HAARLEM'S DAGBLAD
Brieven uit Finland
Rubriek voor onze Jeugd
Onze lacMoek
f'euilseton
Het testament van
Elisabeth Marnock
WOENSDAG 13 JUNI 1923- TWEEDE BLAD
door
C. A. J. DIJKSTRA.
In het Zuidoosten van Finland, on
geveer twee uur sporens ten Noorden
van Wiborg. l'2t de wereldberoemde
Imat ra-waterval. Deze stroomver
snelling, want een waterval in den
eigenlijken zin is het niet, wordt ge
vormd door de Vuoksen-rivier, die
haar oorsprong ver weg iu Savolaka
en lvarelien vindt en hare wateren ver
mengt met do reusachtige bassins van
het Saima-meer, dat inct inbegrip van
zijne tallooze bijrivieren en meren een
zesde gedeelte van de oppervlakte van
Finland beslaat. Aan den Zmdooste-
lijken hoek van het Saimameer zet de
Vuoksen haar weg wederom alleen
voort en nemen de geweldige water
massa's met hunne aan duizenden
meertjes ontleende kracht een eersten
rtormioop op den versperrerlden land
rug. In duizelingwekkende vaart
storten de wateren zich bii do Vuok-
senniska naar beneden en vormen on
middellijk daarop den iniposanten
rTainionkoski-val. ook wel Klein Iiria-
tra genoemd, alsmede vier kleinere
vallen, totdat tenslotte het stroömbed,
dat langzamerhand tot een breedte van
circa 115 Meter aangewassen is, op
nieuw tussohen slechts 19 Meier van
elkaar verwijderde steile rotswanden
ingeperst wordt. Op dat punt ontstaat
de beroemde Imatra waterval, die wel
iswaar niet zeer hoog is (nog geen 20
Meter bij een lengte van 850 Meter,
doch die door de enorme watermassa,
welke door de met klippen en steenen
bezaaide bedding heenbruischt met
donderend geweld, dat op 10 Kilome
ter in het rond te hooren is. een over
weldigenden indruk maakt. De Ima-
tra-waterval moet 492000 Liter water
per seconde verwerken on daarbij een
kracht ontwikkelen .die met 118000
.pa arde krach ten geliik te stellen is.
Het is licht te begrijpen, dat men
er reeds langen tiid op bedacht is gO'
Iweest deze rijke natuurlijke hulpbron
nen productief te maken, doch tijdens
de Russische overheersching werd er
voor Finland betrekkelijk weinig ee-
idaan entoen Finland eenmaal een re
publiek gewerden was. waren er zoo
vele andere dingen, die eerst ter hand
genomen moesten worden, dat aan een
exploitatie van den Itnatra-watervail
voorshands riiet Fedacht kon worden.
Eenigen tiid geleden zijn er in den
lande evenwol stemmen opgegaan, dat
men nu eindelijk eens profijt zou gaan
trekken van deze waterkracht. Een en
»nder heeft tot gevolg gehad, dat de
Riikstlag de benoodigde credieten
t-nor de voorbereidende werkzaamhe
den heeft toegestaan.
Het ligt in de bedoeling geheel Zuid-
Finland te elect rif iceeren, tot welk
doel van Imatra uit een hoofdkabel
langs de spoorlijn westwaarts tot Ri-
himaki en Helsingfors zal worden
bnngelegd. Deze hoofdleiding zal door
den Staat geëxploiteerd worden, ter-
twiil de 2ijloidingen. die op diverse
punten voor de bediening van het bin-
iienland zullen worden aangelegd, aan
lokale consortiums en maatschappijen
iullen worden overgelaten.
De werkzaamheden zijn thans zoo-
Ver gevorderd, dat aan de opstelling
■an een financieringsplan zal moeten
worden gedacht. Een groot gedeelte
der graafwerken voor het boven en be-
nedenkanasi is reeds uitgevoerdde
dammen vóór den val zijn reeds ge
legd voorbereidingen zijn getroffen
voor het aanbrengen van de hoofd
afdamming in de rivier de woningen
de arbeiders alsmede het nieuwe
kantoorgebouw naderen hunne vol
tooiing en men b thans bezig den
de krachtinstallatrt,
grond, waarop de krachtcentrale zal
moeten verrijzen, nit tc diepen, waar
toe de rotsen door middel van dyna
miet moeten worden opgeblazen.
De aanilegkosten van de hoofdleiding
lange de spoorlijn worden begroot op
100 miljoen Finsche marken, terwijl
de kraohtinstallatie, lurbinen, genera
toren enz., circa 170 millioen zullen
kosten. Voor het geheele project, alles
inbegrepen, zal een bedrag van circa
330 millioen noodig zijn.
Teneinde zich omtrent de rentabi
liteit van hei nieuwe bedrijf zekerheid
te verschaffen, heeft de Staatscommis
sie. die met de leiding van het ontwerp
belast is, zich tot de groote stroom-
verbruikers gewend oni vooraf te kun
nen uitmaken of op hunne medewer
king te rekenen valt. Het resultaat
hiervan is geweest, dat do commissie
reeds zoo vole toezeggingen heeft ont
vangen, dat de rente en afschrijving
ruimschoots verdiend zullen worden.
