De hoofden voor de klas.
Buitenlandsch Overzicht
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 17 APRIL 19E3
DERDE BLAD
\s een gemeentelijk inspecteur voor het L.O. noodzakelijk?
Het oordeel van drie deskundigen,
Ervaringen na het afschaffen van het ambulantisme opgedaan.
Er is jaren lang ceu zware strijd ge
voerd over Lel aiubulantisme. Up Let
laatst is die strijd beslecht .n hc-t voor
deel van hen, die wilden, dat de hoof
den eeu eigen /.las kregen en in die
klas geregeld les gaven-
Nu komt er een bericht uit Arnhem
meldende dat het in de bedoeling van
het Arnhemsche gemeentebestuur ligt
binnenkort over te gaan tot de aan
stelling van een gemeentelijk inspec
teur van het onderwijs. Aanleiding
tot het scheppen van deze nieuwe
functie moet gelcgou zijn in de over
weging, dat dc schoolhoofden in ver
band met de afschaffing van het am-
bulantisme tc weinig gelegenheid heb
ben zich -op deugdelijke wijze in te
laten met de algemeono leiding van
hun scholen-
Kaar aanleiding van dit bericht heb
ben wij een onderhoud over na het
afschaffen van het ambulantisme op
gedane ervaringen en het ui of niet
wénsehelijke van liet benoemen
een inspecteur geluid met drie tot
oordeeleu bevoegde mannen n.l. onzen
wethouder voor het onderwijs Mr. A.
Bruch, den Inspecteur van het Lager
Onderwijs alhier, Dr. J. F. M. Sterck
en een hoofd ccner school, die vroeger
hoofd eener ongesplitste, vcertienkk
sige school was.
Wij geven eerst het woord aan den
wethouder, Mr. Bruch.
Op onze eerste vraagof hij meende
dat voor Haarlem een gemeentelijk in
specteur noodig is, antwoordde de
heer Bruch
„Er moet onderscheid worden ge
maakt tusschen twee soorten van in
specteurs, n.l. tusschen de adminis
tratieve inspecteurs, die tot taak heb
ben, na te gaan of do wetsbepalingen
betreffende subsidies worden nage
leefd enz. en dus zorgen voor het
financieel verband tusschen bijzon
dere scholen en de gemeente én in
specteurs, die zich bezig houden met
den technisch-pacdagogischen leant
van het onderwijs, 1>. en W. van ad
vies dienen over reorganisatie van
het onderwijs eu dergelijke.
Deze laatste soort inspecteurs acht
ik onnoodig. B- en W. behooren in
hun midden iemand te hebben, die
zich zóó in de zaken heeft ingewerkt,
dat hij voldoende op dc hoogte is en
zelfsLandig kan oordeeleu, waarbij hij
zich dan kan doen voovjichten door
de organisaties van onderwijzers en
hoofden van scholen en door de Com
missie van Toezicht op het Lager On
derwijs. Tevens moeten B. en W.
geregeld contact houden met het
Rijksschooltoczieht. Een en ander is
noodig, daar B. en W. zich anders
in..vele gevallen tc veel zouden be
palen tot administreeren.
Misschien, dat in grootc stedón als
Amsterdam. Den Haag, Rotterdam,
zulk een technisch-pacdagogisch in
specteur wèl noodig isik wil daar
gèen oordeel over uitspreken, maar ik
kan mij toch niet begrijpen, dat ge
meenten, nog niet half zoo groot als
Haarlem, zijn overgegaan tot de be
noeming van zulk een inspecteur en
zelfs van een „directeur van onder-
wijs"
Anders staat het mijns inziens met
een administratieven inspecteur. De
gewenschtheid van het aanstellen van
zulk een functionaris kan worden be
toogd met het oog' op de noodzake
lijkheid van hot verband tusschen het
bijzonder onderwijs en de gemeente.
De nieuwe web tóch heeft tusschen
deze beide een vrij nauwe betrekking
geschapen en het zou tc bctoogeu ziju,
dat vooral ter voorbereiding van dc
uitvoering der verschillende besluiten
de aanstelling van eeu administratief
inspecteur zou wezen in het belang
der gemeente. Een zoodanig inspec-
teur zou dan echter tevens, behalve
het bijzonder, het Nijverheids-, het
Handels- en liet voorbereidend on
derwijs onder zijn opzicht moeten ne
men, een. en ander voor zoover dan
door de gemeente gesubsidieerd- Lit
den aard zou hij. voor een groot deel
buitendienst hebben. ÏIct voordeel zou
zijn, dat alsdan een scheidingslijn zou
worden getrokken tusschen het redac-
tioneele en het ambulante werk.
XnsCelling van een inspecteur in
dezen zin is ongeveer een jaar ge-
iecien overwogen, doch ten slotte werd
gemeend dat de behoemiDg van een
dergelijken functionaris niet strikt
noodig was Cn zeker mét den alge
meen geldenden drang naar zuinigheid
niet vereenigbaar. ondanks het feit,
dat gemeenten ais Amersfoort, Delft,
Schiedam reeds lang gemeentelijke
inspecteurs hebben, hetzij in admi
nistratieven of in technisch-pacdago
gischen zin.
