§HONIG'S# f HAARLEM'S DAGBLAD UIT DE WERELD Rubriek voor onze Jeugd ZATERDAG 23 JUNI 1923 ^l.'DE BLAD KAPITEIN SCOTT OP ROSS-EILAND EN OP DE GROOTE BARRIÈRE. Op het Ross-eiland. Nieuwsgierige vogels. De eerste sneeuwaitomobiel gezortkon. Drie depóts gevormd, Een onrustbarend bericht. Hoa iemand op de Grooto Barrière een brief ontvangen kon. Terug in het wintorkwar'tier. Toebereidselen voor den Pooltocht. De vior deelen van den weg. Teiofoon en automobielen in ijs en sneeuw. Eindelooze tegen spoed. Een gunstige dag, zwoele lucht bij 30 graden keu. De wanhoep n3b.j. De laatst overgebleven poneys gedood. Een straal van hoop. liet door den beroemden Engelschen zeevaarder Ross ontdekte eiland, waar Scott zijn winterkwartier vestigde, ligt op 77 en een halven graad zuiderbreedte, ongeveer 60 kilometer van de Oostkust van Zuid-Victoria Land en er van ge scheiden door de zeestraat Mac Murdo Sound, die aan de zuidzijde wordt ver sperd door de Groote IJsbarrière. Hel eiland heeft den vorm van een driehoek. De tamelijk rechte westkust loopt in de richting Noord-Zuid en zal een lengte hebben van ongeveer So kilometer, de ongeveer even lange zuidkust loopt in een gebogen lijn in Noord-oostelijke lichting en eindigt in kaap Crozier, terwijl de noordkust eveneens een onre gelmatige lijn vormt van de noordpunt van het eiland Cape B.rd (de Vogcl- kaop) tot kaap Crozier. In het m;ddcn van het eiland verheft zich tot een hoog- te van ruim'4000 Meter een steeds wer kende vulkaan, de Erebus, langs welks westelijke helling een glctscber afdaalt naar de westkust en zich een eind in Mac Murdo Sound uitstrekt. Ecnigc kilo meters ten noorden van deze ,-gletscher- tong", op 53 kilometer van de Zuidwest- punt, ligt -kaap Evans, aldus door Scott genoemd naar zijn onderbevelhebber; in de nabijheid daarvan werd het huis ge bouwd, waar hij zou overwinteren. Terwijl de bouw van het huis in vollen gang was, ging men over tot het lossen wan de Nova. Terra. Het schip kon nie^ geheel aan den wal komen, maar lag geankerd aan een gladde ijsvlakte van 2 k 3 kilometer breed, die langs de kust lag en waarover door '.middel van sleden de lossing gemakkelijk in zijn werk kon gaan. Ook werden twee van de drie motorsleden in werking gesteld en ondanks eenige kleine tegenspoeden, liep alles uitstekend van stapel. Met groote belangstelling werd het werk hekeken door de pinguins, die in groo- ten getale kwamen aanwaggelen om tt zien wat ze daar wel uitvoerden. Scott's beschrijving van dit tooneeltje is ver makelijk. Zoodra de honden de pinguins in het oog kregen, wilden zij huilend er op losstormen. ..Hallo!" schenen de pinguins te zeggen, „wat moet dat, wat doen jullie belachelijke schepsels, bij ons? Laat toch naar je kijkenDan kwamen ze met brandende nieuwsgierig heid steeds nader, en als de honden, zoover de touwen het maar eenigszins toelieten, op hen losschoten, zetten ze de verren op, niet uit vrees, maar uit ergernis, en met een houding alsof ze een ongemanierden vreemdeling op zijn plaats wilden zetten, schenen ze te schreeuwen „Nc'en, maar jullie bent een fijn zootje Maar je bent hier niet aan het rechte kantoor. Je moet niet denken dat je ons kunt overbluffen." En steeds komen ze naderbij. Een sprong een schreeuw cn een roode vlek op de sneeuw is het treurig einde. Toch kan men niet dan met groote moeite dc dom me vogels wegjagen. Inmiddels begon de dooi in te vallen het was Januari, dus in het hartje van den zomer. Jammer genoeg, had Scott er den Sstcn van die maand in toege stemd de derde motorslede uit le pakken, ze zou naar den wal gesleept worden, toen een der matrozen, die de 'zware slede voorttrokken, door het ijs zakte, en terwijl men bezig was hem te redden, zonk de slee in de diepte. Een open plek in het ijs was lmt eenige spoor, dat hij achterliet. De lossing werd den volgenden dag voortgezet op een iets