OM ONS HEEN voor den Zomertijd! Weg met het Braaf-wetje! HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 9 MAART 1923 TWEEDE BLAD No. 3157 Bezuiniging op steenkool en opza- meling van rechtstreeksche Zonnewarmte. Hot toeval wil dat juist in dezen tijd, nu wij i\ eden anders ons verdedigen moeten tegen de onnoozelen en de dwazen, die ons den zomertijd willen ontnemen, het tijdschrift '„Weten schappelijke Bladen" een beschouwing ten beste geelt over verhitting zonder vuur en over „het direct benutten der zonnewarmte". Voordat ik ua&raan iets ontleen, wil ik nog iets zeggen over de qua es lie van den zomertijd. Er is gevraagd, waarom het Neder- landscke volk, dat nu aouiI protes teeren tegen de afschaffing van den zomertijd, niet al eerder bij de Twee de Kamer heeft aangedrongen op be houd liet was toch bekend, dat de Kamerleden Biaat en de Boet de al- schaffing hadden voorgesteld. Het antwoord is kort, afdoend, maar niet vleiend voor de Kamer. Omdat niemand in den lande zich maar een oogenblik heeft kunnen voorstellen, dat de Kamer het voorstel De tegenstanders van den zomertijd kunnen dit verwijt dus wel voor zich houden: het is zoo sterk ais versch koekedeeg. En de voorstanders van den zomertijd behoeven zich er niet door te laten weerhouden, om met man en macht bij de Eerste Kamer op petitie te gaan. „Gij behoeft u", zou ik willen zeggen, „niet te schamen, om nu pas mee uit te trekken, ter verdediging van een uur daglicht meer per dag; gij hebt immers niet kunnen veronderstellen, niet kunnen droomen, dat de zomertijd eerder uw steun noodig had". Dat de Tweede Kamer weer zou tegenvallen, kon u toch niet van te voren beker.il i Maar blijft dan ook n u niet achter. Petitionneert mee. Het adres van het Comité voor den zomertijd is Hut:! Krasnapolski, Amsterdam. De zon is ons leven, onze voeding, onze gezondheid, zij lescht onze dorst en verheugt ons hart. Goen wonder, dat onze stemming stijgt met de zon en daalt met de duisternis. De zon levert ons de brandstof, die wij noodig hebben. Eeuwenlang stoofde zij in het binnenste der aarde de planten en houtresten, die wij nu in den vorm van kolen t;e voorschijn halen. Maar zuinig zijn we er niet mee geweest. Nadat het handwerk vervan gen was door de stoommachine en den motor, heeft de industrie in al maar versneld tempo de kolcnfgevre- ten, die de- wereld bezat. Sombere pro feten voorspellen, dat de reet van dien voorraad spoedig zal zijn opge teerd, binnen tweehonderd jaar, bin nen zeshonderd of duizend. Het maakt weinig uit. Tegenover een zoo geweb dig gevaar is ook duizend jaar van geen beteekems. En ofschoon de nu levende geleerden wel weten, dat het in eik geval hun tijd zal uitduren, maken zij zich bezorgd voor de toe komst, omdat de wetenschap eeuw is en de geest van den wetenschappe- lijken mensch. dus niet gebonden mag zijn aan de korte periode van het leven van één mensch. Het vraagstuk is tweeledig: bespa ren op do kolenvoorraden en zoeken naar andere warmtebronnen, „in tal van fabrieken, werkplaatsen enz.", zegt. Dr. Neuburg in ,,die Unischau", „branden honderdduizenden vuren voor het smelten, aaneensmeden, sol- deeren. En hiervan geven vooral de vuren voor het smeden, waarvan het aantal juist zoo enorm groot ie, een bijzonder klein thermisch effect, in. a. w. liet warmteverlies is daarbij zeer groot. Men kan de hoeveelheid warmte, die daarbij benut wordt, ruwweg op 10 procent stellen; het overige verdwijnt in den vorm van rook, van afgeleide en uitgestraalde warmte. Maar van die 10 procent wordt ook nog slechts een deel voor de verhitting van het metaal bij het smeden gebruikt, zoodat volgens de onderzoekingen van den laatsten tijd slechts ongeveer 3 procent van de ge heel© hoeveelheid warmte, die bij het verbranden der steenkolen ontstaat, bij liet smeden benut wordt. De rest, dus 97 procent, gaat geheel nutteloos verloren." Wat willen de onderzoekers nu doen, om aan