HAARLEM'S DAGBLAD UIT DE WERELD Rubriek voor onze Jeugd Met vacantie en de gevolgen FeaiUetoD DE ROBBEDOES ZATERDAG 30 JUNI 1923 DERDE BLAD VAN DEN BEARDMORE-GLETSCHER TOT BIJ DE POOL. Hoe de glotscher er ultelot. Allerlol moeilijkheden. Reuzenarbeid. De grens van den gletschor bereikt. Drie man terug. Bewonderenswaardige zelfverloochening. Met 8 man verder. Kerstmis on Nieuwjaar aan de pool. Weer drie man terug. Een mceltevolle reis. Doodsgevaar en redding. Bittere teleurstelling. Scott cn zijn mannen hadden dus ten koste van geweldige inspanning den Bcardmore-gletscher bereikt, de nog overgebleven ponies waren wegens gebrek aan voedsel voor deze brave, helpers gedoodna een paar dagen werden nu ook de honden terugge zonden onder leiding van twee door Scott aangewezen mannenzoodat de Poolreizigers voortaan uitsluitend op eigen krachten waren aangewezen. De taak, die hen wachtte, was schier bo- venmenschelijk. Men kan namelijk een glelschcr niet beter vergelijken dan met een geweldigen bergstroom, die hiet voortglijdt langs een vlakke helling, daar een steilcn kant ontmoet, in de hoogte springt en als waterval naar beneden stort.- Wanneer zulk een stroom opeens kon bevriezen, zou hij, een beeld opleveren van een gletsoher als de Beardmore. Hier daalt hij snel in gladde steile belling, daar rijst hij cn steigert op tegen rotsen en berg- ribben, die hem den weg versperren, daar weer splijt hij en spat uiteen en stort zich neer in ijsblokken, die in onstandvastig evenwicht zich dreigend verheffen boven reusachtige spleten, gapende boven peillooze afgronden.. Om den gletscher heen trekken is on mogelijk de omringende rotsen zijn voor den merischelijken voet ontoegan kelijk en voor sleden geheel en al on bereikbaar. Er blijft dus niets over dan tusschen spleten en ijsblokken een weg te zoeken, mijlen lang soms om een en kele mijl nader hij het doel te komen. Maar dat is nog lang niet alles. Het oppervlak bestaat op vele plaatsen uit zachte, broze sneeuw, die zich in den vórm van een gestolde golvende massa mijlen ver uitstrekt. Ieder oogenblik zakken de sleden daarin weg cn komen terecht op soortgelijke golvingen, maar dan van harde sneeuw, van tijd tot tijd, zit de slede klem tusschen twee rimpels en is er ongelooflijke krachtsinspan ning noodig om ze weer vlot te kri;gen. Er zijn dagen, dat men na negen uur ploeteren nog geen 10 kilometer :s opgeschoten. En dan op de dagen dat het mooi weer is en de lucht onbewolkt, de onuitstaanbare.... warmte! De zon brandt, de mannen drijven in het zweet, maar o wee! als men een oogen blik stil staat. Dan is het of het bloed in. de aderen stolt. Een andere ramp is de sneeuwblind heid, de met folterende pijnen gepaard gaande oogaandoening die bet gevolg is van de eindelooze witheid der omge ving. Wel dragen de mannen donkere brillen, maar bij het doen van opme tingen -of waarnemingen moeten die een poos worden afgelegd. En hoe men zich ook haast, allen hebben er last van. vooral Dr. Wilson, de wetenschap pelijke leider, is daarvan het slachtoffer. Toch mogen deze gewichtige werk zaamheden niet gestaakt worden, daar het doel van den tocht ook is, anderen, den weg te wijzen in deze wildernis. Luitenant Evans is dan ook, mei trolsecring van alle pijnen en onge makken, steeds bezig met zijn opme tingen voor een 'kaart der poolstrc-. ken. Ook de spleten, verborgen onder een dunne sneeuwkorst, zijn Verraderlijk* Menigmaal verdwijnt een der mannen plotseling in de diepte. Gelukkig blijf' hij dan hangen in het helmzeel, dat hij om schouders en bovenlijf heeft, wordt door zijn makkers weer naar boven getrokkenmaar natuurlijk gaat de val veelal gepaard met^pijnlijk: ont vellingen en kneuzingen. Scott zelf hep niet vrij. -Op zekeren da,g (net was de 15de December) stortte hij in een spleet en een poos daarna in een an dere, het gevolg was een gekneusde arm en een ontvelde knie en heup. Den volgenden jdag wiel hem het loopen moeilijk; maar toch ging het. voort, steeds voort. In zulke gevallen zetten die staalharde mannen de tanden op elkaar en vooruit 1 