noordelijker gele gen plaats en den iodcn Januari schreef Scott in zijn dagboek „dezen avond kan ik zeggen wij zijn geland. Wat er nu ook gebeure, alles, wat wij noodig heb ben, is aan land"." Intussclien vorderde de bouw' van het huis met grooten spoed, den jyd'en na men de tochtgenooten het feestelijk in gebruik. Acht dagen later trok Scott aan het hoofd van 11 man met 8 poneys en 36 honden naar de Groote Barrière om voedsel-depöts te vestigen met hei oog op den aanstaanden Pooltocht. In verschillende gangen vormde hij er drieeen aan den noordelijken rand, dicht bij Mac Mundo Sound, het Safeiy- kamp,- een ruim 300 kilometer Zuid-Oos telijk gelegen, het Cornerdepot, het hoek- depot, omdat hij daar van richting ver anderde cn regelrecht Zuidelijk den weg voortzette en eindelijk liet One-tan-dcpót, omdat daar 1000 kilo voorraad werd ge deponeerd. Na met ontzaglijke moeilijk heden en gevaren te hebben gekampt, kwam hij terug in Safety-depót, waar een brief voor hem lag met een onrust barende tijding. De Nova-Terra bad toen zij van het Ross-eiland was vertrokken, haar weg Oostelijk genomen om een afdceling on der Dr. Campbell te brengen naar Edward VlI-land, dat hij wilde cxplo- en. Geweldige ijsmassa's hadden dezen tocht belet en den kapitein ge dwongen terug te kecten naar kaap Evansmaar op den Noord-Ocstrand de Groote Barrière had men den Noorschen ontdekkingsreiziger Amund sen met de zijnen aangetroffen. Bij zijn vertrek naar Nieuw-Zecland, waar het schip zou overwinteren om in het volgend voorjaar de Poolreizigers na hun terugkeer van de Zuidpool te ko men halen- had de kapitein voor Scott een brief achtergelaten, die nu in Sa fety-depót dezen werd ter hand gesteld, liet bericht luidde, dat Amundsen met een talrijke colonne en een gróót aantal honden gekampeerd lag op de Groote Barncre op een punt 233 kilometer dich ter bij de pool en dat hij buitendien met zijn honden spoediger op weg kon gaan dan Scott met zijn poneys. Scott besloot, zich door niets van zijn plan te laten afbrengen cn het uit te voeren als- r geen mededinger bestond, iet kostte nog heel wat tijd moeite om weer in het winter kwartier te komen, want hei ku;t- langs Ross-eiland was ver mal, en de weg over land was onmo gelijk door tallooze kloven en afgronden; maar eindelijk toch keerden Scott met zijn elf man in het winterkwartier terug. Daar werden enkele heerlijke maan den doorgebracht, gedurende welke toe bereidselen werden gemaakt voor den eigenlijken pooltocht. e weg, dien Scott af te leggen had tusschcn liet winterkwartier op Ross- land en de Zuidpool, bestond uit vier deelen Eerst 33 kilometer op de ijs- k langs de westkust van het eiland, aan den Noordrand van de Groote Barrière, dan 67S kilometer over deze eindelooze ijsvlakte, vervolgens de tochi dwars over de Beardmore, een ontzag lijken glctscher, die uit de gebergten van Victoria-land zich neerstort cn zich als het ware uitgiet over het Zuidelijk deel der Groote Barrière, een glctschei in het genre van de Mer dc Glace van Chamonix, maar tweehonderd maal zoo lang Na een stijging over een lengte van 200 kilometer lot een hoogte van 2S00 Meter, bleef nog over de 564 kilo meter lange tocht door het Zuidpool land, de hoogvlakte waar zich de Zuid pool bevindt. Sedert r Augustus 191 r hielden Scott en zijn rcisgenoolen zich bezig met de toebereidselen voor het vertrekde sle den, de uitrusting weiden zorgvuldig nagezien en verbeterd, dc voedselvoor- aad in orde gemaakt. Daarbij werd gerekend op dagelijlcsche rantsoenen ils geen normaal man in onze stre ken zou kunnen verorberen, maar die in dat klimaat en bij dien ongelooflijk zwaren arbeid gretige verbruikers von den. Ook voor de trekdieren, poneys cn bonden, waren ruime v</.