Ingezonflen
Hé famHIe VesSoiuif,- op' £el oogen
blik van mijn komst uit Mr. en Mrs.
Parsons en een kleine boy van onge
veer een jaar oud. Drie dagen later
fcnd een iweede zoontje een gedeelte
yan mijn hulp noodig. De dokter
maakte slechts één visite, #u ik be
nijdde hem, toen hij naar de stad
terugkeerde, waar dc lucht niet voort
durend bezwangerd is met zwarfln
rook en men niet levend begraven
iwas in de duistere eenzaamheid van
jhet bosch.
Tot den vierden da.g van mijn ver
blijf had er geen noemenswaardige
verandering in den toestand van de
boschbranden plaats gehad. We sche
nen niet in onmiddellijk gevaar te ver-
keuren en hoewel de rooklucht nu niet
bepaald aangenaam was, werd ik zoo
hieraan gewoon, dat ik de rook meer
begon te beschouwen als een lastig on
gemak dan als een voorbode van ge
vaar. Op den ochtend van dezen vier-
den dag was de toestand van mijn pa
tiënten en de situatie van het Vuur
zoo bevredigend, dat de beide man
nen, die gedurende deze dagen de
plaats niet hadden verlaten, besloten
(paar de stad te gaan, teneinde eenige
Waken te behandelen, die hun aanwe
zigheid daar noodzakelijk maakten.
Zij vertelden nog voor zij weggingen,
dat zij waarschijnlijk niet voor laat
in den avond zouden terugkeoren.
In de bestaande omstandigheden
vond ik het vooruitzicht met Mr;
Parsons en de twee kleine kinderen
alleen te zijn. vooral gedurende de
avonduren niet zeer aangenaam, maar
ik kon niets doen dan mijzelf in het
onvermijdelijke schikken.
Het was ongeveer zeven uur in den
Ochtend, toen de beide mannen naar
<1-? stad vertrokken en ik voelde on
middellijk een steeds toenemende be
zorgdheid voor hen, die aan mijn
hoede waren toevertrouwd.
De rook scheen gedurende de mor
genuren geleidelijk in dikte toe te nu
j.nen en tegen den middag bemerkte ik
dat een lichte bries was opgestoken,
die inplaats van de rookwolken te
vervagen, ze juist scheen te doen toe
nemen.
Een van de gebouwtjes diende tot
slaapplaats voor de mannen, ter,vijl
hei andere gebouwtje, dat verdeeld
v. as in twee kamers, bezet was
door Mrs. Parsons, de kinderen en mij
zelf en tevens voor huiskamer dien
de. Een van de eerste dingen, die ik
clued, na-dat ik merkte, dat de rook
wolken meer en meer onze richting
uitkwamen, was een inspectie te hou
den van de ramen, de eenige deur en
ce houten wanden van het huis om
de openingen te vinden, waardoor zoo-
\eel rook binnendrong- De kieren tus-
schen de hout-en balken waren dicht
gemaakt mei een soort klei en dit was
in zoo'n slfechten toestand, da: talrijke
plaatsen open waren, waardoor de
rook kon binnendringen. Ik verhielp
ai: euvel zoo goed mogelijk door over
tollig heddegoed aan den buitenkant
,vau de muren te bevestigen.
De familie verkreeg haar drinkwa
ter uit een put die op een afstand
van ongeveer 70 meter van de hul
was gelegen en het- leek me niet on
dienstig te zorgen dat wij om op alle3
voorbereid te zijn, de beschikking zou
den hebben over een extra watervoor
raad. Het was tegen tweeën in. den
namiddag, toen ik met een p3ar em
mers hc-t huis verliet om water te gaan
halen- In gebogen houding haastte ik
mij voort, teneinde miin hoofd dich
ter bij den grond te houden, waar de
rook minder dik scheen ie zijn cn
bereikte spoedig d: waterput. Toen
hield ik halt om de omgeving nauw
keurig te beschouwen. De wind was
nu bijna geheel gaan liggen en dit
stelde mij in staat geluiden te onder
scheiden en hun oorsprong te bepalen.
Ik hoorde een geraas dat kwam uit
'het bosch, een geluid dat te voren
mijn aandacht niet had getrokken,
ffoen ik verder luisterde hoorde ik
ook het krakende geluid, dat ontstaat
als het vuur zich een weg baant door
het bosch. Met schrik bemerkte ik,
dat het vuur naderde, ja, dat het or.=
bijna reed3 bereikt had Ik haastte
mi; de emmers te vullen en keerde zou
vlug ik kon naar de hut terug. Bui-
jten de deur hield ik even stil om
mijn gedachten te verzamelen en te
besluiten wat ik in de gegeven om
standigheden moest doen. Het zou ze
ker nog verscheidene uren duren al
vorens de mannen terugkeerden. Ik
had dus zelf iets te doen en dat wel
Zoo spoedig mogelijk. Het leek mij in
verband met Mrs. Parsons gezondheid
ïiiet raadzaam haar iets van het ge-
.vaar te vertellen voor de toestand zoo
wanhopig werd, dat de waarheid niet
janger kon worden verzwegen.