een zoodanige verspil ling een einde te maken? In het ge heel geen kolen meer in de vuurhaar den van de fabrieken verstoken, maar deze in groote centrale gasfabrieken tot gas verwerken, dat dan door lei dingen naar de verbruikers gebracht wordt, terwijl het residu, die cokes, voor het verkrijgen van e.ectrische energie Wotctt uungewénd, die dan evenzoo naar ui le doelen van het lancl worut gebracht. De omzetting in gas en eleecricheit moet geschieuen vlak bij de mijnen, waardoor het transport van de kolen dat ook weer kolonver- bruik vordert, Vervalt. Dit zal, meent de schrijver, nog wel lang duren. Daarom is men er op uit, vuurlooze verhitting toe te passen met de bekende electrische appara ten, die dienen voor het aaneensinel- ten van staven en platen. Door ver andering kunnen deze apparaten ook voor andere doeleinden geschikt ge maakt worden. Ik sla de'lechnisclie beschrij\ing die o-ns le ver zou voei over, maar er u een .utoinatischc buizen machine geconstrueerd, zonder of bijna zonder bediening werkt en op één dag uit vlakke ijzeren platen verte hei dene kilometers volko men aaneengesmolten buizen vervaar digt. Andere machines smelten geheel automatisch kettingen aaneen, ande re machines doen klinkwerk, de be langrijkste toepassing van de electri- scne energie is ue tioctriscnc smeed- oven. Bei-bicenü worut, dat m Duitscn- land al.een aP limillioim ton koiun bespaard Kan women door vervan ging van de open smeedovens dooi' ciectrLcne. Per jaar. Als het waar is, dat de steenkool lagen die de wereld rijk is, beperkt zijn, dat de heaénaaagsche nfensch die wei overal op aarde heelt rond gezworven, er niet meer \iricen zal als liet waar zou zijn, dit voorat, dat de natuur zeli nut zal zórgen voor annulling van wat wij verbruiken, dan baat de grootste zuinigheid nog niet, want dan Komt er vroeg of iaat toch een eind aan den voorraad. Waar zal dan ue muiischheicl een nieuwe warmtebron vinden? In o_,gcz..meiue zonnewarmte na tuurlijn. bounnigo meiischen lachen daarom. Natuurlijk Jachen zij zienzei! uit, daar het hun verbeeldingskracht is, die te kórt schiet. Waarom zou het wel mogelijk wezen, eleotrischen stroöm in een accumulator te verza melen en niet zonnewarmte? In dat geheimzinige woord kan het verschil toch niet l.ggen, want accu rn uier is niets ancicrs dan opstapelen, ver zamelen. Er is dus geen verschil. Al leen onze stroeve hersens willen nog niet mee. En dan moet de manier waarop nog gevonden worden. Maai die komt, zoodia za noodig is. Uitvin dingen, liet is bekend, verschijnen wanneer er behoefte aan ontstaat. In D.uitschland is een vcreeniging gesticht, om deze zaak te bestudeeren. Dr. Gerritsz, een van de redacteuren van de Wetenschappelijke Bladen, schrijft over het denkbeeld een korte beschouwing, hiermede aanvangende, „dat het cli-ect onttrekken van warm te, die de zon uitstraalt, voor de le vensomstandigheden hier op aarde van grooten invloed zijn zou". Hij doet opmerken, dat Dr. Dein in het tijdschrift Kosmos er op gewezen heou, dat bijvoorbeeld over het. uitgestrekte gebied van de" Sahara groote hoeveel heden warmte verloren gaan. Deze streek is zelfs zoo sterk verhit dat plantenleven, van eenige beteekenis er onmogelijk is. De levensvoorwaarden zouden daar geheel anders zijn, in dien het gelukte, door gebruik t.c ma ken van de zonne-energie, de tempe ratuur over dit gebied bijvoorbeeld omstreeks 20 gra'den te doen dalen. Wn Nederlanders denken daarbij zeker ook aan ons Indie, waar velen onzer alleen k u n n e n leven omdat zij wel moeten, maaj- niets liever willen dan deze bel van hitte ontloo- pèn. Welk een toekomstbeeld de dageüiksche temperatuur tot een rede- liik zacht k imaat verlaagd, de over tollige hitte opgevangen en naar'de rest van de wereld gezonden voor de industrie en voor de verwarming in koude landen. He+ 'ijkt op ceu sprookje voor groote menschen en toch, waarom zou het niet, sedert wij vliegen