Iotissschen was Mallarv naast Tar
„Ik zou u wel even willen spreken,
meneer Tardew", zei hij op zaclitcu
vriendclijken toon.
Deze woorden hadden een opmerke
lijk effect op Tardew. Ze schenen
hem heelcinaal op te wekken. Zijn on
rust scheen verdwenen. In oen oogen
ic lik was hij even kalm eu zich zelf
meester als zijn motgezel. Hij keek
Mallary recht in hot gezicht en
glim lach tv
„Wel. graag", zei hij. „In een pen
sion behoeft men niet zoo stijf te zijn.
Ik vind het prettig, wat met u te
praten".
„Laten wc dan naar buiten gaan".
„Waarom naar buiten liet is hier
lekker warm cn gezellig
„Wat ik u te zeggen heb, is van
particulieren aard, nieuee,. Tardew"'.
„Nu, dut küukt wel c-en beetje ge
heimzinnig, meneer -allaiy! Ik her
inner mij niet ooit het genoegen te
hebben gehad, u tq ontmoeten, hoe
kunnen cr dan particuliere zaken lus
senen ons bestaan V'
Mallary's scherpe* oogeu koken fel
ler dan ooit.
„Of wc elkaar al eerder ontmoet
hebben, dat weet ik niet zeker, maar
wat ik wel zeker "reet is, det ik u al
leen wil spreken. Wilt u mij het ge
noegen doen, mee naar buiten te
gaan i Wat ik u te zeggen heb, zal
niet veel tijd nemen.
Zijn woorden waren eenvoudig ge
noeg, maar cr w'as op zijn gezicht een
vastberadenheid te lezen, die niet
verkeerd begrepen kon worden. Hier
keek Tardew hom reclit in de oogen.
Kr was een oogenblik stilte. Toen ging
Mallary's hand cvei. in den zak van
zijn jas. Tardew lachte.
„O, als u mij werkelijk alleen wilt
spreken, dan wil ik natuurlijk wel
met u meegaan" zei hij kalm.
Mallary had het lioofd naar voren
om op te staan. Op dat oogenblik gaf
Tardew hem met rijn rechterhand
zoo'n kaakslag, dat de lange man ach
terover op het karpet tuimelde. ltijna
gelijkertijd was Tardew bij de deur,
cn even later was hij verdwenen.
In de kamer was direct groote ver
warring. Do vier bridge-spclers spron
gen op, waardoor alle kaarten over
den gond vielen. De vreemde jonge
man gaf een schreeuw, het slapwan-
gige meisje gilde schril, waardoor
haar moeder ontwaakte, die het bij
na op haar zenuwen kreeg.
Juffrouw Kenuieson strompelde heen
en weer en wrong wanhopig do han
den. Juffrouw Carle liep opgewondon
van haar eenen gast naar den anderen
om ze te bedaren, maar maakte ze
allen nog meer van streek.
OndertuEschcn was Mallary, die nog
zichLbc;:!- duizelde van deu slag, dien
hij gekregen had, opgestaan cn naar
de deur gewankeld, llij greep den
knop, draaide, wrong, en draaide
weer, maar de deur bleef gesloten
„We zijn opgesloten l:' slootte hij
woedend uit, toen liep hij vlug naar
de electrische bel, en belde uit alle
ma ebt.
Binnen een paar minuten werd de
knop van buitcu omgedraaid cn Mal
lary schrecuwdo tegen den bediende,
dat hij dc deur open moest maken,
den sleutel omdraaien, zoo vlug moge-
!:jkOngelukkigerwijze kon dat niet,
omdat, zooals ds knecht van buiten af
riep, er peen sleutel te zien was-
Maar Mallary had zich nu geheel en al
hersteld. Hij sprak op vluggen, ge
biedende!: toon door de deur.
„Loop direct naar den eersten den
besten politic agent, dien je ziet, Zeg,
dat je van den detective Mallary
komt vun Scotland Yard, en dat dc
juweelendicf nog geen vijf minuten
geleden dit huis verlaten heeft;. Laat
hij direct Scotland Yard opbellen en
dit vertellen. Ga nu gauw, verlies
geen tijd!"
Hij wendde zich tot de verbaasde
buu rders.
„Wij moeten deze deur openbre
ken". zei hij. „Wilt u mij helpen, hoe
ren 7"
Twee van dc bridgespelors cn de
jonge vreemdeling waren direct be
reid en binnen het kwartier luidden
zij een doorgang gemaakt- Do detec
tive verdween nis de wind. Do huur
ders verdeelden zich in groepen en
begonnen opgewonden de" vreemde
zaak te bespreken.
Juffrouw Fennieson strompelde
naar beneden, liep de hal door, deed
de buitendeur open en keek naar bui
ten-
Op straat was alles rustig. Juffrouw
Fennieson deed do deur achter zich
dicht en. liep naar ec-n brievenbus, die
een eindje van het huis afstond. Uit
haar zak had ze een brief gehaald,
die ze duidelijk zichtbaar in haar
hand droog.
Dicht bij do brievenbus liep ccn zij
weg. Toen juffrouw Fennieson bij de
bus was, kwam een gTootc donkere
auto aanrijden. Direct tikte zo met
haar stok bard op het plaveisel. De
wagen kwam dichterbij en juffrouw
Fennieson liep naar den bestuurder.
„Wil je mij even helpen, chauffeur 1'
.vroeg zij.
En zonder antwoord af te wachten,
stapte zo in don auto.
