HAARLEM'S DAGBLAD Zandvoortsche Brieven Staflsaleaws Herziening der Algemeene Politieverordening. ir* e is illeton DE AVONTURIER DINSDAG 6 MAART 1923 TWEEDE BLAD De electale inmaak. In elk huishouden is er op zijn tijd inmaak. En in onzo gemeentehuis- houding zijn we nu met dc eloctora'o inmaak bezig. Heel de lucht zit plot seling vol verkiezingspolitiek. Hid den in een partijtje domino laten do mensc-hen hun stcenen liggen om te luisteren naar do meoDiug van een politiëkén tinnegieter aan een nabu rig tafeltje in het café. „Hij is er naast", roept een biljarter, die, geheel in zijn spel opgaande, het lachen niet begrijpt, dat opklinkt van de leesta fel, waar men het net had over de tamelijk slechte kansen van een zit tend gemeenteraadslid om weer geko zen te worden. Op straat ziet men de bekende politieke figuren druk gesticuleeren en er zijn huizen, waar de schel niet stil staat, zoo druk als het er is van bezoekers, die wat ko men vragen of vertellen. Eén ding is zekerer heerschü nu al voor de komende raadsverkiezingen de grootste belangstelling en het is gemakkelijk te voorspellen, dat het er straks warm zal toegaan. Ik moet ais schrijver dezer brieven er natuurlijk ernstig naar streven me zelf buiten de politiek te houden en behoor u zoo objectief mogelijk in to lichten over wat er op het politie ke schaakbord wordt gespeeld. De Vrijheidsbond is het eerst uit den hoek gekomen met een zevental candidaten. Men is het niet geheel eens over de benoembaarheid van sommigen dezer, op wje van toepas sing zou kunnen zijn of worden are. 24 der Gemeentewet, waarin aan raadsleden verboden wordt Let mid dellijk of onmiddellijk deelnemen aan onderhandsche pacht van gemeente- goederen. Dit slaat al zeer bijzon der 04) den heer E. Driehuizen, wiens candidatuur juist gesteld is op grond van de overweging dat, daar de gemeente zooveel mehet strand te maken heeft, ook de strandpach- ters in den Raad behooren vertegen woordigd te zijn. En nu zou juist dat strandpaehterschap een beletsel zijn om in den Raad te komen? Ik voor mij betwijfel of hier sprake ."i van door de Gemeentewet genoemde ,,ge- meentegooderen". Maar hieromtrent wordt nog: advies ingewonnen. Blijft deze candidatuur gehandhaa'd, dan is zij wel zeer specifiek Zandvoortsch Heel het strand komt natuurlijk in het geweer voor den paenter en dan doet do naam Driehuizen, die nu al meer dan honderd jaar hie,- in de bur gerlijke registers staat, ook nog wel wat. Men zit er ook wel een beetje me de, dat er candidaten bij zijn, wien door hun vergunningsrecht de kans op een wethouderszetel wordt ontnomen, maar het hebben van een vergunning is geen bezwaar voor de aanvaarding van het 'Raadslidmaatschap. Trou wens il ya des accoracde- ments avec le c i e 1 en we hebben hier wel wethouder Stom ge had, die directeu^ was van het Groot- Bad'huis. Ook is er al bezw aar ge maakt tegen liet cj deze lijst voorko men van niet minder dan vier hotel- of pensionhouders. Zoo goed als er al tijd bezwaar is gemaakt tegen de aanwezigheid in den Raad van te veel aannemers, voelt men nu dat het ho- telbedrijf wel in dqn Raad moet ver tegenwoordigd zijn, doch niet op te uitbundige schaal. Ook hoort men al gewagen van candidaten, die, niet te vreden met de hun toegedachte plaats op do candidatenlijst, voor de eer zullen bedanken en elders zullen pogen onderdak te komen. liet is wel zeker, dat deze lijst niet als de finitief valt ..e beschouwen. Toch verdient zij aandacht, al ware het al leen om het zeer in het oog springend feit, dat er niet de naam van ook maar één zittend raadslid op voor komt Ku is dit nog te begrijpen van den Vrijheidsbond, die niet bestond ten tijde van de samenstelling van den huidigen Raad en die na het aftreden wegens vertrek uit de gemeente van den heer Van Helden, (tevens voor zitter toen van de afdeeling Zand- voort van den Vrijheidsbond) feitelijk geen invloed meer had op het ge meentebestuur. Maar Vrijdagavond is ook de kiesvereenigin^ „Gemeente belang'' met haar candidatenlijst voor