En hierbij is nog niet eens rekening
gehouden niet de talriike kleinere con
sumenten. Er mag dus veilig worden
aangenomen, dat de Finsclie Staat
met deze onderneming geen slechte
zaak doet en het is te voorzien, dat,
nadat het bedrijf eenige jaren in wer
king zal zijn'geweest cn er dus be
hoorlijke bedragen op de installatie
zullen zijn afgeschreven, de prijs van
den stroom zoodanig verlaagd zal
kunnen worden, dat de industrie, en
dus ook de export, daarvan niet ge
ringe voordeden zal genieten.
Een nieuwe staat met slechts 3
millioen zielen, die naar Hollandsclie
begrippen over een betrekkelijk go
ring nationaal vermogen beschikt en
die het desniettegenstaande aandurft
een dergelijk grootseh werk te onder
nemen, dat in Nederiandsohe munt uit
gedrukt een bedrag van 25 millioen
guldens vertegenwoordigt, geeft daar
mede blijk over de nooddge energie en
ondernemingsgeest te beschikken en
een open oog te hebben voor de belan
gen van handel en industrie. Alleen
om die reden reeds hebben de Finnen
recht op or.xe bewondering. Wij mo
gen het in vete opziohten dikwijls niet
eens zijn met verschillende wetten en
bepalingen, wij mogen misschien
lachen om het bespottelijke drankver
bod door de groote Imatra werken ge
ven de Finnen blijk ook nog over be-
'tere eigenschappen te beschikken en
een ruimen blik te hebben voor het
productief maken van 's lands natuur
lijke hulpbronnen.
In mijn volgenden en laatsten brief
hoop ik u een en ander te vertellen
over «Ie beroemde Finsche bad-inrich-
tingen.
prachtig gebonden deeltjes, waarvan
elk woord met behulp van een ver
grootglas is te lezen.
De wanden en paneelon van dc-ze
bibliotheek zijn van Italiaanscli walno
tenhout. terwijl de boeken in kleine
eikenhouten kastjes met openslaande
deuren zijn opgeborgen.
Er zijn ingelegde marmeren schoor
steenmantels, elk op zichzelf een
kunstwerk, speciaal geweven Wilton»
kleeden, bed- en tafellinnen, in Bel
fast gemaakt, hetzelfde als door het
Koninklijk huis wordt gebruikt, repro
ducties van beroemde oude prenten,
niet grootor dan postzegels en overal
mooi-gelijnde wanden en paneelen van
prachtig gesneden hout.
In de muziekkamer staat een piano
van 17 c.M. lengte, die bespeeld zou
kunnen worden als er maar vingertjes
waren, klein genoeg om elke afzon
derlijke toets te kunnen neerdrukken,
en in de wapenkamer ziet men model
len, vervaardigd door een beroemd
wapensmid.
Er is gegraveerd stalen traliewerk,
even fijn "vervaardigd als met dit
doet niet zilver en goud. De keukens
zijn geheel compleet voorzien van al
het noodige. pannen en potten, ser
viezen en zilver tafelgerei, zooals men
het op 's Konings tafel heeft; terwijl
er een waterleiding is. als door een
zilversmid gemaakt, die het geheele
huis van stroomend water voorziet,
tot de badkamers toe.
Het gebouw wordt electrisch ver
licht. waarvoor in elke kamer een
klein knopje is aangebracht; ook
eiectrische liften zijn aanwezig. De
dynamo, die de stroom daartoe levert,
bevindt zich buitenshuis, dicht bij de
miniatuurgarage, die een Rolls-
Royce, een Sunbeam en een Daimler
bevat, alle modellen die werkelijk
bewegen kunnen.
Het geheel is inderdaad ten pa
leis voor een Feeën-k-oningin, en is een
kunstschat, cie iedereen eerbied voor
de kunstenaars, die liet vervaardigden
zal afdwingen.
In
rfOOFDSTOK 9.
n beving.
Het Gelukskind
door
B.—Z.
Raadseloplossingen
Oplossingen ontvangen van: Anc-moon
6 'Kaiel V 4 Goudkopje 6 Altaian la 6 Wil
genkatje 6 Blauwvingertje 6 Juffertje On-
xusl 6 Woelwater 6 Napoleon 6 De kieine
Muzikant 4 Karei de Groote 4 'inktvisch
6 Adolf Verspoor 5.
Ruilrubriek
Jaar aanleiding van do uitvinding der
Icastie-ballen van Hejjmie Waalewijn,
«chrijft de heer P. Brinkman, Velserstr.
SA, „dat een zijner leerlingen deze uitvin
ding nog verbeterj heeft, door in 't mid
den een rond gesneden flink stuk kurk
te doen en daarom heen ringen fietsband.
De bal wordt nu niet zoo zwaar en is bui
tengewoon veerkrachtig.
