Amateur-Albums nen, tevens voorloop!?belast met het onderwijs in de klassieke archaeolo- sie: Dr. Aloynixs Slijper S. J., 1 toraar aan liet R.K. Gymnasium te Amster dam; in de Nederlandsclie taal- en letter kunde. de vergelijkende Indogermaan- sclie taalwetenschappen en hot Sanskrit: Dr. Jacques van Ginniken S.J., professor te Oudenbosch in de Germaansche taal- en letter- kundedr. Theodor Baader, privaat docent aan de Universiteit te Mun ster in de algemeene vaderlandsche ge schiedenis der nieuwere tijden: dr. H. Huybers, docent aan de R. K. Leergangen In de Fransohe letterkunde.Tean Dagens, leeraar aan het lyceum te Tulle Corrcze Ln de Hongduitsche letterkunde dr. Wilhelm Koech, hoogleeraar aan de Universiteit te Czernowitz; tot buiiengewoon hoogleeraar in de empirische c-n toegepaste zielkunde Dr. Frans Roels. hoog- laeraar aan de Universitet te Utrecht in de geschiedenis der latere Mid deleeuwen en de oorkondenleer, tevens bibliothecaris Dr. Henri van der Velden, leeraar aan het Gymnasium te Nijmegen in de Semitische taal- en letter kunde, tevens belast met het onderwijs in de vergelijkende liturgie-geschiede nis in de faculteit der godgeleerdheid Dr. Anton Baumsiark. hoogleeraar aan dlo Universiteit te Bonn iti de schoonheidsleer en kunstge schiedenis Dr. Gerard Brom, secre taris van de Unie der R.K. Studen ten in Nederland; tot lector: in de geschiedenis der Grieksche en Romeinsche wijsbegeerte Dr. Petrus van Sormani .rector van het stedelijk gymnasium te Nijmegen in de zeven Liende-ee u weohe Neier- landsche letterkunde Vondelstudie in het bi zonder».- Ic-ctor Bernard Mol- kenboer O.P.. professor te Huissen; in de Frunsche taalkundeBernard. Wecrenbeck, docent aan de R.-K. Leergangen. In de Faculteit der Rechtsgeleerd heid tot gewoon hoogleeraar: in de inleiding tot de rechtsweten schap. het internationaal privaat recht, lie volkenrecht en het burger lijk procesrechtMr. Paul Beilefroid, advocaat en procureur ie Utrecht; in het burgeiüijk recht, handels- reoht en rechtsgeschiedenisMr. E. J. ,T. van der Heyiden, advocaat c-n procureur te Rotterdam in het staats- en administratief rechtMr. Dr. Joseph van der Grin ten, secretaris der gemeente N'Lpne- in de staathuishoudkunde c-n beo- nomische sociologie: rar, dr. Charles Raaymakcrs S. J., provinciaal van de Orde der Jezuïeten; tot buitengewoon hoogleeraar in 't strafrecht en strafprocesrecht: mi'. Willem Pómp©, advocaat en pro cureur' te Deventer tot ïéptor: in het Romeinsch recht :mr. Geor ge Russel-, advocaat te Amsterdam. in het huwelijksgoederen- en erf recht: mr. A. P. Louwers, griffier bij het kantongerecht te Tilburg. De. benoemingen gaan in op den eersten October a.s. Nog zullen aan gesteld worden assistenten voor. de Fransohe en Duitsche taal. In de naas te toekomst zal volgen de benoeming' Van hoogleeraren voor crirnineele psychologie en voor de Engelschc taai en letterkunde. BinneiilaM VOOR ZAKEXMENSCïIEN. In Den Haag is een zeer goed bekend staand rëstaurant ih staat van fail lissement verklaard. Den naam van het restaurant willen wij nu niet noemen/zegt „De Middenstandsbond", om hetgeen wij van dit droevig onge val zeggen willen. Maar gezegd zij, cl 't het een goeden, klinkenden naam, had in de Hofstad. Het was een eerste klas-zaak, bezocht door de beste fami lies van de stad. Misschien, dat dit juist de oorzaak was van de ellende van het restau rant, waarin liet nu is gedompeld. Het is ons namelijk bekend, dat ©3n Incassobureau eenige vorderingen op den eigc-naar van het restaurant te behandelen kreeg. Toen een vertegen woordiger' van liet bureau met die vorderingen bij den eigenaar kwam, zei deze: „Meneer, ik zou niets liever willen dan onmiddellijk betalen, en ik zou liet ook wel kunnen, als ikzelf het geld binnen kreeg, dat ik van anderen te vorderen heb." En hij naaide uit zijn bureau een pak onbetaald© rekeningen, allemaal vorderingen op baron-zus-en-zoo, jonkheer die-en-die, en leden van voorname Haagsche families.De vertegenwoordiger van het Incassobu reau heeft die paperassen meteen maar meegenomen en zoowaar er heel wat honderden guldens van betaald gekregen, waarme© hij die andere vorderingen op bedoelden eigenaar weer mocht voldoen. Dit heeft het faillissement van het restaurant niet kunnen verhinderen. INCEZONDEN MEDEDEELINCEN