den dag gekomen en daarop compa- rceren de namen van slechts twee zit tinghebbende Raadsleden de hee- ren Jacob van der Werlf cn Molenaar- Het is bekend, dat er oorspronkelijk aan gedacht is om ook de hoeren Groen en Koning op de lijst te bren gen, maar in de Vrijdag gehouden vergadering, waar het buitengewoon warm toeging en die tot na midder nacht duurde, wat een voor Zandvoort ongewoon laat vergaderingsuur is, hebben deze beide hee.en het leélijk moeten verduren De heer Koning kon het niet eens tot een plaats „op het bord" brengen en de heer Groen kreeg op hot laatst van den avond, na herhaaldelijk to zijn gekapitteld over het buiten de organisatie om aanvaarden van een wethouderszetel, niet meer dan 9 stemmen, wat onvol doende was om op de candidatenlijst to worden gehandhaafd. „Gomeente- belang1' laat dus den christensocialist Koning on den antirevolutionairen wethouder Groen los en komt uit met den vrijzinnig-democraat Molenaar als nummer éen van de lijst. Wel eei bewijs, dat men in „Gemeentebelang' niet in hoofdzaak de politiek als richtsnoer erkent. Inderdatd kan men op dit compas zoowat alle - windstre ken vinden. Wie weet, dat ds. Posthumus Meij- jes de adviseur is dezer vereemgïng, verbaast zich niet over den naam' van No. 2 op de candidatenlijst, ds. Padt. Het lidmaatschap van den Raad wordt in art. 23 der Gemeentewet on- vereenigbaar genoemd met dc be trekking van „geestelijke of bedie naar der godsdienst" het zal bij een herziening der Gemeentewet aan beveling verdienen De Vries en Winkel nog eens op te slaan maar de heer Padt is niet actief predikant en schijnt als zoodanig niet van het raadslidmaatschap uitgesloten- Met de candidatuur van den postbode G. van der Werff komt „Gemeentebe lang" uit voor haar democratisch ka rakter en de candidatuur van dcc 'heer Elfers, bestuurslid van de No- derlandsche Vereemgïng van Ge meente-ambtenaren, wijst op het ver langen naar het hebben in den Raad van een in gemeentezaken ervarene. De candidatuur van den heer H. Me ijer moet, naar ik van hooren zeggen heb, haar grond vinden in de alge meene ontwikkeling van dezen heer, wiens professie mij niet bekend is. En de candidatuur van den (postamb tenaar De Haan schijnt er op te wij zen, dat men ook op de aanwezigheid in den Raad van een Rijksambtenaar eenigen prijs stelt. Intusschen heeft No. 7 van de lijst niet heel veel kans ou houdt men het er algemeen voor, dat „Gemeentebelang" blij mag zijn, als het drie zetels bezet krijgt. Wat de Katholieken zullen doen, is nog niet bekend. Wel is uitgelekt, dat ook in die kringen wrijving is ont staan, die wel eens op scheuring zou kunnen uitloopen. Men met alge meen tevreden met het zittende raadslid Siegers en ook wordt getwij feld aan de handhaving van het raads lid Van der Schenkel, voor wiens plaat ik andere gegadigden heb hooren noemen. Wat ide anti-rcvolutionnaireu zuRen doen, is mij niet bekend. Wel heb ik hooren verluiden, dat het vóór den heer Van dei Plas een keele toer zal zijn om herkozen te worden. Trouwens men is wel vrij algemeen van oordeel, dat er van de elf zittende xaadsleden niet meer dan 5 of 6 zullen lerugkeeren in het college der vroede vaderen. Er is niet veel twijfel aan of de heer Bramson ziei zijn mandaat vernieuwd. Wel heeft het wethouderschap de sympathie voor dezen soc.-democratischen voorman mei doen toenemen, maar niemand gelooft, dat hij by de nieuwe samenstelling vac den R§ad wethouder zal blijven; een plaats aan de lange tafel zaï er echter wel voor hem overblijven. Zijn partijge noot Van der Moolen stelt zich niet isei- kiesbaar, maar men houdt hei niet voor onmogelijk, dat de soc.