HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN De Voorganger DINSDAG 15 MEI 1923 TWEEDE BLAD No. 3183 Opmerkingen van en over Coué. SYSTEMEN VAN CENEESKUNST VERBAND TUSSCHEN CEEST EN LICHAAM DE BELANCLOOZE PHILANTROOP COUé WIL EN VERBEELDINGSKRACHT SUCCESTIE EN AUTOSUCCESTIE EEN VOUDIGE METHODE ELKEN DA C GAAT HET MIJ BETER HET GAAT VOORBIJ. De kennis van den mensch over Bichzelf is no? zeer gebrekkig en het is wel merkwaardig, dat geleerden dikwiils meer weten over rivieren en bergen in Hindostan, dan over de function van hun eigen lichaamde eenige verontschuldiging die daar voor kan gelden is natuurlijk deze, dat het menscheliik lichaam zoo ver bazend ingewikkeld is. Niet zoozeer ten opzichte van ziin constructie (want waaruit het bestaat weten wij precies1) maar wat betreft ziin ver schillende functies en vooral die der verschillende organen onderling. Het gevolg daarvan is een voortdurend en geduldig zoeken in duizenden la boratoria en academische ziekenhui zen over de heele beschaafde we reld telkens worden nieuwe syste men opgebouwd en als onbruikbaar weer verlaten. Terwijl in vroeger eeuwen bijvoorbeeld het aderlaten als een belangrijk onderdeel van de ge neeskunst beschouwd werd. is die be handeling nu zoo goed als geheet in onbruik geraakt. De bacteriologie is de ontdekking als ik zoo zeggen mag, van de negentiende eeuw eu in de twintigste zien wij een ingespannen onderzoek naar de werking van ver schillende klieren in het lichaam, waaraan tot vóór korten tijd weinig of geen aandacht geschonken werd. En tooh- is na al deze studiën het isoccifiek geneesmiddel voor twee van de meest verspreide ziekten, om hij deze twee maar te blijven, namelijk kanker cu tuberculose, nog niet ^ge vonden. In enkele gevallen en onHer bepaalde gunstige omstandighederi kunnen ze worden genezen of ver traagd. maar van het algemeene ge neesmiddel. het panacee, is nog niets te zien. Dit wordt der geneeskunst dikwiils als een tekortkoming aange wreven. "Waarom? Waarom dan niet aan de natuurkundigen verweten, dat zii tot dusver het middel om de warmte der zonnestralen rechtstreeks cm te vangen en naar willekeur weer Oos te laten, nog niet gevonden heb ben? De natuur geeft haar geheimen niet zoo maar af, zij bewaart die vaak in donkere hoeken, waar de mensch niet komt speuren. In elk geval is en bliift het eenige middel om iets te vinden, er naar te zoeken. Wie kan eegegn hoe dicht wij bij een ontdek king staan van iets. dat een omwente ling in de begrippen zal veroorzaken Het is kinderachtig aan de onderzoe kers te verwijten, dat zij het nu nóg niet gevonden hebben. Bijvoorbeeld het verhand tussolien èeest en lichaam en de wetten, die dat verband beheerschen. In vorige arti keltjes'heb ik geschreven over Tames Braid, Liébeault, Charcot en anderen, die studiën gemaakt hobben ever hvnose en suggestie. Over Van Ben- terghem en zijn psychische therapie. Van oudsher heeft dit. alles de belang stelling van liet mibliek gaande ge maakt en handige kwakzalvers maak ten daarvan gebruik, om hun zakken te spekken. Ook de naam Coué is in deze kolommen meermalen genoemd. Een deskundige is hij niet. noch ge neesheer, noch natuurkundige, hoog stens als apotheker aan de weten schap van beiden verzwagerd. Maar wat een groot ding in ziin voordeel is Coué verkoopt zijn meeningen niet voor geld. Hij wil er niet rijk van worden, alleen maar de menscbheïd er gelukkig mee maken. ïTiermee wordt een ingekankerd' (en niet onge rechtvaardigd) wantrouwen bij ons weggenomen. Al te vaak moesten wij ondervinden, dat wie zich als weldoe ners der menschheid aandienden, ten slotte toch winstjagers bleken te we zen. Dezen man Couè is het dan nu eens niet om onze duiten, maar om ons welzijn te doen. Laat ons hooren, wat' hij te zeggen heeft Cóüé onderscheidt in den mensch het bewuste en