Het eerste wal ik besloot was te zien
wat ik kon doen om het huis ie be
schermen en gedurende drie of vier
uren wijdde ik hoofdzakelijk daaraan
mijn krachten. Ik haalde verscheidene
runen water en bevochtigde daarmee
liet beddegoed dat ik tegen de muren
had gehangen, terwijl ik de daken
bedekte met vochtige aarde.
Het heen en terug gaan naar de
brön was zëer_ vermoeiend vöor mv.
Bovendien werden mijn longen telkens
zóu met rook gevuld, dat ik van tijd
Tot tijd in do hut moest gaan om wat
frissche lucht te happen.
Het vuur kwam steeds nader en be
gon een dreigend karakter aan te ne
men. Daar ik gehoord had dat aarde
een goede bescherming tegen vuur
bood, schepte ik met een kolenschop
zand op het dak tot ik bijna niet
meer staan kon van vermoeienis en
telkens lang moest rusten.
Mi's. Parsons hoorde het lawaai v;
liet vallende zand en dus was ik wel
genoodzaakt haar het een en ander
te zeggen, echter zonder haar de volle
waarheid te vertellen.
Het gekraak van de vlammen klonk
nader en nader. Gelukkig hadden de
mannen voorzorgsmaatregelen geno
men dcor in 'n cirkel om de hut al het
brandbare weg ie halen en een narden
wal te maken. Dit, gevoegd bij het
afnemen van den wind, deed het vuur
slechts langzaam vorderen. Om 6 uur
'o avonds zag ik de vlammen de om
ringende boom leppen verlichten en
werd het mij duidelijk dat het gdvaar
hef. dringendst werd.
De schemering viel in en de vlam
men verlichtten den# omtrek met een
vreemd, nevelachtig schijnsel.
8 uur. Brandende asch begon op
het dak te valien.-Vergeefs trachtte ik
nogmaals den bron te bereiken om
meer water te halen. Ik was gedwon
gen terug te keeren, daar de weg door
een dikken rcokmuur versperd werd.
Het leek of er geen redding voor ons
overbleef.
Mrs. Parsons begon zich angstig te
maken. Maar met groote zelfbeheer-
sching stelde ik haar gerust, hoewel
ik zelf geen raad meer wist en mijn
snikken bijna niet kon bedwingen.
I-Iet kraken der vallende boomen
rond ons werd sterker en plotselinj
een slag. Wij gilden van angst. Een
vallende boom had het huis geraakt;
gelukkig echter was hij niet met zijn
voile gewicht op het dak gevallen.
Wat dan gebeurd zou zijn, dorst ik me
haast niet in te denken.
Het gevaar groeide mei de minuut
€u ik voelde cir.t ik alles er op moest
:etten om ons leven te redden.
De naaste buren waren Mr. en Mrs.
Fox, een paar oude luidjes, die vlak
bij den weg woonden die naar de
spoorbaan leidde.
Het was eon wanhopig plan te
trachten hen te bereiken, maar de
gedachte dat er dan van buiten af
hulp voor mijn patiënten zou gehaald
kunnen worden, deed mij al mijn moed
samenrapen. Snel trad ik de kamer
van Mrs. Parsons binnen en vertelde
haar mijn plan zonder te luisteren
naar haar waarschuwingen.
in en'-.ele nynuten was ik gereed
met de voorbereidende maatregelen
voor mijn bescherming tegen het vuur.
Een broek van een der mannen, een
korte jas, mijn haar geborgen in eon
kapje en een vochtige doek voor mijn
gezicht gebonden. Zoo begaf -ik mij
op weg naar de spoorbaan, na Mrs.
Parsons en de kleinen een afscheids
kus gebracht te hebben.
De richting kon ik goed houden,
érlicht als de omtrek was door de
randende boomen.
Overal om mij heen vuur, difchte
rook en brandende asch eu takken.
Toch was van alles de dikke rook
alweer hel gevaarlijkst: bij tijden
dacht ik het niet langer tc kunnen
uithouden. Oudanks de natie doek
acht ik elk oogenblik bewusteloos
neer te zullen vallen.
Dan weer iiet ik mij languit vallen
of hield mijn adem zoo lang mogelijk
echter om bij het opnieuw inade
men bijua in rook te verstikken.
Ook moest ik dikwijls op handen en
voeten voortkruipen, mij brandende
aan gloeiende asch en elk oogenblik
kon ik onder een vallenden boom ver
pletterd worden. Mijn oogen deden
'n pijn, dat ik ze steeds half
dicht moest knijpen. Gelukkig ver
vaagde de wind zoo neren dan de rook
wolken eenigszins en kon ik dan even
op adem komen
Op een gegeven oogenblik werden!
hitte en rook zcó intens, dat ik dacht1
dat verder gaan uitgesloten was.
Maar daar overdacht 11: dat er men-
sohenlevens op het 'spel stonden en iK
begreep dat ik, het kostte wat het
kostte, verder moest worstelen.
Zoo een impulsie om een lafaard te
zijn, onderdrukkend, rende ik dwars
door de vlammen weg, niet wetend
hoe lang dit zou duren.