-deniocraten voor hem in de plaats twee pan óp het kussen zullen weten te krijgen. De heer an is een z.g. „wilde". Maar wie de kaart- van het dorp kent. weet wel, dat de man van „Onderling Hulpbe toon" over voldoenden invloed beschikt om er met een eigen lijst te komen. Ik heb hooren verluiden, dat de heer Tooni- beigen zijn zevende plaats op de lijst van den Vrijheidsbond zal prijsgeven ont zich achter den heer Zwaan op diens lijst te scharen, maar dat zijn „on-dits". waarop men niet vast moet ingaan. Het zou mij geenszins verwonderen, zoo „On derling Hulpbetoon", dat wel geen kies- vereemgmg is, maar toch een organi satie met ongemeene macht, met een .welij'ken candidaat vooi den dag kwam. In die kringen toch is al veel voor vrouwen-organisatie gedaan en men treft maar zeer zelden bij vrouwen zoo groote organisatorische ontwikkeling aan als in dit milieu. Dc vrouwelijke can didate van den Vrijheidsbond staat wat laag op de lijst om veel kans te heb ben, maar, zooals gezegd, het is nog best mogelijk, dat zij opschuift. Toch zou een vrouw uit het volk vermoedelijk r aanhang vinden dan een „dame". En het is ook geenszins buitengesloten, dat de soc.-democraten het „Recht vooi Allen" op dc vrouwen gaan toepassen. Losgelaten door „Gemeentebelang", zal de heer Koning naar alle waarschijn lijkheid toch niet buiten den verkie zingsstrijd blijven. Hij heefi altijd een schare bewonderaars gehad, die nu ook wel voor hem in het vuur zullen willen gaan zonder zoo heel precies te letten op dc kleuren van het vaandel, dat zij volgen. Bij de tot heden geproclameerde can didaten vinden we dus 4 hotel- of pen sionhouders (Gunters, Klein, Tiemeyer en Van Toombergen), 1 strandpachter (Driehuizen), 2 rijksambtenaren (De Haan cn G. v. d. Werff), 1 bakker (Jb. v. d. Werff), i geestelijke op non-activi teit (ds. Padt). Het beroep van mevrouw Ween ink is, meen ik, industrieele, dat. van den heer Van Voorthuyzen koopman ,of bouwkundige en dat van den heer II. Meyer is mij, als gezegd, onbekend. We missen cr dus een medicus bij, maar daar alle hier gevestigde dokters in ge meentedienst zijn, kunnen zij, al wildeft zij, niet voor het lidmaatschap van den Raad in aanmerking komen. Ook mis sen-we een jurist, maar dien korden we nog wel eens aantreffen op een der lijs ten, die we nog te wachten zijn ik heb wel gehoord, dat ex van Katholieke zijde zoo iets mogelijk zou zijn. Een spe ciale onderwijskracht vinden wij ook niet genoemd. Maar we hebben ons der tiental ook nog niet volledig. Wie weet wat we nog krijgen! Ik maak van de gelegenheid gebruik om een slip of the pen te herstellen, waaraan ik mij in mijn vorigen brief heb bezondigd. Ik liet de Gemeente na melijk optreden als d e b i t r i c e vac bclastingpenningen. Natuurlijk was c r e d i t r i c e bedoeld. Maar het is niet altijd gemakkelijk om debet en credit goed uit elkander te houden. En boek houden is nooit mijn „fort" geweest. JUTTER/ De rechtsgeleerde commissie biedt een nieuwe verordening ter vaststelling aan. Aanvullingen en verbetering in de rubriceering der Artikelen. De maximum straf hooger gesteld. Het Hoofdstuk „Bouwpolitie" uitgevallen. Verboden, schillen van vruchten op de straten te werpen. Bepalingen aangaande het vervoer van dieren. Verplichte verwijdering van tram banen als een tram nadert. Tegen het in gevaar brengen van de veiligheid van het verkeer. Denkt aan den verkeersagent! Tegen de knalgassen. Het houden van trekhonden. Geen baldadig geraas' in tapperijen. Bepalingen aangaande verioflokaiitelten. Tegen beschadiging van plantsoenen. De uren van het kloppen van kleeden gewijzigd. Tegen verkapte bedelarij. Rechts loopenl e rechtsgeleerde commissie aan was opgeuragen de Algemeene Po litieverordening voor Haarlem aan een algeheele herziening te onder werpen is met haar arbeid gereed ge- kom eu- Zij deelt den raad mede, dat -door haar allereerst is onderzocht in hoe verre bestaande bepalingen der ver ordening wijziging dienden te onder gaan tengevolge van veranderingen in de wetgeving van hoogere bestuurs organen. Vervolgens werd nagegaan of en zoo ja welke aanvullingen, resp. weglatingen door de in de laatste ja- •eri opgedane ervaringen wenschelijk varen gebleken. Dan werd de rubri ceering der verschillende artikelen verbeterd. Bij de hoofden van takken van dienst werd. advies ingewonnen, waardoor de moeilijkhede 1 en leem ten, in de practijk gebleken, volle