Iotissschen was Mallarv naast Tar „Ik zou u wel even willen spreken, meneer Tardew", zei hij op zaclitcu vriendclijken toon. Deze woorden hadden een opmerke lijk effect op Tardew. Ze schenen hem heelcinaal op te wekken. Zijn on rust scheen verdwenen. In oen oogen ic lik was hij even kalm eu zich zelf meester als zijn motgezel. Hij keek Mallary recht in hot gezicht en glim lach tv „Wel. graag", zei hij. „In een pen sion behoeft men niet zoo stijf te zijn. Ik vind het prettig, wat met u te praten". „Laten wc dan naar buiten gaan". „Waarom naar buiten liet is hier lekker warm cn gezellig „Wat ik u te zeggen heb, is van particulieren aard, nieuee,. Tardew"'. „Nu, dut küukt wel c-en beetje ge heimzinnig, meneer -allaiy! Ik her inner mij niet ooit het genoegen te hebben gehad, u tq ontmoeten, hoe kunnen cr dan particuliere zaken lus senen ons bestaan V' Mallary's scherpe* oogeu koken fel ler dan ooit. „Of wc elkaar al eerder ontmoet hebben, dat weet ik niet zeker, maar wat ik wel zeker "reet is, det ik u al leen wil spreken. Wilt u mij het ge noegen doen, mee naar buiten te gaan i Wat ik u te zeggen heb, zal niet veel tijd nemen. Zijn woorden waren eenvoudig ge noeg, maar cr w'as op zijn gezicht een vastberadenheid te lezen, die niet verkeerd begrepen kon worden. Hier keek Tardew hom reclit in de oogen. Kr was een oogenblik stilte. Toen ging Mallary's hand cvei. in den zak van zijn jas. Tardew lachte. „O, als u mij werkelijk alleen wilt spreken, dan wil ik natuurlijk wel met u meegaan" zei hij kalm. Mallary had het lioofd naar voren om op te staan. Op dat oogenblik gaf Tardew hem met rijn rechterhand zoo'n kaakslag, dat de lange man ach terover op het karpet tuimelde. ltijna gelijkertijd was Tardew bij de deur, cn even later was hij verdwenen. In de kamer was direct groote ver warring. Do vier bridge-spclers spron gen op, waardoor alle kaarten over den gond vielen. De vreemde jonge man gaf een schreeuw, het slapwan- gige meisje gilde schril, waardoor haar moeder ontwaakte, die het bij na op haar zenuwen kreeg. Juffrouw Kenuieson strompelde heen en weer en wrong wanhopig do han den. Juffrouw Carle liep opgewondon van haar eenen gast naar den anderen om ze te bedaren, maar maakte ze allen nog meer van streek. OndertuEschcn was Mallary, die nog zichLbc;:!- duizelde van deu slag, dien hij gekregen had, opgestaan cn naar de deur gewankeld, llij greep den knop, draaide, wrong, en draaide weer, maar de deur bleef gesloten „We zijn opgesloten l:' slootte hij woedend uit, toen liep hij vlug naar de electrische bel, en belde uit alle ma ebt. Binnen een paar minuten werd de knop van buitcu omgedraaid cn Mal lary schrecuwdo tegen den bediende, dat hij dc deur open moest maken, den sleutel omdraaien, zoo vlug moge- !:jkOngelukkigerwijze kon dat niet, omdat, zooals ds knecht van buiten af riep, er peen sleutel te zien was- Maar Mallary had zich nu geheel en al hersteld. Hij sprak op vluggen, ge biedende!: toon door de deur. „Loop direct naar den eersten den besten politic agent, dien je ziet, Zeg, dat je van den detective Mallary komt vun Scotland Yard, en dat dc juweelendicf nog geen vijf minuten geleden dit huis verlaten heeft;. Laat hij direct Scotland Yard opbellen en dit vertellen. Ga nu gauw, verlies geen tijd!" Hij wendde zich tot de verbaasde buu rders. „Wij moeten deze deur openbre ken". zei hij. „Wilt u mij helpen, hoe ren 7" Twee van dc bridgespelors cn de jonge vreemdeling waren direct be reid en binnen het kwartier luidden zij een doorgang gemaakt- Do detec tive verdween nis de wind. Do huur ders verdeelden zich in groepen en begonnen opgewonden de" vreemde zaak te bespreken. Juffrouw Fennieson strompelde naar beneden, liep de hal door, deed de buitendeur open en keek naar bui ten- Op straat was alles rustig. Juffrouw Fennieson deed do deur achter zich dicht en. liep naar ec-n brievenbus, die een eindje van het huis afstond. Uit haar zak had ze een brief gehaald, die ze duidelijk zichtbaar in haar hand droog. Dicht bij do brievenbus liep ccn zij weg. Toen juffrouw Fennieson bij de bus was, kwam een gTootc donkere auto aanrijden. Direct tikte zo met haar stok bard op het plaveisel. De wagen kwam dichterbij en juffrouw Fennieson liep naar den bestuurder. „Wil je mij even helpen, chauffeur 1' .vroeg zij. En zonder antwoord af te wachten, stapte zo in don auto. Twintig minuten later kwam een oudachtige dame met een sohut van