De niet instelling van de functie
van inspecteur stelt uiteraard zwaar
dere eischen aan de nfdeeling onder
wijs ter secretarie. Dat aan deze
zware eischen door bedoelde afdee-
ling tot groote tevredenheid van au
toriteiten en publiek wordt voldaan
is aleemeen bekend".
„En hoe heeft de afschaffing van
het ambulantisme te Haarlem ge
werkt?" vroegen wij.
„Goed", luidde liet antwoord. „De
aleemcene leiding der school heeft
door die afschaffing niet in 't minst
geleden. Natuurijk zal in 't algemeen
meer krachtsinspanning van het hoofd
worden geëiseht, echter moet niet
vergeten worden dat liet instituut der
schoolvergaderingen, waartoe de wet
reeds eenige jaren verplicht en ook
te Haarlem bekend, aan de eenheid
van leiding ten goede kan komen en
te Haarlem ook werkelijk ten goede
ltomfc. i
Dat afschutting van heli ambulantis
me, gelijk blijkbaar in A ra hem liet ge
val is, tot de instelling van do functie
van gemeentelijk inspecteur zon moe
ten leiden, kan ik voor Haarlem niet
inzien", zoo eindigde de hee,. Bruch.
„De afschaffing van het ambulantis
me", zeidc ons Dr. Sterck, „heeft een
gunstig effect gehad- Dit is niet al
'een mijn meening. maar die van het
geheele schooltoezicht in mijn Inspec
tie. Er wordt wel gezegd, dat 't hoofd
nu zijn school niet meer kan contro
leeren, maar dit kan wél. In dc eerste
piaats kan hij zijn klas, bij vakken
als schrijven en teekenen, combiuee-
reu met eeu andere en verder kan hij
met een der' andere onderwijzers van
klasse wisselen. En dit gebeurt ook
wel, al makcu sommige onderwijzers
er bezwaar tegen. De tegenwoordig
dikwijls zeer kleine klasjes van onze
openbare scholen kuuuen uitstekend
bij de genoemde vakken gecombineerd
worden. Het gaat dan ook zeer goed
in onze scholen na de afschaffing
van het ambulantisme. Een voordeel
is, dat de goede onderwijzers in de
hoogere klassen nu geheel zelfstan
dig kunnen optreden en daardoor
meer bereiken. Ook de splitsing der
scholen heeft niet het minste bezwaar
opgeleverd. En de verhouding tus
schen hoofden en personeel is hier te
Haarlem zoo goed, dat ook i dit op
zicht geert moeilijkheden gerezen zijn.
Twee dingen vind ik jammer.
Ten eerstedat de afschaffing van
het ambulantisme is samengevallen
met de geleidelijke afschaffing der
„schoolbewaarders" of concierges. In
sommige scholen, waar de schoolbe
waarders zijn afgeschaft, komt het
nu wel al voor, dat het hoofd dingen
moet doen, die eigenlijk door den
concierge behooren verricht te wor
den- Het „opendoen", als er gebeld
wordt, moet nu geschieden door een
jongen, die daarvoor zijn klas voor
eenige cogenblikken moet verlaten.
Dit werkt natuurlijk storeud.
Het afschaffen der schoolbewaar
ders geeft wel bezuiniging, maar die
bewaarders verdienen mijns inziens
ook veel te veel geld.
En in de tweede plaats betreur ik
het, dat de bijzondere scholen vrij zijn
gelaten in de afschaffing van het am
bulantisme. Want dit heeft ten gevol
ge gehad, dat nu in die scholen de
beste brachten aan bet onderwijs zijn
onttrokken 1"
„En aebt u aanstelling van een ge
meentelijken inspecteur noodig?"
„Volstrekt nietantwoordde de
heer Sterck. „Ik.zbu daar zelfs voor
Haarlem zeer tegen zijn. Daaraan
mag in groote steden als Amsterdam,
waar zoovéél scholen zijn, behoefte be
staan^ hier niet. En al was die
behoefte er, dan zou die toch zéker
niet ontstaan ziju door de afschaffing
van het ambulantisme, zooals te Arn
hem het geval schijnt te zijn.
Ik kan mij niet voorstellen wat de
taak van zoo'n inspecteur hier zou
moeten zijn. Het toezicht over het
onderhoud der gebouwen kan gerust
aan Openbare Werken overgelaten
worden en ieder weet hoe uitmuntend
verder de afdecling Onderwijs ten
stadhuize rhier de onderwijszaken re
gelt! Bovendien zou zulk een inspec
teur toch ook een flink salaris moeten
hebben. Ook uit zuinigheidsoverw
gingen is dus de oenoeming van zulk
een gemeente-ambtenaar niet ge-
wenscht".
Ten slotte geven wij het woord aan
m hoofd eener school, man van rijpe,
ervaring, die, zooals gezegd, vroeger
als hoofd eener veertienklassige school
geen eigen klas had, maar thans gere
geld iederen dag gedurenden den vol
len schooltijd les geeft.
Hij zeide ons het volgende
„Aan de afschaffing van het ambu-
ntisme zijn mijns inziens ernstige
bezwaren vebonden.