het onbewuste. Dit i9 niet nieuw .""alleen noemen wij tegen woordig het tweede het onderbewuste. Aan dat onbewuste of onderbewuste schriift hij deze rol toe: het be- lieerscht door middel van onze herse hen de werking van onzo organen en wel zoo. dat wanneer het gelooft, dat een orgaan goed of slecht werkt, dit ook inderdaad goed of slecht werkt. Datzelfde onbewuste, zegt Coué. be- heerscht de vervulling van al onze handelingen, welke die ook zijn. Hij noemt dat onbewuste i m a g 1- h a ti o n. dat wil zeggen verbeel dingskracht en onderscheidt die zeer scherp van den wil. Hier zou ik een kleinen zijweg wil len inslaan, die ons evenwel gauw weer op den hoofdweg terug brengt. Wij kennen allen menschen, stum pers. die gebukt gaan onder een dwangvoorstelling, welke hun leven vergalt. ,,A!s ze maar wilden", zeg gen wij. ..dan zouden ze die voorstel ling wel van zich kunnen afschudden en weer normale menschen worden". Anderen doen daartegenover opmer ken. dat zii juist de kracht missen om te willen. Hier wondt dus de nadruk op den wil gelegd. Coué gaat van een geheel andere stelling uit. Hij beweert name lijk. dat de wil pas in de tweede plaats komt. ondergeschikt is aan de ver beeldingskracht en geeft daarvan de volgende voorbeelden. Leg op den grond een plank, die tien meters lang en 25 c.M. breed is iedereen zal die langs kunnen loo- pen. zonder er zijn voet naast te zet ten. Maar maak deze zelfde plank vast op torenhcogte en niemand, be halve een leidekker af een timmer man. zal zich er ook maar één meter ver op durven wagen. Als gij twee stappen gedaan hadt, zoudt gii gaan beven en in weerwil, van al uw wils- inspanning naar beneden vallen. Vanwaar dat verschil Omdat in het eerste geval uw verbeelding u zegt, dat gii het wel kunt en in het tweede geval, dat gij het niet kunt. Ook niet, al wilt gii het. Leidekkers en timmerlieden zijn er wel toe in staat, omdat hun verbeel ding hun zegt, dat zij het wel kun nen. Het beeld van den val zet zich bij ons. onmiddellijk om in de daad. Een tweede voorbeeld. Neem een per soon. die last heeft van slapeloosheid. Wanneer die met alle kracht van wil tracht te gaan slapen, zal het juist niet gelukken. Derde voorbeeld. A's gii u inspant om een vergeten naam te vinden, zal het niet gelukken-, laat den wil daartoe varen en onmiddellijk komt de naam bij u op. Coué vergelijkt de verbeeldings kracht met een woesten stroom, die in een andere bedding geleid, groot nut kan op'everen. Of bij een wild paari, dat zijn berijder afwerpt, tenzij hij het den teugel aanlegt dan brengt het hem waar h ij wil. Zoo komt hii tot het woord .„sug gestie" en omschrijft deze aldus: de daad om een denkbeeld aan de herse nen van een mensch op te leggen. Auto beteekent 'zelf. autosuggestie is duszichzelf een denkbeeld inplan ten. Men voelt nu al waar Coué heen wil. G-ewocsniiik suggereert een mensch zichzelf allerlei denkbeelden onbewust, liet komt er nu op aan, zichzelf allerlei denkbeelden bewust bij te brengen. Als gij u zelf. zegt Coué weer in zijn eenvoudige beeld spraak. weet te overtuigen, dat gij iets doen kunt. dan zult gii het kunnen doen. Maar als gij u verbeeldt dat gij het niet kunt. dan kunt gij het ook niet.. Een Nederlandsch kinderversje begint dan ook met de woorden Ik kan niet. denkt de trage. En daarom kan hii niet. Neurasthenie, stotteren, dwangvoor stellingen. kleotomanie. sommige vormen van verlamming zijn, volgens Coué. niets anders dan gevolgen van het onbewuste op lichaam of geest. Maar datzelfde onbewuste kan ook door ziin grooten invloed op het orga nisme. werkelijke ziekten genezen. ..Zet u." zoo zegt hii,..,in een leun stoel in een kamer, sluit de oogen, om alle afleiding te vermijden en denk eeuige oogenblikken niets anders dan ..dit of dat is bezig te verdwijnen, dit of dat zal komen." Als deze auto