Wij danken den lieer B. voor zijn in
lichtingen.
TILLIE VOORHAM, Schoterstraat 19,
Bou graag een boek te leen willen hebben.
iZe geeft er „Nonnie" voor terug.
Een Sprookjes-poppenhuis
De „Daily Sketch" geeft de eerete
beschrijving van het schitterende pop
penhuis, dat door verschillende Engel-
Bche architecten en artisten aan de
Koningin van Engeland zal worden
pangeboden. Dit poppenhuis werd
jdp initiatief der Koningin vervaar
digd en zal het volgend jaar tentoon-
ftesteld worden op de British Em- Elke Engelsche schrijver is er verte-
',pire Exhibition, die het volgend genwoordigd in rijen van kleine,
jaar wordt gehouden eu waarvan de
opbrengst bestemd is voor de Londen-
sche ziekenhuizen.
Dit poppenhuis, in hoofdzaak ver
vaardigd door Sir Edwin Lutgers, een
wereld-beroemd kunstenaar, overtreft
volgens het Engelse lie blad verre de
welbekende Amsterdamsohe poppen
huizen.
De grondoppervlakte is ongeveer 12
bii 7 voet. Het geheel staat op
een ceder- en mahoniehouten voetstuk.
Het is opgetrokken in de stijl van
Wien's Hampton Court, een gebouw
van rooden en witten steen, geplaatst
in een droomtum, met fluweel gras,
heggen en groene boompjes, met tecre
geplaveide paadjes en standbeelden
in geheimzinnige, afgelegen hoekjes.
In het huis is het eene wonder op
het andere gestapeld. Van de scheme
rige vóórhall uit leidt een marmeren
trap naar hoven, Overal is schitterend
houtsnijwerk, waarvan men de klein
ste bijzonderheden als af .doar een ver
grootglas kan zien. Werkelijk, men
zou door dit sprookbuis met een ver
grootglas rondgaan!
Er zijn prachtige plafonds, geschil
derd door Mr. W illiam Nicholson en
in de bibliotheek hangen twee.por
tretten van den Koning en de Ko
ningin. elk 17 c.M. hoog te voelen uit
geschilderd door Sir William Orpen.
Deze bibliotheek is misschien nog
wel het verbazingwekkends van alles.
als
Het zou hem spijten,
waardoor mevrouw wilde vertrekken.
En zoo opgewekt mogelijk, verkondigde
mevrouw, dal ze absoluut geen enkele aan
merking had. Ze verlangde naar huis, au-
Schouderophalend vertrok de man. Rij-
kelui's-grillon, noemde hij zoo iets.
In koortsachtigen haast werkte mevrouw
voort. De juffrouw kreeg geen goed
woord. Iedere vijf minuten moest ae in het
aangrenzend vertrek naaf Gerda gaan kij
ken. Sliep het kind rustig? De deur was
toch op slot De ramen waren toch van
blinden voorzien? Telkens beweerde de
juffrouw, dat alles in orde was, maar tel
kens moest ze toch weer zelf een en an
der gaan inspecteeren.
„Mevrouw."
„"Wat- is er? Heb ik iets vergeten?"
„Wat zal de familie Boschboom op
kijken van onzen terugkeer. Misschien.....
De juffrouw aarzelde. Ze durfde den zin
niet te voltooien uit angst
aangenaam te zullen
„Nu, wat'1 misschien?'1
„Ik dachtdat ze wel heel blij zullen
„Ja, ik was een goed melkkoetje voor
dokter Boschboom. Maar ik ben niet meer
van plan ziek te zijn."
„Neen mevrouw, ik bedoel....
„Zeur niet zoo, juffrouw Stephenson.
Vertel me zonder omwegen, wat je be
doelt."
„Er zal vreugde'in het doktershuis zijn,
omdat het kindje weerkeert."
„Dacht dat Er glinsterde iets boos
aardigs in de oogen van mevrouw van
Beerbruggen van Nieuwerwelt.
„Luistert U eens goed, juffrouw Ste
phenson. ..Gerda Kokinos is en blijft mijn
aangenomen kind. Er. geen m3cht ter we
reld kam haar mij ontnemen."
„Maar dokter Boschboom Z31 ook spre
ken van hun aangenomen kind," durfde
juffrouw "Stephenson in 't midden to
brengen.
Evon dacht mevrouw vaar Beerbruggen
na. Er zat veel waars in wat haar gezel
schapsjuffrouw beweerde.
„Ik zal mijn reisplan veranderen, die
mogelijkheid bestaat," klonk het op ijs-
kouden toon.
„Onze koffers moeien geadresseerd wor
den aan Ilotel Riche te Bazel," vervolg
de ze.
Zuchtend voldeed juffrouw Stephenson
aan het verzoek van haar meesteres.
„Zullen we nu niet eenige uren rus
ten?" durfde de juffrouw toen te vragen.
De arme ziel kon van moeheid niet mee;
voort.
„Hoe kunt u van rusten spreken?"