Twintig minuten later kwam een
oudachtige dame met een sohut van
wit baar in een rustig huis in het'
Noordelijk deel van Londen aan.
Toch zij dc kamer binnentrad, keek
een vermoeide jonge man, die bij het
vuur zat., op.
.,Kn 7" vroeg hij.
Juffrouw Fennieson kneep even haar
linkeroog dicht, toen liet. zo zich in
den eersten den besten stoel neerval
len-
„Waarom was Ikcy vanmorgen
niet op de afgesproken plaats 7" vroeg
zij nijdig.
„Hij is vannacht geknipt ant
woordde do jonge man kortaf. „Hij
bad een lieeleboct gestolen goed bij
zich."
„Is cr niet iemand anders om de
diamanten in ontvangst te nemen!"
„Ja, maar waar is Bobby? En hoe
is het gegaanV'
„Hij zal zoo hier zijn. Hij deed het
niet kwaad. Hij heeft mij dc geschie
denis in handen gespeeld, zonder
argwaan te wekken, maar ik kon na
tuurlijk de boel niet kwijtraken nu
Ikey geknipt is. Scotland Yard had
ocnig spoor,' en Mallary zat toevallig
naast mij aan tafel vanmiddag. Je
had Bobby moeten zien kijken
naar Mallary cn mij, toen ik met de
diamanten in mijn blouse gezellig zat
te keuvelen met den detectiveHallo,
daar is Bobby!"
Dc deur ging open en Tardew trad
binnen. Juffrouw Fennieson sprong
met vreemde vlugheid op.
Toen frommelde ze wat aan haar
haar, cn daar viel een mooie —itte
pruik op den grond en het gezicht
bleek dat van een jongen man te zijn.
„Ik ga mij even wat opfrisschen/h
zei hij. „O wacht, hier is nog een
kleinigheidje
Hij legde iets op de tafel- Het was
een lederen juweelenkistje met de ge
.stolen juweelen van den lieer Moses
Levistein.
„Ik feliciteer je, Billy!" riep Tar
dew uit. „Ja- had tooneelspeler moe
ten worden
„Dat beu ik ook eens geweest",
zei „juffrouw'' Fennieson.
Sportpraatje
Haarlem--R. C. H.
Zoo zoetjes-aam zouden wc haast,
eaan vergeten, dat er nog competitie
wedstrijden gespeeld moeien worden.
Nog elf wedstrijden zullen in de
eerste klasse onze aandacht vragen en
daar zijn heel belangrijke bij. Yoor
morgen staan er drie op het program
ma. waarvan twee van heel grooce be-
teeketlis ziin, namelijk HaarlemR.
C. 11. en SpartaU. V. V.
Vooral de eerste.
Haar.entR. C. H.
Zoowel publiek als spelers kijken
nu reeds veie weken met groote span
ning nsar dezen wedstriid uit. omdat
djai zooveel van afhangt. Wint R. C.
11.. dan is zii vriiwel zeker kampioen
van het WestenBlauw Wit zou min
stens twee abnormaal groote over
winningen moeten halen om een be
ter doelgemiddelde dan dat van R. C.
H. te verkrijgen. In dat verband valt
lvct werkelijk te betreuren, dat Blauw
wit morgen geen competitiewedstrijd
kan spelen. Dit zal. wanneer de Ra
cing eventueel van Haarlem goAvou-
ncn hc-cft. storend od de feestelijke
stemming in het Wauw-zwarte kamp
werken. In ieder geval kan de lcam-
pioensvlne nog niet definitief worden
uitgestoken
Maar.... IV. C. H. hééft nog niet van
Haarlem gewonnen! De roodbroeken
zijn er óók nogZii zitr-en nog steeds
in di' gevaarlijke z-'ne en kunnen now
best één of twee puntjes gebruiken
om definitief in veiligheid te zijn. Ter
vergelijking drukken we hier nog eens
het raaigdiistie van de Westelijke eer-
site klasse af
d
c
0.
K g
j3
y
60
S
"8
R. C. 1L
21
8
U
2
27
37—21
Blauw Wil
20
10
5
5
=5
3829
Feijenoord
22
10
5
7
=5
47—33
H. B. S.
19
8
b
5
22
23—21
Ajax
20
9
4
7
22
30—24
H. V. V.
22
9
4
7
«9
34—45
Haarlem
19
S
2
9
iS
41—44
V. O. C.
20
7
4
9
iS
35—54
Sparta
21
7
4
10
iS
23—34
D. F. C.
19
S
10
'7
35—35
Quick
20
5
7
S
'7
U. V. V.
10
4
6
9
'4
iS—32
Nu zullen
veleu
ze
gge
„die twee
puntjes kan Haarlem wel op 11'. B. S.
veroveren!"
Afgezien nog van het feit, -dat het
nog lang niet zeker is. dat de ioodj-
broeken één van de tweo wedstrijden
iegen H. B. S. winnen. bestaat er
voor hen ook nog een andere réden,
om morgen tegen R- C. IL alle krach
ten in te spannen, namelijk dc op 8
October geleden 61-nederlang aan
den Middenweg, die geen enkele rooc-
broek vergeten heeft en die Haarlem
ten koste v.nn alles wreken, wil.
Alles bii elkaar genomen.*is de mo
gelijkheid niet uitgesloten, dat mor
genmiddag op het terrein aan den
Schoterweg de spannendste cn, Juten
we hopenook de mooiste weiMrijd
van het seizoen gespeeld wordt.
