HAARLEM'S DAGBLAD Brieven uit Finland Rubriek voor onze Jeugd Onze lacMoek f'euilseton Het testament van Elisabeth Marnock WOENSDAG 13 JUNI 1923- TWEEDE BLAD door C. A. J. DIJKSTRA. In het Zuidoosten van Finland, on geveer twee uur sporens ten Noorden van Wiborg. l'2t de wereldberoemde Imat ra-waterval. Deze stroomver snelling, want een waterval in den eigenlijken zin is het niet, wordt ge vormd door de Vuoksen-rivier, die haar oorsprong ver weg iu Savolaka en lvarelien vindt en hare wateren ver mengt met do reusachtige bassins van het Saima-meer, dat inct inbegrip van zijne tallooze bijrivieren en meren een zesde gedeelte van de oppervlakte van Finland beslaat. Aan den Zmdooste- lijken hoek van het Saimameer zet de Vuoksen haar weg wederom alleen voort en nemen de geweldige water massa's met hunne aan duizenden meertjes ontleende kracht een eersten rtormioop op den versperrerlden land rug. In duizelingwekkende vaart storten de wateren zich bii do Vuok- senniska naar beneden en vormen on middellijk daarop den iniposanten rTainionkoski-val. ook wel Klein Iiria- tra genoemd, alsmede vier kleinere vallen, totdat tenslotte het stroömbed, dat langzamerhand tot een breedte van circa 115 Meter aangewassen is, op nieuw tussohen slechts 19 Meier van elkaar verwijderde steile rotswanden ingeperst wordt. Op dat punt ontstaat de beroemde Imatra waterval, die wel iswaar niet zeer hoog is (nog geen 20 Meter bij een lengte van 850 Meter, doch die door de enorme watermassa, welke door de met klippen en steenen bezaaide bedding heenbruischt met donderend geweld, dat op 10 Kilome ter in het rond te hooren is. een over weldigenden indruk maakt. De Ima- tra-waterval moet 492000 Liter water per seconde verwerken on daarbij een kracht ontwikkelen .die met 118000 .pa arde krach ten geliik te stellen is. Het is licht te begrijpen, dat men er reeds langen tiid op bedacht is gO' Iweest deze rijke natuurlijke hulpbron nen productief te maken, doch tijdens de Russische overheersching werd er voor Finland betrekkelijk weinig ee- idaan entoen Finland eenmaal een re publiek gewerden was. waren er zoo vele andere dingen, die eerst ter hand genomen moesten worden, dat aan een exploitatie van den Itnatra-watervail voorshands riiet Fedacht kon worden. Eenigen tiid geleden zijn er in den lande evenwol stemmen opgegaan, dat men nu eindelijk eens profijt zou gaan trekken van deze waterkracht. Een en »nder heeft tot gevolg gehad, dat de Riikstlag de benoodigde credieten t-nor de voorbereidende werkzaamhe den heeft toegestaan. Het ligt in de bedoeling geheel Zuid- Finland te elect rif iceeren, tot welk doel van Imatra uit een hoofdkabel langs de spoorlijn westwaarts tot Ri- himaki en Helsingfors zal worden bnngelegd. Deze hoofdleiding zal door den Staat geëxploiteerd worden, ter- twiil de 2ijloidingen. die op diverse punten voor de bediening van het bin- iienland zullen worden aangelegd, aan lokale consortiums en maatschappijen iullen worden overgelaten. De werkzaamheden zijn thans zoo- Ver gevorderd, dat aan de opstelling ■an een financieringsplan zal moeten worden gedacht. Een groot gedeelte der graafwerken voor het boven en be- nedenkanasi is reeds uitgevoerdde dammen vóór den val zijn reeds ge legd voorbereidingen zijn getroffen voor het aanbrengen van de hoofd afdamming in de rivier de woningen de arbeiders alsmede het nieuwe kantoorgebouw naderen hunne vol tooiing en men b thans bezig den de krachtinstallatrt, grond, waarop de krachtcentrale zal moeten verrijzen, nit tc diepen, waar toe de rotsen door middel van dyna miet moeten worden opgeblazen. De aanilegkosten van de hoofdleiding lange de spoorlijn worden begroot op 100 miljoen Finsche marken, terwijl de kraohtinstallatie, lurbinen, genera toren enz., circa 170 millioen zullen kosten. Voor het geheele project, alles inbegrepen, zal een bedrag van circa 330 millioen noodig zijn. Teneinde zich omtrent de rentabi liteit van hei nieuwe bedrijf zekerheid te verschaffen, heeft de Staatscommis