In de eerste plaats kan een hoofd
eener school, die don gehcelen dag les
geeft zich niet op dc hoogte stellen van
-de vorderingen 'der leerlingen- Nu is
het maar de vraag: is het wensche-
lijk dat hij dat doet? Mijns inziens
het zéér wenschelijk.
Een tweede bezwaar komt aan den
dag bij ziekte of als er een vacature
is. Dan moet nu gebruik gemaakt wor
den van tijdelijke leerkrachten, ter
wijl vroeger in die gevallen het
hoofd inviel. Die tijdelijke leer
krachten zijn dan meestal óf on
derwijzers (onderwijzeressen) die pas
beginnen óf getrouwde dames, die wel
weer eens een poosje in functie willen
zijn. Zulke krachten komen dan plot
seliDg te staan voor eeu klas, waarvan
zij niet op de hoogte zijn. Men raag
dan ai tevreden wezen, als er geen
„herrie" komt. Kómt er wanordelijk
heid, dan kan het hoofd zoo goed als
niet steunen of ingrijpen, want... hij
heeft zijn eigen klas.
De vervanging was dus vroeger zon
der eenigen twijfel beter geregeld
dan nude onvoldoende vervanging
moet in de meeste gevallen stagnatie
van het onderwijs geven- Daarbij
ko.rat, dat die reserve onderwijzers
soms maar een dag of drie in func
tie en dan niet meer noodig zijn. Zelfs
de beste onderwijzers verliezen onder
zulk een systeem alle ambitie, de ei
genlijke belangstelling gaat verloren.
Niet alleen de tijdelijke krachten
hebben soms hulp en raad noodig, ook
vele vast aangestelde jonge onderwij
zers kunnen den steun van een ervaren
die hen helpt bij het vallen en
in, niet ontberen. En wie zou
dien steun beter kunnen verschatten
dan hét hoofd? Mits hij geen eigen
klas voor zijn rekening heeftWant
anders kan het hoofd niet de bindende
schakel zijn, die de school noodig
heeft.
En hoe zal een niet-ambulant hoofd
informaties kunnen geven over onder
wijzers aan zijn school, die sollicitee
ren? Hoe kan zulle een hoofd bijvoor
beeld de vraag beantwoorden„Is
zijn leertoon opgewekt?" als hij den
man nooit_heeft zien werken? N u kan
ilc dergelijke vragen _nog Wèl beant
woorden, omdat ik mijn porsoneel nog
wel kan van vroeger, maar over eenige
jaren, als mutaties zullen hebben
plaats gehad, zal ik „er uit" zijn en
onmogelijk betrouwbare inliehtingén
kunnen geven."
„En gelooft u," vroegen wij, „dat
deze bezwaren kunnen ondervangen
worden door de aanstelling van een
gemeentelijken inspecteur V'
„Weineen", luidde het antwoord.
„Een inspecteur kan niets anders doen
dan c o n s t a t e e r o n, hij kan niet
voork omen. Elk vak stelt zijn
eigen eischen. Hoe. kan een inspec
teur daarvan op de hoogte blijven?
Toen ik nog ambulant was, had ik er
werk genoeg aan op de hoogte tc blij
ven van de vorderiugen der leerlingen
enz. in -de vakken lezen, schrijven, re
kenen en taal in mijn ééne 14- kkissi-
ge school, Wat moet dan ccn inspec
teur in dit opzicht beginnen, die alle
scholen onder zich krijgt?
Neen, mijn inziens is door de af
schaffing van 't ambulant.sme aan de
geheele school-een kracht onttroleken,
die toch zeker niet de minste is en
absoluut niet gemist kan worden, voor
al niet nu de „schoolcommissie" bui
ten de pcbool is gedrongen en bet
Rijksschooltoezieht zich door de veel-
hvid van scholen onmogelijk op de
hoogte kan stellen van dcu gang van
zaken in iedere school En de aanstel
ling van een gemeentelijken inspec
teur, waard-.or men dan aau de be
zwaren denkt tegemoet te komen, is
voor mij niets dan „een wassen neus"-
Elke school beeft een man van er
varing noodig, dio leiding en steun
kan geven als dit noodig is, dio be
sprekingen kan houden met afzonder
lijke leden van het personeel (mot der
gelijke besprekingen, die vroeger
aan de orde van den dag waren, be
doel ik dus niet de schoolvergade
ringen en die daarvoor over vol
doenden tijd kan beschikken. En die
man is het ambulante hoofd.
Een andere vraag is: is het niet
prettiger en gemakkelijker een eigen
klas te hebben dan ambulant hoofd
te zijn? Die vraag aou ik bevestigend
willen beantwoorden, want het «iet-
ambulante hoofd ziet de tekortko;
mingen in zijn school Diet en bij dc
mentaliteit die tegenwoordig vaak in
dé school heerscht en die dikwijls
oorzaak is dat op- en aanmerkingen
niet in goede aarde vallen en niet ter
harte worden genomen (wat over 't al
gemeen vroeger wèl het geval placht
té 2ijn) heeft hij ook niet zooveel
kans op onaangenaamheden met het
personeel
EEN REEKS POLITIEKE REDEVOERINGEN.