De partijen zijn volkomen van het
gewicht, dezer ontmoeting doardron-
gende verschillende spelers hebben
mcï een peloton wielrijders, bestaande uit
huzaren on vrijwillige laudsïormers, de
opdracht, rijden van Rïel langs 'ten
kortsten weg naar den landweg Nieuw
koopGorp en verder binnendoor naar
Bsbeck, om de rechterflank van do bri
gade te dekken. De weg liep vlak bij de
grens. Het was zoo donker, dat ovor 't
stuur vam ons rijwiol den grond niet te
onderscheiden was on een schildwacht van
een grenspost mij niet wilde laten passcc-
ren, omdat hij onze uniform niet kon
zien. Onder „weg" versta men een voet
pad hier cn daar van mul zand en ont
staan uit een karspoor, dus ingezonken,
tusschen een paar walletjes van een deci
meter hoogte. Mijn peloton bewoog zich
onder de omstandigheden in een colonne
ik weet niet hoe lang met éénen langs dat
pad, onder voortdurend oponthoud, ver
oorzaakt door het over elkander vallen
van drie vier mannen tegelijk.
Van iets opmerken in de omgeving geen
Dan de hooggeroemde gcruiscli loosheid
Bij een overval onder die omstandighe
den had geen enkele commandant met
eenigo mogelijkheid iets kunnen doen om
de troep in de hand la krijgen. Twoo man
vijand hadden een 'uopelooze verwarring
'kunnen stichten, zonder ik in staat ge
weest zou zijn, een behoorlijk rapport te
zenden aan mijn opdrachtgever. Ware er
al een to berijden wog naar het Noorden,
dan zou die door de duisternis niet te
vinden zijn geweesl.Met hel rijwiel aan
de hand door de duisternis over de hel
gaat dat zoeken evenmin en zonder rijwiel
te voet le langzaam. De beveiliging op
die wijze was dus geen beveiliging.
N'a een geruimcn tijd gcTcdcn to heb
ben, kwamen wij aan een punt, waar cms
pad zich als het ware waaiervormig uit
spreidde en wij voor de keus stonden,
wat nu te doen. Geen enkele kaart is zoo
bij, dat alle voetpaadjes, waarvan cr zich
elk jaar nieuwe vormen, daarop vermeld
staan. Ik was gedwongen een keus te
doou uit die paadjes en koos het zuide
lijkste op een na. Hot zuidelijkste durfde
ik vanwege de nabijheid van do grens niet
te nemen. Die keus was verkeerd: ik had
het meest zuidelijke moeien nemen en
na verloop van tijd bemerkte ik, dal hel
slingerende j>ad een hoofdrichting had,
dat mij uit den koers bracht.
Gelukkig begon do dag door te breken,
cn kon ik wat van de omgeving zien. Ik
zat midden tusschen een heide-ontginning.
De richting, die ik volgen moest, ging
daar dwars door hen en een paadje ont
brak. Ik was gedwongen met het rijwiel
aan de hand dwars door die ontginning to
maroheeren. Wat dal beleekent, kan men
alleen weten, als men het beproefd hoeft.
In ieder geval ging het niet vlug. Toon ik
in de buurt van Hilvarenbeek was, was de
brigade er reeds.
Voor dezen tocht deugden de wielrijders
Vermoedelijk zal de eert of andere tegen
stander er den nadruk op leggen, dat ik
schijnbaar verdwaald was. Dat kan ik al
leen accep'eeren van iemand, die onder
•lie omstandigheden een dergelijke» tocht
gemaakt heeft cn liet doet overigens aan
mijn betoog niet veel af.
Men kan met wielrijders niet alles doen.
wat noodig is.
Indien men oen peloton cavalerie geno
men had, zou dit opgesloten, gemakkelijk
langs al die paadjes en bij liet aanbreken
van den dag lijnrecht op het. compns door
hot terrein hebben kunnen rijden. Door de
gesloten formatie was die troep een een
heid, waar wat mee te dóen viel cn door
het lijnrecht (rijden op compas. had men
op tijd kunnen aankomen, waar de oom-
mandant van de brigade op rekende. Ik
kom tot de slotsom, dat onder bepaalde
omstandigheden, waarvan de keuze niet
aan ons zal staar, de cavalerie niet is te
Binnenland
DE AANSLUITING VAN HET
LAGER- BIJ HET MIDDELBAAR
ONDERWIJS.
Op de vragen van de.n Jieer Albania
betreffende het bevorderen van ccn lie-
hoorlijko aansluiting van bet lager bij
het middelbaar onderwijs heeft de minis,
ter van Onderwijs o.m. geantwoord
Het is den minister bekend, dat in de
laatste jaren de aansluiting tusschen het
lager en het middelbaar onderwijs niet
in elk opzicht goed werkt.
Dit is te wijten aan verschillende oor
zaken, onder welke de overgangstoestan
den op het gebied van het onderwijs van
het Fransch cr een is. Moeilijkheden, uil
deren laatste» toestand voortvloeiende,
worden zooveel mogelijk uit den weg
geruimd door in dc eerste klasse dei
H. B. S., waar dit noodig blijkt, aan de
leerlingen, die zonder kennis van het
Fransch op school komen, één of twee
lesuren jfer week meer te geven, dan aan
de overige leerlingen.
Het blijkt dan ook reeds, dat door
onderlinge samenwerking een goede
aaneensluiting van lager- en middclbaai
onderwijs kan worden verkregen en dc
minister vertrouwt, dat dit geleidelijk
overal zal geschieden.