dig naar voren kwamen. De commis sie biedt een nieuw ontwerp ter vast- stolling aan. Omtrent dat ontwerp merkt zij in hot algemeen het volgen de op Momenteel is nog tegen versehillen- overtredingen een straf bedreigd tn hoogst,-rs één of twee gulden. Dergelijk uoeten, welke een limiet innen waarboven de kantonrechter Is bij de meest bezwarende om standigheden niet kan gaan, worden in den tegenwoordigen tijd als geen daadwerkelijke bestraffing meer aan gemerkt en missen o. i. ook elke pre ventieve werking. Een en ander meen den wij te moeten ondervangen door overal het in de Gemeentewet ge noemde bedrag van f 25 boete resp. 6 dagen hechtenis als maximum straf te schrijven. Het-algemeen mi nimum van f 0.50 boete resp. l dag hechtenis bleef hiernaast natuurlijk bestaan- Het gevolg is dus alleen eenige meerdere vrijheid van den kan tonrechter en daarüoor billijker recht spraak. Tevens is de strafmaat uit de di verse artikelen gelicht en neergelegd in een afzonderlijke bepaling aan het slot van elk hoofdstuk en elke afdee ling. Een aantal speciale strafveror deningen, welke tot dusverre naast de algemeene politieverordening be stonden zijn, voor zooverre zij voor codificatie in aanmerking kwamen en niet binnen at'zienbaren tijd door een rijksregeling zullen vervallen, tevens in dit ontwerp opgenomen. Het over zicht werd daardoor verbeterd en het opzoeken vergemakkelijkt. Welke die verordeningen zijn, staat aangegeven in de slotbepalingen achter hoofd stuk IX Ze memoreert dan in welke artike len nieuwe bepalingen zijn gevoegd en welke artikelen zijn aangevuld of uitgebreid of in overeenstemming ge bracht met wettelijke voorschriften. Uit de oude verordening zijn niet op genomen eenige artikelen die beter iu de Bouwverordening konden wor- deu ondergebracht. Dientengevolge is het hoofdstuk „bouwpolitie" in de nieuwe politieverordening uitgevallen. Wij laten hier volgen artikelen met geheel nieuwe of ten deele nieuwe be palingen en eenige van de voornaam ste artikelen, die wijziging ondergin gen De artikelen met nieuw ingevoeg de bepalingen zijn de volgende: Art. 8. Hij, die krachtens een ver gunning, vrijstelling of ontheffing hem overeenkomstig deze verorde ning verleend, iets doet, heeft of verzuimt, is verplicht die vergunning, vrijstelling p{ ontheffing aan de per sonen belast met de opsporing der daarop betrekking hebbende bepalin gen, op hunne eerste aanvraag ter in zage te geven. Overtreding van deze bepaling wordt gestraft met boete van ten hoogste 25 rf hechtenis van ten hoogste zes dagen. Art. 48- Het is verboden op den openbaren weg a. te leunen tegen of zich te be- inden op brugletum.0eii, hekken, schuttingen of perceelcn b. te zitten of te spelen in raamko- _.jnen, dorpels, stoepen bordessen, kettingen of hekken c. zich zonder noodzaak op voor het jrkeei- hinderlijke wijze op te hou den. Het bepaalde sub a cn b is niet van toepassing op de gebruikers der pcr- ccelen en op hen die handelen met toestemming van dezen. Art. 59. Het is verboden schillen an vruchten of afval van groenten op den openbaren weg te werpen of achter te laten. Art. 72. Het is verboden nuchtere kalveren of varkens te vervoeren, tenzij per as, slede of vaartuig op een voldoende laag stroo. Art. 73. Het is verboden levend gevogelte of knaagdieren te vervoe ren in manden of kisten, welker bo dem niet geheel is gesloten. Art. 74. Het is verboden eenhoevige of herkauwende dieren of varkens ra voer- of vaartuigen te laden of daar uit te lossen, tenzij met gebruikma king van een brug van voldoende breedte en lengte, of tenzij die dieren worden gedragen. Art. 86. Het is verboden te venten ip openbare wegen en op uren, waar op dit in het belang van de openbare orde of veiligheid krachtens open bare kennisgeving van den Burge meester ongeoorloofd is verklaard. Art. 92. Een ieder is verplicht zich bij het naderen van een of meer op rails loopende tramrijtuigen onmid dellijk van de trambaan te verwijde- Art. 95. Het is verboden buiten noodzaak op trottoirs, stoepen, voet