a EO Cts, per regel. Fa. ANTON DE ROOIJ Anegang 14 Telefoon 560 Eenige maanden heeft de eigenaar zich nog staande gehouden, maar ten slotte kon hij niet meer. Het einde moest komen. Hard ia liet, dat einde, in de eerste plaats om den ouden naam van het restaurant. Het is altijd hard iets te gronde te zien gaan. dat ter goeder naam en faam jarenlang bekend heeft gestaan en een bijzondere plaats in het leven van een groote stad heeft inge nomen. Maar het is ook hard, heel liard zelfs, om de oorzaak, of liever een voornaam deel van de oorzaak: do schnldmakerijen van voorname lieden, die zich in liet restauraut na tuurlijk gedragen hebben als onge il aak b a re. Riante ine wezens, aan wie het niet past om contante betaling te vragen, zelfs niet voor. e-ten. Maar die zich aanwenden hun schul den voor fijne diners. te vergeten. De eigenaar van hei. restaurant draagt echter ook schuld, lijkt ons, voor dezen gang van zaken. Hij had niet voor niets moeten laten eten. Het eigenaardige karakter van zijn zdak bracht wel mee, dat sommigen, als „oude hekenden" er in meenden te mogen handelen, als zij wilden. Maar liij luid dan toch liever met die „oude hekenden" moeten breken, dan to risqijeeren. wat hij nu heeft ge kregen. Üit-dit geval moeten de midden standers pogen fce leeren. Het is beter op tijd hienschen los to laten, al zijn zij nog zulke goede klanten. ge weest. Winkeliers en restaurants zijn ge©n philantropen, maar zakenlieden. OOMMISSIE VAN BIJSTAND VOOR DE ARBEIDSBEMIDDELING. Rij beschikking van den minister vuil Arbeid, Handel en Nijverheid, zijn in de Centrale Commissie van Bijstand voor do Arbeidsbemiddeling, voov bel tijdvak 1 AI ei 1923 tot en met 30 April 1926 be noemd: tot lid en voorzitter: Ir. .T. W. Albnrda, lid van do Tweede Kamer, voorzitter vatn do Ver. van Ned. Arbeidsbeurzen, te 's-Gravenhago; tot lid IT. Amelinlc, ser. van liet Chr. Nat. Vakverbond in Nederland, te UtreohÉ ,T. P. J. Asselbergs, directeur der N.V. As- sclhergs' I.Tzerindustlia en Handel MïJJ 'te Bergen op Zoom; A. C. do Brujm. so- cretaris van het Bureau voor do R.TC, Vak organisatie te TTtrocht; mr. P. TV. .T. TI. Oort van der Linden, seor. van de Ver. van Ned. Werkgevers, te 's-Gravenhago; A. ,T. A. C. van Helft, directeur der Gom, Arbeidsbeurs, te Tilburg; .T. Eli as, direc teur der N.V. StoomHnno.nfabrielcon I. Elias. te EindhovenA. van Gecleu Azn.f directeur der Gom. Arbeidsbeurs te UtrechtL. de Groot,, oud-lid der Tweede Kamer te, Rotterdam, mej. M. lïeinen, Ad» junot-direotrioe van het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid, te 's-Gravonlui.ge, F. O. van Ingen Schenau, secr. van het Alg. Ned. Vakverbond, te 's-Guavenkage; mej. 15. F. Kroon, onderdirectrice, van de Gem. Arbeidsbeurs te Amsterdam; B. Lansink 'Sr., 2de seer, van bet Nat. Arbeidssecreta riaat, te Amsterdam; A. Af. C. Mooymnn, lid van hot 'bestuur van de R.If. Onder- wijzersver. te 's-GravènllageJ. F. TI. Spier, penningmeester der Chr. Werkge- versvêxeeniging, te Amsterdam; F. van do Walle. 2de secr. ,van het Ned. Verbond van Yakvorccnigingen, te Amsterdam; F. •f. A. Af. Wierdels, voorzitter van de alg. commissie van toezicht der Gem. Arbeids beurs te Amsterdam; tot lid en secretaris mr. A. Rueb, pen ningmeester van do Ver. van Ned. Ar beidsbeurzen, te 's-Gravenliage. Financiëele Berichten DE KONINXLIJKE NEDERLAND. SCHE MAATSCHAPPIJ TOT EX- PLOITATIE VAN PETROLEUM- ERONNEN iN NED.-INDIë. Vrijdagmiddag is te Amsterdam de algc-meen c-vergadering gehouden van dc Kon. Ned. Mij. tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Ned.-Indiö. Hec verslag en de rekening en verantwaor- aing zijn goedgekeurd. Het dividend is betaalbaar gesteld van ir Juli a.s. af< Tot commissaris is gekozen de afge treden directeur, de beer jhr. mr. B. C.