Over brandende asch eni takken,
gevallen boomen, met om mij heen
dikke rook cn vlammen en een bran
dende hitte.
Al had ik misschien een paar minu
ien geloopen, my leen het een eeuwig
heid.
Ademhalen w as zoo ontzettend moei
lijk, dat ik bijna bewusteloos werd,
maar nog bijtijds een eenïgizins koe
lere plek bereikte.
Echter kwam ik van erg tot erger,
want de rook werd zóó dicht,, dal ik
me op handen en knieën liet vallen.
Daar voelde ik mij bewusteloos
Wórden- „Vó hèmèl Iielp# me^, pre
velde ik. Toen niets meer
Maar mijn bede werd verhoord.
Waarschijnlijk deed de wind de
rook wat uit elkaar gaan, in elk ge
val kwam ik weer bij en kon iets
makkelijker ademen.
Ik begaf me weer op weg en kon
eindelijk de vuurgrens bereiken.
Ofschoon het reeds geheel donker
was, kon ik hij liet schijnsel van den
boschbrand mijn weg vervolgen en be
reikte het huis van Mr. Fox, waar
ik in haastige woorden de toestand
beschreef.
„Gaat u nu naar de spoorbaan en
houdt de eerste de besto trein aan en
verzoek alle mannen mee te helpen"
raadde ik Mr. Fox.
Deze deed zoo en verliet dadelijk
het huis.
„Anne meid zeide Mrs. Fox tot
mij. „Je bent totaal op. Ga maar wat
liggen."
Maar ik vond mijn eigen toestand
weinig belangrijk hij al het vreeselij-
ke wat er te gebeuren stond en besloot
hoe Mrs. Fox het me ook afraadde,
terug te gaan en niet op de mannen
te wachten.
Deze terugtocht was vrijwel oen her
haling van de heengang. Maar, alhoe
wel ik erg te lijden had van de rook,
werd ik er niet meer door bevang
Vrijwel het geheele bosch stond nu
in vlammen, naar elke richting baan
de het vuur zich een weg.
Bij de hut aangekomen voelde ik
me zoo afgemat en ellendig, dat ik,
nauwelijks over den drempel, tegen
den grond sloeg.
Mrs. Parsons schrok hevig, doch ik
stelde haar gerust en zeide dat mijn
zwakheid dadelijk over zou zijn.
Daarna vertelde ik m'n wedervaren.
Uitgezonderd een smeulend gat
het dak was er geen vuur te zien in
een vnu de gebouwen. Alle branden
de stukken, die op de daken waren
gevallen, konden geen schade uitrich
ten, dank zij hei zand, dat ik overal
opgegooid luid. Elk oogenblik kon een
vailenue boom het huis tot een min»
maken, een was al vlak hij gevallen.
In dezen hopeioozen toesiaud kouden
we slechts wachten op de beloofde
hulp en bidden, dat deze op tijd mocht
komen.
Tergend langzaam kroop de tijd om.
In de hut wachtte ik met kloppend
hart, opschrikkend bij elk geluid en
eindelijk het was toen 2 uur 's mor
gens hoorden we huiten stemmen.
Geen geluid had zoo welkom voor ons
kunnen zijn dan dit. Dadelijk daarop
kwamen 9 mannen de hut binnen, on
der wie Mr. Parsons en zijn broer.
„Hoe heb je hem dat geleverd,
meisje 1" vroeg Mr. Parson mij, nadat
hij zijn familie begroet had. „Wij
hebben 3 uur geworsteld om hierheen
te komen en zoo nu en dau kouden
we haast niet verder!'
Uit wat h'j ons inderhaast vertelde
bleek ons, dat de eenige weg voor
ontsnapping nog gevaarlijker was ge-
vorden.
Da wind was opgestoken en de man
nen hadden veel last gehad van omge-
Ilen boomen, waarvan eenige hevig
brandden.
Met medegenomen bijlen hadden zij
zich een weg moeten banen.
Toch besloten wij te trachten weg
te komen, waartoe wij een draagbaar
voor Mrs Parsons improviseerden.
Hierop legden wij haar met dc kinde
ren en {lakten haar toe me: een voch-
"g laken.
Air. Parson nam nog eenige kleine
persoonlijke eigendommen mee en
ïar. gingen wc weder.
Het was inderdaad zeer moeilijk om
de baar te dragen. De mannen moes
ten zoo laag mogelijk bukken en zelts
en dan op de knieën voortkrui
pen. Ontzettend hadden wij te lijden
van de dichte rook," zoodat zoo nu eri
dan stilgehouden moest worden om
bij te komen om daarna de tocht weer
moeizaam voort te zetten.
Ik bleef zooveel mogelijk bij het
hoofdeinde van de baar om Mrs. Par
sons en de kinderen te beschermen
tegen den rook, zooveel dit mij moge
lijk was. Nog meer boomen waren ge
vallen en meer dan eens moesten de
bijlen gebruikt worden om den weg
voor on3 vrij te maken.
Eindelijk, ui bij daglicht, bereikten
we het huis der familie Fox, geluk
kig zonder ernstige ongelukken, waar
wij hartelijk door hen ontvangen en
verzorgd werden, zooveel als iiun dit
mogelijk was.