straten, kortom elk gedeelte van den openbaron weg, hetwelk alleen' voor voetgangers is bestemd, te loopen met eenig voorwerp, dat meer dan 1 M. voor, achter of terzijde van den dra ger uitsteekt. Art. 96, Het is verboden op zoo danige wijze of met zoodanige snelheid over den openharen weg te njden, dat de vrijheid of de veiligheid van het ver keer aldaar wordt belemmerd of in ge vaar gebracht. Art. 97. Het is verboden te rijden, waar wegens opbreken der bestrating of om andere redenen het verkeer is stremd en zulks door een zichtbaar toe ken is aangeduid. Art. 103. Het is den bestimrder een voertuig verboden a. wanneer de openbare weg geheel of gedeeltelijk is ingenomen door een op marsch zijnde colonne dei gewapen. de macht, door een begrafenisstoet, door een optocht, door een geplaatste wacht, door dienstdoende ambtenaren van het openbaar gezag of door de brandweer, niettemin, voordat hem daar toe de gelegenheid is gegeven, zoodanig door te rijden, dat de doortocht niet zon der stoornis te verwekken kan plaats hebben b. langs een stilstaand op rails ge plaatst tramrijtuig te rijden aan de zijde waar passagiers in- of uitstappen. Art. 104. De bestuurder van een voertuig is verplicht in het belang var de veiligheid van het verkeer i a. wanneer hij een verkeersagent na dert, dezen met een der armen, een zweep of ander voorwerp tijdig aan te geven, in welke richting hij wenscht verder te rijden b. te voldoen aan een bevel of teeken der politie, om hetzij den gang van door hem bestuurde voertuig te mati gen hetzij stapvoets te rijden of stil c. bij het aan- of uitgaan van bijeen, komsten in schouwburgen, concertgebou wen, kerken of andere druk bezochte plaatsen of bij het aankomen of ver trekken van openbare middelen van voer of wel op plaatsen, waar markt wordt gehouden, te voldoen aan de be- velen van de politic en waar het markt plaatsen betreft, ook van de marktmees ters, omtrent den te volgen weg. de orde van het rijden en de plaatsing der voer tuigen. Art. 106. Het is verboden voor werpen van welken aard ook, zoo dicht langs de tramrails te zetten, dal de tram niet ongehinderd voorbij kan rijden. Art. 107. Bestuurders van voertui gen (uitgezonderd rijwielen) voor een geopende brug wachtende, zijn verplicht: a. zich met hun voertuigen in volgorde van aankomst aan de rechterzijde van den weg te plaatsen - b. hun voertuigen in de richting van de weder gesloten brug niet eerder in beweging te brengen, voordat hiertoe door den brugwachter toestemming is verleend. Bestuurders van rijwielen mogen op een zoo juist gesloten bru^r niet op hun rijwiel plaats nemen. Art. 108. Het is verboden op den openbaren weg te rijden me', een voer tuig, waarvan de lading het vrije uit zicht van deu bestuurder op den weg hei voertuig belemmert, tenzij een daarbij behoorend persoon:ei voorko ming van gevaar liet voertuig direct lorafgaat. Art. rog. Het is verboden op den openbaren weg te rijden niet een voer tuig (rijwielen uitgezonderd), 'waarvan de lading meer dan 3 M. voor of achter de as of assen van het voertuig of meer dan y M. terzijde van het voertuig uit kt, tenzij eer. daarbij behooread per soon ter voorkoming van gevr.ar vóór of bij het uitstekende deel der lading loopt. rt. 110. Het is verboden op den openbaren weg een rijwiel te berijden, waarmede een last wordt vervoeid, welke buiten de stuurstang terzijde van het rijwiel of meer dan 0.50 M. voor of ach- r bet rijwiel uitsteekt. Het stuur van een rijwiel, «aarop de berijder tevens een last medevoert, mag .et breeder zijn dan 0.70 M. Art. 11S. Het is verboden de afge werkte gassen van een motorrijtuig, het- •elk zich op den openbaten neg be vindt, anders af te voeren d.ta door een kennelijk goed functionneerenöen ge luiddemper. Art. 124. Voor zoover hierin niet bij eenige wet of algemeen en maatregel bestuur is voorzien, moeten op elk vervoer van goederen of vee be stemd voertuig bespannen met één of trekdieren, waarvan de houder in deze gemeente woonplaats heeft, diens m en die der