Maar het ergst was misschien nog wel de mist. Dan was het onmogelijk twee pas voor zich uit te zien en wa ren de mannen, voor wie het een levens belang was zoo spoedig mogelijk hel doel te bereiken, tc,-t werkeloosheid ge doemd. Dit gebeurde bijvoorbeeld den 2icn December. De vorige dag was een prachtdag geweest, een van ruim 42 kilometer! Maar den zistcn! Een steile helling, vol spleten en ijsblokken, één man, die op zijn beurt niet ia- spleet terechtkomt! Tot overmaat ramp komt er een dikke mist op. zijn op een hijzonder moeilijk en ge vaarlijk punt; onmogelijk verder te gaan; gedwongen 'halte van twee en eén half uur! Maar de mist trekt op. Onmiddellijk wordt de tocht voortge- glooiïng, en om zeven uut's avonds bereiken zij de hoogvlakte, die het bo- enste gedeelte vormt van den Beard- nore. Het voorlaatste idecl van den tocht is volbracht! In elf dagen heeft de karavaan een afstand in Zuidelijke richting 200 Iv.M. afgelegd bij een stij ging van 2000 M., waarbij de zwaar beladen sleden dikwijls in plaats van te glijden, bijna loodrecht naar boven ge trokken moesten worden. Voordat men begon aan de laatste etape, werd er raad gehouden en be sloten, dat opnieuw vier man terug zouden gaan naar liet winterkwartier op Ross-eïland en dat de levensmidde len, die zij tot nu toe op hun slee voort getrokken hadden, zouden worden op geborgen om de overigen bij httn te- ugkeer van de Pool te dienen. liet lag lamelijlc in Scott's reisplan om met zooveel mogelijk man zoover mogelijk door te dringen, ten einde een maximum raden tot zoo dicht mogelijk bij de Pool in verschillende depots op stapelen. Daartoe was het ncodig achtereenvolgens verschillende ploegen terug te zenden ten einde voldoende voorraden over te houden voor den tocht terug. De vier mannen, die door Scott wer den aangewezen, waren doctor Atkin son, de geneesheer der expeditie, en •erder Wright, Cherry-Garrard en Keo- hane. Alle vier waren bitter teleurge steld. maar schikten zich zonder mor ren in het onvermijdelijke. Bewonde renswaardige zelfbchccrsching! Men weet bijna niet, wat meer te bewonderen in Scott en de zijnen, hun doodsver achting, hun weerstandsvermogen, hun zegevieren over lichamelijke vermoeienis physieke pijnen of elks offervaardig heid, elks bereidwilligheid om persoon lijke wcnschen. eerzucht, of kans op wereldvermaardheid, alles op te offe ren in het algemeen belang, alles ten offer te brengen waar de bereiking van het ideale doel, dat elk voor de oogen zweefde, het eischte. Na een hartelijk afscheid aanvaard den Atkinson en de zijnen den terug tocht. Weinig wisten zij welke ellende hen te wachten stondKort na hun ver trek brak onder hen de vreesclijke ziek te der Poolstreken, de scheurbuik, uit ca bet was alleen te danken aan^ de energie en de wakkerheid van den dok ter, dat het troepje ten slotte Ross- eiland bereikte. Het aantal poolreizigers was nu in gekrompen lot 8 man, die nog een af stand hadden af te leggen van 567 kilometer over een ongelooflijk lastig terrein ea die op den tocht moe: slecpcn een gewicht van 6S4 kilo aan voorraad en materiaal 85 kilo manToch werd het. laatste deel den tocht met moed 'aanvaard, ondanks alle te verwachten moeilijkheden. \V: wel was men thans cp vasten bodem, maar het rijzend terrein was vol spleten en afgronden, overdekt door een verra derlijk dunne sneeuwkorst. Niet cén der mannen, of hij stortte van tijd tol tijd in een spleetsoms gebeurde dit met twee tegelijk. Op sommige plaatsen was de- sneeuwvlakte overdekt met een hard dek. waaraan van onderen losse ijskristallen vastzaten het was hun, ze over een glazen da'; liepen ca of ze ei ieder oogenbli kdoorheca zouden val len. Maar niets was in staat de stout moedig voorwaarts strevende mannen te weerhouden. Eindelijk, den 24sten December, den dag vóór Kerstmis, een'prachtdag! „Zóó moesten eigenlijk alle dagen zijn, die ons cog wachten!" schreef Scott in zijn dagboek. „Den gcheelcn dag niemand in een spleet gevallen'! Dat is een goed tceken. De zon schittert aan een wol- kcnloozea hemel, 'een scherpe wind, heerlijk