat het een spion was, die getracht had zich zwemmende, op Ncderlandsch gebied te begeven. Vol gens verklaring van den burgemeester van Wessem had dc man een portelen il- e met papieren bij zich, die door een ketting om het lichaam bevestigd was. Waarschijnlijk is de ketting tijdens het z.vemmen om zijn hand verward ge raakt. met het gevolg, dat hij ver drong. Hij had bij zich een klein bedrag in marken, gumnülrandsohoenen, een horloge, een gouden ring met ingegrifto M., twee portretten met zijn eigen foto. een aanteelcenboekje, waarin uitsluitend cijfers stonden, cenige heiligen-plaatjes, ccn vlok haar cn enkele tramkaartjes, waaruit bleek, daf hij uit de omgeving van Gent gekomen was en zich per tram naar de Hollandsche grens had begeven. au een en ander werd kennis gege ven aan den minister van Buitcnland- sche Zaken. De naam van den man bleef intusschen onbekend. De heer R., die medcgeholpen had om het lijk uit dc Maas te visschen, heeft na het einde van den oorlog meermalen bij den burgemeester van Wessem er op aangedrongen, dat deze zou trachten de identiteit van den doode vast te stellen, om zoodoende de familie te kunnen in lichten D© .portretten, die op het lijk gevonden waren, zouden dit vrij gemak kelijk maken, De burgemeester antwoordde steeds dat de portretten naar den minister ge zonden waren en dat de regeering maar een onderzoek moest instellen, Ten slot te wendde de heer R. zich tot den Offi- cicr van Justitie met een klacht, plaatste eenige advertenties in Belgische bladen en_ gaf van een en ander kennis aan een spionnagebureau, dat iijdens den oor log te Brussel gevestigd was. Naar aanleiding hiervan heeft zich de familie van den destijds verdronkene thans aangemeld. Het blijkt dat het in 1918 opgevischte lijk, dat van den zoon van zekeren Meuricc, een boekhandelaiu Dinant is. Met het doel zich via En geland naar het Belgische leger te be geven, had hij zich over den electrischen draad gewaagd. De doode zal worden op- geg-ravcn en naar Dinant worden over gebracht. DE WEDERLANDSCNE KATOEN- INDUSTRIE IN 1822. Het nieuwe nummer van „Econo- miscli-StaL Berichten bevat het eer- sto deel van een overzicht van «1e Ne- clerlandsche katoenindustrie in 1922, van de hand van den heer Joon Gel derman. De hoop, dat 1922 een beteren tijd voor deze industrie zou brengen, is ij del gebleken. Integendeel zijn de toestonden ln de Twentscho katoen industrie in de laatste twee jaren steeds slechter geworden. "Behoefte aan manui acturen Is er wel, doch de prijzen, die de consumenten willen be talen, geven in vele gevallen groote verliezen, ln verband met de nog steeds zeer hooge kostprijzen durven de exporteurs slechts in enkele geval len tot bestellingen, met welker uit voering een zekeren termijn gemoeid is, ovorgaun. Ook de koopera op de overzeesche markten geven de voor keur aan lage biedingen -op do aange- oerde partijen, in plaats van, zoo als vroeger, vaste orders voor latere levering te geven. Uit de vermindering van den Engelsehen uitvoer van ka toenen, manufacturen, die ln 1921-22 3.809.