en de mensch e lijk© stem op ao",hertrillingen duizenden kilome ters ver weg zenden. Waarom zou bet niet, sedert wij langs eleotrischen weg, op een afstand, schepen kunnen besturen zonder ze aan te raken, se- diert wij in staat zijn, de lucht vloei baar le maken? De schatten der na tuur, die ter beschikking van het menschdom warden gesteld, zijn nog tang niet uitgeput, maar de weg naar de schatkamer moet gezocht worden. Opgezainelde zonnewarmte welk een tooverklank. Nog lang zullen be krompen gees'en er om lachen, tot dat de gedachte verwezenlijkt is. Zoo is het al honderd maal gegaan en zoo zal het ook nu weer komen. Maar de natuur is geen chaos. Zij vormt een geheel en wat er bestaat, heeft zijn wel overwogen doel. Dr. Gerritsz, verzekerende clat voor het probleem eens een goede oplossing gevonden zal worden, steekt niette min den vinger ter waarschuwing op. Als het gelukte zoo schrijft hij, I om de warmte der Sahara te gebrui ken voor energie, clan zou dit onge-1 twiifeld een grooten invloed hebben op het klimaat van de (andere) lan den, zoowel in Afrika als in Europa. „Wij moeten tooh wel in aanmerking nemen, dat het bedoelde gebied van zeer groote uitgestrektheid is en een eenigszins belangrijke temperatuurs- verlaging daarvan zou een merkbaren invloed hebben op de temperatuur van het noordelijk deel van Europa, zoodat waarschijnlijk de tegenwoor dige levensomstandigheden zich sterk zouden wijzigen in Frankrijk, Engeland. Nederland, Duiisohland, om maar niet eens van Scandinavië te spreken." Warmtegraad en voch tigheid staan immers in nauw ver band met elkaar. En deze oefent weer grooten invloed op de vrucht baarheid uit en dus op de opbrengst van den bodem. Wij leeken laten dus de geleerden rustig aan hun onderzoekingen. Als die rijp geworden zijn zullen wij het wel liooren. Wat wij zelf op dit oogenblik te doen hebben is ons uur zomerzon meer zoo krachtig moge lijk te verdedigen. Dat moeten wij ops niet laten ontnemen. Op dus voor den zomertijd Laat ieder- particu lier, iedere vcreeniging ad'haesie be tuigen aan liet, Comi'é voor den Zo mertijd met een briefje, een brief kaart. eon visitekaartje desnoods. Het adres is; H°tel Krasnapolsky, Amsterdam. J. C. P. Stadsnieuws Reeds 80 000 sympathiebetuigingen. Drukte in Krasnapolsky. Nog zelden hebben we zooveel eens luidende adressen o,p enveloppon, kaai ten, kaartjes, telegrammen en njsieu gezien, ais DonuerUaginiddag m Krasnapoisky" te Amsterdam. Tiet was telKens maar weer op nieuw „Aan het Comité tot behoud den'Zomertijd, Krasnapolsky, Am sterdam". Vvie zei het ook weer, dat het Ne- derhuidsehe volk zoo lauw is, dat er geen pit in zit, dat het niet gauw warm be krijgen is Dal is allemaal laster We heuben Het trouwens méér on dervonden, dat ons volk lang niet zoo flegriatisch-kalm is, als men heu hier en daar wel wil doen voorkomen. Dat bewijs hebben we nu wéér ge kregen- "Weet- u lezers, hoeveel menschen in een paar dagen tijds een sympathie betuiging heuben gezonden aan het Comité tot behoud van den Zomer tijd 80.000 Zegge tachtigduizend Men weet er Haast geen raad mee Niet dikwijls zullen er zooveel brie ven naar Krasnapolsky gezonden worden, als dezer dagen gebeurd is. Het was er óver-druk Toen we ons bij den portier aan meldden en naar één der heeren van het Comité vroegen, luidde allereerst 'jn wantrouwende wedervraag ,,U komt hem toch geen brief over handigen?" Üp ons ontkennend antwoord voeg de hij er ter verduidelijking aan toe „Ja, ziet u, daar zou meneer geen tijd voor hebbendie heeft het nu ontzaglijk druk!';' liet ging nu juist niet van een leien dakje, om ons doel te bereiken. De poitier verwees ons naar het buffet: de buffethouder zei ons: „Gaat u ii' dat trapje op en dan vraagt u ,r naar den heer Stom". _oen we door het hartje van dit groote gebouw gedwaald hadden en eindelijk voor het bewuste kantoor stonden, waren We nog met klaar. Op een kaart aan den muur