mm
m
m
m
m
m
m
m
m m
m
m
m
Iffll in 1 i m
m iü i i ra
m m isi i
Schaakrubriek
om omdat in Engeland die naam zel-
iden of nooit gebruikt wordt. De vrees
om voor een taaiijveraar aangezien
te worden belet mij over dit chapiter
verder door te borduren.
Deze wedstrijden verheugen zich
6inds jaar en dag in de belangstelling
van alle .meilief hebbers. Inderdaad
vormen zij een waardig begin voor
het wedstrijdseizoen. Het aardig© van
de Varsity is, dat nog weinig bekend
is omtrent de onderlinge krachtsver
houding der ploegen. \Vel verschijnen
natuurlijk van tijd tol tijd in de dag
bladen beschouwingen over do vorde
ringen der diverse manschappen,
doch dit heeft tocht slechts tot gevolg,
dat de animo nog meor 6liigt. De fa
vorieten besluiten nog eens hun uiter
ste best te doen, terwijl de bij voor
baat verslagen geachten zich voorne-
.men nu toch eens voor do verrassing
zorg te dragen. Zoo is het dun ook
.werkelijk uitermate moeilijk eenige
voorspelling omtrent do uitslag van
een roeiwedstrijd te doen. Zelfs ploe
gen met op 't oog zeer slecht werk
kunnen door een goede lichaamszwaai
bijv. een zeer groote snelheid ontwik
kelen. Maar toch is ongetwijfeld juist
om in 't algemeen een ploc.g die wat
stijl betreft 't beste roeit de beste
kans te geven. Wat het hoofdnummer
betreft 'i volgende:
De ploegen waarbij sinds verschei
dene jaren steeds de meeste zorg aan
den stijl is besteed, zijn ongetwijfeld
die van Nereus en Laga. Persoonlijk
kan ons daarbij de slag A'an Laga het
meest hekoren. De rustige zwaai van
't lichaam naar voren geeft waarborg,
dat de roeier gelegenheid heeft op
adem te komen voor de komendo slag.
Dij Nereus daarentegen wordt bet li
chaam direct na 't wegzetten van de
riem voorovergebogen hetgeen het ge
vaar met zich mee brengt dat door de
direct ver voorovergebogen houding
van 't lichaam de adem als 't ware af
geknepen wordt, Hoe het ook zij, de
ploegen zijn vol verlangen elkaar's
krachten te nieten in het hoofdnum
mer; de oude vier, Geenszins is hier
mee gezegd, dat de strijd ditmaal uit
sluitend uitgevochten zal worden tus-
schen de twee hierboven genoemde
concurrenten. Ook Njord schijnt van
plan een ernstig woordje meu te spre
ken. De ploeg waarmee Njord uitkomt
vertoont een geheel ander beeld als de
Nereus- en Laga-ploegen. Bij Njord is
men van het principe uitgegaan, dat
stijl iets bijkomstigs is. De hoofdzaak
is, dat de roeier makkelijk zit. Dit
principe lijkt wel zeer gevaarlijk. Mo-
gelijkwijzo zal het iets goeds opleveren
voor een skiff, maar in een ploeg zal
'l verband tusschen de verschillende
roeiers komen tc ontbreken. Het is
dan ook niet te verwonderen dat het
roeien der Njordpoeg wat rauw aan
doet. Toch heeft de boot een behoor
lijken gang, wat voor een niet gering
deel toe te schrijven is aan liet feit,
dat de ploeg reeds verleden jaar in de
zelfde samenstelling op verschillende
.wedstrijden is uitgekomen. De twee
andere concurrenten zijn Triton en
Aegir. Ook Triton beschikt ditmaal
over een krachtige ploeg. Wat Aegir
betreft, sinds eenige jaren geleden
Aegir voor 't eerst uitkwam en toen
'op even fraaie ah onverwachte wijze
beslag legde op den hoofdprijs die
reeds in gedachten door allen aan
Nereus was toegekend, worden de ge
dragingen der Noordolingen met een
zekere geheime vrees waargenomen.
Dit temeer daar berichten over de
.vorderingen der AcgLr-ploegen maar
sporadisch tot ons komen en men dus
.wenig of niets van dezen concurrent
afweet. Aegir beeft sinds dit fraaie
debuut weinig meer gepresteerd, zoo
dat wij in deze zullen moeten afwach
ten.