(XX) yards bedroeg, tegen 7.160.000 yards in 1912-1913, ldijkt wel de ver mindering van den afzet op de Ooster- scho markten. De invoer van ruwe katoen heeft in Nederland in 1922 25.279.000 K.G. be dragen, ter waarde van f 30.45 mil lioen tegen 26.004.120 K.G. ter waarde van f 27.28 milüoen in het vorige jaar. Aan katoenen garens is ingevoerd 35.095.000 K.G. ter waardo van f 55.74 millioen tegen 27.049.750 K.G. ad f 45.45 millioen in 1921. Een verblij dend verschijnsel voor de naaigarens industrie is het, 'dat de uitvoer van naaigaren in 1022 vermeerderd is tot 228.000 K.G. ter waarde van f 884.000 tegen 1IO.OOO K.G. ter waarde van I 531.030 m 1921. De uitvoer van ka toenen manufacturen heeft in 1922 21.280.000 K.G. bedragen, ter waarde van f 74.62 millioen tegen 10.467.454 K.G. etr waarde van f 97.37 millioen in 1921. Uit dezo cijfers blijkt, dat, niet tegenstaande do katoenprijzen oiver 1922 gemiddeld meer dan 10 hooger waren dan in 1921, de waarde her uit gevoerde manufacturen bij een groo- tere hoeveelheid van 1.8 millioen K.G. tot bijna f 5 millioen minder heeft be dragen. Gedeeltelijk is dezo prijsver-1 mindering wel een gevolg van de da- 1 ling m loonen en verdere productie kosten, door een groot gedeelte zal wei ten koste zijn gekomen van de on dernemersmarge, zoodat mon veilig mag aannemen, dat de resultaten voor de exportfabrikanten over 1922 steeds ongunstiger zijn geworden. jr fabrikanten is 1922 dan ook hei algemeen een ongunstig jaar geweest. Voor cle spinnerijen was de eerste helft nog vrij goed, doch in de tweede helft werd de spinrnarge steeds geringer en vele garens moesten d© laatste maanden met verlies verkocht worden. Voor de weverijen is het afge- loopen jaai\bijna steeds ongunstig ge weest. De vraag naar manufacturen was steeds onbevredigend en men moest veelal prijsconeessies toestaan, om nog wat te kunnen verkoopen. Zoo wei in het binnenland als op de over- zeesche markten is de toestand voort durend slechter geworden en niette genstaande de groote stijging van ka toenprijzen waren verkoopprijzen Ln vele gevallen aan het einde van 1922 lager dan in het begin. DE DIRECTEUR DER AMSTER- DAMSCHE HANDELS INRICH TINGEN, Er 13 te Amsterdam een quaestie over den Directeur der ilandelsin- riclifcingen. Heb Hbld. schrijft daar over hot volgende De heer M. J. W. Roogholb staat nauwelijks een jaar aan heb hoofd van den gemeentelijken dienst, waarvan tal van jaren de heer E. s'Jacob de leiding had. liij uatn de tweede plaats in op de voordracht van B. en VV. bon vervul ling van de vacature-s'Jacob, doch werd door don raad, met voorbijgaan van nummer één, benoemd. Kadal de nieuwe directeur gedurende een aantal maanden zijn ambt had ver vuld, dook in de kringen der ge meentediensten dc kiacüü op, dat hij nog lang met voldoende met den toe stand van onze haven, heb havenge bied en de eischen van Amsterdam als havenplaats en handelsstad op de hoogte was. Er werd beweerd dat de nieuwe functionaris geen contact zocht met den handel en dat uit ver schillende door hem verrichte hande lingen duidelijk bleek, dab hij, hoe bekwaam hij overigens mocht zijn, niet was cle meest geschikte man op die plaats. Een hoofdambtenaar der gemeente •erzamelde al die klachten in een no- _a, die aan den betrokken wethou der werd overgelegd. Of, ais gevolg van die indiening van dat stuk, de heer Itoegholb onmiddellijk tor 'ver antwoording werd geroepen, is ons niet bekend- Naar wij vernemen heeft echter webhouder Ter Haar, met de beste bedoelingen bezield om de min der verkwikkelijke zaak Xot een goed einde te brengen, verschillende onder den heer ltoegholt werkzame ambte naren, ouder hot opleggen van geheim- iVecteut Rocgholt gericht, die deze in vrij kraBse termen beantwoordde. De commissie van bijstand voor de Handelsinrichtmgen was van oordcel dat do gewisselde stukken en de daarin vermelde juiste of vermeende feiten geenszins het indienen van een ontslagvoordracht aan den raad wet tigde. De wethouder moet daarna de quaestie in het college van B. en \V, hebben gebracht, waar