- de Jonge, terwijl de heer mr. A. Capa- dosc tot president-commissaris is her benoemd. Bij de rondvraag heeft de president in antwoord op een desbetref fende vraag medegedeeld, dat er op het oogenblik goia sprake is van een ka» piiaaisuitgiltc, want de middelen der maatschappij zijn thans zeer ruim. Surprlijke Stand BLOEMEXDAAL. Getrouwd. H. Roozen eu M. J. A. B. Huf. B. F. Torringa en M. Vries. Geboren: z. van M. A. .Toustra eu .1. Smit. d. van J. W. F. van der Valk en J. M. Dam. z. van J. G. van den Bel en P. M. Schcelings. Overleden: W. C. J. Verhuist, 65 J. De trein verminderde *ön vaart. De wielen knerpten over de rails. Een lange, helle git van Je stoomflu.k. Even daarna werd gestept. De reis was tea einde. Tiet station van bestemming bereikt. Evert,ue am haar oity-bag, en gooide haar reismantel over den arm, steyte op hetvrij laag gelegen porroaneije. Slenhis een tweetal passagiers stond gsree-i mei den trein to vertrekken; rij bleek dc- oesnge, die wns uitgestapt. Zij versacht haar bagage e:i haar jiels to laten bezor gen aan he: a dies waar zij zou iogeeren, en do stationschef was me", zoo welwillend haar in te lichten, hoe zij moest kwpen om he'. pension te bereiken. Ofschoon ook op den weg, die over bei eerste gedeelte vrijwel onbeschut was, ce fel-hoetu zon slorul !a branden, deed hst verblijf in de buitenlucht Evertine toch gee L Kier was s'.rtums geen =ior. Zij haalde ruimer Adem. Zij wandelde heel Tangsaam in de aangeduide richting. Toen ze am het tweede zijwegje recL:s kwam, hetwelk ze moest inslaan, had de chef uilgelcgfl, zag ze al dadelijk aan de. lin kerzijde in het gToen verscholen het pen sion ..Heilast" van de weduwe Vr'ihurg liggen. Z:j stond blijkbaar reeds rit Ie zien naar haar nieuwe althans voor de deur bevond aieh -en tamelijk corpu- Ter.te juffrouw, met een grijzende coif furr cu. geheel omhuld door een lange huishoud-sch orz-j apcci, van gebloemde stof. Eveidine kwam nader. Ate vrouw Vrijburg, vermoedelijk 1 in formeerde ze. -- Persies! knikte Je aangesprokene, dat wil zeggen juffrouw Vrijburg.... Van merrouwea weten we hier niet ah... En uwes bent as ik 't wel heb, juffrouw ATcnrderf .Tuistjuffrouw Meur er! verbe terde Ever-ine. Juffrouw Vrijburg nam haar aanctsaade gast van boven tot onder secuur op, maar scheen zoo op 't eerste gezicht wel een goeden dunk van haar te krijgen. De koffers worden zeker gebracht? vroeg ze, de deur jpeaende en Evertine noodend binnen 'e gaan. Ja, juffrouw I was het aniwoord, fiaar zou do chef voor zorgen, ook voor mijn fiets. Bvertino had graag gewild, dat de. juf frouw nu maar dadelijk haar katne-x had aangewezen. Zo had behoefte zich eens heerlijk te verfrisschen, en zoodra de. kof fers er waren, andere klc-eding aap te Jregkeu. Doch de juffrouw scheen nog niet voldaan. Zij -vertelde, nimmerJames alleen in pension gehad te hebben. Zij had steells gehuwde paren, of ongehuwde hee- axn, dis mes een clubje hier de v.ieanue doQrbrachten. Alnar daarom had ze niet zoo gauw kuruien -Vriuiteu ongehuwde dames alleen, had zc nog nooit in pen sion gehad, wilde sa liever wiet. Gaf maar aanleiding tot allerlei. Geflirt met d< hee- ren, en zoo, wat ao liever niet wilde. En daarom avijn, uwe begrijpt AX.iarreroeg zij plots, uws bent toch zeker verloofd, niet wan.r? Hl?,... Verloofd?... Ja, natmrüjk! antwoordde Evertine gedecideerd. DiiarJ.... 't Was er uit vóór ze wist. Voor zo goed besefte, wat de juffrouw- eigenlijk gevraagd had. Al aar ze voelde rn- tuitief, dat dit dou doorslag moest geven, hier. Nu juist,, knikte de juffrouw, dat had 'k .wel gedacht.... Op uw leeftijd zijn de meisjes meestal gDëagageercL Van fürt- 3>anijtjcs zal 'k dtfs vei-schoond blijven.... Ja, 'k ho'.' u dit mog eens beslist willen vragen, want ziet u.... er zijn hier ook toeval lig een paar jonge snuiters, raine.,,. maar r.ou uwa verloofd bent, houdt alles op, natuurlijk!O, vervolgde ze. naar ba;ten ziende, daar bonnc ze met de kof fers,... nou zal 'k uwe even de kamer wijzen. Xosn Everiir.e binnen was cr da deur had gesloten, lachte ze. VerloofdMet een denkbeeldig heer 'dan.... Af.mr hoo kwam ik er toch toe, zoo plompverloren te verklaren, dat ik ver- Too.'d wns? Wat dreef me.toch, dat zoo gedecideerd te beamen? Zelden heb ik er zoo gemakkelijk oen onwaarheid uilge- gooid. Ik kleurde geloof ik niet eens. Ja, ik begreep wel, dat, wanneer ik hef tegen deel had verklaard, ik hoogstwaarschijn lijk weer had kunnen ophoepelen. Zij erheen dit beslissend antwoord in haar brieven aan mij vergeten te hebben. Enfin wat doet hot er verder tco. Do kamer is goed, ei; de juffrouw, behoudens haar eigenaa. Jighcid omtrent ai leen reizende dames, schijnt me overigens een beste hospita. Bus we suEen Jut maar nemen, zooals liet toevaliig geïoopen is. En terwijl ze voor den spiegel heur haar deed, koikte zo haar evenbeeld in het glas lachend foe: Evertine. nu ben je verloofd, meisje! ïn <ie eerste dagen bleef het sonnetje aanhouden. Zoodat er gelegenheid tot fietsen en wandelen te over was. Ever tine genoot eiken dag van de heerlijke, versterkande heiiucht. En hoewel de kleur van hr.ar gezieJit nooit zoo intens bleek was, als van sommige 6".adsmeisjes, werd die toch in deze geronde omgeving meer blozend ca sterk gebruind. Zo gij^; cp haar emtje op s'.ap. ca r.'