sie. die met de leiding van het ontwerp belast is, zich tot de groote stroom- verbruikers gewend oni vooraf te kun nen uitmaken of op hunne medewer king te rekenen valt. Het resultaat hiervan is geweest, dat do commissie reeds zoo vole toezeggingen heeft ont vangen, dat de rente en afschrijving ruimschoots verdiend zullen worden. En hierbij is nog niet eens rekening gehouden niet de talriike kleinere con sumenten. Er mag dus veilig worden aangenomen, dat de Finsclie Staat met deze onderneming geen slechte zaak doet en het is te voorzien, dat, nadat het bedrijf eenige jaren in wer king zal zijn'geweest cn er dus be hoorlijke bedragen op de installatie zullen zijn afgeschreven, de prijs van den stroom zoodanig verlaagd zal kunnen worden, dat de industrie, en dus ook de export, daarvan niet ge ringe voordeden zal genieten. Een nieuwe staat met slechts 3 millioen zielen, die naar Hollandsclie begrippen over een betrekkelijk go ring nationaal vermogen beschikt en die het desniettegenstaande aandurft een dergelijk grootseh werk te onder nemen, dat in Nederiandsohe munt uit gedrukt een bedrag van 25 millioen guldens vertegenwoordigt, geeft daar mede blijk over de nooddge energie en ondernemingsgeest te beschikken en een open oog te hebben voor de belan gen van handel en industrie. Alleen om die reden reeds hebben de Finnen recht op or.xe bewondering. Wij mo gen het in vete opziohten dikwijls niet eens zijn met verschillende wetten en bepalingen, wij mogen misschien lachen om het bespottelijke drankver bod door de groote Imatra werken ge ven de Finnen blijk ook nog over be- 'tere eigenschappen te beschikken en een ruimen blik te hebben voor het productief maken van 's lands natuur lijke hulpbronnen. In mijn volgenden en laatsten brief hoop ik u een en ander te vertellen over «Ie beroemde Finsche bad-inrich- tingen. prachtig gebonden deeltjes, waarvan elk woord met behulp van een ver grootglas is te lezen. De wanden en paneelon van dc-ze bibliotheek zijn van Italiaanscli walno tenhout. terwijl de boeken in kleine eikenhouten kastjes met openslaande deuren zijn opgeborgen. Er zijn ingelegde marmeren schoor steenmantels, elk op zichzelf een kunstwerk, speciaal geweven Wilton» kleeden, bed- en tafellinnen, in Bel fast gemaakt, hetzelfde als door het Koninklijk huis wordt gebruikt, repro ducties van beroemde oude prenten, niet grootor dan postzegels en overal mooi-gelijnde wanden en paneelen van prachtig gesneden hout. In de muziekkamer staat een piano van 17 c.M. lengte, die bespeeld zou kunnen worden als er maar vingertjes waren, klein genoeg om elke afzon derlijke toets te kunnen neerdrukken, en in de wapenkamer ziet men model len, vervaardigd door een beroemd wapensmid. Er is gegraveerd stalen traliewerk, even fijn "vervaardigd als met dit doet niet zilver en goud. De keukens zijn geheel compleet voorzien van al het noodige. pannen en potten, ser viezen en zilver tafelgerei, zooals men het op 's Konings tafel heeft; terwijl er een waterleiding is. als door een zilversmid gemaakt, die het geheele huis van stroomend water voorziet, tot de badkamers toe. Het gebouw wordt electrisch ver licht. waarvoor in elke kamer een klein knopje is aangebracht; ook eiectrische liften zijn aanwezig. De dynamo, die de stroom daartoe levert, bevindt zich buitenshuis, dicht bij de miniatuurgarage, die een Rolls- Royce, een Sunbeam en een Daimler bevat, alle modellen die werkelijk bewegen kunnen. Het geheel is inderdaad ten pa leis voor een Feeën-k-oningin, en is een kunstschat, cie iedereen eerbied voor de kunstenaars, die liet vervaardigden zal afdwingen. In rfOOFDSTOK 9. n beving. Het Gelukskind door B.