Mrs. Parsons en de kleinen kwamen
er prachtig van af. Niet zoo goed ver
ging liet mij en de verpleegster had
J augen lung zeli een verpleegster
noodig.
Ik ben nooit, meer terug gegaan
naar dat voudliuis. Later werd mij
verteld, dat niet lang na den tijd,
waarin bovenstaande gebeurtenis
plaats vond, de gebouwen totaal ver
nield werden
Van Ingezonden stnkken, peplaatst ot
ntet geplaatst, wordt de kopie don inzender
niet temggagoTen
Voor den inhoud deser rnhnek atel. da
Bedactio xioh niet aansprakelijk.
DE H. O. V. EN DE CONCERTEN
IN DEN HOUT.
Haarlem, 7 Juni 1923.
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding va$ de ingezonden
stukken en het creschriif in de plaatse
lijke bladen over de concerten in den
Hout door liefhebberij-vereenigingen,
verzoekt ondergeteukende beleefd
eenige plaatsruimte waarvoor hij u bij
voorbaat dankt.
De verschillende muziekvereenlgin-
gen in Haarlem beweren, dat zij ge
passeerd zijn. omdat zij het voor den
vastgestelden prijs niet doen kunnen.
Ik kan mij dat haast niet voorstel
len. zij beweren, dat zij de kosten
niet kunnen dekken,'door de extra re
petities, de hooge zaalhuur, het
salaris van den directeur, en het aan
schaffen van nieuwe muziek. Het wil
er bij mij niet in, dat deze Haarlem-
sc-he Muziokvereenigingen die o- ver-
solul lende concoursen de hoogste
prijzen behaalden, geen een program
ma kunnen samenstellen, dat voor het
publiek genietbaar is. zonder het
aanschaffen van nieuwe muziek het
is toch maar voor een paar concerten
in dit seizoen..
Wij weten ailemaal wel wat een
moeilijken tijd de II. O. V. medege
maakt heeft en dat zij nu door het ge
ven van concerten buiten <ie stad een
beetje in haar behoefte kan voorzien.
Daardoor verdient het orkest wel een
betere medewerking, daar Het hier
toch geldt lief hobhe rij-muziekver-
eenigingfn, die meest uit arbeiders
bestaan en wel weten, dat musici in
de H. O. V. er van bestaan moeten.
En dan tenslotte moet ilc nog een
vraag stellenwaarom kunnen deze
vereen igingen wel op een voetbalwed
strijd op Zondie medewerken voor een
prijs, geliik aan het voorgestelde be
drag en nog minder, zijn daar geen
kosten aan verbonden
Hopende dat dit schrijven nog tot
eer - oplossing moge leiden lussfhen
de H. O. V. en de Hnnrlemsche mu
ziek vereenigingen.
Hoogachtend,
X.
De ondergang van de
„Triton".
Onderhoud met schipbreuke
lingen.
Aan den steiger van loods O van
de Kon. Ned. Stoombootmaatschap
'ij, op dc Zeeburger kade tc Amster-
am, meerde Donderdagmiddag om
ngeveer 4 uur het s.s. „Rijnland''
an de Hoil. LLloyd- Varende voor de
Holland—West-Afrik,i Lijn bracht de
ze boot een twintigtal schipbreukelin
gen mede van het s.s. „Triton dat
den 20cn April 1.1. des nachts bij Ad
dah op de Slavenkust liep en verloren
ging. l>ij deze scheepsramp kwamen
4 negers om. Een der geredden vertel
de aan de Telegraaf
:s Nachts om 12 uur word plotseling
'arm gemaaktik sprong m'n kooi
uit cn zag dat we in de branding za
ten. Het schip was op cc» zandvlakte,
de Filtcrbani:, op de Westkust van
Afrika, geloopen. Nadat de eerste
pogingen «m weer vlot te komen ge
faald hadden, schoten we een vuur
pijl af. Engelsche booteil kwamen
ter assistentie naderbij. Er was even
wel geen onmiddelj'ijke bulpverleening
noodig. Den volgenden ochtend werd
geprobeerd om met behulp van tros
sen het schip los te trekken, met het
gevolg dat een gedeelte van het bo-
vendel: werd losgescheurd, doch de
„Triton" bleef vastzitten.
Gedurende een paar dagen werden
nieuwe pogingen gedaan om los te ko
men en toen dat niet. g'.ng moest men
de „Triton"" verlaten. Een deel der
bemanning ging in de booten en w erd
opgenomen door de „Sir George",
welke hen naar Accra bracht. Eén
sloep sloeg om, doch de inzittenden
konden gered worden. Een week lang
bleef men te Accra, waar de scheeps
agenten goede zorgen aan de schip
breukelingen besteedden. De kapi
tein en de andere officieren verlieten-
de „Triton" het laatst. Ilefc schip
meet 3500 ton. de 'meeste lading was
eeds gelest. Den J3en Maart vertrok
aen uil Amsterdam, de „Triton"' was
nog op haar uitreis en had, toen de
ramp geschiedde nog 500 ton lading
en 500 ton kolen aan boord- Den stuur
mansleerling werden twee vingertop
pen afgeklemd.