zo nog aan hangig is, in afwachting vqji het ant woord van den heer Itoeglioib op oen nieuwe nota. Jongstleden Dinsdag heeft de Com missie van bijstand voor do Gemeen- tehandelsinricbtingen langdurig ver gaderd. Met algemeen goedvinden werd besloten dat aan bedoelden di recteur wederom een Nota zou wor den gezonden, waarin tevens stond, dat hem veertien dagen werden gege ven voor het indienen van een schrif telijk verweer, op dat jongste stuk. Die aigemeene toestemming der com missie beteekent evenwel geenszins, naar ons uitdrukkelijk werd verze kerd, dat alle leden het met den in houd der jongste Nota eens waren, met deze niet, noch met die, welke er aan waren voorafgegaan. Men wil de afwachten, hoe het verweer van den directeur zou zijn. Voor verdere stappen worden ge daan zal eerst het antwoord van den hoer Roegholb worden afgewacht. Wethouder Ter Haar zal de beslis sing ten slotte in handen stellen van heb college van B. cn W., dat daar door voor een moeilijk te nemen be slissing wordt geplaatst wijl de mee ningen in raadskringon op dit oogon- blik zeer uiteenloopen. Zijn wij goed ingelicht dan heeft de lieer Itoegholt zich gewend tot hot be stuur der organisatie van hoofdamb tenaren, waartoe hij behoort, opdat dit zijne belangen zal behartigen. Ook bij het instituut van directeu- in zal de vraag worden aanhangig gemaakt of, ten behoeve der rechts positie van den tegenwoordiger direc teur der Handelsinrichtingen, dient te worden opgetreden. 6n Het leerplan voofH.ES. met 3 en 4 j. cursus. Protest tegen uitsluiting van de Nederiandsefte letterkunde. Aan de Tweede Kamer is door het bestuur van groep Nederland van het Algern. Ned. Verbond het volgende adres gezonden; Het Bestuur van Groep Nederland van het, Algemeen Nederlandsck Ver bond neemt de vrijheid door dezen uwe hulp in te roepen voor een z.i. zeor noodige verbetering van het wel dra Ln behandeling komende ontwerp der Middelbaar-Onderwijswet, een verbetering in zake het leerplan van de daarbij voorgestelde Hoogere Bur gerscholen met 3- en 4-jarigen cursus. Volgens de art.. 18, lett f en 19, lett. h der wet omvat dat leerplan onder meer: „de Nederlandscihe taai". I-Iet bezwaar nu, dat voormeld be stuur in dezen heeft is, dat de Minis ter daarbij de Noderlandsche letter kunde heeft uitgesloten. Inderdaad uitgesloten.omdat zo in he.t leerplan der overige middelbare scholen afzon derlijk wordt vermeld, maar hier niet, vgl. art. 15, lett. 2c, 3b, 4m, art. 16, lett, c.art. 20, lett. m, art. 21, lett. xri. art. 22, lett. a. Wij kunnen niet inzien, wat zuik eon 1-ege.ing aanbevelenswaardig maakt. De Hoogere Burgerscholen met 3- en 4-j arigen cursus zullen o.i. bezocht worden door jongens en meisjes, die later in allerlei ondergeschikte betrek kingen min of meer den weerstand van ons volk moeten vormen. Hebben dezen geen behoefte aan de kennis van zulk een belangrijken bescliavings factor, als onze letterkunde is? Is de vormende kraciit, die van de Jezing en bestudeering van onzo klassieken uit gaat voor hen niet noodzakelijk? Naar onze meening zal ons volk aileen clan een eigen beschaving kunnen hand haven, zal het gevaar, om door de 011s omringend© beschavingen te worden opgeslorpt alleen dan te vermijden zijn, als wij geen enkel middel ver zuimen, om, hetgeen wij in dezen be zitten, een zoo breed mogelijken. grond slag in ons volksleven te geven. Gok dit middel moeten wij aanwenden. Wij zouden daarom zeer gaarne en, dat u bijv. door een amend©- ment opkwaamt voor een zoodanige weiswijziging, dut ook op de genoem de scholen