Belooft dus 3iet hoofdnummer bij
zonder spannend en interessant te
worden, niet minder goed is liet bij
programma verzorgd, waarvan wij
echter alleen bet- roeien der Minerva-
vieren aanstippen. Dit nummer werd
verledn jaar voor 't eerst ingesteld,
doch niet verroeid. Ditmaal hebben 2
ploegen te weten van Nereus en de
Maas ingeschreven. De bedoeling is
dat in bet nummer Minervu-vier ploe
gen inschrijven zullen bestaande uit
oud-studenten, die zoodoende in gele
genheid gesteld worden hun hart nog
maals aan de oude geliefkoosde sport
pp te halen.
Blijft het weer gunstig 'dan gclooven
wij wel, dat een en ander tc samen
genomen, velen zal bewegen ook dit
jaar den tocht naar de Hembrug weer
te aanvaarden. Wij laten tot slot nog
bet programma hier onder volgen:
2 uur: ovemaadschc vier: Boei I:
Njord, boei II Aegir, boei III Laga,
boei IV Triton, boei V Nereus.
2.20: Jonge vier boei I: Laga, boei
II Triton, boei III" Nereus.
2.50: Skiff. Boei I Laga, boei II Tri
ton, boei III Nereus.
3.15: Hoofdnummer (Oude Vier baan
3000 M.) boei I I.agn. boei II Triton,
boei III Nereus, boei IV Njord, boei
V Aegir.
4 uur: Overnaadsche twee. Boei T,
Triton, boei II Nereus, boei III Njord.
4.30: Minerva IV. Boei I Nereus,
boei II Maas.
5 uur: Jonge acht. Boei I Laga, boei
II Njord, boei III Nereus.
Zeilen.
Haarlemsche Zeilvereeniging
OPENINCSTOCHT.
't Prachtige weer van Zaterdag had
de verwachtingen hoog gespannen!
Maarde Zondag begon onder niet al
te beste verschijnselen. Wel wilde de
zon door dc bankige lucht dringen,
maar het rechte was het toch niet. Ge
lukkigliet weerglas ging in dc goede
richtinghet vrouwtje kwam naar
builen 1 Met een goede dosis enthou
siasme werd niet getwijfeld cn tassc'ncn
.werden met versnaperingen volgepropt.
Aan 'c Noordcr Buiten Spaarnc was
liet tamelijk stil.
Bij de Schotergasfabriek, neen, reeds
aan de Fricsche Varkcnsmnrkt, waaide
ons de H. Z. V.-vlag bemoedigend toe.
Aan de Jan Gijzenvaart was 't ccn cn
al leven de vlaggen aan het Vletterhuis
(een goede, sympathieke gedachte van
den heer Fransscn) klapperden fier in
de lucht.
En daar ging het dan naar den „start"
bij de Schotcnschc Gasfabriek! Menig
een had een „rifje" gemaakt, want de
lucht was dikker dan tc voren een fijne
motregen wilde liet genot, dat ons
wachtte, bederven. Maar, na het sela van
nummer i ging het met het windje ach
ter naar Spaarndam. Een motorboot
volgde met talrijke belangstellenden, die
wind cn vochtigheid trotseerden.
En ze zullen er geen spijt van gehad
hebben. Een ieder, die wel eens de tal
rijke zeiltjes gezien heeft, weet wat een
bekoring er van uitgaat!
De bijeenkomst in den „Mooien Hel"
werd afgelast; gezamenlijk werd ge
meerd aan den ingang van de 'Spaarn-
damsche sluizen. In optocht ging het
naar den Dijk geen plaatsje bleef in 't
groote café onbezet.
Natuurlijk was heel spoedig de piano
uit de huiskamer gesleept cn het be
kende programma werd afgevingerd.
Hier vond de voorzitter, de1 heer Veld-
huyzen, de gelegenheid, zonder officieele
ceremoniën, toch „officieel" te openen.
Zijn wcnschen werden ten volle beaamd
en een luid hocra-tje daverde door de
zaal. Een kiek van het geheel werd tot
besluit genomen, waarna allen met de
vlag voorop weer naar de diverse boot
jes stapten.
Ondertusschcn was 't weer geheel op
geknapt; met een zacht briesje en zon
neschijn ging het weer 't schitterende
Spaarne op, waarna talrijke zeilers zich
nog vereenigden bij 't „Vletterhuis""*. Met
de belofte, a.s. Donderdag weer een ge-
zamenlijken tocht naar de Varsity te ma
ken, ging ieder voldaan huiswaarts.
Met recht kan gezegd worden, dat de
openingslocht ccn ongekend succes
was.
Dat de vertegenwoordiging van eeni
ge Zaansche zeilers op prijs gesteld
werd, behoeft natuurlijk geen heioog.
warmende he-
Watersport.
