mijn hoed nf voor mijn reisgenoole en
wilde naar binnen gaan.
„Mijnheer, mijnheer!" klonk plots
de stem van mijn rector, „laat de
koetsier nog niet wegrijden, mijn
vrouw moet naar hot station!"
Ik knikte, maar was keelemaal ver
legen.
„Koetsier I" zei ik toch, „wacht nog
even
„Ja!" zei hij, „maar ik moet toch
eerst de juffrouw
„0, ik kan dat kleine stukje wel
loopcnl" klonk het uit het rijtuig.
„Het regent bijna niet meer en het ie
vlakbij".
„Dat is je ongeluk!" dacht ik vol
ontzetting in mij zelf en ik verwensch-
te mijn gemis aan tegenwoordigheid
van geest. Ik had immers den koet
sier kalm kunnen laten wegrijden,
cn voorgewend hebben, dat ik het niet
begrepen had.
Nu hielp ik de grijzo regenmantel
met het lieve gezichtje uitstappen,
juist loen de rectorsvrouw met haar
tweede dochter uit de deur kwam.
Me groote oogen keken zij het schoone
raadsel na, en toen ik op de vraag
van de mama wie de jonge dame was,
de schouders ophaalde en met het ge
zicht van een betrapten zondaar, die
ik toch heelemaal niet was, stamelde,
dat ik er geen idee van had, fonkel
den twee paar oogen als scherpe dol
ken in de mijne.
Mijn eerste lesuren gingen toch in
de aangenaamste stemming voorbij.
In de greote pauzo echter, daar brak
de bom los. De oude heer verscheen
met een gezicht als een oorwurm. Hij
kwam naar m:J toe en duwde mij een
rolletje papier onder de neus.
„Dit heeft mijn vrouw in uw rijtuig
gevonden. Ik geloof niet, dat ik mij
vergis, als ik vermoed, dat dit aan
het persoontje behoort, met wie u van
morgen samen naar school gereden
is! L w levenswande. schijnt niet boven
alle verdenking verheven, jonge
man
Ik werd bleek en rood,- verwarde
mij in mijn woorden en bemerkte in
miju verlegenheid niet eons, dat mijn
rector a Hang weer weg was.
Ik bekeek liet papier. Er waren no
ten op geschreven. Een kleine partij
uit du Freischütz: „Lavendel, myrrhe
en thijm groeien in mijn tuinToen
gang mij een licht op, wie mijn reis-
genoote was. Een actrice! Vreeselijke
waarheid, die de luiiscke magere Clo-
thilde waarschijnlijk verschrikkelijke
tooneelen voorgetooverd had Ze stond
voor het raam, de arme ontgoochelde,
toen ik het gebouw verliet, zo stond
onbewegelijk als eon standbeeld, en
verroerde zich niet, hoe diep ik ook
mijn hoed afnam!
Ik begreep, wat mij nu boven het
hoofd hing.
Bijna machinaal kwam ik, voortdu
rend mopperend over mijn pech, aan
den schouwburg. Ik wilde de oorzaak
van al mijn ongeluk tenminste haar
muziek terugbrengen. Het was juist
repetitie <31 de regisseur kibbelde nier
den heldenrol over de juiste uitspraak
van den naam Pylades in cle Iphige-
riie. Mijne- scboone rijgenoote stelde
mij als scheidsrechter voor. Dit was
mijn debuut in de pi anken wereld, die
onze gekeale wereld is. Ik werd dol
verliefd op de werkelijk snoezige en
daarbij hoogst deugdzame slanke zan
geres en ik werd haar ter wille secre
taris aan den schouwburg, In mijn fa
milie gaf dat eerst sprakeloozo ontzet-,
ting, welke zich later uitte in een niet
te stuiten srooni van verwensthingen
en verwijten.
Maar ik bleef bij mijn besluit, werd
na niet te langen tijd regisseur en
trouwde I
Zoo bon ik. op het tooneel geltomen
Als het toen niet zoo vreoseiijk gere
gend had, 2at ik nu stellig en zeker 111
Finsterwolde of Veendam en corri
geerde ik thema's. Natuurlijk met roo-
de inkt! En mogelijk met de kuische
Clothiide naast mij I Brr kellner
een flesch wijn stel je voor, dat
ih daarvan droom vannacht!"
Binnenland
PARLEMENTAIRE TAAL.
Uit het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over de oorlogsbe-
gruoling voor 1923 ontleent Neerlan-
diu het volgend staaltje van parle
meniaare taal:
„Gevraagd werd, tegen wanneer
de, naar men meende te weten, door
den Minister beoogde herziening van
de bestaande bepalingen nopens het
toekennen van hoogere jaarwedde
aan en het bereiken van den hoogsten
onderofficiersrang door werklieden te
verwachten is."
NIET VLEIEND VOOR DE
ONDERWIJZERS.
In het Chr. Schoolblad „Onze Var
catures" wordt liet volgende ver
teld:
„Een onderwijzer, die van kosthuis
weuschte te veranderen, plaatste in
den jare 1017 een advertentie in het
veelgelezen Chr. dagblad „De Rotter
dammer" van don volgenden inhoud.
ONDERWIJZER,
vraagt zit-slaapkamer met volle
dig pension. Br. onder no.
Uur. van dit blad.