—Z. Raadseloplossingen Oplossingen ontvangen van: Anc-moon 6 'Kaiel V 4 Goudkopje 6 Altaian la 6 Wil genkatje 6 Blauwvingertje 6 Juffertje On- xusl 6 Woelwater 6 Napoleon 6 De kieine Muzikant 4 Karei de Groote 4 'inktvisch 6 Adolf Verspoor 5. Ruilrubriek Jaar aanleiding van do uitvinding der Icastie-ballen van Hejjmie Waalewijn, «chrijft de heer P. Brinkman, Velserstr. SA, „dat een zijner leerlingen deze uitvin ding nog verbeterj heeft, door in 't mid den een rond gesneden flink stuk kurk te doen en daarom heen ringen fietsband. De bal wordt nu niet zoo zwaar en is bui tengewoon veerkrachtig. Wij danken den lieer B. voor zijn in lichtingen. TILLIE VOORHAM, Schoterstraat 19, Bou graag een boek te leen willen hebben. iZe geeft er „Nonnie" voor terug. Een Sprookjes-poppenhuis De „Daily Sketch" geeft de eerete beschrijving van het schitterende pop penhuis, dat door verschillende Engel- Bche architecten en artisten aan de Koningin van Engeland zal worden pangeboden. Dit poppenhuis werd jdp initiatief der Koningin vervaar digd en zal het volgend jaar tentoon- ftesteld worden op de British Em- Elke Engelsche schrijver is er verte- ',pire Exhibition, die het volgend genwoordigd in rijen van kleine, jaar wordt gehouden eu waarvan de opbrengst bestemd is voor de Londen- sche ziekenhuizen. Dit poppenhuis, in hoofdzaak ver vaardigd door Sir Edwin Lutgers, een wereld-beroemd kunstenaar, overtreft volgens het Engelse lie blad verre de welbekende Amsterdamsohe poppen huizen. De grondoppervlakte is ongeveer 12 bii 7 voet. Het geheel staat op een ceder- en mahoniehouten voetstuk. Het is opgetrokken in de stijl van Wien's Hampton Court, een gebouw van rooden en witten steen, geplaatst in een droomtum, met fluweel gras, heggen en groene boompjes, met tecre geplaveide paadjes en standbeelden in geheimzinnige, afgelegen hoekjes. In het huis is het eene wonder op het andere gestapeld. Van de scheme rige vóórhall uit leidt een marmeren trap naar hoven, Overal is schitterend houtsnijwerk, waarvan men de klein ste bijzonderheden als af .doar een ver grootglas kan zien. Werkelijk, men zou door dit sprookbuis met een ver grootglas rondgaan! Er zijn prachtige plafonds, geschil derd door Mr. W illiam Nicholson en in de bibliotheek hangen twee.por tretten van den Koning en de Ko ningin. elk 17 c.M. hoog te voelen uit geschilderd door Sir William Orpen. Deze bibliotheek is misschien nog wel het verbazingwekkends van alles. als Het zou hem spijten, waardoor mevrouw wilde vertrekken. En zoo opgewekt mogelijk, verkondigde mevrouw, dal ze absoluut geen enkele aan merking had. Ze verlangde naar huis, au- Schouderophalend vertrok de man. Rij- kelui's-grillon, noemde hij zoo iets. In koortsachtigen haast werkte mevrouw voort. De juffrouw kreeg geen goed woord. Iedere vijf minuten moest ae in het aangrenzend vertrek naaf Gerda gaan kij ken. Sliep het kind rustig? De deur was toch op slot De ramen waren toch van blinden voorzien? Telkens beweerde de juffrouw, dat alles in orde was, maar tel kens moest ze toch weer zelf een en an der gaan inspecteeren. „Mevrouw." „"Wat- is er? Heb ik iets vergeten?" „Wat zal de familie Boschboom op kijken van onzen terugkeer. Misschien..... De juffrouw aarzelde. Ze durfde den zin niet te voltooien uit angst aangenaam te zullen „Nu, wat'1 misschien?'1 „Ik dachtdat ze wel heel blij zullen „Ja, ik was een goed melkkoetje voor dokter Boschboom. Maar ik ben niet meer van plan ziek te zijn." „Neen mevrouw, ik bedoel.... „Zeur niet zoo, juffrouw Stephenson. Vertel me zonder omwegen, wat je be doelt." „Er zal vreugde'in het doktershuis zijn, omdat het kindje weerkeert." „Dacht dat Er glinsterde iets boos aardigs in de oogen van mevrouw van Beerbruggen van Nieuwerwelt. „Luistert U eens goed, juffrouw Ste phenson. ..Gerda Kokinos is en blijft mijn aangenomen kind. Er. geen m3cht ter we reld kam haar mij ontnemen." „Maar dokter Boschboom Z31 ook spre ken van hun aangenomen kind," durfde juffrouw "Stephenson in 't midden to brengen. Evon dacht mevrouw vaar Beerbruggen na. Er zat veel waars in wat haar gezel schapsjuffrouw beweerde. „Ik zal mijn reisplan veranderen, die mogelijkheid bestaat," klonk het op ijs- kouden toon. „Onze koffers moeien geadresseerd wor den aan Ilotel Riche te Bazel," vervolg de ze. Zuchtend voldeed juffrouw Stephenson aan