De minister is op bevordering van
die betere aansluiting bedacht, llij moge
in dit verband wijzen op zijn rondschrij
ven aan dc inspecteurs van het lager
onderwijs, d.d. 27 l-ebruari afd. M. O.
Het treffen van overgangsbepalingen
in zake het aantal lesuren in het
Fransch is den directeuren van hoogere
burgerscholen, onder goedkeuring van
den minister, toegestaan tot liet einde
van den cursus 19231924.
Dit tijdstip is gekozen in verband tnct
den termijn van vijf j'aren, vermeld ia
art. 193, eerste lid, der Lager-onderwrijs-.
wet 1920, welke termijn dus ultimo De
cember 19=4 ten einde loopt.
Aangezien derhalve nog in 1024 leer
lingen toegang kunnen verkrijgen tot
dc II. B. S.. die reeds op de lagere school
onderwijs in het Fransch genoten, is er,
naar de mccning van den minister, geen
aanleiding om de bedoelde overgangs
bepaling in bet Koninklijk besluit vaa
16 Juni 19=0 tc wijzigen.
EEN CESCHENK VOOR DE
KONINCIN.
De „Nwe Vrstl." was in de gelegen
heid het thans bijna voltooide kunstwerk
le zien, door R. T. Wreksodiningr.it in
opdracht van den Soenau gemaakt, be
stemd voor dc Koningin ter gelegenheid
van haar rcgccrjubileum.
Hel bljd zou het noemen een bureau-
ministre. met kast en loketten er boven,
het geheel gekroond met lofwerk. Het
lofwerk boven is ontleend aan dc „mini
bar" of preekstoel van de inisljid. Ilier
zat de bedoeling voor bij bet uitspre
ken van zijn preek heeft de spreker al
zijn gedachten samengetrokken op het
onderwerp dat hij voordraagt. Moge de
Koningin met dezelfde kracht hare ge
dachten vercenigen op de zaak, die hare
liooge aandacht vraagt, als zij later aan
die schrijftafel zit.
Er zijn vijf houtsoorten gebruikt voor
de samenstelling van het werk. Op het
tafelblad en rand ziet men de batik-mo-
rieven sido moekti en sido loehoer. Sido
beleekent slagen, deelachtig worden,
Moekti, geluk, zegen, heerlijkheid. Loe
hoer hoogheid, macht, aanzien.
Als later dc vorstin aan die tafel
zit, ziet zij vlak voor zich het wapen
van den Kraton, cn daarboven het Ne-
derlandscbo wapen.
De stoel is van donker sonohout, even
eens geheel bewerkt, de leuning en zit
ting worden vervaardigd van zilver en
goud. Het inktstel van gedreven zilver,
is ook naar de „mimbar" vervaardigd.
EEN APPEL/DIE VER VAN DEN
BOOM VIEL. Het „Tydschi. v. Arm
wezen. Maatsch. Hulp cn Kjimcrbcscher-
ming" verhaalt uit bet „Bulletin de la
Protection de I'Enfance" van Scpt, 1922
het volgende
In een op 23 Juli 1922 te Brussel ge
houden buitengewone vereenigde verga
dering van loden der door den Belgi
schen koning ingestelde Commissie voor
Kinderbescherming, van den Bond van
Belgische Kinderrechters en van den
Bond van Belgische Vrederechters, wel
ke vergadering ook door den Belgischen
Minister van Justitie Masson werd bij
gewoond, deelde de heer Silvcrcruys, die
reeds sedert vele jaren in verschillende
rechterlijke betrekkingen een steunpi
laar van de zaak der Kinderbescher
ming is cn die thans de hooge betrek
king bekleedt van lid van het Hof vat»
Cassatie te Brussel, een ueffend voor
beeld, mede van zelfopoffering van een
uitbesteden minderjarige, wiens oudeis
wegens wangedrag van dc ouderlijke
macht ontzet waren.
Do jongen was ter verdere opvoeding
geplaatst in het gezin van een smid in
Vlaanderen, die hem tevens voor het
smidsvak zou bokwamen,
I-lij werd als een eigen kind in het
gezin opgenomen. Zijn pleogouders
noemde hij vader en moeder, hun eenig
kind zijn ouderen broeder. Ilij was op
weg tot ccn flink werkman op te groeien,
toen de groote oorlog uitbrak. Bijna
geheel Vlaanderen werd door de Duit-
schers bezet, ook het dorp, waarin de
pleegouders woonden. Een door de Duït-
schers uitgevaardigd bevel, waarbij aan
eenige duizenden, ionge Belgische werk
lieden werd aangezegd, dat zij zich on
verwijld ter beschikking van de Duit-
sche Regeeiing moesten stellen, tenein
de in dc Duitsche munitiefabrieken en.
smederijen dc plaatsen te gaan innemen,
ledig gevallen doordat^ de valide Duit
sche jonge mannen bijna allen onder
de wapenen waren geroepen, bracht
groote verslagenheid in het gezin van
den smid. omdat de eenige zoon ook tot
de opgcroepenen behoorde.
Toen trad 'net pleegkind op de aioedei
toe en rei „Moeder, ik weet, dat gij van
mij houdt, doch ook, dat gij norr meer
gehecht zijt aan uw eigen zoon, vergun
mij zijn plaats in ie nemen en voor hem
in Duitsche ballingschap te gaan?"
En zoo geschiedde, doch hij kwam
niet levend meer terug, hij bezweek, al
léén in den vreemde.