hadden we trouwens al aan den muur de woorden gelezen„Offerten des Donderdags tusschen 10 en 12 uur". Na onze aanmelding hoorden we dan ook weer allereerst vragen: „Het is toch niet voor offerten? Meneer heeft het verbazend druk Dat laatste, zagen we dan ook da delijk. in een oogwenk, toen we ciu- delyk tegenoyer den heer Stom stonden. Als ik geweten had, dat het zóó druk geloopen zou zijn, had ik de brieven niet naar Krasnapolsky laten sturen, maar er ergens anders nog een paar mensehen aan gezet. Wilt u wel gelooven, dat we nu reeds drie dagen van 's morgens 9 uur tot 's avonds half li', met z n vieren zitten te werken! En nog komen we handen te kort!" „Hebt u dan zóóveel sympathiebe tuigingen ontvangen?" „O! Kolossaal!.-.. Mevrouw", .roeg hij aan een dame, die ijverig bezig was met het tellen en rang schikken van de groote stapels brie ven, „hoeveel hebben wij er nu al?" „Tachtigduizend, meneer 1" Juist toen zij deze woorden ge- hoteljongen sproken had, kw met een groote i binnen. „Maar, jongen zei de dame lacnerid, „ben je daar nu alweer Viji minuten geleuen was je hier óók nog „Zoo gaat het nu den heelen dag door zei ons cie heer Stom, die er zijn bfijdschitp over uitsprak, dat ook Haarlem's Dagblad zijn lezers opge wekt had, de adresoeweging tegen het Braat-wetje te steunen. „Eu dat heeft dan ook goed geholpen we heb ben heel wat brieven ur Haarlem ontvangen- Maar de meeste zijn toch uit Botterdam gekomen. Geen won der trouwens, in een stad met zulke uitgebreide handelskringen. Kijkt u maar eens, wat een scajielsZo lig gen hier allemaal in pakjes van dui zend gebonden!" „Uit welke richtingen hebt u zoo- al sympathiebetuigingen ontvangen „Uit welke richtingen? Dat is ge woonweg niet te tellen! Van alle mo gelijke vereenigingen, kantoren, fa brieken, sportlichamen, Danken en vooral veel van professoren en dok ters. Kijk eens, hier hebt u een lijst van Van den Bergh's fabrieken te Rotterdamdaar staan alleen reeds meer dan duizend handteekeningen op, van de directie af tot den een- voudigsteu arbeider toe. Menschen van ailen rang en stand wenschen het uur langer zonnelicht te behouden. En weet u wat zoo typisch ishet is com pleet schering en inslag, dat in de brieven er aan toegevoegd wordt, dat ue 2umertijd net eenig goeae is, uat de wereldoorlog heen. voortgeoraent Er zijn ook veel Diaden, aie gelegen heid tot inschrijvingen neirueu gege ven. De Ainsteidawsche ivainer van Koophandel zal er een vergadering voor beleggen en natuurlijk wei net goede vooi'oeekl \an de liaarleriische nam er volgen, in een lieeieuoel win- Kels m Amsterdam liggen iijsien ter teekening; en er v.oiut reusachtig op geteekend !vUok de xlaarlemsche Tlan- cielsvereeniging zal, neb ik gehoord, lijsten ter teekemng leggen. Dat doet mij 'groot genoegen. Er icuuaen er niet genoeg komen, nn u zal het wel vreemd vinden maar ook uit land- bouwkringen ontvangen wij sympa thiebetuigingen Lees u dat briefje uit Groningen maar eens!" Na hem ons woord gigeven te heb ben, dat wij den naam niet zoucifcn publieeereii, gaf bij ons verlof, onder staand biiel'je van een landbouwer uit Nieuwolda over te schrijven „Aan het Comité, enz. „Door dezen betuig ik raijn volle „sympathie voor het behoud van „den Zomertijd. Op het gebied „van den landbouw kunnen „wij ons in alle opzichten met den „Zomertijd xveenigen en zouden „allen zeer blij zijn, als we ieder „jaar den Zomertijd weer krijgen, „zoodat we het Comité gaarne „willen steunen." Dé heer Stom, die tijdens ons heel kort gesprek herhaaldelijk naar het telefoontoestel was geroepen en geeti oogenblik rustig kon blijven zitten, deelde ons nog mede, dat er vele heel aardige brieven uit alle oorden des lands bij waren en zelfs in dichtmaat. Velen begrepen ook, dat propaganda geld kost- „indien er", aldus lazen we in een der briefjes, „geld voor pro paganda noodig mocht zijn, stuur ik u hierbij 25.". „Dat is heusch niet de