.nnkte lanze fiets tochten naar as omliggende plca'.seri. De wegen waren vrij goed. Enkele daarvan zanderig en bobbeiig, hadden een breed karrespoor, maar meestal toch aan een kant een verhard gedeelte, een soort voet pad, dat tot fietsen geschikt was. Oak tot wandelen leenden de omstreken zich Uit stekend. Overal was te genieten. Het fris- sche bruin en paars der heide, strekte zich uit tot over gToo'.e afstanden. De ■trillende adem, en met een vuurrood gezicht, hun boot siroom-op of stroom-ai- \vaart3 trachten te brengen, en zich zelf wijsmaken dat zs zien amuseeren. Onder zulke omstandigheden kan bet leven heel plezierig z;jn, zooals ik al zeido, maar ik was niet gelukkig. Overal om mii heen Jioorae ik de .woorden van de Hertogin. „Zo heeft op het oogenblik de diep ste minachting -voor je", suisde de wind. „Ze heeft op het oogenblik" enz enz. murmelde de rivier. Met angst en beven zag ik dus nujn oniinosting met Liesbeth tcgc-rcoet. Op dit oogenblik werdc-n de strui ken uit elkaar gebogen en kwam er een jongen te voorschijn. Ilij was nogal een kleine jongen, gekleed in een fluiveeïen pak met een kanten kraag, die allebei ruimschoots met modder bespat waren. Hij droeg zijn schoeuen en kousen onder zijn eenen arm en sn zijn andere hand had hij een hazelaarstak. K;j stond mij, zijn bruine beentjes wijd uit elkaar, met critischen blik te bekijken, maar toen hij mij tenslotte aansprak was zijn optreden bepaald vriendelijk. „Zoo, man!" „Zoo", antwoordde ik. „En wie ben jij eigenlijk?" „Wel", zei bij op ernstigen toon. -„mijn eigenlijken nanrr. is Reginald Augustus, maar ze noemen mij „de erica-plantjes verloren aica ten slotte in een gloeiend verschiet, Maar heerlijk koele plekjes onder hooge denneboomen r.codden tol uitgestrekt rusten op een bo- dem, overdekt met zilvergroenig raos, waarover grillig verspreid glinsterende Jeaneaasaldjes, groen, hruin en geel. Een gedempt grijzig licht schemerde on der de waaiende kruisen, door welker :w;jgen e:~n bundel gouden zonnestralen zweefden, dis op den bodem een groemg- gond en geelig-zilver sprankelden. Het ruischen van den wind was slech'.s flauw vemssmhaar. En de lucyif, bezwangerd niet sterk aromatische geuren, deed soms tciwebnend aan. Ja, he: was er heerlijk! En Evertine ge noot. De dagen vlogen om. Al3ar de hos pita scheen hei vreemd te vinden, dat ze zoo uiteen bleef. Zij had verwacht, dat de verloofde van juffrouw Aleurer, haar al eens was komen bezoeken. Doch Evertine dealde haar mee, dat „hij" het ontzettend druk had, en in de week nooit uit de s-ed k:<a gaan. Nu, dat was mogelijk, na tuurlijk. Maar Zondag, hield de Juffrouw vol, dan zal hij toch wel komen? O ja! zei Evertine, Zondag denkelijk wel. Zij begreep, da; hsar eerste leugentje nu c-ok gevolgd moest worden door andere, telkens wanneer de juffrouw terugkwam op then kwasi-verloofde van haar. Ze had eenmaal A gezegd, en moest nu doOT- fwellicht tot Z tos- Wel verwandelde se si oh, dat se, eenmaal onwaarheid ge sproken, zoo gemakkelijk rot een nieuwe overging. Maar hei pension was goed, ze wilde graag blijven, ze was verplicht vol te houden. Ze dacht er verder niet aan, en was het gevraagde reeds vergeten, toen de juf frouw Za'.erdags nog eens informeerde, hoe Iaat do beminde zc-u arrivgeren? Evertine schrikte ontsteld op. Dat was waar ook, morgen was het Zondag, dan Zoo ongeveer.... elf uur, meen ik, was het weifelende antwoord. Elf uur vijftien, zeker?.... Dan komt Ja juist!.... Elf uur, vijftien, haastte Evertine te bevestigen. Alaar ze raakte hoe langer hoe meer in een wespennest. Want de juffrouw wilde rekenen met ire koffie en het diner op een gaci méér, Olc e-r natuurlijk onmogelijk kan zijn. Alet stellige beslistheid verzekerde Evertine haar, dat er was afgesproken een verre wandeling te doen, reeds dadelijk ina aankomst, en