het verzoek van haar meesteres. „Zullen we nu niet eenige uren rus ten?" durfde de juffrouw toen te vragen. De arme ziel kon van moeheid niet mee; voort. „Hoe kunt u van rusten spreken?" „Maar er valt niets meer te doen me- „Goed, gaat U rusten," klonk het op bitsen toon. En terwijl de juffrouw naar haar slaap kamer ging. hoorde ze mevrouw zeggen: „Hoe kaai een monsch rusten, als je hoofd vol is van zooveel bange gedachten?" De arme gezelschapsjuffrouw had welijks haar hoofd op "t kussen gelegd, of de slaap ontfermde zich over haar. ,,'k Begrijp er niets van," zei Mevrouw Boschboom, terwijl ze in het schemerach tige vertrek de lamp aanstak. „Hij zou toch in ieder geval telegraphee- ren, niet moesje?" vroeg Elip, die er maar niet toe komen kon aan zijn huiswerk te beginnen. „Ja, dal heeft hij aan vader beloofd. Maar 't is natuurlijk niet onmogelijk, dat hij onderweg oponthoud heeft gehad. Maar daar zie ik heusch een besteller aankomen „Geen telegrambesteller, moesje." „Een groote -brief uit Haarlem," riep Joost, die de kamer insnelde met den brief in zijn opgeheven hand. „Zeker van de Huysertjes" sprak me vrouw Boschboom, den,brief van Joost aannemend. Toen de enveloppe verbroken was, rolde er een klein rose briefje uit. Flip greep het, op de enveloppe elond: „Voor de drie jongeheeren." „Een brief voor ons van Maria," sprak Flip vroolijk. '„Vermaken jullie je daar maar r wijl ik mijn brief lees." Fhp en Joost gingen dicht naast elkaar zitten en lazen Maria's brief. Telkens gier den ze het uit van viel om het aardige taaltje, dat liet meisje gebezigd had. En ze had heusch gemeend, dat het goed leesbaar Hollandsch was. „.Te kunt haar toch wel snappen;" be weerde Flip. „Ze is zeker ook benieuwd naaT be richt uit Davoz?" .vroeg Mevrouw Bosch boom, toen ze h3ar brief had uitgelezen. „Leest u zelf maar," zei Joost. Zijn stem beefde. „Wat scheelt er aan?" vroeg mevrouw. „Gerda is werkelijk het kind van dien Hongaar," sprak Bram nu op een toon var .overtuiging. Mevrouw Boschboom vloog den brief door. Het begin was een dankbetuiging de gezellige dagen, die Maria in het doktershuis had doorgebracht. Vervolgens- vertelde ze van de familie Huyser. Juf frouw Horst lag in 't Diaconesser.huis, blinde-darmontsteken ondergaan was zij met de oude mevrouw bij de hotarisfamilie. Ze sliep bij Greet op de kamer en ze hadden altijd zoo'n plezier. Heel dikwijls spraken ze over die drie brave jongens, Bram, Joost en Flip. En moest van Greet zeggen, dnt ze dolgraag it Kerstmis kwam logeeren. 21e kende al d goed den weg in Haarlem, vooral naar de Oude Gracht. Daar woonde Bep Klaas- de beste vriendin van Greet. nAGEDIS m2g fiaa'r MitlYSïMSm ho'uaehi LOBELIA mag haar schuilnaam houden. KAREL V. Je raadsels zijn goed. ANEMOON. Je was niets te laat, al leen vond je nu'geen briefje in het Za terdagavond-nummer. Kranig, dat je de vaardigheids-proef er goed hebt Afge bracht. Heb je het diploma al? ALBADA. Ik weet wel, dat je het druk hebt. Al heb je naar je eigen idee niet veel woorden, stuur ze tooh maar in. 'ie niet waagt, wie niet wint. Als de b ,n Albada in een k veranderd is, ben ik flood-onschuldig aan. Ik ben verlangend iets van Zomertakje te hooren. MEVR. V.v. M. 'k Hoop, dat uw jongen nog lang met zooveel plezier mee zal doen nan onze Rubriek. Uit zijn brief- kan ik wel opmaken, dat het een schrander kereltje is. Ik vind het prettig, dat U er zelfs zoo in meeleeft. Wat je kinderen doet, is altijd zoo looi door do vriendelijkheid en aanhankelijk heid, die je ervoor terug ontvangt, hoop, dat de Rubriek aan D. bezigheid allerlei aaTd aal geven. Hij is op oogenblik wel de baby. ADOLF V. Wat leuk, dat je nog tw broertjes hebt. Hoe oud zijn ze? En hoe et nu met jou? Wat heeft eraan ge scheeld? Ben je dikwijls ziek? Omdat de Rubriek tweemaal in de week verschijnt, kom je eigenlijk nooit te laat. Snap je? LAATSTE KWARTIER. Ja, wat leuk, dat je grootmoeder in den Haarlemmer meer iedere week do Rubriek leest, weet natuurlijk ook wie Laatste