FRANKRIJK EN DELCIÖ WILLEN VAN GEEN TOECEVEN WETEN,
DUITSCHLAND MOET EERST TOONEN HET VREDESVERDRAG
TE ZULLEN NAKOMEN.
DE DUITSCHERS BLIJVEN LIJ DELIJK VERZET PLECEN.
We leven weer in een periode van
politieke redevoeringen.
De rede van Poincaró te
Duinkerken
tin ons vorig nummer vermeld) is
zoo wordt uit Parijs geseind aan 't
Alg. Handelsblad een nieuw speci
men van de groote bekwaamheid van
dezen staatsman, die zijn origine van
advocaat nimmer verloochent in de sa
menstelling van een pleidooi. Wat men
van de Fraasche Roer-politiek moge
denken, nu het voornaaamste doel dei
Fransche politiek blijft om Engeland
van de rechtmatigheid dier politiek te
overtuigen, was bet een meesterzet te
herinneren aan de opeenvolgende po
gingen van Engeland in het verleden om
Duinkerken te nekken, omdat het de
Engelsche belangen bedreigde, pogin
gen, die veel verder zijn gegaan dan
betgeen Frankrijk zelf thans in het Roer
en Rijngebied onderneemt. Natuurlijk
gaat de vergelijking niet geheel op, in
erre als die vroegere ontmanteling
en de blijvende controle over Duin
kerken der Engelschcn eerder kan w
den gelijkgesteld met de bepalingen in
het verdrag van Versailles betreffende
de demilitarisaüe van den linkcr-Rijn-
oever, dan met de zeer speciale Roer-
onderneming, en ook zou een kwaad
willige doorvoering van het betoog kun
nen leiden tot de verkeerde conclusie, dat
Frankrijk dan blijkbaar ook meer aan
de Roer is om de Duitsche welvaart
vernielen dan om zijn geld te krijgen.
Maar tegenover de Engelschcn, die op
het oogenblik de voornaamste tegen
standers zijn, die overtuigd moeten wor
den. is de redeneerïng vernuftig en ze
snijdt vrijwel alle mogelijkheid van cr.-
lieic van deze zijde af indien die niet
tot zwijgeD wordt 'gebracht in het be
kende „Doet naar mijn woorden, maar
niet raar mijn werken".
Overigens brengt deze rede weinig
nieuws. Dat zij na de incidenten, waar
toe de reis van Loucheur aanleiding had
gegeven, een verklaring van onverander
de gezindheid tot doorzetten zou zijn.
was te verwach'en. Gegeven d:t karak
ter, hetwelk ze wel hebben moest om te
antwoorden op rechtsche critickcn op
Loucheur's reis, is ze echter zeer gema
tigd en vooral hetgeen er in gezegd
word- tegen de herhaalde beschuldiging
van imperialistische bedoelingen en ver
dachtmaking van de Fransche motieven,
is zeer afdoende. Men constateert links
uitdrukkelijk dat het na deze ondubbel
zinnige uitspraak nooit meer mogelij k
zou zijn werkelijk te trachten Duiisch
gebied duurzaam te annexeeren cn men
merkt dan "ook op dat de linkschc cr:-
tiek vrij rustig en gematigd is. Terwijl
de rechtsche pers unaniem haar bewon
dering uitspreekt voor de. wiizc waat
op de Fransche bedoelingen zijn uiteen
gezet (urgezonderd natuurlijk het bla:l
van Tardieu, dat nog doorgaat over het
geval-Loiichcur, en opmerkt dat F°jn"
care daarop heelemaal niet verder is in
gegaan), en vooral oordeelt, dat dc pre
mier zoo goed gedaan liecft toch ook
nog weer eens cfe aandacht op de eischen
der Fransche veiligheid te vestigen, be
paalt men zich links tot detail-critiek.
Do „Oeuvre" zegt njet veel anders dan
da- het beter ware gewenst als men aan
de Roer wat anders had kunnen opdoen
dan „constateerïngcn" van Duitsche te
kortkomingen, maar wacht zich liet feit
dezer „constateeringen", da: cv.dcnt is.
te betwisten, want de Duitsche onoprcch
heid in de verklaringen niet meer te
kunnen leveren of betalen is daar waar
lijk al "te duidelijk gebleken. De „Ere
Nouvelle" betreurt alleen dat de politiek
der intergeallieerde overeenstemming,
die blijkbaar vóór dc reis van Loucheur
bestond, thans weer van dc baan is cn
oordeelt dat een intergeallieerd plan
blijkbaar nog ontbreekt. Over het alge
meen echter blijken Poincaró's argumen
ten ook links t,e hebben ingeslagen en
bestaat er op het oogcnbiik dienaangaan
de veel minder mceningsverscbil dan te
verwachten zou zijn. Poincard heeft voor
het oogenblik de groote meerderheid dei
Franschen weer van het goed recht van
het Fransche optreden overtuigd, en het
wachten is thans op dc verschijnselen,
die aantoonen, dat Duitschland zal moe
ten toegeven op even'.ueelc Duitsche
voorstellen.