suggestie echt is, dat wil zeggen, als uw onderbewustzijn het denkbeeld, dat gii liet hebt aangeboden, tot het zijne gemaakt heeft, dan zuilt gii met verwondering wat gii gedacht hebt, zien gebeuren! Maar. zoo voegt hii er uitdrukkelijk bii. laat de wil niet tussclienbeide komen, want wanneer er dan botsing ontstaat tusschen wil cn verbeelding, slaagt de autosuggestie niet. ja zelfs ontstaat het tegenovergestelde. Zoo zegt Coué en ofschoon zijn een voudige beschouwing wel aannemelijk en begrijpeliik is. vormt dat onder scheid tusschen wil en verbeelding, dat afwijzen van den wil althans voor mii de groote moeilijkheid. En toch. wal heeft hij mei zijn systeem al niet bereikt! Gevallen van asthma, verlamming, tuberculose, ze* nuwschokken, neurasthenie, jicht, al lerlei pijnen en benauwdheden. Coué staat met de doktoren op goeden voet. Hii apprecieert hun werk. behoeft hen niet af te breken om de patiënten naar zich toe te lokken, daar het hem immers niet om geld verdienen te doen is. Dezer dagen komt hij in Nederland voordrachten houden, een gemoede lijke oude heer. die spreekt in zeer eenvoudige taal en die zeer eenvoudi- een raad geeft Zeg iederen morgen en iederen avond twintig maal achtereen, met gesloten oogen „Eiken dag gaat het mij in elk opzicht beter." Wanneer gij in den loop van den dag of van den nacht physieke pijn of morkelen hinder ondervindt, zeg dan eeuige malen achtereen zoo snel rnogeliik en met dezelfde overtuiging „het gaat voorbij, het gaat voorbij, het gaat voorbij Dit is de autosuggestie van Coué. J. C. P. Stadsnieuws BLAUV/E WEEK-ACTIE. Op ihet terrein der voormalige Ka- toenmaatschuppij was Maandagavond tegen half acht een openluchtbijeen komst uitgeschreven, waarvan de lei ding berustte bij de afd. Haarlem van den A. X. G. O. B. Een „pijperskorps", bestaande uit leden van de Hoop der Toekomst had vooraf een wandeling gemaakt, waar voor flipke belangstelling bestond. Niettegenstaande het minder gunstige weer waren op het terrein een flink aantal belangstellenden bijeen, toen de jeugdige „pijpers" te half acht ar riveerden. Zij gaven onder leiding van den heer A. G. Prent eenige num mers ten beste, waarna de heer C. E. van Eykeren namens den A. X. G. 0. B. de aanwezigen welkom heette en den spreker van den avond inleid de Deze spreker was Prof. Dr, J. van Rees, die als onderwerp gekozen had: Individueele actie mee.- dan ooit noo- dig. In een met overtuiging en bezieling uitgesproken betoog zeide spr. aller eerst, dat het hem genoegen deed, dat ook de jeugd tegenwoordig was, waar deze toch de droger der toekomst is. Vervolgens zich tot de anderen wen dend wees spr. in een breede uiteen zetting op hetgeen in Amerika op het gebied der drankbestrijding is bereikt. In het bijzonder bracht spr. hierbij naar voren, hoe in dat land de drank bestrijders-idee langzaam aan ge groeid is en zoodanig doorgewerkt dat thans de verbodswetten bestaan; komen er, zeide spr. tal van berich ten tot ons, waaruit zou af te leiden zijn, dat de Amerikanen zelf teg< over deze wet staan, doch niets is minden waar dan^dit. Integendeel het zijn juist de niet-Amerikanen, bij wie men op verzot stuit. Aan de hand van bekend geworden betrouwbare .gegevens betoogde spr.. dat liet verbod in Amerika zegenrijk werkt. In het slot van zijn toespraak zeide spr. dat de drank de beschaving naai den kelder helpt, waarom het noodig is, dat een krachtige actie gevoerd worde. Iiier in Nederland moet eerst de groote massa „bekeerd" worden en dit. kan geschieden door individueele actie. Met een opwekking om ieder voor zich krachtig te ageeren voor ge heelonthouding besloot spr. zijn rede. En luid applaus volgde. De lieer Van Ejjkeren dankte Prof. Van Rees voor ziin rede, en liét even eens een opwekking hooren om zich te organiseeren en mede te werken waarna tot besluit