kwartier is. Fijn dat je vier ballen van moeder ge kregen hebt. Het is zeker een heele kun: met vier hallen te ballen. Kun je het al? Waar was Noes zoo lang geweest? Jullie hebben haar de eerste dagen zeker lek kertjes verwend. MOEDERS BREISTÊRTJE. Wel be dankt voor je mooie kaart uit Heilo. Heb je er een heerlijk dagje gehad? EEN NAAMLOOZÈ donk ik hartelijk voor de mooie kaart uit Heilo. Had je de gauwigheid je naam vergeten? Ben je sojns het zusje vnn" Moeders Breistertje? THEEROOSJE. Heerlijk die kokerij. Is er niets mislukt? Je nichtje vindt het zeker prettig bij je te mogen spelen. Hangt je vinkje au buiten? (Wordt - rvolgd.) Brievenbus DE PRACHTICE OPERA. Dochter (ïn de opera),,'t Is toch te erg, vaderde schrijver van dit stuk - stierf 2 weken geleden." Vader„Vonden ze den moorde naar?" HET RECORD, Een man was bezig in zee te dui ken, om dan eenigen tijd onder water blijven. Na een langen duik ontdek- hij cat hij twee minuten lang was ondergeblerven. „Dat gaat goed," hijgde hij„ib zou zeggen dat dat een record was." „Weineen, op geen stukken na," ant woordde iemand, die er bij stond tg kijken. „Verleden jaar dook er hier ook een man in, en hij is nóg niet boven 1" BECR1PSVERWARRINC, Hij„Wilde je me gisteren in da tad niet zien? Ik* zag jou tweemaal." Zij „Ik kijk met naar menschen die n zoo'n toestand verkeeren." Haarlem, 13 Juni 1923. Binnenland Nieuwelingen: LIENTJE KOLLERIE, Tulpenstraat 4z. oud II jaar, 6de nieuweling in de maand GRETHA VAN NORDEN, oud II jaar, Bakkerstraat 54, 17de nieuweling maand Juni. Do 10de nieuweling in elke maand, ont vangt eeu boek in prachtband. ieven aan de Redactie van de Kin derafdeeling moeten gezonden worden an Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN d. Vimnestraat 21rood. (In do bus gooien zonder aanbellen.) INKTVISCH. Jo raadsels zijn goed. LINA P. Hoe is het er mi m«, Lïentje? Ik hoop je eens gauw te komen bezoeken, maar kan niet vooruit zeggen bp welken dag. Heb je al weer trek In en zit je al weer in de Rubriek te .ent Ik dacht: „die Lien zit zeker druk m 't naaiwerk, dat ik niets van haar hoor." Bedank moeder vriendelijk voor haar schrijven. Je bent maar een dappere geduldige meid, hoor. Heerlijk, dat Je wagen nu zulke goede diensten bewijst. Van harte 't beste, kind. AVONDKLOKJE. Bevalt het je goed in je nieuwe betrekking? Ja, ik heb dien haam wel eens gehoord. Heb je het boek van Naaistertje ouk gelezen? 't Is een lfeel inooi verhaal, maar wel een beetje treu rig. Wat gezellig voor je die zangavond jes. Dat is weer eens wat anders dan het dagelijksche eleurgangetje,. KAR RL DE GROOTE. Wanneer zal de reis maur den Haag plaats hebben? Je raadsel is goed. DE KLEINE MUZIKANT. Ga jij ook naar Leiden met de klas? Je raadsel goed. NAPOLEON. 't Is te hopen, dat 't Zondag wandelweer is. Waar ben je Woensdag naar toe geweest? Je raadsel is goed. WOELWATER. Wel jammer, dat j< die „rare namen" moest schrappen. Maar 't is toch beter ten halve gekeerd, dan heele gedwaald. WILGENKATJE. Je voelt je nog veel behaaglijker in een wollein jurk dan een katoenen. Wat wou je nu nog vragen van die Afdeeling A en B? Misschien zijn er wol Rubriekertjes die je het begin len leenen van hei Gelukskind. Vraag er maar eens om in de Ruil-Rubriek. Je was niet te laat. BLAUW VINGERTJE. Als ib je een: spreek, aal ik je vertellen, wanneer ib ja rig ben. Is dat goed? Ib kon je niet antwoorden in het Zaterdagavond- "GOUDKOPJE. Ja, er zilten er wel meer te zuchten over die telkens terug- keerende n. 