wit baar in een rustig huis in het' Noordelijk deel van Londen aan. Toch zij dc kamer binnentrad, keek een vermoeide jonge man, die bij het vuur zat., op. .,Kn 7" vroeg hij. Juffrouw Fennieson kneep even haar linkeroog dicht, toen liet. zo zich in den eersten den besten stoel neerval len- „Waarom was Ikcy vanmorgen niet op de afgesproken plaats 7" vroeg zij nijdig. „Hij is vannacht geknipt ant woordde do jonge man kortaf. „Hij bad een lieeleboct gestolen goed bij zich." „Is cr niet iemand anders om de diamanten in ontvangst te nemen!" „Ja, maar waar is Bobby? En hoe is het gegaanV' „Hij zal zoo hier zijn. Hij deed het niet kwaad. Hij heeft mij dc geschie denis in handen gespeeld, zonder argwaan te wekken, maar ik kon na tuurlijk de boel niet kwijtraken nu Ikey geknipt is. Scotland Yard had ocnig spoor,' en Mallary zat toevallig naast mij aan tafel vanmiddag. Je had Bobby moeten zien kijken naar Mallary cn mij, toen ik met de diamanten in mijn blouse gezellig zat te keuvelen met den detectiveHallo, daar is Bobby!" Dc deur ging open en Tardew trad binnen. Juffrouw Fennieson sprong met vreemde vlugheid op. Toen frommelde ze wat aan haar haar, cn daar viel een mooie —itte pruik op den grond en het gezicht bleek dat van een jongen man te zijn. „Ik ga mij even wat opfrisschen/h zei hij. „O wacht, hier is nog een kleinigheidje Hij legde iets op de tafel- Het was een lederen juweelenkistje met de ge .stolen juweelen van den lieer Moses Levistein. „Ik feliciteer je, Billy!" riep Tar dew uit. „Ja- had tooneelspeler moe ten worden „Dat beu ik ook eens geweest", zei „juffrouw'' Fennieson. Sportpraatje Haarlem--R. C. H. Zoo zoetjes-aam zouden wc haast, eaan vergeten, dat er nog competitie wedstrijden gespeeld moeien worden. Nog elf wedstrijden zullen in de eerste klasse onze aandacht vragen en daar zijn heel belangrijke bij. Yoor morgen staan er drie op het program ma. waarvan twee van heel grooce be- teeketlis ziin, namelijk HaarlemR. C. 11. en SpartaU. V. V. Vooral de eerste. Haar.entR. C. H. Zoowel publiek als spelers kijken nu reeds veie weken met groote span ning nsar dezen wedstriid uit. omdat djai zooveel van afhangt. Wint R. C. 11.. dan is zii vriiwel zeker kampioen van het WestenBlauw Wit zou min stens twee abnormaal groote over winningen moeten halen om een be ter doelgemiddelde dan dat van R. C. H. te verkrijgen. In dat verband valt lvct werkelijk te betreuren, dat Blauw wit morgen geen competitiewedstrijd kan spelen. Dit zal. wanneer de Ra cing eventueel van Haarlem goAvou- ncn hc-cft. storend od de feestelijke stemming in het Wauw-zwarte kamp werken. In ieder geval kan de lcam- pioensvlne nog niet definitief worden uitgestoken Maar.... IV. C. H. hééft nog niet van Haarlem gewonnen! De roodbroeken zijn er óók nogZii zitr-en nog steeds in di' gevaarlijke z-'ne en kunnen now best één of twee puntjes gebruiken om definitief in veiligheid te zijn. Ter vergelijking drukken we hier nog eens het raaigdiistie van de Westelijke eer- site klasse af d c 0. K g j3 y 60 S "8 R. C. 1L 21 8 U 2 27 37—21 Blauw Wil 20 10 5 5 =5 3829 Feijenoord 22 10 5 7 =5 47—33 H. B. S. 19 8 b 5 22 23—21 Ajax 20 9 4 7 22 30—24 H. V. V. 22 9 4 7 «9 34—45 Haarlem 19 S 2 9 iS 41—44 V. O. C. 20 7 4 9 iS 35—54 Sparta 21 7 4 10 iS 23—34 D. F. C. 19 S 10 '7 35—35 Quick 20 5 7 S '7 U. V. V. 10 4 6 9 '4 iS—32 Nu zullen veleu ze gge „die twee puntjes kan Haarlem wel op 11'. B. S. veroveren!" Afgezien nog van het feit, -dat het nog lang niet zeker is. dat de ioodj- broeken één van de tweo wedstrijden iegen H. B. S. winnen. bestaat er voor hen ook nog een andere réden, om morgen tegen R- C. IL alle krach ten in te spannen, namelijk dc op 8 October geleden 61-nederlang aan den Middenweg, die geen enkele rooc- broek vergeten heeft en die Haarlem ten koste v.nn alles wreken, wil. Alles bii elkaar genomen.