Een achttal geredden, onder wie
de kapitein, hoogste stuurlieden en
machinisten, keeren met de „Satur-
naar Nederland terug. Op de
„Rijnland' heeft de verzorging der
geredden, speciaal wat het eten be-
rtréft, vólgens Veler keggen hóga! een
en ander te wenschen overgelaten.
Met de „Rijnland'' zijn van de
„Triton' hier aangebracht de 2e en
de 3e stuurman, de marconist en de
3e en 4e machinist. In Accra zijn nog
achtergebleven kapitein Visser, de Ie
stuurman, de stuurmansleerling, de lc
en 2e machinist en 3 matrozen.
T an een der geredde cn met de
„Rijnland" hier aangekomen officie
ren van dc „Triton' vernam het blad
nog dc volgende bijzonderheden:
llol, aantal omgekomen negers, crew-
boys, bedroeg met, gelijk een der le
den van de bemanning ons had ver
teld, 4. doch 5bij het omslaan van
een tweetal scheepssloepen, in de
branding zijn zij te water gevallen en
verdronken. Het ongeval, den stuur
mansleerling overkomen, geschiedde
door het beklemd raken van een der
handen van den jongen man tusschen
de „Triton"' en een gestreken sloep;
twee vingertoppen gingen daardoor ver
loren. De stuurmansleerling werd bij
hot vertrek van de „Rijnland" nog te
Accra (aan de Goudkust, bewesten
Addah, waar de stranding plaats had)
verpleegd.
Voorts wachtten te Addah nog op
hun vertrek per s.s. „öaturnus", dat
over 3 weken hier verwacht wordt, de
gezagvoerder Visser, de le en 2o
stuurman, de leerling-stuurman, die
gewond was. de Ie en 2e machinist en
3 matrozen. Voor hen allen was op dc
„Rijnland" geen plaats meer. Met
laatstgenoemd schip kwam, gelijk ge
meld,"een twintigtal geredden mee,
waaronder de 2e en 3e stuurman, de
marconist en do 3e en 4e machinist.
De meeste „Triton -mannen hadden
maar een klein deel hunner bezittin
gen kunnen redden.
NATIONALE WONINCRAAO.
De Jaarvergadering van den Natio-
nalou Woniugraal llceft plaats op Za
terdag 30 Juni te Amsterdam.
De agenda verjneld o.m.:
Voorstel van de Algemeéue Coöpe
ratieve Enscliedeschc Bouwvereeni-
giug te Enschede:
„Os Nationale Woningraad trachtc
ingetrokken te krijgen den door den
Minister aan nuaaeustaudsbouwver-
eenigingeu gestelduu eisen, dal de
huur meet bedragen <en zeker per
centage van het gezinsinkomen van
den huurder."
Toelichting. Het gevolg van deze
bepaling is, aat de huurders steeds va-
ricer'ende- huurprijzen moeten beta
len en soms tot zoodanige bedragen,
dat de huurwaarde niet onbelangrijk
wordt overschreden. Do besturen dei'
bouwvereenigingen moeten bij het be
rekenen van de huurprijzen aigaan op
de opgegeven inkomsten door do
huuroers. Waar hierop dikwijls geen
controle mogelijk is, kan dit tot groo
ts onbillijkheden aanleiding geven. De
ervaring heeft althans geleerd, dat
dc- huurders alles in liet werk zullen
stellen om onder de bepaling uit te
komen. De Minister ral de bepaling
in bet leven hebben geroepen om het
batig saldo op de jaarlijksche exploi
tatierekening, clat in "s Rijks kas moet
worden gestort,' op te voeren. Het is
de vraag of van die stortingen in
's Rijks kas wel veel terecht komt. Heb
zou daarom meer aanbeveling verdie
nen, dat clë bouwvereenigingen ver
plicht werden, jaarlijks een vast be
drag in 's Rijks kas te storten en dat
z:j vrij werden gelaten in het bepalen
van de huurprijzen.
Yooistel der Woningbouwvereeni-
ging „Delfland" te Delft:
„De Nationale Woningraad richte
zicli tot de Regeering tan einde te ver
krijgen dat deze zich bereid verklaart
op aanvrage van de gemeente te ver-
si rekken a fonds poi'du. liet bedrag,
dat oen woninzkouwvereenigïng moet
betalen aan hare architecten voor
mot. uitgevoerde opdrachten, voorzoo
ver die opdrachten zijn verstrekt na
overleg en met goedkeuring van do
betrokken autoriteiten, zooals gemeen
tebestuur, Inspecteur der Volkshuis
vesting, enz. en indien de gemeente
redenen vindt, om dit honorarium toe
te staan, docli ook alleen dan, indien
liet niet doorgaan van die plannen
lean worden aangetoond niet de_schuld
te zijn van de woningbouwvbreeni-
ging. De Nationale Woningraad rich
te zich, indien de Bond van Neder-
landsche Architecten niet zijn mede
werking verleent niet kan slagen,
zelfstandig tot de Regocring."