't Hindert niet, of je weinig i delfstoffen hebt. DE WERKING VAN DE fNVOER- RECEUNC VOOR DE SCHOEN INDUSTRIE IN DENEMARKEN. In aflevering 5 van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Sta tistiek komt een overzicht voor van de schoenindustrie in Denemarken 1922. Aan de daarin opgenomen me- dodeelingen over de werking van de invoerregeling wordt het volgende ont leend: De werking van de in Augustus 1922 van kracht geworden invoerregeling, waarbij bepaald werd, dat schoenwerk slechts mocht worden ingevoerd voor zoover daartoe een speciale vergun ning werd verleend, treedt uit de op gaven, welke door vrijwel alle schoen fabrieken van het land werden ver strekt, duidelijk aan het licht. In verband met deze invoerregeling werd n.l. in de tweede helft van 1922 in Denemarken ongeveer 10 meer schoenwerk geproduceerd dan in de eerste helft van dat jaar, zoodat de fabricage, welke in de oorlogsjaren en daarna sterk was afgenomen, in de tweede helft van 1922 weer onge veer de hoogte van 1913 bereikte. De invoer van buitenlandsch schoen werk nam door de invoerregeling sterk af: in de eerste helft van 1922 kwam 50 pCt. van allo in den handel gebrachte schoenwerk uit het .huiten- land, iu de tweede helft slechts pl.m. 30 pCt. (vóór dc-n oorlog 18 3/4 pCt.). Deze daling in den invoer van bui tenlandsch schoeisel deed zich in de eerste maanden van 1923 nog sterker gevoelen. De invoerregeling van Augustus 1922 werd op 1 April 1923 vervangen door een crisisbelasting op in te voeren schoenwerk, welke tot 30 Juni 1923, eventueel tot 31 October 1923, van kracht zal blijven. wijl hij voorts zijn vreugde uit over d* herkiezing van den heer de Jon&, dia reeds zoovele jaren deel van het be stuur heeft uitgemaakt. BEZUINICINC. Op vragen van het lid van do Tweede Kamer, den heer Boon; 1. Is heb juist dat dezer dagen aan het gebouw van den Topografïschen Dienst op de Princessegracht te 's Grnvenhage 27 markiezen aan de voorzijde, d. i. de noordzijde van heil gebouw, waar de zon nimmer komt wanneer de ambtenaren aanwezig zijn, zijn aangebracht? 2. Zoo ja, acht de minister een der gelijke uitgaaf, die ruw geschat f 1000 bedraagt, in overeenstemming met het zuinige beheer dat in het bijzonder in dezen tijd dringend noodzakelijk is? luidt het antwoord van den minis ter van oorlog: Ad. 1. Het is juist, dat aan de voor zijde van het gebouw van de Topogra fische Inrichting op de Princesse- gracht te 's G.'avenhage dezer dagen markiezen zijn aangebracht. Die markiezen zijn echter reeds het vorig jaar aangeschaft en zijn voor heb grootste deel ook den vorigen zomer aan het gebouw aangebracht geweest. Door de omstandigheid, dot da voorzijde van het gebouw op het noordposten dus niet op 't noorden is gelegen, werd aanvankelijk in de daar aanwezige graveerlokalen tot circa elf uur de9 voormiddags in ernstige mate hinder ondervonden van het directe zonlicht, waarbij worde opgemerkt, dat de graveurs hun werk, hebben te verrichten, aan de ramen zittend, zoodat invallend sterk zon licht niet kan worden ontweken. Bij ontstentenis van markiezen zou der halve bij onbewolkten hemel van 8.15 tot pl.m. 11 uur v.m. Jiet werk in ernstige mate worden belemmerd. Ad. 2- In verband met het antwoord op vraag 1 wordt vraag 2 bevestigend beantwoord. DE ZEKERHEIDSSTELLING VERPLICHTE AMBTENAREN. De vereeniging van tot zekerheids stelling verplichte gemeente-ambtena ren hoeft haar algemeene ledenverga dering gehouden. Do voorzitter, de heer C. M. V. Roothaan, constateerde in zijn openingswoord, dat de toestand van de vereeniging bloeiend is en de financiën wederom zijn versterkt. Benoemd werd tot commissaris ter vervanging van den heer H. J. Mijs, voorzitter van den ^raad van commis sarissen (aftredend volgens rooster en niet herkiesbaar) uir. G. van Baren, burgemeester van Delft. Het aftreden de bestuurslid K. C. de Jong werd als zoodanig herkozen. De voorzitter deel de mede, dat den heer Mijs, die niet ter vergadering was, schrifte lijk dank zou worden gebracht voor do bereidwilligheid, om in de door hem hekleede functie op te treden, ter- HET MELKVRAACSTUK. Heeft hier te lande in den laatsten tiid naar aanleiding van het bekendo Amsterdamsche gemeentelijk rapport het vraaarstuk van de me'kvoorziening •.veer in sterke mate de be'ang-telling opgewekt, ook in Engeland wordt aan de oplossing van dit vraagstuk aan dacht gewijd. Zooals het Maandschrift van het Centraal Bureau voor da Statistiek in de Mei-aflevering meldt,1 is over