Toen zijn stoffelijk overschot tciugge-
bracht werd naar zijn laatste woonplaats
in België, kwam de geheelc bevolking
van het dorp ter begrafenis van den jon
gen held op cn deelde in de aandoening
en in de smart der brave pleegouders,
geen oog bleef er droog. Dc cenigcn,
die zich niet lieten zien, waren de
ontzette ouders!
HET MIDDEN-DAMTERREIX TE
AMSTERDAM. Naar het Hbld. ver
neemt is cenigen tijd geleden door dc
hotelcombinaiie aan B. en IV. een gewij
zigd voorstel ingediend, dat ten doel
heeft hel risico dat het vorige voorstel
voor dc gemeente met zich bracht, ge
heel op te heffen. De holeleombinatie
heeft n.l. betaling van een zeer aan
zienlijk bedrag in contanten aan de ge
meente aangeboden in plaats van de
900.000 pref. aandeden in de op te
richten hotelmaatscliappij,- als contra
prestatie tegenover de door de gemeen
te te verleencn erfpacht voor 123 jaren.
een moordenaar geworden. Wat een
dwans was ik om u hier te laten blij
ven!"
„Wat is cr gebeurd wat batce-
kent dit?" vroeg luj.
„De zoo heeft ons ingesloten. Tel
kens als er v)c?d is wordt de gehei
me gnnu overstroomd, en dat is nu
ook gebeurd. Wij kunnen niet meer
terug".
„En hier - komt de vloed ook
hier?" vroeg Lord Alceston,
N'eillson wees op den natten boven
wand.
„Dit hce'e hol loopt .onder", ant
woordde hij bitter.
Lord Alceston rende naar buiten. De
groote golven kwanten al lot op een
paar meter afstand van den ingang
van het hol on het schuim spatte hem
io> het gezicht. Aan weerszijden sta
ken de rotsen een eind de zee in en
nergens was uan de steile, rechte kan
ten, glinsterend van het vocht, kans
om er tegenop te klimmen, zelfs geen
meter hoog. Terwijl hij daar wanho-
jii? om zich heen keek kwam cr een
groote golf uit de opening vun het
hol en stroomde over zijn voeten.
Druipnat en buiten adem wankelde
N'eillson naar buiten. Hij snikte.
„Mylord. mylord!" riep hij uit, „ik
heb 11 hier gebracht en nu moot u
Sterven. Vergeef niii!"
Lord Alceston was bleek geworden
cn cr was cm» treurige uitdrukking 111
zijn oogon gekomen. Maar bang was
hij niet. Hij was een wijsgeer en een
Christen en een opgewekte jonge En-
gelschman. die een diepe minachting
had voor alles wat op angst leek. De
dood stond hem nu voor oogen, maar
hij raakte zijn evenwicht niet kwijt.
Als cr nog hoop geweest was als
er aan deu afloojp nog viel to twijfe
len dan zou hij misschien opgewon
den geweest ziin. Maar onder deze
omstandigheden was hij heel kalm.
„Het heeft met jou uie(<3 te ma
ken, Neillson", zei hij rustig. „Het is
moeilijk, maar ik ben niet bang om
te sterven
Er kwam Oen soort van doffe gela
tenheid over de beide mannen. Zc
stonden uu tot ann hun knieën in het
v.reedc, groene water, dat om hen
heen stroomde, steeds hooger en
met strakken blik kekeu zo over de
zee heen. Na een poosje zei Lord Al-
eesten.
„Ais het water tot aan mijn hals
komt. Neillson, ga ik zwemmen. Het
dom list daar zeker in het westen,
achter die uitstekende rotsen?"
„Ju", antwoordde Neillson met ver
stikte stem, „maar u kunt niet door
de branding heen komen".
Lord Alceston keek naar de lange
reeks van woeste, schuimige golven,
en zuchtte.
„Dat denk ik ook niet", zei hij.
„Maar het is hard 0111 tc sterven zon-
gcauclit irctraiud en staan in alle op
zichten klaar voor den strijd. Het kan
ziin. «Int ze de eersto vijf nimuten wat
lust van de zenuwen zullen hebben,
maar ziin ze daar eenmaal overheen,
dan wordt er daar kan men zeker
van wezen met groot enthousiasme
gestreden tot de laatstu minuut!
Dor efiwocmte getrouw zullen we
peen uitsla,? voorspellen, om dc
dood-.efinvoudige reden dat die bij een
plaatselijke ontmoeting niet te voor
spollen is.
Dc tweede belaiigriiko wedstrijd is.
zooals we reeds schreven. Sparta
U. V. V. Wanneer Sparta, dezen wed
strijd wint en daar houden wij liet
op dan heef', ze twintig punten en
is dus vrij zeker in veiligheid.
De derde wedstrijd, die ,<d liet pro
gramma staal, H. B. S.D. F. C.,
wordt niet gespeeld, omdat beide par
tijen een goeden speler naar Amster
dam moeten zenden voor den wed
strijd ZwaluwenErngelsche Corin
thians
lp dü Ovorgangs klasse komen we
hu ook spoedig te weten, wie de twee
de plaats zal bezetten, want beide
pretendenten komen in het 9t.riidpcrk
Stormvogels ontvangen Spartaan, die
waarschijnlijk met ccn overwinning
«oor de LTmuidenaren eindig*,, cn
Excelsior gaat, naar Hilversum, wel
ke laatste on eigen veld geducht van
xich af zal bijten.
ïlBcMszaksn
GERAFFINEERDE OPLICHTERS.