dan elders te ontbijten en eten. Nee, de juffrouw moest noch op haar no oh op haar beminde, rekenen. lie 's he melsnaam, daai zou ze morgen wel er- gons eie-n buiten de stad. Die jufihouw Vrijburg toch. Nu was ze ook beslist ver. pl'.oht Zondag naar het station ia gaan, en dan de trein van elf uur vijftien af wachten, ton einde de kwasi-verloofde of te halen. Dat deed ze dan ooit. Zoodra de trein wr.s aangekomen, zou ee ongemerkt weg sluipen, en in het bosoh aan de overzijde verdwijnen. Er kwamen nog al eenige pas sagiers voor dezen txeia op het perron. Hei witte stationnetje lag te blakeren in do fol-keete zon. Do spoorriggols zilver- glansden tussehan de zanderige heuvel ruggen, linioalreeht; naar de eene zijde, totdat ze zich in trillend verschiet oplos ten, naar de andere zijde, verdwijnend ln een scherpe kocht. Het ting-tangl iing-tang! van de stg- naalklok maakte bekend, aat de trein in aantocht was, de witte stoomslierten van de locomotief -waxen reeds zichtbaar, en even daarna schoof do trein stampend en rommelend langs het perron. En toen zag Evertine plots, een weinig achter haar, een mijnheer, inet 'm vrouw die ook vertoefden iri pension Heilust. Als ze nu maar spoedig instapten. Alaar dat deden ze niet. Zij schenen alleen op Evertine te letton. O, hemel I mu begreep ze. Die waren gestuurd, door de hospita ge zonden, om zich te overtuigen, of haar beminde wel zou meekomen. Groote ge nade! wat moest ze doen? Zij kon niet meer alleen van 'het perron gaan. En de reizigers voor dit station waren blijkbaar al alien uitgestapt. Evertine keek en deed ozij zocht. Zij moest zich toch een hou- ding geven. En die twee oudjes bleven naar haar kijken. Afijnheer groette zelfs, of hij zeggen wiide: „we zien je wel". Aiaar loan stapte nog uit een, ajs heer gekleed persoon, ongeveer dertig jaar oud, met een tasehja in de hand. Vooruit!.... Het moetl dacht ze. Ever tine stapte op hem toe. Mijnheer!..™ doe net of u me kent, zei ze gejaagd, daar heb 'k een reden voor.... er wordt op mij gelei... help me... *k zal u dadelijk alles vertellen. Tegelijkertijd liep ze met dien heer mee, verlegen en zenuwachtig. Alaar die mijn heer scheen onmiddellijk de situatie, waarin Evertine verkeerde, glashelder te doorzien. Hij ging aan de linkerzijde van baar ïoopen en greep haar hand. Wei, well" zei hij flink luid, hoe gaat het7 En toen wat zachter; Hoe loo— Hierheenantwoordde Evertine, near rechts gaande- En toen waren ze weldra van het per ron en uit het gezicht van haar mede-pm- siongasten verdwenen. Evertine begon dadelijk excuus te ver- zcéken voor haar gedufri optreden. Zij vertelde in het kort wie ze was en wat de reden was geweest Dat zij vreesde haar pension nog opgezegd te zien, indien de juffrouw alsnog moest ontwaren, dat ze geen verloofde had. En, dat het baar zoo goed beviel hier in deze streek, en dus gaarne wilde blijven. De heer stolde zich voor als Aadré Heevelen, procuratiehouder van «én grooto handelszaak in een naburige plaats. Hij kwam hier om van daag zijn oom te bezoeken, die hier als notaris was gevos- slïgö. En, besloot hij lachend zijn inlich tingen, ik ben niet getrouwd en evenmin verlcof J. Wat dat betreft, zou u dus geen beteren plaatsvervanger hebbeu kunnen uitzoeken. Evertine k3eurde eventjes en sloeg haar oogen naar den grond. Maar nu mag ik u niet langer ophou den, zei se vriendelijk. Nogmaals mijn hartelijkea dank. Zij stak hem haar hand toe. De heer Heevelen wilde haar gaarne verder van dienst zijn. En wanneer hij zijn oom had bezocht, met haar een wan deling doen. Alaar dat sloeg Evertine be slist af. Zij had reeds te veel van hem ge vergd. Maar als *k van avond vertrek, dien'. U met mij toch we-ar ae.n '1 station te zijn, meende hij. Ook dnn zou men u weer kunnen contxoleereo. 't Was waar.'