De nieuwe lente is wel door weinigen
so met vreugde begroet als de ware lief
hebbers van ilo watersport, do zeilers, de
2rs, de zwemmers, de motorbootvaar-
ders. Do grootste enthousiasten onder hen,
heb ik altijd meonen op te merken, zijn
de zeilers. Voor hen bestaat er geen an
dere tak van sport, die in den scbaduw
kan staan van -hun zeilvermaak. En wan
neer de dagen beginnen te lengen, de zon
wat meer kracht gaat krijgen, lang voordat
het eerste jonge groen de boomen versiert,
zijn zij in de weer op hun boot met verl
of teerkwast, met reparatie of vervanging
an touwen en zeilen.
De zwemmers hebben hun sport, thans
ook in onze stad, gedurende den gehcelen
winter kunnen beoefenen, Althans een ge
deelte hunner, voor verreweg de meesten
is de openstelling van de openluchtinrieh-
tingen het einde van een gedwongen win-
De roeiers trekken er ook reeds vroeg
weer op uit, zij kunnen een staartje
het koude weer bij hun
ziglieid nog wel velen.
Voetbal, hockey, korfbal houden vele
watersportliefhebbers nog enkele weken
vast, maar als deze wintersporten afge
wikkeld zijn, worden de ranke gieken naar
buiten gedragen, de zeilen geheschen en
het zomerfeest neemt een aanvamg.
Zijn deze zomersporten niet onze- eigen
vaderlandscho sportuitingen? Wat is na
tuurlijker in ons waterland aan een groote
liefhebberij voor alle sporten en spelen,
die op of in dft water beoefend worden?
Wat zou natuurlijker zijn dan dat ieder
Nederlander een enthousiast zeiler of
roeier eu in ieder geval dun volmaakt
zwemmer zou zijn? Maar wij zijn nog wel
zeer ver hier van af. Er worden, ook in
den zomer, nog zooveel andere aantrek
kelijke takken van sport beoefend, dat de
cricket-, tennis-, athletiekbeoefenaars niet
aan zeilen of roeien toekomen. Wij behoe
ven er niet om te treuren, dat ons land
niet meer, zooals in vroeger eeuwen, de
eerste plaats inneemt onder de zeevarende
landen der wereld. De verhoudingen zijn
nu eenmaal anders geworden en de plaat-
die ons kleine landje in de wereldscheep
vaart inneemt mag zeer zeker nog met
eere genoemd worden. Wel was het ech
ter jammer, dat langzamerhand het spe
levaren zijn aantrekkelijkheid voor de Ne
derlanders ging verliezen en daarom kan
dc opleving ook in deze takken van sport
niet anders dan met vreugde geconsta
teerd worden. In do laatste 15 jaar onge
veer, zijn talrijke nieuwe vereenigingen op
het gebied der watersport gesticht en ook
in onze eigen waterrijke stad is deze op
leving niet uitgebleven.
Snel gaat het niet, want buiten do attrac
tie van de reeds genoemde andere zomer
sporten, gaan ook de roei- en zeilsport,
vooral echter de motorvaarderij met niet
onbelangrijke kosten gepaard.
Maar onder watersport is niet alleen te
verstaan het zeilen in kostbare groote
jachten of het roeien in snelle gieken cn
skiffs. Do huisvader, die des Zondagsmid
dags met zijn geheele familie in een klein
stevig, gebuurd roeibootje stapt en eerst
tegen den avond, de zon in het gezicht,
vermoeid van het trekken, weer huiswaarts
keert, doet eveneens aan watersport. Ook
hij profiteert met zijn gezin van de li-
chaanjsontwikkelende spieroefening die
het roeien, veelzijdiger dam welke andere
sport ook, hem oplegt. En van de gezond-
heid-met-lepels die op een zomerschen dag
op onze trekvaarten en meren te vinden
Ons door de natuur aangewezen element
is nu eenmaal het water. En uit een gc-
zondheidsoogpunt behoeven wij ons hier
over zeker niet te beklagen. Daarom moe
ten de Nederlandsche jongens en meisjes
ook in steeds grooter getale, als het kan
aan de zeilsport, vanzelfsprekend aan
roeien, maar in ieder geval aan de zw
sport, want, hoewel het do laatste jaren
veel beter is dam vroeger, is het nog
jammerlijk "feit, dat slechts een klein,
zeer klein, gedeelte van ons volk de zv
kunst verslaat. Een grondige kennis
het zwemmeii zijn wij niet alleen verplicht
aan de bëhagelijko vorkoeling van het li
chaam, op een hoeten zomerdag, maar aan
onze lichamelijke ontwikkeling, onze g
zondheid en onze eigenveiligheid.