Tot driemaal boe werd do adverten-
1 tic "geplaatst, zonder da£ eeii en
kele aanbieding kwam.
Met de gedachte dat „Do Rotter
dammer" een krant van niets was,
probeerde hij zijn geluk in het
„Nieuwsblad". Resultaat nihil. Een
tweede annonce had evenmin succes.
Een oud collega, wien hij liet ge
val vertelde, vroeg hem aanstonds:
„Heb je wel eens wat aan psychologie
gedaan."
De aangesprokene, die zijn hoofd
akte kort geleden gehaald had, met
schitterende punten, voelde zich
eenigszins gepiqueevd door de vraag,
vooral waar zij gedaan werd door
iemand, wier werken hij bestudeerd
had. Do oude collega moest bekennen,
dat hij niet zooveel gelezen nad in de
hoeken.Hem had daartoe detijd ontbi'o
ken. Vanaf zijn slagen voor do on
derwijsakte, had hij bohalve zijn
schoolwerk, zooveel bijbaantjes moe
ten aannemen, dat er van studcoren
ets had kunnen komen. Doch door
jarenlangen omgang met mensehen
in zijn vele kwaliteiten in de avond
uren had hij een blik geslagen :i
ziel van het volk. Hij wist, hoe hoog
do menschen ©en onderwijzer taxeer
den, hij ervoer het nog dagelijks dut
de opvoeder der jeugd in hun schat
ting niet zooveel boven een putjes-
.chepper stond. Daarom gaf lnj z.jn
pensionzoekenden collega don rand.
dezelfde advertentie nog oens in „De
Rotterdammer" te plaatsen, maar het
opschrift onderwijzer te vervangen
door Heer.
jferd godaan en tot groote ver
bazing en blijdschap van den onder
wijzer, had hij binnen 2 dagen 03
aanbiedingen ontvangen, waaronder
er waren, die een maandelijkscner.
pensionprijs vroegen tien gulden la
ger dan zijn schatting was.
DE RESTAURATIE VAN KERK EN
PRAALCRAF TE DELFT.
Zooals mon weet. wil men als natio
naal huldeblijk ter gelegenheid van
van het a.s. ïegeeringsjubiluum van
H. M. de Koningin een fonds bijeen
brengen tot restauratie van het koor
der Nieuwe Kerk te Delft en van het
praafgraf van den vader des vader
lands Voor het Leidsche Nutsdepar-
tement heeft de architect H. van der
Kloot Meijburg uit Voorbuig «en en
ander aangaande d restauratie
medegedeeld. Aan het verslag dut het'
I.eidscho Dagblad van de lozing geeft
ontlenen wij liet volg Ta c:
Spr. deed uitkomen, hoe naast de
national© zaak. die de resiauy.Ge is
geworden, deze restauratie ook wel
verdiend is uit aesthetisch oogpunt.
Deze kerk is toch een hoogst belang
rijk monument van bouw kunst, waar
aan Delft mede een reputatie geniet
tot ver builen onze landpalen, ter
wijl hol historisch belang hoogeflijk
is betrokken bij deze kerk, doordat
daarin ziin golêeen de eraven van
ons Vorstenhuis en het prachtige
praalgraf, door Hendrik de Kevzer
gemaakt. Gddcn voor de restauratie
waren er echter niet en dooir het uit
stel, dat daardoor ontstond, is ver
betering zeer noodzakelijk geworden.
Er zal worden gerestaureerd vol
gens den nieuwen stijl. De oude
stijlterugbrengen in den staat van
stichting, waarbii hierbij werd «efan-
taiseerd in gevallen van twijfel en
ni et-wet en is verlaten, daar deze leid
de tot vervn.lsch.iug. De nieuwe stijl
plombeert als het ware het oude. zoo
dat er zoo min mogelijk aan wordt
<3©daan en is vervanging onafwend
baar. dan zoekt men eerst te recon-
strueeren don ouden toestand en zoo
men deze niet precies kent, dan past
het mee aan onzen tiid in-het gebouw
zelf. Goede stijlen, uit welk tijdperk
ook. vloekeu nimmer met elkaar.
Ka dan in het kort een jaartal-
geschiedenis te hebben gegeven in
1331 werd een houten kerk op deze
plaa(3 gezet die in 1430 al was ver
vangen door een baksteenen onder
bouw, waarop is voortgewerkt tot in
1496 toen de spits het geheol vol
maakten liet spr. daarop van de
hand van een reeks lichtbeelden zien
ln de eerste plaats, dat deze restau
ra ti noodig is, in de tweede plaats,
hoe men dezo wil voltrekker.
Voor verbetering van het koor be
dragen de kosten f 80.000, wordt het
kooromvang ook gerestaureerd dan
zal een f 200.000 noodig zijn en ko
men de bijgebouwen ook aan de
beurt, dan zal nog één ton meer moe
ten worden heengebracht, terwijl voor
de giaven enz. de kosten eveneens
op één ton zijn begroot.
KOLENZENDINGEN NAAR BELCIë
EN FRANKRIJK.