eeuigc", zei de heer Stom. Eenige enthousiasten voor de goede zaak, die blijkbaar bijzonder eco nomisch aangelegd zijn, hadden kans gezien, niet minder dan 42 handteeke ningen op één briefkaart te schrij- sn Neen, de Nederlanders slapen niet, als het betreft een goede zaak te be houden. Toen wo beneden weer langs den portier gingen, was hot bewuste mandje zoowaar weer halverwege ge vuld Gaarne besluiten we dit artikeltje met onze lezers (zoo zij dit tenminste nog niet gedaan hebben) op te wek ken de lijsten in onze stad te teeke nen. Hoe meer, hoe liever Up, voor den Zomertijd "Weg met het Braat-wetje DE REMONSTRANTSCHE GE MEENTE. Naar wij vernemen heeft de Remon- strantsche gemeente alhier thans be sloten, ov&r to gaan tot aankoop van het aan de Remonstranlsche kerk grenzende luns in de Wilhelinina- straat, dat bestemd is voor vergade ringen en andere bijeenkomsten. DE ELECT.RIFICATIE DER NEDER- LANDSCHE SPOORWECEN. Wij hebben indertijd uitvoerige me- dedeelingen gedaan over de electrili- catie der Nederlandeche Spoorwegen, Wij meldden toen, dat het geheel werk naar schatting 15 jaar zou duren. Thans vernemen wij, dat -over drie weken de eerste palen zullen geslagen worden op het traject Leiden's-Gra- venliage, dat het eerst voor electrifi- cutie aan dê beurt komt. 11AARLEMSCI!E JEUGDKERK. Men dee t ons mede, dat a.s. Zondag 10J uur in de Waalsche kerk (Begij- neliof) zal spreken Jlir. 1). J. van hen nep, kampleider van de jongenskam pen der N. C. S. V. Deze samenkomst is bedoeld voor jongens en meisjes van 14—18 jnar. R.-K. JONGE VROUWENBOND. - Op de Donderdag te Amsterdam ge houden eerste algemeene vergadering van den Diocesanen R.-K. Jonge Vrou wenbond in het Bisdom Haarlem fs het bestuur, reeds bestaande uit den weleerw. heer W. H. Kooy, directeur, mej,. F. A. M. Peeters en mevr. M. Maane-Arends (beiden laatsten aange wezen door den R.-K. Vrouwenbond) werd aangevuld door de verkiezing van mevr. Schouws- v. Delft uit Haar lem, mej. M. Brom uit Amsterdam, mej. N. Cleophas (e Rotterdam en me.j: M. Korte uit Delft. Van het politieke tour- nooiveld. TWEEDE KAMER. Met de jaclitdebatten is het nogal ios geloopen. Het is buitengewoon „tam"' toegegaan. De parlementaire landbouwers hebben als om stryil het wetsontwerp ge prezen en de jagers, nis hoedanig zich de zen middag baron Van Voorst tot Voorst mr. Ridder van Rappard en mr. Kolle- man hebben laten hooren, hobben cr niet al te veel kwaad van gezegd. By het viertal, dat zich Woensdag reeds piet hot ontwerp content verklaar de, veegden zich vandaag nog de land- boorwspecialitoiten WeitUamp, üierema, 'Bakker, Wintérnians, Eb.els en A. Colyn, dio geen van allen nog a<uii| nieuws ver telden, maar wier blykrii van sympathie minister Rays de Beerenbrouok nis ver dediger van het (niet door hom ingedien de of onderteekende, mnnr slechts ..over genomen") ontwerp toeb welkom waren. Kon hart onder den riem bjj het échec, dat Z. Exc. dc vorige week door de ver werping dor Inoseoopwet heeft moeten ondervinden. Over hot algemeen schenen ,je heeren landbouwers nogal geneigd, alle wild nis schadelijk te brandmerken. En daar tegen vooral kwamen de nimrods met kracht op! Deelt het ontwerp de konjjuen de wilde zwijnen en de fazanten in bjj het „schadelyk gedierte", waarvan de grondgebruiker het recht verkrygt ze met alle middelen, behalve eenige speciaal genoemde, op diens grond op te sporen, te bemachtigen of te nooden, de hazen, her ten, patrijzen, eenden, c.d. worden meer edelmoedig bestempeld als „wild", waar van het bemachtigen enz. „jagen" heet. Op konjjnen „jagen" is dan ook beneden Res jngers waardighoid en de wet c-t- ltent dat. Baron van Voorst tot Voorst gaf grif toe, dat dc konynen schadelyk voor den landbouw zyn en dat ze in landbouwstre ken behooreu to verdwijnen. By hem gaat het jagen evenwel om z.i. niet-sehadelyke stuks wild, zooals „het" haas (iu :t ja- gers-latyn is haas onzydig) en waar het haas is, vindt men als regel géén konyn.. Overigens hing de heer Van Voorst een idyllisch beeld op om do gemoedelijke patrinruhnlo verhouding tusschen laad- heeren en pachters, vooral iu Overijssel, wnnr hij van.laan komt, een verhouding van flier, aard, da: de pachter het jacht- recht téjli wel aau den pachtheer r.al blyven overlaten, .