„Maar er valt niets meer te doen me-
„Goed, gaat U rusten," klonk het op
bitsen toon.
En terwijl de juffrouw naar haar slaap
kamer ging. hoorde ze mevrouw zeggen:
„Hoe kaai een monsch rusten, als je hoofd
vol is van zooveel bange gedachten?"
De arme gezelschapsjuffrouw had
welijks haar hoofd op "t kussen gelegd, of
de slaap ontfermde zich over haar.
,,'k Begrijp er niets van," zei Mevrouw
Boschboom, terwijl ze in het schemerach
tige vertrek de lamp aanstak.
„Hij zou toch in ieder geval telegraphee-
ren, niet moesje?" vroeg Elip, die er maar
niet toe komen kon aan zijn huiswerk te
beginnen.
„Ja, dal heeft hij aan vader beloofd.
Maar 't is natuurlijk niet onmogelijk,
dat hij onderweg oponthoud heeft gehad.
Maar daar zie ik heusch een besteller
aankomen
„Geen telegrambesteller, moesje."
„Een groote -brief uit Haarlem," riep
Joost, die de kamer insnelde met den
brief in zijn opgeheven hand.
„Zeker van de Huysertjes" sprak me
vrouw Boschboom, den,brief van Joost
aannemend.
Toen de enveloppe verbroken was, rolde
er een klein rose briefje uit. Flip greep
het, op de enveloppe elond: „Voor de
drie jongeheeren."
„Een brief voor ons van Maria," sprak
Flip vroolijk.
'„Vermaken jullie je daar maar r
wijl ik mijn brief lees."
Fhp en Joost gingen dicht naast elkaar
zitten en lazen Maria's brief. Telkens gier
den ze het uit van viel om het aardige
taaltje, dat liet meisje gebezigd had. En
ze had heusch gemeend, dat het goed
leesbaar Hollandsch was.
„.Te kunt haar toch wel snappen;" be
weerde Flip.
„Ze is zeker ook benieuwd naaT be
richt uit Davoz?" .vroeg Mevrouw Bosch
boom, toen ze h3ar brief had uitgelezen.
„Leest u zelf maar," zei Joost. Zijn stem
beefde.
„Wat scheelt er aan?" vroeg mevrouw.
„Gerda is werkelijk het kind van dien
Hongaar," sprak Bram nu op een toon var
.overtuiging.
Mevrouw Boschboom vloog den brief
door. Het begin was een dankbetuiging
de gezellige dagen, die Maria in het
doktershuis had doorgebracht. Vervolgens-
vertelde ze van de familie Huyser. Juf
frouw Horst lag in 't Diaconesser.huis,
blinde-darmontsteken ondergaan
was zij met de oude mevrouw bij
de hotarisfamilie. Ze sliep bij Greet op de
kamer en ze hadden altijd zoo'n plezier.
Heel dikwijls spraken ze over die drie
brave jongens, Bram, Joost en Flip. En
moest van Greet zeggen, dnt ze dolgraag
it Kerstmis kwam logeeren. 21e kende al
d goed den weg in Haarlem, vooral naar
de Oude Gracht. Daar woonde Bep Klaas-
de beste vriendin van Greet.
nAGEDIS m2g fiaa'r MitlYSïMSm ho'uaehi
LOBELIA mag haar schuilnaam houden.
KAREL V. Je raadsels zijn goed.
ANEMOON. Je was niets te laat, al
leen vond je nu'geen briefje in het Za
terdagavond-nummer. Kranig, dat je de
vaardigheids-proef er goed hebt Afge
bracht. Heb je het diploma al?
ALBADA. Ik weet wel, dat je het
druk hebt. Al heb je naar je eigen idee
niet veel woorden, stuur ze tooh maar in.
'ie niet waagt, wie niet wint. Als de b
,n Albada in een k veranderd is, ben ik
flood-onschuldig aan. Ik ben verlangend
iets van Zomertakje te hooren.
MEVR. V.v. M. 'k Hoop, dat uw
jongen nog lang met zooveel plezier mee
zal doen nan onze Rubriek. Uit zijn brief-
kan ik wel opmaken, dat het een
schrander kereltje is. Ik vind het prettig,
dat U er zelfs zoo in meeleeft. Wat je
kinderen doet, is altijd zoo looi
door do vriendelijkheid en aanhankelijk
heid, die je ervoor terug ontvangt,
hoop, dat de Rubriek aan D. bezigheid
allerlei aaTd aal geven. Hij is op
oogenblik wel de baby.
ADOLF V. Wat leuk, dat je nog tw
broertjes hebt. Hoe oud zijn ze? En hoe
et nu met jou? Wat heeft eraan ge
scheeld? Ben je dikwijls ziek? Omdat de
Rubriek tweemaal in de week verschijnt,
kom je eigenlijk nooit te laat. Snap je?
LAATSTE KWARTIER. Ja, wat leuk,
dat je grootmoeder in den Haarlemmer
meer iedere week do Rubriek leest,
weet natuurlijk ook wie Laatste kwartier
is. Fijn dat je vier ballen van moeder ge
kregen hebt. Het is zeker een heele kun:
met vier hallen te ballen. Kun je het al?