verkoelend bij het loopen, al is hij ia het karap volstrekt niet aange naam. Het landschap is indrukwek kend woest, maar wat nood? Wij zijn allen vol vreugde en hoop." Zij w aren toen op ongeveer 2500 Meter hoogte. De kou natuurlijk intens, zoodat de man nen, wier adem onmiddellijk op baard, knevel en wenkbrauwen on 'kappen be vroor, er uit zagen als de Kerstman netjes, die men in dien tijd van het jaar bij ons ziet in de uitstalramen confiseurs. De Kerstdag werd gevierd met een extra fijnen maaltijdbehalve dc ge bruikelijke pemmican (een zeer vette lundvleesch-ragout), paardefilet of lie ver ponyfilet met curry, appelmoes met chocolaat, plumpudding, cacao, zijnen, en eindelijk caramels. Dc ch pagtie werd geleverd door den gletscher: een ware Sardanapalus-maaUijd! Op 31 December bleven er nog 33a kilometer af te leggen. Men was toen nog 3 graden van de Zuidpool verwij- gelegd van ongeveer 45 kilo levens middelen voor twee ploegen gedurende S dagen het drie-graden-depöt. De sleden werden uit elkaar genomen en ingekoit tot op 3 Meter, een werkje dat 9 uren tijds kostte maar met groo- te handigheid vorricht werd door den onderofficier Evans en Crean, terwijl luitenant Evans maar weer steeds voort ging met zijn opmetingen. Men was op 2780 Meter hoogte bij een temperatuur van 23 graden onder nuT, r in de tent was het gezellig en nannea „waren in hun slaapzakken zoo warm als pasgeroosterd brood", schreef Scott in zijn dagboek, „en met licht genoeg om te schrijven of te wer ken." Om. twaalf uur wisselden de Teizi- gers hun wenschen voor een gelukkig nieuwjaar. Den volgenden morgen werd de tocht voortgezet, alles ging flink, misschien een gevolg van do extra rust en de overvloedige portie voedsel, want ook de intree van 1912 was gevierd met een iets grooterc portie pemmican chocolaat. Eindelijk op 3 Januari is n nog maar 277 kilometer van de pool verwijderd en Scott is zeker te slagen. Maar dan moeten drie man terug, voor de overige vijf blijven er op die wijze voor een maand levensmid delen, ja zelfs nog iets meer, over. Dc aanvoerder bepaalt dat luitenant Evans, Crean en Lashley terug zullen gaan om het succes der anderen te verze keren. Bitter was de teleurstelling der drie dappere mannenzoo na aan het doel en het niet te mogen hereiken! Maar geen klacht kwam over hun lip pen: ook zij, evenals Atkinson cn dc zijnen, bogen het hoofd voor het onver- ijdelijkc. Nadat zij de vijf mannen nog een poos vergezeld hadden, na men zij hartelijk afscheid, vast overtuigd hun volledig succes, want van de en had men tot nu toe geen spoor ontdekt. De terugtrekkende.n bleven nog een tijd lang hun makkers na staren, weldra leken deze nog slechts eènige zwarte stippen aan den horizon. :n vol geestdrift lieten de achterblij- •enden een driewerf hoezee hooren ter eere der vijf helden, „niet vermoe dend," schreef Evans, „dat wij deze dapperen voor het laatst zagen en dat ons driewerf hoezee het laatste blijk van sympathie was dat zij zouden vernemen." De terugweg der drie mannen was allerongelukkigst, alles scheen samen te spannen ont hen in het verderf te storten de, slede te zv. aar voor drie man, dus langere werktijd en grootcr sneeuwstormen, dreigend gebrek aan levensmiddelen als ge- volg van het onverwacht en herhaald oponthoud, ea eindelijk, 13 dagen na k, de verschrikkelijke scheur buik, c-ie eerst en het ergst Evans aan tastte. Dit was de grootste ratnp, die bun kon oveikouien.- De slede, al te waar voor drie, moest nu getrokken vorden door twee man, want de beide gezonde mannen wilden niet, dat hun zieke leidsman voortging met den zwa- ren arbeid. Maar luitenant Evans was de ecnige, die den weg kon vinden op de eindelooze, gelijkvormige vlakte, hij bleef dus op de been om hen te brengen tot in het gezicht van den berg Erebus. Dit gelukte, maar toen war*n ook zijn krachten uitgeput. Welnu, zijn trouwe mannen aarzelen niet, zij leggen hem op dc slede en sleepen die voort met inspanning van alle krachten, vier dagen lang! Eindelijk gaai Crean alleen vooruit, terwijl Lashley bij don bijna' tervenden