Uit Heerlen wordt aan De Tel. gemeld:
De vraag naar Limburgsche kolen
)or industriegebruik blijft aanhouden
tegen oploopende prijzen. Dagelijks wor
den duizenden tonnen verzonden naar
België en Frankrijk via Visé en Lanae-
ken. De verzending wordt de laatste da
gen vertraagd door opstopping van goe
deren in de grensstations in Beigië,
waardoor de steenkolentreinen niet alle
overgenomen kunnen worden en ver
schillende in Maastricht moeien blijven
Ook naar cokes is de vraag zeer
groot, tegen bevredigende prijzen. De
cokesfabriek der Staatsmijn Emma le-.
veri het grootste gedeelte dei productie
Beigië en Frankrijk en dè cokesfa-
brlcJf te Maastricht nagenoeg de gc- de voorgosteldo wijziging 'der Leerplicht-
..-1- ---J..-..- xt v 1 wet als onderdeel van do bezuinigings
plannen der rogooring Imn medewerking
te verloenen. Immers, dat de voorgestelde
maatregol bezuiniging zal brengen, acht
ten deze Iedon bulten twijfel en dat doze
bozuiniging een ratioueele is, kan huns
inziens niet op goedo gronden worden
ontkend.
Deze leden spraken als hun mooning
nit, dat van de inperking dor leerver
plichting goenszins zulke nadeoligo ge
volgen behoeven te worden gevreesd als
do tegenstanders van het out worp schij
nen te verwachten. Do tot dusver opge
dane ervaring geeft voor die vrees goën
grond.
Wat betreft do vergrooting van
afstand tusschen den leeftijd, voort
vloeiende uit do bepalingen der Leer
plichtwet en dien, genoemd in do Ar
beidswet, morkton deze loden op, dat,
voor zoover daarin bezwaar mocht zjjn
gelegen, dat niet geldt voor de helft der
schooljeugd, de. meisjes, die in het gezin
oen werkkring vinden en evenmin voo
kinderen, die na hun schooljaren in
land-bonw worden werkzaam .gesteld.
Voorts vestigden zjj er de aandacht op,
dat do ouders vrq Wijven -hun kinder
een jaar langer naar school te eenden.
heels productie. Naar het onbezette
bied van Duitschland, waarheen voor
otikele weken nog kolen vervoerd wer
den, is de afzet miniem, daar de Hol-
landsche induslriekolen, o.a, door de
hooge vracht, niet kunnen concurrcercn
tegen de prijzen der Engelsohe kolen,
die naar Hamburg verscheept worden.
HET BOSCHBEDRIJF EN DE ONT-
CINNINC VAN WOESTE GRONDEN.
In een nota naar aanleiding van het
voorloopig verslag der Tweede Kamer
over het wetsontwerp tot wijziging van
de begrooting van het Staatsboschbc-
drijf voor 1922 merkt de Minister op, dat
de bestrijding van werkloosheid door
het ontginnen van woeste gronden mei
op den thans govolgden weg kan worden
voortgezet, omdat de bebossching der
gronden geen gelijken tred kan houden
met dn voorbereidende grondbewerking
door de werkloozen, zoodat het produc
tief karakter dezer werkverschaffing
ernstig in gevaar zou komen, terwijl het
bedrijf op langdurige hulpveileening op
groote schaal niet is of kan werden iDge
richt. Daarom worden maatregelen ge
troffen om het Staatsbosclibedrijf zoo
veel mogelijk te ontlasten, opdat dit we
der in normale banen kan worden terug
geleid.
Do tot heden in verband met de be
strijding der werkloosheid in Drente
aangekochte gronden beslaan een op
pervlakte van pl.m. 2200 H.A., terwijl
het onder Ambt-Hardenberg te verkrij
gen complex het totaal tot pl.m. 2900
H.A, zal doen. stijgen. De gemiddelde
aankoopprijs per H.A. bedraagt met
kosten van afkoop van waterschaps-
lasten (wegschappen), ongeveer f 130
per H.A.
De grondbewerking kost, met inbc-
grip van wegen en waterleidingen, pl.m.
f 3Qo per II.A. en met alle kosten dei
werkverschaffing pl.m ƒ450 per IIA.
Voor de eigenlijke bebossching zal dan
hatting nog pl.m. f 1S5 benoo-
digd zijn.
Op 16 Februari 1923 bcdioeg de bc-
erkte opp.ervlak'.e in Drente pl.m. T300
H.A., waarvan in dit voorjaar zullen wer
den beboscht ongeveer 300 H.A.
De aangekochte gronden zijn, behou
dens enkele perceelen bouwland, die
deze bestemming zullen behouden,
slechts geschikt voor bebossching..
De bij het Siaalsbo?'Lbedrijf betaalde
loonen op werkverschaffingen hebben
steeds verband gehouden met die der
eigen losse arbeiders en verschilden
daarmede f 0.2; tot f 0.50 por dag, welk
•erschikbij taakwerk in den regel kon
worden opgeheven.
DE WIJZIGING VAN DE LEER
PLICHTWET.
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer betreffende .do wijziging var.
Leerplichtwet is het volgende ontleend.
Vole leden konden zich met liet wets
ontwerp niet veroohig.cn. Zjj zonden
het zeer betreuren, indien in den vervolge
do leerverplichting met het volbreng©
van liet zesde leerjaar zou oindigen. Wi
draagt, hot wetsontwerp oon tjjdeljjk ka
rakter, doch het lijdt bijkans geen twijfel
dat do werkingsduur van den thans voor-
gestelden maatregel in 11125 zal moeten
worden verlengd.