Het persbureau Vas Diaz meldt ons uil
Amsterdam:
Begin Januari van dit jaar stond er in
een van de Amslerdamsche dagbladen
een advertentie, waarin iemand, in hot
bezit van f 2000 gevraagd werd, om zich
te interesseeren in een zaak.
De heer hier ter stede schreef op
do advcrtenlis en omgaand ontving luj
antwoord van een zekeren W, de G., die
hem om een onderhoud verzocht. De heer
F. antwoordde, dat liij Zondagmorgen in
eafó ..Suisse" zou zijn. llij was er ook
p-v-n! maar Do G. kwam siict opdagen.
Den r-lgenden avond ochter kwam hij
hij be:n aan huis. Daar deelde De G.
mede, dat hij uitstekende zaken met
Dultschland dreef, die hij wilde uitbrei
den. En daarvoor had hij ongeveer f 2CCO
noodig. Hij vroeg den heer F., of hij zich
mot dit bedrag voor die zaken wilde inte
ressewen. De heer F. zeidc, dat hij niet
dadelijk kon beslissen en sprak af, De
G. den volgenden dag in hotel „Do Roode
Leeuw", waar hij logeerdo tc zullen ont
moeten.
Dinsdagmiddag had die ontmoeting
plaats en toen deelde Do G. mede, dat li ij
een drietal vaten clandestiene alcohol ie
zrunen 900 L. te koop wist, waarvoor hij'
ook een afnemer wist. Er was een flink
winstje lo maken, geheel zonder risico.
Hij kon erhter niet koopen, omdat hij
slechts de helft van dc koopsom bezat.
Nog ongeveer f 2XO waren er noodig en
als dc heer E. nu dit sommetje disponibel
hadDe heer F. voelde wel wat voor
dit zaakje. In tegenwoordigheid van hom,
belde Do G. den afnemer op en niet hem
werd afgesproken, dat do heer F. on Dc
G. den volgenden dag oven bij hem zou
den komen om te sprekon over den ver
koop vnn don alcohol. En zoo gingen dan
do mouwo compagnons deu volgenden
middag naar het huis vnn den afnemer,
die «cn zekere B. bleek te zijn, „chain-
pagnemakee" vaa beroep was en in de
Jac. van Lennepstraat woonde. Deze
champagnemaker zeide wel alcohol te
willen koopen, omdat hij cr weer een afne
mer in Utrecht voor wis*.. Hij vroeg daar-
De G. stelde zich tooit daaelijk in ver
binding met den verkooper van de alco
hol, die den volgenden dag in café „Schil
ler" re vinden zou zijn. Daar waren ook
De G. cn de heer F. tegenwoordig. De
verkooper bleek een zekere M. te zijn en
Belg van geboorte. Hij overhandigde den
lieer F. een monster uit ccn der vaten en
zeide, dat do verkoopsprijs f 4.25 per L.
was. Met het monster begaven Do G. en
de lieer F. zich onmiddellijk naar B., die
hot onderzocht, nij vond het goed, maar
zside uit ieder vat gaarno ccn monster te
willen nebben. Daarom begaven de oom
pactions zich weer naar „Schiller", waar
zc M. heel toevallig nog aantroffen. Mei
z'n drieën gingen zo naar de Jan Han
fonslraat, waar de vaten moc-sten zijn.
Voor een karreloods daar in de straat la
gen ecu tweetal vaten cu M. zeide, dat het
rlerde vat dadelijk gebracht zou worden.
Werkelijk werd even later door iemand,
die zich voordeed als do knecht van Mul
ler, het derde vat gebracht. Deze knecht
trok uit alle vaten oen monster.
Met dezo monsters gingen De G. cn de
heer F. naar B., die zeide de drie vaten
alcohol tc wiilon koopen a f 4.E0 zonder
vervoer per L. en f 5 per L. met vervoer.
Deze koup werd gesloten. Daarna werd
met M. onderhandeld, dio do alcohol voor
f 4.25 per L. verkocht. Den heer F. cn De
G. »wcrd verzocht den volgenden middag
met do koopsom aanwezig to zijn in de
Jan ILinsenstraat, bij <lo vaten.
Op den afgesproken tijd waren daar de
1NCEZONDEN MEDEDEELINGEN
A 60 cents por regel.
SS EO E3 Kü3 C33 ESI £32
Merk „Vossokop In ster" du beste
verf om Kleeren, Blouses, Gordijnen,
enz. zelf te verven.
E33 Ol LL2 A3 LSI C2 LZ5S
der een poging tot redding te doen.
ik znl bet p»*obeeren. Luister naar mij
Neillson. Binnen een paar uur zullen
wij beiden in een andere wetehl ziin.
Ik verwijt je niets, denk daar aan,
maar je weet dat liet door jou komt
dat we in deze positie geraakt zijn.
„Ik weet het", kreunde Neillson.
Lord Alceston legde vriendschappe
lijk zijn hand op zijn schouder.
„Ik verwijt het je niet, Neillson. Je
bent bier heen gevlucht zonder er bij
to denken, dat weet ik wel. Ik zeg
het alleeu maar, omdat ik je om een
gunst wil verzoeken".
„U wilt dat ik het u vertel
„Ja, ik zou rustiger kunnen sterven,
als ik het wist".
„Laten wij wat hooger gaan, my
lord- Het zal mij een paar minuten
kosten om u alles te '.ettellen en als
wij op die ifds klimmen, hebben wi
nner lijd".
toni Alceston, die veel sterker was
dan do aJl'icr, klem vlusr 'H' d«; rots.
roer» bukte hij zi:h, trok NeilUcn
m.ar boven .-11 waetitte geduldig tot
deze weor writ hijgïkotueri was.