*is de mo gelijkheid niet uitgesloten, dat mor genmiddag op het terrein aan den Schoterweg de spannendste cn, Juten we hopenook de mooiste weiMrijd van het seizoen gespeeld wordt. De partijen zijn volkomen van het gewicht, dezer ontmoeting doardron- gende verschillende spelers hebben mcï een peloton wielrijders, bestaande uit huzaren on vrijwillige laudsïormers, de opdracht, rijden van Rïel langs 'ten kortsten weg naar den landweg Nieuw koopGorp en verder binnendoor naar Bsbeck, om de rechterflank van do bri gade te dekken. De weg liep vlak bij de grens. Het was zoo donker, dat ovor 't stuur vam ons rijwiol den grond niet te onderscheiden was on een schildwacht van een grenspost mij niet wilde laten passcc- ren, omdat hij onze uniform niet kon zien. Onder „weg" versta men een voet pad hier cn daar van mul zand en ont staan uit een karspoor, dus ingezonken, tusschen een paar walletjes van een deci meter hoogte. Mijn peloton bewoog zich onder de omstandigheden in een colonne ik weet niet hoe lang met éénen langs dat pad, onder voortdurend oponthoud, ver oorzaakt door het over elkander vallen van drie vier mannen tegelijk. Van iets opmerken in de omgeving geen Dan de hooggeroemde gcruiscli loosheid Bij een overval onder die omstandighe den had geen enkele commandant met eenigo mogelijkheid iets kunnen doen om de troep in de hand la krijgen. Twoo man vijand hadden een 'uopelooze verwarring 'kunnen stichten, zonder ik in staat ge weest zou zijn, een behoorlijk rapport te zenden aan mijn opdrachtgever. Ware er al een to berijden wog naar het Noorden, dan zou die door de duisternis niet te vinden zijn geweesl.Met hel rijwiel aan de hand door de duisternis over de hel gaat dat zoeken evenmin en zonder rijwiel te voet le langzaam. De beveiliging op die wijze was dus geen beveiliging. N'a een geruimcn tijd gcTcdcn to heb ben, kwamen wij aan een punt, waar cms pad zich als het ware waaiervormig uit spreidde en wij voor de keus stonden, wat nu te doen. Geen enkele kaart is zoo bij, dat alle voetpaadjes, waarvan cr zich elk jaar nieuwe vormen, daarop vermeld staan. Ik was gedwongen een keus te doou uit die paadjes en koos het zuide lijkste op een na. Hot zuidelijkste durfde ik vanwege de nabijheid van do grens niet te nemen. Die keus was verkeerd: ik had het meest zuidelijke moeien nemen en na verloop van tijd bemerkte ik, dal hel slingerende j>ad een hoofdrichting had, dat mij uit den koers bracht. Gelukkig begon do dag door te breken, cn kon ik wat van de omgeving zien. Ik zat midden tusschen een heide-ontginning. De richting, die ik volgen moest, ging daar dwars door hen en een paadje ont brak. Ik was gedwongen met het rijwiel aan de hand dwars door die ontginning to maroheeren. Wat dal beleekent, kan men alleen weten, als men het beproefd hoeft. In ieder geval ging het niet vlug. Toon ik in de buurt van Hilvarenbeek was, was de brigade er reeds. Voor dezen tocht deugden de wielrijders Vermoedelijk zal de eert of andere tegen stander er den nadruk op leggen, dat ik schijnbaar verdwaald was. Dat kan ik al leen accep'eeren van iemand, die onder •lie omstandigheden een dergelijke» tocht gemaakt heeft cn liet doet overigens aan mijn betoog niet veel af. Men kan met wielrijders niet alles doen. wat noodig is. Indien men oen peloton cavalerie geno men had, zou dit opgesloten, gemakkelijk langs al die paadjes en bij liet aanbreken van den dag lijnrecht op het. compns door hot terrein hebben kunnen rijden. Door de gesloten formatie was die troep een een heid, waar wat mee te dóen viel cn door het lijnrecht (rijden op compas. had men op tijd kunnen aankomen, waar de oom- mandant van de brigade op rekende. Ik kom tot de slotsom, dat onder bepaalde omstandigheden, waarvan de keuze niet aan ons zal staar, de cavalerie niet is te Binnenland DE AANSLUITING VAN HET LAGER- BIJ HET MIDDELBAAR ONDERWIJS. Op de vragen van de.n Jieer Albania betreffende het bevorderen van ccn lie- hoorlijko aansluiting van bet lager bij het middelbaar onderwijs heeft de minis, ter van Onderwijs o.m. geantwoord Het is den minister bekend, dat in de laatste jaren de aansluiting tusschen het lager en het middelbaar onderwijs niet in elk opzicht goed werkt. Dit is te wijten aan verschillende oor zaken, onder welke de overgangstoestan den op het gebied van het onderwijs van het Fransch cr een is. Moeilijkheden, uil deren laatste» toestand voortvloeiende, worden zooveel mogelijk uit den weg geruimd door in dc eerste klasse dei H. B. S., waar dit noodig blijkt, aan de leerlingen, die zonder kennis van het Fransch op school komen, één of twee lesuren jfer week meer te geven, dan aan de overige leerlingen. Het blijkt dan ook reeds, dat door onderlinge samenwerking een goede aaneensluiting van lager- en middclbaai onderwijs kan worden verkregen en dc minister vertrouwt, dat dit geleidelijk overal zal geschieden. De minister is op bevordering van die betere aansluiting bedacht, llij moge in dit verband wijzen op zijn rondschrij