Bowling
Een Anglo-Snksisehe sport,
Zooals do lezer reeds opgemerkt zal heb-
bedoeling hem
500 Meter bórst-zwemmen Courtman
dan een en ander te vertellen over vor
men van sport, die in ons land niet be
oefend worden maar in andere staten een
min of meer groote populariteit genieten.
Dat wij hierbij bijna altijd het Vereenigde
Koninkrijk als gcl>oortcplaats en land van
beoefening moeien aanduiden is onver
mijdelijk, want dit rijk is nu eenmaal de
bakermat van vrijwel alle takken van
Bowling is een van die Angel-Saksisclic
sporten, die voor volken van andere na
tionaliteit geen bekoring genoeg schijnen
te bezitten om te verleiden tot navolging,
want hoewel het spel over de geheele we
reld beoefend wordt, zijn liet overal En-
gclschen, die dit doen. Maar oen ander
ding heeft hel niet vrijwel allo sporten «e-
latnulijk dat du oorsprong gezocht
wordt bij de .Grieken, zelfs bij de Egyp-
tenarcu. Maar dan, ook zooals steeds;! in
een vorm, die vrijwel geen enkel aanra
kingspunt heeft met het tegenwoordige
spel. Daarom kunnen wij vei3ïg volhouden
dat in Schotland het bowling is uitgevon
den, genoeg eeuwen geleden overigens om
liet zonder er .Grieken of Egyptenaren bij
le halen, tot een der oudste sporte-.n to
maken. Een zeer belangrijk incident uit
do geschiedenis is er ten nauws'.o mee
verbonden. Een bekend Engelsch schil
derij vereeuwigt het oogenblik dat aan
den Brilschen admiraal Sir Francis Drake
hot bericht gebracht werd, dat do Spaan-
scho Armada in het zicht was. De admi
raal moest bij dezo tijding natuurlijk on
middellijk zeo kiezen, om den vijand .te
lijf to gaan, maar zoo groot was do beko
ring van het bowling spel voor den slöe-
ren zeerob, dat hij 's lunds belang eenigen
tijd liet wachten- tot hij zijn partij had
afgemaakt.
Na deze korlo inleiding zullen wij
trachten den lezer in weinige zinnen eenig
begrip van dit spel bij te brengen.
Bowling wordt gespeeld op een klein
vierkant veld, elke zijde 40 yards (onge
veer 56 1/2 Meter) lang. Dit terrein!je, dat
omgeven ia door een greppel van 15 c.M.
diepte cn anderhalve voet breedte bene
vons een dijk van twee voet hoogte, moet
zoo vlak mogelijk zijn en daartoe dage
lijks onderhouden worden. liet is ver
deeld in ten minste 19 vakken, waarvan
do hoeken worden aangegeven door hou
ten paaltjes. Langs den grond gespannen
bevindt zich een wit linnen band als
middellijn.
Do ballen, bij dit spel in gebruik, zijn
vervaardigd van z.g. lignum vitae (levend
hout, wortelhout) dat zeer hard is en
buitengewoon zwaar. Het eigenaardige
van dezo ballen is, dat zij niét rond zijn,
maar bestaan uit twee helften, die elk op
zichzelf zuiver rond, ongelijk van middel
lijn zijn. Zij rollen daardoor niet zuiver,
maar hebben neiging op do kleinste helft
te gaan liggon. Elke speler heeft twee
paar van dezo ballon.
Hot spel kan met hoogstens 4 declne
mors aan weerszijden gespeeld worden. Elk
der parturen heeft een leider, die hot spel
zijner partij regelt. Wanneer ccn partij
begint, neemt de eerste speler zijn matje
van rubber, logt dit' op de middellijn op
een afstand van een yard van de greppel,
plaatst zich met beide voeten of een voet'
op de mat en gooit de z.g. „Jan" een wit
porceleincn bal van ongeveer 61/2 c.M.
middellijn in do vlakte of ring, die op
hot terrein is gemerkt. De Jan moet min
stens 25 yards in rechte lijn geworpen wor
den. Gaat hij scheef, dan moet hij van
het punt waar hij ligt in rechte, lijn naar
de middellijn gebracht worden.