het onderwijs in de Ncder landsch© letterkunde tot het leerplan zal gaan behooren. Mocht u bij de behandeling van deze aangelegenheid er dan ook nog op kun nen wijzen, dat het uwe bedoeling is, dat bij het onderwijs in dit vak ook aandacht zal worden geschonken aan d© letterkundig© voortbrengselen van den Vlaamsolien en Zuid-Afrikaun- schen tak van onzen Nederlandsoheri houding gehoord. Als gevolg van een stam, dan waren onze stoutste wen en. andor weiden eenige nota's tot di- schen vervuld. In mijn haast duwde ik haar bijna van dc vensterbank naar beneden en boog mij naar haai toe. „Luister, Üadcinoiselle. De stallen zijn aan den linkerkant. Kunt u een paard zadelen?" Zo knikte. „Dc eerste sta! rechts. 11c kom daar ook dadelijk!" Want ik dacht opeens aan mijn zwaard en sprong de kamer weer in om hel te halen. „Pak dien man!" riep iemand. „Ilcm achterna, sukkels! Niet in don ker schieten!" Ik zag een glimp van Brutus die door de gang holde en de trap op sprong. Toen hoorde ik het rinkelen van gebroken glas. „Verdraaid!" klonk er een heesche stem. „Hu is zco maar door het raam gesprongen!" En op het portaal bo ven mij klonk weor eon pistoolschot. „Vijf honderd dollar voor den rnan die hem te pakken krijgt!" Ik had er een eed op kunnen doen dat ik die slem meer gehoord had. „Vooruit! Laat hem niet ontsnappen. Dc deur uit. jullie allemaal! De deur uit, man nen! Dc deur uit!" Ik hoorde voetstappen in dc gang. Vaag zag ik de mannen er door loo- pen en toen was iU al weer half bui ten liet raam. „Stop!" klonk ccn stom. Ik keek haastig achter mij en zag dat mijn oorn Jason de kamer binnen was ge komen. Zijn kleeren waren gescheurd en vuil, er was nu geen spoor van. goedigheid meer op zijn gelaat, en op zijn linkerwang had hij ?en bloe dende wond. „Stopl" riep hij weer „of ik schiet!" Toen stond ik buiten op het gras veld, voelde de koele lucht van de ri vier op mijn gezicht en rende naar den staL Ik weet niet wat er gebeurd zou zijn als het vroeger op den. dag ge weest was, of als do hemel niet zoo bewolkt vv as geweest, of Mademoi selle minder handig. Ze had het paard liet tuig aangedaan en legde er net liet zadel op, toen ik den stal bereik te. Ik hoorde mijn oom om hulp roe pen toen ik de riemen vast maakte, maar Brutus zal het zijn mannetjes niet gemakkelijk gemaakt hebben. Ik steeg ongehinderd te paard en hielp Mademoiselle, die achter mij ging zitten. Al bij dien eersten slag op onze voordeur wist ik dat alles ver anderd was. Ik wist dat niets mij te gen kon houden. Een vreemd gevoel van opwinding kwam over mij, en te gelijk daarmee ©en M cemde dmuhg om te kn ken.. Het zou lASOfjktfiiik zijn om lagaftradw: ,i< ©otnsófi.ieö, maar maarwax bed*«SJtttKü;. XIV. Het was net op dat uur van een herfstdag als het licht uit de lucht verdwijnt. De dikke zware, daippen. aangetrokken door de koude iucht, kwamen kil en zwaar van de rivier aanrollen eh bedekten het gansche land. In het Westen waren de wolkon nog lichtpaars, maar na een paar mi nuten zou dat voorbij zijn. De din gen om ons heen worden steeds va ger 011 hun omtrekken wisten we al ken nog maar door de herinneilng, niet door onze oogon. En het schijnt mij toe dat de lucht nooit friescher en heerlijker was. We waren in snellen galop dc laan uit gereden. Het huis, spookachtig en verlaten en nog onheilspelender don de donkere lucht, lag achter ons en voor ons lagen de breede weilanden, inet hier cn daar enkele vvilgeboomen en ceders, zooale men die op weilan den vindt die in de buurt van zout- moerassen liggen, Ik was eerst bang dat