gemeente, alsmede het inter van een hem door Burgemees- en Wethouders uit te reiken nummer- ijs steeds goed leesbaar voorkomen, rt. 125. Houders van trekdieren zijn, onverminderd het bepaalde bij wet of algemeenen maatregel van bestuur, erphcht te voldoen aan het hun door Burgemeester en Wethouders schrifte lijk gegeven bevel om hun voertuigen met derzelver bespanning op de bij het bevel aangegeven plaats en tijd ter keu ring te doen verschijnen. Art. 12O. Houders van trekhonden, alsmede de in art. 124 bedoelde houders andere trekdieren zijn verplicht om bij verandering van hun verblijf of bij afschaffing van zoodanig dier, hiervan binnen driemaal 24 uren keaais te ge it aan Burgemeester ca Wethouders. Art. 129. Het is verboden vee (paar den en ezels hieronder begrepen) los over den openbaren weg te draven tus- Naar het Amèrikaansch van J. P, MARQUAND. (Geautoriseerde vertaling)* 18) „Maar, Mademoiselle", protesteerde ik, „u schijnt te vergeten waarvoor we gekomen zijn". „Ja", antwoordde ze vlug, „ja, u heeft gelijk. Ik wil het vergeten. Ik heb al te veel gezien, te veel overbo dige dwaasheid, te veel menschen zien sterven en anderen zien lijden voor oen verloren zaak. Ik heb in onze hal drie clooden zien liggen cn nog even veel gewonden. Ik heb een sterken man zien veranderen in een schurk. Ik heb gezien hoe een zoon zich tegen zijn vader keerde en dat allemaal om een papier een document dat nooit geschreven had moeten wor den. Ik haat het verstaat u mij'? en als ik het vergeet, dan is dat om dat ik het vergoten wil. Ik vergeet."net omdat. Ze scheen op het punt te staan om er mii meer van te vertel len en zioli toen t.e bedenken. U ziet toch wel in dat het niet kan. De man, die hier komt, is uw vader, Mon sieur' „Mademoiselle", antwoordde ik ,,u is al te vriendelijk. Ik geloof niet dat hij of ik redenen hebben om ons leven bijzonder op prijs te steden, maar zooals u zeide mijn vader is vroeger een fatsoenlijk man geweest, en fatsoenlijks mensohen vennoorden zelden hun zoons, en evenmin hun zoons den vader. Ik verzeker u. Made moiselle, dat ik kalm zal blijven. En weest nu stil, want hij is vlak bii". Ik vergiste mij niet. Er kwam een paard aan op het pad waar wij langs gekomen waren, liet liep hard en sprong midden door de boschjes. Voor ik hem in het oog kreeg, hoorde ik de stem van. mijn vader. „lves!" riep hij uit. „Waar zit je toch?" Een oogenblik later was hij bij de deur; zijn paard wals buiten adem en hij sprong er af toen ik naar hem toe liep. „Hier", zei hij, ..pak aan en maak dat je weg komt. Die dwazen hebben me door do halve provincie achterna gezeten. Werkelijk", vervolgde hij op den kal men toon die ik mij het beste vim hem herinner, „werkelijk, lk heb zelden zoo'n interessanten avond be leefd. Er werd al op mij geschoten voor ik óns lieg uit was en ze zaten mij achterna of ik de grootste schat ten bij mij had. Je hebt mij je woord gegeven dat je nooit zou vertellen hoe je er aan gekomen bent. Het doet er niet toe waarom. Je behoeft me niet te bedanken. Pak aan, lves. Ik heb er me soms zoo kostelijk door geamu seerd dat mijn moeite daarmee al du libel en dwars beloond is". Hij stond nog geen pas van mij of en toch herkende hij mij niet. Dat was het, geloof ik, nog meer dan iets an ders. dat mijn gevoel van triomf deed verdwijnen. Voor hem scheen het een voudig een zakenquaestie te zijn. Ik zag lioo hij aan zijn zadelriem trok, klaar om weer op te stijgen, zag dat hij zijn mantel recht trok en toen nam ik hot papier, dat hij mij toe stak en knoopte het zorgvuldig in mijn binnenzak, flij wendde zich weer tot zijn paard en streek even langs het dier, maar hij sprong cr nog niet op. Ik geloof dat hij in het duister voor zich uit staarde en luisterde, zooals ik ook gedaan had. Toen keerde hij zie.h langzaam om en keek in mijn richting. Heel in dc verte, raa&r tooh vrij duidelijk hoorden we stemmen. „Het is tijd om te verdwijnen", zei mijn vader, ,,n< heb hen pas vijf mi- -nuten geleden van mij af kunnen schudden. Met was