Voorstel der Bouwveroeniging
„Volksbelang" te I.isse:
„De Nationale Woningraad bevor
dert dat alle circulaires welke van
wege het Departement worden ver
zonden en betrekking hebben op den
woningbouw, ock aan de bouwvereeni
gingen worden toegezonden."
Voorstel der Bouwvereeniging „Een
dracht" te Schiedam:
„De Nationale Woningraad dringe
er bij de Regëbring op aan een af
doende regeling te treffen tot ophef
fing der bezwaren, verbonden aan de
exploitatie van <le in den crisistijd
niet Rijksvoorschot gebouwde wonin
gen, zulks in dc richting van dc door
den heer Hazc-voet, lid van de Eerste
Kanier, gestelde vragen aan den Mi
nister van Arbeid."
Vovrèlel 3or Stichting „Tcï ApoTaf
Woningbouw" te Ter Apcl:
„De Nationale Woningraad dring
er bij de Regeoring op aan met dl
verhooging der huurprijzen van ma
Rijksvoorschot gebouwde wouinget
de noodige voorzichtigheid te lie
trachten."
Toelichting. Heb gevolg van di
huurpolitiek dor Regeering zal zijl
dat de tegenwoordige huurders zullei
trachten andere woningen tegou ee«
logeren huurprijs te huren, wa't on
getwijfeld zal leiden tot groote achaidf
voor de betrol-.keu bouwvereeniging.
Voorstel der Bouwvereeniging „Vel
son" te Velsen:
„De Nationale "Woningraad dringt
er hij de Regeering op aan dat d«
rentevoet der voorschotten volgens dl
Woningwet verlaagd wordt, zoodra
dit mogelijk is."
Toelichting. Reeds nu noteeren di
6 Staatspapieren geruimen tijd bo
ven pari en is dus een rentevoet van
G voor nieuwe plannen te hoog.
VEBEEMICINC VAN NEDER.
8.ANDSCHE CEMEENTEN. j
De vereeniging van Noderlandöohe ge-i
meenten houdt haar jaarvergadering
te 's-Gravenliage op 27 Juni. Aan da
orde komt onder meer een voorstel
van liet bestuur om het getal bestuurs
leden van 12 tot 16 uit te breiden.'
twee uit de gemeenten boven 15.000
zielen en twee uit dc andere gemeen
ten. J
Voorts stelt het bestuur voor. dat
aftredende leden slechts eenmaal ter
stond herkiesbaar zullen zijn.
Aan liet einde der vergadering zal
de Jieer P. Bakker Schut. Directeur,
van cien Dienst der Stadsontwikke
ling en Volkshuisvesting te 's-Gravcn-
li;i ".-5, een voordracht houid'en over do
stadsontwikkeling van 's-Gravenhago
in de latere jaren. i
Op liet congres, Donderdag 25 Juni,-
zullen worden behandeld de prae-
adviezen. uitgebracht door mr. dr. L.;
TI. N". Bosch Ridder van Rosenthal,:
burgemeester van Drummen en mr-
dr. R. H Baron de Vos van Sleen-
wiik. griffier van de Tweede Kamer;
der Staten-Oeneraal. over het onder#
werp: ..I» het mogelijk en wenschc-
lijk door een algemeene wegenbelas-]
ting de vereischte bronnen van in
komsten te vinden ter bestrijding van'
du door het autoverkeer en door de
verhoogde Iconen en materiaal zeer
vermeerderde onderhoudskosten der
MAATREGELEN TEGEN HINDER
LIJKE GELUIDEN 'S NACHTS. Hef
comité,, dal zieti ten doel stelt in Den
llaag meer stilte le verkrijgen, door te
bevorderen, de totstandkoming van wet
telijke voorschriften, waardoor onnoodig
hinderlijke geluiden gedurende den voor.
de nachtrust bestemden tijd zooveel mo
gelijk worden tegengegaan, heeft zich
thans tot den gemeenteraad van den Haag
gewend met het verzoek, een einde te
maken aan den steeds aangroeienden on-
drftgelijken overlast en ernstigen hinder,;
door tal van ingezetenen ondervonden;
tengevolge van het nachtelijk lawaai en'
rumoer, veroorzaakt) door onder de hoede
van anderen zich bevindende dieren1
(speciaal hanen en honden), alsmoda
door de hardo signalen van des nachts in
jagende vaart voortsnellende bestuurders
van motorrijtuigen. Herhaaldelijk werd,
bij de autoriteiten geklaagd, da meest er
gerlijke toestanden traden daarbij aan
het licht. Dt, Wethouder van Openbare
Werken, de Gezondheids-commissie, da
Inspecteur der Volksgezondheid, de Po
litie, allen achten den tegenwoordige»
toestand onhoudbaar. Daarom verzoekt
het comité den Raad aan de bestaande
wantoestanden op dit gebied, welke 'a
stad als onze Residentie onwaardig zijn
eu de volksgezondheid benadeelen, een
einde te maken door wijziging en aanvul,
ling der Algemeene Politieverordening.
GERMANISMEN.