.... O! ol wat was ze toch begonnen?.... Maar hij had gelijk. En 's avonds was ze weer met den heer nee- velen op het perron, nadat hij haar op een afgesproken plaats had afgehaald. Nogmaals bedankte ze hem voor de hulp En toen len slotte de trein met den heer Heevelen weer vertrokken was, zuchtte ze: „Gelukkig, dat is nfgeloopen." Juffrouw Vrijborg schee- nadien vol- doende tevreden. Ze sprak de verdere da gen niet meer zoo over den verloofde win juffrouw Meurer. Evertine haalde weer ruimer adem. Doch Donderdag, toen zij juist hl hei pension was teruggekomen van ech lange wandeling, kwam juffrouw Vrijburg mel den, dat er beneden ecu heer op haar wachtte. As 'k het wel heb, uwc-s verloofde, lichtte zij tce. Al'n verloofde? schrikte Evertine. Heeft hij s'n naam niet genoemd? Jawel, wat zei ie ook weer?.... ATeneer Heef, of zoo.... Mijnheer Heevelen f PersiesI.... Zóó was het! André begroette haar als een oude ken nis, recht hartelijk. Hij verklaarde eenige oogenbükken hier te moeten vertoeven voor zaken, en nu had hij niet kunnen na laten even te informeeren hoo zo het maakte, en hoe de kwostie van Zondag was afgeloopen. Doch Evertine deed wat stijf. Ze vond het minder prettig do komedie nu weer voort te zetten. Do omstandigheden nood zaakte haar evenwel. Hij bleef niet lang. Ateest met den middagtrein weer vertrek ken. Alaar bij liet heengaan, toen juffrouw Vrijburg aan de deux stond, zei hij togen Evertine: Tot Zondag dan! En tegen de hospita! Zondag anaistaando gaan we een mooien fietstocht maken, juffrouw. Afet de koffie zijn we er niet, maar hij het diner wilt u wel op mij rekenen?.... Dat kau zeker wel? Wel ja, antwoordde de juffrouw, ik zal er voor zorgen, mijnheer I... Daar kunt u op aan, hoor! Goed! GoedlDag Tinei zei hij. En cor Evertine er op bedacht was, had hij haar zoowaar op haar wang gekust. Weg was hij. Evertine stond hem tamelijk ontstemd na te zien. Hij zag waarempel nog om, Hij wenkte. Werktuiglijk wenkte zij terug. Nee maar dat was nu toch vree- selijk brutaal- Zc had in het geheel niets met hem afgesproken, over een fietstocht op Zondag, zooals hij de juffrouw had verklaard. Daar had je nu de gevolgen van haar onwaarheid spreken tegen de juffrouw. Had ze toch maar niet toestemmend geant woord op haar eorste vraag. Maar dat was nu eenmaal niet anders. Ze zat nu eenmaal in het- schuitje en moest En Andrémijnheer Heevelen nam ze het zeer kwalijk. Waarom had hij haar nog verder betrokken in deze voor haar zoo netelig'e kwestie. Ze zou hem laten merken, dat ze erg boos was. Doch toen André Heevelen Zon dag kwam, was hij haar weer onmid dellijk voor. Want aangezien juffrouw Vrijburg bij de begroeting tegenwoor dig was, moest hij wel als officieel- verloofde optreden, en natuurlijk E- vetrine weer een kus geven. Zij zou anders aan een innig© verbinding tusschen beiden 'getwijfeld hebben. Ofschoon Evertine nu nog meer re denen had zich ernstig boos te toonen, werd toch ze onmiddellijk ontwapend door het deemoedig optreden van den heer Heevelen. Hij verzocht beleefd escuus, hij was misschien te driest op getreden. En terwijl zij ademloos toe luisterde, legde hij vertrouwelijk haar hand op z'n arm. Een wonderlijke ont roering maakte zich van haar meester. Haar boosheid was geweken. Zij beleefden samen oen heerlijken dag. Larigs de mooiste wegen peddel den zij genoeglijk voort. Een enkele maal passeerden zij een schuurtje met plaggedak, of een baksteenen huisje met wit gepleisterde gevel en small© venstertjes en een laag deurtje. Het was overal kalm en rustig. Slechts sporadisch passeerde een voetganger, voor een enkel hutje speelde een lund op den wannen groen-grijzen bodem. De zon was warm, de hemel hei-blauw, mot wittige donswolkjes, d0 lucht alom vervuld met scherp prikkelende geu ren. Al te spoedig bleek die dag omge vlogen. En 'a avonds betraden zij weer sa men het perron. Voor het laatst, liet eind© der vacantie van Evertina naderde. Dinsdag zou z© weer naar Amsterdam, naar haar betrekking, met haar lief en leed, terugkeeren. Nu was het uit. Thans moest d© zoo lang en good gespeelde komedie ten einde nemen. André verzocht haar wel, haar te mogen komen bezoeken in het ziekenhuis, of bij haar moe» Doch dit weigerde ze. Het moest nu uit zijn. Kort daarop kwam de trein voor, en André Heevelen vertrok. En Dins dag Evertine. Toen ze weer alleen in de coupé zat, op haar terugreis, was het of alles anders was geworden. Het leven lach te haar zonniger toe. Ze gevoelde zich tovredener gestemd, en op enkele mo menten leek het haar of ©en geluk kige toekomst zeer nabij was. En ter wijl haar gedachten verwijlden bij de luas voorbijgegane dagen, doortrilde haar het aangename gevoel een onge woon avontuur beleefd te hebben. Maar dat was voorbij. De vacantie was om- En de gevolgen? Och!.Die laten zich gemakkelijk raden. André Heevelen overtrad het ver bod, hij kwam Evertine en lunar moe der toch bezoeken. Verklaarde kort en bondig het doel van zijn komst. Evertine was zeer verrast, doch stem de toe. En toen ze het volgende jaar, tijdens haar vacantie, juffrouw Vrijburg in huize Heilust eens ging opzoeken, kwam zij weer samen mot den neer André Heevelen, maar nu waren zij werkelijk vei'loofd. M en Sefeool BENOEMiNC VAN OE HOOG LEERAREN EN DOGENTEN AAN DE R.