Daar st inden ze'in hot sombere
stliemnlicht, met <U li i"-:e rotsen oyi
«hen heen en de krijfrrhCnde zeemeeu
wen hoven hun hoofden, terwijl on-
clcr hen .'ie wroude. hongerige z-:o
steog - - steeds hooger en hooger.
Lord Alceston merkt.' dat N'eillson
rilde van koude cn op vinding en hij
lieer F.. De G. cn M. Dc hec-r F. gaf aan
M. i 1545 zijn doel in <1« koopsom, ter
wijl Do G. met een postchëque van ecu
zelfde bedrag, betaalde. Do G. zou bij de
vaten blijven terwijl do heer F. naar R.
ging om te vragen, of hij de vaten kon
laten brengen. Maar deze vond het nl te
laat cn te donker om do vaten in ont
vangst to nemen. Den volgenden morgen
moesten ze dan maar gebracht, worden. En
den volgenden morgen hield De G. weer'
do wacht bij do vaten cn ging de lieer F.
wo«r naar de „champagnemakerij" van
R.. maar R. was niet aanwezig. Do lieer F.
r-chttc, maar wie kwam, niet B.
De lieer F. begon wat ongerust te wor
den cn hij ging naar de Jan IIansenstra.it
Het was voor hen» ccn geruststelling, dat
raja compagnon nog rustig bij dc vaten
do wacht hield. Op raad van Do G. ging
liij weer naar do Jac. Lcnnepstra.'-f. Hij
vernam daar, dal B. ondèrtusschen liad
"pgebehl, dnt llij even weg moest, maar
om half tweo weer terug zou zijn. De hoer
F. ging toen koffiedrinken en bcldo on-
'Icrtusfechen De G. oven op. Deze zeide,
dat hij don toestand niet vertrouwde, om
dat er eenigo commiezen van do accijns
in do buurt waren. Om half tweo was B.
werkelijk present, maar hij zeide, dat hij
do oloohol niet in ontvangst kon nemen,
omdat commiezen hem in de gaten hadden
en in de nabijheid waren.
Toen begon de heer F. argwaan te krij
gen. dat er met dit zuakjo wel eens iet;
n:ct in de haak kon zijn. Hij wachtte nog
eonigen tijd en wendde zich toen lol de
politie, die een onderzoek instelde. Aller
eerst werden de vaten met alcohol onder
zocht en.... toen bleek al dadelijk dat
do lieer F. in nanden was gevallen van
oen paar geraffineerde oplichters. Hij had
voor zijn 1845 met alcohol, maar water
gekocht. De vaten waren n.l. geheel met
deze vloeistof gevuld. Alleen in het boom
gat kwam een buis uit, waarin alcohol
wast Zoodoende konden werkelijk mon
sters alcohol gc'xokken worden.
Ken verder onderzoek bracht aan liet
licht, dat de vaten afkomstig waren 'van
dó „cbampagnemakerij" van B.. waar ze
ook me' water gevuld waren. Uit een on
derzoek met foto's bleek, dal Do G. een
vkcre S. was en. M. in werkelijkheid B.
heette en M.'s knecht, die zoo vricude
lijk monsters trok, eigenlijk naar don
naam S. luisterde. Deze drie he exen wa
ren welbekend bij de politie, vooral wegens
overtredingen tan de alooholwet'. Toen zij
in verband met deze zaak gezoek' werden,
bleken ze naar het buitenland vertrokken
Do politie vermoedde nu zeer terecht,
dat deze drie toeristen en B. doorgesto
ken kaart gespeeld hadden. De pseudo
G. had dus de heer F. weten over te ha
len de f 1845 als zijn deel ïm de koopsom
voor do alcohol alias water ic betalen.
Met z'n vieren zouden zo dan eerst de
vaten „in orde" gemaakt hebben. Natuur
lijk was daar ,.M." er daaciijk voor te
vinden dc „alcohol" to verkoopen en wilde
li. den voorraad graag koopen. Maar toeu
er <loor den lieer F. eenmaal betaald was
kwamen ineens commiqyn en kon B. na
tuurlijk miet koopen. liet bleek ook, dat
De G. mei een valsche postcheque aan
„M." betaald had.
Donderdag stond B. terecht voor de
vierde Kamer der Rechtbank wegens mo
dedaderschap in dezo werkelijk buitenge
woon geraffineerde oplichterij.
Bejel, zeide geheel te goeder trouw ge
handeld te hebbon. Ook hij had niet an
ders gedacht, dan dat in de vaten alco
hol was. De voortvluchtige heeren kende
lilj absoluut niet van vroeger. Hij had
opdracht gekregen van een zijner princi-
palen de atsohol te koopen. Wie die was
111 waar hij woonde wist hij echter niet.
Ook kan beki. geen volledige opheldering
geven, hoe het kwam, dat de vaten van
hem afkomstig waren.
De officier van justitie vroeg 7 maanden
gevangenisstraf met aftrek van preven-
.lieve hechtenis. Do verdediger, Mr.
Brandt, pleitte vrijspraak.
Leger en Vloot
Militaire wielrijders of
cavalerie?