"Wij lézen in N'eerlandia:
Tn het maandblad voor Handelson
derwijs eu Handelswetenschappen no.
4 van den 23ste» jaargang, blz. 89,
komt een heele lijst van Germanismen
voor. We zagen dit met veel genoegen,
stemmen ook volkomen in met dert
wctisch, dat (een) nieuwe censuur ot»
den vorm moet leiten. Mogen ook wijl'
een wensch uiten? Dan is het deze,
dat er het goede Nederlandsch bij wa
re vermeld, en, indifn dit tijdschrift'
weer eens zoo'n reeks van ondeugde-l
lijk Nederlandsch geeft, het goede er
naast -staat. Want onze ervaring in de|
afdeeling Taalcommissie van Neerlan-:
dia, (het maandblad van het AJgemeenj
Nederlandsch, niet, Taalverband, maar
Verbond) is, dat vele lezers niet weten,'
waar wel en waar niet tegen de zui-:
verheid onzer taal wordt gezondigd.!
W ant niet enkel zijn het Germanis
men, die indringen: logische fouten!
(vgl. t.a.p. blz. 91) en is men, elders
dan made in Germany, maken onze
taal vaak tot een bargoensch, waarin
het eigene soms onnaspeurlijk is.
Ten slotte brengen we gaarne het ge
noemde tijdschrift onze hulde voor
zijn en door ons ongevraagden steun
lijk", zei hij, „dan zal ik zien, dat ik
je wat thee beeorg. Ga maar in den
tn ui zitten, dan koai ik. straks wel hij
je".
„Slaap je hier ook?" vroeg Lady
Ellen, terwijl ze ae kamer uitging.
Ze wees op de rustbank, waar de
jtv.ee witte kussens nog lagen.
Hij schudde het hoofd.
„Neen, die liggen hier, omdat juf
frouw Sinclair zich niet goed voelde,
en daarom heeft ze hier een poosje ge
rust".
Ditmaal fronsde Lady Ellen de
.wenkbrauwen. Zij zei niets, maar beet
zich op de lippen en ging den tuin in.
Kolonel Dawney gaf zijn huishoud-
Bter de noodige aanwijzingen en stond
toen nog- even, naar buiten te kijken
waar Lady Ellen in een gemakkelij
ke» stoel lag.
De uitdrukking op zijn gezicht zou
Voor Ellen Crooper, wanneer ze die
gezien bad, een nieuw licht geworpen
hebben op veel, dat haar tot nu toe on
verklaarbaar was. Als Enid Bryant
hem op dat oogenblik gezien had, zou
2e zonder twijfel gezien hebben, wat
hij zichzelf nog niet durfde bekennen!"
HOOFDSTUK XIII.
Toen Kolonel Dawney dien avond in
"de Pastorie kwam wachtte hem een
groote teleurstelling. Mevrouw. Gres
ham vertelde hem, dat juffrouw Sin
clair zich zoo ziek gevoeld had, dat
ze liaar overgehaald had maar in bed
te hJiiven.
Zij heeft zooeven een flauwte ge
had. Ik maak me heusch bezorgd over
haar", voegde ze er aan toe, „want
zij lijkt mij veel te zwak voor al dat
reizen en trekken. Als ik goc-d begrijp,
slaat ze vrijwel geheel alleen ojj dc
wereld".
„Jammer, dat ze niet hier kan blij
ven. De lucht zou haar goed doen".
Toen vertelde Kolonel Dawney haar
dat Lady Ellen dien avopd zoo graag
van de partij had willen zijn.
„O, ik wilde, dat ze gekomen was",
zei de dominée's vrouw. „Ze is zco
aardig en ziet er zoo jong uit".
„Nu, ze is ook nog jong", ant
woordde Adrian Dawney, „maar.ze
heeft al heel wat. ellende meegemaakt
arme Ellie!"
Het was nu een heel rustig gezel
schap, dat zich aan den middagdisch
verzamelde. Desmond Hammond was
geweldig uit zijn humeur. Manon Lau
rie deed haar uiterste best, maar de
jonge man weigerde te zingen en zij
moest eerlijk bekennen, dat zij zich
zelf heel slecht kon accompagneeren.
Hierdoor werd het muzikale gedeelte
van den avond een totale mislukking.
Tweemaal ging Manon naar boven
om te zien, hoe het met Enicl ,waa.
Om de waarheid te zeggen, was ze
geweldig geschrokken, toen Enid
flauw gevallen was.
„Zij zijn allemaal zoo aardig zei
ze, terwijl ze op de rand van liet bed
ging zitten. „Mevrouw Gresham komt
straks ook nog even boven. Kolonel
Dawney heeft het recept gegeven van
dat goedje, wat hij je vanmiddag ge
geven heeft. Wat een alleraardigste
man, Enid. Ik vind- hem zoo buiten
gewoon hartelijk!" Toen lachte ze.
„Die domme jongen. Ik geloof
heusch, dat bij jaloersch op Kolonel
Dawney is".
Enid luisterde maar, zij voelde zich
niet sterk genoeg om te praten maar
later, toen Manon weg was, stond ze
cp en ging voor het raam zitten.