Evans achterblijft. Na een reeselijken tocht van 18 uren bereikt Crean Hutpunt, .vaar hij door een ge lukkig toeval Atkinson met eenige mannen en de honden aantreft, In aller ijl snelt deze afdec-ling Evans te hulp. Zij kwam nog juist -bijtijds Lashley bad nog maar voor dén dag levensmid- leden cn Evans was den dood nabij. Toen de redders en de geredden te Hutpun: aankwamen, lag de Terra Nova die gekomen was om het winterkwartier van nieuwe levensmiddelen te voorzien, op de reede. Zij bracht Evans naar Nieuw-Zeeland, vanwaar hij na geheel hersteld te zijn, een tournee maakte door Engeland om zijn landgenooten verslag te doen van Scctt's expeditie. In November 1912 kwam hij op Nieuw- Zeeland terug, nam het commando over de Terra Nova over en bracht hot schip naar Ross-eiland, waar bij de eerste hoopte, te zijn om zijn chef ge luk te wenschen met zijn schitterend succes. Toen hij, na een snellen toclu door het ijs en tusschen de ijsbergen, Kos=-cilanö bereikte, vond hij het win terkwartier in den. diepsten rouw. In een volgend artikel zullen we dp oorzaak zien van die smartden tra- gischcn dood van Scott ea zijn vier tocbigenooten. Brievenbus Raadsels uuru-aaciujK iwiu, w.w - zet. weldra komen zij aan een zachte derd ea daar werd weer een depót aan- (Deze raadsels zijn alle icaezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. Tedere maand worden onder de boste oplossers drie boeken in prachtband ver loot.) 1. (Ingez. door Anton van Amerongen.) lk ben een. aardig gezegde van 52 letters. 25 16 9 23 16 12 is een klein plaatsje in Noord-Holland. 22 13 17 31 32 19 5 2 12 is een plaats in Utrecht. 23 2 24 24 8 27 1 is een plaats in Limburg 4 5 1 15 31 is een plaats in N. Brabant. 10 30 32 S3 11 18 11 12 is een plaats in Gelderland. 1 26 21 1 27 3 14 15 6 is een plaats in Zuid-Holland. 7 26 18 20 19 een plaatsje in Gelderland. 8 9 10 is een soort vatn woning. 2. (Ingez. door Kees de Mopperaar.) Schik de onderstaande steden zoo, dat er in 'i midden een stad in N. Holland gesohreven staat. Leeuwarden. Alkmaar. Breda. Tilburg. Amersfoort. 3. (Ingez. door Aspedlstra.) Zet achter elkaareen windstreek, een groot water, een inhoudsmaat, en een gladde visbh.Go krijgt nu een bekend Ka naal in Nederland. 4. (Ingez. door Bobinson.) Plaats achter een medeklinker een ver korte meisjesnaam. Zet daar achter een bevestiging en gekrijgt een verfrissehen- clen drank. 5. (lngez. door Inktviscli.) Mijn 1ste is een vloeistof, mijn 2de leeft in 't water. En mijn geheel is de naam van een Rubriekertje. 6. Strikvragen. a. (Icgez. door Boschviooltj'e.) Schrap viermaal iets uit, eoodat de som het getal 19 vormt. b. (Ingez. door Karei V.)" Wie kan bewijzen, dat vijfmaal een in twintig 25 is c. Waarom kan iedere arme zeggen, dat hij geen tien goudstukken kan geven, maar wel acht d. Wat is bij eiken maaltijd onmisbaar? Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorigs week zijn: 1. Schoenmaker. 2. Veendam. 3. Het is heter te geven dnn te ont- 4. Valkenburg. 5. Spreken zonder denken is schieten zonder mikken. 6. a. sigaar, b. laarzenknecht, c. zeekoe. Goede oplossingen ontvangen van: Theeroosje 6 Anemoon 5 Indramajoe 5 Duinrooske 6 Wilgenroosje 6 A'.talanta 6 Pierrette 6 Matroos S Vrijkogel 5 De kleine Vlolist 5 De kleine Vogelvriend 6 Laat ste kwartier 6 IvmagoTijntje 6 Trippélpoot 6 Bruinoogje te Heemstede 6 Bruinoogje te Haarlem 6 De kleine Spoorman 6 Len tebode 6 Sneeuwballetje 6 N'cerlandia 6 Böschwuehter 6 Friso 5 Zeeroovcr 4 Moi- leboon 4 Sterretje 4 Willem 311 5 Denap- peltjo 5 Autoped 5 Vogeitje 5 Jan van Beek 5 Poesje 4 Behangertje 4, Controleur S Kerstboompje 6 Blondkonje 6 Bloemcn- koningin 6 Goudkopje 5 P. J. Oschatz 5 Gsins 4 Rosemarijnlje 3. De wedstrijd Inzendingen ontvangen van: Goudkopje oud 8 jaar, Bloemenkonlngln, oud 12 jaar, Theeroos, oud 1 Anemoon, oud 12 jaar, Indramajoe, oud 11 jaar, Duinrooske, oud 14 iaar, Woelwater, oud 15 jaar, Aitalanta. oud 10 jaar. Friezinne tje, oud 14 jaar. Laatste kwartier, oud 10 jaar. Lentebode, oud 15 jaar Joekie, oud 14 jaar Behangertje oud 11 jaar. Poesje, oud 9 jaar. Brieven aan de Bedactie van de Kin- derafdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vinnestraat 21rood. (In de bus gooien zonder aanbellen.) THEEROOSJE. Er zijn nog niet voel inzendingen gekomen, dus ik kan onmo gelijk zeggen, of je veel woorden hebt. Wat heb je verleden Zaterdag heerlijk ge wandeld. Gelukkig hè, dat de zomer toch eindelijk gekomen is. ANEMOON. 