-oodu: men zich van landbouw zijde op dit punt van het ontwerp gcdi hoogc verwachtingen moest koesteren. Naievelyk voegilo de gemoo- delyko Karon eraan toe, dat waar zulks niet uit eigen beweging zou geschieden, do pachter wel aan liet kortste eind zon trekken. Waarvan zyn tegenstanders "a- tuurlyk wel uoto zullen hebben genomen, om er gebruik van te maken Dij gelegen heid, wanneer de ges!ie van het pacht- recht naii de orde komtl Ook mr. Kolkman wonschto een scher pe scheiding tusschen hot schadelijke ko- ny en den edelfen haas te zien gemaakt, zooals trouwens hot onderhavige ont werp doet. Maar e'est impossible de contea'.er tout lo monde et son péro de heer Kolkman was er allerminst over te spro ken dat men nu tevens do fazant bjj bet schadolyko gedierte had ingedeeld. Do fazant, dc e-dele koning der vogels! Er kende hij, dat bet konijn "schadelyk is ca dat het voor zyn pnrt mng worden uitge roeid, de fazant daarentegen achtte hy een zeer vreedzaam dioT. „Vroetzaam met 'n t", interrumpeer den eenige landbouwers. Geen kwestie van, antwoordde mr. Kolkman. Ken fazant eet wat 'a gewone kip eet. Maar wnnneer er 1000 kippen op het erf van den boer loopeu en één fazant heeft hot hart in z'n l'yf zich dnartusschen to begeven, dan is do fa zant het schadelyk gedierte. Ik heb ging mr. Kolkman voort el boeTen gekend, dio fazant-eieron legden (groote hilariteit.) nu ja: noerleg- in het nest vau een broedscko kip, wanneer do kuikentjes waren uitge- en, met trots te wyzon op de iangn faznntjes. Maar o woe, als dan oindolyk de jonge fazantjes volwassen waren en wegvlogen, dan werden ze dadelijk Ly eventueelen terugkeer op het erf inge beeld by hetschadelyk gedierte! Dan deugde er plotseling van die lieve fazan ten niets moer. Zoo min nis van de ja gers, die door vele boereu ook als scha delyk gedierte worden beschouwd. De lieer Kolkman mist in het ontwerp do groote lyn en hy zal er hoewel geen bezwaar hebbend tegen de ophef fing der z.g. boorlyko jachtrochtcu tegenstemmen, tenzy het nog ingrypend orde gewyzigd. Met dit jagersgelnid stomdo de hoor an Rappard van harte in. Z.i. is de fa zant zeifs als nuttige vogel te beschou wen, omdat ze tal van rupson en insec ten verdelgt. Overigens heeft mevr. mr. Bakker Nort nog aangedrongen op 't nemen van maatregelen tegon wroode manieren van konijnen vangen en -dooden en mej. mr. Van Dorp op behoud van het juchtrpcbt aan don grondeigenaar, tonntinslo in loo- pende overeenkomsten d'enanngnande. De taak van minister Buys do Boeren-s brouclc was na de woinigo oppositie en den veelzijdige» steun (vooral van Woens dag) gemakkelyk. Z.Exc. kwam op voor het goed recht van den jager en hij vond ■volstrekt niet zonder bedenking, dni zooveel boeren met 'n jachtgeweer zullen gaan rondloopon. Daarom kon liy niet ingaan op den weusch vau don heer Hiemstra, dio alléén nan do boeren het jachtgeweer wenscbo to zien ioovor- trouwd, ook al niet omdat rnon bozwunr- - lyk den grondeigenaar zou kunnen dwlr,- gen, zelf te gaan jagen, wanneer sulks noe '.ig blykt. De minister ziet in het ont werp een .goede basis voor overleg fus- scben landbouw- en jaclitvertogenwoor- digers en liy erkent, dat de bolangcn van den landbouw het zwaarste mooton we gen. Trouwens, reeds oeuwen geleden stelden de physiocrateu don laudbouw voorop cn je jacht op het tweede plan. Ten minzien van ibot pnehtrecht, niet verwarren mot het jachtreeht! zegde de minister toe, voor zoovool dit beperkende bepalingen ten aanzien van het .jachtreeht inhoudt, de aandacht der Staatscommissie inzalto Jiet pachtvraag- uk hierop tc zullen vestigen. Vrydng behandeling .Ier amondementon Meegedeeld zy nog, dat do gemoenten Renkum en JJoorwerth dozen middag x. zyn vorecnigd, evenals eonóge kleine Brabantschc gemeenten. INTIMUS. ütoomvaarthericiiten Moeidyk, ,7 Maart n.m. v. Lond- Rotterdam u. de Pacific-kust. Nieuw Amsterdam, wordt S Maart v. icht. Rotterdam Mnurt to Amsterdam i te Plymouth New York. Rotterdam, Pyraeus. Ryni.and, 7 West-Afrika. Vondel, p. 7 Maart 11.111. fl u. Noord Hinder, Java ua.