Immers zal dan een achterstand zijn
ontstaan, die het maken van een begin
met do practische doorvoeriug van de 'ze
ven-jarige leerverplichting vrijwel onmo
gelijk *al maken. Bjj hotgcen men noemde
de „feitelijk©" afschaffing van het ver-
vo!g-onderwijs bjj de jongste herziening
dor Lager-Ondcrwijswet was 't voor
naamst© argument der rogeering, dat er
nu toch 'n 7c leerjaar was om na de be
staande zes leerjaren der lagere school
nog iets moor te ouderwijzen en iets die
per in de leerstof floor te dringen, Do re
geering had in verbnnd daarmede be
dacht behooren te ei)n op een krRclitig
doorzotten van de zeven-jarige leerver
plichting als steun voor wat ia deze
richting reeds thans onverplicht wordt
godaan.
Een bezwaar van bijkplnstigen maar
daarom niot minder ernstigen aard acht
ten do hierbedoelde leden "gelegen in do
vergrooting van den afstand, aio ligt tuj-
sehen het einde van den leorplichtigen
leeftijd en het begin van den leeftijd,
waarop krachtens de bepalingen der Ar
beidswet 1919 do arboid in fabrieken en
werkplaatsen geoorloofd is. Bij aanne
ming der wet zou oon zeer groot aantal
kindoren op 111/2 a 12-jarlgon leeftijd do
school verlaten om dan tot hun lddo jaar
de prachtigste doch vaak minder goode
vrnehten opleverende leerschool der
straat bevolken.
Dat de voorgestelde «maatregel tot con
belangrijke bezuiniging zou leiden, acht
ten deze leden aan ernstigen twijfel on
derhevig. Verschillende gemeenten toen
hebben het onderwijs reeds geheel op
een zevenjarige leerverplichting inge
richt, terwijl ook bij don bouw van de
zeer vele scholen, die den laatsten tjjd
zjjn opgericht, met den zeven-jarigen
leextjjd is rekening gehouden. Blijft de
zes-jarige leertijd regel, dan zou hier
zelfs verspilling plaats hebben. Deze lo
den vroegen den minister een raming van
do bespaarde kosten voor rjjü: en ge
meenten.
Ook het argument, dat de verwezen! ij-
ting gedurende de jaren 1923 en 192-1
niet anders dan hoogst gebrekkig zon
kannen zjjn, achten deze leden niet klem
mend.
Verscheidene andere leüon verklaarden
zich bereid aan het tot stand komen v
DE BUITENHAVEN TE SCHEVE-
HINGEN, Begin dezer week had een
delegatie uil de Havencommissie, be
slaande uit dc hoeren J. J. de Niet, Jac.
den Duik, C. v. d. Toorn en. F G.
Diuiren, een onderhoud met den minis
ter van Waterstaat in verband met dc
door dezen minister voorbereide plan
nen, waarmede een oplossing van de bc-
taande moeilijkheden bij het uitgaan
n binnenkomen der schepen wordt mo
gelijk: geacht.
De commissie, welke zich in een ge
detailleerde bespreking inzake de plan
nen begaf, kreeg, de overtuiging, dat
uitvoering dezer plannen vrij groote
tckerheid zou openen op een behoor
lijke diepte, ook wanneer door de weers
gesteldheid nic. regelmatig gebaggerd
kan worden. Rekening houdende met de
omstandigheid, dat de onderhavige ha
ven is een „bijhaven", mag worden aan
genomen, dat dc beletselen voor de vis-
schersvloot, wat het binnenkomen en uit
gaan betreft, zullen zijn weggenomen.
Waar ten opzichte der uitvoering vol
ledige overeenstemming, met den minis-
Oorlog is verkregen, is vastge
steld, dat in liet nieuwe bagger-contract,
hetwelk 1^ Mei a.s, in werking treedt,
ct de nieuwe verhoudingen rekening
.1 worden gehouden.
Het staat derhalve te voorzien, dat,
buitengewone misrekening daargela
ten. de buitenhavenkwestie spoedig tot
het verleden zal behooren.
NAKLANKEN VAN DEN OORLOG.
Uit Heerlen wordt aan Dc Tel. ge
meld Een oude man uit Wessem', die
11 October igiS in de Maas aan 't vis-
schen was, zag plotseling het lijk van
ccn man in staande houding in de ri
vier drijven. Het was alsof het lijk, door
den stroom gedreven, naar hem toe kwair,
stappen. De man schrok hevig en riep
de hulp in van een zekeren R.; samen
visclucn zij het lijk op. I-Iet bleek te ziin
een Belg, die op het kerkhof te Wessem
begraven werd zonder dat men zijn
identiteit kon vaststellen.
Men vermoedde, dat het een spion was,
die getracht had zich zwemmende, op
Ncderlandsch gebied te begeven. Vol
gens verklaring van den burgemeester
van Wessem had dc man een portelen il-
e met papieren bij zich, die door een
ketting om het lichaam bevestigd was.