Hierna doet de voorman den eersten
worp met den houten bal volgens de aan
wijzingen van den leider, gevolgd door
een worp van den voorman der tegen
partij. Om de beurt werpen de beide voor
mannen dan bun tweede ballen. Hierna
komen dc tweede en derde spelers van
elke partij en tenslotte de leiders. Nu
wordt do ligging der ballen nagegaan en
de partij, die een of meer ballen dichter
bij den Jan geworpen heeft dan den
diclitslbijzijndcn bal van de tegenpartij,
ontvangt voor elk dier ballen een punt.
Do voorman van do winnende partij
heeft nu het recht zijn collega van de ver
liezers to gelasten zijn matje te leggen op
do hoogte waar do Jan zich bij bet eind
van het spel bevond of meer naar achte
ren, oohter op minstens een yard van de
greppel.
Een vollodig spel bestaat uit hoogstens
21 partijen of tot eeii der ploegen 21 pun
ten heeft behaald.
Een -bal, die in de greppel rolt zonder
iti zijn loop tden "Jan1 ,tc hebben geraakt,
blijft buiten spel. Wanneer de Jan door
een anderen bal woirdt geraakt, moet hij"
blijven liggen, waar hij terecht kwam, al
is het in de greppel. Hij kan daar slechts
weer uitgeworpen worden met een bal, die
reeds vroeger den Jan geraakt heeft. De
bal die in zijn baan den Jan heeft geraakt,
wordt met krijt gemerkt, welk merkteo-
ken er voor het begin van een volgende
partij weer van dient te worden verwij-
Voor verscheidene worpen bestaan be
paalde namen bijv.:
Een treffer is de bal die erop gespeeld
wordt, zoo mogelijk tegen den Jan te blij
ven stilligen.
Een wachter is een worp, bij welken de
bal zoo lang moot worden gerold, dat hij
de tegenpartij belet bij een in gunstige
posilio liggenden bal van de eigen partij
te komen.
Eon -carambole is een worp, niet recht
streeks, maar via een anderen bal naar
den Jnn.
Wanneer do tegenpartij een of meer bal
len dicht bij den Jan heeft, tracht men
dezen laatslo te verrollen.
Als laatsto redmiddel, om een partij uit
het vuur to slepen kan men door „smij
ten" trachten zooveel mogelijk ballen van
hunne plaats te slaan.
Het bovenstaande is in grove, zeor
grovo trekken, het principe van het Lawn
Bowl spel, gemeenlijk bowling genoemd.
Er bestaan nog talrijke bijzondere bepa
lingen en puntenberekeuingen, waarop wij
in dit bestek echter niet kunnen ingaan.
Wie er echter meer van wil weten, leze het
aardige bockske Lawn Bowl uitgegeven bij
J. F. van de Ven, Is Baam, waaruit wij
do voorgaande gegevens putten.
Bowling is een van die spelen, die de
jonge sportman zoo gaarne naar de „oude
lieeren" verwijst. Inderdaad, het is een
kalm spel, zonder heftige liehaamsinspain-
ning, zonder snelle verplaatsing. Maar het
is zeer moeilijk en de titel openlucht-bil
jarten, dio hot door velen gegeven wordt,
is zeer juist.
liet berekenen van den loop der ongg-
lijk-rondo ballen is, zooals vanzelf spreekt
zeer moeilijk en slechts na grondige oefe
ning kan ocnige bekwaamheid verkregen
worden. En er is veel afwisseling in,
want do laaLsto worp van een partij kan
allo hoopvolle verwachtingen van een
ploog in duigen doen vallen. Hierdoor en
door do vele overige complicaties, die zich
geregeld voordoen, wordt het spel nooit
eentonig en ook voor ingewijde toeschou
wers is hot hot aanschouwen zeker waard.
Een gezondo lichaamsbeweging in de
open lucht zonder al te groote üchaoms-
inspanning en zonder eenige kans op on
gelukken.
Dat is bowling.
DAMRUBRIEK.
Damredacteur: J. W. van Dartelen,
Roosvcldstraat 70, Haarlem.
Allo correspondentie, deze rubriek be
treffende. gelieve nicu te zenden naar Bo
vengenoemd adres.
PARTIJ No 5S2.
Een leuke partij, uit ccn match in De
cember 1014 gespeeld in het „V A. D.".
tusschen de hoeren J. H. VOS met wit
en J. DE HAAS -met zwart,
1. 33—28 1721
2. 31—26
Een zeer goed antwoord. Ook 38—33,
42—38. 47-42 en 34—20 kan mei góed
gevolg gespeeld worden.
12—17
Met de bedoeling het spel ingewikkeld
te maken. Solider is 19 naar 23 of 24.