-iT Amsterdam. Sommelsdïjk 5 Maart n.m. tc Antwer pen van Hamburg. Stadsdijk p. 3 Maart Pcrim, New- York naar Java. Stuyvesam 4 Maart 50 m. O. van Land's Énd, Amsterdam naai W.-lndiö. Stad Amsterdam, p. 4 MaartvOuessant, Hamburg naar Buenos-Ayrcs. Stad Dordrecht 4 Maart van San Ni colas naar Montevideo. Feuilleton ~DE AVONTURIER Naar het Amerikaansóh J. P. MARQUAND. (Geautoriseerde vertaling). 21) „Wie zou dat wel zijn?" vroeg mijn vader, terwijl hij naar de gedaante toeliep, die Brutus vasthield; en toen stond hij sl.il en in het donker ver beeldde ik me dat hij weer naar de lap el van zijn jas zocht. „Dwaasheid, uw naam is vrouw", zei mijn vader zaoht. „Zullen ze dan nooit blijven waar ze blijven moeten?" I-Iet Was Mademoiselle, die door Bru tus voor zich uit eeduwd werd. „Ik ben in de boot meegekomen", stamelde ze „ik „U wilde zeker zien hoe het af zou loopen, niet waar, freule?" vroeg mijn vader. „U hadt verstandiger moeten zijn, maar nu ie het tc laat. U zult tegenwoordig zijn bij een zoer pijnlij- ke scène, die ik u gaarne bespaard had. Aiken, help de freule, het, pad is moeilijk". En met elkaar liepen we naar het j huis toe. Een minuut later gingen we over het ruwe, onverzorgde gras waar eens ons steenen terras gelegen had. Brutus opende de deur en wij waren in de donkere hal, die alleen ver licht werd door een schijnsel van kaarslicht uit dé eetkamer. Hij bleef weer staan en luisterde en liep toen over den drempel. Er brandde een ge weldig vuur in den haard en er ston den zes brandende kaarsen op de ta fel in het midden en daar aan zaten mijn oom Jason en de heer Lawton, bezig met het nakijken van mijn va- der's papieren. „Ha!" riep Lawton uit, terwijl hij overeind sprong en mijn vader strak aankeek. „Daar ben je dus, Skelton eindelijk overgegeven". Hij zweeg en knikte en wreef zich in de handen. „Ja, warempel! Daar is het meisje en de jongen en de neger! Het was een idee van Sims om jullie op de boot te pakken. Hh is een slimme ke rel, Jason. Ik zei je wel dat liii een handige vent was". Mijn vader zuchtte een beetje treu rig. „Dat was hij zeker", stemde hij toe. Mijn oom keek hem met een breeden glimlach aan en er was een uitdruk king in zijn oogen, die niet bepaald aangenaam was. „Daar ben je dus, George!" riep liii uit, en zijn stem scheen le trillen vau opwinding. De hemel moge jc bijstaan maar ik zal het niet doen, neen, en je zoon ook niet, en liet meisje ook niet". „Zóó?" zei mijn vader. „Ga verder, Jason. Ik was vergeten dat je amu sant was ot is het een van je nieuw ste deugden?" Er kwam een rimpel tusschen de oogen van mijn oom en zijn gezicht werd nog een beetje rooder. „Dus je bent nog altijd joviaal", zei hij. ,,lk bewonder je, George. Ja, ik bewonder je, want je weet natuurlijk wel wat er met je gaat gebeuren, Geor ge, en met je zoon ook. Misschien zal die grijns van je wel verdwijnen als een Fransch vuurpeleton je tegen een muur zet". Mijn vader verschikte iets aan het verband aan zijn arm en g'imlachtö maar zijn oogen schitterden en hadden een vreemde, glazige uitdruk- king. „Dus jc bent vastbesloten om mij naar Frankrijk te sturen, Jason?" vroeg hij lcalm. „Dat dacht ik in het begin at. 11c uist, dat je altijd een wrok koesterde tegen mi; na onzen kleinen twist, toen ik je onióekle, ter wijl je bezig was den brief, dien ik aan Aiken zond, te veivalscben -r- vat zeg ik? te lezen._ Val zag }e toen bleek, jij' listige schurk Hij zweeg