'k Hoop, dat je ruil- aanvraag succes heeft. Leuk, dat die kui- ies zoo flink groeien. En hoe is het hel kleino iuankpootjeï Gefeliciteerd met jo vaardïgheids-óip:om3. Jullie heb- en er wel voor moeten tippelen. ATTALANTA. Als je één van de strikvragen goed hebt, reken ik de som goed. Wat moet jij zingen op de uilvoe- i,g? Een prettig vooruitzicht, dat je met de vacantie maar Brussel gaat. Neen, ik den zomer dc grenzen niet over. Je strikvragen zijn goed. FRIEZINNETJE. We'meen, ik ber. heelemaal niet boos op je. Er was alle reden voor je, dat je niets van je liet hooren, .Tuïlia hebben wel een treurigen tijd achter den rug, maar gelukkig, dat 't weer tot 't verleden behoort. Hoe gaai het nu met zus Ze moet het als zoovelen van zon en warmte hebben. Wat die Buil- aanvraag betreft, ik kan haar nu nie: plaatsen, omdat je geen adres opgaf. Hoe is het met de eieko duif? Misschien weet eon dieren-arts er raad op. Heb je nog mot de logéo gewandel? Wat ben jij een jaro snijboon, dat je van den niet maar Leeuwarden wil. B. A. Hartelijk dank voor je mooie kaart ui; Xoordwijk aan Zee. LAATSTE KWARTIER. Hoe is het er nu mee? Was het een aanval laria? Ik vond het took kranig, dat ik nog een briefje van je kreeg. DE KLEINE VOGELVRIEND. Ne stond je naam duidelijk onder jo briefje Ik zal trachten je uit te leggen, hoe di< ballen gemaakt wordc-n. Eerst maken r< een baal van krantenpapier. Die moet sta vig geperst worden. Dan snijden ze eet .ouden fietsband in reepen. En die reepon den papieren bal gewonden. Probeer het maar eens. Al doende moet .et goed worden. DE KLEINE VIOLIST. Ik hoop, da: uiiia morgen weer zoo heerlijk kunnen ■■andelen. Een leuk boek hè dat van Rei- nard de Vos. Moeder wordt hartelijk be dankt voor do bonnetjes. VRIJKOGEL. Hebben jullie een heer lijk dagje gehad? Het weer viel zeker nog al mee. MATROOS. Je verjaardag stond we! n het teeken van den voetbal. Ik behoef tiet te vjagej), waar je hart vol van Moeder zal wel blij zijn, aat do teenen je schoenen nu gespaard blijven. PIERRETTE. Heerlijk, zoo'n mid dagje in duin. De goede tijd breekt zeker in, al gaat het ons wel eens te langzaam. LENTEBODE en SNEEUWBALLETJE. Mat esn bof, dat Lentebode mee mag maar Artis. En gezellig, dat je vriendin netje Duizendschoon ook meegaat. wensch je morgen veel genoegen in Voor burg. Heb je daar familie wonc BRUINOOGJE TE HAARLEM. Als ik jullie nu met de plaatsnamen vermeld, kan er geen verwarring komen. Neemt de juffrouw daar genoegen mee? BRUINOOGJE TË HEEMSTEDE. Heb je al in het boek van Dina gelezen Wanneer je 's morgens vroeg runt op staan. is het wel verstandig dan je huis werk te maken. Dan tien je nog friscli kunt dus beter deüken. Er zal nog wel eens meer muziek gemaakt worden n Groenendaal. En dan kun jo er misschlei wel naar toe, Ja zeker, mogen de twee vriendinnen samen do raadsels oplossen. Ja ingezonden raadsel is goed. KNAGEDIJ NT.TE EN TRIPPÉLPOOT. Broer mag meedoen onder den ge- wenschten schuilnaam. Ik zal hem a!s ieuweling vermelden, waaneer hij zijn igen naam en adres opaeeft. MOLLEBOON. lk kan me indenken, dat jij Zondag genoten hebt. Misschien wordt het morgen weer net zoo'n heerlijk dagje. STERRETJE. Wat doe jij toch veel vallen. Waar heb je je bezeerd? En Dat is bij jullié maar eén' 'opeenvolging van pretjes. Heb je jo prijs al gekaft en uitgeleend? Jo ingezonden raadsels zijn goed. GEMS. Dat is Woensdag een zwaar dagje voor je geweest. Maar jo hebt ze- volop genoten. En ik vind het aar dig van je, dat je ook nog om Zonneprirw •je hebt gedacht. De volgende week krijg ik zeker een uitvoerig verslag. ASPEDISTRA. Is de elleboog gene zen? Vast hartelijk gefeliciteerd