Do Belgische premier
Theunls.
heeft het woord gevoerd aan eon dé
jeuner, die hem door de builenland-
sche pers te Brussel was aangeboden.
De heer Jaspar en ik, zoo zeide hij,
hebben met onze Fransche vrienden
twee dagen nuttigen arbeid verricht
ten behoeve van een goede en vrucht
bare samenwerking, liet doel van de
zen arbeid is bekend. Drie maanden
geleden zijn w'ij het Roergebied bin
nengerukt, omdat Duitschland zijn
-erplichtingen niet nakwam, omdat
alle bewijzen van geduld en verzoe
ningsgezindheid, welke wii gegeven
hadden, vergeefsch bleven, omdat
Frankrijk en België vergoeding moe
ten hebben voor de schade, door den
oorlog aangericht, daar zij anders zelf
zullen omkomen. Nu zijn wij er en wij
zullen er blijven, totdat Duitschland
ons recht erkent.
Wij zullen ons er uit terugtrekken
naarmate Duitschland Zijn verplich
tingen ten uitvoer zal leggen, maar
de practische verwezenlijking van de
pressie, welke wii op Duitschland wil
len uitoefenen, vereischt een aantal
technische modaliteiten, welke buiten-
gewoon belangrijk ztja en veranderen
I kunnen naar gelapg der omstandig-
heden. Aan de perfeetionneering van
het organisme zijn de eonfer^nties ge
wijd, welke hetzij te Parijs.'hetzij te
i Brussel worden gehouden, en de zit
ting der vorige week is niet de minst
belangrijke geweest. Hebben wii sue
ces, gaan wij ons doel tegemoet'? Ho-
ter dan iemand anders, mijne heeren,
stellen uw bronnen u in staat op deze
vraag te antwoorden; beter dan
iemand anders weet gij, dat Duitsch
land, het Duitschland, waar de be
lastingen niet betaald worden, het
Duitschland, dat dc schadeloosstelling
saboteert en onnoodige uitgaven doet.
zich in het diepste van zijn econo
misch leven getroffen voelt, maar d;
is niet voldoende. De bezetting van
Let Roergebied, mag zicL niet tegen
ons keeren en onze industrie en onze;,
handel meer dan noodig is belemme
ren. Zeker, de noodzakelijke offers
zal iedereen aanvaarden. De eensge
zindheid van het Belgische volk is in
dit opzicht roerend.
Men beseft, dat de inzet de offers
waard is en dat men tot eiken prijs
de militaire overwinning van 1918
moet voltooien door het onontbeerlijk
herstel te verkrijgen van do schade,
Eiken dag spreek ik kooplieden en iti-
dustrïeelen ilie mij zeggen: „Indien
wij er moeilijkheden door ondervin
den, welnu, dan zullen wij ons nau
wer aansluiten. Wij zuflon dc offers
brengen, welke noodig zijn. maar wij
moeren slagen".
Laten wij ons organïseeren, opdat
de Roer ons zooveel mogelijk onbrengl
In de eerste plaats moet men de voor
ziening van onze metaalindustrie ver
zekeren. De resultaten hiervan iijn u
bekend.
Nadat gedurende enkele weken da
gelijks COO ton naar Frankrijk en Es!
giè'waren g- zoncfen, is men thans c<-
komen tot een hoeveelheid van SOL)
ton kolen en cokes. Dagelijks neemt
deze hoe\eel:ieid toe en naar a !e \va:i
scliijnlijkueid zaJ men binnenkort de
lu.UJO ton bereiken. Dank z.j e om
standigheid, heeft men in Belgie geen
enkeleu hoogoven behoeven te dooven
en de hoogovens, die men sedert drie
maanden in Frankrijk beeft moeten
dooven, zullen binnen oen zeer korten
lijd weer in het werk worden gesteld.
Wij bevinden ons dus niet in het eco
nomisch. moeras, dat sommigen voor
spelden, maar voorUultsclilanj neemt
de druk toe.
Dat is ons werk. Wij zjj" er in
Januari mede begonnen, wii zullon
het pe-rfectionnecren, om er het volle
rendement uit te verkrijgen. Hiervoor
hebben wij nu ook te Parijs gearbeid.
Sedert het begin zijn onzo beide lan
den bes'oten geweest, den strijd lot
het einde voort te zetten en ik kan dus
niet zeggen, dat dit besluit is beves
tigd, maar wij hebben onzo beslissin
gen in onderling verband gebracht,
gecoördineerd, als ik het zoo zeggen
mug en deze eenheid vin» actie, welke
thans krachtig ie gevestigd, geeft aan
ons besluit nieuwe kracht-
Maar de bezetting van het Roerge
bied is slechts middel en geen doel.