Waar was Noes zoo lang geweest? Jullie
hebben haar de eerste dagen zeker lek
kertjes verwend.
MOEDERS BREISTÊRTJE. Wel be
dankt voor je mooie kaart uit Heilo. Heb
je er een heerlijk dagje gehad?
EEN NAAMLOOZÈ donk ik hartelijk
voor de mooie kaart uit Heilo. Had je
de gauwigheid je naam vergeten? Ben je
sojns het zusje vnn" Moeders Breistertje?
THEEROOSJE. Heerlijk die kokerij.
Is er niets mislukt? Je nichtje vindt het
zeker prettig bij je te mogen spelen. Hangt
je vinkje au buiten?
(Wordt -
rvolgd.)
Brievenbus
DE PRACHTICE OPERA.
Dochter (ïn de opera),,'t Is toch te
erg, vaderde schrijver van dit stuk -
stierf 2 weken geleden."
Vader„Vonden ze den moorde
naar?"
HET RECORD,
Een man was bezig in zee te dui
ken, om dan eenigen tijd onder water
blijven. Na een langen duik ontdek-
hij cat hij twee minuten lang was
ondergeblerven.
„Dat gaat goed," hijgde hij„ib
zou zeggen dat dat een record was."
„Weineen, op geen stukken na," ant
woordde iemand, die er bij stond tg
kijken.
„Verleden jaar dook er hier ook een
man in, en hij is nóg niet boven 1"
BECR1PSVERWARRINC,
Hij„Wilde je me gisteren in da
tad niet zien? Ik* zag jou tweemaal."
Zij „Ik kijk met naar menschen die
n zoo'n toestand verkeeren."
Haarlem, 13 Juni 1923.
Binnenland
Nieuwelingen:
LIENTJE KOLLERIE, Tulpenstraat 4z.
oud II jaar, 6de nieuweling in de maand
GRETHA VAN NORDEN, oud II jaar,
Bakkerstraat 54, 17de nieuweling
maand Juni.
Do 10de nieuweling in elke maand, ont
vangt eeu boek in prachtband.
ieven aan de Redactie van de Kin
derafdeeling moeten gezonden worden
an Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN
d. Vimnestraat 21rood.
(In do bus gooien zonder aanbellen.)
INKTVISCH. Jo raadsels zijn goed.
LINA P. Hoe is het er mi m«,
Lïentje? Ik hoop je eens gauw te komen
bezoeken, maar kan niet vooruit zeggen
bp welken dag. Heb je al weer trek In
en zit je al weer in de Rubriek te
.ent Ik dacht: „die Lien zit zeker
druk m 't naaiwerk, dat ik niets van haar
hoor." Bedank moeder vriendelijk voor
haar schrijven. Je bent maar een dappere
geduldige meid, hoor. Heerlijk, dat Je
wagen nu zulke goede diensten bewijst.
Van harte 't beste, kind.
AVONDKLOKJE. Bevalt het je goed
in je nieuwe betrekking? Ja, ik heb dien
haam wel eens gehoord. Heb je het boek
van Naaistertje ouk gelezen? 't Is een lfeel
inooi verhaal, maar wel een beetje treu
rig. Wat gezellig voor je die zangavond
jes. Dat is weer eens wat anders dan het
dagelijksche eleurgangetje,.
KAR RL DE GROOTE. Wanneer zal
de reis maur den Haag plaats hebben? Je
raadsel is goed.
DE KLEINE MUZIKANT. Ga jij ook
naar Leiden met de klas? Je raadsel
goed.
NAPOLEON. 't Is te hopen, dat 't
Zondag wandelweer is. Waar ben je
Woensdag naar toe geweest? Je raadsel
is goed.
WOELWATER. Wel jammer, dat j<
die „rare namen" moest schrappen. Maar
't is toch beter ten halve gekeerd, dan
heele gedwaald.
WILGENKATJE. Je voelt je nog veel
behaaglijker in een wollein jurk dan
een katoenen. Wat wou je nu nog vragen
van die Afdeeling A en B? Misschien zijn
er wol Rubriekertjes die je het begin
len leenen van hei Gelukskind. Vraag er
maar eens om in de Ruil-Rubriek. Je was
niet te laat.
BLAUW VINGERTJE. Als ib je een:
spreek, aal ik je vertellen, wanneer ib ja
rig ben. Is dat goed? Ib kon je niet
antwoorden in het Zaterdagavond-
"GOUDKOPJE. Ja, er zilten er wel
meer te zuchten over die telkens terug-
keerende n. 't Hindert niet, of je weinig
i delfstoffen hebt.
DE WERKING VAN DE fNVOER-
RECEUNC VOOR DE SCHOEN
INDUSTRIE IN DENEMARKEN.