Waarschijnlijk is de ketting tijdens het
z.vemmen om zijn hand verward ge
raakt. met het gevolg, dat hij ver
drong. Hij had bij zich een klein bedrag
in marken, gumnülrandsohoenen, een
horloge, een gouden ring met ingegrifto
M., twee portretten met zijn eigen foto.
een aanteelcenboekje, waarin uitsluitend
cijfers stonden, cenige heiligen-plaatjes,
ccn vlok haar cn enkele tramkaartjes,
waaruit bleek, daf hij uit de omgeving
van Gent gekomen was en zich per tram
naar de Hollandsche grens had begeven.
au een en ander werd kennis gege
ven aan den minister van Buitcnland-
sche Zaken. De naam van den man bleef
intusschen onbekend.
De heer R., die medcgeholpen had om
het lijk uit dc Maas te visschen, heeft
na het einde van den oorlog meermalen
bij den burgemeester van Wessem er op
aangedrongen, dat deze zou trachten de
identiteit van den doode vast te stellen,
om zoodoende de familie te kunnen in
lichten D© .portretten, die op het lijk
gevonden waren, zouden dit vrij gemak
kelijk maken,
De burgemeester antwoordde steeds
dat de portretten naar den minister ge
zonden waren en dat de regeering maar
een onderzoek moest instellen, Ten slot
te wendde de heer R. zich tot den Offi-
cicr van Justitie met een klacht, plaatste
eenige advertenties in Belgische bladen
en_ gaf van een en ander kennis aan een
spionnagebureau, dat iijdens den oor
log te Brussel gevestigd was.
Naar aanleiding hiervan heeft zich de
familie van den destijds verdronkene
thans aangemeld. Het blijkt dat het in
1918 opgevischte lijk, dat van den zoon
van zekeren Meuricc, een boekhandelaiu
Dinant is. Met het doel zich via En
geland naar het Belgische leger te be
geven, had hij zich over den electrischen
draad gewaagd. De doode zal worden op-
geg-ravcn en naar Dinant worden over
gebracht.
DE WEDERLANDSCNE KATOEN-
INDUSTRIE IN 1822.
Het nieuwe nummer van „Econo-
miscli-StaL Berichten bevat het eer-
sto deel van een overzicht van «1e Ne-
clerlandsche katoenindustrie in 1922,
van de hand van den heer Joon Gel
derman. De hoop, dat 1922 een beteren
tijd voor deze industrie zou brengen,
is ij del gebleken. Integendeel zijn de
toestonden ln de Twentscho katoen
industrie in de laatste twee jaren
steeds slechter geworden. "Behoefte
aan manui acturen Is er wel, doch de
prijzen, die de consumenten willen be
talen, geven in vele gevallen groote
verliezen, ln verband met de nog
steeds zeer hooge kostprijzen durven
de exporteurs slechts in enkele geval
len tot bestellingen, met welker uit
voering een zekeren termijn gemoeid
is, ovorgaun. Ook de koopera op de
overzeesche markten geven de voor
keur aan lage biedingen -op do aange-
oerde partijen, in plaats van, zoo
als vroeger, vaste orders voor latere
levering te geven. Uit de vermindering
van den Engelsehen uitvoer van ka
toenen, manufacturen, die ln 1921-22
3.809.(XX) yards bedroeg, tegen 7.160.000
yards in 1912-1913, ldijkt wel de ver
mindering van den afzet op de Ooster-
scho markten.
De invoer van ruwe katoen heeft in
Nederland in 1922 25.279.000 K.G. be
dragen, ter waarde van f 30.45 mil
lioen tegen 26.004.120 K.G. ter waarde
van f 27.28 milüoen in het vorige jaar.
Aan katoenen garens is ingevoerd
35.095.000 K.G. ter waardo van f 55.74
millioen tegen 27.049.750 K.G. ad
f 45.45 millioen in 1921. Een verblij
dend verschijnsel voor de naaigarens
industrie is het, 'dat de uitvoer van
naaigaren in 1022 vermeerderd is tot
228.000 K.G. ter waarde van f 884.000
tegen 1IO.OOO K.G. ter waarde van
I 531.030 m 1921. De uitvoer van ka
toenen manufacturen heeft in 1922
21.280.000 K.G. bedragen, ter waarde
van f 74.62 millioen tegen 10.467.454
K.G. etr waarde van f 97.37 millioen in
1921. Uit dezo cijfers blijkt, dat, niet
tegenstaande do katoenprijzen oiver
1922 gemiddeld meer dan 10 hooger
waren dan in 1921, de waarde her uit
gevoerde manufacturen bij een groo-
tere hoeveelheid van 1.8 millioen K.G.
tot bijna f 5 millioen minder heeft be
dragen. Gedeeltelijk is dezo prijsver-1
mindering wel een gevolg van de da- 1
ling m loonen en verdere productie
kosten, door een groot gedeelte zal
wei ten koste zijn gekomen van de on
dernemersmarge, zoodat mon veilig
mag aannemen, dat de resultaten voor
de exportfabrikanten over 1922 steeds
ongunstiger zijn geworden.
jr fabrikanten is 1922 dan ook
hei algemeen een ongunstig jaar
geweest. Voor cle spinnerijen was de
eerste helft nog vrij goed, doch in de
tweede helft werd de spinrnarge steeds
geringer en vele garens moesten d©
laatste maanden met verlies verkocht
worden. Voor de weverijen is het afge-
loopen jaai\bijna steeds ongunstig ge
weest. De vraag naar manufacturen
was steeds onbevredigend en men
moest veelal prijsconeessies toestaan,
om nog wat te kunnen verkoopen. Zoo
wei in het binnenland als op de over-
zeesche markten is de toestand voort
durend slechter geworden en niette
genstaande de groote stijging van ka
toenprijzen waren verkoopprijzen Ln
vele gevallen aan het einde van 1922
lager dan in het begin.