Men zal ons wellicht vragen: „Welk
wilt gij dan bereiken?" Dat is
heel eenvoudig. Wij willen, dat Duitsch
land ten slotte erkent, dat het het
•pel heeft verloren, dot verschrikke
lijke spel van financieel cn monetair
bankroet, dat het reeds vier jaar lang
speelt en dat bet er toe heil uit, de
schadevergoeding tc betalen en ons
aanbiedingen doet. Indien deze voor
stellen ons gedaan worden, wcest er
dan zeker van, mijne heeren, dat wij
zullen weten in welke bewoordingen
wij er op moeten antwoorden. Niet
geest- van wrok; een zoodanige
geest, hoe gerechtvaardigd het ook
mogo schijnen, zal ons het antwoord
niet ingeven. Onze woorden zuilen
verband houden met dc werkelijkheid
en do noodzakelijke en gebiedende be
hoeften van Frankrijk en België, die-
door den oorlog zoo hgvig geteisterd
zijn. Duitschland kent onze ruines en
indien het ons voorstellen doet, welke
ons in staat zullen stellen, die ruïnes
te herstellen, dan weet gij allen, dat
Frankrijk en België zo met liun geal
lieerden zullen onderzoeken met het
vaste voornemen tot een regeling to
geraken, maar dan is het noodig. dat
die voorstellen gedaan worden met
dien wil om tc lurs:i n, die zal
'niet nalaten het telkens to zeggen
tot dusver steeds aan Duitschland
heeft ontbroken. Zoolang die voorstel
len ons niet hebben bereikt, kunnen
wij slechts onze houding handhaven
en sterker doen uitkomen.
De houding van
Engeland.
Dc door de Fransche en Béigioche
ministers te Parijs stenomen besluiten
genieten in Britsche kringen een goe
de ontvangst De „Daily Telegraph"
zegt: ,De zeer krachtige bewoordin
gen van het officieel communiqué van
den Quai d'Orsay zijn alleszins
eenigbaar met een redelijke maar toch
energjeke politiek jegens Berlijn. De
regeoringen van Frankrijk en België
hebben hun eisch herhaald, dat
Duitschland met directe voorstellen
aan de geallieerden voor den da:
moet komen. Dat is ook de zienswijze
van Engeland".
Beuker, de Duitsche rijks
minister voor cconomlscho
aangelegenheden,
heeft op dc igde jaarlijksche vergade
ring van den Bond van Saksiscbo fabri
kanten een rede gehouden over het thema
Duitschland's economische toestand en
het vraagstuk van herstel. In het eerste
gedeelte van zijn rede wees hij er op,
dat het verdrag van Versailles en de
daaropvolgende conferenties over he'
vraagstuk van herstel de belangrijkste
vraagstukken nog veel ingewikkelder in-
plaats van eenvoudiger hebben gemaakt.
De politiek, door Cuno tot nu toe ge
volgd, is een economische politiek, aan
gezien slechts daardoor het vraagstuk
der schadevergoeding kan worden op
gelost. Sprekende over de Roerbezet
ting zeidc hij, da» Frankrijk zich daar
niet bevindt om economische vraag
stukken op te lossen doch om politieke
doeleinden na te streven cn daar koel
bloedig alle overtredingen cn roovcrijen
begaat, die ia het Duitsche Wetboek van
Strafrecht staan opgesomd. In geval van
nieuwe onderhandelingen zal cr geen re
geering te vinden zijn, die een stuk oa-
dertcekent, waarin van Duitschland meer
verlangd wordt dan het prestoeren kan.
De bedragen moeten in het rijk der
mogelijkheden blijven. Tevens moet men
bepaalde bedragen noemen, opdat
Duitschland dc taak zal kunnen bcoor-
deelen, welke op zijn - -houders zal wor
den gelegd. De grot. - -gen van het
economische leven van i-raitschland
gen niet worden weggenomen. Tegen
over den eisch vau demilitarisccring van
Rijnland cn Roergebied onder toezicht
den Volkenbond stelt Duitschland
den eisch. tot ontruiming door het Fran
sche militarisme. Wij willen Rijnland cn
het Roergebied terug, want wij willen
ons Duitsche vaderland voor ons.
hebben geen bezetting of toezicht
dig, ivij willen geen kolonie van Frank-'
rijk zijn.
Het Fransoho Rooravontuur,
schrijft Bernliard Dernburg in het „Ber
liner Tageblatt" moet ton eeuwigen dage
onvruchtbaar blijven. Daaraan is niets t«
doen. zelfs al zou liet gelukken om tijde
lijk het drievoudige, ja 'l tienvoudige aan
kolen maar Frankrijk to slopen. De inner
lijke grond, waarom dezo Fransche Rijn-
politiek onvruchtbaar moet blijven, is
<le verkeerde beoordeeling van den Duit-
scher en van do krachten, dio hem
Men vergeet, dat thans dc dingen geheel
anders liggen dan ten tijde vail Napoleon,
toen Rijn- en Roergebied ui >T.*nscïie
handen waren. Toen waren het Duitsche
vorsten, veelal aan het land vreemd, die
als Fransche kostgangers hel bewind voer
den en dat was nog niet eens verraad, aan
het vaderland, omdat er geen vaderland
was. net volk had daar eigenlijk
mee te maken; dat had geen stera. Maar
thans :s er één natie en ééa gemeenschap
pelijk vaderland, cr bests
n democratie. Een heth:
is dus niet mogelijk
Dui
5ehee
aan
e opvatting der Frai
onschuldig. Do ondorlcskeuing T.vn hel
verdrag van Versailles, het aanvaarden
van het ultimatum van London, heeft tic
Fransche meeniiig versterkt, dat men den
Duïtseher maar bij de kraag heeft te pak
ken on hem flink door elkaar moet schud-
«ten om to verkrijgen wat men van hom
'•isohlo. En toen het dit alles deed,
het wel, in welk nameloos ongeluk hét
maal, dat iemand, «.lie door een woedenden
stier wordt aangevallen, ln een afgrond
springt.