.3' 3933 7—12
4- "44—39 7 8—22
5- 34—29 13—iS
6. SO—44 O—13'
7. 40—34 21—27
Zwart mag met dezen afruil niet wach
ten, anders volgt 4440 cn dan is 2127
niet zoo goed wegens 2S23, 2924,
34 :2i, zw. 222§, iS 16, een groote af
ruil zonder voordeel.
32 :2i 16 :27
9. 44—40 19—23
'Zie voorgaande opmerking.
10. 28:19 14:23
ZWART.
ISS
ëSI
Hl
88
ni l
in
1 1 Hl
11
i m
"ill
ui
ES
1 1 fS; SIM
□i a
i
IUI
1 1
I ID
n
n
O
O
O
O'
U
Jl
n
O
\U
O
WIT.
11. *37—31
Niet sterk; geeft hiermede het midden
prijs. Beter is 3732 en vooitdurcnd
schijf 37 aanvallen.
1014
12. 41—37 17
13- 47—41
Schijf 47 moest daar tot steun der lijn
tot 47 blijven staan 4641 had dus
gespeeld moeten worden.
14—19
14- 49—44
Wit ziet niet de gevaarlijke omklem
ming, die er met den volgenden zet
dreigt, anders zou hij wel 29—24 ge
speeld hebben. Op 3732 volgt 19—24,
2—2S cn 24 44.
19—24
15. *37—32
Merkwaardigwit heeft in een stel
ling van 18 tegen iS schijven maar één
zet
33—2S, 37 2S, 3S 29.
Op—
23:32, 24:33, 22:24.
16. 32:2i" 16:27
17- 41—37
Wij geven de voorkeur aan
33—2S, 34—30, 39:37
:3 32, 24 33
7—11
iS. 4641 16
19.- 37—32 16—21
Zeer avontuurlijk! Beter is 3—9.
20. 42—37
ZWART.
m n ini iü
a1
1 ISI 1 1 1 1
l
i
ISS
ia li DU
in id~n orn
ril
m oi o
n
1 1 1 O 1 1 1 1
Fout33"28 is de zet. Zwart kan dan
wel naar dam door gaan door
39 30, 3' 22, 26 :6
:2:33a) 6—11, 17:46
maar ten koste van 2 schijven. Slaat
vart direct a) 24:33, dan verliest hij
m schijf,
Wit mag niet 41— 37, dan zwart
32 23, 37 16, 29 20
23—2S, 27—32, 20—25, iS 47.
2228
De slagzet, die nu volgt is zeer mo
volgt 24:42, wit 31 22
3i
Op 33 M
cn 18 49.
6:17
22. 3-3:11 24:31
23. "36:16 12—17
24. It:22 lS:49
Op 16li, dan zwart 2329, 13iS,
S 6. Bij het inleiden dezer combinatie
had zwart aangegeven, dat na den slag
1611 niet kon gespeeld worden.
25. 2621
Sterker i3 4137-
8—12
26. 41—37 23—2S
Na eenige zetten gaf wit op.
(Ontleend aan „Het Damspel").
Probleem No. 5S3'.
Auteur W. v. DAALEN, Haarlem.
(Lid der „Haarlemsche Damclub".)
(Eerste publicatie.)
ZWART.
i i
1 1 1 1 II
i i
MIMI
1MB O' W
Ul ei
1 1 B 1 1
1 '8 HI 1
UI 1
a m i i
1 1 Dl O ISfil IS
□1 1 1 1 1 i 1 1 1
1 1 IQ IH' 1 1 ID
1 lU
1 1 1 1 Di
WIT.
Zwart 11 schijven, op: 13,
19, 22, 24. 29, 34. 35. 43.
Wit 10 schijven, op 16, 26,
56, 42, 45. 47 en 30.
Opl. Probl. No. 573 (P. J.
telen).
Wit; 27—21, 36—31, 46—41
57—31. 40—33. 39 '9, 29- 2,
1 :.I5 (of 35).
/.war: steeds gedwongen.
Een „eigenaarclig-vcrborgeu
nuk!
2S, 32, 33,
Eindspel No. 574 (Crassier).
Wit 33—29, 2S—50, 29—23, 23—iS,
50—39 (tot 11).
Zwart4045" A B, 30—35, 55'—'40,
40—44, 45—50.
Wit 396, 61, 1:4;
Zwart5045, 45 12 veiloren.
3035, 40—45, 35—40 verloren.
28—5, 5'2S, 2S—(50.
Zwart3034, 34 23, 40—45 ver
loren., - - y
Eindspel No. 5/5 ^DufourJV
Wit2—11, 11—7, 7—34, 25 34.