ven aan dc inspecteurs van het lager onderwijs, d.d. 27 l-ebruari afd. M. O. Het treffen van overgangsbepalingen in zake het aantal lesuren in het Fransch is den directeuren van hoogere burgerscholen, onder goedkeuring van den minister, toegestaan tot liet einde van den cursus 19231924. Dit tijdstip is gekozen in verband tnct den termijn van vijf j'aren, vermeld ia art. 193, eerste lid, der Lager-onderwrijs-. wet 1920, welke termijn dus ultimo De cember 19=4 ten einde loopt. Aangezien derhalve nog in 1024 leer lingen toegang kunnen verkrijgen tot dc II. B. S.. die reeds op de lagere school onderwijs in het Fransch genoten, is er, naar de mccning van den minister, geen aanleiding om de bedoelde overgangs bepaling in bet Koninklijk besluit vaa 16 Juni 19=0 tc wijzigen. EEN CESCHENK VOOR DE KONINCIN. De „Nwe Vrstl." was in de gelegen heid het thans bijna voltooide kunstwerk le zien, door R. T. Wreksodiningr.it in opdracht van den Soenau gemaakt, be stemd voor dc Koningin ter gelegenheid van haar rcgccrjubileum. Hel bljd zou het noemen een bureau- ministre. met kast en loketten er boven, het geheel gekroond met lofwerk. Het lofwerk boven is ontleend aan dc „mini bar" of preekstoel van de inisljid. Ilier zat de bedoeling voor bij bet uitspre ken van zijn preek heeft de spreker al zijn gedachten samengetrokken op het onderwerp dat hij voordraagt. Moge de Koningin met dezelfde kracht hare ge dachten vercenigen op de zaak, die hare liooge aandacht vraagt, als zij later aan die schrijftafel zit. Er zijn vijf houtsoorten gebruikt voor de samenstelling van het werk. Op het tafelblad en rand ziet men de batik-mo- rieven sido moekti en sido loehoer. Sido beleekent slagen, deelachtig worden, Moekti, geluk, zegen, heerlijkheid. Loe hoer hoogheid, macht, aanzien. Als later dc vorstin aan die tafel zit, ziet zij vlak voor zich het wapen van den Kraton, cn daarboven het Ne- derlandscbo wapen. De stoel is van donker sonohout, even eens geheel bewerkt, de leuning en zit ting worden vervaardigd van zilver en goud. Het inktstel van gedreven zilver, is ook naar de „mimbar" vervaardigd. EEN APPEL/DIE VER VAN DEN BOOM VIEL. Het „Tydschi. v. Arm wezen. Maatsch. Hulp cn Kjimcrbcscher- ming" verhaalt uit bet „Bulletin de la Protection de I'Enfance" van Scpt, 1922 het volgende In een op 23 Juli 1922 te Brussel ge houden buitengewone vereenigde verga dering van loden der door den Belgi schen koning ingestelde Commissie voor Kinderbescherming, van den Bond van Belgische Kinderrechters en van den Bond van Belgische Vrederechters, wel ke vergadering ook door den Belgischen Minister van Justitie Masson werd bij gewoond, deelde de heer Silvcrcruys, die reeds sedert vele jaren in verschillende rechterlijke betrekkingen een steunpi laar van de zaak der Kinderbescher ming is cn die thans de hooge betrek king bekleedt van lid van het Hof vat» Cassatie te Brussel, een ueffend voor beeld, mede van zelfopoffering van een uitbesteden minderjarige, wiens oudeis wegens wangedrag van dc ouderlijke macht ontzet waren. Do jongen was ter verdere opvoeding geplaatst in het gezin van een smid in Vlaanderen, die hem tevens voor het smidsvak zou bokwamen, I-lij werd als een eigen kind in het gezin opgenomen. Zijn pleogouders noemde hij vader en moeder, hun eenig kind zijn ouderen broeder. Ilij was op weg tot ccn flink werkman op te groeien, toen de groote oorlog uitbrak. Bijna geheel Vlaanderen werd door de Duit- schers bezet, ook het dorp, waarin de pleegouders woonden. Een door de Duït- schers uitgevaardigd bevel, waarbij aan eenige duizenden, ionge Belgische werk lieden werd aangezegd, dat zij zich on verwijld ter beschikking van de Duit- sche Regeeiing moesten stellen, tenein de in dc Duitsche munitiefabrieken en. smederijen dc plaatsen te gaan innemen, ledig gevallen doordat^ de valide Duit sche jonge mannen bijna allen onder de wapenen waren geroepen, bracht groote verslagenheid in het gezin van den smid. omdat de eenige zoon ook tot de opgcroepenen behoorde. Toen trad 'net pleegkind op de aioedei toe en rei „Moeder, ik weet, dat gij van mij houdt, doch ook, dat gij norr meer gehecht zijt aan uw eigen zoon, vergun mij zijn plaats in ie nemen en voor hem in Duitsche ballingschap te gaan?" En zoo geschiedde, doch hij kwam niet levend meer terug, hij bezweek, al léén in den vreemde. Toen zijn stoffelijk overschot tciugge- bracht werd naar zijn laatste woonplaats