Dit heeft Poinearu den moed gegeven
tot do methode, die hij thans gebruikt,
Maar aan zulk eou toegeven komt oen
einde, liet moet thans tot een definitieve
oplossing komen. „Wanneer ik mij niet
vergis, schrijft Dcrnbtfrg, zal dezo regec-
ring niets onderlcckencn, waaraan zij niet
van den be-girjno aan heeft meegewerkt,
m waarvan zij aiiet de ovortuiging liecft,
-lat Duitschland het na kan komen. I>e
regcering van thans stelt ccn combinatie
voor, wier heloftn én i.ndcrteekming «co-
r.omischc waarde bezit, d.w.x. wier toe
zegging internationaal als e*n hnji* voor
cn liquidatie der schadevergoedingen
ajigs der weg van internationale Icenin-
;cn kan ge'den. E-n wio Überhaupt nog
;e!d van Duitschland moet hebben, cn dat
ijn niet alleen de Fransehen doet na
iet mislukken der Roer-onderneming er
joed aan, om daar rekening mee tc
houden.
Uit den Duitschen
Rijksdas.
Maandag middag begon in den Rijks
dag het met spanning verwachte twcc-
daagsche debat over de buitcnlandsche
politiek, in den loop waarvan cc minis
ter van Buitcnlandsche Zaken, dr. Ro-
een uitvoerige verklaring aflegde.
Hij zei da; dc afloop van het Roer-
conflict van weicldgeschiedkunclge be-
teckcnis is. Wanneer het Frankrijk ge
luk;, dc ongewapende bevolking te on
derwerpen. zou het militarisme voor alle
tijden troef zijn cn zou nog alleen het
aantal der bajonetten beslissend zijn, cn
niet het volkenrecht.
Dc Duitsche af we er maatregelen, 2el
hij, kunnen alleen defensief zijn.
Hij zette vervolgens dc vooigcschiedc-
is van den huidigen toestand uiteen, cu
verklaarde, dat het verzoek om een mo
ratorium van het vorig kabinet bij den
brief van Cuno aan Bonar Law was uit
gebreid.
liet was bedoeld als de brug naar ccn
definitieve oplossing, maar bet werd van
dc hand gewezen, daar Frankrijk niet
slechts geld, maar ook economische voor
deden voor zijn industrie cn poüiicxc
beveiliging tegen ccn vermeend gevaar
van een Duitschen aanval nastreefde.
Vervolgens zette Von Roscftbcrg uit
een. dat de z.g. „voorstellen van Bcxg-
mann" beoogden, vooreerst een bedrag
milliard goudmark vast ;c stellen,
opnieuw vier h acht jaar met tel-
Onze Lasiiliock
Complimont,
Welmeeneade oude tante tot zan
geresje: ik ben je toch z«>o tlank-
jbaar voor dat lied, lieve. Het bracht
me in mijn verbeelding weer in liet
ouderlijk huis. Als ik mijn oogen
sloot en naar jo zang luist ér do.
•was het me of Ik de oude poort weer
hoorde knarsen.
Ondeugend.
Een klein jongetje zat op co« stoep
je. Een méneer naderde, wt-nddo zich
tot den kleinen man: Wel. ventje,
is Je moeder thuis?
Ja, meneer.
Do heer belde. Belde nogmaals.
Balde nog eens. Maar niemand ver
scheen.
Wel, jongen, je zei me toch, dat
jo moeder thuis was?
Ja, meneer, maar ze woont hier
niet, was het antwoord.
kens vijf milliard verhoogd zou moeten
worden, wanneer het internationale lcc-
ningsconsortium de betalingscapaciteit
van Duitschland aanwezig mocht achten,
dus tc samen de bereidwilligheid tot het
betalen van dertig milliard goudmark.
Doch zoo min Bergmaan als de inmid
dels overleden Duitsche gerant tc Parijs,
konden die plannen indienen. Integen
deel, zonder dat er kennis van was ge
nomen, had de bezettig van liet Roerge
bied plaats, boewei Duitschland bereid
was. aan zijn berstelplichtcn te voldoen,
voor zoover het daartoe in staalt was.
De minister vroeg, hoe een verantwoor
delijk staatsman, die onder alle omstan
digheden zijn beloften wil houden, met
betalingen kan beginnen, alvorens hij
weet, in welken vorm de Duitsche ar
beidscapaciteit zal worden hersteld door
de ontruiming van de wederrechtelijk
bezette gebieden, en de vermindering
der bezetting van hc; Rijnland. Niette
min heeft <le Duitsche regcering andere
wegen gezocht.