dit onderwerp door een com missie aan het ministerie van Land bouw in April een rapport uitge* bracht, hetwelk meer in het bijzonder de prijzen van melk en zuivelproduc ten behandelt. Het Maandschrift merkt hierover o.a. liet volgende op. De gemiddelde kleinhandelprija voor melk bedroeg gedurende 't tijd vak 1 April 1922—31 Maart 1923 iri Londen p/1 m. 75 pCt. meer dan vóór. den oorlog, de gemiddelde prijs door de boeren bedongen voor melk, aan Londen geleverd, pl.m. 70 pCt. meer* Het verschil tusschen in- en verkoops prijs was in Londen en andero centra het grootst en bedroeg in den afg©< loopen winter 1 shilling per gallon* waarvan 4 cl. aan den groot- en 8 y* aan den kleinhandel ten goede kwa* men. Het voor den kleinhandel genoemd® bedrag wordt door de commissie nood-« zakelijk geacht om ïn het levens-' onderhoud te voorzien van die sln'ters,- die uitsluitend van den handel in', melk bestaan. De voor den groothan del genoemde marge acht zij te hoog deze en tengevolge daarvan ook da geheele winstmarge moet belang^ rijk worden verlaagd, welke veria-, ging in het belang van een toeneming, van het melkverbruik aan de consu«: menten ten goede moet komen. Als andere middelen ter verbetering van den toestand noemt het rapport o.a. verlaging van de spoorwegtarief ven voor melktransport, aaneenslui' ting der producenten op coöperatieven, grondslag, bevordering van overheids-, wege van de scholen voor zuivelcoö-. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. A. ROWLANDS. „Neen dank u", zei Enid. „Ik zal buitenshuis wel wat gebruiken". Zij had maar een klein koffertje bij *ich, maar dat was haar al bijna te twaar om te dragen. Wat moest ze nu doen? .Waar moest ze naar toe? Zij kad heel woinig geld en Sybil Jackson ,was eigenlijk de eenige tot wie ze zich kon wenden, om werkelijk practischo hulp en raad. Zij wandelde door tot zo op een plein kwam waar ze een autobus kon nemen en zij stapte in, zonder te ïnformee- ren, welke richting hij uitging of zon der er aan te deuken, wat ze zou gaan doen, wanneer ze uitstapte. Maai' toen de bus langs een van de 'ingangen vnn het Regent's Park reed, besloot ze plotseiing uit te stappen en een poosje onder de boomen te gaan Kitten* Een kleine straatjongen kwam op haar af om haar koffertje te dragen, want hoewel iedere stuiver waarde voor haar had, was ze te moe om het zelf te doen en zo had er graag een dubbeltje voor over. Ze was te moe, te diep-tevneergeslagen om zelfs maar over de naaste toekomst na te kunnen denken. Het was heerlijk onder de boomen, hoewel het in het park vol was met kinderen. Enid zut cr nog toen de zon reeds langs m het westen stond. Zij voelde zich uitgeput, maar dat kwam, om dat ze sinds vroeg in den morgen niets meer had gegeten; plotseling kwam ze tot het besef dat ze toch iets moest doen, anders was het avond voordat ze wist, waar ze den nacht zou moe ten doorbrengen. Daarop begon ze werkelijk ernstig na te denken en toen zo alle moge lijkheden naging, kwam ze tot liet be sluit; dat het 't liesle zou zijn naar de kamers terug te gaan, waar Julian en zij het eorst- gewoond hadden. Daar kende men haar tenminste en zou men haar respecteeren. „Daar zal niemand me zoeken"1, zei ze bij zichzelf. Als hij het had willen doen, had hij het al laug gedaan". Zij ging terug naar de haltè van de autobus en liet zich naar Bloomsbury brengen. Zij kon niet duidelijk meer zien toen ze m de straat kwam, die haar zoo goed bekend was. Allerlei herinneringen kwamen bij haar op. Het kwam haai- nu zoo vreemd voor, dat zo eens zoo vroolijk en opgewekt door deze straat had ge- loopen, dat ze altijd zong, wanneer ze er liep. Met vreugde bemerkte zo, toen ze aangebeld had, dat dezelfde vrouw er nog woonde als vroeger. Het had Jiest kunnen zijn dat er andere menschen waren komen wonen, die vreemden voor haar waren, maar dii werd haar bespaard en men begroette haar har telijk. Enid voelde, dat ze iemand ge vonden had, die haar vriendschappe lijk genegen was. „Wel, mevrouw