-K. UNIVERSITEIT, „Het Centrum" meldt Het bestuur der St. Raóboudstichting heeft benoemd aan de R.-K. Universi teit tot rector magnificus voor het eerste academisch studiejaar 19231924: dr. Jos. Schrijnen, hoogfeeraar te Utrecht. Verder zijn benoemd in de. faculteit der godgeleerdheid -. tot gewoon hoogleeraar in de dog matiek, dogma-geschiedenis en apolo gie; mag. dr. Johan Kers O.P., pro fessor te l-Iuissen in de moraal, mystiek, algcmcene so ciologie en de geschiedenis der god geleerdheid mag, Gerard De Langen Wendels O.P,, hoogleeraar aan de Uni versiteit te Freiburg (Zv/litscrland) in 'de exegese van het Oucl Testa ment, het Hebreeuwsch en de Israëli tische 'kuituurgeschiedenisdr. Paul Heinisc'h, hoogleeraar aan de Univer siteit te Breslau; in de exegese van het Nieuwe Tes tament, de algemcene inleiding' lot de H, Schrift en, het Assyrisch-Babylo- nisch Dr. Leo Jansen O.P., professor to Huissen in het canoniek recht, tevens belast met het onderwijs in het canoniek recht :n de faculteit der rechtsgeleerdheid Dr. Frans van Welic, - professor te Ilaarcn in de kerkelijke geschiedenis der middeleeuwen en der nieuwere tijden, tevens belast met het onderwijs in de algcroeene en vaderlandsche geschie denis der middeleeuwen in de faculteit der letteren en wijsbegeerte Dr. Willem Mulder S.J., leeraar aan liet R.-K. Gymnasium te Amsterdam in dc godsdienstgeschiedenis, de Christelijke archacologie en de gods- dicnst-philosophie, tevens belast met de geschiedenis van de godsdiensten der Grieken en Romeinen in de literari sche faculteit Dr. Johann Peter Stef- fes, lector aan de Universiteit te Frankfurt tot buitengewoon hoogleeraar: in de patrologie cn oude kerkelij ke geschiedenis Dr, Desidirius Franses O.F.M., professor te Bleycrheide. In de Faculteit der Letteren en Wijs begeerte tot gewoon hoogleeraar in de wijsbegeerte en de algemeene faedagogiek, terven5 belast met het on derwijs in de wijsbegeerte van het rechi in de faculteit der rechtsgeleerdheid Dr. Jan Hoogveld, rector van het R.-K. Lyceum te Utrecht in de geschiedenis der wijsbegeerte cn de geschiedenis der mystiek, in het bijzonder der Xederlandsche mystiek, Dr. Titus Brandsma O.Carm., pro fessor te Oss in de Grieksche en Latsjnscfce taal kunde de algemeene taalwetenschap, de RomeinsGhe staatsinstellingen en de volkskundeDr. Joseph Schrijnen, hoogleeraar aan de Universiteit te Utrecht in de Grieksche letterkunde, de staatkundige geschiedenis en de staats instellingen van Griekenland Dr. En- gelbeit Drcrup, hoogleeraar aan de Universiteit te Würzburg; in de Latijnsche letterkunde en de staatkundige geschiedenis der Romei- ik gevoelig voor complimentjes ga door, als 't je blieft". „Ik bedoel dat ik u leuk vind". „Ja maar", zei ik .terwijl ik zuch tend het hoofd schudde, „het uiterlijk bedriegt vaak; in het hart van me nig sciioone bloem schuilt een worm" ,Ik ben ook dol op wormen", zei Robbedoes. „Zoo?" „ja. Gisteren heb ik nog een zak vol gehad, maar Tante merkte het en heeft ze me allemaal weer weg laten gooien". „0 ja", zei ik medelijdend. „Echt iets voor een vrouw". „Ik heb er nu nog maar één", ging het jongetje voort; hij stak een hand in zijn broekzak en haalde er een vijf tien centimeter lange worm uit, die hij mij op zijn kleine, vuile handje voorhield. „Een mooie dikkerd!" zei ik. „Ja", knikte de Robbedoes. „Tk heb hem onder de klapbessenstruiken gevangen". Hij stak het beest weer -u zijn zak eu begon zijn schoenen en kousen aan te trekken. „Ik ben wel een "beetje vuil", zei hij plotseling. „0, het zou nog veel erger knnnen zijn", antwoordde ik geruststellend. „Denkt u dat ze het zullen zien?" vroeg hij. terwijl hij zich in allerlei bochten draaide om te probceren zijn rug le bekijken. „Och", aarzelde ik, „dat hangt er vanaf". „Dorothy kan me niet schelen, of Betty, de