der bijeenkomst het pijperskorps en de gemengde zang vereeniging „De stem der Onthouding' (directeur de heer W. J. van Tienen; nog eenige nummers uilvoerden. GUNNING- Burgemeester en Wethouders van Haarlem brengen ter kennis van be langhebbenden, dat „het gedeeltelijk verbouwen van de gemeentelijke con certzaal aan de Lange Begijnestraat te Haarlem (Perceel I)het verrich ten van glas- en veldwerken voor de onder -perecel I genoemde verbou wing e.d." (Perceel II). waarvan de openbare aanbesteding heeft plaats gehad op den 3den Met j.l., door hen is gegund als volgt Perceel I: aan P: Rings Jr., te Santpoort, gemeente Velsen voor de som van f 26.800. Perceel II aan de firma P. H. van den Bos en Zonen te Heemstede vc-Qr de som van f 3.175. AANCEHOUDEN Op verzoek van de Haarlemsche re cherche is door de Politie van Am sterdam aangehouden P. K-, visscher en wonende te Amsterdam, verdacht van oplichting van een rijwiel, te Haarlem gepleegd. Het Tooneel Jan Fabricius en zijn Wer ken, een dramaturglsohe studie door Dr. Karei Loos. (Uitgave L. J. Janssen en Zonen te Antwerpon.) Tegenover do weinig© waardeering, die do Xederiandsch© loonoelschrijvers van sommige toonoel'.eiders ondervinden, verdient hel zeker wel bijzondere vermel ding, dal een Vlaming „Jan Fabricius en zijn werken" als onderwerp uitkoos voor proefschrift voor zijn doctorstitel aan do Leuvaasche Hcogeschool. Dat Dr. Lcos voor dit proefschrift onmiddellijk uitgever t© Antwerpen heeft kunnen vinden is wel het beste bewijs voor de populariteit van- Fabricius in België. De .verschijning van een werk als van Dr. Loos zou nog meer toegejuicht ku:i- worden, als het werkelijk een ern stige, doorwrochto oritische studie was. Na do lozing echter heb ik mij verwon derd, dat men aan do Leuvonsche Hoogo- school op zulk een oppervlakkig proef schrift den doctorstitel kan behalen. Het is mogelijk, dat de „kern" van het proefschrift in het book is weggelaten. In hoofdstuk VII lezen wij namelijk, dat eemge paragrafen, die h8naeien over de i in Fabricius' werken, den dialoog, taal van het drama, den humor, de liefde, enz. enz. uit do eigenlijke thesis den heer Loos niet zijn opgenomen rooral het enz. enz. .opent onafzien bare perspectieven maar wat hij ons in zijn boek aanbiedt, is wel heel erg onbe- teekenend. De heer Loos doet niet vee', anders aan het oordeel van verschillende critici van week- en dagbladen en dan nog wel uitsluitend gunstig oordeel aanhalen, heele bladzijden achter olkaar en zet daar dan onder: „Precies mijn Van een critischo beschouwing van een schrijver en zijn werken is eigenlijk geen sprake. Het boek is niet veel meer dïn één voortdurende, lange lofzang. Ook ik heb voor Fabricius ais tooneelschrijver een groot respect en veel van liet goede, dat Dr. Loos over dozen warmbloedigen, enthousiastenhoogst begaafden auteur zegt, kan ik volkomen onderschrijven: Maar van een „studie" moet ik toch kun nen verwachten, dat ook do zwakke zijdou oritisch worden beschouwd eu behandeld. Een onbenulliger bespreking van drama tische werken dan in déze „doctorsstu die" is bijna niet denkbaar. Dr. Loos be paalt zich doorgaans t-o: een résumé en voogt daar dan eenige oppervlakkige lof tuitingen aan toe, die men \(-e! kan ver wachten in een vluchtige kritiek in het ochtendblad maar zeker niet in een uit gebreide studie van 190 bladzijden. Na le zing van zijn boek zou men dan ook tot de conclusie moeten komen, dat dezen doctor elk critisch oordeel ontbreekt. Van een werk als „Dol!