met moei ders verjaardag. Ik hoop, dat moeder heel blij zal zijn met je cadeau. He durf er nu niets meer over te zeggen, maar ik beet heel verlangend naar je volgenden brief. JOHAN DE WIT. Nu, ik zal eens heel ernstig over een opstellen-wedstrijd nadenken. Heb je je zwemproef al afge legd Je zwemt nu zeker alle dagen. Wa£ prettig vooruitzicht, dat jo ia de va- ie een week gaat sampeeren. Ga je met vrienden of met een club 't Is te be- grijpen, dat zus ook wel wou. Misschien doet er zich later wel eens een gelegon- hoid vnor. Kampeeren zit zoo'n beetje ia de lucht. ROZEMARIJNTJE. Waf heerlijk, dat in Zandvoort zoo flink bent aangeko- ïen. Nog wel gefeliciteerd met moeders erjaardag. Prettig, dat je nu thuis was. Hoe heet je moeder van zichzelf? Ik vind :oo leuk, dat ze nog bij mij op Zon dagsschool is geweest. Je ingezonden raadsels zijn goed. W. BLOMBERG-ZEEMAN, t. d. Vinnestraat 21rood. Haarlem, 30 Juni 1923. Ruilruhriek ANEMOON, Romolenstra.it 19, wou zoo graag een vriendinnetje hebben om des Zondags mee te wandelen. HETTIE GROENENBEEG. Wilhelmlna- straat 28 wil 2 lieve zindelijke poesjes weggeven. Wie bons verzamelt, merk Nestle, kan bij mij de nrs. 3, 2, 19, 30 ea 55 komen halen. ,TO v. d. PUTTEN, Regulierstraat 28, wil aam Zomneprinsosje te Heemstede graag een boek leeneu, maar vraagt in lichtingen, waar de Pripseloan te vin den is. j kwam dat 1 it? JOEKIE. Heb jij geen pijnlijke ge-, volgen meer van je trappenvallerij 't Js wat deftig zoo'n dagje badgast te zijn en dan met do auto naar huis te Gaat het met de strijkerij steeds beter ZEEROOVER. Jij bent - die meer van zijn fiets dan van zijn schip houdt. Is 't niet zoo? Je ingezonden raad sel is goed. AVONDKLOKJE. - Misschien zul je a wel nader bericht uit Heemstede krij- ?n. Ilt weet ook niet, waar die laan is. Er zijn den laai sten tijd juist in die om geving zooveel nieuwe wegen gekomen. Dat meisje moet zonnebaden hebben, 01 dat haar longen wat zwak zijn. Ik ben met je eens: we liebben zoo lang en z hard naar de zon verlangd, laten We 3 maar niet mopperen, als ze naar onz zin te fel schijnt. POESJE. Je bent nu zeker alle- dagen de buitenlucht. Jo wedstrijdwerk w goed, meer kan ik er nog niet -van zeg gen. BLOBMENKONINGIN. Je wedstrijd- werk is in orde. Dus die Wilgenkatje ls op de planken ook een heks. Ik zou jul lie graag in die gestalte willen zien spel-: SIMON MOS. net was leeg in de coupé. Na Amersfoort, waar de laatste twee medereizigers waren uitgestapt, was er niemand bijgekomen. Evcrtine Meurer, die haar vaeaniie ging doorbrengen in een dier plaatsjes in de we. welke den laatslen lijd veel be zocht worden, was nu de eenige passagier. Een enkel stationnetje werd voorbijgevlo gen, doch hij de meeste stopte de trein. Het traject was lang en eentonig. zon stond al hoog en blakerde fel op langzaam voorthobbelenden trein. Duf cn benauwd werd het ia de coupé. Maar geen der portierraampjes kon ge opend blijven, daar telkens groole gele en witte wolken stof worden opgejaagd en binnen kwamen. Ook met de dichte raampjes dwarrelden door alle reten nog en zand, alles bedekkend met een geel en wit poeder. Een stofatmosfeer, die een grijze dampsluier bleef hangen het uitzicht benevelde, ofschoon er niet veel te zien viel. Alles leek verlaten. De geheele omgeving uitgestorven. Sporadisch hier en daar een huisje. Verder aan beide kanten hei, dorre droge hei, die voortdu rend in trillend beweeg scheen onder die :kheete zon. Dan afwisselend: plekken eiken hakhouten hoog opgaande denne- boomen, tusschen en op heuvelen. Een fcele maal een armzalig stukje weiland, :t een paar grazende schapen en een herkauwende koe. zachte cadans wiegelde Evorline op de fluweelen kussens. Zo had haar boek op de bank tegenover 2ich gelegd. Moe en loom werd ze an die drukkende at mosfeer. Ze had ook eenige zware dagen achter den rug, dc vacantie was wel ver diend. Als verpleegster was zo werkzaam en wam de grooto gasthuizen te Am sterdam. En nu zou ze eens een veertien dagen rust nemen in een stille, gezonde omgeving, vèr. buiten het woelig stads