DE DIRECTEUR DER AMSTER-
DAMSCHE HANDELS INRICH
TINGEN,
Er 13 te Amsterdam een quaestie
over den Directeur der ilandelsin-
riclifcingen. Heb Hbld. schrijft daar
over hot volgende
De heer M. J. W. Roogholb staat
nauwelijks een jaar aan heb hoofd van
den gemeentelijken dienst, waarvan
tal van jaren de heer E. s'Jacob de
leiding had.
liij uatn de tweede plaats in op de
voordracht van B. en VV. bon vervul
ling van de vacature-s'Jacob, doch
werd door don raad, met voorbijgaan
van nummer één, benoemd. Kadal
de nieuwe directeur gedurende een
aantal maanden zijn ambt had ver
vuld, dook in de kringen der ge
meentediensten dc kiacüü op, dat hij
nog lang met voldoende met den toe
stand van onze haven, heb havenge
bied en de eischen van Amsterdam
als havenplaats en handelsstad op de
hoogte was. Er werd beweerd dat de
nieuwe functionaris geen contact
zocht met den handel en dat uit ver
schillende door hem verrichte hande
lingen duidelijk bleek, dab hij, hoe
bekwaam hij overigens mocht zijn,
niet was cle meest geschikte man op
die plaats.
Een hoofdambtenaar der gemeente
•erzamelde al die klachten in een no-
_a, die aan den betrokken wethou
der werd overgelegd. Of, ais gevolg
van die indiening van dat stuk, de
heer Itoegholb onmiddellijk tor 'ver
antwoording werd geroepen, is ons
niet bekend- Naar wij vernemen heeft
echter webhouder Ter Haar, met de
beste bedoelingen bezield om de min
der verkwikkelijke zaak Xot een goed
einde te brengen, verschillende onder
den heer ltoegholt werkzame ambte
naren, ouder hot opleggen van geheim-
iVecteut Rocgholt gericht, die deze
in vrij kraBse termen beantwoordde.
De commissie van bijstand voor de
Handelsinrichtmgen was van oordcel
dat do gewisselde stukken en de
daarin vermelde juiste of vermeende
feiten geenszins het indienen van een
ontslagvoordracht aan den raad wet
tigde.
De wethouder moet daarna de
quaestie in het college van B. en \V,
hebben gebracht, waar zo nog aan
hangig is, in afwachting vqji het ant
woord van den heer Itoeglioib op oen
nieuwe nota.
Jongstleden Dinsdag heeft de Com
missie van bijstand voor do Gemeen-
tehandelsinricbtingen langdurig ver
gaderd. Met algemeen goedvinden
werd besloten dat aan bedoelden di
recteur wederom een Nota zou wor
den gezonden, waarin tevens stond,
dat hem veertien dagen werden gege
ven voor het indienen van een schrif
telijk verweer, op dat jongste stuk.
Die aigemeene toestemming der com
missie beteekent evenwel geenszins,
naar ons uitdrukkelijk werd verze
kerd, dat alle leden het met den in
houd der jongste Nota eens waren,
met deze niet, noch met die, welke
er aan waren voorafgegaan. Men wil
de afwachten, hoe het verweer van
den directeur zou zijn.
Voor verdere stappen worden ge
daan zal eerst het antwoord van den
hoer Roegholb worden afgewacht.
Wethouder Ter Haar zal de beslis
sing ten slotte in handen stellen van
heb college van B. cn W., dat daar
door voor een moeilijk te nemen be
slissing wordt geplaatst wijl de mee
ningen in raadskringon op dit oogon-
blik zeer uiteenloopen.
Zijn wij goed ingelicht dan heeft de
lieer Itoegholt zich gewend tot hot be
stuur der organisatie van hoofdamb
tenaren, waartoe hij behoort, opdat
dit zijne belangen zal behartigen.
Ook bij het instituut van directeu-
in zal de vraag worden aanhangig
gemaakt of, ten behoeve der rechts
positie van den tegenwoordiger direc
teur der Handelsinrichtingen, dient
te worden opgetreden.
6n
Het leerplan voofH.ES.
met 3 en 4 j. cursus.
Protest tegen uitsluiting van
de Nederiandsefte letterkunde.
Aan de Tweede Kamer is door het
bestuur van groep Nederland van het
Algern. Ned. Verbond het volgende
adres gezonden;
Het Bestuur van Groep Nederland
van het, Algemeen Nederlandsck Ver
bond neemt de vrijheid door dezen
uwe hulp in te roepen voor een z.i.
zeor noodige verbetering van het wel
dra Ln behandeling komende ontwerp
der Middelbaar-Onderwijswet, een
verbetering in zake het leerplan van
de daarbij voorgestelde Hoogere Bur
gerscholen met 3- en 4-jarigen cursus.
Volgens de art.. 18, lett f en 19, lett.
h der wet omvat dat leerplan onder
meer: „de Nederlandscihe taai".