© Hans" bij voorbeeld oen drama, waarop critisch toch zeker heel wat af te dingen is weet Loos niets anders to zeggen, dan dat volg op "sor-3is en dat de titelrol G00 maal door Henri Brondgeest in Holland, Bel gië en Indië ij gespeeld. „Totok en Indo" wordt behandeld met eenige uittreksels van natuurlijk uilsluitend gunstig© kritieken liit de N. Rolt. Courant, Avond post en het Algemeen Handelsblad Werkelijk, men staat bij lezing soms ver steld, dat do professoren van de Leuven- sehe Hoogcschool met zulk een opper vlakkig werk genoegen nemen. Ook in eijn beschouwingen over Fa bricius in verband met do Noord-Ncdcr- lar.dsclie tooneel litteratuur geeft de schrijver herhaaldelijk bewijzen schromelijke oppervlakkigheid, Men voelt voortdurend, dat Loos het maar „hooren zeggen" heeft. Zoo maakt hij bijvoorbeeld «en vergelijking tusschen Fabricius' werken en „Ziin meisje k uit", zonder blijkbaar ooit het drama van Brooshooft da: liij nota bene tot twee maal toe een „Wijspelletje" noemt ge lezen te hebben. E'ez^ hoofdstukken ma ken meer den indruk van een luchtig in terview dan van een ernstige studio Al leen in het gedeelte, dat de Vlaamscho tooneelschrijvers behandelt, is Loos blijk baar op eigen terrein en hierin wordt bij ook voor ons interessant. Iets nieuws brengt dit boek over Fabri cius en zijn werk" den Noor-d-Noderl&n- ders clan ook niet. Een persoonlijk ge luid hooren wij eigenlijk alleen in het begin van hoofdstuk III, waarin de schrijver een vergelijking geef; tusschen Fabricius en Heyermans en in verband hiermede heel aardige opmerkingen maakt Dat is dan ook verreweg het beste deel van het boek. .Tammer, dat Dr. Loos zo bescheiden meende te moeten zijn on verder telkens aan anderen inplaats va: zichzelf het woord te geven. J. B. SCHDIL. UITVOERINC DOOR DE LEER- LINCEN VAN MEVROUW B. SCHEEPERS—CEUER. Het was een gelukkige gedachte van mevrouw ScheepersGcucr om op haar leerlingen-avond een herhaling tc geven van „La Boite h Joujoux" van Claude Debussy, Ook nu v.eer heeft dit kinder ballet ons getroffen door de geestige, dikwijls groteske uitvoering, de in rqytme en gebaren fijn volgehouden ka rakteristiek der verschillende poppen en de originoele décors. Van welk een i kinderen verwonderlijk sterk meevoelen gaven enkelen dezer kleinen het bewijs I lk denk hier allereerst aan het kleine voorstelde. Was het DE SLAG BIJ 'T SKAGERAK. Hot Dultsche linieschip „Brunsvvljk" passeort do plaats, waar vóór zovon Jaar de slag plaats vond. reffec het sli| veW Jan Klaas: waarbij toe mderkn; het poppenkarakter verloren gaat! In dat ktnderballet heeft mevr. Scheepers :ts gegeven, dat,veel grooter belangstel ling nog had verdiend. Na de pauze kregen wij eenige dansen jp muziek van Claude Debussy en Mau- ice Ravel Van deze nummers trof ons iet meest het door acht meisjes uitge roeide En Bateau, dat in rhytme :n beweging een volkomen harmonisch geheel vormde met dc muziek cn Pago des van Ravel, in welken dans het Oos- tersche karakter zeer gelukkig was vast gelegd. Het aardige nummer De Too ver- vedel op de Prélude van Debussy, hebben wij vroeger al eens op een uit voering van mevrouw Scheepers ge zien. evenals de meer geestige dan mooie „Colliwogg's Cake Walk", in welken laatsten dans een der leerlingen bewij zen gaf van werkelijk verrassende vir tuositeit. Doornroosje zouden wij in onze kinderjaren een „charade en action" op muziek hebben genoemd. In dit nummer werden de twee uitvoerenden blijkbaar gehinderd door de te kleine ruimte van het „tooverkastecl". He; nummer „The £now is dancing" leek mij minder geluk kig. Ik zocht ir. dezen dans tevergeefs naar de bedoeling van mevrouw Schee pers. Nüch de costuums nbch de dans vermochten mii dc illusie te geven van dwarrelende, dansende sneeuw, die in de muziek van Debussy juist zoo sug gestief tot uiting komt. Als geheel een leexlingenavond. die weer eerbied afdwong voor de artistieke prestaties van mevrouw Scheepers-— Gcucr. J. B. SCHUIL'. BEGRAFENIS H. STOLP. lieden is op de algemeene Begraaf plaats aan de Klcverlaau tor anrdo besteld het stoffelijk overschot van den heer II. Stolp, in leven oud inge nieur aan de lloll- IJzeren