Zwarts 39—43, 43—4SA, 48:30 ver
loren.
Wit J716, 1649.
A
Zwart4349, 49 27 verloren.
Deze vraagstukken werden correct op
gelost door de volgende heeren W. van
Daalen, F. A. Berkemeier, W. C. Groe-
nings, P. A. Nooy, W. J, A. Matla, P,
Mollcma, J. Siegerist, Ph. F, Amelung,
II. Grecuw, H. (I. en W. J. Teunisse, S.
AI. Mons, Aebe dc Jong, Jac, Fr. van
Gardcrcn. II. Boks. J. van Looy, H. T.
Luif cn C. J. van Wijle, allen te Haar
lem A. Slinger, te Schoten; M. Lief-
fcring, tc Heemstede.
Oplossingen, Vragen, enz., te zenden aan den Schaak
redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstraat 93,
Haarlem.
PROBLEEM No. 189
FREDERICK CAFRABZ (1630—1891).
i
Sü
i
V
1
Mat in drie zetten.
Stand der stukken:
Opmerking. Een eenvoudig maar mooi drie-zetje.
Oplossers van twee-zetten kunnen ook dit probleem zeer zeker oplossen.
Een nieuwe zet in de Fransche Partij1)-
toe gold na 1. c4, «6; 2. «14, d5; 3.
Pc3 het antwoord Pfü, als zoowat de sterk
ste voortzetting. Het geregelde verloop is
dan 4. Lg5. Le7; 5. c5, I'd?; 6. Le7:, De7:;
7. PcbS, Pdb6 (of KilS, vim Alapin)8. c3,
aG; 9. Pn3, enz. Wat zien we nu in deze
opening? Dat Wit juist de gelegenheid ge
had heeft het tempo Pb5 te
met de dreiging op c7 te sli
tot Pb6 of Kcl8 te dwingen, en vervolgens
de pionnenketem e5d4 met c3 aaneen te
sluiten. Wat is nu do kracht van den
c5 van Wit? Heel eenvoudig, tzooais al
vele meesterpartijen gebleken is, probeert
Wit een aanval op den zwarten Konings
vleug-el op touw te zotten, en Zivart pro
beert als compensatie een tegenaanval op
den Dame-vleugel. Die tegenaanval wordt
meestal ingeleid met den zet cS. Die zet is
dikwijls .buitengewoon gevaarlijk voor Wit
en vele meesters, die de prachtige bedoe
lingen hadden Zwart's Komiigsvlcugel in
ie timmeren en den tegenaanval, ingeleid
met c5, Pe6, Db6, enz. onderschatten, zijn
smadelijk gestraft geworden, want Zwart's
Koningsvleugel is sterker dan hij er uitziet
eu zijn aanval op den Dame vleugel sterker
dun hij er aanvankelijk uitziet. Vele mees
ters hebben toen geprobeerd, na deze
slechte ervaringen, wel den aanval vast le
houden en vooral het centrum, het teerc
punt der tegenwoordige sehaaktechniek.
Tot dit doel is in deze opening do zet c3,
ofschoon al zeer oud, als de geschikste
bevonden, want het gaf gelegen
heid het slecht geplaatste Paard op a3, op
plaatsen (die de punten d4 en 'o4
prachtig dekken) en later, als de aanval op
Zwart's 'Koningsvleugel werkelijk succes
heeft, met Pe3g4 enz. dezen aanval schit
terend te besluiten. Tot nu toe was dit en
nog het gewo.no verloop en voor
zoover ik "weet, zijn de aanhangers meer
op do witte daji op de zwarto 'hand. Bij
toeval ontdekte ik echter een zet, die Wit's
ondernemingen «enigszins bemoeilijken,
"n ieder geval het jilan, om den pionnen-
keten e5, d4, c-3 aaneen te sluiten, miet in
de hand werken. Na 1. e4, cG; 2. d4, d5; 3.
Pe3 vond ik ais antwoord voor Zwart i7—-
f5. Ik heb dien zet noch in den Bilguer,
nocïi in andc-re boeken aangetroffen. Lange
ontledingen kan ik er natuurlijk niet over
geven, aangc-zien ik er mij niet genoeg als
autoriteit voor aanzie, en ik den zet zelf
in velo partijen zal moeten spelen, cm de
voor- en nadoelen er van te zien.