in België, kwam de geheelc bevolking van het dorp ter begrafenis van den jon gen held op cn deelde in de aandoening en in de smart der brave pleegouders, geen oog bleef er droog. Dc cenigcn, die zich niet lieten zien, waren de ontzette ouders! HET MIDDEN-DAMTERREIX TE AMSTERDAM. Naar het Hbld. ver neemt is cenigen tijd geleden door dc hotelcombinaiie aan B. en IV. een gewij zigd voorstel ingediend, dat ten doel heeft hel risico dat het vorige voorstel voor dc gemeente met zich bracht, ge heel op te heffen. De holeleombinatie heeft n.l. betaling van een zeer aan zienlijk bedrag in contanten aan de ge meente aangeboden in plaats van de 900.000 pref. aandeden in de op te richten hotelmaatscliappij,- als contra prestatie tegenover de door de gemeen te te verleencn erfpacht voor 123 jaren. een moordenaar geworden. Wat een dwans was ik om u hier te laten blij ven!" „Wat is cr gebeurd wat batce- kent dit?" vroeg luj. „De zoo heeft ons ingesloten. Tel kens als er v)c?d is wordt de gehei me gnnu overstroomd, en dat is nu ook gebeurd. Wij kunnen niet meer terug". „En hier - komt de vloed ook hier?" vroeg Lord Alceston, N'eillson wees op den natten boven wand. „Dit hce'e hol loopt .onder", ant woordde hij bitter. Lord Alceston rende naar buiten. De groote golven kwanten al lot op een paar meter afstand van den ingang van het hol on het schuim spatte hem io> het gezicht. Aan weerszijden sta ken de rotsen een eind de zee in en nergens was uan de steile, rechte kan ten, glinsterend van het vocht, kans om er tegenop te klimmen, zelfs geen meter hoog. Terwijl hij daar wanho- jii? om zich heen keek kwam cr een groote golf uit de opening vun het hol en stroomde over zijn voeten. Druipnat en buiten adem wankelde N'eillson naar buiten. Hij snikte. „Mylord. mylord!" riep hij uit, „ik heb 11 hier gebracht en nu moot u Sterven. Vergeef niii!" Lord Alceston was bleek geworden cn cr was cm» treurige uitdrukking 111 zijn oogon gekomen. Maar bang was hij niet. Hij was een wijsgeer en een Christen en een opgewekte jonge En- gelschman. die een diepe minachting had voor alles wat op angst leek. De dood stond hem nu voor oogen, maar hij raakte zijn evenwicht niet kwijt. Als cr nog hoop geweest was als er aan deu afloojp nog viel to twijfe len dan zou hij misschien opgewon den geweest ziin. Maar onder deze omstandigheden was hij heel kalm. „Het heeft met jou uie(<3 te ma ken, Neillson", zei hij rustig. „Het is moeilijk, maar ik ben niet bang om te sterven Er kwam Oen soort van doffe gela tenheid over de beide mannen. Zc stonden uu tot ann hun knieën in het v.reedc, groene water, dat om hen heen stroomde, steeds hooger en met strakken blik kekeu zo over de zee heen. Na een poosje zei Lord Al- eesten. „Ais het water tot aan mijn hals komt. Neillson, ga ik zwemmen. Het dom list daar zeker in het westen, achter die uitstekende rotsen?" „Ju", antwoordde Neillson met ver stikte stem, „maar u kunt niet door de branding heen komen". Lord Alceston keek naar de lange reeks van woeste, schuimige golven, en zuchtte. „Dat denk ik ook niet", zei hij. „Maar het is hard 0111 tc sterven zon- gcauclit irctraiud en staan in alle op zichten klaar voor den strijd. Het kan ziin. «Int ze de eersto vijf nimuten wat lust van de zenuwen zullen hebben, maar ziin ze daar eenmaal overheen, dan wordt er daar kan men zeker van wezen met groot enthousiasme gestreden tot de laatstu minuut! Dor efiwocmte getrouw zullen we peen uitsla,? voorspellen, om dc dood-.efinvoudige reden dat die bij een plaatselijke ontmoeting niet te voor spollen is. Dc tweede belaiigriiko wedstrijd is. zooals we reeds schreven. Sparta U. V. V. Wanneer Sparta, dezen wed strijd wint en daar houden wij liet op dan heef', ze twintig punten en is dus vrij zeker in veiligheid. De derde wedstrijd, die ,<d liet pro gramma staal, H. B. S.D. F. C., wordt niet gespeeld, omdat beide par tijen een goeden speler naar Amster dam moeten zenden voor den wed strijd ZwaluwenErngelsche Corin thians lp dü Ovorgangs klasse komen we hu ook spoedig te weten, wie de twee de plaats zal bezetten, want beide pretendenten komen in het 9t.riidpcrk Stormvogels ontvangen Spartaan, die waarschijnlijk met ccn overwinning «oor de LTmuidenaren eindig*,, cn Excelsior gaat, naar Hilversum, wel ke laatste on eigen veld geducht van xich af zal bijten. ïlBcMszaksn GERAFFINEERDE OPLICHTERS. Het persbureau Vas Diaz meldt ons uil Amsterdam: Begin Januari van dit jaar stond er in een van de Amslerdamsche dagbladen een advertentie, waarin iemand, in hot bezit van f 2000 gevraagd werd, om zich te interesseeren in een zaak. De heer hier ter stede schreef op do advcrtenlis en omgaand ontving luj antwoord van een zekeren W, de G., die hem om een onderhoud verzocht. De heer F. antwoordde, dat liij Zondagmorgen in eafó ..Suisse" zou zijn. llij was er ook p-v-n! maar Do G. kwam siict opdagen. Den r-lgenden avond ochter kwam hij hij be:n aan huis. Daar deelde De G. mede, dat hij uitstekende zaken met Dultschland dreef, die hij wilde uitbrei den. En daarvoor had hij ongeveer f 2CCO noodig. Hij vroeg den heer F., of hij zich mot dit bedrag voor die zaken wilde inte ressewen. De heer F. zeidc, dat hij niet dadelijk kon beslissen en sprak af, De G. den volgenden dag in hotel „Do Roode Leeuw", waar hij logeerdo tc zullen ont moeten. Dinsdagmiddag had die ontmoeting plaats en toen deelde Do G. mede, dat li ij een drietal vaten clandestiene alcohol ie zrunen 900 L. te koop wist, waarvoor hij' ook een afnemer wist. Er was een flink winstje lo maken, geheel zonder risico. Hij kon erhter niet koopen, omdat hij slechts de helft van dc koopsom bezat. Nog ongeveer f 2XO waren er noodig en als dc heer E. nu dit sommetje disponibel hadDe heer F. voelde wel wat voor dit zaakje. In tegenwoordigheid van hom, belde Do G. den afnemer op en niet hem werd afgesproken, dat do heer F. on Dc G. den volgenden dag oven bij hem zou den komen om te sprekon over den ver koop vnn don alcohol. En zoo gingen dan do mouwo compagnons deu volgenden middag naar het huis vnn den afnemer, die «cn zekere B. bleek te zijn, „chain- pagnemakee" vaa beroep was en in de Jac. van Lennepstraat woonde. Deze champagnemaker zeide wel alcohol te willen koopen, omdat hij cr weer een afne mer in Utrecht voor wis*.. Hij vroeg daar- De G. stelde zich tooit daaelijk in ver binding met den verkooper van de alco hol, die den volgenden dag in café „Schil ler" re vinden zou zijn. Daar waren ook De G. cn de heer F. tegenwoordig. De verkooper bleek een zekere M. te zijn en Belg van geboorte. Hij overhandigde den lieer F. een monster uit ccn der vaten en zeide, dat do verkoopsprijs f 4.25 per L. was. Met het monster begaven Do G. en de lieer F. zich onmiddellijk naar B., die hot onderzocht, nij vond het goed, maar zside uit ieder vat gaarno ccn monster te willen nebben. Daarom begaven de oom pactions zich weer naar „Schiller", waar zc M. heel toevallig nog aantroffen. Mei z'n drieën gingen zo naar de Jan Han fonslraat, waar de vaten moc-sten zijn. Voor een karreloods daar in de straat la gen ecu tweetal vaten cu M. zeide, dat het rlerde vat dadelijk gebracht zou worden. Werkelijk werd even later door iemand, die zich voordeed als do knecht van Mul ler, het derde vat gebracht. Deze knecht trok uit alle vaten oen monster. Met dezo monsters gingen De G. cn de heer F. naar B., die zeide de drie vaten alcohol tc wiilon koopen a f 4.E0 zonder vervoer per L. en f 5 per L. met vervoer. Deze koup werd gesloten. Daarna werd met M. onderhandeld, dio do alcohol voor f 4.25 per L. verkocht. Den heer F. cn De G. »wcrd verzocht den volgenden middag met do koopsom aanwezig to zijn in de Jan ILinsenstraat, bij <lo vaten. Op den afgesproken tijd waren daar de 1NCEZONDEN MEDEDEELINGEN A 60 cents por regel. SS EO E3 Kü3 C33 ESI £32 Merk „Vossokop In ster" du beste verf om Kleeren, Blouses, Gordijnen, enz. zelf te verven. E33 Ol LL2 A3 LSI C2 LZ5S der een poging tot redding te doen. ik znl bet p»*obeeren. Luister naar mij Neillson. Binnen een paar uur zullen wij beiden in een andere wetehl ziin. Ik verwijt je niets, denk daar aan, maar je weet dat liet door jou komt dat we in deze positie geraakt zijn. „Ik weet het", kreunde Neillson. Lord Alceston legde vriendschappe lijk zijn hand op zijn schouder. „Ik verwijt het je niet, Neillson. Je bent bier heen gevlucht zonder er bij to denken, dat weet ik wel. Ik zeg het alleeu maar, omdat ik je om een gunst wil verzoeken". „U wilt dat ik het u vertel „Ja, ik zou rustiger kunnen sterven, als ik het wist". „Laten wij wat hooger gaan, my lord- Het zal mij een paar minuten kosten om u alles te '.ettellen en als wij op die ifds klimmen, hebben wi nner lijd". toni Alceston, die veel sterker was dan do aJl'icr, klem vlusr 'H' d«; rots. roer» bukte hij zi:h, trok NeilUcn m.ar boven .