Nog maar één dag in deze heerlijke
rustige schuilplaats en dan de wreede
wereld met al haar moeilijkheden en
bezwaren!
Terwijl ze aan het raam zat kwa
men Kolonel Dawney en dominó Gres
ham uit de zitkamer en liepen over het
grasveld.
Zij rookten en praatten. Enid keek
naar de lange militaire gestalte en
eens toen hij lachte vertrok haar heele
gezichtje pijnlijk. Wat leek hii toch
op Julian! Zij dacht er over na of deze
man, die zoo ontzettend veel op Ju
lian leek, lot dezelfde wreedheid als
haar man in staat zou zijn geweest..
Want nu kon ze het niet langer van
zich afzetten, die gedachte, dat Julian
Bïyant haar wreed behandeld had en
dat geld en alles wat voor geld te. koop
was, hem zoo betooverde, dat het hem
blijkbaar niets kou schelen, wat cr
met haar gebeurde!
De lichamelijke zwakheid, die Enid
zoo plotseling overvallen was, maakte
haar toestand veel erger.
,,":k kan niet ziek worden", zei ze
hartstochtelijk bij zichzelf. „Ik mag
niet ziek worden!" En weer verander
de haar stemming en zij verborg haar
gezicht in haar handen. „Er is muf
één uitweg", zei ze lusteloos. „Als ik
maar dood was, zou ik hem geen over
last meer aan doen". Maar toch was
haar jeugd en haar levbnslust nog zoo
groot, dat Enid nog niet rustig over
haar eigen dood kon nadenken.
Zij barstte plotseling in tranen uil
en zij huiUJe geruimen tijd.
Toen stond ze op en leunde met hc-t
bonzende hoofd tegen liet koele glas
van het raam en terwijl zo daar ston
kwain Kolonel Dawney langzaam het
grasveld weer over. IIIj had de domi-
né, die naar het dorp geroepen was,
vergezeld tot aan het hek. Toen Bij
die witte gestalte daar in het maan
licht zag staan, stond hij een oogen
blik sti' en liep toen langzaam door-
tot hij vlak onder raurn kwam te
staan.
„Voelt u zich beter?" vroeg hij- dui
delijk, maar zacht.
Luid deed het raam open en kwam
op liet halcon.
„Neen", antwoordde ze zenuwach
tig. „Ik voel me niet goed. Mijn hoofd
doet zoo'n pim en ik kan niet riapeu.
Het is ook zoo warm, hè?"
„Arme stakker!" zei Dawney. „Ik
beo rrog wat van dat poeder meege
bracht oor ge\ al u Bet noodig mocht
hebben. Ik zal het aan mevrouw Gres
ham geven. Het recept heeft ze al".
,Dunk u wel", zc-i Enid. „U bent
zoo vriendelijk".
„Ik wilde, dat ik werkelijk vrieu-
delijk mocht zijn", zei Adrian Daw
ney. Hij sprak op zachteu toon, hij
wilde niet, dat de onderen merkten,
waar hij was. „Luister eens, juffrouw
Sinclan» We kennen elkaar nog maar
heel kort en u kuilt niet veel van me
weten, maar ik kan toch wel van me
zelf zeggen, dat ik een fatsoenlijke ke
rel ben en ik wilde u alleen maar zeg
gen, dat u mij als uw vriend moet
beschouwen bij jvie u ten allen tijde
kunt aankloppen".
„Ik heb geen vrienden", zei Eniil.
„Des te beter voor mij," zei Daw
ney. „Nu zie ii: duidelijk, dat u over
iels tobt en u bent nog veel te jong
om uw zorgen alleen to dragen. Als
het iets is, dat u mij niet kunt ver
tellen, schenk dan mevrouw Gresham
i\v'vertrouwen. Zij is een allerliefste!
rouw en ik weet dat ze u graag mag'
lijden".
„Er zijn dingen", zei Enid op tril-'
lenden toon, „die ineu aan memand
kan vertellen".
Hij fronsde de wenkbrauwen en
lacliLe xoen.
„U bent neg zoo jong!" zei hij. „Al-
uw kleine verdrietelijkheden komen u
nog zoo enorm groot voor. Maar u be
hoefde toch heusch niet zoo te zitten
tobben, wanneer wij u een van allen
zouden kunnen helpen. Denk er eens
over. Beloof me de medicijnen in te
nemen en te gaan slapen. Als u maar
wilt, slaapt u ook wel. Morgen kom ik
eens met u praten. Goeden nacht!"
Zij zei fluisterend „goeden nacht"'
toch hij hoorde het.
De tranen kwamen haar weer in da
oogen. toen zc de kamer inging, de
vriendelijkheid eu vooral de hartelijk»
heid hadden liaar diep getroffen.
Toen mevrouw Gresham een half
uur later boven kwam, deed ze net*
alsof ze de tranen niet zag. maar zei
vriendelijk: „Op bevel van Kolonel
Dawney moei je dit opdrinken. En
doe me nu liet genoegen kindlief, dafi
ie morgen hier blijft en zooveel mo
gelijk uitrustJ
„Dat beloof ik", zei Enid,
V (Wordt .vervolgd,) V