Laten wij echter in het kort beschou
wen tot welke gebeurlijke gevolgen de zet
kan leiden. Ten eerste merk ik op, dat, in
dien Wit afruilt, hetzij ep f5 of do, er een
sooit Stónewallstolling ontstaat met ge
lijke kansen, n.l. Wit moet probeeren een
Paard op c5 lu plaatsen, terwijl Zwart het
zelfde zal beproeven te doen op e4. Stone-
wall-stollingen zijn altijd uitgekozen ideeën
geweest van aanvallende meesters (Mar-
sehall). Nu komt het idee f 5. Gaat Wit
nu, inplaais van afruilen, met zijn pion
e4 naar e5. een iieel schijnbare voorzetting,
dan zet Zwart onmiddellijk met c5 in,- en
nu heeft Wit niet het tempo c3 tot zijn
beschikking. Ik heb de volgende voortzet
ting in aanmerking genomen na 3. f5; 4.
e5, c5; Pf3 (of 14), Pc6; en Db6, etc.
Lange ontledingen behoud ik mij nog
voor; ik wil eerst do opneming praktisch
beproeven. Do kansen echier voor Zwart,
na Wit's zc-t e5, e5 zijn volgens mij zeer
Jlet idee van f 5 is dus, het niet toelaten
aan Wit door Lg5, plus afruil op e7, en
.vervolgens het gewichtige tempa (Pb5)
wat tot c3 leidt, in het voordeel te komen,
maar onmiddellijk Wit te dwingen tot af
ruilen of na Wit's zet e5, onmiddellijk met
e5 voort te zeilen, zonder c3 t© moeten
(J. P'erïmutter in „De Schelde" d.d. 15
April 1923.)
1) Behoudens enkele kleine verbeteringen
emon wij het stuk in zijn geheel over,
hoewel hier en daai de Vlaamsche taal bij
den oud-Amsterdammer haar invloed doet
Oplossing Eindspel No. 30
Stand der stukken:
Wit: Kal, Da8.
Zwart: Khl, Tg2, Th?.
Bij dezen stand lichtten wij toe, dat het spel remise is, onverschillig of
Wit dan wel Zwart aan zet is.
Gevraagd werd, hoe Zwart wint, wanneer men in dien stand denzwarten
Koning op gl plaatst.
Zwart heeft dan het veld hl vrij en speelt Th?hl, mat dreigende door
Kglli2. waarna volgt 2. DaSbS, Kgl—f2f; 3. Kalb2, Kf2—e3-j-; 4.
Kb2—cS (op 4. KL2—a3 volgt Thl—alf en dunrnu Tal—bij), Thlelf
5. Kc3—b"3 b4). Tel—bij- en w int.
Goed uitgewerkt door: A. F. Iloogvelt N. N. en J. B. Verdonk,
allon le Haarlem; H. W. y. Dort en Joh. van Teuuenbroek, beiden te
Schoten.
Oplossing Probleem No. 181.
Stand der stukken
Wit: Kfl, Do2, Tf8, Lc8, LdG, PbG, a4, c7, f6.
.Zwart: Ke4, Ta7, PhG, a5, b7, d4, e8, f2, f7, gö.
1. De2—b5,
Ta7~ 2. Lc8Xb7f
PhGcxiDbüxfüf.
e3—e2f2. Dbö>'e2f.
gö—g4; 2. Tf3-f4f.
anders; 2. Db5—döf
Goed opgelost door: J. Iloogevecn A. F. Iloogvelt A. Mayer
N. N. B. H. Philippo Jr. en J. B. Verdonk. allen le Haarlem; 11. VV. v.
Dort A. Feenstra Jr. en Joh. v. Teuncnbroek, allou te Schoten.
Oplossing Probleem No. 182.
Wit: Kc2, I.aO. Ld-4, Pb4, Pc4, a4, a7. b3, c2, d6.
Zwart. KaS, a5, dö, d7.
1. c2c3,
a5xbi; 2. Pc4—a5, b4Xc3: 3. La6-b7f.
d5Xc4; 2. Pd4dö, c4Xb3; 3. Pd5 c7f.
Goed opgelost door: J. Hoogeveen A.F. Iloogvelt A. Mayer
N. N. B. II. Philippo Jr. en J. B. Vardonk, allon te Haarlem; H. W.
v. Dort en Joh. v. Teuuenbroek, beiden te Schoten.
Correspondentie.
iant 1.
volgen. 2. -
II aarlem. B. IT. Ph, J
met de Dame mat; op 2. Leb a '5
goed opgaiost.
I Schoten. A. L". Jr. 1. Phi—cG faalt na 1.
volgt 2.Cucö.
PhGro geeft Wit op fó
Ke4xf3. Overigens
d7Xc6; op 3. Pc4xa5