Bryant!" riep de hospita uit. „Ik heb juist de laatste dagen nog al eens aan u gedacht en gewenscht, dat ik u hier weer lenig had. Ik heb geen geluk gehad met mijn kamers sinds u en mijnheer Bryant weg waren, dat is waar, maar wilt u niet binnenkomen? Het is warm ge weest vandaag en u ziet er moe uit". Zij nam Enid het koffertje af en bracht haar in de voorkamer. „Misschien wilt u wel een kopje thee, of hebt u het al gehad?" Enid bedankte' haar hartelijk. „Ik heb sind9 vanmorgen niets ge geten. Ik kom van buiten, juffrouw Chaplin". „Uh, maar dan zult u ook wel er gens trek in hebben. Zet uw hoed al". Terwijl zij voor Enid liep te zor gen sciiuade de hospita het hoofd. Het was duidelijk to zien, dat het me vrouw; Bryant niet goed gegaan was, zij wilde maar liever niet naar Julian vragen, uit angst dat hem iets over komen kon zijn. Zij kwam bijna on middellijk terug met een blad, waar op een trekpot, een brood en eeu bo tervlootje stonden. „Neen, ik heb nooit meer nette men schen gehad, sinds u weg was", ging ze voort. ,,lk heb dikwijls aan u ge dacht, mevrouw Bryant. Hebt u liet prettig gehad waar u toen naar toe gegaan bent?" „Ja', zei Enid. „Het was wel niet zooals hier bij. u, maar we sloegon er ons wel doorheen, hoewel het een moeilije tijd was. Wij zouden nooit bij u weggegaan zijn, juffrauw Chap lin als we het hadden kunnen beta len". Juffrouw Chaplin maakte eeu paar boterhammen voor Enid klaar en kook te een ei. „Ik denk dikwijls", zoi ze, „dat het sommigen van ons altijd tegenloopt in de wereld; maar ik had gehoopt, dat het u toch wel beter gegaan zou zijn, mijnheer Bryant was zoo'n aardigo man, zoo sterk en zoo behulpzaam en .overal stond hüi altijd yoor klaar, hè?" Enid vatte moed. „Ik ben bij u gekomen, juifrouw Chaplin", zei ze, „omdat ik heelemaal alleen sta en omdat ik ergens wil wo nen, waar de menschen mij kennen. Ik kan maar één kamer betalen". „Ik zal het erg prettig vinden u hier te hebben", zei juffrouw Chap lin. „Eet nu eerst dat ei op, dau kun nen we praten". Enid kwam aan de tafel zitten en zij had moeite niet in tranen uit te barsten. Maar er was iets. dat ge zegd moest worden en zij zei het in eens: „Ik wilde u iets vragen, juffrouw Chaplin", zei ze: „wilt u als 't u blieft nooit over mijnheer Bryant praten? Ik ben heel, heel ongelukkig gewreest en zelfs nu kaï} ik nog niet goed over hem praten".' Zij wist dat zij met deze woorden iets deed vermoeden, wat niet waar was. Maar niemand mocht ooit de waarheid te weten komen. Dat was een soort levencdoel voor Enid ge worden. „Ik begrijp, hoe u zich moet voe len", zei juffrouw Chaplin, „en ik zal niets vragen. Ik ben blij, dat u bij mij gekomen is. Ik mag menschen zooals u graag lijden. Drink nu uw thee op en zit maar niet meer te tobben dau noodig isL „Wilt nook niet wat thee, juffroutf Chaplinf' Juffrouw Chaplin kwam qf bij zltJ ten en begon direct een heel gesprek in te knoopen. Zij vertelde Enid, dat ze, hoewel ze niet zooveel kamers verhuurd had ei1, toch nog niet zoo slecht aan toe was» ant ze had wat geld geërfd. „Oni de waarheid te zeggen", zei ze, „het is wol niet veel, maar heg helpt toch altijd wat en daarom heb ik ook niet zooveel moeite gedaan om kamers te verhuren als vroeger, en dat is voor u ook beter, want ik vind het niets geen prettig idee, dat u maa< écn kamer zou hebben. U kunt ze ge< rust alle twee gebruiken en mij dab betalen zooveel u missen kunt. Dat komt wel tereebt". Enid beet zich op de lippen, bent heel goed, juffrouw Chap. Hu", zei ze. „Juist'nu kan ik nie< zoo erg veel missen; maar ik ik ga werken. Ik moet lessen geven. "Weet u nog wel. dat we daar al over praats ten, toen ik nog hier was? Er wareit toen twee kinderen, waarvan u wel dacht, dat ze les zouden kunnen ko. men nemen. Misschien kan ik dat nu doen". „Dat weet ik nog best", zei juf frouw Chaplin. „Maar uw man wa® zoo trotsch, hij wilde u heelemaal niet laten werken en ïqö is er toen niet®

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5