-rraden voor handen. Al die voorraden, benevens het materiaal, dat men telkens bij het in 01de brengen van de rustverblijven zou noodig 'hebben, hadden een ontzaglijk gewicht. Maan» dat was geen bezwaar. Men beschikte over twee molorsleden, twee van dc drie tractors, die te Lyttel- ton waren ingescheept en waarvan er een door het ijs gezakt en gezonken was bij kaap Evans. Scott besloot nu een voorhoede van 4 man onder luite nant Evans vooruit te zend-en met het noodige aantal sleden, gesleept door de tractors, ten einde een 3000 kilo levens middelen en materiaal te brengen naar de plaats, waar de Beardmore de Groote Barrière bereikt. De 24ste October was een dag van hoopvolle verwachting. Des morgens vroeg meldde Meares per telefoon van de Hutpunt uit (een hulpkwartier, inge richt aan het uiteinde der zuidwestelijke landtong van Ross eiland), dat hij terug was van het Corner-depót, waar hij cc nieuwe partij voorraad had gebrach' Alle levensvoorraden waren dus op d« reeds vroeger aangelegde depóts ge borgen. Buitendien werden om tien uur 's morgeis de ijsauto's op gang bracht en hoewel het aanvankelijk niet goed lukte, daar op glad ijs de- kettin gen uitgleden, kreeg Scott tegen t uur bericht, dat de motors op de hoogte w-aren van het eilandje Finnewall bijna 6 kilometer van kaap Evans. Welk een succes! Zoo ver van de menschelijke samenleving, te midden van de ijs- woestenijen der poolstreken een twee tal auto's, geschikt zich voort te be wegen over onbegaanbare wegen naar ontoegankelijke oorden! Welke vooruit zichten opende-dit feit voor toekomstige poolonderzoekers Den 27 sten des morgens waren de reizigers getuigen van het vertrek der motorsledcn. De chauffeurs, Lashly Day hadden niet meer dan een half uur noodig om bun auto's op gang te brengen, ondanks de moeilijkheid mid den in een scherpen kouden wind een lamp aan te steken; en weldra suisden de auto's in volle vaart tegen hellingen m er weer af, over de Groote Ijs- barrière; de naast de sleden snel loo- pende mannen werden voor de oogen der achterblijvenden kleiner en kleiner; verrukt riepen dezen hun een blij vaar wel achterna. Daarop keerden zij te oet naar kaap Evans terugj Den isten November, acht dagen na het vertrek der auto-sleden uit het winterkwartier, aanvaardde Scott den tocht;- Het gezelschap bestond uit 12 n met even zooveel sleden, waarvan elk bespannen met een poney en 2 met honden. In het begin, schrijft Scott in zijn dagboek, heerschte groote ver warring door de verschillende snelhe den der trekdieren maar hierin kwam weldra verbetering. De colonne were erdeeld in drie afdeelingen. de lang zaamste poneys vertrokken het eerst, daarna dc middelmatige, weer later de snelste en eindelijk de honden. Dc zon gaat in die streken om dezen tijd van het jaar gedurende eenige weken niet onderwel daalt zij tus- schen 12 uur '5 middags en midder nacht, maar zelfs te middernacht blijft nog boven den horizon. Maar in ieder geval staat de zon 's avonds en 's nachts lager dan overdag, het is dus kouder en de sneeuw is vaster. Van die omstandigheid maakte Scott weldra ge bruik op zijn tocht «ver de Groote Bar rière want overdag waren de sneeuw en het ijs te week en werden een soort pap, waarin de pooten der poneys diep wegzonken, wat den voortgang niet einig bemoeilijkte. Wanneer de wind ging liggen, werd gedurende *dcn nacbtelijken tocht de 1 gaandeweg warmer en was de marsch een waar genotoveral om hen heen verblindend licht, de lucht zwoel, men vergat dat de tempera uur minstens 30 graden onder nul be droeg. De vreugde over het schitterend suc- ■3 der motorslcden was. helaas, van korten duur. Aanvankelijk vond men op den weg dien men in het spoor der motors volgde, uitstekende berichten maar weldra vond men op den weg een blik of bus niet het ko'ite maar veelzeg gende bericht Day's moiorcylinder o. 2 gesprongen, een paar dagen latei en soortgelijk bericht omtrent den an deren motor, kortom, het duurde niet lang of beide motorsleden werden langs' den weg gevonden