moeilijker dan ik verwacht had En toen schrok hij en keek opletten der naar mij in het donker. „Verdraaid", zei.mijn vader. „Hoe kom jij hier?" Maar dat was alles. Hij schrok zelfs niet. Zijn hand rustte nog kalm op de leidsels en hij stond nog tegenover mij. Was het net zoo gegaan op dien avond, lang geleden, toen hij een ge ruïneerd man was. Kon Ihij altijd met dezelfde on vend oorbare kalmtewinnen en verliezen? Was hij nooit ergens verbaasd over? Het bleef een oogen blik stil en ik voelde dat hij mij aan keek eu werd opeens voorzichtig; Ik wist maar al te goed dat hij het zoo niet zou laten afloopen, maar wat kon 'hij doen? Ik was hem nu de baas. „Dat was heel eenvoudig", zei ik tegen hem. „Mijn paard stond in den stal". Toen hij weer sprak klonk zijn stem nog rustig en vriendelijk, „E11 Brutus?" vroeg hij. „Waar was Brutus dan? De tijd van wonderen zun we toch zieker te boven. Of zie ik hier een tweede David voor mij staan?' on hij boog diep. Brutus", antwoordde ik, „ie door een raam van de tweede verdieping gesprongen". „Zoo!" zei hij. „Hij Is altijd erg handig geweest". „Ja", antwoordde ik. „Geen vijf mi nuten nadat u weg was, kwam mijn oom Jaion Mijn vader liet de teugels los en sloeg ze 0111 zijn arm heen. „Zóó?" zoi hij, „hij werd zeker naar binnen gedragen?" „Noen", zei ik, „hij is gieizond en wel". „Alle menschen!" zei mijn vader en zuchtte. „Ik word oud, Iienry. Ik weet dat mijn paard schrok en ik niet goed mikken kon, maar hij viel toch en ik reed over hem heen. Ik had gehoopt dat ik met hem afgehandeld zou heb ben. Je zegt dat hij bet huis binnen kwam?" „En hij riep tegen mij: Stop!" zei ik. „En deed je dat?" „Neen", zei ik, „ik ben er ook in geslaagd om door een raam te ontko men". En toen voelde ik, hoewel ik hem niet zien kon, dat hij veranderd was. en ik wist dat er een totaal andere man tegenover mij stond. Zijn hand kwam neer op mijn schou der en tot mijn verbazing voelde ik dat hij beefde. ..Mijn hemel!" dep hij met een stem die plotseling hard en streng klonk. „Wil je daarmee zeggen dat je Ma demoiselle daar hebt achtergelaten en haar niet verdedigd hebt? Héb je haar daar gelaten?" „Niet precies", antwoordde ik. Mijn vader werd heel zacht. „Wéés nu eens ernstig", zei hij. „Waar is ze nu?" En tofn Voegde hij er, half tegen zichzelf bij: „Hoe kon ik weten dat zo het huls binnen zouden gaan toen ik weg schen S uur des voormiddag; en Ti uur dc; namiddags. Art. 130. Het is den geleider of drijver van vee verheden bij het nade ren Van een of meer op rail5 loopende tram rijtuigen zijn vee op de trambaan :c laten loepen. Art. 141. Het is verboden een vaar tuig tc meren langszijde oen ander vaartuig, dat reeds vastligt aar. een aaa den wal gemeerd vaartuig. ien2ii mei toe stemming van den inspecteur bij het ha. venwezen. Art. 147. Het is verboden zich to begeven op die gedeelten van hei ijs in openbare wateren, die doof het plaat sen van stroowisschen of op andere wijze als gevaarlijk zijn aangeduid. Art. 150. -Ieder houder van een vergunning of verlof ingevolge de Drankwet, die zich in de uitoefening van zijn bedrijf door een ander laat vervangen, is verplicht hiervan binnen 14 dagen schriftelijk kennis te geven aan Burgemeester en Wethouders onder opgave van den naam van zijn ver vanger. Art. 156. Het is verboden in een tapperij baldadig geraas te maken, wan orde t^ veroorzaken of zich aldaar in kennelijken staat van dronkenschap to bevinden.