In aflevering 5 van het Maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek komt een overzicht voor van de
schoenindustrie in Denemarken
1922. Aan de daarin opgenomen me-
dodeelingen over de werking van de
invoerregeling wordt het volgende ont
leend:
De werking van de in Augustus 1922
van kracht geworden invoerregeling,
waarbij bepaald werd, dat schoenwerk
slechts mocht worden ingevoerd voor
zoover daartoe een speciale vergun
ning werd verleend, treedt uit de op
gaven, welke door vrijwel alle schoen
fabrieken van het land werden ver
strekt, duidelijk aan het licht.
In verband met deze invoerregeling
werd n.l. in de tweede helft van 1922
in Denemarken ongeveer 10 meer
schoenwerk geproduceerd dan in de
eerste helft van dat jaar, zoodat de
fabricage, welke in de oorlogsjaren
en daarna sterk was afgenomen, in
de tweede helft van 1922 weer onge
veer de hoogte van 1913 bereikte.
De invoer van buitenlandsch schoen
werk nam door de invoerregeling
sterk af: in de eerste helft van 1922
kwam 50 pCt. van allo in den handel
gebrachte schoenwerk uit het .huiten-
land, iu de tweede helft slechts pl.m.
30 pCt. (vóór dc-n oorlog 18 3/4 pCt.).
Deze daling in den invoer van bui
tenlandsch schoeisel deed zich in de
eerste maanden van 1923 nog sterker
gevoelen.
De invoerregeling van Augustus 1922
werd op 1 April 1923 vervangen door
een crisisbelasting op in te voeren
schoenwerk, welke tot 30 Juni 1923,
eventueel tot 31 October 1923, van
kracht zal blijven.
wijl hij voorts zijn vreugde uit over d*
herkiezing van den heer de Jon&, dia
reeds zoovele jaren deel van het be
stuur heeft uitgemaakt.
BEZUINICINC.
Op vragen van het lid van do
Tweede Kamer, den heer Boon;
1. Is heb juist dat dezer dagen aan
het gebouw van den Topografïschen
Dienst op de Princessegracht te
's Grnvenhage 27 markiezen aan de
voorzijde, d. i. de noordzijde van heil
gebouw, waar de zon nimmer komt
wanneer de ambtenaren aanwezig
zijn, zijn aangebracht?
2. Zoo ja, acht de minister een der
gelijke uitgaaf, die ruw geschat f 1000
bedraagt, in overeenstemming met het
zuinige beheer dat in het bijzonder in
dezen tijd dringend noodzakelijk is?
luidt het antwoord van den minis
ter van oorlog:
Ad. 1. Het is juist, dat aan de voor
zijde van het gebouw van de Topogra
fische Inrichting op de Princesse-
gracht te 's G.'avenhage dezer dagen
markiezen zijn aangebracht.
Die markiezen zijn echter reeds het
vorig jaar aangeschaft en zijn voor heb
grootste deel ook den vorigen zomer
aan het gebouw aangebracht geweest.
Door de omstandigheid, dot da
voorzijde van het gebouw op het
noordposten dus niet op 't noorden
is gelegen, werd aanvankelijk in
de daar aanwezige graveerlokalen
tot circa elf uur de9 voormiddags in
ernstige mate hinder ondervonden van
het directe zonlicht, waarbij worde
opgemerkt, dat de graveurs hun werk,
hebben te verrichten, aan de ramen
zittend, zoodat invallend sterk zon
licht niet kan worden ontweken. Bij
ontstentenis van markiezen zou der
halve bij onbewolkten hemel van 8.15
tot pl.m. 11 uur v.m. Jiet werk in
ernstige mate worden belemmerd.
Ad. 2- In verband met het antwoord
op vraag 1 wordt vraag 2 bevestigend
beantwoord.
DE ZEKERHEIDSSTELLING
VERPLICHTE AMBTENAREN.
De vereeniging van tot zekerheids
stelling verplichte gemeente-ambtena
ren hoeft haar algemeene ledenverga
dering gehouden. Do voorzitter, de
heer C. M. V. Roothaan, constateerde
in zijn openingswoord, dat de toestand
van de vereeniging bloeiend is en de
financiën wederom zijn versterkt.
Benoemd werd tot commissaris ter
vervanging van den heer H. J. Mijs,
voorzitter van den ^raad van commis
sarissen (aftredend volgens rooster en
niet herkiesbaar) uir. G. van Baren,
burgemeester van Delft. Het aftreden
de bestuurslid K. C. de Jong werd als
zoodanig herkozen. De voorzitter deel
de mede, dat den heer Mijs,
die niet ter vergadering was, schrifte
lijk dank zou worden gebracht voor
do bereidwilligheid, om in de door
hem hekleede functie op te treden, ter-
HET MELKVRAACSTUK.