buiten staal verder dienst te doen. De verdere tccht.over de Groote Bar rière was ccn aaneenschakeling van ellende. De weg jammerlijk, het weet afschuwelijk, stormen afwisselend met orkanen, maar beide steeds gepaara met woeste sneeuwjachten. Den eisten November zagen Scott en zijn reisgvnooten een grooten wegwijze» en 3 a 4 kilometer verder baalden -zij de voorhoede in op 80 graden 32 minu ten. De mannen waren gezond en krachtig en toonden een verslindenden eetlust. Gezamenlijk werd nu de teebt voortgezet, zoo dikwijls de orkaan net maar eenigszins toeliet. Eenmaal duur de hij 5' dagen achtereen (5 tot en met 9 December), en behalve storm, aan houdende dooi. een sneeuw- en ijspap, die tot de knieën reikte en waarin poneys 20 a 30 centimeter diep zakten. Op den 6dcn December schreef Scott in zijn dagboek „Wij bevinden ons in een poel van wanhoop en ellende. Dc storm raast met onverminderde hevigheid. De tempera tuur is gestegen tot een halven graad boven nul. In de tent staat alles onder water. Wie naar buiten gaat komt met een plasregen overgoten weer naar bin nen. De dieren zien èr troosteloos uit. En. met dat al blijven we steeds 22 kilo meter van den Breadmore-gletscher. Ik krijg een gevoel van hopeloosheid, waartegen ik mij haast niet meer kan verzetten." Eindelijk, den oden December, be reikten zij den zuidelijken rand der Bar rière. Het weer was in den nacht iets beter geworden en onmiddellijk had Scott daarvan gebruik gemaakt om ver der te trekken. In het kamp sloeg het laatste uur der nog overgebleven po neys, niet alleen omdat zij voor de rest van den weg ongeschikt waren, maar ook omdat tengevolge van liet herhaald oponthoud hun voedselvoorraad was op geteerd. „Wij hebben alle poneys dood geschoten," schreef Scot! den pden De. ceinber, „de arme dieren!" En hij voegi er aan toe „De honden loopen goed, ondanks den -slechten weg. Het landschap is grandioos, drie reusachtige granietpei- lers vormen den rechterwand van de intree-poort en een uitlooper van Mount Hope (den berg der Hoop) den linker. Van avond is iedereen vergenoegd vroolijke schertswoorden vliegen over en weer. Moge de berg der Hoop ons een goed voorteeken zijn." In een volgend artikel zullen we zien hoe bedrieglijk de hoop was. INGEZONDEN MECEDEELINCEN èt 60 Cts. per regel. =MMZENA-PUDDINGEN Algemeen bekende kuiali- tei.t3artik.elen voor elke_ huishouding. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. Iedere maand worden onder de beste oplossers drie boeken in prachtband ver loot.) 1. (Ingez. door Tubus Cesar.) Mijn geheel is een nuttig ambachtsman en bestaat uit 11 letters. 3 4 S 6 is een vogel. 1 2 3 4 5 6 behoort bij onze garderobe. 9 8 7 is een toilet artikel. 11 10 9 is een huishoudelijk artikel. 2. (Ingez. door Ilannie Veegestecn.) Ik ben een welvarend dorp in Groningen en besta uit 7 letters. 3.5 6 7 is een plaats in N. Holland. 2 5 3 is een plaats in Gelderland. 1 2 3 is nuttig gedierte. 5 2 4 is een boomsoort. 3. (Ingez. door Poesje.) Mijn geheel is een spreuk van 8 woor den of 31 letters. 19 20 17 27 is een meisjesnaam. 29 22 10 10 4 8 is een jongensnaam. 23 is de 15de letter van het alfabet. 18 9 17 is een boom. 1 9 20 7 7 5 is «en jongensnaam. 5 1 12 14 is een drank. 13 10 19 5 groeit op het veld. 15 27 19 5 7 13 staan op de tafel. 6-16 11 is een meisjesnaam. 21 30 23 25 2 20 werden vroeger vaak ge braikt. 2G is de 23ste letter van hel alfabet. 15 16 13 17 is een grondsoort. 25 24 25 23 27 28 29 30 31 is een werk woord. regen is 2 19 21. 