I-Iet bezwaar nu, dat voormeld be
stuur in dezen heeft is, dat de Minis
ter daarbij de Noderlandsche letter
kunde heeft uitgesloten. Inderdaad
uitgesloten.omdat zo in he.t leerplan
der overige middelbare scholen afzon
derlijk wordt vermeld, maar hier niet,
vgl. art. 15, lett. 2c, 3b, 4m, art. 16,
lett, c.art. 20, lett. m, art. 21, lett. xri.
art. 22, lett. a.
Wij kunnen niet inzien, wat zuik eon
1-ege.ing aanbevelenswaardig maakt.
De Hoogere Burgerscholen met 3- en
4-j arigen cursus zullen o.i. bezocht
worden door jongens en meisjes, die
later in allerlei ondergeschikte betrek
kingen min of meer den weerstand
van ons volk moeten vormen. Hebben
dezen geen behoefte aan de kennis
van zulk een belangrijken bescliavings
factor, als onze letterkunde is? Is de
vormende kraciit, die van de Jezing en
bestudeering van onzo klassieken uit
gaat voor hen niet noodzakelijk? Naar
onze meening zal ons volk aileen clan
een eigen beschaving kunnen hand
haven, zal het gevaar, om door de 011s
omringend© beschavingen te worden
opgeslorpt alleen dan te vermijden
zijn, als wij geen enkel middel ver
zuimen, om, hetgeen wij in dezen be
zitten, een zoo breed mogelijken. grond
slag in ons volksleven te geven. Gok
dit middel moeten wij aanwenden.
Wij zouden daarom zeer gaarne
en, dat u bijv. door een amend©-
ment opkwaamt voor een zoodanige
weiswijziging, dut ook op de genoem
de scholen het onderwijs in de Ncder
landsch© letterkunde tot het leerplan
zal gaan behooren.
Mocht u bij de behandeling van deze
aangelegenheid er dan ook nog op kun
nen wijzen, dat het uwe bedoeling is,
dat bij het onderwijs in dit vak ook
aandacht zal worden geschonken aan
d© letterkundig© voortbrengselen van
den Vlaamsolien en Zuid-Afrikaun-
schen tak van onzen Nederlandsoheri
houding gehoord. Als gevolg van een stam, dan waren onze stoutste wen
en. andor weiden eenige nota's tot di- schen vervuld.
In mijn haast duwde ik haar bijna
van dc vensterbank naar beneden en
boog mij naar haai toe.
„Luister, Üadcinoiselle. De stallen
zijn aan den linkerkant. Kunt u een
paard zadelen?"
Zo knikte.
„Dc eerste sta! rechts. 11c kom daar
ook dadelijk!" Want ik dacht opeens
aan mijn zwaard en sprong de kamer
weer in om hel te halen.
„Pak dien man!" riep iemand.
„Ilcm achterna, sukkels! Niet in don
ker schieten!"
Ik zag een glimp van Brutus die
door de gang holde en de trap op
sprong. Toen hoorde ik het rinkelen
van gebroken glas.
„Verdraaid!" klonk er een heesche
stem. „Hu is zco maar door het raam
gesprongen!" En op het portaal bo
ven mij klonk weor eon pistoolschot.
„Vijf honderd dollar voor den rnan
die hem te pakken krijgt!" Ik had er
een eed op kunnen doen dat ik die
slem meer gehoord had. „Vooruit!
Laat hem niet ontsnappen. Dc deur
uit. jullie allemaal! De deur uit, man
nen! Dc deur uit!"
Ik hoorde voetstappen in dc gang.
Vaag zag ik de mannen er door loo-
pen en toen was iU al weer half bui
ten liet raam.
„Stop!" klonk ccn stom. Ik keek
haastig achter mij en zag dat mijn
oorn Jason de kamer binnen was ge
komen. Zijn kleeren waren gescheurd
en vuil, er was nu geen spoor van.
goedigheid meer op zijn gelaat, en
op zijn linkerwang had hij ?en bloe
dende wond.
„Stopl" riep hij weer „of ik
schiet!"
Toen stond ik buiten op het gras
veld, voelde de koele lucht van de ri
vier op mijn gezicht en rende naar den
staL Ik weet niet wat er gebeurd zou
zijn als het vroeger op den. dag ge
weest was, of als do hemel niet zoo
bewolkt vv as geweest, of Mademoi
selle minder handig. Ze had het paard
liet tuig aangedaan en legde er net
liet zadel op, toen ik den stal bereik
te. Ik hoorde mijn oom om hulp roe
pen toen ik de riemen vast maakte,
maar Brutus zal het zijn mannetjes
niet gemakkelijk gemaakt hebben.
Ik steeg ongehinderd te paard en
hielp Mademoiselle, die achter mij
ging zitten. Al bij dien eersten slag
op onze voordeur wist ik dat alles ver
anderd was. Ik wist dat niets mij te
gen kon houden. Een vreemd gevoel
van opwinding kwam over mij, en te
gelijk daarmee ©en M cemde dmuhg
om te kn ken.. Het zou lASOfjktfiiik
zijn om lagaftradw: ,i< ©otnsófi.ieö,
maar maarwax bed*«SJtttKü;.
XIV.