Heeft hier te lande in den laatsten
tiid naar aanleiding van het bekendo
Amsterdamsche gemeentelijk rapport
het vraaarstuk van de me'kvoorziening
•.veer in sterke mate de be'ang-telling
opgewekt, ook in Engeland wordt aan
de oplossing van dit vraagstuk aan
dacht gewijd. Zooals het Maandschrift
van het Centraal Bureau voor da
Statistiek in de Mei-aflevering meldt,1
is over dit onderwerp door een com
missie aan het ministerie van Land
bouw in April een rapport uitge*
bracht, hetwelk meer in het bijzonder
de prijzen van melk en zuivelproduc
ten behandelt. Het Maandschrift merkt
hierover o.a. liet volgende op.
De gemiddelde kleinhandelprija
voor melk bedroeg gedurende 't tijd
vak 1 April 1922—31 Maart 1923 iri
Londen p/1 m. 75 pCt. meer dan vóór.
den oorlog, de gemiddelde prijs door
de boeren bedongen voor melk, aan
Londen geleverd, pl.m. 70 pCt. meer*
Het verschil tusschen in- en verkoops
prijs was in Londen en andero centra
het grootst en bedroeg in den afg©<
loopen winter 1 shilling per gallon*
waarvan 4 cl. aan den groot- en 8 y*
aan den kleinhandel ten goede kwa*
men.
Het voor den kleinhandel genoemd®
bedrag wordt door de commissie nood-«
zakelijk geacht om ïn het levens-'
onderhoud te voorzien van die sln'ters,-
die uitsluitend van den handel in',
melk bestaan. De voor den groothan
del genoemde marge acht zij te hoog
deze en tengevolge daarvan ook da
geheele winstmarge moet belang^
rijk worden verlaagd, welke veria-,
ging in het belang van een toeneming,
van het melkverbruik aan de consu«:
menten ten goede moet komen.
Als andere middelen ter verbetering
van den toestand noemt het rapport
o.a. verlaging van de spoorwegtarief
ven voor melktransport, aaneenslui'
ting der producenten op coöperatieven,
grondslag, bevordering van overheids-,
wege van de scholen voor zuivelcoö-.
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch van
E. A. ROWLANDS.
„Neen dank u", zei Enid. „Ik zal
buitenshuis wel wat gebruiken".
Zij had maar een klein koffertje bij
*ich, maar dat was haar al bijna te
twaar om te dragen. Wat moest ze nu
doen? .Waar moest ze naar toe? Zij
kad heel woinig geld en Sybil Jackson
,was eigenlijk de eenige tot wie ze zich
kon wenden, om werkelijk practischo
hulp en raad.
Zij wandelde door tot zo op een plein
kwam waar ze een autobus kon nemen
en zij stapte in, zonder te ïnformee-
ren, welke richting hij uitging of zon
der er aan te deuken, wat ze zou
gaan doen, wanneer ze uitstapte.
Maai' toen de bus langs een van de
'ingangen vnn het Regent's Park reed,
besloot ze plotseiing uit te stappen en
een poosje onder de boomen te gaan
Kitten*
Een kleine straatjongen kwam op
haar af om haar koffertje te dragen,
want hoewel iedere stuiver waarde
voor haar had, was ze te moe om het
zelf te doen en zo had er graag een
dubbeltje voor over. Ze was te moe, te
diep-tevneergeslagen om zelfs maar
over de naaste toekomst na te kunnen
denken.
Het was heerlijk onder de boomen,
hoewel het in het park vol was met
kinderen.
Enid zut cr nog toen de zon reeds
langs m het westen stond. Zij voelde
zich uitgeput, maar dat kwam, om
dat ze sinds vroeg in den morgen niets
meer had gegeten; plotseling kwam
ze tot het besef dat ze toch iets moest
doen, anders was het avond voordat
ze wist, waar ze den nacht zou moe
ten doorbrengen.
Daarop begon ze werkelijk ernstig
na te denken en toen zo alle moge
lijkheden naging, kwam ze tot liet be
sluit; dat het 't liesle zou zijn naar de
kamers terug te gaan, waar Julian en
zij het eorst- gewoond hadden. Daar
kende men haar tenminste en zou
men haar respecteeren.
„Daar zal niemand me zoeken"1, zei
ze bij zichzelf. Als hij het had willen
doen, had hij het al laug gedaan".
Zij ging terug naar de haltè van de
autobus en liet zich naar Bloomsbury
brengen. Zij kon niet duidelijk meer
zien toen ze m de straat kwam, die
haar zoo goed bekend was.
Allerlei herinneringen kwamen bij
haar op. Het kwam haai- nu zoo
vreemd voor, dat zo eens zoo vroolijk
en opgewekt door deze straat had ge-
loopen, dat ze altijd zong, wanneer ze
er liep.
Met vreugde bemerkte zo, toen ze
aangebeld had, dat dezelfde vrouw er
nog woonde als vroeger. Het had Jiest
kunnen zijn dat er andere menschen
waren komen wonen, die vreemden
voor haar waren, maar dii werd haar
bespaard en men begroette haar har
telijk. Enid voelde, dat ze iemand ge
vonden had, die haar vriendschappe
lijk genegen was.