Spoorweg maatschappij. Eenige ambteuaren der spoorwegen en vrienden van den over ledene kwamen hem de laatste eer brengen. Verder was aanwezig een deputatie uit, het personeel der Cen trale Werkplaats te Amersfoort. Er werd gesproken door den heer J. H. I.. van Deinse van Heemste de. Deze bracht in herinnering hoe beiden meer dan een halve eeuw geleden te Delft studeerden. llh schetste den overledene als iemand die reeds toen een bijzonder man was, een man uit een stuk, met bij zondere karakter eigenschappen, ceu ijverig student en een geliefd leer ling vau Huet. Op Interen leeftijd, toen hij in dienst bij de spoorwegen was. zoo deed spr. daarna, opmerken, was Stolp één en al Ilollanuscho Spoor; hij mankte eeu iutcgrcerend deel van de Maatschappij uit, die hij meermalen op congressen in liet buitenland ver tegenwoordigde onder Middelburg en met Sloot werd door hem ge werkt aan de invoering van vele nieu we zaken bij de spoor- Verder herdacht spr. de vriend schap door hem van den overledene stceas ondervonden. Vooral de vrien den hebben in Stolp, eindigde spr- ontroerd, veel verloren. Als tweede spreker trad naar vo ren de heer W. Feninga. directeur van dc Ainstcrdamschc Droogdokmaat- schappij, die ook verzekerde dat in den kring der vrienden in Stolp veel wordt verloren en hem een kaatsten groet bracht. Kén der familieleden dankte voor do betoonde belangstelling. CHR VER. VOOR DE VERPLECING VAN LIJDERS AAN VALLENDE ZIEKTE. In druk is verschenen het jaarverslag over ross van de Christelijke Vereeni ging van Lijders aan Vallende Ziekte, te wij reeds bijzonderhe- in éér a het öpna- CEVONDEN VOORWERPEN. J. H. G. van Looy, Lange Raamstr. i, armbandhorloge; \V. H. Prins. Emo- straat 'gummi bal; J. na Klaveren. Gen, de Wetstraat 6. gummi bal; P. Punt, Emostraat gummi bal; H. Ne- derhorn, Gaelstraat 23. zwarte ceintuur; H. Juffermans, Res Novaplein 20, grij- ze ceintuur; B. Hartcg. Oude Raamstr. 4 tood, doppen van motorrijtuigT. Bcrkemeyer, Brouwersstraat 57, dames horloge M. van Rcyscn, Groote Hout- straal Sfj, licercnringM. Goedemansj Kruistochtstraat 60, dameshorloge met armband J. dc Graaff, Pairiniouiumstr, 3, dameshandschoen (wol); Kennel Fau na, Parklaan geel hondje, gebracht door Dcrkscn, Leidschevaart 74, Vogelen zang zwarte kat, gebracht door Mevr. Van Brccmen, Iordenssnant 10; zwart met witte kat, gebracht door Van Bern- melen, Emmastraat 2SJ. H. Martens, Schoterweg 142, kantkraagGoedhart, Spaarne 4S zw.. paar grijze kousen J. Verreeg, Haarlemtfcrliedestraat 4oiuuJ, jongensjasJ. dc Klerk, Spaarne 92, loterijbriefje Vroom Dreesmann. Gr. Houtstraat 70. lorgnet; C. Stroer-, J. F. Helmcrsstraat 4. ooknê.pjeA. Kam- zmwer, Teslastaa: 15, Heemstede, potte- monnaie; D. de Wit, Ancgang iS, brui ne. heereuporiemonnnic A. Klumper, K. Pocllaan 31, zwarte damesporternonnaie; C. A. v. d. Veen, K. Houtstraat 7 rood, hondenpenningBocrée, Nic. Bectsstr, nr. 1, Haarlemmcrltede, 2warte dames porternonnaie A. Boeree. Korte Zijl straat j6, rozenkransA. Gigcngack^ Nwe Groenmarkt 7. ro;eaktans me*, étuiW. van Kilsdonk, Smcdestraat 3, rozenkrans in étuiv. d. Sluys, Kleine Houtstraat 32, damesrijwiel; v. Norde, Westerstraat 53, rozenkrans in étui; Van Os, KI. Heiligland 23, schroeven draaier Schuilcnburg, Barendscstraat 9, slagcrsjas cn -schortJ. van Meiten, Kcnncmerstraat 9, LïpssleütelA. Berg, Hooimarkt 24, tasch (zwart); M, Huizing, Tuinstraat 32, bruin tasciijePolitie bureau, Smcdestraat, vierwielige wagen. LOGE „DE SCHAKEL" I. O. G. T. Ter aanvulling van het programma van dc Blauwe Week-Actic, kan nog worden medegedeeld dat door go- noemde Loge, op Woensdagavond in haar vergadergebouw: 't Gildchuls, Jansweg 3-1, een lichtbeelden avond wordt gegeven door muziek afgewis seld. Elkeen is welkom, do toegang is vrij. Ter gelegenheid wan de sluiting van de