en deed een stap in zijn richimm Hij was ec-n andere man ge- worden, toen hij doorging. Het scheen alsof z.i j t zeirbehee; vunng hein .begaf, alsof lnj zijn gevoelens mei langer onderdrukken kon. Zijn wan-| gen waren dof rood géwordén cn zag er uit alsof hij koorts had. Hij beefde over zyn heeie lichaam, tril lend door een entroering, die ik niet begreep. Zijn stem werd scherp en hard zijn woerden drRiig en triom fantelijk. „Bijna zoo lilec-k als toen je mij uit daagde om die ellendige zakken met bont te laten zien. Weet je het nog, Jason? Het feest hier in clit huis de muziek de bloemen? O, ze wa ren er allemaal bij! £11 ik had na tuurlijk het zaagsel -op üv boot ge bracht. Jij kon het bewijzen en jij ook, Lawton, weet je nog wel? En je kon er een eed op doen, en je kon er ook een eed op doen, dat ik je al eens eerder bedrogen had, dat ik geld van je had weggenomen, dat je met kaarten had gewonnen. En jc betrap te mij. Je stelle den boosdoener aan du ïcaak cn trók het zwaard der ge- lechtigheid Lawton stond half op uil zijn stoel, „Zwijg, Schelton!" snauwde hij, anders laat ik je éen prop m den mond duwen". Mijn vader balde "de vuisten, haal de diep adem en de scherpe klank verdween uit zijn stem. „O, Lawton, Lawton". zei hij. „Waarom moet je toch a.tijil 200 dril-' t:g zijn? Kun je nooit kaiui zin:, maar altiju ruw, altijd de ruwe diamant mei den scherpen kant? Neen, je zult. mij geen prop iu den mond Jaten du-| wen, Lawton. „En jij wilt me dus naar Frankrijk sturen, Jason, en mijn zoon ook, als misdadigers aan het gerecht overie veren. Het pleit voor je, dat je aan liet gerecht denkt, Jason. Maar je moet mij eens iets vertellen. Is het, omdat je mij haat, of omdat jc het geld van mijn vrouw begeert? Vertel me dat eens, Jason ik heb er al dikwijls over nagedacht". Het gezicht van mijn oom werd ook vuurrood; de aderen zwollen op zijn slapen. Ifij trachtte te spreken, maar de woorden stikten hem in de kc-e.'. „Sinis" schreeuwde Lawton. „Sims! Breng hem wegNeem hem mee Mijn vader keek naar het plafond en zuchtte, „O Lawton", zei hij, „is het moge lijk, clat je dat niet wist? Heb je het niet begrepen Die arme *>ims is dood, Lawton; bij was u?n dapper man, maar niet erg sUrn Het was vanavond te veel voor hen;. rek het je niet zoo aan, man! V'o moeten allemaal sterven, jij ook. Je behoorde mij toch beter te kennen, Lawton. Je had toch wel kunnen weten, dat ik mij nooit gevangen zou laten nemen". „Wat!" riep Lawton uit. „Verbeeld? jc- je dun soin;. dat jc iil niet gevuiï geri bent Wat dan Mijn vader zuchtte weeien zweeg. -ot hij van het oogenbl;.; genieten vilde. „Ik ben manr een hij, „een arme zwakke kruik, die al le vaak tc water is gega.vn. Een arme man met een slechte reputatie, die achtervolgd is door spionnen van Frankrijk en bedreigd in zijn eigen huis, maar die er in geslaagd Is to ontsnappen....' en z,»i riem v.-erd weer hard en scherp. „Neem Meneer Lawton z:jn pistool af, Ned". liet was een oogcnblis *;il m de ka mer, terwijl mijn vader, die een beet je meer vooruit stond dan w.j, mijn com recht in do oogen Kfek. „Achterna gezeten door spionnen", zei hij, „vervolgd en opgejaagd. Ik heb cr eens over nageüaem, Jason. 'ioen ik vanavond hier heen liep, peinsde ik nog en waarover, denk je Over jou, Juson, jou en Law ion. En terwijl ik over jullie dacht, kwam ik onwillekeurig ff: peinzen over heilige dingen,- cn toen kwam ik op eoü punt dén uit den Bijbel. Wil je ze eens hoeren?" Mijn vader zweeg, .in een plooi in zijn jas g!ad ;e strijken en loc-n werd zijn stern plectitig en w-ir.;.leruf en hij sprak dc woorden zeer nauwkeurig uit. „Alles", zei mijn vader, „heeft een bestemden tijd en alle voornemen on der den lieinel heeft zijnen tijd. Daar is ec-n tijd 0111 geboren te worden en .een tijd om te sterven", j Ilij zwoeg, lang genoeg oni van den een naar den ander te Krukken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5