wc bij ons hek tegengehouden zou den worden, maar daarin had ik mij vergist We waren, links afgeslagen! en het ps^rd itbkl* 9101- fcu vlakiu»»,' weg tucapfc mij wesif uittö*» -'Utdum-jfciiSe tb lut zaOpi ;,£>a Am te ÜértRKl*4, bifc „dat ik gezegd heb dat u op W moe der leek. Waar gaan we heen, Mon- eieur?" Maar ik geloof dat ze dat wel wist zonder dat ik antwoordde, want ze lachte weer en ik kon het haar niet kwalijk nemen. Het was erg plezierig om ons huis achter ons te laten lig gen. Het was prettig om dien zeewind to voelen en de boomen en rotsen langs den weg voorbij te zien schui ven, vreemd en spookachtig in liet avondlicht. Ik kende den weg heel goed, wat oen geluk was vooral toon we even later van den weg af moes- Jen en een smal pa'd insloegen. We werden nu gedwongen om stapvoets te riideA, maar ik hoopte dat dit niet veel zou uitmaken. Toen we eenmaal op het pad waren, was d© boerderij nog maar een halve mijl verder, vlak achter een paar rotsen waarop wat eiken hakhout groeide. Ik kende die plek wel. Ik kon mij nu al de kale vensters, het gebroken nokstuk en du vervollen schoorsteen voorstellen. Al jaren blies de wind zuchtend door de ^verlaten kamers terwijl de planken in sten- regen verrotten.. 1-Iet was niet te* :V-T wo ader en dat de digonaar van ons, waaraan, wjunt go,n (•wnüacthtepolsen jfcim», .Usfe E* jXÜC 1 üp&em pit rafc-'-m doorweekte weilanden, die nauwelijks uitstaken boven de zoutmoerassen die zich uitstrekten tot aan de duinen waar de Atlantische Oceaan tegenaan beukte. Terwijl ik strak voor mij uit keek, kon ik mij voorstellen hoe zij achter mij zat met ©en k.eur op haar wan gen door den wind, die ook met heur haar speelde, die oogen vroulijk schit terend in liet halve licht Behalve het getrappel van het paard hoorde men niets. Ik verbeeldde me dat z© zioh dichter naar mij toe boog, aat haar schouder de mijn© aanraakte, dat ik haar adem op mijn wang kon voelen. Toen begon ze te spreken en haar stem klonk bijna fluisterend. „Het was lief van u om mij mee te nemen", zei te. „Maar Mademoiselle!" antwoordde ik „u dacht toch niet dat ik u daar achter zou laten?" „Ik zou het zeker gedaan hebben a'.s ik u geweest was", antwoordde ze. Ik was onbeleefd tegen u. Monsieur, en onrechtvuordig vanmorgen. Ik wist Jjet niet, ziet u". ■„Wat wist u niet?'*: „Dat de zoon, uvca,,A.tfq>er ,«ji Hink 'J$ VnOA W..V& éat is - - .ui en b- U (in- wbigKwi Ma- A»~n tj; bü].« „Het spijt me dat u er blij om is", zei ilt. „Spijt het u?" „Misschien", zei ik met een bitte ren klank in mijn stem die ik niet onderdrukken kon, „misschien zoudt li anders denken als ik meer van do wereld gezien had, als mijn kleeren meer volgons de laatste mode waren, cn mijn maniereu beier. Denkt u niet? Maar laten we stil zijn, want we zijn er bijna". Toen we dichterbij kwamen on ons een weg baanden door het vochtlgo hakhout voelde ik mij minder op mijn gemak. Ik was bang dat we tc laat zouden komen, hoewel ik wist dat c'it bijna onmogelijk was. Ik was bang cn toch had ik er een sterk voorgevoel van dut we elkaar nog ergens zouden ontmoeten. Met zes man achter hem aan kon hij niet regelrecht naar do boerderij zijn gereden. We zouden cl- kaar ontmoeten, cn het zou andere zijn dan onze vroegere ontmoetingen. Ik wensjchte dat ket lichter was, zoo dat ik zijn gezicht zou kunnen zien. Bij een bocht in het pad hield ik do teugels in en luisterde- Het was heel stil. ITet licht was nu uit de lucht verdwenen en het land rondom ons zag zwart. Was hij weg? 1 (Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 16