„Wel, mevrouw Bryant!" riep de
hospita uit. „Ik heb juist de laatste
dagen nog al eens aan u gedacht en
gewenscht, dat ik u hier weer lenig
had. Ik heb geen geluk gehad met mijn
kamers sinds u en mijnheer Bryant
weg waren, dat is waar, maar wilt u
niet binnenkomen? Het is warm ge
weest vandaag en u ziet er moe uit".
Zij nam Enid het koffertje af en
bracht haar in de voorkamer.
„Misschien wilt u wel een kopje
thee, of hebt u het al gehad?"
Enid bedankte' haar hartelijk.
„Ik heb sind9 vanmorgen niets ge
geten. Ik kom van buiten, juffrouw
Chaplin".
„Uh, maar dan zult u ook wel er
gens trek in hebben. Zet uw hoed al".
Terwijl zij voor Enid liep te zor
gen sciiuade de hospita het hoofd. Het
was duidelijk to zien, dat het me
vrouw; Bryant niet goed gegaan was,
zij wilde maar liever niet naar Julian
vragen, uit angst dat hem iets over
komen kon zijn. Zij kwam bijna on
middellijk terug met een blad, waar
op een trekpot, een brood en eeu bo
tervlootje stonden.
„Neen, ik heb nooit meer nette men
schen gehad, sinds u weg was", ging
ze voort. ,,lk heb dikwijls aan u ge
dacht, mevrouw Bryant. Hebt u liet
prettig gehad waar u toen naar toe
gegaan bent?"
„Ja', zei Enid. „Het was wel niet
zooals hier bij. u, maar we sloegon er
ons wel doorheen, hoewel het een
moeilije tijd was. Wij zouden nooit
bij u weggegaan zijn, juffrauw Chap
lin als we het hadden kunnen beta
len".
Juffrouw Chaplin maakte eeu paar
boterhammen voor Enid klaar en kook
te een ei.
„Ik denk dikwijls", zoi ze, „dat het
sommigen van ons altijd tegenloopt in
de wereld; maar ik had gehoopt, dat
het u toch wel beter gegaan zou zijn,
mijnheer Bryant was zoo'n aardigo
man, zoo sterk en zoo behulpzaam en
.overal stond hüi altijd yoor klaar,
hè?"
Enid vatte moed.
„Ik ben bij u gekomen, juifrouw
Chaplin", zei ze, „omdat ik heelemaal
alleen sta en omdat ik ergens wil wo
nen, waar de menschen mij kennen.
Ik kan maar één kamer betalen".
„Ik zal het erg prettig vinden u
hier te hebben", zei juffrouw Chap
lin. „Eet nu eerst dat ei op, dau kun
nen we praten".
Enid kwam aan de tafel zitten en
zij had moeite niet in tranen uit te
barsten. Maar er was iets. dat ge
zegd moest worden en zij zei het in
eens:
„Ik wilde u iets vragen, juffrouw
Chaplin", zei ze: „wilt u als 't u blieft
nooit over mijnheer Bryant praten? Ik
ben heel, heel ongelukkig gewreest en
zelfs nu kaï} ik nog niet goed over
hem praten".'
Zij wist dat zij met deze woorden
iets deed vermoeden, wat niet waar
was. Maar niemand mocht ooit de
waarheid te weten komen. Dat was
een soort levencdoel voor Enid ge
worden.
„Ik begrijp, hoe u zich moet voe
len", zei juffrouw Chaplin, „en ik zal
niets vragen. Ik ben blij, dat u bij mij
gekomen is. Ik mag menschen zooals
u graag lijden. Drink nu uw thee op
en zit maar niet meer te tobben dau
noodig isL
„Wilt nook niet wat thee, juffroutf
Chaplinf'
Juffrouw Chaplin kwam qf bij zltJ
ten en begon direct een heel gesprek
in te knoopen.
Zij vertelde Enid, dat ze, hoewel ze
niet zooveel kamers verhuurd had ei1,
toch nog niet zoo slecht aan toe was»
ant ze had wat geld geërfd.
„Oni de waarheid te zeggen", zei
ze, „het is wol niet veel, maar heg
helpt toch altijd wat en daarom heb
ik ook niet zooveel moeite gedaan om
kamers te verhuren als vroeger, en dat
is voor u ook beter, want ik vind het
niets geen prettig idee, dat u maa<
écn kamer zou hebben. U kunt ze ge<
rust alle twee gebruiken en mij dab
betalen zooveel u missen kunt. Dat
komt wel tereebt".
Enid beet zich op de lippen,
bent heel goed, juffrouw Chap.
Hu", zei ze. „Juist'nu kan ik nie<
zoo erg veel missen; maar ik ik
ga werken. Ik moet lessen geven. "Weet
u nog wel. dat we daar al over praats
ten, toen ik nog hier was? Er wareit
toen twee kinderen, waarvan u wel
dacht, dat ze les zouden kunnen ko.
men nemen. Misschien kan ik dat nu
doen".
„Dat weet ik nog best", zei juf
frouw Chaplin. „Maar uw man wa®
zoo trotsch, hij wilde u heelemaal niet
laten werken en ïqö is er toen niet®