keukenmeid, of ue ,-iuuei- juffrouw maar ik bedoel eigenlijk Tante Liesbeth". „Tante wie?" riep ik uit. „Tante Xriesbetk?' herhaalde de robbedoes. „Hoe ziet ze er uit?" „O, ze is groot, maar erg aardig. Ze is hier gekomen om op Dorothy en mij te passen, terwijl moeder weg is om flink en sterk te worden o, Tante Liesbeth is erg lief". „Heeft ze zwart haar en blauwe oogen?" De Robbedoes knikte. „En een kuiltje bij haar mondhoek? ging ik peinzend voort. „Kent u dan mijn Tante Liesbeth?" „Het lijkt me erg waarschijnlijk, ik fceh er eigenlijk zeker van". „Dan kon u me uw zakdoek wel leenen asjeblieft, ik heb de mijne aan een boom gebonden bij wijze van vlag, en die is nu weggewaaid". „Kom, maar liever hier dan zal ik je eens wat afvegen, Robbedoes". Hij gehoorzaamde en gaf uitbundig zijn dankbaarheid te kennen. „Hebt u ook tantes?" vroeg hij. ter wijl ik probeerde ihem toonbaar te maken. „Neen", antwoordde ik hoofd schuddend, „helaas heb ik alleen maar oude tantes, en dat is lieel iets anders". „O" zei de Robbedoes, terwijl hij me een beetje verbaasd aankeek, „zijn ze aardig, ik bedoel lezen ze u wel eens vooi uit het geschiedenisboek en helpen ze u wel eens met bootjes te laten zeilen en gaan ze wel eens mee pootje baden?" „Pootje baden?" herhaalde ik. „Ja. Dat doet tante Liesbeth wel. Laatst zijn we vrecschjk vroeg opge staan en gaan wandelen en toen kwa men we bij de rivier en toen hebben we onze schoenen en kousen uitge trokken eu poelje gebaad; en het wns vreeselijk leuk. zn toen tante niet koele heb ik een kikker in haar kous gestopt. „Vreeselijk handig, Robbedoes; En toen?" „Het was eenig", zei hij lachend. „Toen ze ze aan wou trekken, gaf ze een hoog gilletje, net als Dorothy doet als ik haar eventjes knijp en toen gooide - ze ze allebei weg omdat ze bang was dat er in allebei kikkers za ten. Toen trok ze 'haar schoenen aan zonder kousen, en toen heb ik ze ver stopt". „Waar?" riep ik uit. Reggie!" riep er plotseling een stem een stein die ik onmiddellijk herkende. (Wórdt vervolgd.!' Robbedoes". „Dat kan ik ms voorstellen", zei ik terwijl ik zijn modderige persoon tje bekeek. „Wat is eigenlijk precies een rob bedoes?" „Een robbedoes", logde ik uit, „is een soort van engel". „Maar", stribbelde hij na eenig na denken tegen, ,ik heb toch geen vleu gels en zoo en geen trompet". „Jouw soort heeft nooit vleugels oi trompetten". „01" zei hij', ging zitten en begon met rijn kousen de modder van zijn beenen af te wrijven. „Je bent nogal smerig, is 't niet?" zei ik. De jongen keek tersluiks even naar zijn bemodderde pak. „Ik. vrees aat ik een beel klein beetje nat ben ook", zei hij aarze lend. „Ziet u, ik speelde „Romeinen" en ik moest door het water waden, natuurlijk, want ik was de vaandrig i.ie in zee sprong, met zijn zwaard zwaaide, en riep: "Volg mijl U weet wel, hij staat in het geschiedenis boek". „Ja, ja!" knikte ik. „Een heldhaf tige figuur. Maar als jij de Romeinen voorstelde, waar waren d3n de Oude Britten?" „O, die waren het riet, ziet u; u hadt eens moeten zien hoe ik ze ver slagen heb. Het ging prachtig, ze vie len als als „Koren onder den sikkel", stelde ik voor. „Ja, juist!" riep hij uit. „De slag- woedde uren lang". „Dan zal je weL moe zijn". „Tuurlijk niet", antwoordde hij met een verontwaardigd gezicht. „Ik ben geen meisje en ik ben ook al bij na negen jaar". „Ik zou zoo uit je toon opmaken dat jo niet erg gesteld J.ent op de schoone sekse je houdt niet van meisjes, is 't wel, Robbedoes?" „Asjeblieft niet", antwoordde hij. „Meisjes zijn zulke rare wezens. Daar heb je nou Dorothy; laatst speelden we onthoofden; zij was Maria Stuart en ik was de beuL Ik had een pracht van een bijl gemaakt van hout en zil verpapier, weet u; en toen ik haar hoofd afsloeg schreeuwde ze vreese lijk, en ik guf haar alleen maar een heel klein tikje eu ik werd er om zes uur voor naar bed gestuurd. Ik geloof dat ze met opzet schreeuwde echt misselijk van 'r, vindt u niet?" „Waarde Robbedoes", zei ik, „hoe ouder je wordt hoe duidelijker de min derwaardigheid van het vrouwelijk geslacht je worden zal". „Ik vind u aardig", zei hij, terwijl hij me peinzend aankeek. „II; vind u een pracht vent". „Dat is erg aardig von je, Robbe does; net als do meoste meuschen ben

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 10