Bruikbaarheid van wielrijders
De heer C. Plokhooy, kapt. van den
Vrijw.' Landstorm, schrijft in het „Cava
Icristisch Tijdschrift":
„Zooveel ik kan volg ik den strijd oier
het behouden of grootendeels afschaffen
vnn de cavalerie üi ons leger. De tegen
standers schermen geweldig met ons "pol
derland en het gebruik van militaire wiel
rijders. Znl straks, als het ongeluk mocht
dienen, dat een onzer buren b.v. Zuid
Limburg bezet, niets gedaan worden, om
dat daar geen polderland is? Zullen wij
liet zonder cavalerie af kunnen, als wij
gedwongen zullen zijn in Brabant on Lim
burg op te treden! Ik herinner mij een
oefening in Noord-Brabant, ik meen in
den zomer van 1915. Voorts dient gezegd,
dat destijds do cavaleriebrigade twee es-
cadrons wielrijders had. Men gaf den
wielrijders altijd een kans oin te toon en,
wal zij konden cn er werd uitgehaald, war
t-r uit te halen viel. Ik mag beweren, dat
pooit opdrachten gegeven zijn, om nan
het licht ie brengen, waar de wielrijders
ongeschikt waren, maar alleen proeven ge
«lorn'on werden om to weten te komen,
waartoe zij wel gebruikt konden worden.
Oji een nnchtmaaseli van de cavalerie
brigade van Riel uit vin Hilvarenbeek
verder nnnr het Dosten, kreeg ik als lui
tenant van den Vrijwilliger» landstorm
sloeg zijn arm oni hein heen om hein
wat te steunen. Toen hield hij zijn
adem in en luisterde naar wat die
blceke, bevende lippen hem over don
moord op zijn vader vertelden.
HOOFDSTUK XXIX.
N e i 11 s 0 n 'b verhaal.
„Laat ik u nog één kans geven,
mylord", zei Neillson vlug. maar op
zochten toon. „Laat ik u hier, met
den dood voor oogen, zweren, bij al
wat mij lief is, daLhet beter voor u
zou zijn als ik het' geheim, mee Icon
nemen in het graf dat ons wacht. U
zult gemakkelijker kunnen sterven
en ik ook".
„Je hebt mij je woord gegeven, Neill
son, en ik sta er op", klonk het ant
woord. „Spreek. Ik wacht en dc
tijd dringt".
Hij begon dadelijk. Zijn stem was
zwak cn gebroken van opwinding,
maar in Lord Alceston's ooren klonk
het ver uit boven liet geraas van de
aanrollende golven en het knarsen
'van het grint en het pekrijsch van «le
zeemeeuwen. Ilij hoorde niets dan dio
zachte stem, die een onsamenhan
gend verhaal vertelde. In die paar mi
nuten, terwijl hij voor het laatst op
de aarde neerkeek, scheen het alsof
alles wat hem verteld werd, ieder feit
en iedere gebeurtenis, duidelijker uit
kwam en alsof hij beter kon begrij
pen. En dit is het verhaal dat hij
'hoerde, Jn samenhangende zinnen
gevat, zonder de pijnlijke rustpoozen
die door Neillson's toestand werden
veroorzaakt-
„Vlak voor uw vader een reis op
liet vasteland ging maken werd ik
door middel van meneer Brudnell aan
gesteld als zijn bediende. Hij was toen
pas eenentwintig jaar, maar hij was
een wees, zooals u weet, en zijn eigen
baas.
„Wij reisden op ons gemak cn ble
ven nog het langst, in Parijs en in
een dorp in do Zwitsersche bergen.
Behalve om Parijs, gaf uw vader
heel weinig om groote steden, en liet
meerendeol van den tijd brachten we
in kleine plaatsjes door. Bij toeval
kwamen wc in een kleine badplaats
aan de Franscbe kust, op korten af
stand van Nice. Het beviel mijn moes
ter daar wel, cu we namen voor eeni
ge» tijd onze intrek in een hotel.
„Daar, in iiet casino, ontmoette uw
vader den graaf d'Angeville. Dc graaf
was van goede familie en had prelti-
go manieren. Ecu toevallige kennis
making was de aanleiding tot groote
intimiteit helaas!
„Al. spoedig bracht uw vader een
bezoek op de t llla van den pj'anf, Hot
was een mooi huls, buiten do stad.
plrachtig gelegen, vlak bij de kust. Dc
graaf was een weduwnaar en had
twee dochters. Laat "ik maar dadelijk
zeggen dut bii ook een schurk en een
speler was.
„De dochters waren tweelingen, zo
waren heel mooi en leken erg op el
kaar. Van het oogenblik af. dut liij
aan hen was voorgesteld was mijn
meester veranderd. Al dien tijd dat.
ik bij hem was, had ik hem ternau
wernood tegen een vrouw zou pra
ten, behalve wanneer liii u\- niet bui
ten kon. En nu was hij als holooverd.
Ilij was er voortdurend, reed cr paard
of wandelde over do rotsen of reed
met een van haar naar de stad.
„Zii heetten Cécile en Mnrie. lit J>en
er zeker van, dnt zc allebei verliefd
op hern waren. Toentertijd wist ik
nog niet welke van de twee hij den
voorkeur gaf. Als hij bloemen cn ca
deau* stliuirdc, zond hij ze gewoon
lijk aan allebei, en hij werd niet va
ker met de een gezien dan met dc
ander. Natuurlijk werd er in dc stad
het noodige over gepraat, maar ge
woonlijk werd juffrouw Cécile met
hem e amen genoemd. Juffrouw Ma
rie had een anderen aanbiddry-, waar
mee ze verloofd heette te ziin en niet
wien ze later ook getrouwd is.
(Wordt vervolgd.)