4. (Ingez. door Kees de Mopperaar.) x is oen roofvogel. x is zuivelproduct. x is gezonde drank. x is zoele lekkernij. x is noodig voor iederen bakker. hangertje 5 Poesje 5 Juffertje Onrust S Zeeroover 6, Blauw vingertje 6 Wilgenkatje 6 Vriendinjietjo 6 Moederplantje 6 De kleine Majoor 6 Buitenman 6 Ornaies 6 Wilgenroosje -6 Gems 4 Napoleon 6 Ro binson 6 Moeders Werksiertje 3 Moeders Breistertje 6 Zwartoogje 5 De kleine Muzi kant 5 Prederik Hendrik 6 Juffertje in 't Groen 5 Jacob Labeur 5 Kosmos 5 Zon neprïnsesje 5 Pinokkio 5. Ruilrabriek Inzendingen ontvangen van: Wilgenkatje, oud 12 jaar, Robinson, 8 jaar. Ds wedstrijd MIEN STAM, Delftstmat 21r., heeft 54 KaraemelkpL, aie ze graag wou inn tegen K watt a soklaatjes l om i. S. LABEUR, Prinsenlaan 7, Heemstede, moet vee' liggen en zou zoo graag een boek le leen willen hebben. Ze dankt Mar- sepijntje nog wel voor 't geleende bock. Brieventas Kien vellager zijn: x is een huishoudelijk voorwerp. x is afsluiting voor kurken in flesschen. x is een jongensnaam. x is een lichaamsdeel. De kruisjes vormen een mooie plaats in 5. (Ingez. door Meiklokje:) Ik ben een spreuk van 41 letters. 1 27 31 17 is tot steun. 5 29 25 £6 i= ccn lichaamsdeel. 36 15 20 is om maand. Een 33 4 4 £1 27 28 13 geeft les. 2 12 38 gebruikt een schoenmaker. 22 23 24 25 28 27 28 29 doet een soldaat. 30 31 32 33 54 35 is een voorzetsel. 14 15 16 17 18 19 moeten wij allen. 8 9 10 11 12 13 is het reeds genoemde voorzetsel. 3 4 5 is in het gymnastieklokaal. 6 7 is een voegwoord. 37 38 is een persoonlijk voornaamwoord. 39 40 41 is de stam van het werkwoord kennen. 6. Strikvragen. a. (Ingez. door Marie Kemp). Wat wordt korter, ais men er aan trekt? b. Welke knecht verdient geen loon c. Welke koe wordt niet gemolken? o. (Ingez. do'or Julius Cesar.) Voor één is het, te weinig, voor twee genoeg en. voor drie te veel. Raadseloplsssmgen 1. Bleekneus. 2. Nieuwe Waterweg. 3. Melbourne. 4. Blaffende honden bijten r.iet. 6. a. Als hij Hollandsch spreekt, b. een, want dan is liet geen heel brood meer. c. Een kater, d. Spijkers onder de schoenen. Goede oplossingen ontvangen van: Bruinoogje 6 Volendammer 6 De kleine Violist 6 1 6 Molleboon 6 Sterretje 6 Duinrooske 6 Bloemenkonülgin 6 Thee roosje 6 Laatste kwartier 6 Controleur 6 Kerstboompje 6 Blondkopje 6 I 6, Vlie genier 6 Altaian:a 6 Matroos 6 Pierrette 6 Indramajoe 6 Lentebode 6 Sneeuwballetje 6 Neerlandla 6 Boschwachter 6 Rhododen dron 6 Naaistertje 4 Zanglust 4 Willem III 6 Denappeltje 6 Autoped 6 Vogeltje 6 Be- D1XA RICHEL, oud 12 jaar. Raadhui -iri.it 77, Heemstede. Dina is de 10de nie weling in deze maand cn mag a's welkom in onze Rubriek Woensdag bij mij een boek komen halen. De 20ste nieuweling in de maand ont vangt weer een boc-k. THEO JANSEN, Korte WijngaarJstr. 5, oud 7 jaar, 11de nieuweling in Juni. DORA RODRIGUES PEREIRA, oud 15 jaar, Overvecn, .Tulianalaan 307, 12de nieuweling in de maand Juni. Brieven aan ce Redactie van de Kïn- 'leraf Jeeling moeten gezonden worden aan Mevrcuw BLOMBERG—ZEEMAN, v. Vinnestraat 21rood. (In de bus gooien zonder aanbellen.) THEO J. Moeder mag je best helpen. BLOEMENKONINGIX. 'i Doe: mc plezier, dat je liet boek van binnen :iog mooier vondt dan van buiten. Ja, 't lijkt me het verstandigst om den wedstrijd maar in een schrift te schrijven. Ik hoop, dat, je in 't werkelijke leven, geen heks bent. Waar wordt het stuk opgevoerd? Ais dat jongetje lezen en schrijven kan, mag hij meedoen. KXAGELLJNTJE. Ik heb den eer sten naam van je lijstje maar genomen. Je zu't vast een knap Rubriekerlje worden, als je al zoolang voor je zelf hebt meege daan. I? je opstel el af over „de Eeuwige Stilte" Vader mag je best eens met c-en raadsel helpen? Je behoeft maar ééns in de week de raadsels in t.e sturen. Zend je ze voor Donderdag dan vermeld ik ze 's Zaterdags, anders 's Woensdags. MOLLEBOON. Zwem je nog alle da gen? En ben je nog aan de 'ijn Jij bent een mooi boek waard, als je het nog STERRETJE. Dus als het zonnetje schijn;, zal ik maar denken, nu komt er eon brief van Sterretje. Prettig, dat het in jullie tuin volop zomer is. DE KLEINE VIOLIST. - Die naam Iooze brief in jouw enveloppe was zeker van broer. Geef hem maar een heel klein strandje, omdat hij pas