Het was net op dat uur van een
herfstdag als het licht uit de lucht
verdwijnt. De dikke zware, daippen.
aangetrokken door de koude iucht,
kwamen kil en zwaar van de rivier
aanrollen eh bedekten het gansche
land. In het Westen waren de wolkon
nog lichtpaars, maar na een paar mi
nuten zou dat voorbij zijn. De din
gen om ons heen worden steeds va
ger 011 hun omtrekken wisten we al
ken nog maar door de herinneilng,
niet door onze oogon. En het schijnt
mij toe dat de lucht nooit friescher en
heerlijker was.
We waren in snellen galop dc laan
uit gereden. Het huis, spookachtig en
verlaten en nog onheilspelender don
de donkere lucht, lag achter ons en
voor ons lagen de breede weilanden,
inet hier cn daar enkele vvilgeboomen
en ceders, zooale men die op weilan
den vindt die in de buurt van zout-
moerassen liggen, Ik was eerst bang
dat wc bij ons hek tegengehouden zou
den worden, maar daarin had ik mij
vergist We waren, links afgeslagen!
en het ps^rd itbkl* 9101- fcu vlakiu»»,'
weg tucapfc mij wesif uittö*»
-'Utdum-jfciiSe tb lut zaOpi
;,£>a Am te ÜértRKl*4, bifc
„dat ik gezegd heb dat u op W moe
der leek. Waar gaan we heen, Mon-
eieur?"
Maar ik geloof dat ze dat wel wist
zonder dat ik antwoordde, want ze
lachte weer en ik kon het haar niet
kwalijk nemen. Het was erg plezierig
om ons huis achter ons te laten lig
gen. Het was prettig om dien zeewind
to voelen en de boomen en rotsen
langs den weg voorbij te zien schui
ven, vreemd en spookachtig in liet
avondlicht. Ik kende den weg heel
goed, wat oen geluk was vooral toon
we even later van den weg af moes-
Jen en een smal pa'd insloegen. We
werden nu gedwongen om stapvoets te
riideA, maar ik hoopte dat dit niet
veel zou uitmaken. Toen we eenmaal
op het pad waren, was d© boerderij
nog maar een halve mijl verder, vlak
achter een paar rotsen waarop wat
eiken hakhout groeide. Ik kende die
plek wel. Ik kon mij nu al de kale
vensters, het gebroken nokstuk en du
vervollen schoorsteen voorstellen. Al
jaren blies de wind zuchtend door de
^verlaten kamers terwijl de planken in
sten- regen verrotten.. 1-Iet was niet te*
:V-T wo ader en dat de digonaar van ons,
waaraan, wjunt go,n
(•wnüacthtepolsen
jfcim», .Usfe
E*
jXÜC 1 üp&em pit
rafc-'-m
doorweekte weilanden, die nauwelijks
uitstaken boven de zoutmoerassen die
zich uitstrekten tot aan de duinen
waar de Atlantische Oceaan tegenaan
beukte.
Terwijl ik strak voor mij uit keek,
kon ik mij voorstellen hoe zij achter
mij zat met ©en k.eur op haar wan
gen door den wind, die ook met heur
haar speelde, die oogen vroulijk schit
terend in liet halve licht Behalve het
getrappel van het paard hoorde men
niets. Ik verbeeldde me dat z© zioh
dichter naar mij toe boog, aat haar
schouder de mijn© aanraakte, dat ik
haar adem op mijn wang kon voelen.
Toen begon ze te spreken en haar
stem klonk bijna fluisterend.
„Het was lief van u om mij mee te
nemen", zei te.
„Maar Mademoiselle!" antwoordde
ik „u dacht toch niet dat ik u daar
achter zou laten?"
„Ik zou het zeker gedaan hebben
a'.s ik u geweest was", antwoordde ze.
Ik was onbeleefd tegen u. Monsieur,
en onrechtvuordig vanmorgen. Ik wist
Jjet niet, ziet u".
■„Wat wist u niet?'*:
„Dat de zoon, uvca,,A.tfq>er ,«ji Hink
'J$ VnOA W..V& éat is
- - .ui en b- U (in-
wbigKwi Ma-
A»~n tj; bü].«
„Het spijt me dat u er blij om is",
zei ilt.
„Spijt het u?"
„Misschien", zei ik met een bitte
ren klank in mijn stem die ik niet
onderdrukken kon, „misschien zoudt
li anders denken als ik meer van do
wereld gezien had, als mijn kleeren
meer volgons de laatste mode waren,
cn mijn maniereu beier. Denkt u niet?
Maar laten we stil zijn, want we zijn
er bijna".
Toen we dichterbij kwamen on ons
een weg baanden door het vochtlgo
hakhout voelde ik mij minder op mijn
gemak. Ik was bang dat we tc laat
zouden komen, hoewel ik wist dat c'it
bijna onmogelijk was. Ik was bang cn
toch had ik er een sterk voorgevoel
van dut we elkaar nog ergens zouden
ontmoeten. Met zes man achter hem
aan kon hij niet regelrecht naar do
boerderij zijn gereden. We zouden cl-
kaar ontmoeten, cn het zou andere
zijn dan onze vroegere ontmoetingen.
Ik wensjchte dat ket lichter was, zoo
dat ik zijn gezicht zou kunnen zien.
Bij een bocht in het pad hield ik
do teugels in en luisterde- Het was
heel stil. ITet licht was nu uit de lucht
verdwenen en het land rondom ons
zag zwart. Was hij weg?
1 (Wordt vervolgd,)