Hij herhaalde vervolgens het bekende
voorstel van den Amcrikaanscken staats
secretaris Hughes, en kantte zich tegen
de oprichting van een zelfstandigen Rijn-
noemde de geleidelijke ontruiming van
het Roergebied, naarmate de betaling
van dc schadeloosstelling zou vorderen.
Hij noemde voorts Poincaró's rede tc
Duinkerken een gewaltpredigt, ca her
innerde aan dc houding van Bismarck
van '70'71. De volken van Duitschland
cn Frankrijk, eindigde hij. hebben maar
één keuze, met elkaar te leven, of rr.ct
elkaar onder tc gaan. Als Frankrijk
Duitschland's recht op vrijheid en een
bestaan zou erkennen, cü af zou zien
van verdere vernederingen, zou het ijs
gebroken zijn.
Zoolang Frankrijk niet geneigd is,
•Wiift er voor Duitschland slechts een
weg open. Het zal dan ook verder dc
landen op elkander zetten en in ver
trouwen on zijn reoht en gesteund
door dc zedcüijlce kracht van het
Duitsche volk alsmede door den wil,
te leven, verder verzet blijven uit
oefenen. Ook zal de Duits '-': regce
ring zich er niet toe lce.nen tc traoli-
ten. om de huidige moeilijkheden op
te lossen, door er de toekomst mee
ta bezwaren. (Stormachtige en lang
durige bijval van liet geheele Huis on
de tribunes).
Verder verklaarde Von Rosenberg
nog Ik geloof, dat de oplossing, welke
eens gevonden moet worden An gevon
den zal worden, haar uitgangspunt
zal neuten van het destijds zoo a' iof-
moederlijk behandelde Duitrche plan.
Duitschland is bereid en geneigd ter
vervuiling van xiin schadeloosstel
ling* verpachtingen to arbeiden, of
fers tc brengen en *e betalen, wat in
zijn vermogen li--;. 1)1. is do iuboud,
maar ook de grens zijner verpiich
tingen. Do vraag, waarom «te strijd
gaat. luidtV.'elko bedragen kan
Duitse!:1 and betalen? Wie wil thans,
zoolang de Fransche vornieti^ings-
oorlog tegen het economisch leven van
DuiUchlaiid voortduurt, het waagstuk
ondoruemen. in getarirn <lo bctaiings-
caixaciteit van Duilscklund vast tó stol
len of ook maar te schatten? Hoe
kunnen door hen, die .enalotto dc ver
antwoordelijkheid drogen en die on
der alle omstandigheden zich wi-kn
houden aan hetgeen zij beloven, getal
len Worden genoemd, voordat wij we
ten wanneer en in welken vorm de
meest elementaire voorwaarde voor
een zoo hoog mogelijke prostatic
von DuiUchttand, nl. liet herstel van
de mogelijkheid orn e arbeiden, door
de ontruiming- d«r wederrechtelijk be
zette gebieden, vermindering der In
zetting van het Rijnland, he: deflnd-
tief afstand doen van iedere politiek
van sancties en panden, waarborgen
heid €wnr',:',iiïchc L*e 1 ijkgeréchtigd-
Na voorts te hoblen herinnerd aan
eo bekende voortellen, welke door
den Amerikoanselien staatssecretaris
Hughes te New-havcn ziin geopperd,
Ring de minister aldus verdor
Volgvns de mun.ng <jcr rijksregee-
riiur diende ©en internationale com
missie van zakenlieden of een uit der-
Koiiike experts bestaand oupar.ijdis
lichaam, waaraan Duitschland c-n
Frankrijk met volkomen gelijke rech
ten zouden deelnemen. x.oo spoedig
mogelijk bijeen te komen om de voU
gemle vingen te beantwoorden
ln «Ie eerste plaats de vraag- Wat
heeft Duitschland ,,t dusverre gepres
teerd r Ten tweedeWat kan en moet
Duitsch and volgens recht nojj pres-
teerenl En ten derde Op welke wijze
kan deze prestatie verwezenlijkt wór
den i Wanneer bovengenoemde of een
dusdanige weg zou worden bc- reden,
dan is ook de Duitsche rejteering be
reid. op de internationale geldmarkt
een zoo groot mogelijke leeniug ot> te
nemen, welke van ledore Raro-ntie zal
worden voorzien, «lii dooi hei iee-
ningsconsortium noodig zal worden
geacht. De opbrengst van dezo lceninj;
zou Duitschland iu staa. stol'en aan
Frankrijk of dc andere geallieerden
onmiddellijk voorschotten in baar ter
hand te stollen.
De Duitsche regeorina is cr van
overtuigd aldus spreker - - dat de
Duitsche industrieeclo- cn handels
kringen hun krachten in diens: van
de sohadelooeete i -•ingsve rpl ichli ngen
zullen stellen, tvclke dan op een uit
voerbare hoogte zullen zhn sobracht.
Bovendien zal dc Duitsche regeering
genoemde kringen langs wette'ijkcn
weg daartoe noodzaken.
Na dezo rede begonnen de debatten
die heden Dinsdag, willen worden