meedoet. Als jij eens een lsten prijs wint, vraag jo maar liet boek van Reinard de Vos. Onthoud het maar. VOLENDAMMER. Ik vind het heer lijk voor jullie, dat moeder ilink vooruit gaat. Ja, ik geloof, dat Mor.tbretia ook op zaa! 5 ligt. Maak maar eens een praatje .met haar, als je moeder bezoekt. ISltüINOOGJE mag haar schuilnaam houden. WILGENROOSJE. Dat is al een heele bibliotheek, Je bent er zeker ook heel netjes op! ORNATÏÏS. Je schrijft over het bij voegen van je wedsirijdwerk. Maar ik heb niets ontvangen. VRIENDINNETJE. Prettig, dat Je weer beter bent. Beu je ook al weer naar school geweest? Zoo af en toe wil het zon netje toch we! gaan schijnen. WILGENKATJE eu BLAUW VINGER TJE. Jullie waren prachtig op tijd. Ge lukkig maar, dat vader de raadsels in zijn ontdekte. Die arme Sientje, dat die tandjes haar zoo'n pijn doen. Is de weg al in orde? Missohien is het dan meteen fietsweer. ZEEROOVER- Ik geloof, dat jij va® Zeeroovcr landrot wordt. Ilap jij maar flink buitenlucht, dat maakt jo groot en sterk. MATROOS. Dat is een weekje vart plezier. Neg we! hartelijk gefeliciteerd :t je verjaardag. Natuurlijk heb je een heerlijk dagje gehad. Zit je nu in het Ju- mores-elftal van Haarlem I POESJE. Het breien van zoo'n maas lap is wel een gezellig werkje. Vind ja niet?, Het mazen is slraks veel moeilij ker. Ringduif mag. Ik kran niet zeggen, of het mogelijk is de ketting nog langer to maken. BEHANGERTJE. .Tn, ik kan me voor stellen, dat je hei heertje was met je euwe pak. Je moet de begonia maar :a zonnetje zetten, dan komen ce bloemen il uit. Krijgen je Afrikaaatjes cl knoDpen LAATSTE KWARTIER. -• Hartelijk dank voor je mooie bloemen. DEXAPPELTJE. Als je Poesenmoe dertje schrijft, doe haar dan mijn harte lijke groeten. Hoe gaat het met haar? Wan neer zal het schoolreisje plaats hebben Missohien krijgen we in Juli dubbel mooi weer. Ik kan me begrijpen, dat jo plan- tentrommel nog niet veel dienst heeft ge daan. ZANGLUST. Ben je Woensdag neg naar den Zeeweg wezen wandelen met zus? Wat heeft moeder een bovenst hesten verjaardag gehad. Heeft zus een kussen van gekleuide sterretjes gemaakt? NAAISTERTJE. Wat zal moeder blij zijn geweest met je cadeau. Jullie hebt zulte nuttigt cadeaux gegeven, die zeker alle dagen gebruikt worden. RHODODENDRON. Voor 1 Juli moet het wcdstrijdwerk in mijn bezit zijn. Wat ga je nu straks doen, als je van school gaat LENTEBODE. Je vriendinnetje had zeker heel wat te vertellen en misschien ook heel wat te klagen over de koude da gen. Je vraag is in 't briefje van je boven- buurtje beantwoord. Kun je al mooi recht naaien op de machine Moet er straks een naaistertje uit je groeien? LOBELIA, Wanneer je me voor Don derdag de oplossingen der raadsels stuurt, vermeld ik ze Zaterdag. Komen ze op of na Donderdag dan komen ze Woensdag in de Rubriek. Ja zeker mag je ook zelf raadsels inzenden. PIERRETTE. Ook sl van school af. Eu wat dan? Dat kan siraks een mooi cadeau worden. Daar vertel je me zeker GEMS. Is net reisje naar de ruïne van Bredero'le doorgegaan? Leuk. dat jullie ook Dog naar de Cruqius gaan. Daar is ook heel veel merkwaardigs te zien. ROBINSON. Je raadsel is goed. NAPOLEON. Je ruadseel is goed. DORA. Ik heb je eersten schuilnaam maar yoor je opgeteckend. Je bent van harte welkom. FREEK EN'STEIN. Arme Freekeii- steinlje, hoe kom je nu zoo ziekZit er een waterverband om je keel en heb je moeten gorgelen? Gelukkig maar, dat het nu toch betert. Wil jc moeder hartelijk bedanken voor haar briefje? Ik hoop spoe dig weer je egen handje te zien. Zus mag zeker niet dicht bij je komen. Van harte beterschap hoor jongen. MEVR. V.v. M. 'k Waardeer het zeer dat U als patient me nog het een en an der over D. heeft geschreven. U heeft wel in 't hoekje van do slagen gezeten. Ge lukkig. dat er wat school betreft, geen be zwaar tegen deze vroege vacantia was. Gaat het nu goed met hem? Ik kan me indenken, dat de raadsels er nu bij In schieten. Hoe is het nu met Wïm I Van" harte wenseh ik U *tne: uw jongens het beste ZONNEPRINSESJE. 