Blauwe Week 'hoeft genoemde Loge ook een boottocht georganiseerd op den 2en Pinksterdag naar Alphen a. d. Rijn. ATHLETIEK. EEN UITSTEKEND GESLAAGDE LEZINGI Men schrijft ons: Op initiatief van het Kennemcr In- fcti'tuut, hield do heer II. N. v. Leeuwen uit Amsterdam Maandag avond in do projectiezaal der Hoo gt ro Handelsschool (Zijlvest) ccnc le zing over Athietiok, verduidelijkt door oen serie prachtige lantaarn plaatjes. Do beelden hiervan waren afkomstig van de Olympiade in Stock holm (1'J12) cn Antwerpen (1920). Het zaaltjo was geheel gevuld met belangstellenden, onder wie \vo o.a. opmerkten dcu lieer Warnier, inspec teur der Lichamelijke OpvocdlDg, den heer Meijer, secr. dor Techn. Commissie van dc N.A.U., benevens verschillende leeraren M. 0. gymna stiek cp aanstaande sportleiders. Na een inleidend woord van dr. Merens verkreeg do lieer Van Leeu wen het woord voor zijn voordracht. 1 Atklotick, ztidc spreker, is :iie(s anders dan oen serie natuuroofenm- Feuilleton NaarhetEngelschvan BARRY PAIN. 16) „Bankje, Johnson, doe maar geen moeite. Blijkbaar is de meening van dat jonge mensch van waarde voor jou, tenminste wanneer je dronken bent. Maar ik ben bang, dat ik nooit genoeg dronken zou kunnen worden om het van eenig belang voor mij te achten. Je kan mijn reputatie zooveel verknoeien als je maa: wilt, maar denk maar niet, dat ik daar iets om geef. Neen. Johnson, wanneer dat al les was. wat je gezegd had. zou ik je vanmorgen niet b.j me geroepen heb ben. De quacstie is juist, dat je ver beelding je in den steek liet en dat je met de Waarheid verder ging. Je ver telde dc geschiedenis van „De Voor ganger" en je vriend met de vuile handen zat namen en adressen op 7. in manchet te schrijven, onder ta fel. Johnson's mond ging wijd open van verbazing. „Daar had ik niets van „Natuurlijk niet. Je zag ook niet, dat ik nog geen meter van je afzat. Je merkte niet dat je door dien opge- •dïrkten vent leeggepompt werd. Je merkte niets. En daardoor verbrak je dé overeenkomst, gesloten toen je pa6 hij me was, op je eerewoord nog wel. Ên je hebt waarschijnlijk groot kwaad berokkend, niet miij op wien je'je dacht te wreken, maar iemand anders, dien je niet kont". „Dat spijt me. U zag dat ik opge wonden was van den sterken drank waaraan ik niet gewend ben, maar dat is geen verontschuldiging. Ik zie nu waar dit alles toe zal leiden". „Het zal leiden tot je ontslag bij Sir Thomas en tot je ondergang wanneer ik mijn plicht doe. Maar ik wensch je ondergang niet. Neem een stuk papier en schrijf den naam en het adres van je vriend op". „Zijn naam is Rosenstein. Zijn adres weet ik niet, ik ontmoette hem op de sociëteit". „Schrijf dan den naam en het adres van die sociëteit op. "Wat is zijn be roep". „Hij vertelde me. dat hij financieel agent was. ik meen. «lat hij zeide za ken met dc Rothschilds te hebben ge daan". „Dat behoef je niet op tc schrij ven". zei Brookes sarcastisch. „Geef me nu dat pa.picr en luister. lk verkies, dat je niemand ooit iets van mijn particuliere aangelegenhe den vertellen zult. Dat slaat natuurlijk ook op Sir Thomas's particuliere aan gelegenheden. sind6 ik zoo gek was jou aan hem te recommandeeren. Dan wensch ik, dat je geheelonthouder wordt. Ten tweede wensch ik, dat dit heele onderhoud geheim blijft voor je vriend Rosenstein, die ook niet mag weten, dat ik zijn adres heb". „Ik ben bereid onder eede „Zwijg. Je bént geen man van eer en je eed is niets waard. Daar geloof ik niet aan. Zelfs naar jou wil ik niet meer luisteren. Maar wat Rosenstein betreft, ik geef je de verzekering, dat wanneer je hem ook maar iets zeet, ik het zal weten. Zijn gedrag zal me dat zeggen. En verder, je hebt nu een lesje gehad en je zult waarschijnlijk vooreerst geen ander noodig hebben. Maar ik zal je in het oogtluten hou den en bij het minste vergrijp behoef