-11 waetitte geduldig tot deze weor writ hijgïkotueri was. Daar st inden ze'in hot sombere stliemnlicht, met <U li i"-:e rotsen oyi «hen heen en de krijfrrhCnde zeemeeu wen hoven hun hoofden, terwijl on- clcr hen .'ie wroude. hongerige z-:o steog - - steeds hooger en hooger. Lord Alceston merkt.' dat N'eillson rilde van koude cn op vinding en hij lieer F.. De G. cn M. Dc hec-r F. gaf aan M. i 1545 zijn doel in <1« koopsom, ter wijl Do G. met een postchëque van ecu zelfde bedrag, betaalde. Do G. zou bij de vaten blijven terwijl do heer F. naar R. ging om te vragen, of hij de vaten kon laten brengen. Maar deze vond het nl te laat cn te donker om do vaten in ont vangst to nemen. Den volgenden morgen moesten ze dan maar gebracht, worden. En den volgenden morgen hield De G. weer' do wacht bij do vaten cn ging de lieer F. wo«r naar de „champagnemakerij" van R.. maar R. was niet aanwezig. Do lieer F. r-chttc, maar wie kwam, niet B. De lieer F. begon wat ongerust te wor den cn hij ging naar de Jan IIansenstra.it Het was voor hen» ccn geruststelling, dat raja compagnon nog rustig bij dc vaten do wacht hield. Op raad van Do G. ging liij weer naar do Jac. Lcnnepstra.'-f. Hij vernam daar, dal B. ondèrtusschen liad "pgebehl, dnt llij even weg moest, maar om half tweo weer terug zou zijn. De hoer F. ging toen koffiedrinken en bcldo on- 'Icrtusfechen De G. oven op. Deze zeide, dat hij don toestand niet vertrouwde, om dat er eenigo commiezen van do accijns in do buurt waren. Om half tweo was B. werkelijk present, maar hij zeide, dat hij do oloohol niet in ontvangst kon nemen, omdat commiezen hem in de gaten hadden en in de nabijheid waren. Toen begon de heer F. argwaan te krij gen. dat er met dit zuakjo wel eens iet; n:ct in de haak kon zijn. Hij wachtte nog eonigen tijd en wendde zich toen lol de politie, die een onderzoek instelde. Aller eerst werden de vaten met alcohol onder zocht en.... toen bleek al dadelijk dat do lieer F. in nanden was gevallen van oen paar geraffineerde oplichters. Hij had voor zijn 1845 met alcohol, maar water gekocht. De vaten waren n.l. geheel met deze vloeistof gevuld. Alleen in het boom gat kwam een buis uit, waarin alcohol wast Zoodoende konden werkelijk mon sters alcohol gc'xokken worden. Ken verder onderzoek bracht aan liet licht, dat de vaten afkomstig waren 'van dó „cbampagnemakerij" van B.. waar ze ook me' water gevuld waren. Uit een on derzoek met foto's bleek, dal Do G. een vkcre S. was en. M. in werkelijkheid B. heette en M.'s knecht, die zoo vricude lijk monsters trok, eigenlijk naar don naam S. luisterde. Deze drie he exen wa ren welbekend bij de politie, vooral wegens overtredingen tan de alooholwet'. Toen zij in verband met deze zaak gezoek' werden, bleken ze naar het buitenland vertrokken Do politie vermoedde nu zeer terecht, dat deze drie toeristen en B. doorgesto ken kaart gespeeld hadden. De pseudo G. had dus de heer F. weten over te ha len de f 1845 als zijn deel ïm de koopsom voor do alcohol alias water ic betalen. Met z'n vieren zouden zo dan eerst de vaten „in orde" gemaakt hebben. Natuur lijk was daar ,.M." er daaciijk voor te vinden dc „alcohol" to verkoopen en wilde li. den voorraad graag koopen. Maar toeu er <loor den lieer F. eenmaal betaald was kwamen ineens commiqyn en kon B. na tuurlijk miet koopen. liet bleek ook, dat De G. mei een valsche postcheque aan „M." betaald had. Donderdag stond B. terecht voor de vierde Kamer der Rechtbank wegens mo dedaderschap in dezo werkelijk buitenge woon geraffineerde oplichterij. Bejel, zeide geheel te goeder trouw ge handeld te hebbon. Ook hij had niet an ders gedacht, dan dat in de vaten alco hol was. De voortvluchtige heeren kende lilj absoluut niet van vroeger. Hij had opdracht gekregen van een zijner princi- palen de atsohol te koopen. Wie die was 111 waar hij woonde wist hij echter niet. Ook kan beki. geen volledige opheldering geven, hoe het kwam, dat de vaten van hem afkomstig waren. De officier van justitie vroeg 7 maanden gevangenisstraf met aftrek van preven- .lieve hechtenis. Do verdediger, Mr. Brandt, pleitte vrijspraak. Leger en Vloot Militaire wielrijders of cavalerie? Bruikbaarheid van wielrijders De heer C. Plokhooy, kapt. van den Vrijw.' Landstorm, schrijft in het „Cava Icristisch Tijdschrift": „Zooveel ik kan volg ik den strijd oier het behouden of grootendeels afschaffen vnn de cavalerie üi ons leger. De tegen standers schermen geweldig met