't Doel me vee? genoegen kind, dat het nu zoo goed met je gaat. Tk hoop maar, dat het zoo door blijft gaan. I'RISDERIK HENDRIK. - Je raadsel is goed. DE KLEINE MUZIKANT. Dat is nog eens een prettig reisje geweest. Is de kiek goed uitgevallen? JOEKIE. Ben je op school van do trap gevallen? Iloe is het er nu meel Wat heb je een mooi cijfer voor dat kteo- dingstukje. 't Beste verder. W. BLOMBERG-ZEEMAN, v. d. Vinnestraat 21rood. Haarlem, 23 Juni 1923. Burgerlijke Stand HAARLEMMERMEER. Bevallen: M. Grosscurtvan de Velde, zoon; W. van Meel—Korthals, zoon, M. C. BakkerStadhouders, dochter. J. Filius—Bax. dochter. Ondertrouwd N. van Scliie 26 j. en M.'C. Vastenhout 25 i„ J. W. Wesse- lius 30 i. en J. J. de Blaeij 22 j. Getrouwd: J. van Utrecht 29 j.. eri E. Off erin an 21 j., J. Touw, 24 i„ en C. M. Jonker 20 j., C. van der Beek, 22 i.. en G. van Rijswijk 17 j., J. Wit te 32 j. en A. J. Bosman 27 j., K. Cbr. de Pous 25 j. en L. Vreeken 25 j.. P. J. Esse link 24 j. en G. P. Ivnib- be 26 j. OverledenAueusta Maria Wil- helmina Lühn 50 j.. ongehuwd. Feuilleton Het testament nn üssaisetsi iviarnock Geautoriseerde vertaling naar het Lngeisch van E. A. ROWLANDS. „Lab kan nu eenmaal niet, beste jongen". Langzamerhand ging Nora op een ander onderwerp over eu een tijdlang praatten ze over allerlei dood gewone dingen". Plotseling zc-i Kolonel Dawuey. ,,.le schreef, dat je je over Ellie on gerust maakte. Waarom?" „Ze is niet gelukkig. Adrian". Kolonel Dawney fronste de wenk brauwen. „Zij wordt gelukkig", zei hij en ging toen voort: „Het is een prachtkerel en ik geloof zeker, dat hij dol op haar is". „Maar over wien heb je het dan?" „De man, die met Ellie wil trou- „11c wist niets van het bestaan van dien man af. Tenminste," zoi ging ze voort, „zoo ver wil ik nog niet gaan, maar de man. waar ik op liet oogen- blik aan der.lc is niet de man, waar jij het nu over hebt". „Ik bedoel Julian Bryant. Die Tijke jongen, waar Ellie verleden jaar mee kennis gemaakt heeft. 11c weet, dat ilc niet, \ergis, want hij zelf heeft me •teld dat zijn eenige Wenscli was met Ellie te trouwen". „En waarom", vroeg Nora Prowis, ,nam hij jou in zijn vertrouwen?" Dawuey kreeg een lcleur en zei toen: „Ja, zie je, ik maakte me ook be zorgd over Ellie, en hij was altijd in haar buurt en de hertogin en nog een paar anderen hadden liet er voortdu rend over, wanneer liet engagement nu publiek zou worden. T^oen vond ilc het niet meer dan een staaltje van mijn plicht hein er eens over te onderhou den en hem te vragen wat nu eigen lijk zijn bedoeling was. Er moet toch iemand een beetje voor Ellie zorgen en daar vind ik me zelf de meest ge schikte persoon toe". „Ja. dat hen je zeker", zei Nora Prowis met nadruk. Hij lceelc ernstig en plotseling vroeg ze hem: „Welken naam noemde je ook weer? Julian?' „Jo. Julian Bryant. Hij heeft, on geveer een jaar geleden een groot ka pitaal geur fel van mevrouw Marnock. Heeft Ellie je nooit over hem gespro ken?" „Ilc heb haar zijn naam zoo ter loops wel eens hooren noemen", zei Nora Prowis, „maar wat je daar zegt, verbaast me, Adrian. En vindt je dat maar allemaal goed?" „Tk vind hem erg geschikt", ant woordde Dawney. „Ilc vind hem een aardige kerel, hij is heelemaal niet bedorven door al dat geld, hij is sterk en jong, knap van uiterlijk, juist de geschikte man voor Ellie". Nora Prowis werd ongeduldig. „Ik vind, d.nt Ellie oud en wijs ge noeg is om zelf een man uit te zoe ken", zei ze. Dawney keek haar stomverbaasd aan. Hij begreep dat ze boos was, maar hij had' geen idee, waarom. „Ja graag nog een kop koffie", zei ze „en een cigarette. Misschien kal meert me dat een beetje". „Jii, moet jij gekalmeerd worden. Nora?" „Ja. dat. klinkt vreemd, niet? Maar ilc'ben