ver. Ze had door briefwisseling een onderdak gevonden in het pension van öe we-duwe Vrijburg, rustig gelegen in de Veluwe aan hei en zee. Nooit was ze zoo lang alleen uit geweest. De laatste jaren enkele maal met haar moeder, nadat met haar alleen was overgebleven. Maar moe kon niet meer mee, werd te oud en wilde nu liever in haar eigen huisje blijven. Het- vorige jaar was ze nog een vriendin kunnen gaan, maar die nu verloofd, die had gezelschap, als ze uitging. Het hoofd achterover geleund, sloot ze even mijmerend de oogen, cn haar ge dachten dwaalden af. Haar leven ging in e trekken aan haar verbeelding voor bij. Toen zij van de schoot kwam, vader kort daarna gestorven. Zij in betrekking. Eerat in een zaak, later verpleegster, In druk leven was do tijd In snel tempo omgevlogen. Zo werd al oud. Ze openda de oogen weer. Oud?Kom!.... Enkele jaren boven de twintig. Ze glimlachte. Neen, dat was nog niet ond. Maar tochl... Zou ook voor haar eens dat geluk zijn weggelegd?.... Waarom was z IJ eigenlijk nog niet verloofd?.... Tot nog toe alleen gebleven?.... Ze haalde even de schouders op. Dat wist ze immers niet.... Lag het aan haar?..., En weer hasr hoek opnemend, viel haar oog op de opengeslagen bladzijde (van het eerste deel van Götz Kra'ft van Edward Stilgobauer) waar op den ondersten regel Jeanne Ramuz verklaart, dat zij „een warm, heel warm hart bezat." Ach, zuchtte zij, het boek dichtklap, pend, dat heb ik óók, maar..... Geautoriseerde vertaling naar het Engelsoh -van JEFFERY FARNOL. E e n g e HOOFDSTUK I. nden schat. Ik zat te visschen. Ik had natuur lijk niets gevangen dat gebeurt ntaar zelden, en ik geef ook eigerili; niets om visscnen, maar loch deed ik hot vol toewijding, omdat de omstan digheden het noodzakelijk maakten. Het was allemaal gekomen door Lady Warburton, een tante van l.irp- hst van moeder s zijde. Wie Liesbot, is zult u te weten komen als u de moei te neemt dit waro verhaal te lezen laat het voor het ocgenblii; voldocr.de zijn, dat zo sedert haar jeugd al wees is, en ge-en -familie ;tceft behalve haar getrouwde zuster Julia en haar Tante (met esn hoc-fcl'-t!-r T) de meergenoemde Lady Warburton, Lady Warburton is klein cn een prebeerd had; maar beetje mager, met- een scherpe kin en een nog scherpere neus en ze gebruikt altijd een facc-a-main; ook is ze rijk gezegend met aardsche goederen. Juist een vveek geleden had Lady Warburton mij verzocht om haar eens le komen opzoeken had mij zeer nauwkeurig bekeken door haar lorg non, en kalm inanr beslist (Lady War burton is altijd beslist) had ze gezegd dat Elisabeth een lief kind was, maar jong en eigenwijs, Dat zij (Lady War burton) van oordeel was dat Elisabeth de vriendschap, dio zoo lang tusschen ons had bestaan, ten onreente gehou den had '-oor iets diepers en sterkers. En dat ik. hoewel zij (Lady Vvarbur- ton) wel wilde aannemen dat iemand die bosken schreef niet noodzakelijker wijs een slecht mensch behoefde te zijn toch natuurlijk een mart was met vreselijk losbandige ideeën een echte Bohémien; en zulke menschen .zijn nic-t in staat om hun vrouw die mate van Huwelijksgeluk te geven, die zij (Lady Warburton) als Tante van Elisabeth en plaatsvervangster van haa.r moedev, voor haar zou wen schen. En dat daarom, onder deze omstandigheden, mijn attenties niet gowensclit weren enz. enz. Hier mort ik uit rechtvaardigheid tegenover mij zelf zeggen dat ik. uief- tegenstaahde haar \loed van woor- <1 mi. 'e-ersfc eenige tegenwerpingen ge- ie lean iets be ginnen tegen een vrouw met zulk ccn indrukwekkende neus en kin, die bo vendien zoo vreeselijk precies haar met juweelen bezette lorgnon op 11113 richtte? Toch zou alles anders hebben kunnen afloopen als Liesbeth. b i mij geweest was; maar Lady Warburton had mij verteld dat zij naar buiten gegaan was. Ik was dus alleen en op genade of ongenade aan haar over geleverd, en ze ontworstelde mij een sobvb van belofte dat ik een half jaar lang mijn bezoeken en attenties zou staken „om Elisabeth tijd te geven zelf tot een besluit te komen Dat was verleden week Maandag. De