je niet meer op mijn genade te reke nen. Dat is alles wat ik te zeggen heb. Neen, ik wensch geen verzekeringen, ik zee je, dat ik daar van jou niet de minste waarde aan hecht. Laat me a'Ieen. Je kunt gaan.. Dat is alles". Toen de neerslachtige en berouw volle Johnson vertrokken was. bracht Tarver een kaartje binnen. „Ja", zei Brookes", laat dieu heer hier ko men'. Tarver liet een eenvoudig gekhe den jongen man binnen, die er heele- maai uitzag als een kantoorbediende en toch geen kantoorbediende was. „Goeden morgen", zei mijnheer Brookes, snel sprekend, terwijl hij hein het papier overhandigde, dat Johnson geschreven had.. „Hier is zijn naam en het adres van zijn sociëteit, lk wil weten waar hij werkt, of hij werkt, waar hij Woont, hoe hij he kend staat en verder alles wat u vóór vanmiddag een uur van hem te welen kunt komen. Natuurlijk, wanneer u het niet klaar kiint spelen, moet ik mijn termijn iets langer stellen". „De tijd is kort, zei de particuliere defectieve, „maar het is alles doodeen voudig. Ik weet wel iets van die Scep- tre-soeieieit af, dat is al gemakkelijk genoeg. Ik zal onmiddellijk beginnen mijnheer en zoo gauw mogelijk terug komen. Goeden morgen". Toen de man vertrokken was ging Brookes aan zijn schrijftafel zitten cn schreef drie telegrammen. Het eerste was aan mevrouw Derriford en luid de: „Mag 'k u aan uw woord houden en voor een paar dagen overkomen? Ik zou graag morgenochtend komen, wanneer het u schikt. Groeten aan allen". Het tweede telegram nan James Ha ve.*n, Trits Street bevatte het verzoek te komen koffiedrinken, aangezien hij hem een belangrijke incdedeeling had te doen- Deze telegrammen toekende hij met zijr» naam. Het derde droog geen onderteekening, was geadres seerd aan mevrouw Barley en luidde: ,;Een vriend raadt u aan vandaag of morgen het huis niet te verlaten. U zou gevaar kunnen loopén". „Stuur deze telegrammen onmiddel lijk weg, Tarver. Betaald ahtwoo.'d voor do beide eerste telegrammen,vo'or het derde natuurlijk niet. Wanneer ze naam en adres van den afzender van het ongetcekcndc telegram vra gen, behoeven dat de mijno niet te zijn". „Juist mijnheer, begrepen", zei Tar ver. Toen zette mijnheer Nathaniel Broo kes zich nee.* om aan zijn reisbeschrij ving te gaan werken. I11 den loop van den ochtend kwam er ecu telegram van Jimmy, die de uitnoodigin^ met genoegen aannam cn een van mevr. Derriford, waarin hij welkom gebce len werd. Tien minuten over half een wjis dc detective er al met een kort. maar voldoende antwoord. Jimmv cn zii gingen aan tafel. „Nu", zei Jimmv „cn wat Is het be langrijke nieuws? Goed of slecht?" „Gisterenavond slecht, vanmorgen iets beter. Nu weet ik r.ckcr. dat liet wel in orde komt. We spreken er na de koffie wel over". Toen zo, onder het genot van een sigaar in de bibliotheek zaten, vertel de Brookes wat er gebeurd was. „Gisteravond ging ik naar de socië teit otn een spelletje te doen, toen ik een briefje kreeg wan mijn vriend, dat hij met pleurus op bed lag. Ver schrikkelijk egoïstisch, niet? lk nam een courant op eu zag een advertentie Tentoonstelling in Earls Court. to lk had méér lust buiten er gaan zitten, dan binnenshuis te ol yen en dus ging ik er heen. Terwijl ik dc tafeltjes bij dc muziektent pas eeerde, hoorde ik een stcin luidkeels zeggen: Mijnheer Brookes. U bent ten leugenaar. Lach niet. Jimmy, het is hoog ernstig. Ik k.v.. op. Daar zat mijn ex-secretaris Johnson en bij hem ha iid r< waar t mij aun echo voorstelling van «ie nu op MJ, Johnson, mij. Brook dienst ontslagen had. Ik zei Johnson toe.' Ik hoorde al hccl'gauw dat die andere vent Johnson over „Dc Voorganger" zat uit te hoo.-en cn dat die arme sul olies vertelde, wat hij wist. "loeit ik wegging schreef die an- tb r het ndres van Barley op zijn man- cheli'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5