toch maar een doodgewone vrouw, hoewel ik ex oogonschijnlijk zoo sterk uitzie". Zi\] zaten nog een poosje te praten en toen bracht Kolonel Dawney haar naar de halte 'waar ze haar bus kon vinden, Zij sloeg zijn aanbod voor een taxi of. „Neen, dank je", zei zo. „Ilc voel me meer thuis in een bus". Toen ver- tolde zc hem alles, wat ze van Enid „Dat spijt me", zei Kolonel Daw&ey. „Ik dacht, dat zo verandering van lucht noodig had en ze had het daar buiten zoo lenus kunnen hebben. „Ik heb hgar liever nog een tijdje onder mijn toezicht", zei Nora Prowis „en bovendien is er iets gebeurd, waardoor ze in Londen zal moeten blijven. Het schijnt iets met haar man to maken te hebben". Kolonel Dawney keek haar verbaasd aan. „Heeft ze jou dan eindelijk tot haar vertrouwde gemaakt?" zei hij. „Neen, eu dat zal waarschijnlijk wel nooit gebeuren. Je behoeft lieusch zoo veel niet te weten, het is gemak kelijk genoeg te zien, dat het arme kind dood ongelukkig is, maar zij is zoo goed eu lief, als zij er uit ziet, dat is zeker". „Ja", zei Adrian Dawney. „Het is een allerliefst schepseltje en ilc hoop niet. dat haar nu,nog meer moeilijk heden te wachten staan. Is haar man zelf op het tooneel verschenen?" „Nog niet de advocaten". „Nu, Nora, zoolang jij voor haar kunt zorgen, kan haar geen kwaad overkomen" en hierop schudden ze el kaar de hand' en namen afscheid. Bij haar terugkomst vond Nora een briefje van Enid Sinclair, waarin stond, of ziï misschien dien avond nog even nan zo- kunnen komen. Den volg.nden dag zou zij naar Lady Ellen toegaan en daarom liet ze onmiddellijk een briefje wegbrengen waarin stond, dat ze direct na het eten zou lcomen. Dank zij de vereende zorgen van alle nienschen die haar opgepast en verzorgd hadden, had Enid nu een veel betere kamer. Toen zij naar deze kamer gebracht werd, had zij niet geweten, wat er met haar gebeurde en toen ze nader hand hoorde, hoe er voor haar ge zorgd was en hoe lief de nienschen voor haar waren geweest, had ze niet de lcraeht zich hiertegen le verzet ten. Maar ze nam zich voor, dat ze de- zon menscheu, die per slot toch vreem den voor haar waren, alles zou vergoe den, zoodra ze cr toe in staal, zou zijn. Zij zat in een lage stoel bij het vuur met haar baby op schoot, toen Nora Prowis binnen kwam. „Wat heb je het hier toch heerlijk. Het is zoo kond buiten vanavond en Ellie schrijft" me, dat het aan zee ook zoo guur is". Enid glimlachte. „Wat heerlijk, dat u gekomen bent! Neem me niet kwalijk als ilc niet op sta. Baby is nogal lastig geweest. Hij wou maar niet inslapen vanavond en duarom heb ilc maar eens een jioosje met hem op en neer geloopel), dat is wel allemaal erg verkeerd, maar hij moest toch slapen". „Wat is Int toch een schal", zei Nora Prowis fluisterend, zich over het kleine gezichtje buigend, dat uit de shawl kwam gluren. „Enid, ik benijd je. Daar heb ik nu mijn heele leven naar verlangd, naar een baby!" „Ik kan hem toch niet met u dee len", zei Enid lachend. Zij dekte de baby zorgvuldig toe en wiegde hem nog een beetje- in haar armen. „U gaat morgen weg, niet?" vroeg ze. „.Ta, maar als je me noodig hebt, ga ik niet". „Maar wat een idee! Lady Ellen zou het me zeker kwalijk nemen. Ik wil ook zoo graag, dat u gaat, u hebt ook eens wat afwisseling noodig". „Wat is er vandaag gebeurd?" vroeg Nota, terwijl ze aan den ande ren kant van het vuur ging zitten. ..Ik zal zoo onrecht tegenover u zijn als ik kan", zei ze. „De advocaten zijn vandaag hier geweest, mijn man wil dat ik mij van hem zal laten schei den". „Wat voor reden moet je daarvoor dan opgeven: moedwillige verlating?" Enid schudde hot. hoofd. .„Neen, ilc verliet hem, maar het' schijnt, dat hij zich niet van mij kan laten scheiden, en hij wil graag zijn vrijheid terug hebben, daarom komen ze bij mij." „Eu zal je er in toestemmen?''

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 9