ons "pol derland en het gebruik van militaire wiel rijders. Znl straks, als het ongeluk mocht dienen, dat een onzer buren b.v. Zuid Limburg bezet, niets gedaan worden, om dat daar geen polderland is? Zullen wij liet zonder cavalerie af kunnen, als wij gedwongen zullen zijn in Brabant on Lim burg op te treden! Ik herinner mij een oefening in Noord-Brabant, ik meen in den zomer van 1915. Voorts dient gezegd, dat destijds do cavaleriebrigade twee es- cadrons wielrijders had. Men gaf den wielrijders altijd een kans oin te toon en, wal zij konden cn er werd uitgehaald, war t-r uit te halen viel. Ik mag beweren, dat pooit opdrachten gegeven zijn, om nan het licht ie brengen, waar de wielrijders ongeschikt waren, maar alleen proeven ge «lorn'on werden om to weten te komen, waartoe zij wel gebruikt konden worden. Oji een nnchtmaaseli van de cavalerie brigade van Riel uit vin Hilvarenbeek verder nnnr het Dosten, kreeg ik als lui tenant van den Vrijwilliger» landstorm sloeg zijn arm oni hein heen om hein wat te steunen. Toen hield hij zijn adem in en luisterde naar wat die blceke, bevende lippen hem over don moord op zijn vader vertelden. HOOFDSTUK XXIX. N e i 11 s 0 n 'b verhaal. „Laat ik u nog één kans geven, mylord", zei Neillson vlug. maar op zochten toon. „Laat ik u hier, met den dood voor oogen, zweren, bij al wat mij lief is, daLhet beter voor u zou zijn als ik het' geheim, mee Icon nemen in het graf dat ons wacht. U zult gemakkelijker kunnen sterven en ik ook". „Je hebt mij je woord gegeven, Neill son, en ik sta er op", klonk het ant woord. „Spreek. Ik wacht en dc tijd dringt". Hij begon dadelijk. Zijn stem was zwak cn gebroken van opwinding, maar in Lord Alceston's ooren klonk het ver uit boven liet geraas van de aanrollende golven en het knarsen 'van het grint en het pekrijsch van «le zeemeeuwen. Ilij hoorde niets dan dio zachte stem, die een onsamenhan gend verhaal vertelde. In die paar mi nuten, terwijl hij voor het laatst op de aarde neerkeek, scheen het alsof alles wat hem verteld werd, ieder feit en iedere gebeurtenis, duidelijker uit kwam en alsof hij beter kon begrij pen. En dit is het verhaal dat hij 'hoerde, Jn samenhangende zinnen gevat, zonder de pijnlijke rustpoozen die door Neillson's toestand werden veroorzaakt- „Vlak voor uw vader een reis op liet vasteland ging maken werd ik door middel van meneer Brudnell aan gesteld als zijn bediende. Hij was toen pas eenentwintig jaar, maar hij was een wees, zooals u weet, en zijn eigen baas. „Wij reisden op ons gemak cn ble ven nog het langst, in Parijs en in een dorp in do Zwitsersche bergen. Behalve om Parijs, gaf uw vader heel weinig om groote steden, en liet meerendeol van den tijd brachten we in kleine plaatsjes door. Bij toeval kwamen wc in een kleine badplaats aan de Franscbe kust, op korten af stand van Nice. Het beviel mijn moes ter daar wel, cu we namen voor eeni ge» tijd onze intrek in een hotel. „Daar, in iiet casino, ontmoette uw vader den graaf d'Angeville. Dc graaf was van goede familie en had prelti- go manieren. Ecu toevallige kennis making was de aanleiding tot groote intimiteit helaas! „Al. spoedig bracht uw vader een bezoek op de t llla van den pj'anf, Hot was een mooi huls, buiten do stad. plrachtig gelegen, vlak bij de kust. Dc graaf was een weduwnaar en had twee dochters. Laat "ik maar dadelijk zeggen dut bii ook een schurk en een speler was. „De dochters waren tweelingen, zo waren heel mooi en leken erg op el kaar. Van het oogenblik af. dut liij aan hen was voorgesteld was mijn meester veranderd. Al dien tijd dat. ik bij hem was, had ik hem ternau wernood tegen een vrouw zou pra ten, behalve wanneer liii u\- niet bui ten kon. En nu was hij als holooverd. Ilij was er voortdurend, reed cr paard of wandelde over do rotsen of reed met een van haar naar de stad. „Zii heetten Cécile en Mnrie. lit J>en er zeker van, dnt zc allebei verliefd op hern waren. Toentertijd wist ik nog niet welke van de twee hij den voorkeur gaf. Als hij bloemen cn ca deau* stliuirdc, zond hij ze gewoon lijk aan allebei, en hij werd niet va ker met de een gezien dan met dc ander. Natuurlijk werd er in dc stad het noodige over gepraat, maar ge woonlijk werd juffrouw Cécile met hem e amen genoemd. Juffrouw Ma rie had een anderen aanbiddry-, waar mee ze verloofd heette te ziin en niet wien ze later ook getrouwd is. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 16