Woensdag daarop, toen ik doel loos langs Piccadilly liep, niet we tend wat te beginnen, zag ik op eens de Hertogin van Chelsea. De Hertogin staat onder haar vrien den bekend als „Het murmelende beekje", tengevolge van het feit dat ze niet meer op kan Houden als ze eenmaal begonnen is. En in mijn stemming vond ik het niets plezierig toen ze mij met hoor parasol wenkte en ik naar haar rijtuigje toe moest gaan. ..Dus ze is weg?" begroette ze me toen ik mijn hoed afnam. „Liesbeth" knikte zeu ,.il; heb toevallig iel? over haar gehoord, zie je". Het is misscien vreemd, ma-r de Het is misschien vreemd, maar de iets over alles. „En heb je je nu werkelijk zóó op je kop laten zitten en die belofte ge daan Dick! Dick! Ik schaam me over je", „Wat kon ik ep aan doen?" begon ik, „Ziet u „Arme jongen!" zei de Hertogin, terwijl ze mij een vriendelijk tikje mei, den knop van haar parasol gaf, „heb was ook eigenlijk nieb anders te \erwachten. 11; ken haar, zie je ja ren geleden heb ik op school gegaan met Agatha Warburton", „Maar toen gebruikte ze zeker nog geen lorgnon en „Maar haar neus was even scherp een „pikneus noemdo ik het al tijd", knikte de Hertogin. „En nu Heeft zc warempel Liesbeth wegge stuurd arm kind en naar zulk oen akelig stil plaatsje, waar ze nie mand heeft om mee te praten behal ve de jonge Selwjn „Neem mij niet kwalijk, maar. „Horace Selwyn. da neof van Lord Selwyn, die in Brankesmere woont. Agatha is er al lang ovor bezig alles onder de roos natuurlijk. Hel zou natuurlijk in zeker opzicht een neel goed huwelijk zijn rijk en zco maar ik moet zeggen dat ik hem vreeselijk vervelend vind, zoo akelig ernstig en precies!" „Maa-!" rigp ik uit, „wou u dan beweren dat - „Zij zal Hen wel laten trouwen voor ze liet weten, denk ik zoo Agatha is zoo'n vastberaden iemand. Je kunt haar karakter proeven uit haar neus en haar kin". „Maar Liesbeth is toch geen kind, ze Heeft een eigen wil, en „Dat is waar", knikte de Hertogin, „maar kan z-j tegen Agatha's kin op? En het is bovendien heel goed mogelijk dat ze op het oogenblik de grootste minachting voor je heeft". „Maar, mijn lieve Hertogin „O, Agatha is een geboren diplo maat. Natuurlijk heeft, ze haar al lang geschreven, en zor.dcr het bcpn;. met zooveel woorden te zeggen - heefr ze natuurlijk den indruk willen ves tigen dat jij een trouweloos monster bent; en Liesbeth, .dat arme kind, die waarschijnlijk haar oogen uit haar Hoofd huilt, of zich verbeeldt dat ze je haat. is bereid cm uit «oorfc van verontwaardiging liet. eerste liet beste huwelijksaanzoek dat ze krijgt, aan te nemen. „Wat ter werold moet il; doen?" riep ik uit. „■Te zou kunnen gaan visschen", stelde de hertogin peinzend voor. „Visschen!" herhaalde ik. „Ja maar ..Riverdale is een heel aardig praat je, heb ik gehoord", vervolgde de Hertogin op donzelfden toon, „er staat een huis, een mooi oud buis, dat Boschzichl heet. Het ligt aan de rivier en vlak bij het huis van de Sel« wyns, geloof ik". „Hertogin", riep ik uit, terwijl ik het adres op mijn manchet schreef, „ik ben u zóó dankbaar, ik kan u nooit „Kom, kom", zei de hertogin. „Ik denk dat ik vandaag op reis zal gaan en „Dat is Heusch het beste wat je doen kunt", knikte ze. En zoo kwam het dat ik op dien middag in Augustus in de schaduw van de elzertbeomen zat te visschen, terwijl de rook van mijn pijp om hoog steeg in den zonneschijn. Door mijn vragen een beetje han- dig te stellen, had ik van den her bergier van de Drie Vroolijke Henge laars gehoord, waar Boschzicht pre cies lag. Het was het huis, waar de zuster van Liesbeth woonde. Geholpen door zijn aanwijzingen, had ik dit af gelegen plekje gezocht, waar ik. als ik maar even het hoofd omdraaide, de hooge schoorsteenen kon zien, die boven de groene boomtoppen uitsta ken. Het is Heel plezierig om op e>en warmen zomerdag op een beschaduwd plekje op den rug te liggen en door een netwerk van takken naar boven te staren naar de blauwe lucht, Of om, geleund op zijn elleboog, te kijken naar zwoegende lieden, die, buiten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 9