- Art, 159, Ieder tapper of zijn ver vanger is verplicht a. drenkelingen of personen aan wie een zwaar iichamclijk letsel is overko men, in zijn tapperij op te nemen; -b. personen, die baldadig geraas ma ken, wanorde veroorzaken ot zich in kennelijken staat van dronkenschap be vinden. onmiddellijk uit zijn tapperij to verwijderen of te doen verwijderen. Art. 164- Het is verboden zich ia een voor het pubhek toegankelijke lo kaliteit, waarvoor een vergunning is ver leend voor den verkoop van sterken drank in het klein, sterken drank te laten verstrekken of toedienen in strijd met art. 163. Art. 175. Het is verbcHen a den openbaren weg door men- sohelijke uitwerpselen te verontreini gen: b. op of aan den openbaren weg el- lers dan in dc daartoe bestemde uri noirs te wateren c. de sub b gonoemde urinoirs voor andere doeleinden te gebruiken, dan waarvoor zii ziin bestemd. Art. 1S1. Het is verboden vaten, emmers of dergelijke voorwerpen, waarin zich oscli. vuilnis, mest, vod den of soortgelijke stoffen bevinden op of aan den openbaren weg te plaatsen of te doen plaatsen a. tenzij die voorwerpen op behoor- lijk© wijze ziin afgedekt; b. od andere dagen, dan waarop do diewst der gemeentereiniging zich aldaar voor het ledigen dier voorwer pen pleegt aan tc melden. Art. IS.?. Het is verboden de in het vorige artikel genoemde voorwerpen od of aan den openbaren weg te door zoeken. om te halen of uit te stor ten. Art. 187. Het is verboden zonder toestemming van den eigenaar, be heerder of gebruiker van een aan den openbaren weg gelegen bijzonder eigendom, puin, afval, vuilnis, ::.-ch of dergelijke stoffen, daarop te storten of te doen storten. Bii overtreding van het bepaalde bij dit en het voorgaande artikel moe ten betreffende sloffen op eerste vor dering van de politie door of vanwege den overtreder worden verwijderd. Bij niet-'nakoming van deze verplich ting zal een tri ander op kosten van den nalatig© van overheidswege ge schieden, Art. 227. Het is verboden eenig gebouw tot het houden oencr vermoedelijk talrijke voor bei pu bliek toegankelijke bijeenkomst be schikbaar te stellen, tenzii mm ver gunning van Burgemeester cn Wet houders. Burgemeester en Wethouders ver leen en de vergunning daartoe niet. dan 11a zich te bobben verzekerd: le. dat de deuren van het gebouw, toegang gevende van de inwendige, voor het publiek bestemde, gedeelten tot de koofdeangvn of tot den open baren weg. naar buiten openslaan 2e. dut een voldoend ainmtal uitgan gen aanwezig is; 3e. dat waar trapten aanwezig ziin. dez© voldoende breedte hebben 4e. dal waaneer het gebouw be stemd is, can bij avond of zonson dergang. wanneer de toetreding van het daglicht tot de localiteiten is af gesloten. te worden gebruikt, vol doende maaregelen zijn genomen, om eeliiktiidige uitdoovine van aJle lich ten te voorkomen. Bij het verleenen der vergunning wordt door Burgemeester en Wethou ders met het oog op brandgevaar of redenen van veiligheid voor de be zoekers bepaald a. hoeveel uitgangen, deuren, noodde-uren en trappen bii elke bij eenkomst voor het puibliek bruikbaar moeten ziin b. op welk© plaatsen in het gebouw zoo dit na zonsondergang of voor zonsondergang, wanneer de toetre ding van liet daglicht tot dc locali teiten is afgesloten, wordt gebruikt, brandende nood lichten steeds aan wezig moeten zijn c. het ma.Niinum aantal personen, dat tegelijkertijd in ieder lokaal m«g aanwezig ziin dwelk© br.indbluschmiddeden in „Mademoiselle", antwoordde ik, ,,be vindt zich nog geen vijf meter hier vandaan". Hij 'greep naar de sluiting van zijn mantel en zijn stem werd weer rustig cn vriendelijk. „Mooi zoo", zei mijn vader. „En hot papier heb je dus tenslotte toch nog gekregen. Ja, ik word oud, mijn jon gen. Het schijnt dat ik erg doin g«v weest l>cn. Hoop je dat jc hot papier zult toornen behouden?" I11 de*verte hoorde ik oon etera cr schroouwtle iemand. Hij zou het tocli wel begrijpen. „Ze komen", zei ik. „Ja, ik hen van plan om het papier te houden". „Zoo?" zei mijn vader. „Mif.-uhicn wil je mij wel eens uitleggen Henry. Ik heb een drukken avond ge.- had, maar jij ik moet bekennen dat ik je niet begrijp". „Omdat", zei ik, „u cr niet, op ge- stold is om weer naar Frankrijk terug te gaan, en u is al bijna op weg er naar toe". „Neen, niet naar Frankrijk," ant woordde hij, „en ik zag dat hij miin bedoeling begreep. En toch kómen zc om 11 te pakken. Als u ook maar probeert om mij weer aan te raken, vader, zal ik hen roe pen en dnn zullen wc samen terug gaan. Uw paard is vermoeid. Het kan niet veel verder meer loopen"»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5